Door op de ontspanknop te
drukken, kunnen foto’s in elke
willekeurige stand worden
vastgelegd. Zie pagina 19 voor
meer informatie.
Ontspanknop
Neem films opmet de filmopnameknop.
In de standen automatisch (0 35),
creatief (0 45) en geavanceerde
film (0 56) kunnen films worden
opgenomen door op de
filmopnameknop te drukken.
Filmopnameknop
3
Gefeliciteerd met de aanschaf van deze Nikon digitale camera. Voor
een complete gids betreffende het gebruik van uw digitale camera,
zie de Naslaggids (0 5). Lees deze Gebruikshandleiding grondig
door, zodat u zeker weet dat u de camera optimaal benut en bewaar
de handleiding op een plaats waar iedereen die het product
gebruikt deze kan lezen.
Camera-instellingen
Deze handleiding gaat er steeds van uit dat de standaardinstellingen worden
gebruikt.
Symbolen en conventies
Om u te helpen de gewenste informatie gemakkelijker te vinden, worden de
volgende symbolen en conventies gebruikt:
Dit pictogram staat bij waarschuwingen; informatie die moet worden
D
gelezen voor gebruik om schade aan de camera te vermijden.
Dit pictogram staat bij opmerkingen; informatie die moet worden
A
gelezen voordat u de camera gebruikt.
Dit pictogram staat bij verwijzingen naar andere pagina’s in deze
0
handleiding.
Het objectief dat over het algemeen in deze handleiding voor illustratieve
doeleinden wordt gebruikt is een 1 NIKKOR VR 10-30mm f/3.5-5.6.
A Voor uw veiligheid
Lees eerst de veiligheidsinstructies in “Voor uw veiligheid” (0 6–8) en
“Onderhoud van de camera en batterij: waarschuwingen” voordat u de
camera voor de eerste keer gebruikt (0 86).
4
De Naslaggids
Download voor meer informatie over uw Nikon-camera een pdfkopie van de Naslaggids op de hieronder vermelde website. De
Naslaggids kan worden bekeken met behulp van Adobe Reader of
Adobe Acrobat Reader 5.0 of hoger.
1 Start op uw computer een internetbrowser en open de volgende
pagina: http://nikonimglib.com/manual/
2 Kies een taal en download de Naslaggids.
3 Dubbelklik op het gedownloade bestand.
5
Voor uw veiligheid
Als u schade aan uw Nikon-product of letsel aan uzelf of anderen wilt voorkomen,
dient u de volgende veiligheidsinstructies goed door te lezen voordat u dit
product gaat gebruiken. Bewaar deze veiligheidsinstructies op een plaats waar
iedereen die het product gebruikt ze kan lezen.
De mogelijke gevolgen van het niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies in
dit hoofdstuk worden met het volgende pictogram aangegeven:
Dit pictogram staat bij waarschuwingen. Lees om mogelijk letsel te
A
voorkomen alle waarschuwingen voordat u dit Nikon-product gebruikt.
❚❚WAARSCHUWIN GEN
Zorg dat de zon buiten beeld blijft. Zorg er bij
A
onderwerpen met tegenlicht voor dat
de zon ver buiten beeld blijft. Als
zonlicht in de camera convergeert
doordat de zon zich in of dicht bij het
beeld bevindt, kan dit brand
veroorzaken.
Zet het apparaat onmiddellijk uit in geval van
A
storing. Indien er rook of een ongewone
geur vrijkomt uit het apparaat of de
lichtnetadapter (apart verkrijgbaar),
haalt u onmiddellijk de stekker van de
lichtnetadapter uit het stopcontact en
verwijdert u de batterij. Pas daarbij op
dat u zich niet verbrandt. Voortgaand
gebruik kan leiden tot letsel. Nadat u de
batterij hebt verwijderd, brengt u het
apparaat voor onderzoek naar een door
Nikon geautoriseerd servicecenter.
Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van
A
ontvlambaar gas. Gebruik elektronische
apparatuur niet in de nabijheid van
ontvlambaar gas, omdat dit kan leiden
tot explosie of brand.
Haal het apparaat niet uit elkaar. Aanraking
A
van interne onderdelen kan tot letsel
leiden. In geval van een defect mag dit
product uitsluitend worden
gerepareerd door een gekwalificeerde
reparateur. Mocht het product
openbreken als gevolg van een val of
ander ongeluk, verwijder dan de batterij
en/of koppel de lichtnetadapter los en
breng het product voor onderzoek naar
een door Nikon geautoriseerd
servicecenter.
Buiten bereik van kinderen houden. Het niet
A
in acht nemen van deze waarschuwing
kan leiden tot letsel. Bovendien dient u
er rekening mee te houden dat kleine
delen verstikkingsgevaar kunnen
opleveren. Mocht een kind een
onderdeel van dit apparaat hebben
ingeslikt, raadpleeg dan onmiddellijk
een arts.
Plaats de polsriem niet om de hals van
A
kinderen. Het dragen van de
camerapolsriem om de nek kan bij
kinderen leiden tot verstikking.
6
Vermijd langdurig contact met de camera,
A
batterij of lader zo lang als de apparaten
ingeschakeld of in gebruik zijn
apparaat kunnen zeer warm worden.
Langdurige aanraking van het apparaat
met de huid kan lichte brandwonden tot
gevolg hebben.
Richt de flitser niet op de bestuurder van een
A
motorvoertuig. Het niet in acht nemen
van deze waarschuwing kan leiden tot
ongelukken.
Wees voorzichtig bij het gebruik van de flitser
A
• Het gebruik van de camera met de
flitser terwijl deze zich dicht bij de huid
of andere voorwerpen bevindt, kan
brandwonden veroorzaken.
• Het gebruik van de flitser dicht bij de
ogen van een persoon kan leiden tot
tijdelijke vermindering van het
gezichtsvermogen. Pas extra goed op
als u kleine kinderen fotografeert. De
flitser mag zich niet op minder dan één
meter van de persoon bevinden.
Vermijd contact met vloeibare kristallen.
A
Indien het scherm breekt, moet erop
worden opgelet dat letsel door
gebroken glas wordt voorkomen en dat
de vloeibare kristallen van het scherm
niet in aanraking komen met de huid of
in de ogen of mond terechtkomen.
Neem de juiste voorzorgsmaatregelen in acht
A
bij het gebruik van batterijen. Batterijen
kunnen bij onjuist gebruik gaan lekken
of ontploffen. Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht bij het
gebruik van de batterijen bij dit product:
• Gebruik alleen batterijen die zijn
goedgekeurd voor gebruik in dit
apparaat.
• U mag de batterij niet kortsluiten of uit
elkaar halen.
• Zorg ervoor dat het product is
uitgeschakeld voordat u de batterij
vervangt. Als u een lichtnetadapter
gebruikt, moet u deze eerst
loskoppelen.
. Delen van het
• Plaats batterijen niet ondersteboven
of achterstevoren.
• Stel batterijen niet bloot aan vuur of
hoge temperaturen.
• U mag batterijen niet blootstellen aan
of onderdompelen in water.
• Plaats het afdekkapje van de batterij
terug wanneer u de batterij vervoert.
Vervoer of bewaar de batterij niet
samen met metalen voorwerpen, zoals
halskettingen of haarspelden.
• Volledig ontladen batterijen kunnen
gaan lekken. Als u schade aan het
product wilt voorkomen, dient u een
ontladen batterij te verwijderen.
• Als de batterij niet in gebruik is, plaatst
u het afdekkapje op de contactpunten
en bergt u de batterij op een koele,
droge plaats op.
• Direct na gebruik of als het product
gedurende een langere periode op de
batterij heeft gewerkt, kan de batterij
zeer warm zijn. Zet de camera daarom
uit en laat de batterij afkoelen voordat
u deze verwijdert.
• Stop onmiddellijk met het gebruik van
een batterij als u veranderingen
opmerkt, zoals verkleuring of
vervorming.
7
Neem de juiste voorzorgsmaatregelen in acht
A
bij het gebruik van de lader:
• Houd het product droog. Het niet in
acht nemen van deze waarschuwing
kan leiden tot brand of een elektrische
schok.
• U mag de ladercontacten niet
kortsluiten. Het niet in acht nemen van
deze waarschuwing kan leiden tot
oververhitting en schade aan de lader.
• Verwijder stof op of bij metalen
onderdelen van de stekker met een
droge doek. Voortgaand gebruik kan
leiden tot brand.
• Tijdens onweer mag u niet in de buurt
van de lader komen. Het niet in acht
nemen van deze waarschuwing kan
leiden tot een elektrische schok.
• Houd de stekker of de lader niet met
natte handen vast. Het niet in acht
nemen van deze waarschuwing kan
leiden tot een elektrische schok.
• Gebruik het product niet met
reisadapters of adapters die
ontworpen werden om een voltage
om te zetten naar een ander voltage of
met omzetters voor gelijkstroom naar
wisselstroom. Het niet in acht nemen
van deze voorzorgsmaatregel kan
schade aan het product,
oververhitting of brand veroorzaken.
