Nikon KeyMission 170 Reference Guide (full instructions) [nl]

DIGITALE CAMERA
Naslaggids
Lees deze handleiding grondig door voordat u de camera gebruikt.
Om een degelijk gebruik van de camera te verzekeren, dient u “Voor uw veiligheid” (pagina viii) te lezen, alsook “<Belangrijk> Opmerkingen over schokbestendigheid, waterdichtheid, stofdichtheid en condensatie” (pagina xii) en “Opmerkingen over draadloze communicatiefuncties” (pagina 89).
Bewaar deze handleiding na het lezen op een gemakkelijk toegankelijke plaats voor later gebruik.
Nl

Overzicht onderwerpen

U kunt naar deze pagina terugkeren door op rechtsonder op elke pagina te tikken of te klikken.

Belangrijkste onderwerpen

Voor gebruikers van een smart-apparaat ...............................................................................iii
Inleiding...............................................................................................................................................v
Inhoudsopgave ..............................................................................................................................xvi
Onderdelen van de camera .......................................................................................................... 1
Aan de slag..........................................................................................................................................6
De camera gebruiken....................................................................................................................17
Films ....................................................................................................................................................31
De camera aansluiten op een televisie of computer .........................................................53
Het menu gebruiken .....................................................................................................................58
Technische opmerkingen............................................................................................................87

Algemene onderwerpen

Voor uw veiligheid Wat SnapBridge
voor u kan betekenen
Films bewerken De Opname-opties
instellen
De
afstandsbediening
gebruiken
Problemen
oplossen
ii
De filmstand
selecteren
Index
V
oor gebruikers van een smart-apparaa
t
Your images. The world. Connected
Welkom bij SnapBridge — de nieuwe servicesfamilie van Nikon om uw beeldervaring te verrijken. SnapBridge zorgt voor een verbinding tussen uw camera en compatibel smart device met een combinatie van Bluetooth® Low Energy-technologie (BLE) en een speciale app. De verhalen die u met uw Nikon-camera en objectieven vastlegt, worden tijdens het maken automatisch naar het apparaat overgezet. Ze kunnen zelfs moeiteloos naar cloud-opslagservices worden geüpload, zodat toegang tot al uw apparaten mogelijk is.
* Draadloze communicatie is niet beschikbaar wanneer de camera zich onder water bevindt.
Download de app SnapBridge 360/170 en ga aan de slag!
Profiteer van het uitgebreide gebruiksgemak
door de “SnapBridge 360/170” app nu naar uw smartapparaat te downloaden. Door middel van enkele simpele stappen verbindt deze
app uw Nikon-camera met een compatibele iPhone®, iPad® en/of iPod touch® of smartapparaten die het besturingssysteem
TM
Android beschikbaar via de website (http://snapbridge.nikon.com), Apple App
Store® en Google Play Voor de meest recente informatie over SnapBridge, bezoek de Nikon-website voor uw regio (Avi).
gebruiken. De app is gratis
TM
.
iii

Voor gebruikers van een smart-apparaat

De spannende beeldervaring die SnapBridge biedt…
Automatische foto-overdracht van camera naar smartapparaat dankzij de constante verbinding tussen de
twee apparaten — zo wordt online delen van foto's gemakkelijker dan ooit tevoren
* Het is niet mogelijk om films automatisch over te zetten.
Uploaden van foto's en miniatuurbeelden naar de NIKON IMAGE SPACE cloud dienst
Een reeks services die uw beeldbeleving verrijkt, inclusief:
Camera-afstandsbediening
Afdrukken van maximaal twee delen
aftitelingsinformatie (opnamegegevens, opnamedatum en -tijd, tekst en logo's) op foto's
Automatische update van datum- en
tijdinformatie van de camera en locatie-in formatie
Ontvang firmware-updates voor de camera
Zie pagina 11 en volgende voor informatie over het instellen of gebruik van SnapBridge 360/170.
iv
Voor gebruikers van een smart-apparaat

Inleiding

Lees dit eerst

Dank u voor uw aankoop van de Nikon KeyMission 170 digitale camera.

Symbolen en conventies in deze handleiding

Tik of klik op rechtsonder op elke pagina om “Overzicht onderwerpen” (Aii) weer te
geven.
Symbolen
Symbool Beschrijving
Dit symbool staat bij waarschuwingen en informatie die moeten worden
B
gelezen voordat u de camera gaat gebruiken.
Dit symbool staat bij opmerkingen en informatie die moeten worden
C
gelezen voordat u de camera gaat gebruiken.
A Dit pictogram verwijst naar andere pagina's met relevante informatie.
In deze handleiding wordt naar micro SD-, micro SDHC- en micro SDXC­geheugenkaarten verwezen als “geheugenkaarten”.
Met “standaardinstelling” wordt de instelling bij aankoop bedoeld.
De namen van de menuopties die op de cameramonitor verschijnen en de namen van
knoppen of meldingen die op de computermonitor verschijnen, worden vet weergegeven.
In sommige schermvoorbeelden in deze handleiding zijn afbeeldingen weggelaten om aanduidingen op het scherm duidelijker weer te geven.
Inleiding
Lees dit eerst
v

Informatie en voorzorgsmaatregelen

Permanente kennisoverdracht
Als onderdeel van Nikon's streven naar “permanente kennisoverdracht” via continue productondersteuning en -informatie is er altijd nieuwe, bijgewerkte informatie online beschikbaar op de volgende we bsites:
Voor gebruikers in de VS: http://www.nikonusa.com/
Voor gebruikers in Europa: http://www.europe-nikon.com/support/
Voor gebruikers in Azië, Oceanië, het Mid den-Oosten en Afrika: http://www.nikon-asia.com/
Bezoek deze sites voor de nieuwste productinformatie, tips, antwoorden op veelgestelde vragen (FAQ's) en algemeen advies over digitale beeldverwerking en fotografie. Neem voor meer informatie contact op met de dichtstbijzijnde Nikon-vertegenwoordiger. Bezoek de onderstaande website voor de contactgegevens.
http://imaging.nikon.com/
Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van het merk Nikon
Nikon-camera's zijn ontwikkeld volgens de hoogste technologische normen en bevatten complexe elektronische circuits. Alleen elektronische accessoires van het merk Nikon (inclusief batterijladers, accu's, lichtadapters en USB-kabels), die door Nikon speciaal zijn gecertificeerd voor gebruik met deze digitale camera van Nikon, zijn ontwikkeld om binnen de operationele eisen en veiligheidseisen van deze elektronische circuits te werken en zijn met het oog daarop getest en goedgekeurd.
HET GEBRUIK VAN ELEKTRONISCHE ACCESSOIRES DIE NIET DOOR NIKON ZIJN VERVAARDIGD, KAN
DE CAMERA BESCHADIGEN EN DE
Het gebruik van oplaadbare Li-ionbatterijen van derden die het Nikon holografische zegel niet dragen, kan de normale werking van de camera verstoren of ertoe leiden dat de accu's oververhit raken, ontbranden, barsten of lekken.
Holografisch zegel: dit zegel duidt aan dat dit apparaat een origineel Nikon­product is.
Neem voor meer informatie over originele Nikon-accessoires contact op met een door Nikon erkende leverancier.
Voordat u belangrijke foto's gaat maken
Voordat u foto's gaat maken van belangrijke gelegenheden (zoals een huwelijk of een reis), kunt u best enkele proefopnamen maken om te controleren of de camera goed werkt. Nikon is niet aansprakelijk voor schade of gederfde inkomsten als gevolg van een defect aan uw camera.
NIKON-GARANTIE DOEN VERVALLEN.
Inleiding
Lees dit eerst
vi
Over de handleidingen
Geen enkel onderdeel van de bij dit product geleverde handleidingen mag worden
gereproduceerd, overgedragen, getra nscribeerd, worden opgeslagen in een archiefsysteem of in enige vorm worden vertaald naar enige taal, met enig middel, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nikon.
De illustraties en scherminhoud in deze handleiding kunnen afwijken van het eigenlijke product.
Nikon behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande aankondiging de specificaties van de
hardware en software die in deze handleidingen worden beschreven op elk gewenst moment te wijzigen.
Nikon is niet aansprakelijk voor enige schade die voortvloeit uit het gebruik van dit product.
Nikon heeft alles in het werk gesteld om te zorgen dat de informatie in deze handleidi ngen juist
en volledig is en zou het op prijs stellen als u de Nikon-importeur op de hoogte brengt van eventuele onjuistheden of omissies (zie de overige documentatie voor de adresgegevens).
Voldoen aan auteursrechtelijke bepalingen
Onder auteursrecht mogen foto's of opnamen van auteursrechtelijk beschermde werken, gemaakt met de camera, niet worden gebruikt zonder toestemming van de houder van het auteursrecht. Uitzonderingen zijn van toepassing op persoonlijk gebruik, maar houd er rekening dat zelfs persoonlijk gebruik mogelijk beperkt is in het geval van foto's of opnamen van exposities of live optredens.
Wegwerpen van opslagmedia
Houd er rekening mee dat bij het wissen van beelden of het formatteren van opslagmedia de oorspronkelijke beeldgegevens niet volledig worden verwijderd. Met behulp van in de handel verkrijgbare software is het soms mogelijk verwijderde bestanden op weggeworpen geheugenkaarten alsnog te herstellen, wat misbruik van persoonlijke beeldgegevens tot gevolg kan hebben. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de privacybescherming met betrekking tot dergelijke gegevens.
Voor u een geheugenkaart weggooit of aan een andere persoon overdraagt, dient u Standaardwa arden in Camera-instellingen in het c (setup)-menu (A59) uit te voeren om de camera-instellingen ongedaan te maken. Daarna wist u alle gegevens met behulp van in de handel verkrijgbare software of voert u Geheugenkaart form. in Camera-i nstellingen in het c (setup)- menu uit om de geheugenkaart te formatteren, waarna u de geheugenkaart volledig vult met beelden die geen privé-informatie omvatten (bijvoorbeeld beelden van een lege lucht).
Wees voorzichtig bij het fysiek vernietig en van geheugenkaarten en voorkom letsel en beschadiging van eigendommen.
Conformiteitsmarkering
Volg de onder staande procedure om e en aantal conformiteitsmarkeringen weer te geven waaraan de camera vold oet.
Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Camera-instellingen M k-knop M Conformiteitsmarkering M k-knop
Inleiding
Lees dit eerst
vii

Voor uw veiligheid

Om schade aan eigendommen of letsel aan uzelf of anderen te voorkomen, lees “Voor uw veiligheid” in zijn geheel door alvorens dit product te gebruiken. Bewaar deze veiligheidsinstructies daar waar iedere gebruiker van dit product ze kan lezen.
Het niet in acht nemen van deze
GEVAAR
WAARSCHUWING
LET OP
Bevestig niet rechtstreeks op uw hoofd. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan ongelukken of ander letsel veroorzaken.
Gebruik niet tijdens het besturen van een voertuig. Bevestig het product daar waar deze niet stoort tijdens besturing van het voertuig. Draag dit product niet als dit zal storen b ij het gebruik van vereiste appa ratuur. Draag dit product niet waar het in aanraking komt met andere mensen of voorwerpen. Het niet in acht
nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan ongelukken of ernstig letsel veroorzaken.
Dit product niet uit elkaar halen of aanpassen. Raak geen interne delen aan die worden blootgesteld als gevolg van een val of ander ongeluk. Het niet in acht
nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan een elektrische schok of ander letsel tot gevolg hebben.
Mocht u afwijkingen aan het product ontdekken zoals het produceren van rook, hitte of ongebruikelijke geuren, ontkoppel dan onmiddellijk de accu of voedingsbron.
Pak de stekker niet met natte handen vast. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.
Voortgaand gebruik kan brand, brandwonden of ander letsel veroorzaken.
voorzorgsmaatregelen, gemarkeerd met dit pictogram, zorgt voor groot gevaar voor de dood of ernstig letsel.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen, gemarkeerd met dit pictogram, kan de dood of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen, gemarkeerd met dit pictogram, kan letsel of schade aan eigendommen tot gevolg hebben.
GEVAAR
WAARSCHUWING
Inleiding
Voor uw veiligheid
viii
Laat uw huid niet langdurig in contact komen met dit product terwijl deze in en uit het stopcontact wordt gehaald. Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan lichte brandwonden tot gevolg hebben.
Gebruik dit product niet in de aanwezigheid van ontvlambaar stof of gas zoals propaan, benzine of spuitbussen. Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan een explosie of brand tot gevolg hebben.
Houd dit product uit de buurt van kinderen. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan letsel of een defect aan het product tot gevolg hebben. Merk bovendien op dat kleine onderdelen verstikkingsgevaar opleveren. Mocht een kind onderdelen van dit product inslikken, zoek dan onmiddellijk medische hulp.
Gebruik geen accu's, laders, lichtnetadapters of USB-kabels die niet specifiek zijn bedoeld voor gebruik met dit product. Bij het gebruik van accu's, laders, lichtnetadapters en USB-kabels die bedoeld zijn voor gebruik met dit product, ga geen:
- Snoeren of kabels beschadigen, aanpassen, met overmatige kracht trekken
aan of buigen van kabels of ze onder zware voorwerpen plaatsen of ze blootstellen aan hitte of vlammen.
- Reisadapters of adapters gebruiken die speciaal ontworpen zijn om van de
ene spanning naar een andere spanning over te schakelen, of met DC-naar­AC-omvormers.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.
Pak de stekker niet vast tijdens het opladen van het product of gebruik van de lichtnetadapter tijdens onweersbuien. Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan een elektrische schok tot gevolg hebben.
Zorg ervoor dat het product goed is vastgezet. Let goed op uw omgeving. Neem daar waar het product wordt gebruikt, de regels en voorschriften van alle mogelijkheden en in alle wedstrijden in acht. Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregelen kan ongelukken of ernstig letsel veroorzaken.
LET OP
Laat het objectief niet naar de zon of andere sterke lichtbronnen gericht. Licht dat wordt geconvergeerd door het objectief kan brand of schade aan de interne onderdelen van het product veroorzaken.
Schakel dit product uit wanneer het gebruik ervan verboden is. Schakel draadloze functies uit wanneer het gebruik van draadloze apparatuur verboden is. De radiofrequentie-emissies geproduceerd door dit product kunnen
interfereren met apparatuur aan boord van vliegtuigen of in ziekenhuizen of andere medische faciliteiten.
Verwijder de accu en ontkoppel de lichtnetadapter als voor langere tijd geen gebruik wordt gemaakt van dit product. Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan brand of een defect aan het product tot gevolg hebben.
Inleiding
Voor uw veiligheid
ix
Laat het product niet achter op een plaats waar het voor langere tijd wordt blootgesteld aan extreem hoge temperaturen, zoals in een afgesloten auto of in direct zonlicht. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan brand of
een defect aan het product tot gevolg hebben.
Controleer of de apparatuur correct is bevestigd en inspecteer regelmatig op slijtage en beschadigingen. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel
kan ongelukken of ander letsel veroorzaken.
Schud niet snel of overmatig met uw lichaam terwijl het product is bevestigd. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan ertoe leiden dat het product loskomt, wat ongevallen of ander letsel veroorzaakt.
Plaats het product niet op, of bevestig het niet aan onstabiele oppervlakken. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan ertoe leiden dat het product loskomt of omvalt, wat ongevallen of ander letsel veroorzaakt.
GEVAAR voor batterijen
Voorkom onjuist gebruik van accu's. Het niet in acht nemen van de volgende voorzorgsmaatregelen kan ervoor zorgen dat de accu's lekken, oververhit raken, scheuren of vlam vatten.
- Gebruik uitsluitend oplaadbare accu's die zijn goedgekeurd voor gebruik in dit
product.
- Stel accu's niet bloot aan vlammen of extreme hitte.
- Haal niet uit elkaar.
- Sluit de aansluitingen niet kort door ze in aanraking te laten komen met kettingen,
haarspelden of andere metalen voorwerpen.
- Stel accu's of de producten waarin ze worden geplaatst, niet bloot aan krachtige
fysieke schokken.
Probeer EN-EL12 oplaadbare accu's niet op te laden met behulp van laders/ camera's die niet specifiek bedoeld zijn voor dit doel. Het niet in acht nemen van
deze voorzorgsmaatregel kan ervoor zorgen dat de accu's lekken, oververhit raken, scheuren of vlam vatten.
Als accuvloeistof in aanraking komt met de ogen, spoel dan met veel schoon water en zoek onmiddellijk medische hulp. Het uitstellen van deze handeling kan
oogletsel tot gevolg hebben.
Inleiding
Voor uw veiligheid
x
WAARSCHUWING voor batterijen
Houd accu's buiten bereik van kinderen. Mocht een kind een accu inslikken, zoek dan onmiddellijk medische hulp.
Dompel accu's niet onder in water en stel ze niet bloot aan regen. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan brand of een defect aan het product tot gevolg hebben. Droog het product onmiddellijk met een handdoek of gelijkwaardig voorwerp, mocht deze nat worden.
Stop het gebruik onmiddellijk indien u veranderingen aan de accu's opmerkt, zoals verkleuring en vervorming. Stop het opladen van een accu als deze niet binnen de opgegeven tijdsduur opgeladen is. Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan ervoor zorgen dat de accu's lekken, oververhit raken, scheuren of vlam vatten.
Isoleer de accupolen met tape alvorens deze weg te gooien. Oververhitting, scheuren of brand kan het gevolg zijn indien metalen voorwerpen in aanraking komen met de aansluiting. Recycle of gooi accu's weg overeenkomstig de lokale voorschriften.
Als accuvloeistof in aanraking komt met iemand zijn huid of kleding, spoel het getroffen gebied dan onmiddellijk met veel schoon water. Het niet in acht nemen
van deze voorzorgsmaatregel kan huidirritatie tot gevolg hebben.
Inleiding
Voor uw veiligheid
xi

<Belangrijk> Opmerkingen over schokbestendigheid, waterdichtheid, stofdichtheid en condensatie

De hier beschreven schokbestendigheid, waterdichtheid en stofdichtheid waarborgen niet dat de camera in alle omstandigheden volledig waterdicht blijft of geen schade of problemen kan ondervinden.
Stel de camera niet bloot aan overmatige schokken, vibratie of druk door de camera te laten vallen, erop te slaan of er een zwaar voorwerp op te plaatsen. Als u geen rekening houdt met deze voorzorgsmaatregel, kan de camera vervormd raken, kan er water binnensijpelen of kunnen de luchtdichte afdichtingen beschadigd raken, waardoor de werking van de camera gestoord raakt.
Uw Nikon-garantie dekt mogelijk geen storingen die worden veroorzaakt door water dat in de camera binnensijpelt ten gevolge van een verkeerde hantering van de camera.

