Nokia 6131 NFC User Manual [nl]

Gebruikershandleiding voor de Nokia 6131 NFC
9254009 Uitgave 2
CONFORMITEITSVERKLARING Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat dit RM-216-product conform de vereisten en de andere relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EG is. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
0434
De doorgestreepte container wil zeggen dat het product binnen de Europese gemeenschap voor gescheiden afvalverzameling moet worden aangeboden aan het einde van de levensduur van het product. Dit geldt voor het apparaat, maar ook voor alle toebehoren die van dit symbool zijn voorzien. Bied deze producten niet aan bij het gewone huisvuil.
Copyright © 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden.
Nokia, Visual Radio, Nokia Connecting People, Navi, Xpress-on, XpressPrint en Pop-Port zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation.
US Patent No 5818437 and other pending patents. T9 text input software Copyright © 1997-2007. Tegic Communications, Inc. All rights reserved.
Includes RSA BSAFE cryptographic or security protocol software from RSA Security.
Java is a trademark of Sun Microsystems, Inc.
This product is licensed under the MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) for personal and noncommercial use in connection with information which has been encoded in compliance with the MPEG-4 Visual Standard by a consumer engaged in a personal and noncommercial activity and (ii) for use in connection with MPEG-4 video provided by a licensed video provider. No license is granted or shall be implied for any other use. Additional information including that relating to promotional, internal and commercial uses may be obtained from MPEG LA, LLC. See <http://www.mpegla.com>.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) voor privé- en niet­commercieel gebruik in verband met informatie die is geëncodeerd volgens de visuele norm MPEG-4 door een consument in het kader van een privé- en niet-commerciële activiteit en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4-videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is verkrijgbaar bij MPEG LA, LLC. Zie <http://www.mpegla.com>.
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
Dit Nokia-apparaat voldoet aan Richtlijn 2002/95/EG inzake de beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijzondere, incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade.
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij vereist krachtens het toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie gegeven betreffende de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij uitdrukkelijk hetzij impliciet, daaronder mede begrepen maar niet beperkt tot impliciete garanties betreffende de verkoopbaarheid en de geschiktheid voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen tijde het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving dit document te wijzigen of te herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact op met de dichtstbijzijnde Nokia leverancier.
Exportbepalingen Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet- en regelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen. Ontwijking in strijd met de wetgeving is verboden.
9254009/uitgave 2

Inhoudsopgave

Voor uw veiligheid........................... 6
Algemene informatie ..................... 10
Overzicht van functies ................................. 10
Toegangscodes................................................ 11
Dienst voor configuratie-
instellingen...................................................... 12
Content downloaden .................................... 13
Software-updates.......................................... 13
Nokia-ondersteuning.................................... 14
1. Aan de slag................................. 14
SIM-kaart en batterij installeren .............. 14
Een microSD-kaart plaatsen....................... 15
De microSD-kaart verwijderen................... 16
De batterij opladen ....................................... 16
De telefoon openen en sluiten................... 17
De telefoon in- en uitschakelen ................ 17
Antenne............................................................ 18
Telefoonkoord ................................................. 18
2. De telefoon ................................. 19
Toetsen en onderdelen ................................. 19
Stand-by mode............................................... 20
Toetsen blokkeren.......................................... 23
Functies zonder een SIM-kaart ................. 23
3. Algemene functies ..................... 24
Oproep plaatsen............................................. 24
Een oproep beantwoorden
of weigeren...................................................... 26
Opties tijdens een gesprek .......................... 27
4. Tekst invoeren ............................ 27
Tekstinvoer met woordenboek ................... 28
Normale tekstinvoer ..................................... 29
5. Navigeren door de menu's......... 29
6. Berichten..................................... 30
Tekstberichten (SMS).................................... 30
SIM-berichten................................................. 32
Multimediaberichten (MMS)...................... 33
Geheugen vol.................................................. 36
Mappen............................................................. 36
Kaarten ............................................................. 36
4
Flitsberichten................................................... 37
Nokia Xpress-audioberichten ..................... 38
E-mailtoepassing............................................ 39
Chatberichten.................................................. 42
Spraakberichten.............................................. 48
Informatieberichten....................................... 48
Dienstopdrachten........................................... 49
Berichten verwijderen................................... 49
Berichtinstellingen......................................... 49
7. Contacten ................................... 53
Zoeken naar een contact ............................. 53
Namen en telefoonnummers opslaan ...... 53
Gegevens opslaan........................................... 53
Een belverzoek verzenden naar
een servicetag ................................................. 54
Contacten kopiëren of verplaatsen........... 54
Contactgegevens bewerken ........................ 54
Alles synchroniseren...................................... 55
Contacten verwijderen ................................. 55
Mijn aanwezigheid ........................................ 55
Abonneenamen............................................... 56
Visitekaartjes ................................................... 58
Instellingen ...................................................... 59
Groepen............................................................. 59
Snelkeuze.......................................................... 59
Informatienummers, dienstnummers
en eigen nummers ......................................... 60
8. Oproepinfo ................................. 60
Positiegegevens .............................................. 61
9. Instellingen................................. 61
Profielen............................................................ 61
Thema's ............................................................. 62
Tonen ................................................................. 62
Hoofdscherm ................................................... 63
Minischerm ...................................................... 64
Tijd en datum .................................................. 64
Snelkoppelingen ............................................. 64
Connectiviteit.................................................. 66
Bellen................................................................. 73
Telefoon ............................................................ 74
Toebehoren....................................................... 75
Configuratie .................................................... 75
Beveiliging ....................................................... 76
Updates van telefoonsoftware................... 78
Fabrieksinstellingen terugzetten............... 79
10. Operatormenu.......................... 79
11. Galerij....................................... 79
Afbeeldingen afdrukken............................... 80
Geheugenkaart ............................................... 80
12. Media ....................................... 82
Camera.............................................................. 82
Mediaspeler..................................................... 84
Muziekspeler ................................................... 84
Radio ................................................................. 86
Recorder ........................................................... 88
Equaliser........................................................... 89
Stereo-verbreding.......................................... 89
13. Organiser.................................. 89
Wekker.............................................................. 89
Agenda.............................................................. 90
Takenlijst .......................................................... 91
Notities ............................................................. 92
Rekenmachine ................................................ 92
Countdown timer........................................... 93
Stopwatch........................................................ 93
14. PTT (Push To Talk)................... 94
PTT-kanalen..................................................... 94
PTT in- en uitschakelen................................ 96
Een PTT-oproep plaatsen
en ontvangen.................................................. 96
Terugbelverzoeken......................................... 98
Een één-op-één-contact toevoegen ........ 99
PTT-instellingen............................................ 100
Configuratie-instellingen .......................... 101
Web.................................................................. 101
15. Toepassingen...........................101
Een spelletje starten ................................... 101
Een toepassing starten............................... 102
Enkele toepassingsopties........................... 102
Een toepassing downloaden..................... 102
Presenter........................................................ 103
Beveiligde toepassingen............................ 104
16. SIM-diensten.......................... 105
17. Web......................................... 105
Browsen instellen........................................ 106
Verbinding maken met een dienst ......... 106
Bladeren door pagina's.............................. 107
Bookmarks..................................................... 108
Weergave-instellingen............................... 108
Beveiligingsinstellingen............................. 109
Download-instellingen .............................. 110
Dienstinbox ................................................... 110
Cachegeheugen ........................................... 111
Browserbeveiliging...................................... 111
18. NFC .........................................113
Near Field Communication....................... 114
Tagdetectie in- en uitschakelen.............. 114
NFC-detectie ................................................ 114
Servicetags.................................................... 115
Betalen en kaartverkoop met ................. 115
Servicetags lezen......................................... 116
Verzenden naar servicetags...................... 116
19. Pc-verbinding......................... 117
Nokia PC Suite ............................................. 117
EGPRS, HSCSD en CSD............................... 118
Toepassingen voor
datacommunicatie...................................... 118
20. Informatie over de batterij.... 118
De batterij opladen en ontladen............. 118
Controle van de echtheid
van Nokia-batterijen.................................. 119
Verzorging en onderhoud............. 122
Aanvullende veiligheids-
informatie ..................................... 124
Index.............................................. 128
5

