Toetsen en onderdelen7
De SIM-kaart plaatsen 7
Een geheugenkaart plaatsen9
Uw telefoon opladen11
Het volume van een oproep, nummer
of video wijzigen12
Headset13
De toetsen en het scherm
vergrendelen of ontgrendelen13
De polsband of riem bevestigen14
Antennes15
De telefoon in- of uitschakelen15
Uw telefoon de eerste keer
gebruiken16
Nokia-account17
Contacten of foto's van uw oude
telefoon kopiëren17
De gebruikershandleiding in uw
telefoon gebruiken18
Basistoepassing19
De werkbalk gebruiken19
Handelingen aanraakscherm19
Snelkoppelingen gebruiken21
Schakelen tussen geopende
toepassingen22
Tekst schrijven23
Schermsymbolen26
Het waarschuwingslampje laten
knipperen bij gemiste oproepen of
berichten28
Op uw telefoon en op internet
zoeken29
Levensduur van de batterij
verlengen29
Nokia Winkel aan persoonlijke
voorkeuren aanpassen 31
Profielen31
Het thema wijzigen33
Startscherm33
Uw toepassingen indelen36
Nokia Winkel36
Telefoon39
Een telefoonnummer bellen39
Een contact zoeken via de
kiesfunctie39
Een contact bellen40
De luidspreker tijdens een oproep
activeren40
Een conferentiegesprek voeren41
Nummers bellen die u het meest
gebruikt42
Met uw stem een nummer kiezen42
Oproepen plaatsen via internet43
Het laatst gekozen nummer bellen44
Een telefoongesprek opnemen44
Dempen door te draaien44
Gemiste oproepen weergeven45
Uw voicemailbox bellen 45
Oproepen doorschakelen naar uw
voicemailbox of naar een ander
telefoonnummer46
Voorkomen dat er oproepen worden
geplaatst of ontvangen46
Alleen oproepen naar bepaalde
nummers toestaan47
Contacten48
Informatie over Contacten48
Telefoonnummers en e-mailadressen
opslaan48
Het nummer van een ontvangen
oproep of bericht opslaan48
Snel contact opnemen met uw
belangrijkste contacten49
Inhoudsopgave3
Uw belangrijke contacten toevoegen
aan het startscherm49
Een foto voor een contact
toevoegen50
Een beltoon instellen voor een
contact50
Een contactgroep maken50
Een bericht verzenden aan een groep
mensen50
Uw contactgegevens verzenden via
Mijn kaart51
Contacten kopiëren van de SIM-kaart
naar uw telefoon51
Een back-up van uw contacten maken
bij Nokia-diensten51
Berichten52
Informatie over Berichten52
Een bericht verzenden52
Een audiobericht verzenden53
Een ontvangen bericht lezen53
Een conversatie weergeven54
Een SMS-bericht beluisteren55
De taal wijzigen55
E-mail56
Over e-mail56
Over Exchange ActiveSync56
Een mailbox toevoegen57
Een ontvangen e-mail lezen57
Een e-mail verzenden58
Reageren op een vergaderverzoek59
E-mails openen van het startscherm 59
Internet59
Info over de webbrowser59
Op internet surfen60
Een favoriet toevoegen60
Abonneren op een webfeed61
Sociale netwerken61
Over Sociale netwerken61
De statusupdates van uw vrienden in
één weergave bekijken62
Uw status plaatsen op
socialenetwerkdiensten62
Uw online vrienden koppelen aan hun
contactgegevens62
De statusupdates van uw vrienden
weergeven op het startscherm63
Een foto of video uploaden naar een
dienst63
Uw locatie als onderdeel van uw
statusupdate delen64
Contact opnemen met een vriend van
een socialenetwerkdienst64
Een gebeurtenis toevoegen aan uw
telefoonagenda64
Muziek en audio65
Muziekspeler65
Ovi Muziek67
Beveiligde inhoud68
FM-radio68
Geluiden opnemen70
Camera71
Informatie over de camera71
Een foto nemen71
Foto- en videotips71
Een foto in het donker nemen72
Locatiegegevens opslaan bij uw
foto's en video's72
Een foto of video versturen.73
Een foto of video delen direct vanaf
de camera74
Een video opnemen74
Uw telefoonsoftware en applicaties
up-to-date houden115
Bestanden beheren117
Telefoongeheugen vrijmaken118
Toepassingen beheren118
Inhoud synchroniseren119
Contacten of foto's kopiëren tussen
telefoons121
Uw telefoon beschermen121
Veiligheid5
Veiligheid
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk
of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN GEBIEDEN WAARBINNEN EEN GEBRUIKSVERBOD
GELDT
Schakel het apparaat uit wanneer het gebruik van mobiele telefoons niet is
toegestaan of wanneer dit storingen of gevaar kan opleveren, bijvoorbeeld
in vliegtuigen, in ziekenhuizen of in de nabijheid van medische apparatuur,
bij brandstof, chemicaliën of in gebieden waar explosieven worden
gebruikt. Volg alle instructies op in gebieden waarbinnen een
gebruiksverbod geldt.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan alle lokale wetgeving. Houd tijdens het rijden altijd uw handen
vrij om het voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste
prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de
werking van het apparaat negatief beïnvloeden.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of
gerepareerd.
