CONFORMITEITSVERKLARING
NOKIA CORPORATION verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product NPM-6
conform is aan de bepaling van de volgende Richtlijn van de Raad: 1999/5/EC. Een kopie van
de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website:
http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in
enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden.
Nokia, Nokia Connecting People en Pop-Port zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van
Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen
van de respectievelijke eigenaren zijn.
Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation.
US Patent No 5818437 and other pending patents. T9 text input software Copyright (C) 1997-2003. Tegic
Communications, Inc. All rights reserved.
Includes RSA BSAFE cryptographic or security protocol software from RSA Security.
Java is een handelsmerk van Sun Microsystems, Inc.
recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de
producten die in dit document worden beschreven.
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijzondere,
incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade.
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij vereist krachtens het
toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie gegeven betreffende de nauwkeurigheid,
betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij uitdrukkelijk hetzij impliciet, daaronder mede
begrepen maar niet beperkt tot impliciete garanties betreffende de verkoopbaarheid en de geschiktheid
voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen tijde het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving
dit document te wijzigen of te herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact op met de
dichtstbijzijnde Nokia leverancier.
9355130 /uitgave 2 NL
Inhoudsopgave
VOOR UW VEILIGHEID .......................................................................................... 9
Lijst met indicatoren in de standby-modus.................................................................................... 19
2. Aan de slag ......................................................................................................21
De SIM-kaart en de batterij installeren .............................................................................................. 21
De covers verwisselen .............................................................................................................................. 22
De batterij opladen ...................................................................................................................................23
De telefoon in- en uitschakelen............................................................................................................24
Info- en dienstnummers..........................................................................................................................38
Eigen nummers...........................................................................................................................................38
5. De menu’s gebruiken.......................................................................................40
Een menufunctie activeren.....................................................................................................................40
Door te bladeren.....................................................................................................................................40
Via het indexnummer............................................................................................................................41
Overzicht van de menufuncties.............................................................................................................42
Radio (menu 6)...........................................................................................................................................82
Een radiozender instellen ....................................................................................................................83
De radio gebruiken.................................................................................................................................83
Gebruik de telefoon alleen zoals het is bedoeld. Raak de antenne niet onnodig
aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Laat alleen bevoegd personeel het apparaat installeren of repareren.
ACCESSOIRES EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde accessoires en batterijen. Sluit geen ongeschikte
producten aan.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, moet u de
gebruikershandleiding van dat apparaat lezen voor gedetailleerde
veiligheidsinstructies. Sluit geen ongeschikte producten aan.
MAAK BACK-UPS
Vergeet niet om een back-up te maken van alle belangrijke gegevens.
BELLEN
Controleer of de telefoon is ingeschakeld. Toets het net- en abonneenummer in
en druk op . Als u een gesprek wilt beëindigen, drukt u op . Als u een
oproep wilt beantwoorden, drukt u op .
■ Netwerkdiensten
De draadloze telefoon zoals beschreven in deze handleiding is goedgekeurd voor gebruik in
de netwerken EGSM 900, GSM 1800 en GSM 1900.
De tribandfunctie is een netwerkfunctie. Vraag de exploitant van uw telefoonnetwerk of u
zich op deze functie kunt abonneren.
Sommige functies die in deze handleiding worden beschreven zijn netwerkdiensten. Dit zijn
speciale diensten waarop u zich via uw netwerkexploitant kunt abonneren. U kunt pas van
deze diensten gebruik maken wanneer u zich via de exploitant van uw thuisnet op de
gewenste dienst(en) hebt geabonneerd en de gebruiksinstructies hebt ontvangen.
Opmerking: Het is mogelijk dat sommige netwerken geen ondersteuning bieden
voor bepaalde taalafhankelijke tekens en/of diensten.
■ Accessoires
Controleer voor gebruik altijd het modelnummer van een oplader. Deze apparatuur is
bedoeld voor gebruik met de volgende voedingsbronnen: ACP-7, ACP-8, ACP-12, LCH-9 en
LCH-12.
Waarschuwing:Gebruik alleen batterijen, laders en accessoires die zijn
goedgekeurd door de fabrikant van de telefoon voor gebruik met dit type telefoon.