Voor uw veiligheid

Voor uw veiligheid
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS
Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze telefoons kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking van de telefoon negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN ZIEKENHUIZEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel de telefoon uit in de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN VLIEGTUIGEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Draadloze apparatuur kan storingen veroorzaken in vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET TANKEN
Gebruik de telefoon niet in een benzinestation. Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik de telefoon niet waar explosieven worden gebruikt.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de normale positie zoals in de productdocumentatie wordt uitgelegd. Raak de antenne niet onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan.
6
Voor uw veiligheid
WATERBESTENDIGHEID
De telefoon is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS
Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens die in de telefoon zijn opgeslagen.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN
Controleer of de telefoon ingeschakeld en operationeel is. Druk zo vaak als nodig is op de toets Einde om het scherm leeg te maken en terug te keren naar het startscherm. Toets het alarmnummer in en druk op de beltoets. Geef op waar u zich bevindt. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.
Informatie over uw apparaat
Het draadloze apparaat zoals beschreven in deze handleiding is goedgekeurd voor gebruik op het EGSM 850-, 900-, 1800- en 1900-netwerk. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan de geldende wetgeving en de regelgeving ten aanzien van de privacy en wettelijke rechten van anderen.
Houd u, wanneer u beelden of video-opnamen maakt of gebruikt, aan alle regelgeving en respecteer lokale gewoonten, privacy en legitieme rechten van anderen.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken dan de wekker en de NFC-tagdetectie en als het activeringsniveau is ingesteld op 'altijd aan' moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar kan veroorzaken.
Netwerkdiensten
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder van draadloze diensten. Veel van de functies van dit apparaat zijn afhankelijk van de functies die beschikbaar zijn in het draadloze netwerk. Deze netwerkdiensten
7
Voor uw veiligheid
zijn mogelijk niet in alle netwerken beschikbaar. Het kan ook zijn dat u specifieke regelingen moet treffen met uw serviceprovider voordat u de netwerkdiensten kunt gebruiken. Mogelijk krijgt u van uw serviceprovider extra instructies voor het gebruik van de diensten en informatie over de bijbehorende kosten. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik van netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken geen ondersteuning voor bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het menu van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat kan ook speciaal geconfigureerd zijn voor uw netwerk provider. Deze configuratie kan menunamen, de menuvolgorde en symbolen betreffen. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IP-protocollen. Voor de technologie van sommige functies van deze telefoon, zoals MMS (Multimedia Messaging), browsen, e-mailen, chatten, snel beschikbare contacten, synchroniseren op afstand en het downloaden van content via een browser of MMS, is netwerkondersteuning nodig.
Gedeeld geheugen
De volgende functies in dit apparaat maken mogelijk gebruik van gedeeld geheugen: de galerij, contacten, tekst-, chat- en multimediaberichten, e-mailberichten, agenda, takenlijstnotities, Java en de notitietoepassing. Door het gebruik van een of meer van deze functies is er mogelijk minder geheugen beschikbaar voor de overige functies die geheugen delen. Als u bijvoorbeeld veel Java-toepassingen opslaat, kan al het beschikbare geheugen worden gebruikt. Het is mogelijk dat op uw apparaat een bericht wordt weergeven dat het geheugen vol is, wanneer u een functie probeert te gebruiken die gedeeld geheugen gebruikt. Verwijder in dit geval voordat u doorgaat een gedeelte van de informatie of registraties die in het gedeelde geheugen zijn opgeslagen. Aan sommige functies, zoals tekstberichten, is mogelijk afzonderlijk een bepaalde hoeveelheid geheugen toegewezen naast het geheugen dat met andere functies wordt gedeeld.
TM
-spelletjes en -toepassingen,
8
Voor uw veiligheid
Toebehoren
Een aantal praktische regels voor accessoires en toebehoren
• Houd alle accessoires en toebehoren buiten het bereik van kleine kinderen.
• Als u de elektriciteitskabel van een accessoire of toebehoren losmaakt, neem deze dan bij de stekker en trek aan de stekker, niet aan het snoer
• Controleer regelmatig of eventuele toebehoren die in een auto zijn geïnstalleerd nog steeds goed bevestigd zitten en naar behoren werken
• De montage van ingewikkelde autotoebehoren moet alleen door bevoegd personeel worden uitgevoerd.
9