Opmerkingen over schokbestendigheid

Deze camera is geslaagd in de interne Nikon-test (valtest van een hoogte van 200 cm op een multiplexpaneel van 5 cm dik) overeenkomstig standaard MIL-STD 810F Method
516.5-Shock
Wijzigingen in het uitzicht, zoals afpellende lak en vervorming van het camera, worden niet gemeten tijdens de interne Nikon-test.
1
2

Opmerkingen over waterdichtheid en stofdichtheid

De camera voldoet aan JIS/IEC-waterdichtheidsklasse 8 (IPX8) en JIS/IEC­stofdichtheidsklasse 6 (IP6X) en laat gedurende 60 minuten opnames onder water toe op een diepte van 10 m.*
* Deze waarde geeft aan dat de camera dusdanig ontworpen is dat hij gedurende de vermelde
1.2
Standaard testmethode van het Amerikaanse Ministerie van Defensie. Tijdens deze va ltest vallen 5 camera's i n 26 richtingen (8 randen, 12 hoeken en 6 voorzijden) van een hoogte van 122 cm, om zeker te zijn dat een op de vijf camera's in de test slaagt (als een defect tijdens de test wordt vastgesteld, worden nog eens vijf camera's getest om zeker te zijn dat een op de vijf camera's aan de testcriteria voldoet). Met bevestigde lensbesc herming of onderwater-lensbescherming.
tijd bestand is tegen de vermelde waterdruk wanneer de camera wordt gebruikt overeenkomstig de door Nikon gedefinieerde methoden.
- De waterdichtheid van deze camera werd alleen getest in zoet water (zwembaden, rivieren en meren) en zeewater.
- Het inwendige gedeelte van deze camera is niet waterdicht. Water dat in de camera binnensijpelt, kan roest veroorzaken aan de componenten, wat hoge herstellingskosten of onherstelbare schade tot gevolg heeft.
B Voorzorgsmaatregelen tijdens het reinigen
Prik niet in de microfoon- of luidsprekeropeningen met een scherp voorwerp. Als de binnenzijde van de camera beschadigd raakt, neemt de waterdichtheid af.
Gebruik voor de reiniging geen zeep, neutrale detergenten of chemicaliën zoals benzine.
xii
Inleiding
<Belangrijk> Opmerkingen over schokbestendigheid, waterdichtheid, stofdichtheid en condensatie

Opmerkingen over schokbestendigheid, waterdichtheid en stofdichtheid

Laat de camera niet v allen, sla de camera niet tegen een hard voorwerp zoals een rots, of
gooi de camera niet op het wateroppervlak.
Stel de camera niet bloot aan schokken wanneer u deze onder water gebruikt.
- Stel de camera niet bloot aan waterdruk door hem in een stroomversnelling of onder een waterval te houden.
- Gebruik de camera niet op een diepte van meer dan 10 m onder water.
- Laat de camera onder water niet vallen. Deze camera drijft niet in water.
Gebruik de camera niet continu gedurende 60 minuten of langer onder water.
Plaats geen natte geheugenkaart of accu in de camera.
- Open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet wanneer de camera of uw handen nat zijn. Daardoor kan er water in de camera binnensijpelen of kan de camera gestoord raken.
Open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet onder water.
Als vocht zoals waterdruppels zich op de
buitenzijde van de camera hecht of in het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf, dient u dit vocht onmiddellijk weg te vegen met een zachte droge doek.
- Als een vreemde stof zich op de buitenzijde van de camera hecht of in het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf, dient u deze vreemde stof onmiddellijk te verwijderen met een blazer of een zachte doek.
Laat de camera niet gedurende lange tijd achter bij koude temperaturen of bij warme temperaturen van 40 °C of meer.
- Dit kan de waterdichtheid van de camera aantasten.
- Wanneer u de camera onder water gebruikt, moet het water een temperatuur van
0 °C tot 40 °C hebben.
Gebruik de camera niet in warmtebronnen.

Voor de camera onder water wordt gebruikt

Controleer de volgende zaken voor u de camera onder water gebruikt.
Controleer of er zich geen vreemde stoffen in het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf bevinden.
Controleer of de waterdichte pakking van het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet gebarsten of vervormd is.
- Controleer of de waterdichte pakking niet losgekomen is van de camera.
Controleer of het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf stevig gesloten is.
- Controleer of de ontgrendeling voor het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf in de stand LOCK staat (A7).
xiii
Inleiding
<Belangrijk> Opmerkingen over schokbestendigheid, waterdichtheid, stofdichtheid en condensatie

Info over bedrijfstemperatuur, vocht en condensatie

Deze camera werd getest bij temperaturen van −10 °C tot +40 °C. Wanneer u de camera in koude streken of op grote hoogtes gebruikt, dient u rekening te
houden met de volgende voorzorgsmaatregelen.
De prestaties van de accu's nemen tijdelijk af wanneer het koud is. Houd de camera en accu's warm onder uw kledij voor u deze gebruikt.
De prestaties van de camera kunnen tijdelijk afnemen als de camera gedurende lange tijd wordt blootgesteld aan extreme koude. De monitor kan bijvoorbeeld donkerder worden dan normaal onmiddellijk nadat de camera werd ingeschakeld, of er kunnen spookbeelden optreden.
Omgevingsomstandigheden die waarschijnlijk condensatie zullen veroorzaken
Waasvorming (condensatie) kan in de volgende omstandigheden bij sterke temperatuurschommelingen of hoge vochtigheid optreden aan de binnenzijde van de monitor, het objectief of de onderwater-lensbescherming. Dit is geen storing of defect.
De camera wordt plots ondergedompeld in koud water nadat de camera zich bij hoge temperatuur op het land bevond.
De camera wordt naar een warme plek gebracht, bijvoorbeeld in een gebouw, vanuit koude buitentemperaturen.
Het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf wordt geopend of gesloten in een omgeving met hoge vochtigheid.
De camera of onderwater-lensbescherming is nat terwijl de onderwater­lensbescherming wordt bevestigd.
Beperking van condensvorming
Open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf, doe de camera samen met een in de handel verkrijgbaar vochtonttrekkend middel in bijvoorbeeld een plastic zak en doe deze zak vervolgens dicht. Als er minder vocht in de camera aanwezig is, is condensvorming minder waarschijnlijk.
Leg de camera niet op een plek waar de camera erg warm kan worden (blootgesteld aan direct zonlicht bijvoorbeeld), voordat u de camera gebruikt onder water. Wanneer de camera erg warm is en u ermee onder water gaat, kan er condensvorming optreden door het plotselinge temperatuurverschil.
Waasvorming verwijderen
Zet de camera uit en open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf op een plaats waar de omgevingstemperatuur stabiel is (vermijd plaatsen met hoge temperatuur of vochtigheid, zand of stof). Om de waasvorming op het objectief of de monitor te verhelpen, verwijdert u de accu en geheugenkaart en laat u het deksel van het batterijvak/het deksel van de geheugenkaartsleuf geopend, zodat de camera zich kan aanpassen aan de omgevingstemperatuur. Verwijder de onderwater-lensbescherming als deze beslagen is.
Als de onderwater-lensbescherming nog steeds beslagen is, probeer de waasvorming dan te laten verdwijnen door de onderwater-lensbescherming te verwijderen en de camera een tijdje te gebruiken voor dat u de onderwater-lensbescherming weer bevestigt.
xiv
Inleiding
<Belangrijk> Opmerkingen over schokbestendigheid, waterdichtheid, stofdichtheid en condensatie

Opmerkingen over waterdichtheid van de afstandsbediening

De afstandsbediening voldoet aan JIS/IEC-waterdichtheidsgraad 7 (IPX7) en het is bevestigd dat water niet binnensijpelt wanneer de camera gedurende 30 minuten op een diepte van 1 m onder water wordt gehouden.
- De afstandsbediening mag niet onder water worden gebruikt.

Opmerkingen over condensatie en waterdichtheid van de afstandsbediening

Laat de afstandsbediening niet vallen, sla de afstandsbediening niet tegen een hard voorwerp zoals een rots, of gooi de afstandsbediening niet op het wateroppervlak.
Breng de afstandsbediening niet onder water.
- Als de afstandsbediening per vergissing in het water valt, dient u de
afstandsbediening onmiddellijk op te nemen en af te vegen met een zachte droge doek.
Plaats geen natte accu in de afstandsbediening.
- Open het deksel v an het batterijvak niet wanneer de afstandsbediening of uw handen
nat zijn. Daardoor kan er water in de afstandsbediening binnensijpelen, wat tot een storing kan leiden.
Als vocht zoals waterdruppels of een vreemde stof zich op de buitenzijde van de afstandsbediening hecht of in het deksel van het batterijvak, dient u dit onmiddellijk weg te vegen met een zachte droge doek.
Controleer of het deksel van het batterijvak stevig gesloten is.
- Controleer of het deksel van het batterijvak in de stand CLOSE staat.
- Controleer of er geen vreemde stof zoals pluis vastzit in het deksel van het batterijvak.
Wanneer u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan er water in de afstandsbediening binnensijpelen.
Laat de afstandsbediening niet gedurende lange tijd achter bij koude temperaturen of bij warme temperaturen van 40 °C.
- Dit kan de waterdichtheid van de afstandsbediening aantasten.
Breng de afstandsbediening niet plots naar een omgeving met hoge vochtigheid als ze gedurende lange tijd heeft blootgestaan aan extreme koude.
- Condens kan zich in de afstandsbediening vormen.

Inspectie en reparatie

Als de camera werd blootgesteld aan schokken, is het aan te bevelen de waterdichtheid te laten nakijken door uw verkoper of een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger (tegen betaling).
Als de kwaliteit van de waterdichte pakking afneemt, dient u contact op te nemen met uw verkoper of een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger. De waterdichtheid van de waterdichte pakking kan na één jaar afnemen.
Als er water in de camera binnensijpelt, dient u het gebruik onmiddellijk te stoppen en uw camera binnen te brengen bij uw door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger.
xv
Inleiding
<Belangrijk> Opmerkingen over schokbestendigheid, waterdichtheid, stofdichtheid en condensatie
Inhoudsopgave
Overzicht onderwerpen...................................................................................................... ii
Belangrijkste onderwerpen .................................................................................................................................... ii
Algemene onderwerpen......................................................................................................................................... ii
Voor gebruikers van een smart-apparaat.................................................................... iii
Inleiding.................................................................................................................................... v
Lees dit eerst ............................................................................................................................................ v
Symbolen en conventies in deze handleiding .......................................................................................... v
Informatie en voorzorgsmaatregelen ............................................................................................................ vi
Voor uw veiligheid .............................................................................................................................. viii
<Belangrijk> Opmerkingen over schokbestendigheid, waterdichtheid,
stofdichtheid en condensatie .......................................................................................................... xii
Opmerkingen over schokbestendigheid .................................................................................................... xii
Opmerkingen over waterdichtheid en stofdichtheid......................................................................... xii
Opmerkingen over schokbestendigheid, waterdichtheid en stofdichtheid ...................... xiii
Voor de camera onder water wordt gebruikt ........................................................................................ xiii
Info over bedrijfstemperatuur, vocht en condensatie...................................................................... xiv
Opmerkingen over waterdichtheid van de afstandsbediening .................................................. xv
Opmerkingen over condensatie en waterdichtheid van de afstandsbediening.............. xv
Inspectie en reparatie ............................................................................................................................................. xv
Onderdelen van de camera ............................................................................................... 1
De camerabody ....................................................................................................................................... 2
De monitor ................................................................................................................................................ 4
Voor opname.................................................................................................................................................................. 4
Voor weergave............................................................................................................................................................... 5
Aan de slag .............................................................................................................................. 6
De accu en de geheugenkaart plaatsen.............................................................................. ........... 7
De accu of geheugenkaart verwijderen ........................................................................................................ 8
Geschikte geheugenkaarten................................................................................................................................. 8
De accu opladen ..................................................................................................................................... 9
De camera in- of uitschakelen........................................................................................................................... 10
Camera instellen ................................................................................................................................... 11
Instellen vanaf een smartphone of tablet.................................................................................................. 11
Setup vanuit de cameramenu's ....................................................................................................................... 13
Wat SnapBridge voor u kan betekenen ...................................................................................................... 15
Inhoudsopgave
xvi
De camera gebruiken......................................................................................................... 17
Films opnemen en foto's maken..................................................................................................... 18
Films en foto's weergeven................................................................................................................. 19
Beelden overzetten naar een smart-apparaat ........................................................................... 19
Accessoires gebruiken ........................................................................................................................ 21
De afstandsbediening gebruiken ................................................................................................................... 21
De basisadapter en basisbevestiging gebruiken .................................................................................. 26
De lensbescherming of onderwater-lensbescherming gebruiken ........................................... 28
Statuslampjes......................................................................................................................................... 30
Films ......................................................................................................................................... 31
Bediening tijdens filmopname ........................................................................................................ 32
Vastleggen van foto's tijdens filmopname................................................................................................ 34
Tags toevoegen tijdens filmopname (markeringstags) .................................................................... 34
De Filmstand selecteren..................................................................................................................... 35
D Standaardfilm ...................................................................................................................................................... 37
D Slow motion toevoegen............................................................................................................................... 38
C Film + foto ...................................................................................................................................................... 40
D Superlapsefilm ..................................................................................................................................................... 41
E Lusopname ..................................................................................................................................................... 42
F Time-lapse-film.................................................................................................................................................... 44
Functies tijdens filmweergave ......................................................................................................... 46
Films bewerken ..................................................................................................................................... 48
Functies die bij opname niet samen kunnen worden gebruikt .......................................... 51
De camera aansluiten op een televisie of computer.............................................. 53
Beelden gebruiken ............................................................................................................................... 54
Beelden bekijken op een televisie .................................................................................................. 55
Beelden naar een computer overzetten (KeyMission 360/170 Utility) ............................. 56
KeyMission 360/170 Utility installeren ......................................................................................................... 56
Beelden naar een computer overzetten..................................................................................................... 56
Het menu gebruiken.......................................................................................................... 58
Menubewerkingen............................................................................................................................... 59
Menulijsten ............................................................................................................................................. 61
Het filmmenu............................................................................................................................................................... 61
Het menu Foto's ........................................................................................................................................................ 61
Het menu Opname-opties .................................................................................................................................. 62
Het menu Camera-instellingen ........................................................................................................................ 62
Het weergavemenu................................................................................................................................................. 63
Het filmmenu ......................................................................................................................................... 64
xvii
Inhoudsopgave
Filmstand........................................................................................................................................................................ 64
Filmopties ...................................................................................................................................................................... 65
NTSC/PAL ....................................................................................................................................................................... 66
Elektronische VR......................................................................................................................................................... 66
Windruisreductie ....................................................................................................................................................... 67
Het menu Foto's.................................................................................................................................... 68
Foto's................................................................................................................................................................................. 68
Het menu Opname-opties ................................................................................................................ 69
Onder water.................................................................................................................................................................. 69
Witbalans (Tint aanpassen) ................................................................................................................................. 69
Kleuropties..................................................................................................................................................................... 70
Belichtingscompensatie ....................................................................................................................................... 70
Standaardw. herstellen .......................................................................................................................................... 70
Het menu Camera-instellingen ....................................................................................................... 71
Datum en tijd............................................................................................................................................................... 71
Monitorinstellingen ................................................................................................................................................. 72
Geluidsinstellingen................................................................................................................................................... 73
Automatisch uit.......................................................................................................................................................... 74
Geheugenkaart form............................................................................................................................................... 75
Opties v. filmopname ............................................................................................................................................. 75
Fn-knop afstandsbed. ............................................................................................................................................. 76
Verticaal draaien......................................................................................................................................................... 76
LED-helderheid........................................................................................................................................................... 76
Opladen via computer........................................................................................................................................... 77
Taal/Language ............................................................................................................................................................ 78
Locatiegegevens ....................................................................................................................................................... 78
Standaardwaarden ................................................................................................................................................... 79
Conformiteitsmarkering........................................................................................................................................ 79
Firmware-versie .......................................................................................................................................................... 79
Menu Netwerk ............................................................................................................................................................ 80
Opnieuw koppelen .................................................................................................................................................. 82
Het weergavemenu ............................................................................................................................. 85
h Filmweergave....................................................................................................................................................... 85
g Filmbewerking ..................................................................................................................................................... 85
f Wissen ........................................................................................................................................................................ 85
j Uploaden .......................................................................................................................................................... 86
i Beveiligen............................................................................................................................................................... 86
e Terug.......................................................................................................................................................................... 86
Technische opmerkingen................................................................................................. 87
Mededelingen........................................................................................................................................ 88
Opmerkingen over draadloze communicatiefuncties............................................................ 89
xviii
Inhoudsopgave
Verzorging van het product ............................................................................................................. 91
De camera...................................................................................................................................................................... 91
De accu............................................................................................................................................................................ 92
De lichtnetlaadadapter .......................................................................................................................................... 93
Geheugenkaarten ..................................................................................................................................................... 94
Reinigen en opbergen ........................................................................................................................ 95
Reiniging na gebruik van de camera onder water............................................................................... 95
Reiniging nadat de camera in andere omstandigheden dan onder water werd
gebruikt ........................................................................................................................................................................... 96
Opslag .............................................................................................................................................................................. 96
Foutmeldingen...................................................................................................................................... 97
Problemen oplossen............................................................................................................................ 99
Bestandsnamen.................................................................................................................................. 103
Accessoires........................................................................................................................................... 104
Technische gegevens....................................................................................................................... 107
Index....................................................................................................................................................... 114
Inhoudsopgave
xix