Gebruik geschikte kabels. Als u kabels op de
A
in- en uitgangen aansluit, gebruik dan
uitsluitend de meegeleverde kabels of
kabels die Nikon voor het beoogde doel
verkoopt. Zo weet u zeker dat u de
voorschriften voor dit product naleeft.
Cd-roms: Cd-roms met software of
A
gebruikshandleidingen mogen niet op
audio-cd-apparatuur worden
afgespeeld. Het afspelen van een
cd-rom op een audio-cd-speler kan
gehoorverlies of schade aan de
apparatuur veroorzaken.
8
Kennisgevingen
• Niets uit de handleidingen die bij dit
product horen, mag in enigerlei vorm
of op enigerlei wijze worden
verveelvoudigd, uitgezonden,
overgezet of opgeslagen in een
geautomatiseerd gegevensbestand of
worden vertaald in een andere taal
zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van Nikon.
• Nikon behoudt zich het recht voor de
specificaties van de hardware en de
software die in deze handleidingen zijn
beschreven op elk gewenst moment
zonder aankondiging te wijzigen.
• Nikon is niet aansprakelijk voor enige
schade die voortkomt uit het gebruik
van dit product.
• Hoewel al het mogelijke in het werk is
gesteld om ervoor te zorgen dat de
informatie in deze handleidingen
accuraat en volledig is, stellen we het
ten zeerste op prijs als u eventuele
fouten of onvolkomenheden onder de
aandacht wilt brengen van de Nikonvertegenwoordiger in uw land/regio
(adres apart vermeld).
9
Kennisgevingen voor klanten in Europa
WAARSCHUWING: GEVAAR VOOR EXPLOSIE ALS BATTERIJ WORDT VERVANGEN
DOOR EEN ONJUIST TYPE. VOER BATTERIJEN AF VOLGENS DE INSTRUCTIES.
Dit pictogram geeft aan dat
elektrische en elektronische
apparaten via gescheiden
inzameling moet worden
afgevoerd.
Het volgende is alleen van
toepassing op gebruikers in Europese
landen:
• Dit product moet gescheiden van het
overige afval worden ingeleverd bij
een daarvoor bestemd
inzamelingspunt. Gooi niet samen met
het huishoudelijk afval weg.
• Gescheiden inzameling en recycling
helpt bij het behoud van natuurlijke
bronnen en voorkomt negatieve
consequenties voor mens en milieu die
kunnen ontstaan door onjuist
weggooien van afval.
• Neem voor meer informatie contact op
met de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
Dit symbool op de batterij
duidt aan dat de batterij
afzonderlijk moet worden
ingezameld.
Het volgende is alleen van toepassing
op gebruikers in Europese landen:
• Alle batterijen, al dan niet voorzien van
dit symbool, moeten afzonderlijk
worden ingezameld op een geschikt
inzamelpunt. Gooi dit product niet
weg als huishoudafval.
• Neem voor meer informatie contact op
met de leverancier of de gemeenteli jke
reinigingsdienst.
10
Mededeling betreffende het verbod op kopiëren en reproduceren
Let erop dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of
gereproduceerd door middel van een scanner, digitale camera of ander apparaat
wettelijk strafbaar kan zijn.
• Voorwerpen die volgens de wet niet mogen
worden gekopieerd of gereproduceerd
Kopieer of reproduceer geen
papiergeld, munten, waardepapieren
of obligaties van (plaatselijke)
overheden, zelfs niet als dergelijke
kopieën of reproducties worden
voorzien van een stempel “Voorbeeld”
of “Specimen”.
Het kopiëren of reproduceren van
papiergeld, munten of
waardepapieren die in het buitenland
in omloop zijn, is verboden.
Tenzij vooraf toestemming is verleend,
is het kopiëren of reproduceren van
ongebruikte door de overheid
uitgegeven postzegels of briefkaarten
verboden.
Het kopiëren of reproduceren van
door de overheid uitgegeven
postzegels en gecertificeerde
wettelijke documenten is verboden.
Wegwerpen van opslagmedia
Houd er rekening mee dat de oorspronkelijke beeldgegevens niet volledig worden
verwijderd als u beelden wist of geheugenkaarten of andere opslagmedia
formatteert. Met behulp van in de handel verkrijgbare software is het soms mogelijk
verwijderde bestanden op weggeworpen opslagmedia alsnog te herstellen, wat
misbruik van persoonlijke beeldgegevens tot gevolg kan hebben. De gebruiker is
zelf verantwoordelijk voor de privacybescherming van dergelijke gegevens.
Wis alle gegevens met behulp van speciale software alvorens een opslagmedium
weg te werpen of aan een ander over te dragen . Een alternatief is het medium eerst
te formatteren en vervolgens geheel te vullen met beelden zonder persoonlijke
informatie (bijvoorbeeld foto’s van de lucht). Voorkom letsel bij het fysiek
vernietigen van opslagmedia.
• Waarschuwingen met betrekking tot het
kopiëren of reproduceren van bepaalde
waardepapieren
De overheid heeft waarschuwingen
uitgevaardigd met betrekking tot het
kopiëren of reproduceren van
waardepapieren uitgegeven door
commerciële instellingen (aandelen,
wissels, cheques, cadeaubonnen en
dergelijke), vervoerspassen of coupons,
behalve als het gaat om een minimum
aantal kopieën voor zakelijk gebruik
door een bedrijf. Het is eveneens niet
toegestaan om door de overheid
uitgegeven paspoorten, vergunningen
van overheidsinstellingen en andere
instanties, identiteitsbewijzen,
toegangsbewijzen, pasjes en
maaltijdbonnen te kopiëren of te
reproduceren.
• Auteursrechten
Het kopiëren of reproduceren van
creatief materiaal waarop het
auteursrecht rust, zoals boeken,
muziek, schilderijen, houtsneden,
afdrukken, plattegronden, tekeningen,
films en foto’s, is onderhevig aan
nationale en internationale
auteurswetten. Gebruik dit product niet
om illegale kopieën te maken of voor
andere activiteiten die het auteursrecht
schenden.
De c amer a kan warm aanv oelen tijd ens g ebru ik; di t is n orma al en duid t niet op ee n
defect. Bij hoge omgevingstemperaturen, na langdurig continu gebruik, of nadat
verschillende foto’s in snelle opeenvolging werden gemaakt, wordt mogelijk een
temperatuurwaarschuwing weergegeven, waarna de camera automatisch wordt
uitgeschakeld om schade aan de interne schakelingen te beperken. Wacht tot de
camera is afgekoeld voordat het gebruik wordt hervat.
Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van het merk Nikon
Nikon camera’s zijn ontwikkeld volgens de hoogste normen en bevatten complexe
elektronische schakelingen. Alleen elektronische accessoires van het merk Nikon
(inclusief batterijladers, batterijen, lichtnetadapters en objectiefaccessoires) die
door Nikon speciaal zijn gecertificeerd voor gebruik met deze digitale camera, zijn
ontwikkeld om binnen de operationele eisen en veiligheidseisen van deze
elektronische schakelingen te werken en zijn met het oog daarop getest en
goedgekeurd.
Gebruik van niet-originele elektronische accessoires kan schade
aan de camera tot gevolg hebben die niet onder de Nikongarantie valt. Het gebruik van oplaadbare Li-ionbatterijen van
andere fabrikanten, die niet zijn voorzien van het holografische
zegel van Nikon (zie rechts), kan de normale werking van de
camera verstoren of ertoe leiden dat de batterijen oververhit
raken, vlam vatten, scheuren of gaan lekken.
Neem voor meer informatie over originele Nikon-accessoires contact op met een
door Nikon geautoriseerde leverancier.
12
Gebruik uitsluitend accessoires van Nikon
D
Alleen originele Nikon-accessoires die door Nikon specifiek zijn
gecertificeerd voor gebruik met uw digitale camera van Nikon, zijn
ontworpen en getest om te voldoen aan de geldende veiligheids- en
functioneringsvoorschriften. HETGEBRUIKVANNIET-ORIGINELE NIKON-ACCESSOIRES
De camera is een precisieapparaat dat regelmatig onderhoud vereist. Nikon
beveelt aan de camera eens per jaar of per twee jaar te laten nakijken door
de leverancier of een door Nikon geau toriseerde servicevertegenwoordiger
en elke drie tot vijf jaar een onderhoudsbeurt te geven (houd er rekening
mee dat hieraan kosten zijn verbonden). Regelmatige inspectie en
onderhoud worden vooral aanbevolen wanneer u de camera voor
professionele doeleinden gebruikt. Het wordt aanbevolen om tegelijkertijd
met uw camera veelgebruikte accessoires, zoals objectieven, te laten
nakijken en onderhouden.