Het gebruik van andere types kan de goedkeuring en garantie doen vervallen en
kan bovendien gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbare goedgekeurde accessoires.
Als u de stekker van een accessoire uit het stopcontact verwijdert, moet u aan de stekker
Zie Beveiligingsinstellingen op pagina 79 voor specifieke instellingen van
toegangscodes.
• Beveiligingscode (5 tot 10 cijfers): de beveiligingscode beveiligt de telefoon
tegen onbevoegd gebruik. Deze code wordt bij de telefoon geleverd. De code is
standaard ingesteld op 12345. Wijzig de code en houd de nieuwe code geheim.
Bewaar de code op een veilige plaats uit de buurt van de telefoon.
• PIN-code en PIN2-code (4 tot 8 cijfers): de PIN-code (Personal Identification
Number) beveiligt de SIM-kaart tegen onbevoegd gebruik. De PIN-code wordt
gewoonlijk bij de SIM-kaart geleverd.
Voor bepaalde functies, zoals kostentellers, hebt u de PIN2-code nodig die bij
sommige SIM-kaarten wordt geleverd.
Als u drie keer na elkaar een onjuiste PIN-code hebt ingetoetst, wordt PIN-
code geblokkeerd weergegeven en wordt u gevraagd de PUK-code in te
toetsen. Vraag uw netwerkexploitant naar de PUK-code.
• De PUK-code en PUK2-code (8 cijfers): de PUK-code (Personal Unblocking
Key) is nodig om een geblokkeerde PIN-code te wijzigen. De PUK2-code is
nodig om een geblokkeerde PIN2-code te wijzigen.
Als de codes niet bij de SIM-kaart worden geleverd, neemt u contact op met
uw netwerkexploitant om de codes te verkrijgen.
• Blokkeerwachtwoord (4 cijfers): het blokkeerwachtwoord is nodig als u
Oproepen blokkeren gebruikt (zie Beveiligingsinstellingen op pagina 79). U
krijgt dit wachtwoord van uw netwerkexploitant.
■ Gedeeld geheugen
De volgende functies in de telefoon maken gebruik van het gedeeld geheugen:
telefoonboek, tekst- en multimediaberichten, afbeeldingen en beltonen in de
galerij, agendanotities en takenlijstnotities, Java-spelletjes en -toepassingen.
Wanneer een van deze functies wordt gebruikt, is er minder geheugen beschikbaar
voor de overige functies die van het gedeeld geheugen gebruikmaken. Dat is met
name het geval wanneer een van de functies intensief wordt gebruikt, hoewel
sommige functies speciaal een bepaalde hoeveelheid geheugen krijgen
toegewezen boven op de hoeveelheid geheugen die gedeeld wordt met andere
functies. Als u bijvoorbeeld veel afbeeldingen of Java-toepassingen opslaat, kan
dit al het geheugen in de telefoon in beslag nemen en wordt een bericht
weergegeven dat het geheugen vol is. In dat geval verwijdert u een aantal items
uit de functies in het gedeeld geheugen voordat u verdergaat.
■ Typografische conventies in deze handleiding
De schermteksten in het display van de telefoon worden cursief weergegeven,
bijvoorbeeld Belt.
De schermteksten voor de selectietoetsen en worden vetgedrukt
weergegeven, bijvoorbeeld Menu.
De Nokia 5100 is ontworpen voor een actieve
levensstijl. De kwaliteit en betrouwbaarheid van
deze telefoon zijn van blijvende aard. De telefoon
heeft een verbeterde beveiliging tegen water,
stof en beschadigingen. De rubberachtige
buitenkant zorgt voor een stevige, betrouwbare
en gemakkelijke grip.
De boven- en ondercover bieden een betere
bescherming tegen spatten en stof. Ook de
interne module is beschermd tegen spatten en
stof wanneer de covers en de toetsensjabloon
gemonteerd zijn. De onderdelen binnenin worden
beschermd door membranen en pakkingen.
De duurzaamheid van de telefoon is verbeterd ter
bescherming tegen onbedoelde schokken. Het
klepje aan de onderzijde biedt de aansluitingen
extra bescherming tegen stoten en vuil.