Onderdelen van de camera

De camerabody.................................................................................................................................2
De monitor..........................................................................................................................................4
Onderdelen van de camera
1

De camerabody

1
Statuslampje ( voor).............. .................... 30, 76
2
Fotoknop ........................ .............................. ..........18
3
Filmknop................. .............................. .................. 18
4
Luidsp reker
5
Lensbescherming .......... .............................. .....28
6
Objectief
7
Statiefaansluiting .......................................... ..109
8
N-Mark (NFC antenne).................................... 12
9
Ingebouwde microfoon
12 3
5
6
4
897
Onderdelen van de camera
De camerabody
2
987
5
4
321
6
10
11 12 13
15 14
1
Monitor ........................................ .............................. .4
2
Statuslampje ( achter)............. ................. 30, 76
3
Deksel van het batterijvak/de
geheugenkaar tsleuf .............................. .............7
4
Grendel deksel batterijvak/
geheugenkaar tsleuf .............................. .............7
5
Ontgrendeling deksel batterijvak/
geheugenkaar tsleuf .............................. .............7
6
Oogje voor valbeschermingskoord
7
H (x monitor)-knop .................. 11, 18, 59
8
I (c weergave)-knop................ 11, 19, 59
9
k (selectie toepassen)-k nop.............11, 59
10
HDMI-micro-aansluiting (Type D) ...........54
11
Micro-USB-aansluiting ............................ ........54
12
Batterijvergrendeling ........................... .............. 7
13
Waterdichte pakking
14
Batterijvak ................................. .............................. ..7
15
Geheugenkaa rtsleuf.................. ........................ 7
Onderdelen van de camera
De camerabody
3

De monitor

[01:00:00]
1080/30p
0.30.3+0.3
+
3
4 5 6 7
8
10 912
11
13
15
16
17
18
14
12
1
Filmstand.. ...................................................... 35, 64
2
Foto-opnamestand....... .............................. .....68
3
Resterende filmopnametijd
4
Bluetooth -communicatieaa nduiding
............................................................... ............... 12, 80
5
Wi-Fi-communicatieaanduiding...... 16, 80
6
Vliegtuigmodus ......................... ......................... 80
7
Aanduiding verbinding
afstandsbediening ........................ .................... 23
8
Aanduiding batterijniveau
9
Filmopties....................... .............................. ..........65
10
Belichtingscompensatiewaarde ...............70
11
Kleuropties ........................ .....................................70
12
Onder water ..........................................................69
13
Witbalans ................... .............................. ...............69
14
Elektronische VR ................... .............................. 66
15
Windruisreductie ............................ ....................67
16
Aanduiding “Datum niet ingesteld”.......71
17
“Foto-opname beschikbaar” aanduiding
................................ ............................................. ..........34
18
“Foto-opname niet beschikbaar”
aanduiding..................... .............................. ..........34
De informatie die op het opname- of weergavescherm wordt weergegeven is afhankelijk van de instellingen en de gebruikstoestand van de camera. Standaard wordt informatie weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld en wanneer u de camera bedient; de informatie verdwijnt na enkele seconden (wanneer Foto-
informatie is ingesteld op Automatische i nfo in Monitorinstellingen (A72)).

Voor opname

C Aanduiding batterijniveau
B: het batterijniveau is hoog.
b: het batterijniveau is laag.
Y: het ex terne batterijn iveau is hoog. *
Z: het ex terne batterijn iveau is laag. *
* Wordt weergegeven wanneer de extra accu geïnstalleerd is in de waterdichte behuizing
WP-AA1 (apart verkrijgbaar).
Onderdelen van de camera
De monitor
4

Voor weergave

[00:30:00]
[00:30:00][00:30 :00][00:30:00]
[9999/9999][9999/ 9999][9999/9999]
1080/30p
1
2
3
4 5
6
1
Filmweergavestand....... ................................... 46
2
Lusopname-weergavestand ...................... 42
3
Beveiligen.................. .............................. ...............86
4
Filmduur of verstreken weergavetijd
5
Nummer huidig beeld/totaal aantal beelden
6
Filmopties .......................... .....................................65
Onderdelen van de camera
De monitor
5

Aan de slag

De accu en de geheugenkaart plaatsen...................................................................................7
De accu opladen ............................................................................................................................... 9
Camera instellen .............................................................................................................................11
Aan de slag
6

De accu en de geheugenkaart plaatsen

Ontgrendel de ontgrendeling van het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf (1), schuif de grendel voor het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf naar de stand y (2) en open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf naar u toe (3).
Met de positieve en negatieve polen van de accu op de goede plaats, verplaatst u de oranje batterijvergrendeling (4) en plaatst u de accu volledig in het vak (5).
Schuif de geheugenkaart in de sleuf tot deze op zijn plaats klikt (6).
Let op dat u de accu of geheugenkaart niet ondersteboven of omgekeerd plaatst; dit kan
tot een storing of schade aan de camera of geheugenkaart leiden.
Na het sluiten van he t deksel (7), schuift u de grendel van het deksel van het batterijvak/ de geheugenkaartsleuf naar de stand z (8) en brengt u de ontgrendeling van het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf terug naar de LOCK-positie (9). Zorg ervoor dat de oranje markeringen op beide grendels niet zichtbaar zijn.
B Opmerkingen over waterdichtheid en stofdichtheid
Zie “Opmerkingen over schokbestendigheid, waterdichtheid en stofdichtheid” (Axiii) voor meer informatie.
B Een geheugenkaart formatteren
De eerste keer dat u een geheugenkaart in deze camera plaatst die eerder in een ander apparaat werd gebruikt, dient u deze kaart met deze camera te formatteren.
Tijdens het formatteren van een geheugenkaart worden alle beelden en andere
gegevens op de geheugenkaart permanent verwijderd. Maak kopieën van beelden die u
wilt behouden voor u de geheugenkaart formatteert.
Steek de geheugenkaart in de camera en selecteer Geheugenkaart form. in Camera-
instellingen (A59) in het c (setup)-menu.
Aan de slag
De accu en de geheugenkaart plaatsen
7

De accu of geheugenkaart verwijderen

Zet de camera uit en controleer of de statuslampjes en het scherm zijn uitgeschakeld en open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf.
Verplaats de batterijvergrendeling om de accu eruit te halen.
Duw de geheugenkaart voorzichtig in de camera om de geheugenkaart gedeeltelijk uit
te werpen.
Wees voorzichtig bij het hanteren van de camera, accu en geheugenkaart onmiddellijk na het gebruik van de camera, want zij kunnen heel warm zijn.

Geschikte geheugenkaarten

De camera ondersteunt microSD-, microSDHC- en microSDXC-geheugenkaarten.
De camera ondersteunt ook microSDHC- en microSDXC-kaarten die compatibel zijn met UHS-I.
Gebruik een microSDXC-geheugenkaart met een SD-snelheidsklasse van 6 of hoger voor het opnemen van films.
- Gebruik een geheugenkaart met een UHS-snelheidsklasse van 3 of hoger wanneer
een beeldformaat/beeldsnelheid van 2160/30p (4K UHD) of 2160/25p (4K UHD) wordt gebruikt.
- Wanneer u een geheugenkaart met een lagere Speed Class-waarde gebruikt, kan de
filmopname onverwachts stoppen.
Als u een kaartlezer gebruikt, zorg er dan voor dat deze compatibel is met uw geheugenkaart.
Neem contact op met de fabrikant voor meer informatie over eigenschappen, werking en gebruiksbeperkingen.
Aan de slag
De accu en de geheugenkaart plaatsen
8

De accu opladen

USB-kabel (meegeleverd)
Stopcontac t
Lichtnetlaadadapter
Statuslampje
Als een stekkeradapter* bij uw camera is meegeleverd, bevestigt u hem op de lichtnetlaadadapter. Zodra deze twee aan elkaar vast zitten, kan het product beschadigd raden als u de stekkeradapter met geweld probeert los te maken.
* De vorm van de stekkeradapter is afhankelijk van het land of de regio waar de camera
werd aangeschaft. Deze stap kan worden overgeslagen als de stekkeradapter permanent op de lichtnetlaadadapter bevestigd is.
Het opladen start wanneer de camera wordt aangesloten op een stopcontact terwijl de accu geplaatst is, zoals aangegeven in de illustratie. De statuslampjes knippe ren traag groen om aan te geven dat de accu wordt opgeladen.
Wanneer het laden is voltooid, worden de statuslampjes uitgeschakeld. Trek de stekker van de lichtnetlaadadapter uit het stopcontact en koppel daarna de USB-kabel los. De oplaadtijd bedraagt ongeveer 3 uur voor een volledig lege accu.
De accu kan niet worden opgeladen wanneer de statuslampjes snel groen knipperen, mogelijk wegens een van de hieronder beschreven redenen.
- De omgevingstemperatuur is niet geschikt om op te laden.
- De USB-kabel of lichtnetlaadadapter is niet goed aangesloten.
- De accu is beschadigd.
De accu opladen
Aan de slag
9
B Opmerkingen over de USB-kabel
Controleer de vorm en de richting van de pluggen en houd de pluggen niet in een hoek wanneer u ze aansluit of loskoppelt.
Gebruik geen andere USB-kabel dan de UC-E21. Als u een andere USB-kabel dan de UC-E21 gebruikt, kan dit tot oververhitting, brand of elektrische schok leiden.
B De camera inschakelen tijdens het opladen
Wanneer u op de filmknop of de fotoknop drukt terwijl de camera wordt opgeladen met de lichtnetlaadadapter, schakelt de camera in, zodat u films kunt opnemen, foto's kunt vastleggen, ze kunt afspelen en de instelmenu's kunt bedienen (sommige menu's kunnen niet worden bediend).

De camera in- of uitschakelen

De camera inschakelen
Druk op de filmknop of de fotoknop om de camera in te
schakelen. Wanneer de camera ingeschakeld wordt, wordt het opnamescherm weergegeven.
U kunt het accuniveau controleren op de monitor (A4)
of op het scherm van de SnapBridge 360/170-app.
De camera uitschakelen
Nadat de camera ingeschakeld is, wordt deze automatisch uitgeschakeld wanneer er
gedurende 1 minuut geen handelingen worden uitgevoerd.
De camera wordt automatisch uitgeschakeld wanneer er gedurende 30 seconden na de
opname geen handelingen worden uitgevoerd (standaardinstelling). U kunt instellingen configureren in Automatisch uit in Camera-instellingen in het c (setup)-menu (A59).
U kunt de camera uitschakelen door de filmknop minstens 3 seconden ingedrukt te
houden terwijl de camera ingeschakeld is.
U kunt de camera ook als volgt uitzetten.
Ga naar de opnamestand M k-knop M Gebruik HI om b (stroom uit) te selecteren
M k-knop
B Opmerkingen over het uitschakelen van de camera tijdens opname op
afstand
De cameraknoppen worden u itgeschakeld als u de SnapBridge 360/1 70-app gebruikt om opnames op afstand te maken. Stop met het gebruik van de functie voor opname op afstand voordat u de camera uitschakelt. Raadpleeg de online-help van de SnapBridge 360/170-app voor meer informatie over opname op afstand.
10
Aan de slag
De accu opladen

Camera instellen

Fotoknop
Filmknop
en SnapBridge later wilt instellen via het menu Netwerk.
Opties
Later

Instellen vanaf een smartphone of tablet

Voordat u verder gaat, installeer eerst de SnapBridge 360/170 app (Aiii)
en schakel Bluetooth en Wi-Fi op uw smartphone of tablet (hieronder, “smartapparaat”) in.
De schermen van de camera en het smart-apparaat in deze handleiding
kunnen afwijken van de schermen van de eigenlijke producten.
1 Druk op de filmknop of de fotoknop om de camera in te schakelen.
Gebruik H, I en k aan de achterzijde van de camera om instellingen te selecteren en
aan te passen.
Een taalselectievenster wordt weergegeven. Druk op
H of I aan de achterzijde van de camera om een taal te markeren en druk op k om de taal te selecteren.
De taal kan gelijk wanneer worden gewijzigd met de optie Taal/Language in Camera-instellingen in het c (setup)-menu (A59).
Als tijdens de instelling gedurende ongeveer 30 minuten geen handelingen worden uitgevoerd, schakelt de camera automatisch uit.
2 Wanneer het dialoogvenster rechts wordt
weergegeven, drukt u op H of I om Opties te selecteren, waarna u op k drukt.
Druk op I en blade r omlaag om het scherm rechts t e zien.
Als u geen smart-apparaat wilt gebruiken om de camera te configureren, selecteert u Later en drukt u op k (A13).
Aan de slag
Camera instellen
11
3 Koppel (d.w.z. breng een Bluetooth-link tot stand tussen) de camera
Verbinding maken met camera
Naam van camera
selecteer OK. Verific.code 000000
OK
Terug
Camera
en het smartapparaat.
Android-apparaa t met NFC-ondersteuning
Nadat is gecontroleerd of NFC is ingeschakeld op het smartapparaat, raak de camera Y (N-Mark) aan naar de NFC-antenne op het smartapparaat om de SnapBridge 360/17 0 app te starten.
- Als de downloadsite SnapBridge 360/170 wordt
weergegeven, download en installeer de app alvorens bovenstaande stappen te herhalen.
iOS-apparaten en Android-apparaten zonder NFC-ondersteuning
Druk op de camera op H of I om Volg. te selecteren, en druk op k. De camera wacht op een verbinding; start de SnapBridge 360/170 app op het smartapparaat en volg de instructies op het scherm om op de naam van de camera te tikken waarmee u wilt koppelen.
App
SnapBridge 360/170
Camera
Camera name_XXXX
Annuleren
4 Controleer de verificatiecode.
Wanneer het bericht verschijnt dat u vraagt de verificatiecode te bevestigen, bladert u omlaag naar het scherm om de verificatiecode te zien.
Volg, na te hebben ge controleerd o f de camera en h et smartapparaat dezelfde zescijferige verificatiecode weergeven, de onderstaande stappen om het koppelen te voltooien (merk op dat de code mogelijk niet wordt weergegeven in sommige versies van iOS, echter dient u de onderstaande stappen te volgen, ook al wordt de code niet weergegeven).
- Druk op de camera op H of I om OK te selecteren en druk op k.
- Tik op het smartapparaat op Pairing (Koppelen) (de naam van de knop verschilt per
smartapparaat).
Camera instellen
12
Aan de slag
5 Druk op k wanneer het rechtervenster
wordt weergegeven.
Wanneer een constante verbinding tussen de camera en het smart-apparaat tot stand is gebracht, verschijnt het dialoogvenster dat rechts wordt weergegeven.
Als de camera Kan geen verbinding maken. weergeeft, drukt u op H of I om Opn. verbinden te selecteren en drukt u op k om terug te keren naar stap 3. Om de koppelingsinstellingen te annuleren, selecteert u Annuleren en drukt u op k.
Uw camera en smartapparaat zijn verbonden! SnapBridge verzendt uw foto's naar het
6 Volg de instructies op het scherm om het setup-proces te voltooien.
Om locatiegegevens met foto's vast te leggen, selecteer Ja wanneer hierom wordt gevraagd en schakel de locatiegegevensfuncties in zowel de SnapBridge 360/170 app en op het smartapparaat zelf in (zie voor meer informatie de documentatie die is meegeleverd met het smartapparaat).
U kunt ook de cameraklok synchroniseren met de tijd geregistreerd door het smartapparaat door Ja te selecteren wanneer hierom wordt gevraagd en synchronisatie wordt ingeschakeld in de SnapBridge 360/170 app. Als u Nee selecteert, stel dan de cameraklok in vanuit de menu's zoals beschreven in Stap 2 op pagina 14.
Setup wordt voltooid zodra de camera naar de opnameweergave terugkeert.
Zie pagina 15 voor meer informatie over het gebruik van SnapBridge.
B Waar het gebruik van draadloze apparaten verboden is
Schakel, waar het gebruik van draadloze apparaten verboden is, draadloze functies uit in het netwerkmenu van de camera door Aan voor Vliegtuigmodus te selecteren. Dit zal tijdelijk de constante verbinding met het smartapparaat onderbreken, maar de verbinding wordt automatisch hersteld zodra de vliegtuigmodus wordt uitgeschakeld.

