volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-322 in
overeenstemming is met de essentiële eisen en andere relevante bepalingen van
richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de
Nokia, Nokia Connecting People, Visual Radio en Navi zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia
Corporation. Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven
kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in enige vorm
zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden.
Includes RSA BSAFE cryptographic or security protocol software from RSA Security.
Java and all Java-based marks are trademarks or registered trademarks of Sun Microsystems, Inc.
This product is licensed under the MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) for personal and noncommercial use in
connection with information which has been encoded in compliance with the MPEG-4 Visual Standard by a consumer
engaged in a personal and noncommercial activity and (ii) for use in connection with MPEG-4 video provided by a
licensed video provider. No license is granted or shall be implied for any other use. Additional information, including
that related to promotional, internal, and commercial uses, may be obtained from MPEG LA, LLC. See http://
www.mpegla.com.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) voor privé- en niet-commercieel
gebruik in verband met informatie die is geëncodeerd volgens de visuele norm MPEG-4 door een consument in het
kader van een privé- en niet-commerciële activiteit en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4-videomateriaal dat
door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet
een licentie verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele
doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is verkrijgbaar bij MPEG LA, LLC. Zie http://www.mpegla.com.
Nokia voert een beleid dat gericht is op voortdurende ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder
voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document
worden beschreven.
VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELJKE RECHT, ZAL NOKIA OF EEN VAN HAAR
LICENTIEHOUDERS ONDER GEEN OMSTANDIGHEID AANSPRAK ELIJK ZIJN VOOR ENIG VERLIES VAN GEGEVENS OF INKOMSTEN
OF VOOR ENIGE BIJZONDERE, INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKE OORZAAK DAN OOK.
DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHTENS HET
TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN ENKELE GARANTIE GEGEVE N BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID
OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN MAAR NIET
BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFF ENDE DE VERKOOPBA ARHE ID E N DE GES CHIK THE ID V OOR E EN B EPA ALD D OEL .
NOKIA BEHOUDT ZICH TE ALLEN TIJDE HET RECHT VOOR ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING DIT DOCUMENT TE
WIJZIGEN OF TE HERROEPEN.
De beschikbaarheid van bepaalde producten, toepassingen en diensten voor deze producten kan per regio
verschillen. Neem contact op met uw Nokia-leverancier voor details en de beschikbaarheid van taalopties.
Exportbepalingen
Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet- en regelgeving
betreffende export van de V.S. en andere landen. Ontwijking in strijd met de wetgeving is verboden.
Toepassingen van derden die bij uw apparaat geleverd worden, kunnen gemaakt zijn door en in eigendom zijn van
personen en entiteiten die geen relatie of verband met Nokia hebben. Nokia beschikt niet over de auteursrechten
of de intellectuele eigendomsrechten op deze toepassingen van derden. Als zodanig draagt Nokia geen
verantwoordelijkheid voor de ondersteuning voor eindgebruikers of de functionaliteit van deze toepassingen of de
informatie in deze toepassingen of het materiaal. Nokia biedt geen garantie voor deze toepassingen van derden.
MET HET GEBRUIK VAN DE TOEPASSINGEN ACCEPTEERT U DAT DE TOEPASSINGEN WORDEN GELEVERD ZONDER ENIGE VORM
VAN GARANTIE, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DIT VOOR ZOVER MAXIMAA L IS TOEGESTAAN OP GROND VAN HET
TOEPASSELIJKE RECHT. U ACCEPTEERT TEVENS DAT NOCH NOKIA NOCH GELIEERDE PARTIJEN VERKLARINGEN DOEN OF
GARANTIES VERSTREKKEN, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, MET INBEGRIP VAN (MAAR NIET BEPERKT TOT) GARANTIES
BETREFFENDE TITEL, VERKOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL O F DAT DE TOEPASSINGEN GEEN INBREUK
MAKEN OP OCTROOIEN, AUTEURSRE CHTEN, HANDELSMERKEN OF ANDERE RECHTE N VAN DERDEN.
