Belangrijk: Lees de gedeelten ’Voor uw veiligheid’ en ’Product- en veiligheidsinformatie’ in
de gedrukte gebruikershandleiding of op www.nokia.com/support voordat u het apparaat in
gebruik neemt, voor belangrijke informatie over een veilig gebruik van uw apparaat en batterij.
Lees de gedrukte handleiding om aan de slag te gaan met uw nieuwe apparaat.
Als u de toetsen wilt blokkeren, houdt u ingedrukt en selecteert u Blokkrn . Als u de toetsen
wilt ontgrendelen, selecteer dan Vrijgv .
Vermijd contact met de antenne als de antenne in gebruik is. Contact met antennes kan de
kwaliteit van de communicatie nadelig beïnvloeden en kan tijdens het gebruik leiden tot een
kortere levensduur van de batterij door een hoger stroomverbruik.
Sluit niet aan op producten die een uitgangssignaal afgeven, aangezien dit het apparaat kan
beschadigen. Sluit geen energiebron aan op de audio-aansluiting. Als u externe apparaten of
externe headsets aansluit op de audioaansluiting die niet zijn goedgekeurd voor gebruik met
dit apparaat, moet u extra letten op het geluidsniveau. Bepaalde onderdelen van het apparaat
zijn magnetisch. Metaalhoudende materialen kunnen door dit apparaat worden aangetrokken.
Houd creditcards en andere magnetische opslagmedia uit de buurt van het apparaat, omdat de
gegevens die op deze media zijn opgeslagen, kunnen worden gewist.
12. Camera
13. Luidspreker
14. Sleuf voor openen van achtercover
15. USB-aansluiting
Sommige accessoires die in deze gebruikershandleiding worden genoemd, zoals een lader,
headset of gegevenskabel, zijn mogelijk apart verkrijgbaar.
UW TELEFOON INSTELLEN EN INSCHAKELEN
Ontdek hoe u de SIM-kaart, geheugenkaart en batterij kunt plaatsen en hoe u uw telefoon kunt
inschakelen.
Nano-SIM
Belangrijk: Dit apparaat is alleen bedoeld voor gebruik met een nanosimkaart (zie afbeelding).
Bij gebruik van incompatibele simkaarten kan de kaart of het apparaat schade oplopen en
kunnen gegevens op de kaart beschadigd raken.
Gebruik alleen compatibele geheugenkaarten die zijn goedgekeurd voor gebruik met dit
apparaat. Incompatibele kaarten kunnen de kaart en het apparaat beschadigen en gegevens
op de kaart aantasten.
Let op: Schakel het apparaat uit en zorg ervoor dat het apparaat niet met een lader of een
ander apparaat is verbonden als u covers wilt verwijderen. Raak de elektronische onderdelen
niet aan terwijl u covers verwisselt. Bevestig altijd de covers voordat u het apparaat opbergt
of gebruikt.
De achterklep openen
1. Plaats uw nagel in de kleine sleuf aan de onderkant van de telefoon, licht de cover op en
verwijder deze.
2. Als de batterij zich in de telefoon bevindt, licht u deze eruit.
3. Sluit de houder en schuif deze naar links om hem op zijn plaats te vergrendelen. Beide SIMkaarten zijn tegelijkertijd beschikbaar wanneer het apparaat niet wordt gebruikt, maar als
één SIM-kaart actief is, bijvoorbeeld om een oproep te plaatsen, is de andere mogelijk niet
beschikbaar.
Tip: Controleer het etiket op de verpakking om te zien of uw telefoon 2 simkaarten kan
gebruiken. Als u 2 IMEI-codes op het etiket ziet staan, hebt u een dual-simtelefoon.
De geheugenkaart gebruiken
1. Schuif de geheugenkaart in de geheugenkaartsleuf.
2. Plaats de batterij weer terug.
3. Plaats de cover weer terug.
Uw telefoon inschakelen
Houd de aan/uit-toets ingedrukt tot de telefoon gaat trillen.
Selecteren welke SIM-kaart u wilt gebruiken
1. Druk op de bladertoets en selecteer Instellingen > Netwerk en connectiviteit >
SIM-manager .
2. Als u wilt kiezen welke SIM-kaart u voor oproepen wilt gebruiken, selecteert u
3. Als u wilt kiezen welke SIM-kaart u voor berichten wilt gebruiken, selecteert u
Uitgaande berichten en selecteert u SIM1 of SIM2 .
4. Als u wilt kiezen welke SIM-kaart u voor mobiele data wilt gebruiken, selecteert u Data en
selecteert u SIM1 of SIM2 .
Tip: Geef uw SIM-kaarten een naam, zodat u ze kunt onderscheiden. Selecteer in de
instellingen voor SIM-manager de SIM-kaarten, typ hun naam en selecteer Opslaan .
UW TELEFOON OPLADEN
Uw batterij is in de fabriek gedeeltelijk opgeladen maar u moet deze mogelijk opnieuw opladen
voordat u uw telefoon kunt gebruiken.
De batterij opladen
1. Sluit de lader aan op een stopcontact.
2. Sluit de lader aan op de telefoon. Wanneer de batterij is opgeladen, koppelt u lader los van
de telefoon en vervolgens van het stopcontact.
Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij-indicator
wordt weergegeven.
Tip u kunt het opladen via USB gebruiken wanneer er geen stopcontact beschikbaar is.
Tijdens het opladen van het apparaat kunnen gegevens worden overgebracht. De efficiëntie
van opladen via USB kan sterk variëren en het kan lang duren voordat het opladen start en het
apparaat gaat werken. Zorg ervoor dat uw computer is ingeschakeld.
Blader naar de app of functie en selecteer SELECTEREN .
Naar de vorige weergave teruggaan
Druk op de toets Vorige.
Naar het startscherm teruggaan
Druk op de eindetoets.
HET VOLUME WIJZIGEN
Het volume hoger of lager zetten
Hebt u moeite uw telefoon te horen overgaan in een luidruchtige omgeving of zijn de oproepen
te hard? U kunt het volume naar uw voorkeur wijzigen.
Druk op de toets pijl naar boven of beneden om het volume van het gesprek te regelen.
Druk op bladertoets en selecteer Instellingen als u het volume van uw media-apps. beltonen,
meldingen of alarmen wilt wijzigen. Blader naar rechts naar Personalisatie en selecteer Geluid
> Volume .
Selecteer Opties > Volume als u het volume van de radio of muziek wilt wijzigen.
TEKST SCHRIJVEN
Schrijven met het toetsenblok is eenvoudig en leuk.