Voordat u belangrijke foto’s gaat maken
A
Voordat u foto’s gaat maken van belangrijke gelegenheden (zoals een
huwelijk of reis), kunt u het beste enkele testopnamen maken om te
controleren of de camera goed werkt. Nikon is niet aansprakelijk voor
schade of gederfde winst veroorzaakt door het onjuist functioneren van het
product.
Permanente kennisoverdracht
A
Als onderdeel van Nikons inzet voor “permanente kennisoverdracht” met
het oog op doorlopende productondersteuning en -educatie is
voortdurend bijgewerkte informatie online beschikbaar op de volgende
sites:
• Voor gebruikers in de VS: http://www.nikonusa.com/
• Voor gebruikers in Europa en Afrika: http://www.europe-nikon.com/support/
• Voor gebruikers in Azië, Oceanië en het Midden-Oosten: http://www.nikon-asia.com/
Bezoek de sites om up-to-date te blijven met de nieuwste
productinformatie, tips, antwoorden op veelgestelde vragen (FAQs) en
algemeen advies over digital imaging en digitale fotografie. Aanvullende
informatie kan mogelijk worden verstrekt door de Nikon-importeur in uw
land/regio. Bezoek de volgende website voor contactgegevens:
http://imaging.nikon.com/
13
Inleiding
s
Pakketinhoud
Controleer of het pakket de volgende items bevat:
s
Nikon 1 S1 digitale camera
BF-N1000 bodydop
EN-EL20
oplaadbare
Li-ionbatterij
(met afdekkapje)
Objectief
(alleen meegeleverd
indien objectiefset
samen met de camera is
aangeschaft; wordt met
voorste en achterste
objectiefdoppen
geleverd)
AN-N1000 riem
UC-E19 USB-kabel
ViewNX 2/
Short Movie Creator
CD
Geheugenkaarten worden afzonderlijk verkocht.
14
Gebruikshandleiding
(deze handleiding)
MH-27 batterijlader
(lichtnetadapter
meegeleverd in landen of
regio's waar vereist; vorm is
afhankelijk van land van
verkoop)
Onderdelen van de camera
Neem even de tijd om vertrouwd te raken met de
bedieningsonderdelen en aanduidingen van de camera. Leg
eventueel een boekenlegger in dit hoofdstuk, zodat u het
gemakkelijk kunt terugvinden terwijl u de rest van de handleiding
leest.
De opnamestand en de meeste
opname-, weergave- en instelopties zijn
toegankelijk via de cameramenu’s. Druk op
s
de G-knop om het onderstaande
menuselectievenster weer te geven,
gebruik vervolgens de multi-selector om
het pictogram voor het gewenste menu te
markeren en druk op J.
Weergavemenu (0 74):Opnamemenu (0 75):
Pas de weergave-instellingen aan.Pas de fotografie-instellingen aan.
Menu
opnamestand
(0 19):
Kies een
opnamestand.
Filmmenu (0 76):Setup-menu (0 77):
Pas de filmopnameopties aan.
Beeldverwerkingsmenu (0 76):
Pas witbalans, ISO-gevoeligheid, Picture Controls en andere
beeldverwerkingsinstellingen voor foto’s en films aan.
Pas de basisinstellingen van de
camera aan.
G-knop
18
❚❚ Een opnamestand kiezen
Om het menu voor de opnamestand weer
te geven, druk op de G-knop, markeer
Opnamestand en druk op J. Gebruik de
multi-selector om een opnamestand te
markeren en druk op J om de
gemarkeerde optie te selecteren.
zStand Bewegingssnapshot (0 52): telkens wanneer de sluiter wordt
ontspannen, legt de camera een foto en ongeveer 1,6 sec. aan filmopnamen
vast. Wanneer het resultaat van “Bewegingssnapshot” wordt bekeken op de
camera, wordt de film in slow motion in ongeveer 4 sec. weergegeven,
gevolgd door de foto.
uStand Beste moment vastleggen (0 46): kies het
moment om de sluiter te ontspannen terwijl de
scène in slow motion (trage weergave) afspeelt, of
laat de camera het beste moment vastleggen op
basis van compositie en beweging (Slimme
fotoselectie).
z
u
s
CAutomatische stand (0 27): laat de camera de
instellingen voor foto’s en films selecteren.
wCreatieve stand (0 36): voor foto’s waarin u
speciale effecten wilt gebruiken, om instellingen
aan het onderwerp aan te passen of om sluitertijd
en diafragma te regelen.
vGeavanceerde filmstand (0 56): kies de sluitertijd en het diafragma voor
HD-films of maak films in slow motion.
C
w
v
19
Opties voor elke stand kunnen worden weergegeven door de stand
te markeren en op 2 te drukken. Druk op 4 om naar het menu van
de opnamestand terug te keren.
z Stand Bewegingssnapshot: kies een thema (0 54).
s
• Schoonheid (1)• Ontspanning (3)
• Golven (2)• Tederheid (4)
u Stand Beste moment vastleggen: kies tussen de standen trage
weergave en Slimme fotoselectie (0 46).
• Trage weergave (t)
• Slimme fotoselectie (y)
C Automatische stand: maak foto’s met behulp van live-bedieningen
(0 31).
v Geavanceerde filmstand: kies uit HD- (0 56) of slow motion-films
(0 61).
• Automatisch programma (P)• Handmatig (M)
• Sluitertijdvoorkeuze (S)• Slow motion (y)
• Diafragmavoorkeuze (A)
& (functie)
A
De hierboven vermelde opties kunnen
bovendien worden weergegeven door op de
&-toets op de multi-selector te drukken, na het
selecteren van de opnamestand.
s
21
❚❚ De menu’s gebruiken
Gebruik de multi-selector om door de
weergave-, opname-, film-,
beeldverwerking- en setup-menu’s te
navigeren.
s
Selecteer een item.
1
Druk op 1 of 3 om menuopties te
markeren en druk op 2 om de opties
voor het gemarkeerde item te bekijken.
Selecteer een optie.
2
Druk op 1 of 3 om de gewenste optie
te markeren en druk op J om te
selecteren.
De menu’s gebruiken
A
De vermelde items kunnen variëren naargelang de camera-instellingen.
Grijs weergegeven items zijn momenteel niet beschikbaar. Druk de
ontspanknop half in om de menu’s af te sluiten en naar de opnamestand
terug te keren (0 29).
Een menu kiezen
A
Om een ander menu weer te geven, druk op 4
in stap 1 en druk vervolgens op 1 of 3 om het
gewenste pictogram te markeren. Druk op 2
om de cursor in het gemarkeerde menu te
plaatsen.
Multi-selector
22
Eerste stappen
Bevestig de camerariem.
1
Bevestig de riem stevig aan de twee cameraoogjes.
Laad de batterij op.
2
Plaats de batterij in de lader
stopcontact
w. Een lege batterij laadt in ongeveer twee uur
volledig op. Haal de lader uit het stopcontact en verwijder de
batterij zodra het opladen is voltooid.
De stekkeradapter
A
Afhankelijk van het land of de regio van
aankoop, wordt er mogelijk ook een
stekkeradapter meegeleverd. De vorm van
de adapter varieert afhankelijk van het land
of de regio van aankoop. Als een
stekkeradapter is meegeleverd, richt de
lichtnetstekker omhoog en sluit de
stekkeradapter aan zoals rechts afgebeeld
en zorg ervoor dat de stekker volledig in het stopcontact is gestoken.
Een poging tot het geforceerd verwijderen van de stekkeradapter kan
het product beschadigen.
q en steek de lader in het
Batterij
laadt op
Opladen
voltooid
s
23
s
Plaats de batterij en een geheugenkaart.
3
Controleer of de batterij en kaart in de juiste richting zijn
geplaatst. Gebruik de batterij om de oranje
batterijvergrendeling naar één zijde ingedrukt te houden, schuif
de batterij in de camera totdat deze vergrendelt en schuif
vervolgens de geheugenkaart in de camera totdat deze op zijn
plaats klikt.
Achterzijde
Geheugenkaarten formatteren
A
Als dit de eerste keer is dat de
geheugenkaart in de camera wordt gebruikt
of als de kaart in een ander apparaat werd
geformatteerd, selecteer Geheugenkaart formatt. in het setup-menu en volg de
aanwijzingen op het scherm om de kaart te
formatteren (0 77). Merk wel op dat hierdoor
alle gegevens op de kaart permanent worden
verwijderd. Kopieer daarom eerst foto’s en
andere gegevens die u wilt bewaren naar
een computer alvorens verder te gaan
(0 80).
24
Bevestig een objectief.
4
Let goed op dat er geen stof in de camera komt wanneer het
objectief of de bodydop is verwijderd.
Bevestigingsmarkering (objectief)
s
Bevestigingsmarkering
(camera)
Bevestigingsmarkering
(objectief)
Zet de camera aan.
5
Druk op de hoofdschakelaar om de
camera in te schakelen. Het aan/
uit-lampje brandt korte tijd groen en de
monitor schakelt in. Vergeet niet de
objectiefdop te verwijderen alvorens
foto’s te maken.