Algemene informatie

Algemene informatie

Overzicht van functies

De telefoon biedt een groot aantal functies die handig zijn in het dagelijks gebruik, zoals tekst- en multimediaberichten, een agenda, klok, wekker, radio, Music Player en ingebouwde camera. De telefoon ondersteunt bovendien de volgende functies:
• On line plug-en-play-dienst voor het ophalen van configuratie­instellingen. Zie Plug-en-play-dienst op pagina 18 en Dienst voor configuratie-instellingen op pagina 12.
• Betalen en kaartverkoop met NFC. Zie Betalen en kaartverkoop met op pagina 115.
• NFC voor het lezen en verzenden van informatie naar servicetags. Zie NFC op pagina 113.
• PTT (Push To Talk). Zie PTT (Push To Talk) op pagina 94.
• Een microSD-geheugenkaart ter uitbreiding van de geheugencapaciteit van de telefoon. Zie Een microSD-kaart plaatsen op pagina 15 en Geheugenkaart op pagina 80.
• Actieve stand-by. Zie Actieve stand-by op pagina 20.
• Audioberichten. Zie Nokia Xpress-audioberichten op pagina 38.
• Chatberichten. Zie Chatberichten op pagina 42.
• E-mailtoepassing. Zie E-mailtoepassing op pagina 39.
• Uitgebreide spraakgestuurde nummerkeuze. Zie Uitgebreide spraakgestuurde nummerkeuze op pagina 25 en Spraakopdrachten op pagina 66.
• Snel beschikbare contacten. Zie Mijn aanwezigheid op pagina 55.
• Java 2 Platform, Micro Edition (J2ME pagina 101.
TM
). Zie Toepassingen op
10
Algemene informatie

Toegangscodes

Beveiligingscode

De beveiligingscode (5 tot 10 cijfers) beveiligt de telefoon tegen onbevoegd gebruik. De code is standaard ingesteld op 12345. U kunt de code wijzigen en de telefoon instellen op het vragen naar de code. Zie Beveiliging op pagina 76.

PIN-codes

De PIN-code (Persoonlijk IdentificatieNummer) en de UPIN-code (Universeel Persoonlijk IdentificatieNummer) van 4 tot 8 cijfers beveiligen de SIM-kaart tegen onbevoegd gebruik. Zie Beveiliging op pagina 76.
Voor bepaalde functies hebt u de PIN2-code van 4 tot 8 cijfers nodig die bij sommige SIM-kaarten wordt geleverd.
De module-PIN is vereist voor toegang tot informatie in de beveiligingsmodule. Zie Beveiligingsmodule op pagina 111.
De ondertekenings-PIN is nodig voor de digitale handtekening. Zie Digitale handtekening op pagina 113.

PUK-codes

De PUK-code (Personal Unblocking Key) en de UPUK-code (Universal Personal Unblocking Key) van 8 cijfers zijn nodig om respectievelijk een geblokkeerde PIN-code of UPIN-code te wijzigen. De PUK2-code, die uit 8 cijfers bestaat, is nodig om een geblokkeerde PIN2-code te wijzigen. Als de codes niet bij de SIM-kaart zijn geleverd, neemt u contact op met uw serviceprovider om de codes op te vragen.

Blokkeerwachtwoord

Het blokkeerwachtwoord (4 cijfers) is nodig wanneer u Oproepen
blokkeren gebruikt. Zie Beveiliging op pagina 76.
11
Algemene informatie

Toegangscode voor beveiligde elementen

Afhankelijk van het activeringsniveau, kan de toegangscode voor beveiligde elementen (van 4 cijfers) nodig zijn om het beveiligde element te activeren om voor betalingen en kaartverkoop met NFC. Zie Betalen en kaartverkoop met op pagina 115.

Dienst voor configuratie-instellingen

Voor sommige netwerkdiensten, zoals mobiele internetdiensten, MMS, Nokia Xpress-audioberichten en synchronisatie met een externe internetserver, moeten de juiste configuratie-instellingen op de telefoon worden ingesteld. U kunt de instellingen mogelijk rechtstreeks als configuratiebericht ontvangen. Nadat u de instellingen hebt ontvangen, moet u deze op de telefoon opslaan. Mogelijk ontvangt u een PIN-code van de serviceprovider die u nodig hebt om de instellingen op te kunnen slaan. Neem contact op met uw netwerkoperator, serviceprovider, dichtstbijzijnde bevoegde Nokia-leverancier of bezoek het supportgedeelte op de website van Nokia op www.nokia.com/ support voor meer informatie over beschikbaarheid.
Als u de verbindingsinstellingen in een configuratiebericht hebt ontvangen en de instellingen niet automatisch worden opgeslagen en geactiveerd, wordt Configuratie-instellingen ontvangen weergegeven.
Als u de instellingen wilt opslaan, selecteert u Tonen > Opslaan. Als de melding PIN voor instellingen invoeren: wordt weergegeven, voert u de PIN-code voor de instellingen in en selecteert u OK. Vraag de PIN-code op bij de serviceprovider die de instellingen levert. Als er nog geen instellingen zijn opgeslagen, worden deze instellingen opgeslagen en ingesteld als standaardconfiguratie-instellingen. Als er wel instellingen zijn opgeslagen, wordt de melding Opgeslagen configuratie-instellingen
activeren? weergegeven.
Als u de ontvangen instellingen wilt verwijderen, selecteert u Uit of
Tonen > Wegdoen.
12
Algemene informatie

