CONFORMITEITSVERKLARING
Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-176 in overeenstemming is met
de essentiële eisen en andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de
conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website:
http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
0434
De doorgestreepte container wil zeggen dat het product binnen de Europese
gemeenschap voor gescheiden afvalverzameling moet worden aangeboden aan het
einde van de levensduur van het product. Dit geldt voor uw apparaat, maar ook voor
alle toebehoren die van dit symbool zijn voorzien. Bied deze producten niet aan bij
het gewone huisvuil. Meer informatie vindt u op www.nokia.com onder het product
Eco-Verklaring of bij de landspecifieke informatie.
Nokia, Nokia Connecting People, Nokia Care, Navi en Visual Radio zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Nokia tune en Visual Radio zijn
gedeponeerde geluidsmerken van Nokia Corporation. Namen van andere producten en
bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een
gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is
verboden.
Java™ and all Java-based marks are trademarks or registered trademarks of
Sun Microsystems, Inc.
This product is licensed under the MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) for personal and
noncommercial use in connection with information which has been encoded in compliance
with the MPEG-4 Visual Standard by a consumer engaged in a personal and noncommercial
activity and (ii) for use in connection with MPEG-4 video provided by a licensed video
provider. No license is granted or shall be implied for any other use. Additional information,
including that related to promotional, internal, and commercial uses, may be obtained from
MPEG LA, LLC. See <http://www.mpegla.com>.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) voor privéen niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is geëncodeerd volgens de
visuele norm MPEG-4 door een consument in het kader van een privé- en niet-commerciële
activiteit en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4-videomateriaal dat door een
gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet
noch impliciet een licentie verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder informatie over het
gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is verkrijgbaar
bij MPEG LA, LLC. Zie <http://www.mpegla.com>.
Nokia voert een beleid dat gericht is op voortdurende ontwikkeling. Nokia behoudt zich het
recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen
in de producten die in dit document worden beschreven.
VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELJKE RECHT,
ZAL NOKIA OF EEN VAN HAAR LICENTIEHOUDERS ONDER GEEN OMSTANDIGHEID
AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIG VERLIES VAN GEGEVENS OF INKOMSTEN OF VOOR ENIGE
BIJZONDERE, INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKE
OORZAAK DAN OOK.
DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT.
TENZIJ VEREIST KRACHTENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN ENKELE GARANTIE
GEGEVEN BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT
DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN MAAR
NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. NOKIA BEHOUDT ZICH TE ALLEN TIJDE HET RECHT
VOOR ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING DIT DOCUMENT TE WIJZIGEN OF TE
HERROEPEN.
De beschikbaarheid van bepaalde producten, toepassingen en diensten voor deze producten
kan per regio verschillen. Neem contact op met uw Nokia leverancier voor details en de
beschikbaarheid van taalopties.
Dit apparaat voldoet aan richtlijn 2002/95/EG, onder restrictie van het gebruik van bepaalde
gevaarlijke stoffen in de elektrische en elektronische apparatuur.
Exportbepalingen
Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan
wet- en regelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen. Ontwijking in strijd
met de wetgeving is verboden.
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan
gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer
informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS
Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoons
verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij
om uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste
prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan
de werking van het apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN ZIEKENHUIZEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel het
apparaat uit in de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN VLIEGTUIGEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Draadloze
apparatuur kan storingen veroorzaken in vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET TANKEN
Gebruik het apparaat niet in een benzinestation. Gebruik het
apparaat niet in de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik het
apparaat niet waar explosieven worden gebruikt.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de normale positie zoals in de
productdocumentatie wordt uitgelegd. Raak de antenne niet
onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of
gerepareerd.
6
Voor uw veiligheid
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen
incompatibele producten aan.
WATERBESTENDIGHEID
Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS
Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke
gegevens die in de telefoon zijn opgeslagen.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst
de handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor
uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele
producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN
Controleer of de telefoonfunctie van het apparaat ingeschakeld en
operationeel is. Druk zo vaak als nodig is op de eindetoets om het
scherm leeg te maken en terug te keren naar de stand-by modus. Voer
het alarmnummer in en druk op de beltoets. Geef op waar u zich
bevindt. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming
hebt gekregen.
■ Over dit apparaat
Het draadloze apparaat dat wordt beschreven in deze handleiding, is
goedgekeurd voor gebruik in de netwerken GSM 850, 900, 1800 en 1900 en
UMTS 2100. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie
over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan alle regelgeving en
eerbiedig lokale gebruiken, privacy en legitieme rechten van anderen, waaronder
auteursrechten.
Auteursrechtbeschermingsmaatregelen kunnen verhinderen dat bepaalde
afbeeldingen, muziek (inclusief beltonen) en andere inhoud worden gekopieerd,
gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd.