BATTERIJEN, LADERS EN ANDERE ACCESSOIRES
Gebruik alleen batterijen, laders en andere toebehoren die door Nokia zijn
goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat. Sluit geen incompatibele
producten aan.
HOUD HET APPARAAT DROOG
Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
6Veiligheid
GEHOORSCHADE VOORKOMEN
Luister naar een hoofdtelefoon met een gematigd geluidsvolume. Houd het
apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker in gebruik is.
Aan de slag7
Aan de slag
Toetsen en onderdelen
1 Nabijheidssensor. Schakelt het aanraakscherm automatisch uit tijdens oproepen.
2 Aanraakscherm
3 Beltoets
4 Microfoon
5 Luistergedeelte
6 Menutoets
7 Aan/uit-toets
8 Volume-/zoomtoets
9 Cameratoets
10 Riem-/polsbandopening
11 Micro-USB/laderaansluiting
12 Nokia AV-aansluiting (3,5 mm)
13 Knop voor toetsvergrendeling
Als er een beschermende tape op de cameralens is aangebracht, verwijdert u deze.
De SIM-kaart plaatsen
Uw telefoon gebruikt een mini-UICC SIM-kaart, ook wel bekend als micro-SIM-kaart.
Plak geen etiketten op uw SIM-kaart.
1 Zorg ervoor dat de telefoon is uitgeschakeld.
8Aan de slag
2 Plaats uw nagel in de ruimte aan rechterzijde van de achtercover, til voorzichtig
de achtercover op en verwijder deze.
3 Als de batterij is geplaatst, tilt u deze eruit.
4 Zorg ervoor dat het contactgebied van de geheugenkaart naar beneden is gericht
en plaats de SIM-kaart.
Aan de slag9
5 Plaats de batterij terug (let op de positie van de contactpunten).
De SIM-kaart verwijderen
1 Schakel de telefoon uit.
2 Verwijder de achtercover.
3 Verwijder de batterij (indien geplaatst).
4 Plaatst uw nagel in de sleuf boven de SIM-kaart, duw de SIM-kaart naar de
onderzijde van de telefoon en verwijder de kaart.
Een geheugenkaart plaatsen
Geheugenkaarten zijn apart verkrijgbaar.
1 Plaats uw nagel in de ruimte aan rechterzijde van de achtercover en til de cover
eraf.
10Aan de slag
2 Zorg ervoor dat het contactgebied van de geheugenkaart naar beneden is gericht
en plaats de kaart. Schuif de kaart naar binnen tot deze vast klikt.
3 Plaats de achtercover weer op de telefoon.
De geheugenkaart verwijderen
1 Druk op de kaart tot deze wordt vrijgegeven.
2 Trek de kaart eruit.
Aan de slag11
Uw telefoon opladen
De batterij opladen
Uw batterij is in de fabriek gedeeltelijk opgeladen, maar moet wellicht opnieuw
worden opgeladen voordat u de telefoon voor het eerst kunt inschakelen.
Als wordt aangegeven dat het batterijniveau laag is, gaat u als volgt te werk:
Tip: Als er geen stopcontact beschikbaar is, kunt u ook opladen via USB. Gebruik een
compatibele USB-gegevenskabel om uw telefoon op een ander compatibel apparaat
aan te sluiten, zoals een computer. U kunt ook gegevens kopiëren tijdens het opladen.