Controleer het batterijniveau en het
aantal resterende opnamen in de
monitor (0 17).
Zorg dat de markeringen in lijn staan, plaats
het objectief op de camera en draai vervolgens
totdat het op zijn plaats klikt.
Batterijniveau
Resterende opnamen
25
❚❚ Een taal kiezen en de cameraklok instellen
Bij de eerste keer inschakelen van de
camera wordt een taalselectievenster
weergegeven. Gebruik de multi-selector
om een taal, tijdzone en datumnotatie te
s
kiezen, schakel zomertijd in of uit en stel de
24-uurs klok van de camera in. Druk daarbij
na elke stap op J om naar het volgende
venster te gaan.
Objectieven met knoppen voor de intrekbare objectiefcilinder
A
Objectieven met knoppen voor de intrekbare
objectiefcilinder kunnen niet worden gebruikt
wanneer ingetrokken. Om het objectief te
ontgrendelen en te verlengen, houd de knop
voor de intrekbare objectiefcilinder ingedrukt
(q) terwijl er aan de zoomring wordt gedraaid
(w). De camera schakelt automatisch in
wanneer de vergrendeling van de intrekbare
objectiefcilinder wordt ontspannen. Het objectief kan worden ingetrokken
en de zoomring kan worden vergrendeld door de knop voor de intrekbare
objectiefcilinder in te drukken en de ring in de tegenovergestelde richting
te draaien. Als het beeld door het objectief wordt weergegeven of de
monitor uit is, schakelt de camera automatisch uit wanneer de
objectiefcilinder is vergrendeld (in het geval van 1 NIKKOR VR 10–30mm
f/3.5–5.6 en 1 NIKKOR VR 30–110mm f/3.8–5.6 objectieven, is firmwareversie
1.10 of hoger vereist als het vergrendelen van de objectiefcilinder de
camera moet uitschakelen terwijl de monitor uit is; voor informatie over het
updaten van objectieffirmware, bezoek de Nikon-website voor uw regio).
Druk niet op de knop voor de intrekbare objectiefcilinder terwijl het
objectief wordt bevestigd of verwijderd. Trek het objectief in vóór het
verwijderen.
De camera uitschakelen
A
Druk nogmaals op de hoofdschakelaar om de camera uit te schakelen. De
monitor schakelt uit.
26
Automatische stand
z
Maak foto’s en films. De camera past automatisch de instellingen
aan zodat ze geschikt zijn voor het onderwerp.
Foto’s maken in Automatische stand
Selecteer de C-stand.
1
Druk op de G-knop om de menu’s
weer te geven en selecteer
C (automatisch) voor de
Opnamestand (0 19).
Maak de camera gereed.
2
Houd de camera met beide handen
stevig vast, en let daarbij op dat u het
objectief, de AF-hulpverlichting of de
microfoon niet blokkeert. Draai de
camera, zoals rechtsonder
weergegeven, wanneer u foto’s in de
portretstand (staand) maakt.
z
27
Kadreer de foto.
3
Plaats uw onderwerp in het midden van
het beeld.
z
Een zoomobjectief gebruiken
A
Gebruik de zoomring om op het onderwerp in te zoomen, zodat het een
groter gebied van het beeld vult, of zoom uit om het zichtbare gebied in de
definitieve foto te vergroten (selecteer langere brandpuntsafstanden op de
schaal voor de brandpuntsafstand om in te zoomen, kortere
brandpuntsafstanden om uit te zoomen).
Inzoomen
Zoomring
Het raster
A
Er kan een raster worden weergegeven door in
het setup-menu Aan voor Schermweergave >
Rasterweergave te selecteren (0 77).
Uitzoomen
28
Stel scherp.
4
Druk de ontspanknop half in om scherp
te stellen. Als het onderwerp slecht
belicht is, klapt de flitser mogelijk op
(0 70) en gaat de AF-hulpverlichting
(0 15) mogelijk branden om te helpen bij de
scherpstelbewerking.
Als de camera kan scherpstellen, wordt het
geselecteerde scherpstelveld groen
gemarkeerd en klinkt een signaal (er
klinkt mogelijk geen signaal als het
onderwerp beweegt).
Als de camera niet kan scherpstellen, wordt
het scherpstelveld rood weergegeven.
Maak de foto.
5
Druk voorzichtig de ontspanknop
helemaal in om de sluiter te ontspannen
en de foto te vast te leggen. Het
toegangslampje van de geheugenkaart
brandt en de foto wordt enkele
seconden op de monitor weergegeven
(de foto verdwijnt automatisch uit het
scherm wanneer de ontspanknop half
wordt ingedrukt). Werp de
geheugenkaart niet uit en verwijder of
ontkoppel niet de voedingsbron voordat
het lampje uit is en de opname is voltooid.
z
Scherpstelveld
Toegangslampje
geheugenkaart
29
Gezichtprioriteit
A
De camera detecteert en stelt scherp op
portretonderwerpen (gezichtprioriteit). Een
dubbele gele rand wordt weergegeven
wanneer de camera een portretonderwerp
voor de camera detecteert (wanneer de camera
meerdere gezichten, maximaal vijf, detecteert,
selecteert de camera het onderwerp dat het
z
dichtst bij is). Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen op het
onderwerp in de dubbele gele rand. De rand verdwijnt uit het
weergavescherm zodra de camera niet langer in staat is het onderwerp te
detecteren (omdat het onderwerp bijvoorbeeld wegkijkt).
Automatische onderwerpselectie
A
In de automatische stand analyseert de camera
automatisch het onderwerp en selecteert de
geschikte scène. De geselecteerde scène wordt
in de monitor weergegeven.
c Portret: portretten van mensen.
d Landschap: landschappen en stadsgezichten.
f Nachtportret: portretten tegen een donkere achtergrond.
e Close-up: onderwerpen dicht bij de camera.
g Nachtlandschap: onderbelichte landschappen en stadsgezichten.
Automatisch: onderwerpen die niet in de hierboven vermelde categorie ën
Z
vallen.
Automatisch uitschakelen
A
Als er gedurende ongeveer één minuut geen handelingen worden
uitgevoerd, schakelt het weergavescherm uit en begint het aan/uit-lampje
te knipperen. De camera kan opnieuw worden geactiveerd door de
ontspanknop te bedienen. Als er ongeveer drie minuten na het
uitschakelen van het scherm geen handelingen worden uitgevoerd, zal de
camera automatisch uitschakelen.
Scènepictogram
30
Livebeeldaanpassing
Met de bedieningsknoppen voor livebeeld
kunt u vooraf zien hoe de aanpassingen van
invloed zijn op de definitieve foto. Druk op
1 (&) en gebruik de instelschijf om een
livebeeldaanpassing voor de automatische
stand te kiezen en druk op J om het
resultaat te bekijken.
Draai aan de multi-selector om een
instelling te markeren en druk op J om te
selecteren. Druk opnieuw op 1 (&) om
livebeeldaanpassingen te annuleren.
z
Actieve D-Lighting: behoud details in hoge
lichten en schaduwen voor een natuurlijk
contrast.
Actieve D-Lighting: hoog Actieve D-Lighting: laag
Achtergrond verzachten: verzacht
achtergronddetails om uw onderwerp naar
voren te brengen, of stel zowel achtergrond
als voorgrond scherp.
Achtergrond verscherptAchtergrond verzacht
Effect verhogen
Minder effect
Achtergrond verscherpen
Achtergrond verzachten
31
Bewegingsaanpassing: suggereer beweging
Beweging bevriezen
door bewegende voorwerpen onscherp te
maken, of “bevries” bewegingen om
bewegende voorwerpen duidelijk vast te
leggen.
z
Onscherpe beweging
Beweging bevriezenOnscherpe beweging
Helderheidsaanpassing: maak foto’s lichter of
donkerder.
Livebeeldaanpassing
D
Continue opname is niet beschikbaar (0 66) en de ingebouwde flitser kan
niet worden gebruikt terwijl livebeeldaanpassing in werking is. Het
indrukken van de filmopnameknop annuleert livebeeldaanpassing.
Lichter
DonkerderLichterDonkerder
32
Foto’s bekijken
Druk op K om de meest recente foto
volledig in de monitor weer te geven
(schermvullende weergave).
Druk op 4 of 2 of draai aan de multiselector om nog meer foto’s te bekijken.
Om op het midden van het huidige beeld in
te zoomen, druk op J en draai de multiselector met de wijzers van de klok mee.
Draai tegen de wijzers van de klok in om uit
te zoomen. Om meerdere afbeeldingen te
bekijken, draai de multi-selector tegen de
wijzers van de klok in wanneer de foto in
volledig scherm wordt weergegeven.
Om het afspelen te beëindigen en terug te keren naar de
opnamestand, drukt u de ontspanknop half in.
z
K-knop
Zie ook
A
De optie Schermweergave > Weergave in het setup-menu kan worden
gebruikt om foto-informatie in of uit te schakelen (0 77). Zie pagina 74
voor diashowopties.