Dit apparaat ondersteunt internetverbindingen en andere verbindingsmethoden.
Net als computers kan uw apparaat blootstaan aan virussen, schadelijke
boodschappen en toepassingen, en andere schadelijke inhoud. Wees voorzichtig
en open boodschappen, accepteer verbindingsverzoeken, download content en
accepteer installaties alleen van betrouwbare bronnen. Overweeg de installatie
7
Voor uw veiligheid
van antivirussoftware met een periodieke updateservice en het gebruik van een
firewall om de beveiliging van het apparaat te vergroten.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken
dan de alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het
apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur
storingen of gevaar kan veroorzaken.
De kantoortoepassingen ondersteunen gebruikelijke functies van Microsoft
Word, PowerPoint en Excel (Microsoft Office 2000, XP en 2003). Niet alle
bestandsindelingen kunnen worden bekeken.
■ Netwerkdiensten
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder
van een draadloze verbindingsdienst. Veel van de functies vereisen speciale
netwerkfuncties. Deze functies zijn niet op alle netwerken beschikbaar. Er zijn
ook netwerken waar u specifieke regelingen met uw serviceprovider moet treffen
voordat u gebruik kunt maken van de netwerkdiensten. Uw serviceprovider kan
u instructies geven en uitleggen hoeveel het kost. Bij sommige netwerken gelden
beperkingen die het gebruik van netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden.
Zo bieden sommige netwerken geen ondersteuning voor bepaalde
taalafhankelijke tekens en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te
schakelen of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies
niet in het menu van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat kan ook beschikken
over een speciale configuratie, zoals veranderingen in menunamen,
menuvolgorde en pictogrammen. Neem voor meer informatie contact op met
uw serviceprovider.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met
TCP/IP-protocollen. Sommige functies van dit apparaat, zoals e-mail, Push To
Talk, chatten en multimediaberichten vereisen netwerkondersteuning voor deze
technologieën.
8
Voor uw veiligheid
■ Toebehoren, batterijen en laders
Controleer het modelnummer van uw lader voordat u deze bij dit apparaat
gebruikt. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met de laders AC-3, AC-4, AC-5 en
DC-4 of met de laderadapter CA-44.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en toebehoren die
door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit model. Het gebruik
van alle andere typen kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en
kan gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde toebehoren.
Trek altijd aan de stekker en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
9
Algemene informatie
Algemene informatie
■ Toegangscodes
Blokkeringscode
De blokkeringscode (vijf tot tien cijfers) beveiligt de telefoon tegen
onbevoegd gebruik. De code is standaard ingesteld op 12345. Wijzig de
code en houd de nieuwe code geheim. Bewaar de code op een veilige
plaats uit de buurt van de telefoon. Zie ’Beveiliging’ op pag. 93 voor
informatie over het wijzigen van de code en over het zodanig instellen
van de telefoon dat deze naar de code vraagt.
Als u vijf keer na elkaar een onjuiste blokkeringscode hebt ingevoerd,
wordt verdere invoer van de code genegeerd. Wacht vijf minuten en voer
de code opnieuw in.
Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u soms wel het geprogrammeerde
alarmnummer kiezen.
PIN-codes
De PIN-code (Personal Identification Number) en de UPIN-code
(Universal Personal Identification Number) (vier tot acht cijfers)
beveiligen uw SIM-kaart tegen onbevoegd gebruik. Zie ’Beveiliging’
op pag. 93. De PIN-code wordt gewoonlijk bij de SIM-kaart verstrekt.
De PIN2-code (vier tot acht cijfers) wordt verstrekt bij de SIM-kaart en is
vereist voor sommige functies.
De module-PIN is vereist voor toegang tot informatie in de
beveiligingsmodule. De module-PIN wordt verstrekt bij de SIM-kaart
als de SIM-kaart is voorzien van een beveiligingsmodule.
De ondertekenings-PIN is nodig voor de digitale handtekening.
De ondertekenings-PIN wordt verstrekt bij de SIM-kaart als de
SIM-kaart is voorzien van een beveiligingsmodule.
10
Algemene informatie
PUK-codes
De PUK-code (Personal Unblocking Key) en de UPUK-code (Universal
Personal Unblocking Key) (acht cijfers) zijn vereist voor het wijzigen van
respectievelijk een geblokkeerde PIN- of UPIN-code. De PUK2-code is
vereist voor het wijzigen van een geblokkeerde PIN2-code.
Als de codes niet zijn verstrekt bij de SIM-kaart, neemt u contact op met
uw serviceprovider.
Blokkeerwachtwoord
Het blokkeerwachtwoord (vier cijfers) is nodig bij gebruik van Oproepen
blokkeren. Zie ’Oproepblokkering’ op pag. 99. Dit wachtwoord wordt op
aanvraag verstrekt door uw serviceprovider.