U hoeft de batterij niet gedurende een bepaalde periode op te laden en u kunt de
telefoon gebruiken terwijl deze wordt opgeladen.
Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de batterijindicator wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.
12Aan de slag
Als u de batterij lange tijd niet hebt gebruikt, is het mogelijk dat u de lader moet
aansluiten, ontkoppelen en vervolgens opnieuw moet aansluiten om het opladen te
starten.
De batterij opladen via USB
Is de batterij bijna leeg en hebt u geen lader bij u? U kunt een compatibele USB-kabel
gebruiken om uw telefoon op een compatibel apparaat, zoals een computer, aan te
sluiten.
U kunt het apparaat opladen via een USB-aansluiting als er geen stopcontact
beschikbaar is. Tijdens het opladen van het apparaat kunnen gegeven worden
overgedragen. De efficiëntie van opladen via een USB-aansluiting kan sterk variëren,
en mogelijk duurt het lang voordat het opladen wordt gestart en het apparaat begint
te werken.
U kunt de telefoon tijdens het opladen gebruiken.
Let er bij het aansluiten of losmaken van de kabel van de lader goed op dat u de
aansluiting van de lader niet breekt.
Het volume van een oproep, nummer of video wijzigen
Gebruik de volumetoetsen.
U kunt het volume aanpassen tijdens een oproep of wanneer een toepassing actief
is.
Dankzij de interne luidspreker kunt u vanaf korte afstand spreken en luisteren zonder
dat u de telefoon aan uw oor hoeft te houden.
Aan de slag13
De luidspreker activeren of deactiveren tijdens een gesprek
Selecteer
of .
Headset
U kunt een compatibele headset of hoofdtelefoon bij uw telefoon gebruiken.
Sluit geen producten aan die een uitgangssignaal afgeven, aangezien dit het apparaat
kan beschadigen. Sluit geen energiebron aan op de netstroomconnector van Nokia.
Als u externe apparaten of hoofdtelefoons op de netstroomconnector van Nokia
aansluit die niet door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat, moet u
extra letten op het geluidsniveau.
De toetsen en het scherm vergrendelen of ontgrendelen
Vergrendel de toetsen en het scherm van uw telefoon om te voorkomen dat er per
ongeluk een oproep tot stand wordt gebracht terwijl de telefoon in uw zak of tas zit.
Druk op de toetsvergrendelingsknop en selecteer Ontgrend..
14Aan de slag
Tip: U kunt ook op de menutoets drukken en Ontgrend. selecteren.
De toetsen en het scherm instellen op automatisch vergrendelen
1 Selecteer
> Instellingen en Telefoon > Weergave > Time-out scherm/
ttsnblok..
2 Geef op hoe lang het moet duren voordat het scherm en de toetsen automatisch
worden vergrendeld.
De polsband of riem bevestigen
Haal de polsband of riem door één opening en trek deze er via de andere opening
weer uit. Rijg de band of riem door de lus en trek strak.
Aan de slag15
Antennes
Vermijd contact met de antenne als de antenne in gebruik is. Contact met antennes
kan de kwaliteit van de communicatie nadelig beïnvloeden en kan tijdens het gebruik
leiden tot een kortere de levensduur van de batterij door een hoger stroomverbruik.
Het gebied rond de antenne is gemarkeerd.
De telefoon in- of uitschakelen
Inschakelen
Houd de aan/uit-toets ingedrukt
totdat u de telefoon voelt trillen.
Uitschakelen
Houd de aan/uit-toets
ingedrukt.
16Aan de slag
Uw telefoon de eerste keer gebruiken
Uw telefoon leidt u door de eerste installatie, wanneer u uw SIM-kaart plaatst en voor
het eerst uw telefoon inschakelt. Maak een Nokia-account om Nokia-diensten te
gebruiken. U kunt ook uw contacten en andere inhoud van uw vorige telefoon
kopiëren. U kunt zich ook abonneren op de dienst My Nokia om nuttig tips en trucs
te ontvangen over hoe u optimaal gebruik maakt van uw telefoon.
Als u een actie wilt starten, selecteert u
u
.