Setup vanuit de cameramenu's

De cameraklok kan handmatig worden ingesteld.
1 Druk op de filmknop of fotoknop om de
camera in te schakelen (A11).
Een taalselectievenster wordt weergegeven. Druk op
H of I aan de achterzijde van de camera om een taal te markeren en druk op k om de taal te selecteren.
De taal kan gelijk wanneer worden gewijzigd met de optie Taal/Language in Camera-instellingen in het c (setup)-menu (A59).
Aan de slag
Camera instellen
13
2 Wanneer het dialoogvenster rechts wordt
weergegeven, drukt u op H of I om Later te selecteren, waarna u op k drukt.
Druk op I en blade r omlaag om het scherm rechts t e zien.
Selecteer Ja wanneer hierom wordt gevraagd om de cameraklok in te stellen.
en SnapBridge later wilt instellen via het menu Netwerk.
Opties
Later
3 Druk op H of I om een datumnotatie te kiezen en druk op k. 4 Voer de huidige datum en tijd in en druk
op k.
Druk op k om items te markeren en druk op H of I om ze te wijzigen.
Als het meest rechtse item gemarkeerd is, drukt u op k om de instellingen te bevestigen.
20160101 00 00
5 Wanneer hierom wordt gevraagd, druk op H of I om Ja te
markeren en druk op k.
De camera gaat naar de opnameweergave zodra setup is voltooid.
C De klok resetten
De Datum en tijd-optie in Camera-instellingen (A59) kan worden gebruikt om de cameraklok in te stellen.
Aan de slag
Camera instellen
14

Wat SnapBridge voor u kan betekenen

De SnapBridge 360/170 app kan voor verschillende taken worden gebruikt zodra de camera met uw smartapparaat is gekoppeld.
Automatisch uploaden
Bij standaardinstellingen worden foto's zodra ze worden gemaakt automatisch naar het smartapparaat geüpload.
Plaats het smartapparaat dicht bij de camera en start de SnapBridge 360/170 app.
Optie Beschrijving
Automatisch uploaden uitschakelen
Opties uploaden
Foto's voor uploaden selecteren
Foto's bijsnijden voor uploaden
Automatisch uploaden kan worden uitgeschakeld met de optie
Verzenden tijdens opn. > Foto's in het netwerkmenu onder Camera-instellingen (A59).
Gebruik het item Verzenden tijd ens opn. > Uploaden (foto's) in het netwerkmenu onder Camera-i nstellingen (A59) om het soort foto's te kiezen dat automatisch wordt geüpload.
U kunt j (uploaden) in het weergavemenu van de camera (A19) gebruiken om foto's te uploaden die tijdens de opname niet automatisch geüpload werden.
Gebruik de SnapBridge 360/170 app om het formaat te kiezen waarbij foto's naar het smartapparaat worden gekopieerd. Het standaardformaat is 2 megapixels.
B Opmerkingen over Automatisch uploaden
Films kunnen niet worden geüpload met behulp van de opties Verzenden tijdens opn. of j (uploaden). Gebruik de SnapBridge 360/170-app om films te uploaden naar een smart­apparaat.
Aan de slag
Camera instellen
15
Draadloze netwerken
Optie Beschrijving
Koppelen na het instellen van de camera
Koppelen beëindigen
Wi-Fi-verbinding
Aantal koppelbare smart­apparaten
Selecteer Verbind. m. smarta pp. in het netwerkmenu van de camera en volg de instructies in “Instellen vanaf een smartphone of tablet” vanaf stap 2 (A11).
In de SnapBridge 360/170-app tikt u op e in a Verb inding maken en vervolgens tikt u op Beëindig het koppelen op het weergegeven scherm.
Een Wi-Fi-verbinding wordt tot stand gebracht wanneer u
Afstand bediende fotogra fie of Download geselecteerde foto's gebruikt. Voor iOS-apparaten brengt u de W i-Fi-verbinding tot stand door de SSID van de camera te selecteren in Wi-Fi in Instellingen op het iOS-apparaat. De standaard instellingen voor Wachtwoord en Ver ificatie/ encryptie kunt u controleren in het c (setup)-menu van de camera, in Camera-instellingen M Menu Netwerk M Wi-Fi M Netwerkinstellingen.
Stel een nieuw wachtwoord in dat verschilt van het standaardwachtwoord.
De camera kan met maximaal vijf smart-apparaten worden gekoppeld. Deze kan echter met slechts één apparaat tegelijk verbinding maken.
C Opnieuw koppelen
Koppel opnieuw wanneer u wilt koppelen nadat het koppelen beëindigd werd.
Selecteer Verbind. m. sm artapp. in het netwerkmenu van de camera en volg daarna de instructies op de camera en het scherm van het smart-apparaat. Wanneer Apparaten met NFC uitgeschakel d: selecteer Volg. wordt weergegeven, selecteert u Volg. en drukt u op de k- knop en vervolg ens start u de SnapBridge 360/170-app op het smart-apparaat. Tik op e in a Verbinding maken e n tik d aarna op de pr oduct naam v an de ca mera w aarmee u wilt koppe len op het weergegeven scherm. Wanneer de verificatiecode wordt weergegeven op het scherm van de camera, volgt u de instructies in “Instellen vanaf een smartphone of tablet” vanaf stap 4 (A12).
Andere opties voor de SnapBridge 360/170 App
Optie Beschrijving
Externe fotografie Gebruik het smartapparaat om de camerasluiter te ontspannen.
Wijzig instellingen op afstand
De foto's op de camera bekijken
Zie online help SnapBridge 360/170 app voor meer informatie.
Gebruik het smart-apparaat om de instellingen zoals de opname­instellingen te wijzigen.
Gebruik het smartapparaat om de foto's op de camera te bekijken en te downloaden. Deze optie is zelfs beschikbaar wanneer de camera uit is.
Aan de slag
Camera instellen
16

De camera gebruiken

Films opnemen en foto's maken...............................................................................................18
Films en foto's weergeven ..........................................................................................................19
Beelden overzetten naar een smart-apparaat .....................................................................19
Accessoires gebruiken..................................................................................................................21
Statuslampjes...................................................................................................................................30
De camera gebruiken
17

Films opnemen en foto's maken

Fotoknop
Filmknop
1 Druk op de filmknop of fotoknop.
De camera schakelt in en het opnamescherm wordt weergegeven.
Om een reeks beelden op te nemen, selecteert u
Continu in het foto's-menu in het c (setup)-menu.
2 Druk op de filmknop om films op te nemen, en druk op de fotoknop
om foto's te maken.
Om een filmopname te stoppen, drukt u nogmaals op de filmknop. De opgenomen films en gemaakte foto's worden opgeslagen op de geheugenkaart.
B Opmerkingen voor het gebruik van de camera onder water
Wanneer de camera onder water wordt gebruikt, dient u de onderwater-lensbescherming te
bevestigen (A28). Als deze niet bevestigd is, kunnen de gemaakte beelde n wazig zijn.
Stel Onder water in Opname-opties in het c (setup)-menu (
De beeldhoek (m.a.w. het gebied dat zichtbaar is in het beeld) wordt smaller onder water.
Draadloze communicatie is niet beschikbaar als de camera zich onder water bevindt. Ook kan de
afstandsbediening niet worden gebruikt.
C De monitor in- of uitschakelen
U kunt de monitor in- of uitschakelen door op de H (x monitor)-knop te drukken terwijl het
opnamescherm weergegeven wordt.
De monitor wordt automatisch uitgeschakeld 30 seconden nadat u een film begint op te nemen
(standaardinstelling). De H (x monitor)-knop kan niet gebruikt worden tijdens het opnemen van een film. U kunt de tijd die verstrijkt voord at de monitor uitgeschakeld wordt, wijzig en in Lcd automatisch uit in Opties v. filmopname in Camera-instellingen in het c (setup)-menu.
C De camera uitschakelen
In de standaardinstelling wordt de camera automatisch uitgeschakeld wanneer er gedurende 30 seconden na de opname geen handelingen worden uitgevoerd (A10).
C Films die groter zijn dan 4 GB
Wanneer een film met een bestandsgrootte van meer dan 4 GB opgenomen wordt, wordt de film opgesplitst in bestanden met telkens een maximale grootte van 4 GB.
A59) in op Aan.
De camera gebruiken
Films opnemen en foto's maken
18

Films en foto's weergeven

Als er zich vingerafdrukken of andere vlekken op de onderwater-lensbescherming bevinden, worden deze vastgelegd op de beelden. Gebruik een zachte, droge doek om voor de opname de onderwater-lensbescherming schoon te maken.
1 Druk op de I-knop.
Als de camera uitgeschakeld is, schakelt u deze in door op de filmknop of fotoknop te drukken voor u op de I-knop drukt.
U kunt films en foto's ook weergeven door a ( weergave) te selecteren op het W (HOME)-scherm (A59).
De laatst opgenomen foto of het eerste beeld van de laatst opgenomen film verschijnt op het scherm.
2 Druk op HI om het beeld weer te geven dat u
wilt afspelen.
Houd HI ingedrukt om snel door de beelden te bladeren.
Om films af te spelen, drukt u op de k-knop en selecteert u
h (weergave).
U kunt films bewerken op de camera (A48).

Beelden overzetten naar een smart-apparaat

Om foto's van de camera over te zetten naar een smart-apparaat, start u de SnapBridge 360/ 170-app op het smart-apparaat en voert u de volgende procedure uit op de camera.
1 Druk op de I-knop.
Als de camera uitgeschakeld is, schakelt u deze in door op de filmknop of fotoknop te drukken voor u op de I-knop drukt.
De laatst opgenomen foto of het eerste beeld van de laatst opgenomen film verschijnt op het scherm.
De camera gebruiken
Films en foto's weergeven
19
2 Druk op HI om het beeld weer te geven dat u
[ 4/4 ]
Ja
Nee
Selecteren voor upload?
wilt overzetten.
Houd HI ingedrukt om snel door beelden te bladeren.
Het is niet mogelijk om films over te zetten door een handeling
op de camera uit te voeren. Gebruik de SnapBridge 360/170-app om films over te zetten naar een smart-apparaat.
3 Druk op de k-knop om het
weergavemenu weer te geven.
4 Gebruik HI om j (uploaden) te
selecteren en druk op de k-knop.
U kunt f (wissen) in deze stap selecteren om het beeld te wissen.
5 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
Het beeld wordt overgezet naar het smart-apparaat.
De camera gebruiken
Beelden overzetten naar een smart-apparaat
[ 3/4 ]
1080/12
20

Accessoires gebruiken

Deksel van het batterijvak
Deze paragraaf beschrijft de functies van de accessoires die bij de camera geleverd zijn en hoe u ze gebruikt.

De afstandsbediening gebruiken

U kunt de afstandsbediening ML-L6 gebruiken om op een afstand films op te nemen, foto's te maken en markeringstags toe te voegen. U kunt deze ook gebruiken om de camera in te schakelen.
Onderdelen en functies van de afstandsbediening
12 543
Onderdeel Functie A
1Aan/uit-knop
2 w-knop
3 Fotoknop
4 Statuslampje
5Filmknop Schakelt de camera in en start/stopt de filmopname. 18
Schakelt de afstandsbediening in bij indrukken en uit bij nogmaals indrukken. Hiermee schakelt u ook de camera uit.
Voert een van de volgende handelingen uit wanneer op deze knop wordt gedrukt terwijl een film wordt opgenomen:
Voegt een markeringstag toe (standaardinstelling)
Schakelt naar opname met hoge beeldsnelheid (Tijdens het
opnemen van een film in de stand slow motion toevoegen)
De handeling die wordt uitgevoerd wanneer op de w-knop wordt gedrukt, kan worden gespecificeerd in Camer a- instellingen in het c (setup)-menu (A59).
Schakelt de verbinding om van de afstandsbediening naar een gekoppeld smart-apparaat.
Voert dezelfde functie uit als de fotoknop op de camera. Schakelt de camera in en legt een foto vast.
Toont de opnamestatus samen met de statuslampjes op de camera.
34, 38
24
18
25
B Opmerkingen over het gebruik van de afstandsbediening
De afstandsbediening mag niet onder water worden gebruikt.
Lees in elk geval “Opmerkingen over waterdichtheid van de afstandsbediening” (Axv) en
“Opmerkingen over condensatie en waterdichtheid van de afstandsbediening” (Axv).
21
De camera gebruiken
Accessoires gebruiken
De accu in de afstandsbediening plaatsen
Plaats een 3V CR2032-lithiumbatterij.
Gebruik een muntstuk (1) om het deksel van het batterijvak linksom (2) te draaien en
te openen.
Plaats de batterij met de positieve zijde omhoog (3). Zorg ervoor dat de batterij stevig in het midden van het batterijvak geplaatst is (4).
Lijn de N-markering van het deksel van het batterijvak uit met de R-markering van de afstandsbediening (5) en druk het deksel van het batterijvak met de duimen aan (6). Het deksel van het batterijvak roteert lichtjes rechtsom en stopt (7).
Gebruik een muntstuk om het deksel van het batterijvak rechtsom te dr aaien (8) om het stevig te vergrendelen. Zorg ervoor dat de X -markering van het deksel van het batterijvak uitgelijnd is met de R-markering van de afstandsbediening (9).
Controleer of er geen vreemde stof zoals pluis vastzit in het deksel van het batterijvak. Wanneer u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan de waterdichtheid achteruitgaan en water in de afstandsbediening binnensijpelen.
De camera gebruiken
Accessoires gebruiken
22
De camera en de afstandsbediening koppelen
Voor u de afstandsbediening voor het eerst gebruikt, moet u deze koppelen met d e camera. (De afstandsbediening die geleverd is bij de camera is al gekoppeld. De hieronder beschreven instellingen zijn in dat geval niet nodig.)
* In deze handleiding verwijst “koppelen” naar het tot stand brengen van een Bluetooth-
verbinding tussen de camera en de afstandsbediening.
De camera kan slechts met één afstandsbediening tegelijk gekoppeld zijn. Wanneer de camera met een andere afstandsbediening wordt gekoppeld, wordt alleen de recentste koppelingsinformatie opgeslagen.
1 Schakel koppelen in op de camera.
Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M
Camera-instellingen M k-knop M Menu Netwerk M k-knop M Verbinding m. afst.bed. M k-knop
2 Houd de aan-uitknop op de afstandsbediening (minstens
3 seconden) ingedrukt.
Het koppelen van de camera en de afstandsbediening start. Tijdens het koppelproces knippert het statuslampje op de afstandsbediening.
Wanneer het koppelen voltooid is, wordt het pictog ram van de afstandsbediening weergegeven op het opnamescherm.
Als er een bericht verschijnt dat het koppelen mislukt is, voert u de procedure opnieuw uit vanaf stap 1.
C Statuslampjes op de camera
De statuslampjes knipperen afwisselend groen en rood terwijl de camera wacht op koppeling.
Wanneer de koppeling geslaagd is, knipperen de lampjes twee keer groen.
Wanneer de koppeling mislukt, knipperen de lampjes zes keer rood.
[00:27:35]
1080/30p
De camera gebruiken
Accessoires gebruiken
23
Schakelen tussen een smart-apparaat en een afstandsbediening
[00:27:35]
1080/30p
De camera kan niet tegelijk bediend worden met een afstandsbediening en een smart­apparaat. Volg de onderstaande procedure om tussen beide te schakelen.
Schakelen van een smart-apparaat naar een afstandsbediening
U kunt de verbinding omschakelen van een smart-apparaat naar een gekoppelde afstandsbediening.
1 Selecteer Camera en afstandsb. in Verbinding kiezen in Menu
Netwerk.
De camera wordt ve rbonden met de afstandsbediening.
2 Schakel de afstandsbediening in.
Er wordt een verbinding tot stand gebracht tussen de camera en de afstandsbediening. Het R-pictogram wordt weergegeven op het opnamescherm.
Schakelen van een afstandsbediening naar een smart-apparaat
U kunt de verbinding omschakelen van de afstandsbediening naar een gekoppeld smart­apparaat.
1 Schakel de camera en de afstandsbediening in en houd vervolgens
de w-knop op de afstandsbediening ingedrukt.
De camera wordt verbonden met het smart-apparaat.
2 Start de SnapBridge 360/170-app op uw smart-apparaat.
Er wordt een verbinding tot stand gebracht tussen de camera en het smart-apparaat. Het
B-pictogram wordt weergegeven op het opnamescherm.
De camera gebruiken
Accessoires gebruiken
24
De polsband gebruiken (apart verkrijgbaar)
U kunt de polsband AA-13 voor afstandsbedieningen gebruiken om de afstandsbediening aan uw pols te bevestigen.
C De polsband aan uw pols bevestigen
De volgende procedure beschrijft hoe u de polsband aan uw linkerpols bevestigt.
1 Bevestig de
afstandsbediening aan de polsband.
Zorg ervoor dat de klittenband goed aangedrukt is zodat de afstandsbediening stevig bevestigd is (2).
2 Leg de polsband rond uw pols.
Voer de band door de sluiting (1), vouw de band daarna terug en druk hem stevig aan (2).
B Opmerkingen over het dragen en het gebruik van de polsband
Om te voorkomen dat de af standsbediening valt of gestoord raakt, dient u de polsband degelijk vast te zetten.
Laat de polsband niet achter in water.
Statuslampje op de afstandsbediening
Het statuslampje geeft dezelfde status aan als de statuslampjes op de camera.
Status Kleur Beschrijving
Constant aan Rood
Knippert Rood
Knippert driemaal en licht dan continu op
Licht kort op en dooft
Er wordt een film opgenomen in de Standaardfilm, Film + foto of Time-lapse-film-stand. Er wordt een film met normale
snelheid opgenomen in de Slow motion toevoegen-stand.
Er wordt een slow motion-film opgenomen in de Slow motion toevoege n-stand.
Er wordt een film opgenomen in de Superlapsefilm of
Rood
Lusopname-stand.
Er wordt een foto gem aakt.
Groen
Er wordt een markeringstag toegevoegd.
De camera gebruiken
Accessoires gebruiken
25