De Nokia 5100 beschikt bovendien over een
aantal functies die u bij uw activiteiten kunt
gebruiken, zoals:
2. Pop-PortTM-aansluiting, bijvoorbeeld
voor hoofdtelefoon en gegevenskabel.
3. Infraroodpoort
De aansluitingen aan de onderzijde
worden beschermd door een rubberen klepje. Houd dit klepje gesloten als er geen
toebehoren zijn aangesloten. Draag de telefoon nooit aan het rubberen klepje.
■ Standby-modus
De indicatoren hieronder worden weergegeven wanneer
de telefoon klaar is voor gebruik, zonder dat er tekens zijn
ingevoerd. Dit scherm wordt aangeduid als de standbymodus.
XXXXGeeft aan welk cellulair netwerk op dit moment
wordt gebruikt.
Toont de signaalsterkte van het cellulaire netwerk op uw huidige positie.
Hoe hoger de balk, des te sterker het signaal.
Toont de capaciteit van de batterij. Hoe hoger de balk, des te groter de
capaciteit van de batterij.
De telefoon is uitgerust met een signaallicht. U kunt het signaallicht vanuit de
standby-modus inschakelen wanneer de toetsen niet geblokkeerd zijn.
Het signaallicht activeren:
• Houd ingedrukt. Laat los om het signaallicht uit te schakelen.
• Druk tweemaal snel achter elkaar op . Het signaallicht blijft nu
onafgebroken ingeschakeld. Druk eenmaal op om het signaallicht weer uit
te schakelen.
Lijst met indicatoren in de standby-modus
U hebt een of meer tekst- of afbeeldingberichten ontvangen. Zie Een
gewoon bericht of e-mailbericht lezen en beantwoorden op pagina 51.
U hebt een of meer multimediaberichten ontvangen. Zie
Multimediaberichten lezen en beantwoorden op pagina 57.
U hebt een of meer spraakberichten ontvangen. Zie Spraakberichten op
pagina 59.
De toetsen van de telefoon zijn geblokkeerd. Zie Automatische
toetsblokkering op pagina 73.
De telefoon geeft geen belsignaal bij een inkomend gesprek of tekstbericht
wanneer Oproepsignaal is ingesteld op Stil en Berichtensignaaltoon is
ingesteld op Uit. Zie Tooninstellingen op pagina 77.
De wekker is ingesteld op Aan. Zie Wekker (menu 5) op pagina 81.
Houd alle kleine SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen.
• De SIM-kaart en de contactpunten van de kaart kunnen gemakkelijk door
krassen of buigen worden beschadigd. Wees daarom voorzichtig wanneer u de
kaart vastpakt, plaatst of verwijdert.
• Voordat u de SIM-kaart plaatst, moet u de telefoon altijd uitschakelen en de
batterij verwijderen.
1. Met de achterzijde van de telefoon naar u toegekeerd, drukt u de onderste
cover stevig in aan de zijkanten. Schuif de cover vervolgens naar beneden om
deze te verwijderen.
4. Maak de SIM-kaarthouder los door
deze naar beneden te trekken.
5. Plaats de SIM-kaart in de SIMkaarthouder en zorg ervoor dat de
gemarkeerde hoek zich linksboven
bevindt en dat de goudkleurige
contactpunten naar beneden zijn
gericht.
6. Sluit de SIM-kaarthouder.
7. Plaats de batterij terug.
8. Plaats de batterijcover terug.
9. Schuif de onderste cover terug totdat deze
vastklikt. Zie stap 5 in De covers
verwisselen ter referentie.
■ De covers verwisselen
Schakel de telefoon altijd uit en zorg ervoor dat de
telefoon niet met een oplader of ander apparaat is
verbonden als u de cover wilt verwisselen. Zorg er
altijd voor dat u de covers weer bevestigt voordat u
de telefoon opbergt of gebruikt.
plaats de plug van de lader in de aansluiting onder aan de telefoon. Zie
Aansluitingen op pagina 18.
2. Sluit de lader aan op een gewone wandcontactdoos.
Als de telefoon is ingeschakeld, wordt de tekst Batterij wordt opgeladen kort
weergegeven. Als de batterij helemaal leeg is, kan het enkele minuten duren
voordat de batterij-indicator wordt weergegeven of voordat u kunt bellen.