33
Foto’s wissen
Druk op O om de huidige foto te wissen. Merk op dat eenmaal gewist,
foto’s niet kunnen worden hersteld.
Geef de foto weer.
1
Geef de foto weer die u wenst te wissen, zoals beschreven op de
z
voorgaande pagina.
Druk op O.
2
Er wordt een bevestigingsvenster
weergegeven.
Wis de foto.
3
Druk opnieuw op O om de foto te wissen
en ga terug naar weergave, of druk op
K om af te sluiten zonder de foto te
wissen.
O-knop
Meerdere foto’s wissen
A
De optie Wissen in het weergavemenu (0 74) kan worden gebruikt om
alle of geselecteerde foto’s te wissen.
34
Films opnemen in Automatische stand
In de automatische stand kan de
filmopnameknop worden gebruikt om
HD-films met geluid vast te leggen bij een
beeldverhouding van 16 : 9 (de
filmuitsnede wordt in het scherm
weergegeven). Druk opnieuw op de
filmopnameknop om de opname te
starten en stoppen.
Foto’s maken tijdens opname
A
Door de ontspanknop volledig in te drukken,
kunnen op elk gewenst moment foto’s met
een beeldverhouding van 16 : 9 worden
gemaakt tijdens het opnemen. De filmopname
wordt niet onderbroken.
Zie ook
A
Zie pagina 64 voor informatie over het
bekijken van films.
z
Filmopnameknop
35
Creatieve stand
6
Kies de creatieve stand wanneer u foto’s wilt maken met behulp van
speciale effecten, om instellingen aan het onderwerp aan te passen
of bij het bedienen van sluitertijd en diafragma.
Een creatieve stand kiezen
Selecteer de w-stand.
1
6
Druk op de G-knop om de menu’s
weer te geven en selecteer
w (creatieve stand) voor de
Opnamestand (0 19).
Kies een onderwerp.
2
Druk op 1 (&) en markeer een
onderwerp met behulp van de multiselector (0 37).
Druk op J om het
gemarkeerde onderwerp te
selecteren. Uw selectie
wordt aangeduid door een
pictogram op de
schermweergave.
36
Een onderwerp kiezen
De creatieve stand biedt u de keuze uit de volgende onderwerpen:
OptieBeschrijving
Automatisch
programma (P)
Sluitertijdvoorkeuze
(S)
Diafragmavoorkeuze
(A)
Handmatig (M)
Nachtlandschap (j)
De camera stelt de sluitertijd en het diafragma in voor
een optimale belichting (0 39). Aanbevolen voor
snapshots en in andere situaties waarbij er weinig tijd is
om de camera-instellingen aan te passen.
U kiest de sluitertijd; de camera selecteert een diafragma
voor de beste resultaten (0 40). Gebruik om beweging
stil te zetten of onscherp te maken.
U kiest het diafragma; de camera selecteert een
sluitertijd voor de beste resultaten (0 41). Gebruik om
de achtergrond onscherp te maken of om zowel de
voorgrond als achtergrond scherp te stellen.
U regelt zowel de sluitertijd als het diafragma (0 42).
Telkens wanneer de ontspanknop volledig wordt
ingedrukt, maakt de camera een serie opnamen en
combineert deze om weinig licht in nachtonderwerpen
vast te leggen; tijdens het verwerken wordt een bericht
weergegeven en kunnen er geen foto’s worden
gemaakt. De flitser flitst niet en de randen van foto’s
worden bijgesneden. Merk op dat de gewenste
resultaten mogelijk niet kunnen worden verkregen als
de camera of het onderwerp tijdens de opname
beweegt; als de camera de afbeeldingen niet kan
combineren, wordt een waarschuwing weergegeven en
wordt er slechts één foto gemaakt.
6
37
Nachtportret (o)
6
Tegenlicht (m)
Zacht (q)
Miniatuureffect (r)
Selectieve kleur (s)
OptieBeschrijving
Telkens wanneer de ontspanknop volledig wordt
ingedrukt, maakt de camera een serie opnamen,
sommige met flitser en sommige zonder flitser, en
combineert deze om achtergrondverlichting vast te
leggen in portretten die ’s nachts of bij weinig licht zijn
gemaakt; tijdens het verwerken wordt een bericht
weergegeven en kunnen er geen foto’s worden
gemaakt. Merk op dat
bijgesneden en dat
worden behaald als de camera of het onderwerp
beweegt tijdens het vastleggen; als de camera niet in
staat is om de beelden te combineren, wordt een
waarschuwing weergegeven en maakt de camera één
foto met de flitser.
Fotografeer onderwerpen met tegenlicht (0 44).
Maak foto’s met een zacht
filtereffect. Druk op J om de
hoeveelheid verzachting te
kiezen wanneer het beeld
door het objectief wordt
weergegeven, markeer een
optie met behulp van de
multi-selector en druk op J om te selecteren.
De boven- en onderkant van elke foto worden onscherp
gemaakt, zodat het onderwerp op een diorama lijkt dat
op korte afstand werd gefotografeerd. Werkt het best bij
het fotograferen vanaf een hoog zichtpunt.
Maak foto’s waarin alleen
een geselecteerde tint in
kleur verschijnt. Druk op J
om de tint te kiezen
wanneer het beeld door het
objectief wordt
weergegeven en gebruik de
multi-selector en J-knop.
de randen van de foto’s worden
de gewenste resultaten mogelijk niet
38
Foto’s maken in de standen P, S, A en M
De standen P, S, A en M bieden verschillende instellingsniveaus voor
sluitertijd en diafragma. Kies een stand en pas de instellingen aan
overeenkomstig uw creatieve wensen.
P Automatisch programma
In deze stand past de camera automatisch de sluitertijd en het
diafragma aan voor een optimale belichting in de meeste situaties.
Deze stand wordt aanbevolen voor snapshotfoto’s en andere
situaties waarin u de sluitertijd en het diafragma door de camera
wilt laten bepalen.
❚❚ Een combinatie van sluitertijd en diafragma kiezen
Hoewel de door de camera gekozen
sluitertijd en het diafragma optimale
resultaten produceren, kunt u bovendien
uit andere combinaties kiezen die dezelfde
belichting (“flexibel programma”)
produceren. Draai de multi-selector met de
wijzers van de klok mee voor grote
diafragma’s (lage f-waarden) die
achtergronddetails onscherp maken of
korte sluitertijden die beweging
“bevriezen”. Draai de multi-selector tegen
de wijzers van de klok in voor kleine diafragma’s (hoge f-waarden)
die de scherptediepte vergroten of lange sluitertijden die beweging
onscherp maken. U wordt weergegeven terwijl flexibel programma
actief is.
Standaardinstellingen voor sluitertijd en diafragma herstellen
A
Draai aan de multi-selector om de standaardinstellingen voor sluitertijd en
diafragma te herstellen tot U niet langer wordt weergegeven of schakel de
camera uit. De standaard sluitertijd en diafragma worden automatisch
hersteld wanneer de camera naar de stand-by-stand gaat.
6
39
S Sluitertijdvoorkeuze
In sluitertijdvoorkeuze kiest u de sluitertijd terwijl de camera
automatisch het diafragma selecteert dat de optimale belichting
oplevert. Gebruik lange sluitertijden om beweging te suggereren
door bewegende voorwerpen onscherp te maken, korte
sluitertijden om beweging te “bevriezen”.
6
Korte sluitertijd (
1
/
160 0 sec.)Lange sluitertijd (1 sec.)
❚❚ Een sluitertijd kiezen
Draai aan de multi-selector om uit
sluitertijden tussen 30 sec. en
1
/
16.000 sec. te
kiezen. Draai de selector met de wijzers van
de klok mee voor kortere sluitertijden,
tegen de wijzers van de klok in voor langere
sluitertijden.
Continu-opname
A
De geselecteerde sluitertijd kan veranderen wanneer continu-opname
(0 66) actief is.
40
A Diafragmavoorkeuze
In de stand diafragmavoorkeuze kunt u zelf het diafragma kiezen
terwijl de camera automatisch de sluitertijd selecteert die de
optimale belichting produceert. Grote diafragma’s (lage f-waarden)
verminderen scherptediepte, zodat voorwerpen achter en voor het
hoofdonderwerp onscherp zijn. Kleine diafragma’s (hoge
f-waarden) verhogen de scherptediepte, zodat details in de
achter- en voorgrond er uitspringen. Een beperkte scherptediepte
wordt doorgaans gebruikt in portretten om achtergronddetails
onscherp te maken, terwijl een grote scherptediepte wordt gebruikt
voor landschapsfoto’s om zowel de voorgrond als de achtergrond
scherp te stellen.