De basisadapter en basisbevestiging gebruiken

Door de basisadapter op de camera te monteren kunt u speciale accessoires zoals een basisbevestiging gebruiken.
Om de kleefkracht groter te maken mag u de camera pas 24 uur (of langer) na het
aanbrengen van de basisbevestiging gebruiken.
1 Steek de schroef in de schroefdraad
voor een statief van de camera (1) en draai de draairing van de schroef aan (2).
2 Bevestig de sluiting van de basisadapter
aan de basisbevestiging.
Houd de twee uitsteeksels van de sluiting tegelijk vast en verschuif de sluiting tot deze op haar plaats klikt.
Wanneer u de gesp wilt verwijderen, houdt u beide uitstekende delen tegelijk ingedrukt en schuift u de gesp vervolgens in de omgekeerde richting.
De camera gebruiken
Accessoires gebruiken
26
3 Pas de hoek van de camera aan.
Draai de vergrendeling van de plaat los (1), bepaal de camerahoek (2) en draai de vergrendeling vervolgens aan (3).
4 Zorg ervoor dat de ondergrond waarop u de basisbevestiging wilt
bevestigen goed schoon is.
Stof of water en dergelijke moet u eerst verwijderen.
5 Trek de beschermfolie van de achterzijde van de basisbevestiging
en druk stevig op de basisbevestiging zodat het hele oppervlak goed vastzit.
Basisbevestiging
De basisbevestiging is een accessoire dat het mogelijk maakt om de basisadapter die op de camera is bevestigd gemakkelijk te bevestigen en los te maken. Breng de basisbevestiging aan op een plaats waar u de camera wilt bevestigen. Gebruik het vlakke of gebogen type, afhankelijk van de ondergrond waarop u de basisbevestiging wilt bevestigen. De basisbevestiging is niet ontworpen voor gebruik op voertuigen. Niet bevestigen op voertuigen.
Basisbevestiging (vlak):
voor bevestiging op vlakke ondergronden.
Basisbevestiging (gebogen):
voor bevestiging op gebogen ondergronden, zoals op een helm.
B Opmerkingen over het gebruik van de basisadapter en basisbevestiging
Gebruik de basisadapte r en basisbevestiging niet op plekken wa ar zij kunnen worden blootgesteld aan plotselinge schokken, zoals directe bevestiging aan ski's of snowboards. Bij blootstelling aan plotselinge schokken, kunnen de accessoires beschadigd raken of kan de basisbevestiging losraken.
U kunt de basisbevestiging niet opnieuw gebruiken nadat u deze hebt bevestigd en losgemaakt.
Er kunnen krassen op het oppervlak komen of de verf kan loskomen, afhankelijk van het materiaal
waarop u de basisbevestiging hebt bevestigd. Ga voorzichtig te werk bij het bevestigen van de basisbevestiging. De basisbevestiging is ni et geschikt voor gebruik op niet-gladde ondergronden, zoals hout of beton.
27
De camera gebruiken
Accessoires gebruiken
De lensbescherming of onderwater-lensbescherming
Lensbescherming Onderwater-lensbescherming
gebruiken
Lensbescherming*
Beschermt het objectief tegen impact langs de voorzijde.
Onderwater-lensbescherming
Beschermt het objectief wanneer de camera onder water wordt gebruikt of in situaties waar vuil zoals grind tegen het objectief kan slaan.
* Bij aankoop is de lensbescherming bevestigd aan de camera.
B Opmerkingen voor het gebruik van de camera onder water
Wanneer de camera onder water wordt gebruikt, dient u de onderwater-lensbescherming te bevestigen. Als deze niet bevestigd is, kunnen de gemaakte beelden wazig zijn.
De lensbescherming of onderwater-lensbescherming bevestigen
B Opmerkingen over het aanbrengen van de onderwater-lensbescherming
Gebruik een zachte doek of een luchtspray om vreemde stoffen zoals water of stof van de camera of onderwater-lensbescherming te verwijderen. Als de camera of de onderwater-lensbescherming nog nat is terwijl de onderwater-lensbescherming wordt bevestigd, kan dit condensatie veroorzaken.
1 Lijn de markering op de lensbescherming uit met de markering op
de camera en monteer de lensbescherming op de camera.
28
De camera gebruiken
Accessoires gebruiken
2 Draai de lensbescherming rechtsom om vast te zetten.
Draai de lensbescherming tot deze vastklikt en de markering op de lensbesche rming is uitgelijnd op de markering op de bovenkant van de camera (S).
Om de onderwater-lensbes cherming te bevestigen, drukt u deze tijdens het draaien tegen de camera.
B Opmerkingen over het controleren van de bevestigde lensbescherming
Zorg ervoor dat de lensbescherming degelijk bevestigd is.
De lensbescherming of onderwater-lensbescherming verwijderen
1 Draai de lensbescherming linksom.
2 Trek de lensbescherming naar u toe om deze te verwijderen.
De camera gebruiken
Accessoires gebruiken
29

Statuslampjes

Statuslampje
De statuslampjes geven de status van de camera aan.
C Functies van de statuslampjes vooraan en achteraan
De statuslampjes vooraan en achteraan geven dezelfde status aan.
U kunt de helderheid van de statuslampjes aanpassen (A76).
Status Kleur Beschrijving
De camera is via een HDMI-kabel verbonden met een tv.
Groen
Constant aan
Knippert
Knippert snel
Licht kortstondig op
De camera gebruiken
Statuslampjes
De camera wordt herkend door de computer.
Er worden foto's gem aakt.
Rood Er wordt een film opgenomen.
De accu laadt op. De lampjes worden uitgeschakeld
Groen
Rood
Groen en rood
Groen De accu kan niet worden opgeladen (fout).
Rood
Oranje
wanneer het opladen voltooid is.
De camera is via een USB-kabel verbonden met een computer.
Het koppe len is voltooid.
Er wordt een film opgenomen in de slow motion toevoegen-
stand.
De geheugenkaart wordt gebruikt (gegevens worden opgeslagen of de geheugenkaart wordt geïnitialiseerd).
De firmware wordt bijgewerkt.
Het koppelen is mislukt.
De camera wacht op koppeling (de lampjes knipperen afwisselend groen en rood).
De temperatuur in de camera is te warm. De camera schakelt automatisch uit. Wacht tot de camera afgekoeld is voor u deze weer gebruikt.
De lampjes lichten kort oranje op wanneer een markeringstag wordt toegevoegd of wanneer de afstandsbediening wordt ingeschakeld.
30

Films

Bediening tijdens filmopname ..................................................................................................32
De Filmstand selecteren ..............................................................................................................35
Functies tijdens filmweergave...................................................................................................46
Films bewerken...............................................................................................................................48
Functies die bij opname niet samen kunnen worden gebruikt ....................................51
Films
31

Bediening tijdens filmopname

Opmerkingen over filmopname
B Opmerkingen over geheugenkaarten
Gebruik een microSDXC-geheugenkaart met een SD-snelheidsklasse van 6 of hoger voor het opnemen van films.
Gebruik een geheugenkaart met een UHS-snelheidsklasse van 3 of hoger wanneer een beeldformaat/beeldsnelheid van 2160/30p (4K UHD) of 2160/25p (4K UHD) wordt gebruikt.
Wanneer u een geheugenkaart met een lagere Speed Class-waarde geb ruikt, kan de filmopname onverwachts stoppen.
B Opmerkingen over het opslaan van beelden of films
De statuslampjes knipperen traag rood terwijl beelden of films worden opgeslagen. Open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet en verwijder de accu of de geheugenkaart niet terwijl een aanduiding knippert. Dit zou tot verlies van gegevens kunnen
leiden of tot schade aan de camera of de geheugenkaart.
B Cameratemperatuur
De camera kan heet worden bij het langdurig opnemen van films of als de camera wordt gebruikt op een hete locatie.
Als de binnenzijde van de camera tijdens een filmopname extreem warm wordt, verschijnt gedurende ongeveer vijf seconden een waarschuwing op het scherm en knipperen de statuslampjes snel rood. Vervolgens schakelt de camera automatisch uit. Laat de camera uitgeschakeld tot de binnenzijde van de camera afgekoeld is.
B Opmerkingen over opnemen bij lage temperatuur
Als de accutemperatuur lager is dan 0 °C, dan kunnen films waarvoor het formaat/de beeldsnelheid ingesteld is op 2160/30p, 2160/25p, HS 1080/4× of HS 720/8× niet opgenomen worden.
Als de accutemperatuur lager is dan 0 °C voordat u begint met opnemen, dan wordt het formaat/de beeldsnelheid van de film omgeschakeld naar 1080/30p of 1080/25p.
Als het formaat/de beeldsnel heid van de film ingesteld is op 2160/30p, 2160/25p, HS 1080/4× of HS 720/8× en de accutemperatuur zakt tijdens het opnemen tot onder 0 °C, dan stopt de camera met opnemen en wordt deze automatisch uitgeschakeld. De opgenomen film wordt opgeslagen.
Films
Bediening tijdens filmopname
32
B Opmerkingen over opgenomen films
De volgende fenomenen kunnen op de monitor worden vastgesteld terwijl films worden opgenomen. Deze fenomenen worden opgeslagen in de opgenomen films.
- In beelden die werden gemaakt bij TL-licht, kwikdamplampen of natriumdamplampen kan er
bandvorming optreden.
- Onder werpen die zich snel van de ene kant van het beeld naar de andere kant verplaatsen, zoals
een trein of wagen, kunnen er scheef uitzien.
- Het volledige filmbeeld kan scheef zijn wanneer de camera wordt gezwenkt.
- Verlichting of andere heldere gebieden kunnen spookbeelden geven wanneer de camera
wordt verplaatst.
Afhankelijk van de afstand tot het onderwerp kunnen onderwerpen met terugkerende patronen (stoffen, vensters met lattenwerk enz.) gekleurde strepen vertonen tijdens de filmopname en -weergave. Dit doet zich voor wanneer het patroon in het onderwerp en de indeling van de beeldsensor elkaar storen; dit is geen defect.
B Opmerkingen over vibratiereductie tijdens filmopname
Wanneer Elektronische VR (A66) in Film is ingesteld op Aan, wordt de beeldhoek (m.a.w. het gebied dat zichtbaar is in het beeld) smaller tijdens filmopname.
B Opmerkingen over het bedienen van de cameraknoppen
Als u de cameraknoppen indrukt terwijl u een film opneemt, dan bestaat de kans dat het geluid van het indrukken van de knoppen wordt opgenomen.
C Filmkader
Het gebied dat is vastgelegd in een film verschilt afhankelijk van de Filmopt ies-instellingen in Film in het c (setup)-menu.
Als Foto-informatie in Monitorinstellingen (A72) in Camera-instellingen in het c (setup)- menu is ingesteld op Filmbeeld+autom. info, kunt u het gebied bevestigen dat in een film zal worden vastgelegd voordat u de opname start.
C Films die groter zijn dan 4 GB
Wanneer een film met een bestandsgrootte van meer dan 4 GB opgenomen wordt, wordt de film opgesplitst in bestanden met telkens een maximale grootte van 4 GB.
Films
Bediening tijdens filmopname
33

Vastleggen van foto's tijdens filmopname

Wanneer een film wordt opgenomen, kunt u één beeld opslaan als een foto door op de fotoknop van de afstandsbediening te drukken terwijl het pictogram voor foto-opname wordt weergegeven. De filmopname gaat verder terwijl de foto wordt opgeslagen.
De grootte van opgenomen foto's is 2 megapixels
(1920 × 1080).
REC
[01:00:00]
1080/30p
B Opmerkingen over het vastleggen van foto's tijdens filmopname
Foto's kunnen worden vastgelegd wanneer de hierna vermelde filmstanden worden gebruikt.
- Standaardfilm of Lusopname (wanneer Fil moptie s ingesteld is op 1080/30p of 1080/60p,
of 1080/25p of 1080/50p)
- Superlapsefilm
Foto's kunnen niet tijdens filmopname worden opgeslagen wanneer de resterende filmopnametijd minder dan vijf seconden bedraagt.
De beelden van een film die werden opgenomen terwijl een foto werd genomen, worden mogelijk niet vloeiend weergegeven.

Tags toevoegen tijdens filmopname (markeringstags)

U kunt tijdens het opnemen van een film tags toevoegen door op de w-knop te drukken op de afstandsbediening (standaardinstelling). U kunt de tags als gids gebruiken om snel een bepaalde scène te zoeken wanneer u de film afspeelt (A46), of u kunt eenvoudig een markeringsfilm maken op basis van de tags. De tags kunnen ook als gids worden gebruikt tijdens het bewerken van de film in de camera (A48).
B Opmerkingen over het bedienen van de w-knop
Zorg ervoor dat Markeerlabel invoegen geselecteerd is voor de instelling van Fn-knop afstandsbed. (A76) in Camera-instellin gen in het c (setup)-menu.
B Opmerkingen over beperkingen voor het toevoegen van tags tijdens opname
Tags kunnen niet worden toegevoegd wanneer een superlapsefilm of time-lapse-film wordt opgenomen.
Er kunnen in totaal maximaal 30 tags worden toegevoegd aan elke filmopname.
C De cameraknoppen gebruiken tijdens het opnemen van films
U kunt instellingen configureren wa ardoor u met de cameraknoppen foto's kunt vastleggen of tags kunt toevoegen tijdens het opnemen van films (A75).
Films
Bediening tijdens filmopname
34

De Filmstand selecteren

De hierna beschreven filmstanden zijn beschikbaar wanneer films worden opgenomen.
D Standaardfilm (A37)
In deze stand wordt een normale film opgenomen met de instellingen die geconfigureerd zijn in het c (setup)-menu (A59).
D Slow motion toevoegen (A38)
In deze stand kunt u overschakelen naar slow motion (opname met hoge beeldsnelheid) tijdens een filmopname door de w-knop op de afstandsbediening te gebruiken. De delen van de film die in slow motion zijn opgenomen, worden aan een lagere snelheid weergegeven, wat voor een dramatisch effect zorgt.
C Film + foto (A40)
In deze stand worden foto's met een gespecificeerd interval vastgelegd tijdens de opname van een film.
D Superlapsefilm (A41)
In deze stand wordt een fast motion-film (1080/30p of 1080/25p) opgenomen. Deze optie is geschikt om de beweging te versnellen van een onderwerp dat wordt opgenomen terwijl de camera beweegt.
E Lusopnam e (A42)
Nadat een film gedurende een bepaalde tijd werd opgenomen, gaat de camera door met het opnemen van de film terwijl de gegevens van de opgenomen film vanaf het begin worden gewist. De meest recente gegevens blijven op de geheugenkaart opgeslagen. Het resultaat is een film van de opgegeven lengte. Hoewel vijf afzonderlijke filmbestanden worden opgenomen, worden deze toch als één enkele film op de camera afgespeeld.
F Time-lapse-film (A44)
In deze stand worden foto's met een bepaald interval vastgelegd om een fast motion­film op te nemen die de wijzigingen in een onderwerp toont die zich zeer langzaam voordoen.
B Opmerkingen over Filmstand
Bepaalde standen kunnen niet samen met andere instellingen worden gebruikt (A51).
Films
De Filmstand selecteren
35
C Functies van de afstandsbediening
Als u tijdens het opnemen van een film op de w-knop drukt op de afstandsbediening, kunt u een markeringstag toevoegen aan de film of overschakelen naar opname met hoge beeldsnelheid. De beschikbare functie verschilt afhankelijk van de filmstand.
Filmstand Markeringstag toevoegen
D Standaardfilm w –
D Slow motion toevoegen
C Film + foto
D Superlapsefilm ––
E Lusopname
F Time-lapse-film
Configureer de in stelling Fn-knop afstandsbed . (A76) in Camera-instellingen in het
c (setup)-menu.
ww
w
w
––
Overschakelen naar opname
met hoge beeldsnelheid
Films
De Filmstand selecteren
36

D Standaardfilm

In deze stand wordt een normale film opgenomen met de instellingen die geconfigureerd zijn in het c (setup)-menu (A59).
Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Film M k-knop M Filmstand M k-knop M Standaardfilm M k-knop
Opnemen in e Standaardfilm-stand
1 Druk op de filmknop om de opname te
starten.
De camera start de opname van een film.
2 Druk op de filmknop om de opname te beëindigen.
C Beschikbare functies bij opname in de Standaardfilm-stand
U kunt markeringstags toevoegen en foto's vastleggen (A34).
Films
De Filmstand selecteren
37