. Als u een actie wilt overslaan, selecteert
U heb een internetverbinding nodig om een Nokia-account maken. Neem voor
informatie over mogelijke kosten contact op met uw netwerkserviceprovider. U kunt
later een account maken als u geen verbinding met internet kunt maken.
Als u al een Nokia-account hebt, voert u uw gebruikersnaam en wachtwoord in en
selecteert u
.
Tip: Wachtwoord vergeten? U kunt het aanvragen door het in een e-mail of SMSbericht naar u te laten verzenden.
Gebruik de toepassing Tel.overdracht om uw inhoud te kopiëren zoals:
•Contacten
Aan de slag17
•Berichten
•Foto's en video's
•Persoonlijke instellingen
Wanneer u uw e-mailaccount instelt, kunt u uw inbox zo instellen dat deze wordt
weergegeven op het startscherm, zodat u eenvoudig uw e-mail kunt controleren.
Druk op de beltoets als u een alarmnummer moet kiezen tijdens de installatiefase.
Nokia-account
Wanneer u uw telefoon voor het eerst inschakelt, leidt uw telefoon u door het maken
van een Nokia-account.
Met uw Nokia-account kunt u onder andere:
•Met een enkele gebruikersnaam en een enkel wachtwoord toegang krijgen tot alle
Nokia-diensten, zowel op uw telefoon als op een compatibele computer
•Inhoud downloaden van Nokia-diensten
•details over het model van uw telefoon en contactgegevens opslaan. U kunt ook
details van uw betaalkaart toevoegen.
•Uw belangrijke wandel- en rijroutes opslaan in Nokia Kaarten
Ga voor meer informatie over de Nokia-account en de Nokia-diensten naar
www.nokia.com/support.
Als u later een Nokia-account wilt maken, gebruikt u uw telefoon om toegang te
krijgen tot een Nokia-dienst zodat u wordt gevraagd om een account te maken.
Contacten of foto's van uw oude telefoon kopiëren
Wilt u belangrijke informatie kopiëren vanaf uw vorige compatibele Nokia-telefoon
en snel gebruik gaan maken van uw nieuwe telefoon? Gebruik de applicatie
Telef.overdracht om gratis items zoals contacten, agenda-items en foto's naar uw
nieuwe telefoon te kopiëren.
2 Selecteer de telefoon waarmee u verbinding wilt maken en koppel de telefoons.
Bluetooth moet in beide telefoons geactiveerd zijn.
3 Als voor de andere telefoon een toegangscode vereist is, voert u deze in. De
toegangscode, die u zelf mag definiëren, moet in beide telefoons worden
ingevoerd. Sommige telefoons hebben een vaste toegangscode. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de andere telefoon voor meer informatie.
De toegangscode is alleen geldig voor de huidige verbinding.
4 Selecteer de inhoud en OK.
Als uw vorige Nokia-telefoon niet beschikt over de applicatie Telef.overdracht,
verzendt uw nieuwe telefoon deze in een bericht via Bluetooth. Open het bericht op
uw vorige telefoon om de applicatie te installeren en volg de instructies.
Tip: U kunt ook de applicatie Telef.overdracht gebruiken om later inhoud van andere
telefoons te kopiëren.
De gebruikershandleiding in uw telefoon gebruiken
Uw telefoon heeft een ingebouwde gebruikershandleiding. Deze hebt u wanneer
nodig dus altijd bij de hand. Selecteer
De gebruikershandleiding openen vanuit een toepassing
Selecteer
> Gebruikershandleiding. Dit is niet vanuit elke toepassing mogelijk.
> Gebr.handl..
Basistoepassing 19
Zoeken in de gebruikershandleiding
Als de gebruikershandleiding geopend is, selecteert u
letter of woord in het zoekveld in.
Een applicatie vanuit de gebruikershandleiding openen
Selecteer de koppeling van de applicatie in een onderwerp.
Als u terug wilt keren naar de gebruikershandleiding, houdt u de menutoets ingedrukt,
veegt u naar links of rechts en selecteert u de gebruikershandleiding.
Mogelijk staan er aan het einde van de instructies koppelingen naar verwante
onderwerpen.
