Dank u voor het aanschaffen van de COOLPIX 700. In deze
formaat Handleiding
kenmerken van uw camera. Deze handleiding is bedoeld als gemakkelijk naslagwerk in een handzaam formaat. De overige documentatie
voor dit product bestaat uit:
•
Snelhandleiding
basiswerking van de camera
•
Voor uw veiligheid
voorzorgsmaatregelen met betrekking tot veiligheid, waarschuwingen en opmerkingen
•
Gebruikshandleiding
volledige beschrijving van de werking van uw camera
•Software-handleidingen (CD-ROM)
gedetailleerde aanwijzingen over het gebruik van uw camera
met Nikon-software
treft u informatie aan over de meest gebruikte
(gedrukt)
(gedrukt)
(op CD-ROM)
Zak-
Foto’s maken
In dit hoofdstuk treft u informatie aan over het bepalen van de compositie van foto’s, het gebruik van autofocus, belichtingsinstellingen en de
opnamemogelijkheden in de M-REC-stand.
COMPOSITIE
• Digitale
zoom
FOCUS
• Continue
Autofocus
• Enkelvoudige Autofocus
• Autofocus
vergrendeling
BELICHTING
• Lichtmeetmethode
• Witbalans
• Beeldcorrectie
• Gevoeligheid
OPNAMEN
MAKEN
• Multiopnamenstand
• Best-Shot
Selectie
Overzicht
69
Compositie en focus
De COOLPIX 700 is uitgerust met een automatische
digitale zoom
waarmee u het beeldkader in de zoeker kunt bepalen door beelden
1.25, 1.6, 2.0 of 2.5 keer te vergroten.
De focus kan worden bijgesteld naar gelang uw compositie. Met
autofocus kan de focus automatisch worden ingesteld op de afstand
tot uw onderwerp. Er zijn diverse handmatige focusinstellingen die u
kunt gebruiken wanneer de autofocus niet de gewenste resultaten
THEORIE
oplevert, bijvoorbeeld bij slechte lichtomstandigheden (zie de
handleiding
).
Snel-
In deze paragraaf wordt beschreven hoe u foto’s kunt creëren met
behulp van de zoom en hoe u het beste resultaat verkrijgt met
autofocus.
Beelduitsnede bepalen
U kunt de beelduitsnede bepalen in de zoeker of op de LCD-monitor.
PRAKTIJK
,
*
Digitale zoom
Bij digitale zoom worden de beeldgegevens van de CCD digitaal verwerkt, zodat het
middelste gedeelte van het beeld wordt vergroot tot het het kader vult. In tegenstelling
tot optische zoom, worden bij digitale zoom de details in de foto niet verder verfijnd.
In plaats daarvan worden de bij maximale zoom zichtbare details vergroot, wat een
ietwat korrelig beeld oplevert.
70
Foto’s maken: Compositie en focus
Digitale zoom
1/30
X2.0X2.0
F3.8
Houdt de ▲-knop even ingedrukt om de digitale zoom te activeren. Terwijl de digitale zoom
aanstaat, zijn de zoom-indicator en het AF/
Flitslampje groen en knipperen ze. Bovenaan
de LCD-monitor wordt weergegeven hoeveel
de digitale zoom vergroot. Met de ▲-knop en
de ▼-knop kunt u uit vier instellingen van
1.25× tot 2.5× kiezen om meer of minder te
vergroten.
Let er op dat de digitale zoom alleen werkt als de LCD-monitor aanstaat
of als de camera op een televisietoestel is aangesloten. Het effect van
de digitale zoom is niet zichtbaar in de zoeker.
Autofocus
De kruisvormige focusstreepjes die u door de
zoeker ziet geven aan op welk punt bij autofocus wordt scherpgesteld. Wanneer u het
focuspunt selecteert, of wanneer de monitor
uitstaat om stroom te besparen, kunt u de
beelduitsnede bepalen met behulp van de
zoeker, zoals hiernaast afgebeeld.
Wanneer u de beelduitsnede bepaalt, zorg dan dat uw vingers of andere voorwerpen
de lens en het flitsvenster niet bedekken.
Foto’s maken: Compositie en focus
Tip
71
Nadat u de uitsnede van uw foto heeft bepaald, kunt u de autofocus
controleren door de ontspanknop voorzichtig half in te drukken. Als de
camera kan scherpstellen op het onderwerp tussen de focusstreepjes
in de zoeker, dan is het AF/Flits-lampje groen. Zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt, blijft de focus hetzelfde; deze focusvergrendeling kunt u gebruiken om scherp te stellen op een onderwerp dat zich
in de uiteindelijke compositie niet in het midden bevindt (zie de
Snelhandleiding
).
Als de camera niet op het onderwerp kan scherpstellen, dan is het AF/
Flits-lampje groen en knippert het snel. Gebruik in dat geval de
focusvergrendeling om scherp te stellen op een voorwerp dat zich op
dezelfde afstand van uw camera bevindt als uw onderwerp, en bepaal
opnieuw de compositie van uw foto. In plaats daarvan kunt u ook de
focus op INFINITY (oneindig) instellen, of één van de handmatige
focusinstellingen in de M-REC-stand gebruiken (zie de
Snelhandleiding
Let er op dat u wanneer de monitor uitstaat geen foto’s kunt maken als
het AF/Flits-lampje knippert.