Als u driemaal achter elkaar een onjuist blokkeerwachtwoord invoert,
wordt het wachtwoord geblokkeerd. Neem contact op met uw
serviceprovider.
■ Nokia-ondersteuning en contactinformatie
Kijk op www.nokia.com/support of uw lokale website van Nokia voor
de nieuwste versie van deze handleiding, aanvullende informatie,
downloads en diensten voor uw Nokia-product.
Op de website vindt u informatie over het gebruik van producten en
diensten van Nokia. Als u contact wilt opnemen met de klantenservice,
raadpleegt u de lijst met plaatselijke Nokia contactcentra op
www.nokia.com/customerservice.
Raadpleeg het dichtstbijzijnde Nokia service center op
www. nokia.com/repair voor onderhoudsdiensten.
11
Algemene informatie
Software-updates
Nokia produceert regelmatig software-updates met nieuwe of verbeterde
functies of verbeterde prestaties. U kunt deze updates mogelijk opvragen via de
toepassing Nokia Software Updater PC. Als u de apparaatsoftware wilt bijwerken,
hebt u de toepassing Nokia Software Updater nodig, evenals een compatibele pc
met het besturingssysteem Microsoft Windows 2000 of XP, breedbandtoegang
tot internet en een compatibele gegevenskabel om het apparaat op de pc aan
te sluiten.
Voor meer informatie en om de Nokia Software Updater-toepassing te
downloaden, gaat u naar www.nokia.com/softwareupdate of de lokale
Nokia-website.
12
Aan de slag
1.Aan de slag
■ Een (U)SIM-kaart en batterij plaatsen
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij
verwijdert.
Dit apparaat gebruikt BL-5F-batterijen.
Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart over beschikbaarheid en voor
informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider of
een andere leverancier zijn.
1. Draai de achterzijde van de telefoon
naar u toe en schuif de achtercover
weg.
2. Til de batterij uit de houder zoals
weergegeven om de batterij te
verwijderen.
3. U verwijdert de SIM-kaarthouder door
de vergrendelklem van de kaarthouder
voorzichtig op te tillen en de
kaarthouder te openen.
13
Aan de slag
4. Plaats de (U)SIM-kaart in de
SIM-kaarthouder. Zorg ervoor dat de
(U)SIM-kaart goed wordt geplaatst en
dat het goudkleurige contactgebied op
de kaart omlaag is gericht.
Sluit de SIM-kaarthouder en druk deze
weer op zijn plaats.
5. Plaats de batterij.
6. Schuif de achtercover op zijn plaats.
■ De batterij opladen
Sluit de lader aan op een
wandcontactdoos. Open de klep
van de laderaansluiting (1) en steek
de stekker van de lader in de
laderaansluiting van de telefoon (2).
Als de batterij volledig ontladen is,
kan het enkele minuten duren
voordat de batterij-indicator op
het scherm wordt weergegeven
en u weer met het apparaat kunt
bellen.
14
Aan de slag
De oplaadtijd is afhankelijk van de gebruikte lader en batterij. Het
opladen van een BL-5F-batterij met de AC-4-lader duurt ongeveer
45 minuten.
■ De telefoon in- of uitschakelen
Houd de eindetoets ingedrukt.
Als een PIN-code wordt gevraagd, voert
u de PIN-code in en selecteert u OK.
Als u naar de blokkeringscode wordt
gevraagd, voert u de blokkeringscode in
en selecteert u OK. De fabrieksinstelling
voor de blokkeringscode is 12345.
De telefoon klapt open onder een hoek
van maximaal ongeveer 155 graden.
Probeer de telefoon niet verder open
te klappen.
■ Tijd en datum instellen
Selecteer het land waarin u zich bevindt en voer de lokale tijd en datum
in om de juiste tijdzone, tijd en datum in te stellen.
■ Normaal gebruik
Gebruik de telefoon alleen in de normale
gebruiksposities.
Bij langdurig gebruik, zoals tijdens een actief
videogesprek of een gegevensverbinding met hoge
snelheid, kan het apparaat warm aanvoelen. In de
meeste gevallen is dit normaal. Als u vermoedt dat
het apparaat niet correct werkt, brengt u het naar
het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt.
Uw apparaat heeft interne antennes.
15
Aan de slag
Opmerking: Zoals voor alle radiozendapparatuur geldt,
dient onnodig contact met een antenne te worden
vermeden wanneer de antenne in gebruik is. Bijvoorbeeld,
vermijdt contact met de antenne gedurende een
telefoongesprek. Het aanraken van een zendende of
ontvangende antenne kan een nadelige invloed hebben
op de kwaliteit van de radiocommunicatie en kan ervoor
zorgen dat het apparaat meer stroom verbruikt dan
anderszins noodzakelijk en kan de levensduur van de
batterij verkorten.