Tip: U ontvangt ook SMS en pop-uptips die nuttige informatie geven over het gebruik
van uw telefoon. Als u de tips later wilt weergeven, selecteert u
> Zoeken en voert u een
> My Nokia.
Basistoepassing
De werkbalk gebruiken
De werkbalk onderaan het scherm helpt u de telefoon eenvoudig door te bladeren.
Het hoofdmenu openen
Plaats een oproep.
Ga terug naar de vorige weergave.
Zoek naar toepassingen.
Open het optiemenu.
Handelingen aanraakscherm
Als u met de gebruikersinterface wilt werken, tikt u op het aanraakscherm of tikt u
op het aanraakscherm en houdt u dit even vast.
Belangrijk: Voorkom dat er krassen ontstaan op het aanraakscherm. Gebruik nooit
een echte pen, een potlood of een ander scherp voorwerp voor het aanraakscherm.
Een toepassing of ander schermelement openen
Tik op de toepassing of het element.
Snel naar functies gaan
Tik op het item en houd dit vast. Er wordt een pop-upmenu met de beschikbare opties
geopend.
20Basistoepassing
Voorbeeld: Als u een afbeelding wilt verzenden of een alarm wilt verwijderen, tikt u
op de afbeelding of het alarm en houdt u dit ingedrukt terwijl u de juiste optie in het
pop-upmenu selecteert.
Een item slepen
Tik op het item en houd dit vast, en veeg vervolgens met uw vinger over het scherm.
Voorbeeld: U kunt items op het startscherm slepen.
Vegen
Plaats een vinger op het scherm en laat deze gestaag in de gewenste richting glijden.
Basistoepassing 21
Voorbeeld: Schakel naar een ander startscherm door naar links of naar rechts te
vegen.
Schuif uw vinger in het scherm snel omhoog of omlaag en til uw vinger op als u in een
lijst of menu wilt bladeren. Tik op het scherm als u het bladeren wilt stoppen.
In- en uitzoomen
Plaats twee vingers op een item, zoals een kaart, foto of webpagina, en schuif uw
vingers uit elkaar of naar elkaar toe.
Tip: U kunt ook tweemaal op het item tikken.
Snelkoppelingen gebruiken
U hoeft niet lang te navigeren om, bijvoorbeeld, een internetverbinding te openen of
sluiten of het geluid van uw telefoon te dempen. U kunt deze instellingen direct
bereiken in het statusmenu, ongeacht in welke applicatie of weergave u zich bevindt.
Veeg vanuit het meldingengebied omlaag.
22Basistoepassing
In het statusmenu kunt u de volgende taken uitvoeren:
•Meldingen van gemiste oproepen of ongelezen berichten weergeven
•Het geluid van telefoon uitzetten
•De verbindingsinstellingen wijzigen
•Beschikbare Wi-Fi-verbindingen weergeven en verbinding maken met een Wi-Fi-
netwerk
•Bluetooth-verbindingen beheren
Tip: Als u muziek luistert, kunt u de muziekspeler snel openen via het statusgebied.
Schakelen tussen geopende toepassingen
U kunt bekijken welke toepassingen en taken op de achtergrond zijn geopend en
ertussen schakelen.
Houd de menutoets ingedrukt, veeg over het scherm naar links of rechts en selecteer
de gewenste toepassing.
Basistoepassing 23
Applicaties die op de achtergrond worden uitgevoerd, kosten extra energie en leggen
beslag op het geheugen. Als u een applicatie wilt sluiten die u niet gebruikt, selecteert
.
u
Tip: Als u alle geopende applicaties wilt sluiten, selecteert u de taakschakelfunctie en
houdt u deze vast en selecteert u Alles sluiten in het pop-upmenu.
Tekst schrijven
Tekst invoeren met het virtueel toetsenbord
Het virtuele toetsenbord gebruiken
Als u het virtuele toetsenbord wilt activeren, selecteert u een tekstinvoerveld. U kunt
het virtuele toetsenbord zowel in liggende als in staande modus gebruiken.
Het virtuele toetsenbord in staande modus is mogelijk niet beschikbaar in alle
schrijftalen.
1 Virtueel toetsenbord
2 Sluittoets - Hiermee sluit u het virtuele toetsenbord.
3 Shift- en Caps Lock-toets - Hiermee kunt u een teken in hoofdletters invoeren
wanneer u in kleine letters schrijft, of vice versa. Selecteer de toets voordat u het
teken invoert. Als u de Caps Lock-modus wilt activeren, selecteert u de toets
tweemaal.