MEDEDELING FCC/INDUSTRIE CANADA
Dit apparaat kan TV- of radiostoringen veroorzaken (bijvoorbeeld als u in de nabijheid van de ontvangapparatuur
een telefoon gebruikt). De FCC (Federal Communications Commision) of Industry Ca na da ku nn e n u vr ag en uw t el ef oo n
niet langer te gebruiken als deze storingen niet kunnen worden verholpen. Neem contact op met uw lokale
servicedienst als u hulp nodig hebt. Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. De werking is afhankelijk
van de volgende twee voorwaarden: (1) Dit apparaat veroorzaakt geen schadelijke storingen, en (2) dit apparaat
moet storingen van buitenaf die een ongewenste werking tot gevolg hebben accepteren. Veranderingen of
aanpassingen die niet uitdrukkelijk door Nokia zijn goedgekeurd, kunnen het recht van de gebruiker om met deze
apparatuur te werken tenietdoen.
9205495/Uitgave 2
Inhoudsopgave
Voor uw veiligheid .....................7
1. Algemene informatie..............8
Over deze telefoon....................................8
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of
onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS
Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden
is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw
voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te
hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de
werking van het apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN ZIEKENHUIZEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel het apparaat uit
in de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN VLIEGTUIGEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Draadloze apparatuur
kan storingen veroorzaken in vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET TANKEN
Gebruik het apparaat niet in een benzinestation. Gebruik het apparaat niet
in de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik het apparaat
niet waar explosieven worden gebruikt.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of
gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen
incompatibele producten aan.
WATERBESTENDIGHEID
Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is goedgekeurd voor
gebruik in het EGSM 900- en GSM 1800- en 1900-netwerk. Neem contact op met uw
serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan alle regelgeving en eerbiedig
lokale gebruiken, privacy en legitieme rechten van anderen, waaronder auteursrechten.
Auteursrechtbeschermingsmaatregelen kunnen verhinderen dat bepaalde
afbeeldingen, muziek (inclusief beltonen) en andere inhoud worden gekopieerd,
gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd.
Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens die in de telefoon
zijn opgeslagen.
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding
van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies.
Sluit geen incompatibele producten aan.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken dan de
alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer
het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar kan veroorzaken.
Netwerkdiensten
Als u de telefoon wilt kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder van
een draadloze verbindingsdienst. Veel van de functies vereisen speciale
netwerkfuncties. Deze functies zijn niet op alle netwerken beschikbaar. Er zijn ook
netwerken waar u specifieke regelingen met uw serviceprovider moet treffen voordat
u gebruik kunt maken van de netwerkdiensten. Uw serviceprovider kan u instructies
geven en uitleggen hoeveel het kost. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die
het gebruik van netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige
netwerken geen ondersteuning voor bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te schakelen
of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het menu
van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat kan ook beschikken over een speciale
configuratie, zoals veranderingen in menunamen, menuvolgorde en pictogrammen.
Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Toebehoren
Praktische regels aangaande accessoires en toebehoren
● Houd alle accessoires en toebehoren buiten het bereik van kleine kinderen.
● Als u de elektriciteitskabel van een accessoire of toebehoren losmaakt, neem deze
dan bij de stekker en trek aan de stekker, niet aan het snoer
● Controleer regelmatig of eventuele toebehoren die in een auto zijn geïnstalleerd nog
steeds goed bevestigd zitten en naar behoren werken
● De montage van ingewikkelde autotoebehoren moet alleen door bevoegd personeel
worden uitgevoerd.
Toegangscodes
Selecteer Menu > Instellingen > Beveiliging als u wilt instellen hoe de telefoon
gebruikmaakt van toegangscodes en beveiligingsinstellingen.
● Met de PIN-code (UPIN) die afkomstig is van de SIM-kaart (USIM), kunt u de kaart
beveiligen tegen onbevoegd gebruik.
● De PIN2-code (UPIN2) die op sommige SIM-kaarten (USIM) beschikbaar is, hebt u
nodig om toegang te krijgen tot bepaalde services.
● De PUK- (UPUK) en PUK2-codes (UPUK2) zijn mogelijk beschikbaar op de SIM-kaart
(USIM). Als u drie keer achtereen een onjuiste PIN-code invoert, wordt gevraagd naar
de PUK-code. Als de codes niet zijn meegeleverd, neemt u contact op met de
serviceprovider.
● De beveiligingscode beveiligt de telefoon tegen onbevoegd gebruik. U kunt een code
maken en wijzigen en de telefoon instellen op het vragen naar de code.
● Het restrictiewachtwoord is verplicht als u Oproepen blokkeren gebruikt om
inkomende en uitgaande oproepen naar en van uw telefoon te beperken
(netwerkdienst).