Tips
Goede resultaten verkrijgen met de autofocus
De autofocus werkt het best wanneer:
• er contrast is tussen het onderwerp en de achtergrond. Het kan bijvoorbeeld zijn
dat de autofocus niet goed werkt bij onderwerpen die dezelfde kleur als de
achtergrond hebben.
• de voorwerpen tussen de focusstreepjes zich allemaal op dezelfde afstand van de
camera bevinden.
• het onderwerp stilstaat.
• het onderwerp gelijkmatig verlicht is.
• het onderwerp goed verlicht is (hoewel het onderwerp niet te sterk verlicht dient
te zijn in vergelijking met de achtergrond).
Autofocusstand
Het autofocussysteem heeft twee standen: continu of enkelvoudig. Continue AF kan
alleen worden gebruikt wanneer de LCD-monitor aanstaat en de focus is ingesteld op
macro close-up (zie de
monitor uitstaat, staat de camera in de enkelvoudige AF-stand. In de continue AFstand stelt de camera de focus continu bij, zodat de camera op elk moment klaar is om
een foto te maken. Let er echter op dat u hiermee ook foto’s kunt nemen wanneer de
camera niet scherpgesteld staat; controleer de AF/Flits-indicator voordat u een
opname maakt. In de enkelvoudige AF-stand stelt de camera alleen scherp wanneer
de ontspanknop half ingedrukt wordt. Hierdoor worden de batterijen gespaard, maar
er treedt een kleine vertraging op voordat de camera klaar is om een foto te maken.
Snelhandleiding
); bij andere focusinstellingen of wanneer de
).
72
Foto’s maken: Compositie en focus
Belichting
De COOLPIX 700 heeft een aantal functies waarmee u de camera kunt
instellen op diverse lichtomstandigheden. Naast de instellingen voor
de flitser en belichtingscompensatie besproken in de
kunt u de lichtmeting, de witbalans, de beeldcorrectie en de gevoeligheid gebruiken om onder diverse lichtomstandigheden te fotograferen
of om diverse lichteffecten te produceren.
Lichtmeetmethode
De camera meet hoeveel licht er is en stelt de belichting daarop af met
behulp van één van de volgende drie lichtmeetmethoden. Wanneer u
de ontspanknop half indrukt, is de belichting vergrendeld
(belichtingsvergrendeling).
Snelhandleiding
,
MethodeWerking
Matrixmeting
Spotmeting
Centrumgewogen
meting
De camera meet de
helderheid en het contrast in 256 delen van
het beeld en stelt de
belichting zodanig in
dat zowel heldere als
beschaduwde gebieden optimaal worden
weergegeven.
De camera meet alleen
het licht in een klein gebied
middenin het beeld, dat op
de LCD-monitor door
del van een vierkantje
wordt weergegeven.
De camera meet het
licht in het totale beeld,
maar legt hierbij de
nadruk op het middelste gedeelte.
mid-
Waneer te gebruiken
Deze instelling is het
meest geschikt voor algemeen gebruik. De
belichting wordt berekend
door metingen van 256
delen van het tafereel te
vergelijken met standaard
referentiecomposities,
hetgeen de beste instelling voor de foto oplevert.
Deze instelling zorgt er
voor dat het onderwerp
goed wordt belicht,
zelfs als de achtergrond erg licht of erg
donker is.
Gebruik deze instelling
om de achtergronddetails niet verloren te
laten gaan, terwijl de
lichtomstandigheden in
het midden van het beeld
de belichting bepalen.
THEORIE
Foto’s maken: Belichting
73
Methode voor lichtmeting kiezen
SHOOTING
WHITE BAL
CONTINUOUS
METERING
BESTSHOT
IMG ADJUST
SENS.
DEF
VGA
SET➔
SHUTTER
BK
METERING
SPOT
CENTER WEIGHT
MATRIX
BK
Wanneer u de keuzeknop op A-REC zet, staat de camera automatisch
in de matrix-meetstand. Om de camera op een andere meetstand in te
stellen, dient u de volgende stappen uit te voeren:
1. Zet de keuzeknop op M-REC.
2. Druk op de MENU-knop om het menu
SHOOTING weer te geven.
PRAKTIJK
3. Markeer met behulp van de zoom-knoppen
(▲▼) METERING.
4. Druk op de ontspanknop en selecteer de
gewenste instelling in het menu
METERING.
De gekozen lichtmeetmethode wordt nu steeds gebruikt wanneer de
camera in de M-REC-stand staat. De lichtmeetmethode wordt weergegeven door middel van een icoon op het LCD-scherm, de LCD-monitor
en het menu SHOOTING.
Menu’s gebruiken
Als er geen menu verschijnt wanneer u op de MENU-knop drukt, druk dan op de
MONITOR-knop tot de LCD-monitor aanspringt. Met de zoom-knoppen (▲▼) kunt u
onderdelen markeren en met de ontspanknop kunt u ze selecteren. U kunt door
menu’s met meer dan één bladzijde bladeren door op de MENU-knop te drukken. Om
een menu van het scherm te verwijderen, dient u BK te markeren en op de
ontspanknop te drukken, of op de MENU-knop te drukken tot het menu verdwijnt.
74
Foto’s maken: Belichting
Loading...
+ 21 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.