Groot diafragma (f/5.6)Klein diafragma (f/16)
❚❚ Een diafragma kiezen
Draai de multi-selector naar links voor
grotere diafragma’s (lagere f waarden),
rechts voor kleinere diafragma’s (hogere
f waarden). De minimale en maximale
waarden zijn afhankelijk van het
momenteel in gebruik zijnde objectief.
6
41
M Handmatig
In de handmatige stand bedient u zowel de sluitertijd als het
diafragma.
❚❚ Sluitertijd en diafragma kiezen
Pas de sluitertijd en het diafragma aan met
betrekking tot de belichtingsaanduiding
(zie hieronder). Druk op 2 om sluitertijd of
diafragma te markeren en draai aan de
multi-selector om een waarde te kiezen,
6
herhaal dit vervolgens voor het
overgebleven item. Draai de selector met
de wijzers van de klok mee voor kortere
sluitertijden of kleinere diafragma’s (hogere
Sluitertijd
f-waarden), tegen de wijzers van de klok in
voor langere sluitertijden en grotere
diafragma’s (lagere f-waarden).
Sluitertijden kunnen worden ingesteld op
waarden tot een snelheid van
1
/
16.000 sec. of
langzame waarden van 30 sec., of “Bulb”
om de sluiter onbepaalde tijd open te
Druk op 2 om diafragma
houden voor een lange tijdopname.
Diafragma kan worden ingesteld op
waarden tussen het minimum en maximum
Diafragma
voor het objectief.
Druk op 2 om sluitertijd te
te markeren.
markeren.
42
De belichtingsaanduiding
A
Wanneer er sluitertijden anders dan “Bulb” zijn geselecteerd, toont de
belichtingsaanduiding of de foto bij de huidige instellingen onder- of
overbelicht zou zijn.
Optimale belichtingOnderbelichting met
1
/
3 LW Overbelicht met meer dan 2 LW
6
43
Tegenlicht
De methode die wordt gebruikt voor het vastleggen van details in
schaduwgebieden van onderwerpen met tegenlicht is afhankelijk
van de optie die is geselecteerd voor HDR in het opnamemenu
(0 75).
Details in felle lichten en schaduwen blijven bewaard met behulp van
HDR (hoog dynamisch bereik); Z verschijnt op het scherm. Telkens
wanneer de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, maakt de camera
6
snel opeenvolgend 2 opnamen en combineert deze zodat details in
felle lichten en schaduwen in onderwerpen met veel contrast bewaard
blijven; de ingebouwde flitser flitst niet. Terwijl de opnamen worden
gecombineerd, wordt een bericht weergegeven en wordt de
ontspanknop uitgeschakeld. Zodra het verwerken is voltooid, wordt de
Aan
definitieve foto weergegeven.
+
Eerste belichting
(donkerder)
De flitser flitst om schaduwen in onderwerpen met tegenlicht “in te
vullen” (verlichten). Er wordt slechts één opname gemaakt wanneer de
Uit
ontspanknop volledig wordt ingedrukt en de flitser flitst bij elke
opname.
HDR-foto’s kadreren
D
De randen van het beeld worden bijgesneden. De gewenste resultaten
worden mogelijk niet verkregen als de camera of het onderwerp beweegt
tijdens de opname. Afhankelijk van het onderwerp kunnen arceringen
ongelijk zijn en kunnen schaduwen verschijnen rondom heldere objecten
of halo’s rondom donkere objecten. Als de camera de twee beelden niet
succesvol kan combineren, wordt een enkel beeld bij normale belichting
opgenomen en wordt Actieve D-Lighting (0 75) toegepast.
Tweede belichting
(helderder)
Gecombineerd
44
HDR-beeld
Films opnemen in Creatieve stand
In de creatieve stand kan de
filmopnameknop worden gebruikt om
HD-films met geluid vast te leggen bij een
beeldverhouding van 16 : 9 (de hoeken van
de filmuitsnede wordt in het scherm
weergegeven). Druk opnieuw op de
filmopnameknop om de opname te
starten en stoppen. Merk op dat ongeacht
de geselecteerde methode, films worden
opgenomen met behulp van belichting
voor automatisch programma; selecteer
de geavanceerde filmstand om de
belichting aan te passen bij het opnemen
van films (0 56).
Foto's maken tijdens opname
A
Door de ontspanknop volledig in te drukken, kunnen op elk gewenst
moment foto’s met een beeldverhouding van 16 : 9 worden gemaakt
tijdens het opnemen. De filmopname wordt niet onderbroken.
Zie ook
A
Zie pagina 64 voor informatie over het bekijken van films.
Filmopnameknop
Filmuitsnede
6
45
Stand Beste moment vastleggen
b
Deze stand is ideaal voor onderwerpen die snel veranderen en
moeilijk zijn vast te leggen. Kies het moment om de sluiter te
ontspannen terwijl de scène in slow motion (trage weergave)
afspeelt, of laat de camera het beste moment vastleggen op basis
van compositie en beweging (Slimme fotoselectie; 0 48).
Trage weergave
In deze stand legt de camera een korte serie foto’s vast en speelt ze
af in slow motion zodat dat u het juiste moment voor een foto kunt
b
kiezen. Terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt, legt de
camera maximaal 15 beelden in circa 1 sec. vast en speelt ze af in
een slow motion continuloop. Wanneer het door u te behouden
beeld wordt weergegeven, druk de ontspanknop dan volledig in
om het huidige beeld vast te leggen en gooi de resterende
afbeeldingen weg. Selecteer Trage weergave uit het 1 (&)-
knopmenu om trage weergave te gebruiken in de stand Beste
moment vastleggen.
Selecteer de u-stand.
1
Druk op de G-knop om de menu’s
weer te geven en selecteer u (beste
moment vastleggen) voor de
Opnamestand (0 19). Als Slimme
fotoselectie is geselecteerd, kies Trage
weergave.
46
Kadreer de foto.
2
Stel de foto samen met uw onderwerp in
het midden van het beeld.
Druk de ontspanknop half in.
3
De camera stelt scherp (0 29) en zal
vervolgens, in een tijdspanne van circa
1 sec., 15 beelden in een tijdelijk
buffergeheugen vastleggen.
Bekijk de bufferinhoud.
4
Houd de ontspanknop half ingedrukt
om de beelden in de buffer in een
continue loop af te spelen gedurende
ongeveer 5 sec. De positie van het
huidige beeld wordt door een
voortgangsaanduiding aangeduid.
Leg het gewenste beeld vast.
5
Druk de ontspanknop volledig in om het
huidige beeld vast te leggen en gooi de
resterende beelden weg; het
geselecteerde beeld wordt enkele
seconden weergegeven zodra de
opname is voltooid. Laat de knop los
zonder deze volledig in te drukken om af
te sluiten zonder een foto vast te leggen.
b
Voortgangsaanduiding
Foto’s bekijken en wissen die in trage weergave zijn gemaakt
A
Foto’s gemaakt in trage weergave kunnen worden bekeken volgens de
beschrijving op pagina 33 of worden gewist volgens de beschrijving op
pagina 34.
47
Slimme fotoselectie
Kies de stand Slimme fotoselectie om de camera u te laten helpen
bij het maken van foto’s die een vluchtige blik op het gezicht van
een portretonderwerp vastleggen of andere opnamen die moeilijk
zijn te timen, zoals groepsfoto’s tijdens een feest. Elke keer als de
sluiter wordt ontspannen, selecteert de camera automatisch de
beste opname en een aantal beste opnamekandidaten op basis van
compositie en beweging. Om Slimme fotoselectie te gebruiken,
selecteer Slimme fotoselectie uit het 1 (&)-knopmenu in de stand
Beste moment vastleggen.
b
Selecteer de u-stand.
1
Druk op de G-knop om de menu’s
weer te geven en selecteer u (beste
moment vastleggen) voor de
Opnamestand (0 19). Als Trage
weergave wordt geselecteerd, kies
Slimme fotoselectie.
48
Kadreer de foto.
2
Stel de foto samen met uw onderwerp in
het midden van het beeld.
Begin met het bufferen van foto’s.
3
Druk de ontspanknop half in om scherp
te stellen (0 29). Zodra de camera
beelden vastlegt naar het
buffergeheugen wordt een pictogram
weergegeven. De camera past continu
de scherpstelling aan om rekening te
houden met wijzigingen in de afstand
tot het onderwerp terwijl de
ontspanknop half wordt ingedrukt.
Maak de foto.
4
Druk op soepele wijze de ontspanknop
volledig in. De camera vergelijkt
opnamen die zowel voor als na het
volledig indrukken van de ontspanknop
zijn opgenomen in de buffer, en
selecteert 5 opnamen om naar de
geheugenkaart te kopiëren. Merk op dat
dit enige tijd kan duren. De beste foto
wordt in de monitor weergegeven
wanneer de opname is voltooid.