D Slow motion toevoegen

In deze stand kunt u overschakelen naar slow motion (opname met hoge beeldsnelheid) tijdens een filmopname door de w-knop op de afstandsbediening te gebruiken. De delen van de film die in slow motion zijn opgenomen, worden aan een lagere snelheid weergegeven, wat voor een dramatisch effect zorgt. Stel voordat u deze stand gebruikt, de instelling voor Fn-knop afstandsbed. in op Slow motion toevoegen (A76) in Camera- instellingen in het c (setup)-menu.
Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Film M k-knop M Filmstand M k-knop M Slow motion toevoegen M k-knop
Opnemen in e Slow motion toevoegen-stand
1 Druk op de filmknop om de opname te
starten.
De camera start de opname van een film.
De beeldsnelheid wordt onderaan in het midden van het
scherm weergegeven.
2 Druk op de w-knop op de
afstandsbediening als u het opnemen in slow motion wilt starten.
De camera schakelt naar opname met hoge beeldsnelheid.
3 Druk op de w-knop op de afstandsbediening als u het opnemen in
slow motion wilt stoppen.
4 Druk op de filmknop om de opname te beëindigen.
B Opmerkingen over de Slow motion toevoegen-stand
Foto's kunnen niet worden vastgelegd door op de fotoknop te drukken.
Er kan geen audio opgenomen worden voor de delen van de film die in slow motion
opgenomen worden.
38
Films
De Filmstand selecteren
C Opnametijd en weergavetijd
De beeldsnelheid van slow motion toevoegen verschilt afhankelijk van de instelling bij Filmopties.
Als 1080/30p of 1080/60p is ingesteld, dan schakelt de camera over naar opname in slow motion met een formaat/beeldsnelheid van 1080/120p.
Als 1080/25p of 1080/50p is ingesteld, dan schakelt de camera over naar opname in slow motion met een formaat/beeldsnelheid van 1080/100p.
Als u bijvoorbeeld een film opneemt in Slow moti on toevoegen met de instelling 1080/30p, neemt de camera de film vier keer sneller dan normaal op, en wordt de film vier keer trager dan normaal weergegeven.
C Beschikbare functies bij opname in de Slow motion toevoegen-stand
U kunt markeringstags toevoegen (A34).
Films
De Filmstand selecteren
39

C Film + foto

In deze stand worden foto's met een gespecificeerd interval vastgelegd terwijl een film wordt opgenomen.
Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Film M k-knop M Filmstand M k-knop M Film + foto M k-knop
Opname in C Film + foto-stand
1 Gebruik HI om het opname-interval
voor foto's te selecteren en druk op de k-knop.
U kunt 5sec. (standaardinstelling) selecteren, 10 sec., 30 sec. of 60 sec. voor het interval waarmee foto's
worden vastgelegd.
2 Druk op de filmknop om de opname te
starten.
De camera start de opname van een film. Tegelijk worden foto's vastgelegd met gespecificeerde intervallen.
3 Druk op de filmknop om de opname te beëindigen.
B Opmerkingen over de Film + foto-stand
Foto's kunnen niet worden vastgelegd door op de fotoknop te drukken.
C Beschikbare functies bij opname in de Film + foto-stand
U kunt markeringstags toevoegen (A34).
15:30
5 sec.
10 sec.
30 sec.
60 sec.
Films
De Filmstand selecteren
40

D Superlapsefilm

In deze stand wordt een fast motion-film (1080/30p of 1080/25p) opgenome n. Deze optie is geschikt om de beweging te vers nellen van een onderwerp dat wordt opgenomen terwijl de camera beweegt.
Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Film M k-knop M Filmstand M k-knop M Superlapsefilm M k-knop
Opname in D Superlapsefilm-stand
1 Gebruik HI om de opnamesnelheid van
de fast motion-film te selecteren.
Selecteer , , (standaardinstelling), 10× of 15×.
Wanneer (standaardinstelling) is ingesteld, wordt
een film die gedurende zes minuten werd opgenomen, weergegeven als een superlapsefilm die een minuut lang is.
2 Druk op de filmknop om de opname te
starten.
De camera start de opname van een superlapsefilm.
3 Druk op de filmknop om de opname te beëindigen.
B Opmerkingen over de stand Superlapsefilm
U kunt geen markeringstags toevoegen.
C Beschikbare functies bij opname in de Superlapsefilm-stand
U kunt foto's vastleggen (A34).
15:30
10×
Films
De Filmstand selecteren
41

E Lusopname

Nadat een film gedurende een bepaalde tijd werd opgenomen, gaat de camera door met het opnemen van de film terwijl de gegevens van de opgenomen film vanaf het begin worden gewist. De meest recente gegevens blijven op de geheugenkaart opgeslagen. Het resultaat is een film van de opgegeven lengte. Hoewel vijf afzonderlijke filmbestanden worden opgenomen, worden deze toch als één enkele film op de camera afgespeeld.
De lengte van één bestand hangt af van de opgegeven tijd.
Opgegeven tijd Lengte van één bestand
5 min. 1 min.
10 min. 2 min.
30 min. 6 min.
60 min. 12 min.
Als de opname langer duurt dan de opgegeven tijd en het einde van één bestand wordt bereikt, gaat de camera door met opnemen en wordt het eerste bestand verwijderd.
Als het laatste bestand niet de lengte van één bestand bereikt, wordt het bestand opgeslagen zoals het is. Voorbeeld: Als u 5 minuten en 3 0 seconden lang hebt opgenomen met een opgegeven ti jd van 5 min. Er worden vijf bestanden van 1 minuut en één bestand van 30 seconden opgeslagen (maximaal zes bestanden).
Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Film M k-knop M Filmstand M k-knop M Lusopname M k-knop
Opname in E Lusopname-stand
1 Gebruik HI om de lengte van de op te
nemen film te selecteren.
U kunt 5min. (standaardinstelling), 10 min., 30 min. of 60 min. selecteren voor de duur van de op te nemen film.
• Als 2160/30p, 2160/25p, HS 1080/4× of HS 720/8× is geselecteerd voor Filmo pties, kan 60 min. niet worden geselecteerd.
2 Druk op de filmknop om de opname te
starten.
De camera begint in lusopname op te nemen.
3 Druk op de filmknop om de opname te beëindigen.
42
Films
De Filmstand selecteren
15:30
5 min.
10 min.
30 min.
60 min.
B Opmerkingen over het bewerken van films
Films die opgenomen zijn in de lusopname-stand kunnen niet op de camera worden bewerkt.
C Beschikbare functies bij opname in de Luso pname-stand
U kunt markeringstags toevoegen en foto's vastleggen (A34).
Films
De Filmstand selecteren
43

F Time-lapse-film

AE-L aan
AE-L uit
15:30
In deze stand worden foto's met een bepaald interval vastgelegd om een fast motion-film op te nemen die de wijzigingen in een onderwerp toont die zich zeer langzaam voordoen.
Wanneer NTSC geselecteerd is voor NTSC/PAL bij Film in het c (setup)-menu, worden
er 300 beelden opgenomen. Wanneer PAL geselecteerd is, worden er 250 beelden opgenomen.
Optie
2sec. 2 seconden 10 minuten 8 minuten 20 seconden
5sec. (standaardinstelling)
10 sec. 10 seconden 50 minuten 41 minuten 40 seconden
30 sec. 30 seconden 2 uur 30 minuten 2 uur 5 minuten
Nachtlucht * 30 seconden 2 uur 30 minuten 2 uur 5 minuten
* Geschikt voor het vastleggen van sterrensporen.
Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Film M k-knop M Filmstand M k-knop M Time-lapse-film M k-knop
Opname-
interval
5 seconden 25 minuten 20 minuten 50 seconden
Opname in F Time-lapse-film-stand
Benodigde tijd voor het opnemen
NTSC PAL
1 Gebruik HI om de gewenste optie te
selecteren en druk op de k-knop.
2 sec.
5 sec.
10 sec.
30 sec.
2 Gebruik HI om aan te geven of de
belichting (helderheid) al dan niet vergrendeld moet worden en druk op de k-knop (behalve wanneer Nachtlucht geselecteerd is).
Wanneer AE-L aan geselecteerd is, wordt de instelling voor de automatische belichting (AE) vergrendeld bij het maken van het eerste beeld en worden de resterende beelden met dezelfde instelling gemaakt. AE-L uit wordt aanbevolen in situaties zoals bij schemerlicht, waarbij wordt verwacht dat de belichting beduidend zal wijzigen tijdens het opnemen.
Films
De Filmstand selecteren
44
15:30
3 Gebruik een statief om de camera te stabiliseren. 4 Druk op de filmknop om de opname te
starten.
De camera start de opname van een time-lapse-film.
5 Druk op de filmknop om de opname te beëindigen.
B Opmerkingen over de Time-lapse-film-stand
Als de accu onvoldoende geladen is, kunnen mogelijk niet alle beelden worden vastgelegd.
Gebruik een statief of een vergelijkbare uitrusting om de camera te stabiliseren tijdens de
opname van een time-lapse-film.
Audio kan niet worden opgenomen.
U kunt geen markeringstags toevoegen of foto's vastleggen.
Films
De Filmstand selecteren
45

Functies tijdens filmweergave

[01:00:00]
1080/30p
Weergavescherm
1080/30p
[01:00:00]
Weergavemenu
[00:03:00][00:03 :00][00:03:00]
Scherm tijdens weergave
Om naar de weergavestand te gaan en het weergavescherm weer te geven (A5), druk op I (a (weergave)) terwijl het opnamescherm (A4) wordt weergegeven of selecteer a (weergave) op het W (HOME)-scherm en druk op de k-knop.
Wanneer u op de k-knop drukt in het weergavescherm, wordt het weergavemenu weergegeven.
Om een film weer te geven, selecteert u h (filmweergave) op het scherm met het weergavemenu en drukt u op de k-knop. Terwijl films worden weergegeven, kunnen de hierna vermelde handelingen worden uitgevoerd met
HI om een knop te selecteren en vervolgens op de k-knop te drukken.
Balk afspeelduur van film
A (stoppen) Sluit de film af die wordt weergegeven.
B (naar vorige tag) Keer terug naar de vorige tag.
C (terugspoelen)
D (pauze)
Films
Functies tijdens filmweergave
Toont de voortgang van de filmweergave. Als tags toegevoegd zijn aan de film, verschijnt een markering (verticale lijn) op e lk punt met een tag.
Spoel de film terug. De terugs poelsnelheid verandert in 2×, 4× en 8× telkens wanneer de k-knop wordt ingedrukt. De snelheid keert terug naar normaal na 8×.
Pauzeert de filmweergave. Wanneer de film gepauzeerd is, veranderen de pictogrammen onderaan het scherm, zodat u beeld per beeld kunt vooruit of achteruit spoelen, de film kunt bewerken of het weergegeven beeld als een foto kunt opslaan (A47).
46
E (snel vooruit)
[00:03 :00]
F (naar volgende tag) Ga naar de volgende tag.
G (volume)
Spoel de film snel vooruit. De vooruitsnelheid verandert in 2×, 4× en 8× telkens wanneer de k-knop wordt ingedrukt. De snelheid keert terug naar normaal na 8×.
Toon het scherm voor de volumeregeling. G ebruik HI om het volume aan te passen.
Functies tijdens pauze
Wanneer een film gepauzeerd is, kunnen de hierna beschreven handelingen worden uitgevoerd met HI om een knop te selecteren en vervolgens op de k-knop te drukken.
A (stoppen) Terug naar het weergavescherm (A5).
I (een beeld terug)
H (weergave) Geef de film weer vanaf het weergegeven beeld.
J (een beeld vooruit)
K (bewerken) Ga naar de filmbewerkingsstand (A48).
L (beeld bewaren)
Spoel de weergegeven film éé n beeld terug. Wanneer de k-knop ingedrukt wordt gehouden, spoelt de camera continu terug.
Spoel de weergegeven film één beeld vooruit. Wanneer de k-knop ingedrukt wordt gehouden, spoelt de camera continu vooruit.
Slaat het weergegeven beeld op als een foto. Foto's kunnen opgeslagen worden tijdens het bekijken van een film op een televisie ( A55).
[00:03:00]
[00:03:00]
Films
Functies tijdens filmweergave
47

Films bewerken

[00:33 :45]
Het gewenste gedeelte van een opgenomen film kan als een afzonderlijk bestand worden opgeslagen.
B Opmerkingen over filmbewerking
Gebruik tijdens het bewerken van films een accu die voldoende geladen is om te voorkomen dat de camera tijdens de bewerking uitschakelt. Als de accu bijna leeg is (b), kunt u geen films bewerken.
C Films met markeringstags
Als de film markeringstags heeft en u het K (film bewerken)-menu selecteert, verschijnt het selectiescherm film bewerken. Wanneer Film samenvatt. maken is geselecteerd, worden 2,5 seconden voor en na elke tag uitgelicht en samen opgeslagen als een aparte markeringsfilm met geluid.
Ga naar de weergavestand M selecteer de film die u wilt bewerken M k-knop M g (film bewerken)
C Naar de stand film bewerken gaan
Wanneer u de film tijdens de weergave pauzeert, verschijnt het K (bewerken)-pictogram. U kunt de film ook bewerken door dit pictogram te selecteren en op de k-knop te drukken (A47).
[00:33:45]
[00:33:45]
U (tag)
Balk afspeelduur van film
Films
Films bewerken
Wordt bovenaan links op het scherm weergegeven wanneer tags ingesteld zijn als de methode voor het selecteren van het start- en eindpunt in M (bijsnijpositie verplaatsen).
Dit wordt bovenaan op het scherm weergegeven en toont de duur en status van de film terwijl deze wordt bewerkt.
Als tags toegevoegd zijn aan de film, verschijnt een markering (verticale lijn) op elk punt met een tag.
Het gedeelte tussen het beginpunt en het eindpunt van de bewerking is geel aangegeven.
48
Wijzig de methode om het beginpunt en eindpunt te selecteren.
[00:32:34][00:32 :34][00:32:34]
[00:32 :34]
U Instellen op punt met een tag
M (bijsnijpositie
verplaatsen)
N (beginpunt instellen) Selecteer het beginpunt van de film.
O (eindpunt instellen) Selecteer het eindpunt van de film.
H (voorbeeldweergave) Geef de bewerkte film weer van het beginpunt tot het eindpunt.
P (opslaan) Sla de bewerkte film op en keer terug naar het weergavescherm.
Q (terug)
Afspeelduur van film na bewerking
Verplaats de begin- of eindpuntcursor naar een punt met een tag op de afspeelduurbalk van de film.
Handmatig instellen
Verplaats de begin- of eindpuntcursor naar een willekeurig punt op de afspeelduurbalk van de film.
Sluit de bewerking af en keer terug naar het weergavescherm. Als u dit pictogram selecteert tijdens bewerking, worden de aangebrachte wijzigingen geannuleerd.
Geef de afspeelduur van film na bewerking weer.
1 Gebruik HI om M (bijsnijpositie
verplaatsen) te markeren, druk op de k-knop en geef de methode op om het beginpunt en eindpunt te selecteren (handmatig of op een punt met een tag).
Als u punten met een tag gebruikt om het beginpunt
en eindpunt te selecteren, dan wordt het U-pictogram bovenaan links op het scherm weergegeven.
2 Gebruik HI om N (beginpunt instellen)
te markeren, en druk op de k-knop.
De markering geeft aan de N (beginpunt instellen)
geselecteerd is.
Films
Films bewerken
49
[00:32:34]
[00:32:34]
3 Gebruik HI om het beginpunt van de
[00:30 :48]
[00:26 :52]
[00:26:52][00:26 :52][00:26:52]
film te selecteren die u wilt uitlichten, en druk op de k-knop.
Het gedeelte voor het beginpunt wordt bijgesneden.
Wanneer het beginpunt toegepast is, geeft een
markering aan dat O (eindpunt instellen) geselecteerd is.
4 Gebruik HI om het eindpunt van de
film te selecteren die u wilt uitlichten, en druk op de k-knop.
Het gedeelte na het eindpunt wordt bijgesneden.
Wanneer het eindpunt toegepast is, geeft de
markering aan dat H (voorbeeldweergave) geselecteerd is.
5 Druk op de k-knop.
De uitgelichte film wordt weergegeven.
6 Gebruik HI om P (opslaan) te
selecteren en druk op de k-knop.
De uitgelichte film wordt opgeslagen en de camera keert terug naar het weergavescherm.
C Bewerkte films
De bestandsnamen voor bewerkte films beginnen met “FSCN” (A103).
Bewerkte films kunnen niet opnieuw worden bewerkt.
[00:30:48]
[00:30:48]
[00:26:52]
[00:26:52]
Films
Films bewerken
50