Content downloaden

U kunt mogelijk nieuwe content (bijvoorbeeld thema's) naar de telefoon downloaden (netwerkdienst). Selecteer de downloadfunctie (bijvoorbeeld in het menu Galerij). Zie de beschrijving van het betreffende menu voor informatie over het gebruik van de downloadfunctie.
U kunt mogelijk ook updates van de telefoonsoftware downloaden (netwerkdienst). Zie Telefoon op pagina 74 en Telefoonupdates.
Informeer bij de serviceprovider naar de beschikbaarheid en tarieven van de verschillende diensten.
Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u vertrouwt en die een adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software bieden.

Software-updates

Nokia kan software-updates vrijgeven die nieuwe mogelijkheden, uitgebreidere functies of verbeterde prestaties bieden. Waarschijnlijk kunt u deze updates opvragen via de pc-toepassing Nokia Software Updater. Als u de software van de apparatuur wilt bijwerken, hebt u de toepassing Nokia Software Updater nodig en een compatibele pc met een Microsoft Windows 2000- of XP­besturingssysteem, breedbandinternettoegang en een compatibele gegevenskabel om uw apparaat aan te sluiten op de pc.
Voor meer informatie en om de toepassing Nokia Software Updater te downloaden, gaat u naar www.nokia.com/softwareupdate of uw lokale Nokia­website.
Als u netwerk draadloze software-updates ondersteunt, kunt u het apparaat waarschijnlijk ook gebruiken om updates op te vragen. Zie Telefoon op pagina 74 en Telefoonupdates.
Wanneer u software-updates downloadt kan dat inhouden dat grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van uw serviceprovider worden verzonden. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten hiervan.
Controleer of de batterij van het apparaat voldoende capaciteit heeft of sluit de oplader aan voordat u de update start.
13
Aan de slag
Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u vertrouwt en die een
adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software bieden.

Nokia-ondersteuning

Kijk op www.nokia.com/support of uw lokale website van Nokia voor de nieuwste versie van deze handleiding, aanvullende informatie, downloads en diensten voor uw Nokia-product.
Op de website vindt u informatie over het gebruik van Nokia-producten en -diensten. Als u contact wilt opnemen met de klantenservice, kunt u de lijst met plaatselijke Nokia Care-contactcentra raadplegen op www.nokia.com/customerservice.
Als de telefoon onderhoud nodig heeft, kunt u op www.nokia.com/repair de dichtstbijzijnde Nokia-servicevestiging zoeken.

1. Aan de slag

SIM-kaart en batterij installeren

Schakel het apparaat altijd uit en koppel de lader los voordat u de batterij verwijdert.
Houd alle SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen.
Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider, netwerkoperator of een andere leverancier zijn.
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met een BL-4C-batterij. Gebruik altijd originele Nokia-batterijen. Zie Controle van de echtheid van Nokia-batterijen op pagina 119.
De SIM-kaart en de contactpunten van de kaart kunnen gemakkelijk door krassen of buigen worden beschadigd. Wees daarom voorzichtig wanneer u de kaart vastpakt, plaatst of verwijdert.
14
Druk voorzichtig op de cover (1) en schuif de cover naar voren (2) om de achtercover van de telefoon te verwijderen. Verwijder de batterij zoals in de afbeelding wordt geïllustreerd (3).
Open de SIM­kaarthouder (4) en plaats de SIM-kaart op de juiste wijze in de houder (5). Sluit de SIM­kaarthouder (6).
Plaats de batterij terug (7). Schuif de achtercover weer op de juiste plaats (8, 9).

Een microSD-kaart plaatsen

Houd alle microSD-geheugenkaarten buiten het bereik van kleine kinderen.
1. Verwijder de achtercover van de telefoon.
2. Plaats de kaart met het goudkleurige contactoppervlak naar beneden gericht in de sleuf voor de microSD­kaart en druk op de kaart totdat deze op zijn plaats vergrendeld zit.
3. Sluit de achtercover van de telefoon.
Aan de slag
15
Aan de slag
Gebruik alleen compatibele microSD-kaarten met dit apparaat. Andere geheugenkaarten, zoals RS-MMC (Reduced Size MultiMediaCard), passen niet in de microSD-kaartsleuf en zijn niet compatibel met dit apparaat. Als u een incompatibele geheugenkaart gebruikt, kan schade ontstaan aan de geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens die op de incompatibele kaart zijn opgeslagen, beschadigd raken.
Gebruik alleen microSD-kaarten die door Nokia voor gebruik met dit apparaat zijn goedgekeurd. Nokia hanteert de goedgekeurde industriestandaards voor geheugenkaarten. Het is echter mogelijk dat niet alle andere merken correct functioneren of volledig compatibel zijn met dit apparaat.

De microSD-kaart verwijderen

Belangrijk: Verwijder de microSD-kaart niet als er op dat moment een
bewerking wordt uitgevoerd waarbij de kaart wordt gebruikt. Wanneer u de kaart tijdens een dergelijke bewerking verwijdert, kan schade ontstaan aan de geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens die op de kaart zijn opgeslagen, beschadigd raken.
U kunt de microSD-kaart verwijderen of vervangen zonder dat het nodig is de telefoon uit te schakelen.
1. Zorg ervoor dat geen enkele toepassing gebruikmaakt van de microSD-geheugenkaart.
2. Verwijder de achtercover van de telefoon.
3. Druk de microSD-kaart een beetje in zodat de vergrendeling wordt opgeheven.
4. Verwijder de microSD-kaart uit de sleuf.