4 Tekenbereik - Selecteer het gewenste tekenbereik, zoals cijfers of speciale
tekens.
5 Pijltjestoetsen - Hiermee verplaatst u de cursor naar links of naar rechts.
6 Spatiebalk - Hiermee kunt u een spatie invoeren.
7 Invoermenu - Hiermee activeert u tekstvoorspelling of wijzigt u de schrijftaal.
8 Enter-toets - Hiermee kunt u de cursor naar de volgende rij of het volgende
tekstinvoerveld verplaatsen. Extra functies zijn gebaseerd op de huidige context.
In bijvoorbeeld het webadresveld van de webbrowser fungeert de toets als het
activeringspictogram.
9 Backspace-toets - Hiermee verwijdert u een teken.
Tussen het virtuele toetsenbord en het toetsenblok schakelen in staande modus
Selecteer
> Alfanumeriek toetsenblok of QWERTY-toetsenbord.
24Basistoepassing
Een accent toevoegen aan een teken
Selecteer het teken en houd het vast.
Tekstvoorspelling inschakelen voor het virtueel toetsenbord
Tekstvoorspelling is niet in alle talen beschikbaar.
1 Selecteer
weergegeven.
2 Begin met het schrijven van een woord. Uw telefoon doet suggesties voor
mogelijke woorden terwijl u schrijft. Wanneer het juiste woord wordt
weergegeven, selecteert u dit.
3 Als het woord niet in de woordenlijst voorkomt, geeft de telefoon een alternatieve
suggestie uit de woordenlijst. Als u het nieuwe woord wilt toevoegen aan de
woordenlijst, selecteert u het woord dat u hebt geschreven.
De modus voor tekstvoorspelling deactiveren
Selecteer
De instellingen voor tekstinvoer wijzigen
Selecteer
Tekst invoeren met het virtueel toetsenblok
Het virtuele toetsenblok gebruiken
Als u er de voorkeur aan geeft het alfanumerieke toetsenblok te gebruiken wanneer
u schrijft in de staande modus, kunt u schakelen van het virtuele toetsenbord naar
het virtuele toetsenblok.
1 Selecteer een tekstinvoerveld.
2 Selecteer
> Invoeropties > Voorspelling activeren. wordt
> Invoeropties > Voorspell. uitschakelen.
> Invoeropties > Instellingen.
> Alfanumeriek toetsenblok.
Basistoepassing 25
1 Cijfertoetsen
2* - Voer een speciaal teken in of blader door de mogelijke woorden als de modus
voor tekstinvoer met tekstvoorspelling is geactiveerd en het woord is
onderstreept.
3 Shift-toets - Schakelen tussen hoofdletters en kleine letters. U kunt de modus
voor tekstinvoer met tekstvoorspelling activeren of deactiveren door snel
tweemaal op deze toets te drukken. U kunt schakelen tussen de letter- en
cijfermodus door op deze toets te drukken en deze ingedrukt te houden.
4 Toets Sluiten - Hiermee sluit u het virtuele toetsenblok.
5 Pijltjestoetsen - Hiermee verplaatst u de cursor naar links of naar rechts.
6 Invoermenu - Tekstinvoer met tekstvoorspelling inschakelen, de schrijftaal
wijzigen of schakelen naar het virtuele toetsenbord.
7 Toets Backspace - Hiermee verwijdert u een teken.
8 Tekstinvoersymbool (indien beschikbaar) - Geeft aan of hoofdletters of kleine
letters zijn ingeschakeld, of de cijfer- of lettermodus actief is en of de modus
voor tekstinvoer met tekstvoorspelling is geactiveerd.
U activeert gewone tekstinvoer met het virtuele toetsenblok
Selecteer # tweemaal snel.
Een teken invoeren
1 Selecteer herhaaldelijk een cijfertoets (1-9), totdat het gewenste teken wordt
weergegeven. Er zijn meer tekens beschikbaar dan u kunt zien op de toets.
2 Als de volgende letter op dezelfde toets staat moet u wachten totdat de cursor
weer verschijnt of u moet de cursor naar voren verplaatsen en de toets opnieuw
selecteren.