● Als u de instellingen van de beveiligingsmodule wilt bekijken of wijzigen, selecteert
u Menu > Instellingen > Beveiliging > Inst. beveil.module.
Dienst voor configuratie-instellingen
Voor sommige netwerkdiensten, zoals mobiele internetdiensten, MMS, Nokia Xpressaudioberichten of synchronisatie met een externe internetserver, moeten de juiste
configuratie-instellingen op de telefoon worden ingesteld. Neem contact op met uw
serviceprovider of de dichtstbijzijnde erkende Nokia-leverancier, of bezoek de website
van Nokia voor meer informatie over beschikbaarheid.
ondersteuning', p. 10.
Als u de verbindingsinstellingen in een configuratiebericht hebt ontvangen en de
instellingen niet automatisch worden opgeslagen en geactiveerd, wordt Configuratie-instellingen ontvangen weergegeven.
Als u de instellingen wilt opslaan, selecteert u Tonen > Opslaan. Als dit wordt
gevraagd, toetst u de PIN-code in die door uw serviceprovider werd meegeleverd.
Zie 'Nokia-
Content downloaden
U kunt mogelijk nieuwe content (bijvoorbeeld thema's) naar de telefoon downloaden
(netwerkdienst).
Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u vertrouwt en die een
adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software bieden.
Informeer bij de serviceprovider naar de beschikbaarheid en tarieven van de
verschillende diensten.
Software-updates
Nokia kan software-updates uitbrengen met nieuwe voorzieningen, uitgebreide
functies of verbeterde prestaties. Als u de telefoonsoftware wilt bijwerken, moet u
beschikken over de toepassing Nokia Software Updater en een compatibele pc met een
recent Microsoft Windows-besturingssysteem, breedbandinternettoegang, en een
compatibele gegevenskabel om de telefoon op de pc aan te sluiten.
Voor meer informatie en voor het downloaden van de toepassing Nokia Software
Updater gaat u naar www.nokia.com/softwareupdate of uw lokale Nokia-website.
Als software-updates over-the-air door uw netwerk worden ondersteund, moet u ook
om updates kunnen verzoeken via de telefoon.
air', p. 38.
Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u vertrouwt en die een
adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software bieden.
Zie 'Software-updates over-the-
Nokia-ondersteuning
Op www.nokia.com/support of de lokale Nokia-website vindt u de nieuwste versie van
deze handleiding, aanvullende informatie, downloads en diensten voor uw Nokiaproduct.
Dienst voor configuratie-instellingen
U kunt ook gratis configuratie-instellingen downloaden voor MMS, GPRS, e-mail en
andere diensten voor uw telefoonmodel van www.nokia.com/support.
Nokia PC Suite
U vindt PC Suite en de bijhorende informatie op de website van Nokia op
www.nokia.com/support.
Klantenservice
Als u contact wilt opnemen met de klantenservice, raadpleegt u de lijst
met lokale Nokia Care-contactcentra op www.nokia.com/
customerservice.
Onderhoud
Voor onderhoudsdiensten raadpleegt u de dichtstbijzijnde Nokia-servicevestiging via
www.nokia.com/repair.
Inhoudseigenaren kunnen gebruikmaken van verschillende technologieën voor het
beheer van digitale rechten (DRM) om hun intellectuele eigendom, waaronder
auteursrechten, te beschermen. Dit apparaat maakt gebruik van verschillende typen
DRM-software om toegang te krijgen tot met DRM beveiligde inhoud. Met dit apparaat
bent u in staat om toegang te krijgen tot inhoud die beveiligd is met WMDRM 10, OMA
DRM 1.0, OMA DRM 1.0 forward lock en OMA DRM 2.0. Als bepaalde DRM-software er niet
in slaagt de inhoud te beschermen, kunnen inhoudseigenaren verlangen dat de
mogelijkheid om met die DRM-software toegang te krijgen tot nieuwe met DRM
beveiligde inhoud, wordt ingetrokken. Deze intrekking kan het vernieuwen van
dergelijke met DRM beveiligde inhoud die al op het apparaat is opgeslagen,
verhinderen. Het intrekken van dergelijke DRM-software heeft geen invloed op het
gebruik van inhoud die is beveiligd met andere typen DRM of het gebruik van niet door
DRM beveiligde inhoud.
Bij inhoud die is beveiligd met een beheersysteem voor digitale rechten (DRM) wordt
een bijbehorende activeringssleutel geleverd, die uw rechten om gebruik te maken van
de inhoud, definieert.