De batterij opladen

Controleer voor gebruik altijd het modelnummer van een lader. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met de lader AC-3 of AC-4 als voedingsbron.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit model. Het gebruik van alle andere typen kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde toebehoren. Trek altijd aan de stekker en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
16
Aan de slag
1. Sluit de lader aan op een gewone wandcontactdoos.
2. Steek de stekker van de lader in de aansluiting op de onderkant van de telefoon.
Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij-indicator op het scherm wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.
De oplaadtijd is afhankelijk van de gebruikte lader. Het opladen van een batterij van het type BL-4C met de lader AC-3 duurt ongeveer 2 uur en 20 minuten wanneer de telefoon zich in de stand-by mode bevindt.

De telefoon openen en sluiten

Druk op de vouwvergrendelingsknop (1) om de telefoon te openen. De telefoon wordt automatisch geopend (2).
U kunt de telefoon sluiten door deze in uitgevouwen toestand handmatig in gesloten positie te drukken.
Zie Tonen op pagina 62 als u de toon wilt uitschakelen die klinkt wanneer u de telefoon opent en sluit.
Als u een servicetag wilt aflezen of gegevens naar een servicetag wilt sturen, moet de telefoon geopend zijn.

De telefoon in- en uitschakelen

Waarschuwing: Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele
telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
Houd de aan/uit-toets ingedrukt om de telefoon in of uit te schakelen. Zie Toetsen en onderdelen op pagina 19.
Als een PIN- of UPIN-code wordt gevraagd, toetst u de code in (weergegeven als ****) en selecteert u OK.
17
Aan de slag

Tijd, tijdzone en datum instellen

Voer de plaatselijke tijd in, selecteer de tijdzone van uw locatie uitgedrukt in tijdsverschil met GMT (Greenwich Mean Time), en voer de datum in. Zie Tijd en datum op pagina 64.

Plug-en-play-dienst

Wanneer u de telefoon voor de eerste keer inschakelt en de telefoon in de stand-by mode staat, wordt u gevraagd de configuratie-instellingen op te halen bij uw serviceprovider (netwerkdienst). Bevestig of weiger de aanvraag. Zie Verb. met serviceonderst. op pagina 76 en Dienst voor configuratie-instellingen op pagina 12.

Antenne

Uw apparaat heeft een interne antenne.
Opmerking: Zoals voor alle andere radiozendapparatuur geldt, dient onnodig contact met de antenne te worden vermeden als het apparaat is ingeschakeld. Het aanraken van de antenne kan een nadelige invloed hebben op de gesprekskwaliteit en kan ervoor zorgen dat het apparaat meer stroom verbruikt dan noodzakelijk is. U kunt de prestaties van de antenne en de levensduur van de batterij optimaliseren door het antennegebied niet aan te raken wanneer u het apparaat gebruikt.

Telefoonkoord

Rijg het koord door het oog van de telefoon zoals op de afbeelding wordt geïllustreerd, en trek het vast.
18

2. De telefoon

Toetsen en onderdelen

1 NFC-detectiegebied (grijs)
2 Luistergedeelte
3 Hoofdscherm
4 Linker- en rechterselectietoets
5 Middelste selectietoets
6 Beltoets
7 Toetsenblok
8 Infraroodvenster
9 Vouwvergrendelingsknop
TM
10 Navi
11 Toets Einde
12 Luidspreker
13 Oogje voor telefoonkoord
14 Aansluiting voor Pop-Port
15 Aansluiting voor de lader
16 Cameralens
17 Volumetoetsen (omhoog = PTT-toets)
18 Minischerm
19 Cameratoets
20 Aan/uit-toets
-toets (bladertoets)
TM
De telefoon
19
De telefoon

Klepje voor aansluiting

Als u toebehoren wilt aansluiten, opent u de aansluiting van de Pop-PortTM.

Stand-by mode

Wanneer de telefoon gereed is voor gebruik en geen tekens zijn ingevoerd, bevindt de telefoon zich in de stand-by mode.

Hoofdscherm

1 Signaalsterkte van het mobiele netwerk
2 Laadstatus van de batterij
3 Indicatoren
4 Naam van het netwerk of het operatorlogo
5 Klok
6 Hoofdscherm
7 Functie van linkerselectietoets is Favoriet
of een snelkoppeling naar een andere functie. Zie Linkerselectietoets op pagina 65.
8 Functie van middelste selectietoets is Menu
9 Functie van de rechterselectietoets is Namen of een snelkoppeling
naar een andere functie. Zie Rechterselectietoets op pagina 65. Sommige operators kunnen een eigen benaming hebben voor het openen van de website van de operator.

Actieve stand-by

In de actieve stand-by mode wordt op het scherm een lijst met geselecteerde telefoonfuncties en informatie weergegeven waartoe u direct toegang hebt. Als u de actieve stand-by mode wilt inschakelen, selecteert u Menu > Instellingen > Hoofddisplay > Instell. standby-
modus > Actief standby > Mijn actief standby. Blader in de stand-by
mode omhoog of omlaag om de navigatie in de lijst te activeren. Selecteer Select. om de functie in te schakelen of selecteer Bekijk om
20
De telefoon
informatie weer te geven. De pijltjes naar links en naar rechts aan het begin of einde van een regel geven aan dat er aanvullende informatie beschikbaar is door naar links of naar rechts te schuiven. Selecteer Uit om de actieve stand-by-navigatiemodus te beëindigen.
Als u de actieve standbymodus wilt organiseren en wijzigen, activeert u de navigatiemodus en selecteert u Opties > Actief standby > Opties, waarna u de volgende opties selecteert:
Aanpassen — om telefoonfuncties toe te wijzen of te wijzigen in de
stand-by mode.
Indelen — om de positie van functies in de stand-by mode te
verplaatsen.
Act. standby inschakelen — selecteer toetsen om de stand-by-
navigatiemodus te activeren. Zie Instell. standby-modus op pagina 63 als u de instellingen wilt wijzigen.
Als u de actieve stand-by mode wilt uitschakelen, selecteert u Opties >
Actief standby > Uit of Menu > Instellingen > Hoofddisplay > Instell. standby-modus > Actief standby > Uit.