Een spatie invoegen
Selecteer 0.
De cursor naar de volgende regel verplaatsen
Selecteer drie keer 0.
Tekstvoorspelling inschakelen voor het virtueel toetsenblok
Tekstvoorspelling is gebaseerd op een ingebouwde woordenlijst die u zelf kunt
uitbreiden. Tekstvoorspelling is niet voor alle talen beschikbaar.
1 Selecteer
2 Schrijf het gewenste woord door de toetsen 2-9 te gebruiken. Selecteer elke
toets eenmaal voor elke letter. Als u bijvoorbeeld Nokia wilt schrijven wanneer de
Engelse woordenlijst is geselecteerd, selecteert u 6 voor N, 6 voor o, 5 voor k, 4
voor i en 2 voor a.
> Tekstvoorspelling activeren.
26Basistoepassing
Het voorspelde woord verandert na elke toetsselectie.
3 Als het woord niet het gewenste woord is, selecteert u herhaaldelijk *, totdat het
gewenste woord wordt weergegeven. Als het woord niet in het woordenboek
voorkomt, selecteert u Spellen. Voer vervolgens het woord met de traditionele
tekstinvoer in en selecteer OK.
Als ? achter het woord wordt weergegeven, staat het niet in de woordenlijst. Als
u een woord aan de woordenlijst wilt toevoegen, selecteert u *, voert u het woord
met de traditionele tekstinvoer in en selecteert u OK.
4 Als u een spatie wilt invoegen, selecteert u 0. Als u een veelgebruikt leesteken
wilt invoegen, selecteert u 1 en selecteert u vervolgens herhaaldelijk * totdat het
gewenste leesteken wordt weergegeven.
> Instellingen en Telefoon > Aanraakinvoer > Schrijftaal.
> Schrijftaal.
Het aanraakscherm en de sleutels zijn geblokkeerd.
Iemand heeft geprobeerd u te bellen.
U hebt ongelezen berichten.
Als het berichtensymbool knippert, is uw map Inbox mogelijk vol.
U hebt een kalendergebeurtenis gemist.
De wekker is ingesteld.
Basistoepassing 27
De map Outbox bevat berichten die nog niet zijn verzonden.
U gebruikt uw tweede telefoonlijn (netwerkdienst).
Inkomende oproepen worden doorgeschakeld naar een ander nummer
(netwerkdienst). Als u twee telefoonlijnen hebt, geeft een nummer de actieve
lijn aan.
Uw telefoon is gereed voor een internetoproep.
Er is een gegevensoproep actief (netwerkdienst).
Verbindingssymbolen
Bluetooth is actief.
Als de indicator knippert, wordt geprobeerd een verbinding met een andere
telefoon tot stand te brengen.
Uw telefoon verzendt gegevens via Bluetooth.
Er is een USB-kabel op uw telefoon aangesloten.
De telefoon is bezig met synchroniseren.
Er is een compatibele headset aangesloten op uw telefoon.
Er is een compatibele carkit aangesloten op uw telefoon.
28Basistoepassing
Netwerksymbolen
Uw telefoon is verbonden met een GSM-netwerk (netwerkdienst).
Uw telefoon is verbonden met een 3G-netwerk (netwerkdienst).
Er is een GPRS-gegevensverbinding (netwerkdienst) aan het openen of
sluiten.
Er is een GPRS-gegevensverbinding open.
Er staat een GPRS-gegevensverbinding in de wacht.
Er is een EGPRS-gegevensverbinding (netwerkdienst) aan het openen of
sluiten.
Er is een EGPRS-gegevensverbinding open.
Er staat een EGPRS-gegevensverbinding in de wacht.
Er is een 3G-gegevensverbinding (netwerkdienst) aan het openen of sluiten.
Er is een 3G-gegevensverbinding open.
Er staat een 3G-gegevensverbinding in de wacht.
Er is een HSPA-gegevensverbinding (netwerkdienst) aan het openen of
sluiten.
Er is een HSPA-gegevensverbinding open.
Er staat een HSPA-gegevensverbinding in de wacht.
Er is een Wi-Fi-verbinding open.