Antenne mobiel netwerk (1)
Bluetooth-antenne (2)
■ Configuratie-instellingen
Voordat u gebruik kunt maken van MMS, Chatten, Push to Talk, e-mail,
synchronisatie, streaming en van de browser, moet uw telefoon juist zijn
ingesteld. Uw telefoon kan de instellingen voor de browser, MMS, het
toegangspunt en streaming automatisch configureren op basis van
de gebruikte SIM-kaart. Het is ook mogelijk dat u de instellingen
rechtstreeks in een configuratiebericht ontvangt, dat u kunt opslaan
op uw telefoon. Neem contact op met uw serviceprovider of met
de dichtstbijzijnde Nokia-dealer voor meer informatie over de
beschikbaarheid van deze diensten.
Wanneer u een configuratiebericht ontvangt en de instellingen niet
automatisch worden opgeslagen en geactiveerd, wordt het bericht
1 nieuw bericht weergegeven. Selecteer Tonen om het bericht te
openen. Selecteer Opties > Opslaan om de instellingen op te slaan.
U moet wellicht een PIN-code invoeren die de serviceprovider u heeft
verstrekt.
16
2.De telefoon
■ Toetsen en onderdelen
Luistergedeelte (1)
Secundaire cameralens (2)
Hoofdscherm (3)
Lichtsensor (4)
Linker- en rechterselectietoetsen (5)
Navi™-navigatietoets (6),
hierna de navigatietoets genoemd
Menutoets (7)
Wistoets (8)
Beltoets (9)
Eindetoets (10)
Multimediatoets (11)
Cijfertoetsen (12)
Microfoon (13)
Cameraflash (14)
Hoofdcameralens (15)
Snelstartscherm (16)
Snelstarttoetsen (17)
Nokia AV-aansluiting (2,5 mm) (18)
Aansluiting voor lader (19)
microSD-kaartsleuf (20)
Push to Talk-toets (21)
Luidspreker (22)
De telefoon
17
De telefoon
Luidspreker (23)
Infraroodpoort (24)
Volumetoetsen (25)
USB Mini-B-aansluiting (26)
De snelstarttoetsen en het snelstartscherm worden hierna de linker-,
middel- en rechtercovertoets en het coverscherm genoemd.
■ Stand-by modus
Wanneer u de telefoon hebt ingeschakeld en bent aangemeld bij een
netwerk, bevindt de telefoon zich in de stand-by modus en is deze klaar
voor gebruik.
Als u het profiel wilt wijzigen, drukt u op de eindetoets en selecteert
u een profiel.
Als u de lijst met de laatst gekozen nummers wilt weergeven, drukt u op
de beltoets.
Als u spraakopdrachten of spraaklabels wilt gebruiken, houdt u de
rechterselectietoets ingedrukt.
Als u een internetverbinding wilt starten, houdt u de cijfertoets 0
ingedrukt.
Actieve stand-by modus
Wanneer de actieve stand-by modus is ingeschakeld, kunt u het scherm
gebruiken voor snelle toegang tot toepassingen die u vaak gebruikt.
Als u wilt aangeven of de actieve stand-by modus wordt weergegeven,
selecteert u Menu > Instellingen > Telefooninst. > Algemeen >
Persoonlijk > Standby-modus > Act. st andby > Aan of Uit.
Als u toepassingen wilt openen vanuit de actieve stand-by modus, drukt
u de navigatietoets omhoog of omlaag, gaat u naar de toepassing
en selecteert u deze. In de actieve stand-by modus worden de
standaardtoepassingen boven in het actieve stand-by gebied
weergegeven, met daaronder agenda-items, taken en informatie
over de music player. Als u een toepassing of gebeurtenis wilt
selecteren, gaat u ernaartoe en selecteert u deze.
18
■ Symbolen
De telefoon heeft verbinding met een UMTS-netwerk.
De telefoon heeft verbinding met een GSM-netwerk.
De telefoon staat in de offline modus en is niet verbonden met
een mobiel netwerk.
U hebt een of meer berichten ontvangen in de map Inbox in
Berichten.
U hebt nieuwe e-mail ontvangen in uw externe mailbox.
De Outbox bevat berichten die nog niet zijn verzonden. Zie
’Outbox’ op pag. 46.
U hebt oproepen gemist. Zie ’Recente oproepen’ op pag. 36.
Wordt weergegeven als Beltoontype is ingesteld op Stil en
Berichtensignaaltoon en Signaaltoon e-mail zijn ingesteld
op Uit. Zie ’Profielen’ op pag. 88.
De toetsen zijn geblokkeerd. Zie ’Toetsblokkering’ op pag. 23.
De luidspreker is ingeschakeld.