Gebruik de back-upfunctie van Nokia PC Suite om back-ups te maken van de met OMA
DRM beveiligde inhoud.
Als uw apparaat WMDRM-beveiligde inhoud bevat, zullen zowel de activeringssleutels
als de inhoud verloren gaan als het apparaatgeheugen wordt geformatteerd. Het is ook
mogelijk dat de activeringssleutels en de inhoud verloren gaan als de bestanden op uw
apparaat beschadigd zijn geraakt. Het verlies van de activeringssleutels of de inhoud
kan uw mogelijkheden beperken om dezelfde inhoud op uw apparaat weer te
gebruiken. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie.
2. Aan de slag
SIM-kaart en batterij installeren
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert.
Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart over beschikbaarheid en voor informatie
over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider of een andere leverancier
zijn.
Deze telefoon is bestemd voor gebruik met een BL-4C-batterij. Gebruik altijd originele
Nokia-batterijen.
batterijen', p. 56.
De SIM-kaart en de contactpunten van de kaart kunnen gemakkelijk door krassen of
buigen worden beschadigd. Wees daarom voorzichtig wanneer u de kaart vastpakt,
plaatst of verwijdert.
Zie 'Richtlijnen voor het controleren van de echtheid van Nokia-
1. Open de achtercover (1) en
verwijder de batterij (2).
2. Open de SIM-kaarthouder (3). Plaats
de SIM-kaart (4) met het
contactoppervlak naar beneden
gericht in de houder. Sluit de SIMkaarthouder (5).
3. Let goed op de contactpunten van de
batterij (6), en plaats de batterij (7).
Schuif de achtercover weer op de
juiste plaats (8).
Een microSD-kaart plaatsen
Gebruik alleen compatibele microSD-kaarten die door Nokia zijn goedgekeurd voor
gebruik met dit apparaat. Nokia maakt gebruik van goedgekeurde industriële normen
voor geheugenkaarten, maar sommige merken zijn mogelijk niet helemaal compatibel
met dit apparaat zijn. Incompatibele kaarten kunnen de kaart en het apparaat
beschadigen en gegevens die op de kaart staan aantasten.
1. Verwijder de achtercover van de telefoon.
2. Plaats de kaart met het contactoppervlak naar beneden
gericht in de sleuf voor de microSD-kaart en druk op de
kaart totdat deze op zijn plaats vergrendeld zit.
De microSD-kaart verwijderen
Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart niet op het moment dat er een
bewerking wordt uitgevoerd waarbij de kaart wordt gebruikt. Wanneer u de kaart
tijdens een dergelijke bewerking verwijdert, kan schade ontstaan aan de
geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens die op de kaart zijn opgeslagen,
beschadigd raken.
U kunt de microSD-kaart verwijderen of vervangen tijdens het bellen zonder het
apparaat uit te schakelen.
1. Zorg ervoor dat geen enkele toepassing gebruikmaakt van de microSDgeheugenkaart.
2. Verwijder de achtercover van het apparaat.
3. Druk de microSD-kaart behoedzaam in om de vergrendeling op te heffen en
verwijder de kaart.
De batterij opladen
Controleer het modelnummer van de lader voordat u deze bij dit apparaat gebruikt. Dit
apparaat is bestemd om te gebruiken met de AC-5-lader als voedingsvoorziening.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en toebehoren die door Nokia
zijn goedgekeurd voor gebruik met dit model. Het gebruik van alle andere typen kan
de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde toebehoren. Trek
altijd aan de stekker en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
1. Sluit de lader aan op een gewone wandcontactdoos.
2. Sluit de kabel van de lader aan op de laderconnector van
uw telefoon. Als u de bureauhouder wilt gebruiken, sluit
u de kabel van de lader aan op de bureauhouder en
plaatst u de telefoon in de houder.
Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten
duren voordat de batterij-indicator op het scherm wordt
weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.
De oplaadtijd is afhankelijk van de gebruikte lader. Het opladen van een batterij van het
type BL-4C met de lader AC-5 duurt ongeveer 1 uur en 30 minuten wanneer het apparaat
zich in de stand-by modus bevindt.