Snelkoppelingen in de stand-by mode

• Als u de lijst met gekozen nummers wilt openen, drukt u eenmaal op de beltoets. Blader naar het gewenste nummer of de gewenste naam en druk op de beltoets om het nummer te kiezen.
• Houd 0 ingedrukt om de webbrowser te openen.
• Houd 1 ingedrukt om uw voicemailbox te bellen.
• Gebruik de bladertoets als een snelkoppeling. Zie Snelkoppelingen op pagina 64.
• Druk op de cameratoets om de camera te starten (foto).
• In de cameramodus kunt u in- en uitzoomen door op de volumetoetsen te drukken.
• Druk op een volumetoets om de beltoon van een inkomende oproep uit te schakelen wanneer de telefoon gesloten is.
• Als u het menu Profielen in het hoofdscherm wilt openen, drukt u op de aan/uit-toets.
21
De telefoon

Indicatoren

Er staan ongelezen berichten in de map Inbox.
Er staan berichten in de map Outbox die nog niet zijn verzonden, zijn geannuleerd of waarvan de verzending is mislukt.
, De telefoon is verbonden met de dienst voor chatberichten en
de aanwezigheidsstatus is online of offline.
De telefoon heeft een gemiste oproep geregistreerd.
U hebt een of meer chatberichten ontvangen en u bent verbonden met de dienst voor chatberichten.
De toetsen zijn geblokkeerd.
De telefoon gaat niet over wanneer een oproep of tekstbericht wordt ontvangen.
De alarmklok is ingesteld op Aan.
De countdown timer is actief.
De stopwatch wordt uitgevoerd in de achtergrond.
, De telefoon is aangemeld bij het GPRS- of EGPRS-netwerk.
, Er is een GPRS- of EGPRS-verbinding tot stand gebracht.
, De GPRS- of EGPRS-verbinding is tijdelijk onderbroken (in de
wachtstand geplaatst), bijvoorbeeld bij een inkomende of uitgaande oproep tijdens een EGPRS-inbelverbinding.
Er is een Bluetooth-verbinding actief.
, Er is een PTT-verbinding actief of onderbroken. Zie PTT (Push To
Talk) op pagina 94.
Als u over twee telefoonlijnen beschikt, wordt de tweede telefoonlijn geselecteerd.
Alle inkomende oproepen worden doorgeschakeld naar een ander nummer.
22
De telefoon
Gesprekken zijn beperkt tot een besloten gebruikersgroep.
Het tijdelijke profiel is geselecteerd.
, , of
Er is een hoofdtelefoon, handsfree-eenheid, oortje of muziekstandaard op de telefoon aangesloten.
De NFC-detectie is geactiveerd of gedeactiveerd.
Het beveiligde element is altijd actief, gedeactiveerd of beschermd met een toegangscode.

Toetsen blokkeren

Om te voorkomen dat toetsen per ongeluk worden ingedrukt, selecteert u Menu en drukt u binnen 3,5 seconden op * om de toetsen te blokkeren.
U kunt de toetsblokkering weer opheffen door Vrijgeven te selecteren en binnen 1,5 seconde op * te drukken. Als de Toetsenblokkering is ingesteld op Aan, voert u de beveiligingscode in als hierom wordt gevraagd.
Als u een oproep wilt beantwoorden terwijl de toetsen zijn geblokkeerd, drukt u op de beltoets. Wanneer u de oproep beëindigt of niet aanneemt, worden de toetsen weer automatisch geblokkeerd.
Zie Telefoon op pagina 74 voor meer informatie over Toetsenblokkering.
Wanneer de toetsenvergrendeling is ingeschakeld, kunt u soms nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.

Functies zonder een SIM-kaart

U kunt verschillende functies van uw telefoon gebruiken zonder een SIM-kaart te installeren (bijvoorbeeld gegevensoverdracht met een compatibele pc of een ander compatibel apparaat). Het aflezen van en verzenden van gegevens naar servicetags of betalingen en kaartverkoop met NFC kan mogelijk zijn zonder een geplaatste SIM-kaart.
Als de telefoon zonder SIM-kaart wordt gebruikt, worden sommige functies in de menu's grijs weergegeven. Deze functies kunnen niet
23
Algemene functies
worden gebruikt. Synchronisatie met een externe internetserver is zonder SIM-kaart niet mogelijk.
Als u een alarmnummer wilt kiezen, kan in sommige netwerken een geldige, correct geplaatste SIM-kaart noodzakelijk zijn.

3. Algemene functies

Oproep plaatsen

1. Voer het netnummer en telefoonnummer in.
Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op * voor het internationale voorvoegsel (het +-teken vervangt de internationale toegangscode) en voert u de landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het abonneenummer in.
2. Druk op de beltoets om het nummer te kiezen.
3. Druk op de toets Einde of sluit de telefoon om de oproep te beëindigen of om het kiezen te onderbreken.
Zie Zoeken naar een contact op pagina 53 als u een naam of telefoonnummer wilt opzoeken dat u hebt opgeslagen in Contacten. Druk op de beltoets om het nummer te kiezen.
Als u de lijst met gekozen nummers wilt openen, drukt u eenmaal op de beltoets in de stand-by mode. Selecteer het gewenste nummer of de gewenste naam en druk op de beltoets om het nummer te kiezen.