U kunt de telefoon tijdens het opladen gewoon gebruiken. De oplaadtijd is
afhankelijk van de gebruikte lader en batterij.
■ De telefoon in- en uitschakelen
Houd de aan/uit-toets boven op de telefoon ingedrukt.
Als de telefoon naar een PIN-code of beveiligingscode vraagt:
• Toets de PIN-code of beveiligingscode in (deze wordt weergegeven met
sterretjes ****) en druk op OK.
Zie ook Toegangscodes op pagina 12.
Waarschuwing:Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons
verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
TIPS VOOR EFFICIËNT GEBRUIK: De telefoon heeft een ingebouwde antenne. Zoals voor alle
radiozendapparatuur geldt, dient onnodig contact met de antenne te worden vermeden als
de telefoon is ingeschakeld. Het aanraken van de antenne kan een nadelige invloed hebben
op de gesprekskwaliteit en kan ervoor zorgen dat de telefoon meer stroom verbruikt dan
noodzakelijk is. Door de antenne tijdens een gesprek niet aan te raken, optimaliseert u de
prestaties van de antenne en de gesprekstijd van de telefoon.
• Leid de smallere plastic
riemhoudertjes een voor een door
de daarvoor bestemde openingen
aan de onderzijde van de telefoon
(1 & 2). Let erop dat de gesp op het
riempje zich aan de buitenzijde
bevindt.
• Bevestig het andere uiteinde van
het riempje door dit enigszins uit te
rekken aan de bovenzijde van de
telefoon (3 & 4).
• Pas de lengte van het riempje naar wens aan en maak de gesp vast.
• Als u het riempje wilt verwijderen, tilt u het bovenste gedeelte van het riempje
op en trekt u riemhoudertjes een voor een uit de openingen. Trek vervolgens
het onderste gedeelte van het riempje omlaag en trek de riemhoudertjes los.
■ Toetsen blokkeren
U kunt de toetsen blokkeren om te voorkomen dat deze per ongeluk worden
ingedrukt.
Druk op Menu en vervolgens binnen anderhalve seconde op .
Zie ook Automatische toetsblokkering op pagina 73.
Als de toetsen geblokkeerd zijn, verschijnt bovenaan in het display.
Druk op Vrijgeven en vervolgens binnen anderhalve seconde op .
Als de toetsen zijn geblokkeerd
• Als u een oproep wilt beantwoorden, drukt u op . Tijdens een gesprek kan de
telefoon op de normale wijze worden gebruikt. Wanneer u het gesprek wilt
beëindigen of weigeren, worden de toetsen automatisch geblokkeerd.
Inschakelen tijdens een gesprek
• Als u toetsblokkering wilt inschakelen tijdens een gesprek, drukt u op Opties en
selecteert u Toetsen blokk.
Opmerking:Wanneer de toetsen zijn geblokkeerd, kunt u soms nog wel het
alarmnummer kiezen dat is geprogrammeerd in het geheugen van uw telefoon
(bijvoorbeeld 112 of een ander officieel alarmnummer). Toets het alarmnummer in
en druk op . Het nummer wordt pas weergegeven nadat u het laatste cijfer
hebt ingetoetst.
1. Toets het netnummer en telefoonnummer in. Als u een verkeerd teken intoetst,
drukt u op Wis om het teken te verwijderen.
Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op voor het
internationale prefix (het +-teken staat voor de internationale toegangscode)
en toetst u de landcode, het netnummer en het telefoonnummer in.
2. Druk op om het nummer te bellen.
3. Druk op om het gesprek te beëindigen of het kiezen te onderbreken.
Bellen met behulp van het telefoonboek
• Zie Zoeken naar een naam in het telefoonboek op pagina 34. Druk op om
het nummer in het display te bellen.
Laatste nummer herhalen
• Druk vanuit de standby-modus eenmaal op om de lijst met 20
laatstgekozen nummers weer te geven. Ga naar het gewenste nummer of de
gewenste naam en druk op om het nummer te bellen.
Snelkeuzetoetsen
• Programmeer een telefoonnummer onder een van de snelkeuzetoetsen (-
). Zie Snelkeuze op pagina 71. U kunt het nummer dan op twee mogelijke
• Druk op de gewenste snelkeuzetoets en vervolgens op .