Antenne
Opmerking: Uw apparaat kan zijn uitgerust met interne en externe
antennes. Zoals voor alle radiozendapparatuur geldt, dient onnodig contact
met de antenne te worden vermeden wanneer de antenne in gebruik is. Het
aanraken van een dergelijke antenne kan een nadelige invloed hebben op de
kwaliteit van de radiocommunicatie en kan ervoor zorgen dat het apparaat
meer stroom verbruikt dan anderszins noodzakelijk. Bovendien kan het de
levensduur van de batterij verkorten.
In de afbeelding wordt het antennegebied grijs gemarkeerd weergegeven.
Waarschuwing: Luister naar muziek op een gematigd geluidsvolume.
Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen.
Bij het aansluiten van een extern apparaat of een hoofdtelefoon op de Nokia AV-
connector, anders dan die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat,
moet u vooral letten op het geluidsvolume.
Waarschuwing: Wanneer u de hoofdtelefoon gebruikt, kan uw vermogen om
geluiden van buitenaf te horen negatief worden beïnvloed. Gebruik de hoofdtelefoon
niet wanneer dit uw veiligheid in gevaar kan brengen.
Sluit geen producten aan die een outputsignaal produceren aangezien dit het apparaat
kan beschadigen. Sluit geen stroombron aan op de Nokia AV-connector.
Polsband
Haal de band door de opening zoals wordt getoond in de
afbeelding en maak deze vast.
Toetsen en onderdelen
1Luistergedeelte9Aansluiting lader
2Weergave10Nokia AV-aansluiting (2,5 mm)
3Linker- en rechterselectietoets11Mini USB-kabelaansluiting
Waarschuwing: De bladertoets kan nikkel bevatten. Dit onderdeel is niet
ontworpen om langdurig met de huid in contact te staan. Voortdurende blootstelling
van de huid aan nikkel kan leiden tot een nikkelallergie.
12Volumetoets omlaag
De telefoon in- en uitschakelen
U schakelt de telefoon in of uit door de aan/uit-toets ingedrukt te houden.
Als de PIN-code of UPIN-code wordt gevraagd, voert u de code (weergegeven als ****).
Er kan worden gevraagd om de tijd en datum in te stellen. Voer de plaatselijke tijd in,
selecteer de tijdzone van uw locatie uitgedrukt in tijdsverschil met GMT (Greenwich
Mean Time), en voer de datum in.
Wanneer u de telefoon voor de eerste keer inschakelt, wordt u mogelijk gevraagd de
configuratie-instellingen op te halen bij uw serviceprovider (netwerkdienst). Raadpleeg
Verb. mt onderst. voor meer informatie. Zie
voor configuratie-instellingen', op pagina 9.
Zie 'Datum en tijd', p. 31.
'Configuratie', op pagina 39 en 'Dienst
Stand-by modus
Wanneer de telefoon gereed is voor gebruik en geen tekens zijn ingevoerd, bevindt de
telefoon zich in de stand-by modus.
Signaalsterkte van het mobiele netwerk of het
UMA-netwerk
2
Oplaadstatus van batterij
3 Indicatoren
4 Naam van het netwerk of het operatorlogo
5 Klok
6 Weergave
7 Functie van de linkerselectietoets
8 Functie van de Navi-toets
9 Functie van de rechterselectietoets
U kunt de functie van de linker- en rechterselectietoets wijzigen. Zie 'Linker- en
rechterselectietoets', p. 31.
Energie besparen
De telefoon is uitgerust met de functies Energiespaarstand en Slaapstand waarmee
u in de stand-by modus, wanneer er geen toetsen wordt ingedrukt, energie kunt
besparen, zodat u langer met de batterij kunt doen. Deze functies kunnen worden
geactiveerd.
Zie 'Weergave', p. 30.
Actief stand-by
In de modus Actief stand-by wordt een lijst weergegeven van geselecteerde
telefoonfuncties en informatie waartoe u direct toegang hebt.
Als u de modus Actief stand-by wilt in- of uitschakelen, selecteert u Menu >Instellingen > Weergave > Actief standby > Actief standby.
In de stand-by modus bladert u omhoog of omlaag door de lijst en kiest u Select. of
Bekijk. De pijlen geven aan dat er meer informatie beschikbaar is. Als u het navigeren
wilt stoppen, selecteert u Afsluiten.
Selecteer Opties om de actieve stand-by modus te ordenen en aan te passen.