Een alarm is ingeschakeld.
De tweede telefoonlijn is in gebruik. Zie Lijn in gebruik in ’Bellen’
op pag. 97.
/
Alle oproepen worden doorgeschakeld naar uw oproepmailbox
of naar een ander nummer. Als u twee telefoonlijnen hebt, is
het doorschakelsymbool voor de eerste lijn en voor
de tweede lijn.
Er is een hoofdtelefoon aangesloten op de telefoon.
Er is een gehoorapparaat aangesloten op de telefoon.
De verbinding met een Bluetooth-hoofdtelefoon is verbroken.
De telefoon
19
De telefoon
/ Er is een gegevensoproep actief.
Er is een GPRS-packet-gegevensverbinding actief. geeft aan
de verbinding in de wachtstand staat en geeft aan dat een
verbinding beschikbaar is.
Een packet-gegevensverbinding is actief in een gedeelte van
het netwerk dat EGPRS ondersteunt. geeft aan de verbinding
in de wachtstand staat en geeft aan dat een verbinding
beschikbaar is. De pictogrammen geven aan dat EGPRS
beschikbaar is in het netwerk, maar het apparaat maakt
daar niet noodzakelijkerwijs gebruik van tijdens de
gegevensoverdracht.
Er is een UMTS-packet-gegevensverbinding actief. geeft aan
de verbinding in de wachtstand staat en geeft aan dat een
verbinding beschikbaar is.
Bluetooth is ingeschakeld.
Er worden gegevens verzonden via Bluetooth. Zie ’Bluetoothverbinding’ op pag. 108.
Er is een infraroodverbinding actief. Wanneer infrarood actief is,
maar er geen verbinding is, knippert de indicator.
Er is een USB-verbinding actief.
Mogelijk worden er ook andere symbolen weergegeven. Zie ’Push to
Talk’ op pag. 116. voor Push To Talk-symbolen.
■ Bladeren en selecteren
Als u wilt navigeren, drukt u de rand van de navigatietoets naar links,
naar rechts, omhoog of omlaag. Als u het gemarkeerde item wilt
selecteren, drukt u op het midden van de navigatietoets.
20
De telefoon
Items markeren en de markering opheffen
Druk op # om een item in een toepassing te markeren of de markering
ervan op te heffen. Als u de markering van verschillende opeenvolgende
items wilt in- of uitschakelen, houdt u # ingedrukt en drukt u de
navigatietoets omhoog of omlaag.
■ Menu
Dit menu geeft toegang tot de functies van de telefoon. Selecteer Menu
om het hoofdmenu te openen.
Als u een toepassing of map wilt openen, gaat u er naartoe en drukt u op
de navigatietoets.
Als u de menuweergave wilt wijzigen, selecteert u Menu > Opties >
Menuweergave wijzigen en een weergavetype.
Als u de volgorde van de functies in het menu wijzigt, kan deze afwijken
van de standaardvolgorde zoals die is beschreven in deze
gebruikershandleiding.
Als u een toepassing of map wilt sluiten, selecteert u net zo dikwijls
Terug en Afsluiten als nodig is om naar de stand-by modus terug te
gaan, of selecteert u Opties > Afsluiten.
Als u geopende toepassingen wilt weergeven of tussen toepassingen
wilt schakelen, houdt u Menu ingedrukt. Er wordt een lijst met
geopende toepassingen weergegeven. Ga naar een toepassing en
selecteer deze.
Als toepassingen op de achtergrond worden uitgevoerd, vergt dit extra
batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur van de batterij af.
■ Toepassing Welkom
De toepassing Welkom start wanneer u uw telefoon de eerste keer
inschakelt. De toepassing Welkom biedt toegang tot de volgende
toepassingen:
Zelfstudie – Leer meer over de functies van uw telefoon en het
Overdracht – Kopieer en synchroniseer gegevens vanaf andere
compatibele telefoons.
Als u Welkom later wilt openen, selecteert u Menu > Toepass. >
Welkom.
■ Help
Het apparaat beschikt over contextgevoelige Help. U hebt vanuit elke
toepassing en vanuit het hoofdmenu toegang tot de Help.
Als u Help wilt weergeven in een geopende toepassing, selecteert
u Opties > Help. Als u wilt schakelen tussen Help en de geopende
toepassing op de achtergrond, houdt u Menu ingedrukt. Selecteer
Opties en selecteer een van de volgende opties:
Lijst van onderw. – Hiermee geeft u een lijst met beschikbare
onderwerpen in de betreffende categorie weer.
Lijst helpcatn. – Hiermee geeft u een lijst met Help-categorieën weer.
Zoeken op trefw. – Met deze optie kunt u Help-onderwerpen zoeken met
behulp van trefwoorden.