Snelkeuze

U kunt een telefoonnummer toewijzen aan één van de snelkeuzetoetsen: toets 2 t/m 9. Zie Snelkeuze op pagina 59. U kunt het nummer op een van de volgende manieren kiezen:
• Druk op een snelkeuzetoets en vervolgens op de beltoets.
•Als Snelkeuze is ingesteld op Aan, houdt u de gewenste snelkeuzetoets ingedrukt totdat het nummer is gekozen. Zie
Snelkeuze in Bellen op pagina 73.
24
Algemene functies

Uitgebreide spraakgestuurde nummerkeuze

U kunt een oproep plaatsen door de naam uit te spreken van de persoon die in de lijst met contacten van de telefoon is opgeslagen. Er wordt automatisch een spraakopdracht toegevoegd aan alle vermeldingen in de lijst met contacten van de telefoon.
Als er een toepassing actief is die gegevens verzendt of ontvangt via een GPRS-verbinding, moet u de toepassing beëindigen voordat u gebruikmaakt van spraakgestuurde nummerkeuze.
Spraakopdrachten zijn taalgevoelig. Voor informatie over het instellen van de taal, zie Taal spraakweergave in Telefoon op pagina 74.
Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kan moeilijkheden opleveren in een drukke omgeving of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder alle omstandigheden dat u uitsluitend van spraaklabels afhankelijk bent.
1. Houd in de stand-by mode de rechterselectietoets of de volume­omlaagtoets ingedrukt. U hoort een korte toon en de tekst Nu
spreken wordt weergegeven.
Als u een compatible hoofdtelefoon met hoofdtelefoontoets gebruikt, houdt u de hoofdtelefoontoets ingedrukt om spraakgestuurde nummerkeuze te starten.
2. Spreek de spraakopdracht duidelijk uit. Als de ingesproken tekst wordt herkend, wordt een lijst met gevonden items weergegeven. De telefoon speelt de spraakopdracht van het bovenste item in de lijst af. Na ongeveer 1,5 seconde wordt het betreffende nummer gekozen. Als dit niet het gewenste nummer is, bladert u naar een andere vermelding en kiest u het nummer door deze vermelding te selecteren.
Het gebruik van spraakopdrachten voor het uitvoeren van een geselecteerde telefoonfunctie is vergelijkbaar met de spraakgestuurde nummerkeuze. Zie Spraakopdrachten in Snelkoppelingen op pagina 64.
25
Algemene functies

Een oproep plaatsen met NFC

Raak met het NFC-detectiegebied een servicetag aan die een oproepverzoek bevat. Zie NFC-detectie op pagina 114. Op het toestel wordt het terugbelnummer weergegeven. Selecteer Bellen om het nummer te bellen of Uit om te annuleren. Zie Verzenden naar servicetags op pagina 116 voor meer informatie over het verzenden van een belverzoek naar een servicetag.

Een oproep beantwoorden of weigeren

U beantwoordt een inkomende oproep door op de beltoets te drukken of de telefoon te openen. Druk op de toets Einde of sluit de telefoon om het gesprek te beëindigen.
Als u een inkomende oproep wilt weigeren terwijl de telefoon is geopend, drukt u op de toets Einde. Als u een inkomende oproep wilt weigeren terwijl de telefoon is gesloten, houdt u een volumetoets ingedrukt.
Als u de beltoon wilt uitschakelen, drukt u op een volumetoets wanneer de telefoon is gesloten of selecteert u Stil wanneer de telefoon is geopend.
Tip: Als de functie Doorschak. bij in gesprek is ingeschakeld om gesprekken door te schakelen, bijvoorbeeld naar uw voicemail, worden ook geweigerde gesprekken doorgeschakeld. Zie Bellen op pagina 73.
Als op de telefoon een compatibele hoofdtelefoon met hoofdtelefoontoets is aangesloten, kunt u een oproep beantwoorden en beëindigen door op de hoofdtelefoontoets te drukken.

Wachtfunctie

Druk tijdens een gesprek op de beltoets om de oproep in de wachtstand te beantwoorden. Het eerste gesprek wordt in de wachtstand geplaatst. U beëindigt het actieve gesprek door op de toets Einde te drukken.
Zie Bellen op pagina 73 voor informatie over het activeren van de functie Wachtfunctieopties.
26
Tekst invoeren

Opties tijdens een gesprek

Veel van de opties die u tijdens gesprekken kunt gebruiken, zijn netwerkdiensten. Neem contact op met uw serviceprovider voor informatie over beschikbaarheid van netwerkdiensten.
Selecteer tijdens een gesprek Opties en kies vervolgens een van de volgende opties:
Gespreksopties zijn Dempen of Dempen uit, Contacten, Menu, Toetsen
blokkeren, Opnemen, Luidspreker of Telefoon.
Opties voor netwerkdiensten zijn Opnemen of Weigeren, Standby of Uit
standby, Nieuwe oproep, Toevgn aan conferentie, Beëindigen, Alles afsluiten en de volgende opties:
DTMF verzenden — om toonreeksen te verzenden.
Wisselen — om te schakelen tussen het actieve gesprek en het gesprek in
de wachtstand.
Doorverbinden — om een gesprek in de wachtstand door te verbinden
met het actieve gesprek en zelf de verbinding te verbreken.
Conferentie — om een conferentiegesprek te voeren waaraan maximaal
vijf personen kunnen deelnemen.
Privé-oproep — om tijdens een conferentiegesprek ruggespraak te
houden met een van de deelnemers.
Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.