Sneltoetsen in de stand-by modus
Als u de lijst met gekozen nummers wilt openen, drukt u eenmaal op de beltoets. Ga
naar het nummer of de gewenste naam en druk op de beltoets om het nummer te
kiezen.
berichten die nog niet zijn verzonden, zijn geannuleerd of waarvan de verzending
is mislukt
gemiste oproep
De toetsen zijn geblokkeerd.
De telefoon gaat niet over wanneer een oproep of tekstbericht wordt ontvangen.
De wekker is geactiveerd.
/ De telefoon is aangemeld bij het GPRS- of EGPRS-netwerk.
/ Er is een GPRS- of EGPRS-verbinding tot stand gebracht.
/ De GPRS- of EGPRS-verbinding is tijdelijk onderbroken (in de wachtstand
geplaatst).
Er is een Bluetooth-verbinding actief.
Er is een Wi-Fi-verbinding actief.
/ Er is een mobiele of een UMA-verbinding actief.
Als u over twee telefoonlijnen beschikt, wordt de tweede telefoonlijn geselecteerd.
Alle inkomende oproepen worden doorgeschakeld naar een ander nummer.
Gesprekken zijn beperkt tot een besloten gebruikersgroep.
Het tijdelijke profiel is geselecteerd.
Vluchtmodus
Gebruik de vluchtmodus in een omgeving die gevoelig is voor radiosignalen,
bijvoorbeeld aan boord van een vliegtuig of in een ziekenhuis, om alle
radiofrequentiefuncties uit te schakelen. U heeft dan nog steeds offline toegang tot
spelletjes, de kalender en telefoonnummers. Wanneer de vluchtmodus actief is, wordt
weergegeven.
Selecteer Menu > Instellingen > Profielen > Vlucht > Activeer of Aanpassen om
de vluchtmodus te activeren of in te stellen.
Als u de vluchtmodus wilt deactiveren, dan selecteert u een ander profiel.
Alarmnummer in vluchtmodus
Voer het alarmnummer in, druk op de beltoets, en selecteer Ja wanneer Vluchtprofiel
afsluiten? wordt weergegeven.
Waarschuwing: In het vluchtprofiel kunt u geen oproepen doen of ontvangen,
ook geen alarmoproepen. Ook overige functies waarvoor netwerkdekking vereist is,
kunnen niet worden gebruikt. Als u wilt bellen, moet u de telefoonfunctie eerst activeren
door een ander profiel te kiezen. Als het apparaat vergrendeld is, moet u de
beveiligingscode invoeren. Als u een alarmnummer wilt kiezen terwijl het apparaat is
vergrendeld en het vluchtprofiel gebruikt, kunt u ook het geprogrammeerde
alarmnummer in het veld voor de beveiligingscode invoeren en de toets 'Bellen'
selecteren. Op het apparaat wordt een bevestiging weergegeven dat het vluchtprofiel
wordt afgesloten en een alarmnummer wordt gekozen.
Toetsenblokvergrendeling
Om te voorkomen dat toetsen per ongeluk worden ingedrukt, selecteert u Menu en
drukt u binnen 3,5 seconde op * om de toetsen te blokkeren.
U kunt de toetsenblokkering weer opheffen door Vrijgeven te selecteren en binnen 1,5
seconde op * te drukken. Als Toetsenblokkering is ingesteld op Aan, voert u de
beveiligingscode in indien u hierom wordt gevraagd.
Druk op de beltoets om een oproep te beantwoorden als de toetsen geblokkeerd zijn.
Wanneer u de oproep beëindigt of niet aanneemt, worden de toetsen weer automatisch
geblokkeerd.
Verdere functies zijn Aut. toets.blokk. en Toetsenblokkering.
Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u soms wel het geprogrammeerde
alarmnummer kiezen.
Zie 'Telefoon', p. 37.
Functies zonder een SIM-kaart
U kunt bepaalde functies van uw telefoon gebruiken zonder een SIM- kaart te installeren,
zoals bijvoorbeeld de muziekspeler, de radio, spelletjes en gegevensoverdracht met een
compatibele pc of een ander compatibel apparaat. Sommige functies worden grijs
weergegeven en kunnen niet worden gebruikt.
3. Oproepen
Met uw telefoon kunt u oproepen doen en ontvangen via een netwerk voor mobiele
telefonie of via een Wi-Fi WLAN voor spraakoproepen via internet.
● Voer het telefoonnummer inclusief het kengetal in en druk op de beltoets.
Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op * voor het internationale
voorvoegsel (het +-teken vervangt de internationale toegangscode) en voert u de
landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het abonneenummer
in.