Als u Help wilt openen vanuit het hoofdmenu, selecteert u Menu >
Toepass. > Hulpprogr. > Help. Ga naar de lijst met Help-categorieën en
selecteer de gewenste toepassing om een lijst met Help-onderwerpen
weer te geven. Als u wilt schakelen tussen de lijst met Help-categorieën,
aangeduid met , en een lijst met trefwoorden, aangeduid met
, drukt u de navigatietoets naar links of rechts. Selecteer de
Help-tekst die u wilt weergeven.
■ Volumeregeling
Als u het volume van het luistergedeelte of de luidspreker wilt regelen
tijdens een oproep of wanneer u een audiobestand beluistert, drukt u op
de volumetoetsen.
Als u de luidspreker tijdens een oproep wilt inschakelen, selecteert
u Luidspr..
22
De telefoon
Als u de luidspreker tijdens een oproep wilt uitschakelen, selecteert
u Telefoon.
Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de
luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
■ Toetsblokkering
Om te voorkomen dat u per ongeluk een toets indrukt, drukt u op de
linkerselectietoets en binnen anderhalve seconde op * om het
toetsenblok te vergrendelen.
Als u de toetsblokkering wilt opheffen, selecteert u Blok. oph. en drukt
u binnen anderhalve seconde op *.
Wanneer het toetsenblok is vergrendeld en de verlichting van het
hoofdscherm uit is, kunt u de verlichting van het hoofdscherm
inschakelen door op een willekeurige cijfertoets te drukken.
Als u het toetsenblok wilt vergrendelen terwijl de telefoon is
dichtgeklapt, drukt u op de linkercovertoets en binnen anderhalve
seconde op de rechtercovertoets. Als u de toetsblokkering wilt opheffen
terwijl de telefoon is dichtgeklapt, selecteert u Deblok. en binnen
anderhalve seconde OK.
Wanneer het toetsenslot is ingeschakeld, kunt u soms wel het geprogrammeerde
alarmnummer kiezen.
■ Snelstart
U kunt een groot aantal telefoonfuncties gebruiken zonder de telefoon
te openen. U kunt bijvoorbeeld nieuwsberichten lezen, gemiste
oproepen bekijken, de music player en Visual Radio bedienen, met
spraaklabels oproepen activeren en spraakopdrachten geven.
Druk op de volumetoetsen om door de menu's van het coverscherm te
navigeren. Druk op de middelste covertoets om het item te selecteren
dat in het menu op het coverscherm is gemarkeerd.
Selecteer om de muziekbibliotheek te openen. Zie ’Muziekbibliotheek’
op pag. 61.
23
De telefoon
Ga naar de music player en selecteer om Afspelen te openen.
Selecteer om het nummer af te spelen dat wordt weergegeven in
Afspelen. Als u het afspelen wilt onderbreken om naar een ander
nummer in de huidige tracklijst te luisteren, selecteert u , gaat u naar
het nummer en selecteert u . Als u de music player wilt afsluiten,
gaat u naar Afspelen en houdt u ingedrukt.
Selecteer om Visual Radio te starten. Selecteer of om naar
een andere opgeslagen radiozender te schakelen. Houd of
ingedrukt om zenders te zoeken. Selecteer om de lijst met
opgeslagen zenders weer te geven. Houd in de hoofdweergave
ingedrukt om Visual Radio af te sluiten.
Houd ingedrukt om een spraakgestuurde oproep tot stand te brengen
of spraakopdrachten uit te voeren.
■ Multimediatoets
Druk op de multimediatoets om een lijst met toepassingen te openen.
Gebruik de bladertoets om de gewenste toepassing te openen. Druk op
de multimediatoets om het menu te sluiten.
Druk op de multimediatoets en ga naar beneden als u de
snelkoppelingen wilt wijzigen. Als u wilt wijzigen welke toepassingen
worden weergegeven wanneer u op de multimediatoets drukt, selecteert
u Boven, Links, Midden of Rechts en de toepassing.
Sommige snelkoppelingen zijn vooraf gedefinieerd en kunt u niet
wijzigen.
■ Een polsriem vastmaken
24
■ Een compatibele headset aansluiten
Sluit geen producten aan die een uitvoersignaal
produceren omdat het apparaat daardoor kan
worden beschadigd. Sluit geen voltagebron aan
op de Nokia AV-aansluiting.
Wanneer u op de Nokia AV-aansluiting een
extern apparaat of headset aansluit die niet
door Nokia is goedgekeurd voor gebruik met dit
apparaat, moet u speciale aandacht besteden
aan de volumeniveaus.
■ Een USB-gegevenskabel aansluiten
Zie ’USB-gegevenskabel’ op
pag. 111 voor informatie
over het instellen van de
standaardmodus en hoe u het
automatisch activeren van
de standaardmodus kunt
selecteren.