Stand Beste moment vastleggen
A
De camera kiest automatisch een onderwerpstand die past bij het
onderwerp. Er kunnen geen films worden opgenomen, en het indrukken
van de filmopnameknop heeft geen effect. De flitser kan niet worden
gebruikt.
b
49
Het bekijken van foto’s gemaakt met Slimme
fotoselectie
Druk op K en gebruik de multi-selector
om foto’s weer te geven die met Slimme
fotoselectie zijn gemaakt (0 33; foto’s
gemaakt met Slimme fotoselectie worden
aangeduid door een y-pictogram). Van
de foto’s die zijn vastgelegd door Slimme
fotoselectie, wordt alleen de beste
opname weergegeven (wanneer u rechts
op de multi-selector drukt om de volgende
b
foto te bekijken, slaat de camera de beste
opnamekandidaten over, met als resultaat
dat het bestandsnummer van de volgende
weergegeven foto niet onmiddellijk het
nummer van de huidige foto opvolgt).
Druk de ontspanknop half in om het
afspelen te beëindigen en terug te keren
naar de opnamestand.
De beste opname kiezen
Wanneer een foto gemaakt met Slimme
fotoselectie wordt weergegeven, kunt u de
beste opname kiezen door op 3 te
drukken. Druk op 4 of 2 om de andere
foto’s in de reeks te bekijken en druk op J
om de huidige foto als de beste opname te
selecteren. Druk op D om naar normale
weergave terug te keren.
K-knop
50
Foto’s wissen
Door het indrukken van O wanneer een
foto wordt geselecteerd die met Slimme
fotoselectie is gemaakt, wordt een
bevestigingsvenster weergegeven; druk
opnieuw op O om de beste opname en de
beste opnamekandidaten te wissen, of
druk op K om af te sluiten zonder de foto’s
te wissen. Merk op dat eenmaal gewist,
O-knop
foto’s niet kunnen worden hersteld.
Individuele foto’s wissen
A
Het indrukken van de knop O in het
selectievenster voor de beste opname geeft de
volgende opties weer; markeer een optie met
behulp van de multi-selector en druk op J om
te selecteren.
• Dit beeld: wis de huidige foto (let op dat de foto
die momenteel is geselecteerd als de beste
opname niet kan worden gewist).
• Alles beh. beste opname: wis de beste opnamekandidaten, maar niet de foto
die momenteel als de beste opname is geselecteerd.
Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven; markeer Ja en druk op J
om het geselecteerde beeld of beelden te wissen.
b
51
Stand Bewegingssnapshot
9
Neem korte filmvignetten op met uw foto’s. Telkens wanneer de
sluiter wordt ontspannen, legt de camera een foto en ongeveer
1,6 sec. aan filmopnamen vast. Wanneer de verkregen
“Bewegingssnapshot” op de camera te zien is, wordt de film in slow
motion afgespeeld gedurende ongeveer 4 sec., gevolgd door de
foto; het afspelen wordt ongeveer 10 sec. lang vergezeld door
achtergrondmuziek.
9
Opnemen in de stand Bewegingssnapshot
Selecteer de z-stand.
1
Druk op de G-knop om de menu’s
weer te geven en selecteer z (stand
Bewegingssnapshot) voor de
Opnamestand (0 19).
Kadreer de foto.
2
Stel de foto samen met uw onderwerp in
het midden van het beeld.
52
Begin met bufferen.
3
Druk de ontspanknop half in om scherp
te stellen (0 29). Er wordt een
pictogram weergegeven zodra de
camera begint met het opnemen van
filmopnamen naar het buffergeheugen.
Maak de foto.
4
Druk op soepele wijze de ontspanknop
volledig in. De camera legt een foto vast,
samen met ongeveer 1,6 sec.
filmopnamen, beginnend voor en
eindigend na het moment dat de
ontspanknop volledig werd ingedrukt.
Merk op dat dit enige tijd kan duren.
Zodra de opname is voltooid, wordt de
foto enkele seconden weergegeven.
Het vignet voor een foto beëindigen
A
Om de foto net zoals het laatste beeld in het filmvignet te maken, selecteer
1,6 sec./0 sec. voor Film voor/na (0 75).
Ontspanknop half
ingedrukt
Ontspanknop volledig
ingedrukt
9
Filmopnamen
53
❚❚ Een thema kiezen
Druk op 1 (&) om de achtergrondmuziek
voor de film te kiezen en gebruik de multiselector en de J-knop om te selecteren uit
Schoonheid, Golven, Ontspanning en
Tederheid.
Druk op 2 om de achtergrondmuziek voor
het gemarkeerde thema af te spelen en
draai aan de multi-selector om het volume
9
aan te passen.
Stand Bewegingssnapshot
A
Live audio wordt niet opgenomen. Er kunnen geen films worden
opgenomen met behulp van de filmopnameknop en de flitser kan niet
worden gebruikt.
Zie ook
A
Gebruik de optie Bestandsindeling in het opnamemenu om
Bewegingssnapshots op te slaan in een formaat dat met de meeste
filmweergavesoftware kan worden bekeken (0 75).
54
Bewegingssnapshots bekijken
Druk op K en gebruik de multi-selector om
een Bewegingssnapshot (0 33;
Bewegingssnapshots worden aangeduid
door een z-pictogram) weer te geven.
Door op 3 te drukken wanneer een
Bewegingssnapshot wordt weergegeven,
speelt het filmfragment in slow motion af
gedurende 4 sec., gevolgd door de foto; de
achtergrondmuziek speelt gedurende
10 sec. af (gebruik de optie Thema wijzigen in het weergavemenu om nieuwe
achtergrondmuziek te kiezen; 0 74). Druk
de ontspanknop half in om het afspelen te
beëindigen en terug te keren naar de
opnamestand.
Bewegingssnapshots wissen
Druk op O om de huidige
Bewegingssnapshot te wissen. Er wordt
een bevestigingsvenster weergegeven;
druk opnieuw op O om de foto en film te
wissen en terug te keren naar weergave, of
druk op K om af te sluiten zonder het
bestand te wissen. Merk op dat eenmaal
gewist, Bewegingssnapshots niet kunnen
worden hersteld.
K-knop
9
O-knop
55
Films opnemen en bekijken
y
De camera kan high-definition (HD)-films
opnemen bij een beeldverhouding van
16 : 9 en slow motion-films bij een
beeldverhouding van 8 : 3. In de volgende
opnamestanden kunnen, door het
indrukken van de filmopnameknop, films
worden opgenomen:
StandFilmtypeBeschrijving
C Automatische stand (0 35)
y
w Creatieve stand (0 45)
v
Geavanceerde
filmstand
(057, 61)
Automatisch
programma (P)
Sluitertijdvoorkeuze
(S)
Diafragmavoorkeuze
(A)
Handmatig (M)
Slow motion (y)
HD
(16 : 9)
Slow
motion
(8 : 3)
Filmopnameknop
De camera optimaliseert
automatisch de instellingen voor
het huidige onderwerp of scène.
Neem films op. Ongeacht de
scène die is geselecteerd voor de
camera, worden films
opgenomen in de stand P;
sluitertijd en diafragma worden
door de camera geregeld.
Sluitertijd en diafragma worden
door de camera geregeld.
U kiest de sluitertijd; de camera
past automatisch het diafragma
aan voor een optimale belichting
(0 40).
U kiest het diafragma; de camera
past automatisch de sluitertijd
aan voor een optimale belichting
(0 41).
U kiest de sluitertijd en het
diafragma (0 42).
Leg geluidloze slow motion-films
vast. Films worden opgenomen
bij 400 bps en afgespeeld bij
ongeveer 30 bps (0 61).
56
HD-films opnemen
Neem films met geluid op bij een beeldverhouding van 16 : 9.
Kies een opnamestand.
1
Druk op de G-knop om menu’s weer
te geven (0 18) en kies een optie voor
Opnamestand die HD-filmopname
ondersteunt (0 56).
Voor een betere afstelling van de belichting, selecteer
v (geavanceerde filmstand), druk op 1 (&) en kies uit
P Automatisch programma, S Sluitertijdvoorkeuze,
A Diafragmavoorkeuze en M Handmatig (0 56).
Kadreer de beginopname.
2
Kadreer de beginopname door uw
onderwerp in het midden van de
weergave te plaatsen.
Het 0-pictogram
A
Een 0-pictogram geeft aan dat er geen films kunnen worden
opgenomen.
y
57
y
Start de opname.
3
Druk op de filmopnameknop om de
opname te beginnen. Tijdens de
opname wordt een opnameaanduiding, de verstreken tijd en de
beschikbare tijd weergegeven.
Audio-opname
A
Zorg dat de microfoon niet wordt bedekt en
houd er rekening mee dat de ingebouwde
microfoon mogelijk geluiden opneemt die
door de camera of het objectief worden
veroorzaakt. Standaard stelt de camera
continu scherp. Het item Opties voor filmgeluid in het filmmenu beschikt over
opties voor microfoongevoeligheid en
windruis (0 76).
Beëindig de opname.