Functies die bij opname niet samen kunnen worden gebruikt

Bepaalde functies kunnen niet samen met andere instellingen worden gebruikt.
Beperkte functie Instelli ng Beschrijving
Elektronische VR is vastgezet op Aan wanneer Superlapsefilm geselecteerd is.
Elektronische VR is vastgezet op Uit wanneer Time- lapse-film of Slow motion toevoegen geselecteerd
is.
Elektronische VR is alleen beschikbaar wanneer Filmopties ingesteld is op 1080/30p, 1080/60p, 1080/ 25p of 1080/50p.
De instellingen Witbalans en Kleuropties zijn uitgeschakeld wanneer Onder water ingesteld is op
Aan. Witbalans is vastgezet op N Automatisch wanneer
Kleuropties ingesteld is op Monochroom.
Slechts een van de volgende Filmopties kan geselecteerd worden wanneer Film + foto of Slow motion toevoegen geselecteerd is of wanneer de lengte van de op te nemen film ingesteld is op
60 min. voor Lusopname. 1080/30p of 1080/60p voor NTSC, of 1080/25p of 1080/50p voor PAL.
Wanneer Superlapsefilm geselecteerd is, is Filmopties vastgezet op 1080/30p voor NTSC of 1080/25p voor PAL.
Wanneer Time-la pse-film ges Filmopties vastgezet op 2160/30p voor NTSC of 2160/25p voor PAL.
2160/30p, 2160/25p, HS 1080/4× of HS 720/8× kan
niet geselecteerd worden als Elektronisch e VR ingesteld is op Aan.
e
lecteerd is, is
Elektronische VR
Opname-opties
Filmopties
Filmstand
Filmopties
Onder water
Kleuropties
Filmstand
Elektronische VR
51
Films
Functies die bij opname niet samen kunnen worden gebruikt
Beperkte functie Instelli ng Beschrijving
Foto's kunnen niet worden vastgelegd door op de fotoknop te drukken tijdens het opnemen van een
Vastleggen van foto's tijdens filmopname
Markeringstags toevoegen
Filmstand
Filmstand
film in de stand Film + foto, Time-lap se-film of Slow motion toevoegen.
Tijdens het opnemen van een film in de stand Standaardfilm of Lusopname kunnen foto's alleen opgenomen worden wanneer Filmopties ingesteld is op 1080/30p, 1080/60p, 1080/25p of 1080/50p.
Markeringstags kunnen niet worden toegevoegd wanneer een film in de stand Superlapsefilm of Time- lapse-film wordt opgenomen.
52
Films
Functies die bij opname niet samen kunnen worden gebruikt

De camera aansluiten op een televisie of computer

Beelden gebruiken.........................................................................................................................54
Beelden bekijken op een televisie............................................................................................55
Beelden naar een computer overzetten (KeyMission 360/170 Utility) .......................56
53
De camera aansluiten op een televisie of computer

Beelden gebruiken

Open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf.
Micro-USB-aansluiting
HDMI-micro-aansluiting (Type D)
U kunt niet alleen van de vastgelegde beelden genieten met de SnapBridge 360/170-app (Aiii), maar u kunt de beelden ook op verschillende manieren gebruiken door de camera te verbinden met de hierna beschreven apparaten.
Beelden bekijken op een televisie
Beelden en films die werden vastgelegd me t de camera, kunnen worden weergegeven op een televisie. Aansluitmethode: sluit een in de handel verkrijgbare HDMI-kabel aan op de HDMI-ingangsaansluiting van de televisie.
Beelden naar een computer overzetten (KeyMission 360/1 70 Utility)
U kunt beelden en films overzetten naar een computer zodat u ze kunt bekijken en bewerken. Aansluitmethode: sluit de camera met de USB-kabel aan op de USB-poort van de computer.
Voor u verbinding maakt met een computer, dient u KeyMission 360/ 170 Utility op de computer te installeren.
B Opmerkingen over het aansluiten van kabels op de camera
Schakel de camera uit voor u kabels aansluit of loskoppelt. Controleer de vorm en de richting van de pluggen en houd de pluggen niet in een hoek wanneer u ze aansluit of loskoppelt.
Controleer of de accu van de camera voldoende opgeladen is. Als de lichtnetadapter EH-62F (apart verkrijgbaar) wordt gebruikt, kan deze camera worden gevoed via een stopcontact. Gebruik in geen geval een andere lichtnetadapter dan de EH-62F. Als u deze waarschuwing niet in acht neemt, kan dat leiden tot oververhitting van of schade aan de camera.
Voor informatie over de aansluitmethodes en daaropvolgende handelingen, raadpleeg naast dit document ook de documentatie die met het toestel werd meegeleverd.
54
De camera aansluiten op een televisie of computer
Beelden gebruiken

Beelden bekijken op een televisie

HDMI-micro-aansluiting (Type D)
Maak verbinding met de HDMI-
ingangsaansluiting
1 Schakel de camera uit (A18) en sluit hem aan op de televisie.
Controleer de vorm en de richting van de pluggen en houd de pluggen niet in een hoek wanneer u ze aansluit.
2 Stel de ingang van de televisie in op externe video-invoer.
Raadpleeg de handleiding van uw televisie voor meer informatie.
3 Schakel de camera in.
De camera gaat automatisch naar de weergavestand en beelden worden weergegeven op de televisie.
Het scherm van de camera schakelt niet in.
Gebruik een televisie en een HDMI-ka bel die 4K ondersteunen om een film af te spelen die
opgenomen is met een formaat/beeldsnelheid van 2160/30p of 2160/25p in 4K UHD- resolutie.
55
De camera aansluiten op een televisie of computer
Beelden bekijken op een televisie

Beelden naar een computer overzetten

USB-kabel
(KeyMission 360/170 Utility)

KeyMission 360/170 Utility installeren

KeyMission 360/170 Utility is gratis software waarmee u beelden en films naar uw computer kunt overzetten zodat u ze kunt bekijken en bewerken.
U kunt de instellingen van de camera ook wijzigen. Om KeyMission 360/170 Utility te installeren, downloadt u de recentste versie van het KeyMission 360/170 Utility-installatieprogramma op de volgende website en volgt u de instructies op het scherm om de installatie te voltooien. KeyMission 360/170 Utility: http://downloadcenter.nikonimglib.com Voor de systeemvereisten en andere informatie raadpleegt u de Nikon-website voor uw
regio.
Beelden naar een computer overzetten
1 Maak een geheugenkaart klaar die beelden bevat.
U kunt elk van de volgende methoden gebruiken om beelden van een geheugenkaart naar een computer over te zetten.
SD-geheug enkaartsleuf/kaartlez er: plaats de geheugenkaart in de kaartsleuf van uw computer of de kaartlezer (in de handel verkrijgbaar) die op de computer is aangesloten.
Directe U SB-aansluiting: schakel de camera uit en zorg ervoor dat de geheugenkaart in de camera is geplaatst. Sluit de camera aan op de computer met de USB-kabel. De camera wordt automatisch ingeschakeld.
56
De camera aansluiten op een televisie of computer

Beelden naar een computer overzetten (KeyMission 360/170 Utility)

B Opmerkingen over het aansluiten van de camera op een computer
Ontkoppel alle andere via USB gevoede apparaten van de comput er. Wanneer u tegelijk de camera en andere USB-toestellen op dezelfde computer aansluit, kan er een storing optreden of kan er te veel stroom van de computer worden gevoerd, waardoor de camera of de geheugenkaart beschadigd kan raken.
2 Start KeyMission 360/170 Utility.
De in de camera opgeslagen beelden worden weergegeven.
Als de geheugenkaart een groot aantal beelden bevat, kan het enige tijd duren voordat
KeyMission 360/170 Utility start. Wacht tot KeyMission 360/170 Utility start.
3 Selecteer de beelden die u wilt overzetten, en klik op x.
Wanneer de opslagbestemming van de beelden geselecteerd is in het weergegeven scherm, begint de beeldoverdracht.
4 Beëindig de verbinding.
Als u een kaartlezer of kaartsleuf gebruikt, kies dan de gepaste optie in het besturingssysteem van de computer om de verwisselbare schijf die overeenstemt met de geheugenkaart uit te werpen en haal de geheugenkaart uit de kaartlezer of kaartsleuf.
Wanneer de camera op een computer is aangesloten, schake lt u de camera uit en koppelt u de USB-kabel los.
B Opmerkingen over het aansluiten van de USB-kabel
De werking is niet gegarandeerd als de camera via een USB-hub op de computer is aangesloten.
C Gebruik van KeyMission 360/170 Utility
Raadpleeg de online-help van KeyMission 360/170 Utility voor meer informatie.
C ViewNX-i
Met gratis software ViewNX-i kunt u ook beelden en films overzetten naar uw computer.
Download de software van ons download-centrum op de volgende URL.
http://downloadcenter.nikonimglib.com
57
De camera aansluiten op een televisie of computer
Beelden naar een computer overzetten (KeyMission 360/170 Utility)

Het menu gebruiken

Menubewerkingen.........................................................................................................................59
Menulijsten .......................................................................................................................................61
Het filmmenu ...................................................................................................................................64
Het menu Foto's..............................................................................................................................68
Het menu Opname-opties ..........................................................................................................69
Het menu Camera-instellingen .................................................................................................71
Het weergavemenu .......................................................................................................................85
Het menu gebruiken
58

Menubewerkingen

15:30
U kunt instellingen in de volgende menu's configureren.
Film menu
Foto's menu
Opname-opties menu
1
Deze menu's verschijnen op het scherm van het c (setup)-menu.
2
Menupictogrammen en beschikbare opties zijn afhankelijk van de opnamestand.
3
Dit menu verschijnt als u de k-knop indrukt terwijl het weergavescherm wordt weergegeven.
Volg de onderstaande procedure om de instellingen te configureren in het c (setup)-menu.
1, 2
1
1
Camera-instellingen menu
Weergavemenu
1
3
1 Druk op de k-knop terwijl het
opnamescherm wordt weergegeven.
Het W (HOME)-scherm wordt weergegeven.
Om tijdens het configureren van instellingen in
de menu's terug te keren naar het opnamescherm, drukt u op de filmknop of fotoknop.
2 Gebruik HI om c (setup) te selecteren
en druk op de k-knop.
Het scherm met het c (setup)-menu wordt weergegeven.
3 Gebruik HI om de menuoptie te
selecteren die u wilt configureren, en druk op de k-knop.
Gebruik dezelfde procedure in menu's op lager niveau om opties te selecteren en te configureren.
Om terug te keren naar het vorige scherm, selecteert u < Terug en drukt u op de k-knop.
15:30
< Terug
Film
Foto's
Opname-opties
Het menu gebruiken
Menubewerkingen
59
4 Druk op HI om een menu-optie te
< Terug
Standaardfilm
Slow motion toevoegen
Film + foto
15:30
selecteren en druk op de k-knop.
Bepaalde menu-opties kunnen, afhankelijk van de huidige opnamestand of de toestand van de camera, niet worden ingesteld.
5 Gebruik HI om een instelling te
selecteren en druk op de k-knop.
De geselecteerde instelling wordt toegepast.
15:30
< Terug
Filmstand
Filmopties
NTSC/PAL
Het menu gebruiken
Menubewerkingen
60

Menulijsten

Het filmmenu

Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Film M k-knop
Optie Standaardinstelling A
Filmstand Standaardfilm 64
Filmopties*
NTSC/PAL NTSC 66
Elektronische VR Uit 66
Windruisreductie Uit 67
* Het formaat en de beeldsnelheid die kunnen worden geselecteerd in Filmopties, zijn
afhankelijk van de NTSC/PAL-instelling.

Het menu Foto's

Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Foto's M k-knop
Optie Standaardinstelling A
Foto's Enkelvoudig 68
NTSC 1080/30p
PAL 1080/25p
65
Het menu gebruiken
Menulijsten
61

Het menu Opname-opties

Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Opname-opties M k-knop
Optie Standaardinstelling A
Onder water Uit 69
Witbalans N Automatisch 69
Kleuropties Standaard 70
Belichtingscompensatie 0,0 70
Standaardw. herstellen Nee 70

Het menu Camera-instellingen

Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Camera-instellingen M k-knop
Optie A
Datum en tijd 71
Monitorinstellingen 72
Geluidsinstellingen 73
Automatisch uit 74
Geheugenkaart form. 75
Opties v. filmopname 75
Fn-knop afstandsbed. 76
Verticaal draaien 76
LED-helderheid 76
Opladen via computer 77
Taal/Language 78
Locatiegegevens 78
Standaardwaarden 79
Conformiteitsmarkering 79
Het menu gebruiken
Menulijsten
62
Optie A
Firmware-versie 79
Menu Netwerk 80

Het weergavemenu

Ga naar de opnamestand M Druk op de I-knop (weergavestand) M k-knop
Optie A
h Filmweergave 85
g Filmbewerking 85
f Wissen 85 j Uploaden 86
i Beveiligen 86
e Terug 86
Het menu gebruiken
Menulijsten
63

Het filmmenu

Filmstand

Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Film M k-knop M Filmstand M k-knop
Selecteer de stand voor filmopname (A35).
Optie
(Filmstand)
D Standaardfilm
D Slow motion
toevoegen
C Film + foto
D Superlapsefilm
E Lusopname
F Time-lapse-film
* U kunt selecteren of de belichting wordt vergrendeld (AE-L aan of AE-L uit
(standaardinstelling)).
Neem een normale film op met de instellingen in het filmmenu.
Terwijl u een film opneemt, kunt u naar slow motion-opname (opname met hoge beeldsnelheid) schakelen door de w-knop op de afstandsbediening te gebruiken.
Leg foto's met gespecificeerde intervallen vast tijdens de opname van een film.
Neem een film in fast motion op.
Nadat een film gedurende een bepaalde tijd werd opgenomen, gaat de camera door met het opnemen van de film terwi jl de gegevens van de opgenomen film vanaf het begin worden gewist (de film wordt als vijf aparte bestanden opgenomen).
Leg foto's vast met gespecificeerde intervallen en sla ze op om een fast motion-film te maken.
Beschrijving A
37
38
Stel het opname-interval in voor foto's. U kunt 5sec. (standaardinstelling), 10 sec., 30 sec. of 60 sec. selecteren.
Stel de opnamesnelheid in. U kunt , , (standaardinstelling), 10× of 15× selecteren.
Stel de duur van de op te nemen film in. U kunt 5min. (standaardinstelling), 10 min., 30 min. of 60 min. selecteren.
Stel het interval in waarin foto's worden vastgelegd. U kunt 2sec.*, 5sec.* (standaardinstelling), 10 sec.*, 30 sec.* of Nachtlucht selecteren.
40
41
42
44
Het menu gebruiken
Het filmmenu
64

Filmopties

Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Film M k-knop M Filmopties M k-knop
Stel het formaat en de beeldsnelheid in die worden gebruikt om films op te nemen. Selecteer filmopties voor normale snelheid om bij normale snelheid op te nemen, of HS­filmopties om op te nemen in slow motion. Het formaat en de beeldsnelheid die kunnen worden geselecteerd verschillen afhankelijk van de NTSC/PAL-instelling (A66).
Gebruik een microSDXC-geheugenkaart met een SD-snelheidsklasse van 6 of hoger voor het opnemen van films. Gebruik een geheugenkaart met een UHS-snelheidsklasse van 3 of hoger wanneer een beeldformaat/beeldsnelheid van 2160/30p (4K UHD) of 2160/
25p (4K UHD) wordt gebruikt.
Filmopties voor normale snelheid
Optie (beeldformaat/ beeldsnelheid)
2160/30p 2160/25p
1080/30p 1080/25p (standaardinstelling)
1080/60p 1080/50p
Beeldformaat
3840 × 2160 16:9
1920 × 1080 16:9
1920 × 1080 16:9
HS-filmopties
Opgenomen films worden weergegeven in slow motion.
Optie
(formaat/beeldsnelheid)
HS 1080/4×
HS 720/8×
Beeldformaat
Beeldverhouding
(horizontaal t.o.v. verticaal)
1920 × 1080
16:9
1280 × 720
16:9
Beeldverhouding
(horizontaal x verticaal)
Beschrijving
Hiermee neemt u films op in slow motion die afgespeeld worden aan 1/4 van de normale snelheid.
Hiermee neemt u films op in slow motion die afgespeeld worden aan 1/8 van de normale snelheid.
B Opmerkingen over HS-films
Audio kan niet worden opgenomen.
Het menu gebruiken
Het filmmenu
65

NTSC/PAL

Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Film M k-knop M NTSC/PAL M k-knop
Stel de beeldsnelheid in die wordt gebruikt om films op te nemen. Als u de NTSC/PAL­instelling schakelt, wijzigen de opties die kunnen worden ingesteld in Filmopties (A65).
Optie Beschrijving
NTSC
PAL Geschikt voor weergave op een televisie met de PAL-standaard.
Geschikt voor weergave op een televisie met de NTSC­standaard.

Elektronische VR

Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Film M k-knop M Elektronische VR M k-knop
Selecteer de instelling voor de vibratiereductie tijdens het opnemen van films.
Optie Beschrijving
Voert elektronische vibratiereductie voor cameratrilling uit met behulp van beeldverwerking wanneer Filmop ties bij Film in het
L Aan
Uit (standaardinstelling) Er wordt geen correctie uitgevoerd.
c (setup)-menu ingest eld is op 1080/30p, 1080/60p, 1080/25p of 1080/50p.
De beeldhoek (m.a.w. het gebied dat zichtbaar is in het beeld) wordt smaller.
B Opmerkingen over elektronische VR
De effecten van cameratrilling kunnen in bepaalde situaties niet volledig worden vermeden.
Het menu gebruiken
Het filmmenu
66

Windruisreductie

Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Film M k-knop M Windruisreductie M k-knop
Optie Beschrijving
K Aan
Uit (standaardinstelling) Windruisreductie is uitgeschakeld.
Vermindert het geluid dat optreedt wanneer de wind tijdens filmopname over de microfoon blaast. Andere geluiden kunnen tijdens de weergave moeilijk te horen zijn.
Het menu gebruiken
Het filmmenu
67

Het menu Foto's

Foto's

Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Foto's M k-knop
Optie Beschrijving
Enkelvoudig (standaardinstelling)
G Continu
Er wordt één beeld vastgelegd telkens wanneer de fotoknop wordt ingedrukt.
Er wordt continu opgenomen terwijl de fotoknop wordt ingedrukt. De camera kan ca. 30 beelden continu vastleggen met een snelheid van ca. 5 bps.
B Opmerkingen bij Continu-opnames
Het kan even duren om de beelden na de opname op te slaan.
C Beeldformaat
Het aantal pixels is vastgezet op 3840 × 2160 (circa 8 megapixels, circa 1:4 compressieverhouding en 16:9 beeldverhouding (horizontaal t.o.v. verticaal)) voor zowel Enkelvo udig als Continu.
Het menu gebruiken
Het menu Foto's
68

Het menu Opname-opties

Onder water

Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Opname-opties M k-knop M Onder water M k-knop
Selecteer Aan voor de juiste instelling wanneer onder water wordt opgenomen. De standaardinstelling is Uit.