■ microSD-kaartsleuf
Gebruik alleen compatibele microSD-kaarten die door Nokia
zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat. Nokia
maakt gebruik van goedgekeurde industriële normen voor
geheugenkaarten, maar sommige merken zijn mogelijk niet
helemaal compatibel met dit apparaat zijn. Incompatibele
kaarten kunnen de kaart en het apparaat beschadigen en
gegevens die op de kaart staan aantasten.
De telefoon
25
De telefoon
Houd microSD-kaarten buiten het bereik van kleine kinderen.
U kunt het beschikbare geheugen uitbreiden met een microSDgeheugenkaart. U kunt een microSD-kaart plaatsen of verwijderen
zonder de telefoon uit te schakelen.
Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart niet op het moment dat er een
bewerking wordt uitgevoerd waarbij de kaart wordt gebruikt. Wanneer
u de kaart tijdens een dergelijke bewerking verwijdert, kan schade
ontstaan aan de geheugenkaart en het apparaat en kunnen de
gegevens die op de kaart zijn opgeslagen, beschadigd raken.
Een geheugenkaart plaatsen
1. Open het klepje van de
geheugenkaartsleuf.
2. Plaats de geheugenkaart in de
sleuf met het goudkleurige
contactgebied naar boven
gericht. Duw de kaart
voorzichtig op zijn plaats.
3. Sluit het klepje van de
geheugenkaartsleuf.
Een geheugenkaart verwijderen
1. Open het klepje van de geheugenkaartsleuf. Wacht tot Verwijder
geheugenkaart en druk op 'OK' wordt weergegeven.
2. Druk de kaart voorzichtig los. Trek de kaart eruit.
3. Sluit het klepje van de geheugenkaartsleuf.
26
Belfuncties
3.Belfuncties
■ Bellen
1. Voer in de stand-by modus het telefoonnummer, inclusief het
netnummer, in. Druk op de wistoets om een nummer te wissen.
Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op * voor het +teken (vervangt de internationale toegangscode) en voert
u vervolgens het landnummer, het netnummer (eventueel zonder
voorloopnul) en het abonneenummer in.
2. Als u het nummer wil kiezen, drukt u op de beltoets.
Als u het volume tijdens het gesprek wilt aanpassen, drukt u op de
volumetoetsen.
3. Als u het gesprek wilt beëindigen of de oproep wilt annuleren, drukt
u op de eindetoets.
Als u wilt bellen vanuit Contacten, selecteert u Menu > Contacten.
Ga naar de gewenste naam of voer de eerste letters van de naam in
en ga naar de gewenste naam. Als u het nummer wil kiezen, drukt
u op de beltoets.
Als u uw oproepmailbox (netwerkdienst) wilt bellen, houdt u de
cijfertoets 1 ingedrukt in de stand-by modus. U moet het
oproepmailboxnummer opgeven om naar de mailbox te kunnen
bellen. Zie ’Oproepmailbox’ op pag. 104.
Als u een recent gekozen nummer wilt bellen, drukt u op de beltoets
in de stand-by modus. De lijst met de laatste 20 nummers die u hebt
gebeld of hebt geprobeerd te bellen, wordt weergegeven. Ga naar het
gewenste nummer en druk op de beltoets.
Zie ’Push to Talk’ op pag. 116 voor informatie over P2T-oproepen.
Snelkeuze
U kunt een telefoonnummer toewijzen aan een van de snelkeuzetoetsen
2-9. Zie ’Snelkeuzetoetsen toewijzen’ op pag. 54.
27
Belfuncties
U kunt een snelkeuzenummer op de volgende manieren kiezen:
• Druk op de snelkeuzetoets en vervolgens op de beltoets.
•Als Snelkeuze is ingesteld op Aan, houdt u de snelkeuzetoets
ingedrukt tot de oproep begint. Als u Snelkeuze wilt instellen op Aan
selecteert u Menu > Instellingen > Telefooninst. > Telefoon >
Oproep > Snelkeuze > Aan.
Spraaklabels en spraakopdrachten
Aan alle vermeldingen in Contacten wordt automatisch een spraaklabel
toegevoegd.
Gebruik lange namen en vermijd het gebruik van soortgelijke namen
voor verschillende nummers.
Via spraakgestuurde nummerkeuze een gesprek opzetten
Spraaklabels zijn gevoelig voor achtergrondgeluiden. Gebruik spraaklabels alleen
in een rustige omgeving.
Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kan moeilijkheden
opleveren in een drukke omgeving of tijdens een noodgeval.
Voorkom dus onder alle omstandigheden dat u uitsluitend
van spraaklabels afhankelijk bent.
1. Houd in de stand-by modus de rechterselectietoets ingedrukt.
U hoort een korte toon, waarna Spreek nu wordt weergegeven.