Het waarschuwingslampje laten knipperen bij gemiste oproepen of berichten
Als het meldingslampje van de telefoon knippert, hebt u een oproep gemist of is een
bericht binnengekomen.
Selecteer
Meldingsindicator.
> Instellingen en Telefoon > Waarschuwingslampjes >
Basistoepassing 29
Op uw telefoon en op internet zoeken
Verken uw telefoon en internet. U kunt e-mail, contacten, afbeeldingen, muziek
of applicaties zoeken die op de telefoon en op internet zijn opgeslagen.
Selecteer
1 Begin een zoekwoord in te voeren en selecteer uit de voorgestelde treffers.
2 Als u wilt zoeken op internet, selecteert u de internetkoppeling aan het einde van
elk zoekresultaat. U hebt een actieve internetverbinding nodig.
Tip: U kunt een zoekwidget toevoegen aan het startscherm. Tik op een leeg gebied
gebied van het startscherm en houd dit vast. Selecteer vervolgens Widget toevoegen
en de zoekwidget in de lijst.
Levensduur van de batterij verlengen
Als u constant een lader nodig lijkt te hebben, kunt u een aantal zaken doen om het
stroomverbruik van uw telefoon te verminderen.
•Laad de batterij altijd volledig op.
•Als de energiespaarstand is geactiveerd, worden telefooninstellingen, zoals
Netwerkmodus en de screensaver geoptimaliseerd.
Energiebesparende modus activeren
Druk op de aan/uit-toets
modus voor energiebesparing wilt uitschakelen, drukt u op de aan/uit-toets
selecteert u Energiespaarst. uitschkln.
Toepassingen sluiten die u niet gebruikt
Houd de menutoets ingedrukt, veeg over het scherm totdat de gewenste toepassing
wordt weergegeven en selecteer
> Zoeken.
en selecteer Energiespaarstand activeren. Als u de
en
.
Geluiden, thema´s en effecten
•Schakel overbodige tonen, zoals toetstonen, uit.
•Gebruik een hoofdtelefoon met kabel in plaats van de luidspreker.
•Wijzig de lengte van de time-outperiode waarna het scherm van de telefoon wordt
uitgeschakeld.
De duur van de time-outperiode instellen
Selecteer
> Instellingen en Telefoon > Weergave > Time-out verlichting.
30Basistoepassing
Een donker thema en donkere achtergrond activeren
Selecteer
Selecteer
wijzigen.
Animatie-effecten op de achtergrond uitschakelen
Selecteer
Uit.
Helderheid van het scherm verminderen
Selecteer
De Grote klok screensaver uitschakelen
Selecteer
Netwerkgebruik
•Activeer het profiel Offline als u naar muziek luistert of uw telefoon op een andere
manier gebruikt dan om te bellen of gebeld te worden.
•Stel de telefoon zo in dat minder dikwijls op nieuwe e-mail wordt gecontroleerd.
•Gebruik een Wi-Fi-verbinding in plaats van een mobiele-dataverbinding (GPRS of
3G) om verbinding te maken met internet.
•Als de telefoon is ingesteld om gebruik te maken van zowel GSM- als 3Gnetwerken (Dual mode), gebruikt de telefoon meer stroom tijdens het zoeken
naar het 3G-netwerk.
De telefoon zo instellen dat alleen het GSM-netwerk wordt gebruikt
Veeg vanuit het meldingengebied omlaag, selecteer het mobiele netwerk en
Netwerkmodus > GSM.
> Instellingen en Thema's > Algemeen.
> Achtergrond wijzigen op het startscherm als u de achtergrond wilt
> Instellingen en Thema's > Algemeen > > Thema-effecten >
> Instellingen en Telefoon > Weergave > Helderheid.
> Instellingen en Thema's > Screensaver > Geen.
Bluetooth-verbinding deactiveren wanneer u deze niet nodig hebt
Veeg vanuit het meldingengebied omlaag en selecteer
Het scannen naar beschikbare Wi-Fi-netwerken stoppen
Veeg vanuit het meldingengebied omlaag en selecteer
Alleen een mobiele dataverbinding (3G of GPRS) tot stand brengen wanneer dat
nodig is
Als u de mobiele dataverbinding wilt verbreken, veegt u vanuit het meldingengebied
omlaag en selecteert u
.
.
.
Loading...
+ 107 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.