4. Tekst invoeren

U kunt op twee verschillende manieren tekst invoeren, bijvoorbeeld wanneer u berichten wilt verzenden: via de methode voor normale tekstinvoer of via de methode voor tekstinvoer met woordenboek. Tijdens het invoeren van tekst worden boven in het scherm aanduidingen van de modus voor tekstinvoer weergegeven. geeft normale tekstinvoer aan. geeft tekstinvoer met woordenboek aan. Met behulp van tekstinvoer met woordenboek kunt u tekst snel invoeren
27
Tekst invoeren
met de cijfertoetsen en een ingebouwd woordenboek. U kunt een letter invoeren met één druk op een toets. geeft tekstinvoer met woordenboek aan met Woordsuggesties. De telefoon probeert het woord te voorspellen op basis van de tekens die u hebt ingevoerd.
, of wordt weergegeven naast de aanduiding van de
modus voor tekstinvoer en geeft het gebruik van hoofdletters of kleine letters aan. U kunt schakelen tussen hoofdletters en kleine letters door op # te drukken.
geeft de nummermodus aan. U kunt overschakelen naar de nummermodus door # ingedrukt te houden en Nummermodus te selecteren.
Als u de taal voor het invoeren van tekst wilt instellen, selecteert u
Opties > Schrijftaal.

Tekstinvoer met woordenboek

Als u tekstinvoer met woordenboek wilt inschakelen, selecteert u
Opties > Voorspelling Aan.
Tip: U kunt tekstinvoer met woordenboek snel in- en
uitschakelen door tijdens het invoeren van tekst tweemaal op # te drukken of door Opties te selecteren en ingedrukt te houden.
1. U begint met het invoeren van een woord door de cijfertoetsen 2 t/m
9 te gebruiken. Druk eenmaal op een toets voor één letter. De ingevoerde letters worden onderstreept weergegeven.
U kunt een speciaal teken toevoegen door * ingedrukt te houden of
Opties > Symbool invoegen te selecteren. Ga naar een teken en
selecteer Gebruik.
Als u een samengesteld woord wilt invoeren, voert u het eerste gedeelte van het woord in en bevestigt u dit door op de rechterbladertoets te drukken. Voer het tweede gedeelte van het woord in en bevestig het woord.
Druk op 1 om een punt in te voeren.
2. Wanneer u het gewenste woord hebt ingevoerd, bevestigt u de
invoer door op 0 te drukken om een spatie in te voegen.
28
Navigeren door de menu's
Als niet het juiste woord wordt weergegeven, drukt u herhaaldelijk op * of selecteert u Opties > Suggesties. Wanneer het gewenste woord wordt weergegeven, selecteert u het woord en drukt u op de navigatietoets.
Als er een vraagteken (?) achter het woord wordt weergegeven, bevindt het woord dat u wilt invoeren zich niet in het woordenboek. Als u het woord aan het woordenboek wilt toevoegen, selecteert u
Spellen. Maak het woord af via de methode voor normale tekstinvoer
en selecteer Opslaan.

Normale tekstinvoer

Als u de normale tekstinvoer wilt inschakelen, selecteert u Opties >
Voorspelling Uit.
Druk herhaaldelijk op een cijfertoets (1 t/m 9) totdat het gewenste teken wordt weergegeven. Op de toetsen staan niet alle tekens afgebeeld die onder een toets beschikbaar zijn. De beschikbare tekens zijn afhankelijk van de taal die is geselecteerd voor het invoeren van tekst.
Als de volgende letter die u wilt invoeren zich onder dezelfde toets bevindt als de huidige letter, wacht u tot de cursor verschijnt of drukt u kort op een van de navigatietoetsen en voert u de letter in.
De meest gebruikte leestekens en andere speciale tekens zijn beschikbaar onder cijfertoets 1. Druk op * voor meer tekens.

5. Navigeren door de menu's

De telefoon biedt een uitgebreid scala aan functies, die gegroepeerd zijn in menu's.
1. Druk op Menu om het menu te openen.
U kunt de menuweergave wijzigen door Opties >
Hoofdmenuweergave > Lijst, Roosterweergave, Rooster met labels of Tab te selecteren.
Als u de menu's anders wilt indelen, bladert u naar het menu dat u wilt verplaatsen en selecteert u Opties > Indelen > Verplaats. Ga
29
Berichten
naar de positie waar u het menu naartoe wilt verplaatsen en selecteer OK. Selecteer OK > Ja om de wijziging op te slaan.
2. Blader door het menu en selecteer een optie (bijvoorbeeld
Instellingen).
3. Als het geselecteerde menu is onderverdeeld in submenu's, selecteert
u het gewenste submenu, bijvoorbeeld Oproepen).
4. Als het geselecteerde submenu ook weer submenu's bevat, herhaalt
u stap 3.
5. Selecteer de gewenste instelling.
6. Selecteer Terug om terug te keren naar het vorige menuniveau.
Selecteer Uit om het menu te sluiten.

6. Berichten

U kunt tekstberichten, multimediaberichten en e-mailberichten, flitsberichten en kaarten lezen, invoeren, verzenden en opslaan. Alle berichten worden ingedeeld in mappen.

Tekstberichten (SMS)

Met SMS (Short Message Service) kunt u tekstberichten verzenden en ontvangen en tevens berichten met afbeeldingen ontvangen (netwerkdienst).
Voordat u een tekstbericht of e-mailbericht via SMS kunt verzenden, moet u het nummer van de berichtencentrale opslaan. Zie Berichtinstellingen op pagina 49.
Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid en abonnementsmogelijkheden van de dienst voor e-mail via SMS. Zie Gegevens opslaan op pagina 53 voor meer informatie over het opslaan van e-mailadressen in Contacten.
Met uw apparaat kunnen tekstberichten worden verzonden die langer zijn dan de tekenlimiet voor één bericht. Langere berichten worden verzonden als twee of meer berichten. Uw serviceprovider kan hiervoor de desbetreffende kosten in
30
Loading...
+ 102 hidden pages