Als u een compatibele hoofdtelefoon gebruikt met een
hoofdtelefoontoets, houdt u de hoofdtelefoontoets ingedrukt.
2. Spreek de spraakopdracht duidelijk uit. De telefoon speelt de
spraakopdracht voor de beste overeenkomst af. Na anderhalve
seconde wordt het nummer gekozen. Als het resultaat niet correct
is, gaat u naar een andere vermelding voordat het nummer wordt
gekozen.
Het gebruik van spraakopdrachten voor telefoonfuncties is vergelijkbaar
met het gebruik van spraaklabels. Zie ’Spraakopdrachten’ op pag. 90.
28
Belfuncties
Een conferentiegesprek voeren (netwerkdienst)
1. Bel de eerste deelnemer.
2. Als u een andere deelnemer wilt bellen, selecteert u Opties >
Nieuwe oproep. Het eerste gesprek wordt automatisch in de
wachtstand geplaatst.
3. Als u de eerste deelnemer aan het conferentiegesprek wilt laten
deelnemen wanneer de nieuwe oproep is beantwoord, selecteert
u Opties > Conferentie.
• Als u een nieuwe persoon aan het gesprek wilt toevoegen,
herhaalt u stap 2 en selecteert u Opties > Conferentie > Toev. aan
confer.. Conferentiegesprekken tussen maximaal zes deelnemers
(inclusief uzelf) worden ondersteund.
• Als u een privé-gesprek wilt voeren met een van de deelnemers,
selecteert u Opties > Conferentie > Privé. Selecteer een
deelnemer en selecteer Privé. Het conferentiegesprek wordt in de
wachtstand geplaatst. De andere deelnemers kunnen ondertussen
met elkaar doorpraten. Als u naar het conferentiegesprek wilt
terugkeren, selecteert u Opties > Toev. aan confer..
• Als u een deelnemer wilt verwijderen, selecteert u Opties >
Conferentie > Deelnemer verwijd., gaat u naar de deelnemer
en selecteert u Verwijd..
4. Als u het conferentiegesprek wilt beëindigen, drukt u op de
eindetoets.
■ Een oproep beantwoorden of weigeren
Als u een oproep wilt beantwoorden terwijl de telefoon is geopend,
drukt u op de beltoets. Als u een oproep wilt beantwoorden terwijl de
telefoon is gesloten, opent u de telefoon, waarna de oproep automatisch
wordt beantwoord.
Als u niet wilt dat oproepen automatisch worden beantwoord wanneer
u de telefoon opent, selecteert u Menu > Instellingen > Telefooninst. >
Algemeen > Coverdisplay > Antwrd bij openen telef. > Nee.
29
Belfuncties
Als u het volume tijdens het gesprek wilt aanpassen, drukt u op de
volumetoetsen.
Als u de beltoon wilt dempen voordat u de oproep beantwoordt,
selecteert u Stil.
Tip: Als er een compatibele hoofdtelefoon is aangesloten op de
telefoon, drukt u op de hoofdtelefoontoets om een oproep te
beantwoorden en te beëindigen.
Als u de oproep wilt weigeren wanneer de telefoon is geopend, drukt
u op de eindetoets. Als de telefoon is gesloten, selecteert u Stil >
Weigrn. De beller hoort een bezettoon. Als u de optie Doorschakelen
hebt geactiveerd, worden oproepen doorgeschakeld met Indien bezet.
Geweigerde oproepen worden doorgeschakeld.
Als u een SMS-bericht naar de beller wilt verzenden met informatie
waarom u de oproep niet kunt beantwoorden, selecteert u Opties >
SMS verzenden. U kunt de tekst bewerken voordat u deze verzendt.
Zie Opr. weig. met SMS en Berichttekst in ’Bellen’ op pag. 97.
Een videogesprek beantwoorden
Wanneer er een videogesprek binnenkomt, wordt weergegeven.
Druk op de beltoets om het videogesprek te beantwoorden. Ver zend en
videobericht naar beller toestaan? wordt weergegeven. Als u Ja
selecteert, krijgt de beller de foto te zien die is gemaakt met de camera
in uw apparaat. Als u Nee selecteert of niets doet, wordt het verzenden
van de video niet geactiveerd en wordt in plaats van de video een grijs
scherm weergegeven.
Zelfs als u het verzenden van video tijdens een videogesprek hebt
geweigerd, wordt het gesprek als een videogesprek in rekening gebracht.
Informeer bij uw serviceprovider naar de tarieven.
Als u het videogesprek wilt beëindigen, drukt u op de eindetoets.
Wachtfunctie (netwerkdienst)
Druk tijdens een gesprek op de beltoets om het gesprek in de
wachtstand te beantwoorden. Het eerste gesprek wordt dan in de
30
Loading...
+ 111 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.