● Als u de lijst met gekozen nummers wilt openen, drukt u eenmaal op de beltoets in
de stand-by modus. Selecteer een nummer of naam en druk op de beltoets.
● Zoek naar een naam of telefoonnummer dat u hebt opgeslagen in Contacten.
'Contacten beheren', p. 27.
Druk op de volumetoetsen omhoog of omlaag om het geluidsniveau van een oproep
aan te passen.
Zie
Een oproep beantwoorden of beëindigen
Als u een inkomende oproep wilt beantwoorden, drukt u op de beltoets. Druk op de
toets Einde om de oproep te beëindigen.
Als u een inkomende oproep wilt weigeren, drukt u op de einde-toets. Als u de beltoon
wilt uitschakelen, selecteert u Stil.
Snelkeuzetoetsen
Wijs eerst een telefoonnummer toe aan één van de cijfertoetsen 2 tot en met 9. Zie
'Snelkeuzetoetsen toewijzen', p. 29.
Gebruik een snelkeuzetoets om op een van de volgende manieren te bellen:
● Druk op een cijfertoets en vervolgens op de beltoets.
● Houd een cijfertoets ingedrukt als Menu > Instellingen > Oproepen >
Snelkeuze > Aan is geselecteerd.
Spraakgestuurde nummerkeuze
U kunt een oproep plaatsen door de naam uit te spreken van de persoon die in de lijst
met contacten van de telefoon is opgeslagen.
Omdat spraakopdrachten taalafhankelijk zijn, moet u eerst Menu > Instellingen >Telefoon > Taalinstellingen > Taal sprkherkenning en uw taal selecteren voordat
u spraakgestuurde nummerkeuze kunt gebruiken.
Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kan moeilijkheden opleveren in een
drukke omgeving of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder alle omstandigheden
dat u uitsluitend van spraaklabels afhankelijk bent.
1. Houd in de stand-by modus de rechterselectietoets of de volume-omlaagtoets
ingedrukt. U hoort een korte toon en de tekst Nu spreken wordt weergegeven.
2. Spreek de naam uit van het contact dat u wilt bellen. Als de ingesproken tekst wordt
herkend, wordt een lijst met gevonden items weergegeven. De telefoon speelt de
spraakopdracht van het bovenste item in de lijst af. Als dit niet de gewenste opdracht
is, bladert u naar een andere vermelding.
Opties tijdens een gesprek
Veel van de opties die u tijdens gesprekken kunt gebruiken, zijn netwerkdiensten. Neem
contact op met uw serviceprovider voor informatie over beschikbaarheid van
netwerkdiensten.
Selecteer Opties tijdens een gesprek en selecteer een van de volgende opties:
Gespreksopties zijn Dempen of Dempen uit, Contacten, Menu, Toetsen blokkeren,
Opnemen, Stemhelderheid, Luidspreker of Telefoon.
Netwerkopties zijn Opnemen of Weigeren, Standby of Uit standby, Nieuwe
oproep, Toev. aan conferentie, Beëindigen, Alles afsluiten, en de volgende:
● DTMF verzenden — om toonreeksen te verzenden.
● Wisselen — om te schakelen tussen het actieve gesprek en het gesprek in de
wachtstand.
● Doorverbinden — om een gesprek in de wachtstand door te verbinden met het
actieve gesprek en zelf de verbinding te verbreken.
● Conferentie — om een conferentiegesprek te voeren.
● Privé-oproep — om een privégesprek in een conferentiegesprek te houden.
Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker
wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
4. Tekst invoeren
Tekstmodi
U kunt op twee verschillende manieren tekst invoeren, bijvoorbeeld wanneer u
berichten wilt verzenden: via de methode voor normale tekstinvoer of via de methode
voor tekstinvoer met woordenboek.
Houd tijdens het invoeren van tekst Opties ingedrukt om te schakelen tussen normale
tekstinvoer, aangegeven door
. Niet alle talen worden ondersteund in de tekstinvoer met woordenboek.
Hoofdletters en kleine letters worden aangegeven door
tussen hoofdletters en kleine letters door op # te drukken. U kunt naar de
nummermodus, aangegeven door
Nummermodus te selecteren. U kunt overschakelen naar de nummermodus door #
ingedrukt te houden.
Als u de schrijftaal wilt instellen, selecteert u Opties > Schrijftaal.