•Als Snelkeuze is ingeschakeld, houdt u de gewenste snelkeuzetoets ingedrukt
totdat het nummer is gekozen.
Uw voicemail bellen
• Houd ingedrukt in de standby-modus, of druk op en .
Zie ook Spraakberichten op pagina 59.
Conferentiegesprekken
Met de functie voor conferentiegesprekken kunnen maximaal zes personen
deelnemen aan een conferentiegesprek.
1. Bel de eerste deelnemer.
2. Als u een nieuwe deelnemer wilt bellen, drukt u op Opties en selecteert u
Nieuwe oproep.
3. Toets het telefoonnummer van de nieuwe deelnemer in of haal dit op uit het
geheugen en druk op Bellen. Het eerste gesprek wordt in de wachtstand
geplaatst.
4. Wanneer het nieuwe gesprek is beantwoord, kunt u de eerste deelnemer weer
in het conferentiegesprek betrekken. Druk op Opties en selecteer Conferentie.
5. Herhaal stap 2 tot en met 4 voor elke nieuwe deelnemer aan het gesprek.
6. Als u een privé-gesprek met een van de deelnemers wilt voeren, gaat u als
volgt te werk:
Druk op Opties, kies Apart en selecteer de gewenste deelnemer. Ga terug naar
het conferentiegesprek, zoals wordt beschreven in stap 4.
7. Druk op als u het conferentiegesprek wilt beëindigen.
■ Inkomende oproepen beantwoorden of weigeren
Druk op als u de inkomende oproep wilt beantwoorden en druk op als u
het gesprek wilt beëindigen.
Druk op om het gesprek te weigeren.
Als u op Stil drukt, wordt alleen de beltoon uitgeschakeld. U kunt de oproep
vervolgens beantwoorden of weigeren.
Als de stereohoofdtelefoon HDS-3 of andere compatibele Nokia-hoofdtelefoon op
de telefoon is aangesloten, kunt u oproepen beantwoorden en gesprekken
beëindigen door op de hoofdtelefoontoets te drukken.
Tip: Als Doorschakelen indien in gesprek is geactiveerd, wordt een
inkomende oproep ook doorgeschakeld als u de oproep weigert. Zie
Doorschakelen op pagina 70.
Als u wordt gebeld, wordt in het display de naam en het telefoonnummer van de
beller weergegeven, of wordt de tekst Privé-nummer of Oproep weergegeven. Als
in het telefoonboek meer dan één naam wordt gevonden met hetzelfde
telefoonnummer als de beller, wordt alleen het telefoonnummer weergegeven (als
dit beschikbaar is).
Tijdens een gesprek drukt u op om een gesprek in de wachtstand te
beantwoorden. Het eerste gesprek wordt in de wachtstand geplaatst. Druk op
om het actieve gesprek te beëindigen.
Zie Wachtfunctie op pagina 72 voor meer informatie over het activeren van de
functie Wachtfunctieopties.
■ Opties tijdens een gesprek
Een groot aantal opties die u tijdens gesprekken kunt gebruiken, zijn
netwerkdiensten. Druk op Opties tijdens een gesprek voor onder meer de volgende
mogelijkheden:
Microfoon uit of Microfoon aan, Beëindigen, Alles afsluiten, Telefoonlijst, Menu en
Standby of Uit standby, Nieuwe oproep, Conferentie, Apart, Opnemen, Weigeren
Luidspreker of Telefoon en Toetsen blokk..
DTMF verzenden wordt gebruikt om DTMF-toonreeksen, bijvoorbeeld
wachtwoorden of rekeningnummers, te verzenden. Toets de DTMF-toonreeks in of
haal deze op uit het telefoonboek en druk op OK. U kunt het wachtteken w en het
pauzeteken p intoetsen door herhaaldelijk op te drukken.
De functie Wisselen kunt u gebruiken om over te schakelen tussen het actieve
gesprek en het gesprek in de wachtstand. Met Doorverbinden kunt u een gesprek
in de wachtstand doorverbinden met een actief gesprek en zelf de verbinding
verbreken.