Witbalans (Tint aanpassen)

Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Opname-opties M k-knop M Witbalans M k-knop
Pas de witbalans aan overeenkomstig de lichtbron of de weersomstandigheden, zodat de kleuren in de beelden eruit zien zoals u ze met uw oog waarneemt.
Optie Beschrijving
N Automatisch (standaardinstelling)
P Daglicht Voor opname bij zonlicht. R Gloeilam plicht Voor opnamen bij gloeilamplicht. Q TL-licht Voor opnamen bij koelwit TL-licht. O Bewolkt Voor opnamen bij bewolkt weer.
De witbalans wordt automatisch aangepast.
Het menu gebruiken
Het menu Opname-opties
69

Kleuropties

Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Opname-opties M k-knop M Kleuropties M k-knop
U kunt de beeldinstellingen wijzigen overeenkomstig de opnameomstandigheden of uw voorkeuren. Scherpte, contrast en verzadiging worden automatisch aangepast.
Optie Beschrijving
Standaard (standaardinstelling)
MVI Levendig
MMC Monochroom Beelden worden opgenomen in zwart-wit.
Standaardverwerking voor evenwichtige resultaten. Aanbevolen voor de meeste situaties.
Beelden worden verbeterd voor een levendig fotoprint-effect. Selecteer deze optie wanneer u basiskleuren zoals blauw, rood en groen wilt beklemtonen.

Belichtingscompensatie

Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Opname-opties M k-knop M Belichtingscompensatie M k-knop
U kunt de algemene helderheid van het beeld aanpassen.

Standaardw. herstellen

Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Opname-opties M k-knop M Standaardw. herstellen M k-knop
Herstel de instellingen in het menu opname-opties op hun standaardwaarden.
70
Het menu gebruiken
Het menu Opname-opties

Het menu Camera-instellingen

20160101 00 00

Datum en tijd

Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Camera-instellingen M k-knop M Datum en tijd M k-knop
Stel de cameraklok in.
Optie Beschrijving
Synchr. met smartapp.
Datum en tijd
Datumnotatie Se lecteer J/M/D, M/D/J of D/M/J.
Bepaal of de instelling voor de datum en tijd wordt gesynchroniseerd met een smart-apparaat.
Stel de datum en tijd in als Synchr. met smartapp. is ingesteld op Uit.
Markeer de volgende optie: druk op
de k-knop.
Wijzig de datum en tijd: druk op
HI.
Pas de instelling toe: Markeer het meest rechtse item en druk op de k-knop.
C Als de datum en tijd niet ingesteld zijn
Als de cameraklok niet is ingesteld, wordt de aanduiding O (datum niet ingesteld) weergegeven op het scherm. De aanduiding verdwijnt wanneer de datum en tijd ingesteld zijn.
Het menu gebruiken
Het menu Camera-instellingen
71

Monitorinstellingen

[01:00:00]
1080/30p
0.3++0.3
+
1080/30p
[01:00:00]
Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Camera-instellingen M k-knop M Monitorinstellingen M k-knop
Optie Beschrijving
Beeld terugspelen
Helderheid
Foto-informatie Bepaal of informatie op het scherm wordt weergegeven.
Foto-informatie
Info verbergen
Automatische info (standaardinst elling)
Info tonen
Bepaal of het vastgelegde beeld onmiddellijk na de opname wel of niet wordt weergegeven.
Standaard instelling: Aan
Pas de helderheid aan.
Standaard instelling: 3
Opnamestand Weergavestand
Dezelfde informatie als in Info tonen wordt weergegeven, en wordt verborgen zoals in Info verbergen als gedurende enkele seconden geen handelingen worden uitgevoerd. De informatie wordt opnieuw weergegeven wanneer een handel ing wordt uitgevoerd.
Het menu gebruiken
Het menu Camera-instellingen
72
Opnamestand Weergavestand
+
Filmbeeld+autom. info
[01:00:00]
+
+
0.3
0.3
1080/30p
Naast de informatie d ie aangegeven is in Automatische info, wordt voor de filmopname begint een raster weergegeven dat het gebied aangeeft dat zal worden va stgelegd wanneer films worden opgenomen. Het filmraster wordt niet weergegeven wanneer films worden opgenomen.
Hetzelfde als Automatische info.
[01:00:00]

Geluidsinstellingen

Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Camera-instellingen M k-knop M Geluidsinstellingen M k-knop
Optie Beschrijving
Geluidsinstellingen
Stel het volume in van het geluid dat de camera produceert wanneer handelingen worden uitgevoerd. U kunt het volume instellen op Hoog, Normaal (standaardinstelling), Laag of Uit.
1080/30p
Het menu gebruiken
Het menu Camera-instellingen
73

Automatisch uit

Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Camera-instellingen M k-knop M Automatisch uit M k-knop
Stelt de tijd in die verstrijkt tussen het moment waarop het opnamescherm verschijnt nadat de opname stopt, en het moment waarop de camera uitschakelt. U kunt 2sec., 5sec., 30 sec. (standaardinstelling), 1min. of 5min. selecteren.
C De functie Automatisch uit instellen
Als de camera alleen door de accu wordt gevoed en er in de hierna beschreven situaties geen handelingen worden uitgevoerd, schakelt de camera uit, ongeacht de instelling voor de functie automatisch uit.
- Als de camera wordt ingeschakeld (voor de opname start): 1 minuut
- Nadat handelingen werden uitgevoerd in menu's of in de weergavestand: 3 minuten
- Wanneer de camera wacht op koppeling met een smart-apparaat dat NFC ondersteunt nadat
Verbin d. m. smar tapp. geselecteerd is in het netwerkmenu: 30 minuten
- Wanneer de camera wacht op koppeling met de afstandsbediening nadat Ve rbind ing m .
afst.bed. geselecteerd is in het netwerkmenu: 3 minuten
- Wanneer een HDMI-kabel is aangesloten (als er geen signaal is): 30 minuten
- Wanneer een USB-kabel is aangesloten (als er geen gegevens worden verzonden of
ontvangen): 30 minuten
De functie automatisch uit is in de volgende situaties niet geactiveerd:
- Wanneer de lichtnetadapter EH-62F is aangesloten
- Wanneer de camera aangesloten is op een computer
Het menu gebruiken
Het menu Camera-instellingen
74

Geheugenkaart form.

Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Camera-instellingen M k-knop M Geheugenkaart form. M k-knop
Gebruik deze optie om een geheugenkaart te formatteren.
Als u de geheugenkaarten formatteert, worden alle gegevens permanent gewist. Gegevens die werden gewist, kunnen niet worden hersteld. Sla belangrijke beelden
op een computer op voordat u gaat formatteren.
Om het formatteren te starten, selecteert u Formatteren op het weergegeven scherm en drukt u op de k-knop.
Zet de camera niet uit en open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet
tijdens het formatteren.
Deze instelling kan niet worden geselecteerd terwijl er een draadloze verbinding is.

Opties v. filmopname

Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Camera-instellingen M k-knop M Opties v. filmopname M k-knop
Optie Beschrijving
Stel in of de cameraknoppen al dan niet werken tijdens filmopname. Als Inschakelen geselecteerd is, kunt u de cameraknoppen tijdens filmopname gebruiken, zoals hieronder beschreven wordt.
Bediening
Lcd automatisch uit
Fotoknop: hiermee legt u foto's vast.
k-knop: hiermee voegt u markeringstags toe.
H-knop: hiermee schakelt u de monitor in of uit.
I-knop: hiermee schakelt u over naar opname in slow motion
(opname met hoge beeldsnelheid).
De standaard instelling is Uitschakel en.
Stel de tijd in die verstrijkt tussen het moment waarop u een film begint op te nemen en het moment waarop de monitor wordt uitgeschakeld. U kunt 10 sec., 30 sec., 1min., 5min. of Uit selecteren.
Wanneer Uit geselecteerd wordt, blijft de monitor ingeschakeld tijdens het opnemen van films.
De standaard instelling is 30 sec..
B Opmerkingen over het bedienen van de cameraknoppen
Als u de cameraknoppen indrukt terwijl u een film opneemt, dan bestaat de kans dat het geluid van het indrukken van de knoppen wordt opgenomen.
75
Het menu gebruiken
Het menu Camera-instellingen

Fn-knop afstandsbed.

Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Camera-instellingen M k-knop M Fn-knop afstandsbed. M k-knop
Selecteer de functie die moet worden gebruikt wanneer op de w-knop van de afstandsbediening (A21) wordt gedrukt.
Optie Beschrijving
Markeerlabel invoegen
Slow motion toevoegen
Markeringstags kunnen niet worden toegevoegd wanneer de filmstand ingesteld is op
Superlapsefilm of Time-lapse-film.
Een markeringstag wordt aan een film toegevoegd tijdens de opname wanneer de w-knop van de afstandsbediening wordt ingedrukt.
De camera schakelt naar slow motion-filmopname (opname met hoge beeldsnelheid) wanneer de w-knop op de afstandsbediening ingedrukt wordt tijdens het opnemen van een film in Slow motion toevoegen. Deze functie kan alleen geselecteerd worden als de filmstand ingesteld is op Slow
motion toevoegen (A38).

Verticaal draaien

Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Camera-instellingen M k-knop M Verticaal draaien M k-knop
Gebruik deze optie wanneer de camerabody omgekeerd gehouden wordt of bevestigd is, zodat de oriëntatie van de opgenomen beelden omgekeerd wordt. Wanneer Aan wordt geselecteerd, wordt de oriëntatie omgekeerd van het beeld en van informatie zoals pictogrammen en menu's die op de monitor worden weergegeven. Selecteer Uit als u de oriëntatie niet wilt wijzigen.

LED-helderheid

Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Camera-instellingen M k-knop M LED-helderheid M k-knop
Pas de helderheid van de statuslampjes aan.
76
Het menu gebruiken
Het menu Camera-instellingen

Opladen via computer

Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Camera-instellingen M k-knop M Opladen via computer M k-knop
Optie Beschrijving
Auto (standaardinstelling)
Uit
Wanneer de camera wordt aangesloten op een ingeschakelde computer (A54), wordt de in de camera geplaatste accu automatisch opgeladen met de stroombron van de computer.
De in de camera geplaatste accu wordt niet opgeladen wanneer de camera is aangesloten op een computer.
B Opmerkingen over het laden met een computer
Bij aansluiting op een computer schakelt de camera in en begint hij op te laden. De cameraknoppen kunnen niet worden bediend terwijl wordt opgeladen met een computer.
Het duurt ongeveer 5 uur en 30 minuten om een volledig lege accu op te laden. De laadtijd wordt groter wanneer beelden worden overgespeeld terwijl de accu wordt geladen.
De camera schakelt automatisch uit als er gedurende 30 minuten geen communicatie met de computer plaatsvindt nadat de accu volledig was geladen.
B Wanneer de statuslampjes snel groen knipperen
Opladen is niet mogelijk, waarschijnlijk wegens een van de hierna beschreven redenen.
De omgevingstemperatuur is niet geschikt om op te laden. Laad de accu binnenshuis op bij een omgevingstemperatuur van 5 °C tot 35 °C.
De USB-kabel is niet correct aangesloten of de accu is defect. Zorg ervoor dat de USB-kabel correct is aangesloten of vervang de accu indien nodig.
De computer staat in de slaapstand en levert geen stroom. Haal de computer uit de slaapstand.
De accu kan niet worden opgeladen omdat de computer geen stroom naar de camera kan
sturen ten gevolge van de instellingen of specificaties van de computer.
Het menu gebruiken
Het menu Camera-instellingen
77

Taal/Language

Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Camera-instellingen M k-knop M Taal/Language M k-knop
Selecteer een taal voor de weergave van cameramenu's en berichten.

Locatiegegevens

Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Camera-instellingen M k-knop M Locatiegegevens M k-knop
Bepaal of informatie over de opnamelocatie wordt toegevoegd aan de beelden die u maakt.
Optie Beschrijving
Downloaden v. appar. (standaardinstelling)
Positie
Selecteer Aan om locatie-informatie van een smart-apparaat toe te voegen aan de beelden die u maakt. Activeer de functie voor locatie-informatie van de SnapBridge 360/170-app.
Geef de verkregen locatie-informatie weer.
De informatie wordt niet bijgewerkt terwijl ze wordt weergegeven. Om de informatie bij te werken, dient u Positie opnieuw uit te voeren.
Het menu gebruiken
Het menu Camera-instellingen
78

Standaardwaarden

Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Camera-instellingen M k-knop M Standaardwaarden M k-knop
Wanneer Standaard is geselecteerd, worden de instellingen in het c (setup)-menu weer op hun standaardwaarden gezet.
De instellingen in het netwerkmenu worden ook hersteld naar hun standaardwaarden.
Bepaalde instellingen zoals Datum en tijd, Taal/Language of NTSC/PAL worden niet
gereset.
Deze instelling kan niet worden geselecteerd terwijl er een draadloze verbinding is.
C Bestandsnummering resetten
Als u de bestandsnummering wil terugzetten op “0001”, wist u alle beelden die op de geheugenkaart zijn opgeslagen (A85) voordat u Standaar dwaarden selecteert.

Conformiteitsmarkering

Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Camera-instellingen M k-knop M Conformiteitsmarkering M k-knop
Bekijk een aantal conformiteitsmarkeringen waaraan de camera voldoet.

Firmware-versie

Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Camera-instellingen M k-knop M Firmware-versie M k-knop
Bekijk de huidige firmwareversie van de camera.
Deze instelling kan niet worden geselecteerd terwijl er een draadloze verbinding is.
79
Het menu gebruiken
Het menu Camera-instellingen

Menu Netwerk

Ga naar de opnamestand M k-knop M c (setup)-pictogram M k-knop M Camera-instellingen
Configureer de instellingen voor het draadloos netwerk om de camera en een smart­apparaat te verbinden.
Vliegtuigmodus Selecteer Aan om alle draadloze verbindingen uit te schakelen.
Verbind. m. smartapp.
Verbinding m. afst.bed.
Verbinding kiezen
Verzenden tijdens opn.
Wi-Fi
M k
-knop M Menu Netwerk M k-knop
Optie Beschrijving
Selecteer deze optie wanneer een smart-apparaat wordt gekoppeld met de camera. Deze optie kan niet worden geselecteerd terwijl er een draadloze verbinding is. Zie stap 2 in “Instellen vanaf een smartphone of tablet” (A11) voor meer informatie.
Koppel opnieuw wanneer u wilt koppelen nadat het
koppelen beëindigd werd (A82).
Selecteer deze optie wanne er de afstandsbediening wordt gekoppeld met de camera. Wa nneer deze optie geselecteerd is, is de koppelingsfunctie ingeschakeld en wacht de camera tot de verbinding tot stand wordt gebracht.
Camera en smartappar.
Camera en afstandsb.
Netwerkinstellingen
Huidige instellingen
Selecteer deze optie om te kiezen of de camera verbonden wordt met een smart-apparaat dan wel met de afstandsbediening.
Stel de voorwaarden in om automatisch beelden naar een smart-apparaat te verzenden.
SSID*: wijzig de SSID. Stel een alfanumerieke SSID in van 1 tot 32 karakters.
Verificatie/encryptie: selecteer of de communicatie tussen de camera en het verbonden smart-apparaat al dan niet moet worden beveiligd. De communicatie wordt niet beveiligd als Open is geselecteerd.
Wachtwoord*: stel het wachtwoord in. Stel een alfanumeriek wachtwoord in van 8-32 karakters.
Kanaal: selecteer het kanaal dat wordt gebruikt voor draadloze verbindingen.
Geef de huidige instellingen weer.
Het menu gebruiken
Het menu Camera-instellingen
80
Optie Beschrijving
Verbinding
Bluetooth
Standaardw. herstellen
* Zie “Toetsenbord tekstinvoer bedienen” (A84) voor meer informatie over het invoeren van
alfanumerieke tekens.
Gekoppelde apparaten
Verzenden als uitgesch .
Selecteer Uitschakel en om Bluetooth-communicatie uit te schakelen.
Verander het smart-apparaat waarmee u verbinding wilt maken, of verwijder de koppeling met het smart-apparaat.
Stel in of u wilt toelaten dat de camera met het smart-apparaat communiceert wanneer de camera uitgeschakeld is.
De instellingen in het ne twerkmenu worden teruggezet op hun standaardwaarden. Deze optie kan niet worden geselecteerd terwijl er een draadloze verbinding is.
C Weergegeven pictogrammen op het scherm
E wordt weergegeven wanneer Vliegtuigmod us is geselecteerd, C wordt weergegeven wanneer een Wi-Fi-verbinding tot stand is gebracht, B wordt weergegeven wanneer een Bluetooth-verbinding tot stand is gebracht, en R wordt weergegeven wanneer een afstandsbedieningsverbinding tot stand is gebracht.
Het menu gebruiken
Het menu Camera-instellingen
81
Loading...