4
Filmopnameknop
Opname-aanduiding/
verstreken tijd
Beschikbare tijd
Druk opnieuw op de filmopnameknop
om de opname te beëindigen. De
opname wordt automatisch beëindigd
wanneer de maximale lengte is bereikt,
de geheugenkaart vol is, het objectief is
verwijderd of de camera zeer warm
wordt (0 12).
Maximale lengte
A
Bij standaardinstellingen kunnen HD-films maximaal 4 GB groot en
maximaal 20 minuten lang zijn; merk op dat afhankelijk van de
schrijfsnelheid van de geheugenkaart, de opname mogelijk wordt
beëindigd voordat deze lengte is bereikt (0 84).
Filmopnameknop
58
De filmuitsnede
A
De filmuitsnede wordt in de monitor weergegeven.
HD-uitsnede (16 : 9)Slow motion-filmuitsnede
Scherpstelvergrendeling
A
Als in het filmmenu voor geavanceerde filmstand Enkelvoudige AF is
geselecteerd voor Scherpstelstand, vergrendelt de scherpstelling terwijl
de ontspanknop half wordt ingedrukt (0 76).
(8 : 3)
y
59
❚❚ Fotograferen tijdens HD-filmopname
Druk de ontspanknop volledig in om een
foto te maken zonder de HD-filmopname
te onderbreken. Foto’s gemaakt tijdens
filmopname hebben een beeldverhouding
van 16 : 9.
Fotograferen tijdens filmopname
A
Er kunnen maximaal 18 foto’s van elke filmopname worden gemaakt. Merk
op dat er geen foto’s kunnen worden gemaakt van slow motion-films.
Films opnemen
D
Flikkering, lijnen of vertekening kunnen zichtbaar zijn in de
y
schermweergave en in de uiteindelijke fil m onder tl-licht, kwikdamplampen
of natriumdamplampen, of wanneer de camera horizontaal wordt gepand
of een voorwerp met hoge snelheid door het beeld beweegt (in HD-films
kunnen flikkering en lijnen worden verminderd door een Flikkerreductie-
optie te kiezen die overeenkomt met de netvoeding van het lokale lichtnet
zoals beschreven op pagina 77, maar merk op dat de langst beschikbare
sluitertijd
beschikbaar voor slow motion-films). Heldere lichtbronnen kunnen
nabeelden veroorzaken wanneer de camera wordt gepand. Bovendien
kunnen gekartelde randen, kleurranden, moiré en heldere vlekken
verschijnen. Richt de camera niet naar de zon of andere sterke lichtbronnen
tijdens het opnemen van films. Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan leiden tot schade aan de interne schakelingen van
de camera.
A
Gebruik de optie Filminstellingen in het filmmenu om het beeldformaat
en de snelheid voor HD-films te kiezen (0 76).
Zie ook
1
/
100 sec. bij 50 Hz,
1
/
60 sec. bij 60 Hz betreft; flikkerreductie is niet
60
Slow motion-films opnemen
Door het selecteren van y Slow motion uit het 1 (&)-knopmenu
in de geavanceerde filmstand kunnen geluidloze slow motion-films
met een beeldverhouding van 8 : 3 worden opgenomen. Slow
motion-films worden opgenomen bij 400 bps en afgespeeld bij
ongeveer 30 bps.
Selecteer de v-stand.
1
Druk op de G-knop om de menu’s
weer te geven en selecteer
v (geavanceerde filmstand) voor de
Opnamestand (0 19). Als er een optie
anders dan y Slow motion is
geselecteerd, kies y Slow motion.
Kadreer de beginopname.
2
Kadreer de beginopname door uw
onderwerp in het midden van de
weergave te plaatsen.
y
61
y
Stel scherp.
3
Start de opname.
4
Druk op de filmopnameknop om de
opname te beginnen. Tijdens de
opname wordt een
opnameaanduiding, de verstreken tijd
en de beschikbare tijd weergegeven.
De camera stelt scherp op het
onderwerp in het midden van de
weergave; gezichtsdetectie (0 30) is
niet beschikbaar en scherpstelling en
belichting kunnen niet worden
aangepast.
Scherpstelveld
Filmopnameknop
Opname-aanduiding/
verstreken tijd
Beschikbare tijd
62
Beëindig de opname.
5
Druk opnieuw op de filmopnameknop
om de opname te beëindigen. De
opname wordt automatisch beëindigd
wanneer de maximale lengte is bereikt,
de geheugenkaart vol is, het objectief is
verwijderd of de camera zeer warm
wordt (0 12).
Maximale lengte
A
Maximaal 2,5 seconden aan filmopnamen kunnen worden opgenomen;
merk op dat afhankelijk van de schrijfsnelheid van de geheugenkaart,
de opname mogelijk wordt beëindigd voordat deze lengte is bereikt
(0 84).
Zie ook
A
Gebruik de optie Beeldsnelheid in het filmmenu om het beeldformaat voor
slow motion-films te kiezen (0 76).
Filmopnameknop
y
63
Films bekijken
Films worden aangeduid met een 1-pictogram in schermvullende
weergave (0 33). Druk op 3 om weergave te starten.
1-pictogram/lengte
De volgende bewerkingen kunnen worden uitgevoerd:
y
FunctieKnopBeschrijving
PauzePauzeer weergave.
Aanduiding filmweergave/
huidige positie/totale lengte
GidsVolume
schermvullende
64
AfspelenJ
Vooruit/
achteruit
Volume
aanpassen
Terug naar
weergave
Hervat het afspelen wanneer de film wordt
gepauzeerd of tijdens achteruit/vooruit.
Druk op 4 om achteruit en op 2 om
vooruit te gaan. Bij elke druk op de knop
wordt de snelheid verhoogd van 2× naar
4× naar 8× naar 16×. Als het afspelen
wordt gepauzeerd, gaat de film één beeld
per keer achteruit of vooruit; houd de knop
ingedrukt om ononderbroken achteruit of
vooruit te gaan.
Draai aan de multi-selector om het volume
aan te passen.
Druk op 1 of K om schermvullende
/K
weergave af te sluiten.
Films wissen
Druk op O om de huidige film te wissen. Er
wordt een bevestigingsvenster
weergegeven; druk opnieuw op O om de
film te wissen en terug te keren naar
afspelen, of druk op K om af te sluiten
zonder de film te wissen. Merk op dat
eenmaal gewist, films niet kunnen worden
hersteld.
Zie ook
A
De optie Film bewerken in het weergavemenu
kan worden gebruikt om ongewenste
filmopnamen van bestaande films bij te snijden
(0 74).
O-knop
y
65
Meer informatie over fotografie
t
De standen Enkel beeld, Continu en Zelfontspanner
Door op 4 (C) op de multi-selector te drukken, wordt een keur aan
ontspanstanden voor het fotograferen weergegeven:
8De camera maakt één voor één foto’s.
5 fps
15 fps
30 fps
60 fps
E 10 s
E 5 s
E 2 s
Continustand
Om foto’s in de continustand te maken:
t
Geef de opties voor de ontspanstand weer.
1
Druk op 4 (C) om de opties voor de
ontspanstand weer te geven.
Selecteer een beeldsnelheid.
2
Markeer 5 fps, 15 fps, 30 fps of 60 fps
en druk op J.
Continu: de camera legt foto’s vast bij ongeveer 5, 15, 30 of
60 bps terwijl de ontspanknop volledig wordt ingedrukt.
Ongeveer 10, 5 of 2 seconden nadat de ontspanknop volledig
is ingedrukt, wordt de sluiter ontspannen. Kies 10 s of 5 s voor
zelfportretten, 2 s om cameratrilling te verminderen.
Stel de opname samen en begin met fotograferen.
3
De camera maakt foto’s terwijl de
ontspanknop volledig wordt ingedrukt.
66
Continustand
D
Het maximaal aantal opnamen dat kan worden gemaakt in een enkele
serieopname varieert afhankelijk van de ontspanstand. Bij beeldsnelheden
van 30 en 60 bps kunnen maximaal 15 opnamen worden gemaakt in een
enkele serieopname.
De ingebouwde flitser kan worden gebruikt wanneer 5 fps is geselecteerd,
maar er wordt slechts één foto gemaakt iedere keer dat de ontspanknop
wordt ingedrukt; bij instellingen van 15, 30 en 60 bps flitst zal de
ingebouwde flitser niet flitsen.
Het toegangslampje van de geheugenkaart brandt wanneer foto’s op de
geheugenkaart worden vastgelegd. Afhankelijk van de
opnameomstandigheden en de schrijfsnelheid van de geheugenkaart kan
het opnemen enige tijd duren. Als de batterij leeg is voordat alle foto’s zijn
opgeslagen, wordt de ontspanknop uitgeschakeld en worden de
resterende foto’s overgezet naar de geheugenkaart.
Continu-opname is niet beschikbaar in creatieve standen anders dan P, S, A
of M, in beste moment vastleggen, geavanceerde film of de stand
Bewegingssnapshot, of wanneer livebeeldaanpassing wordt gebruikt in de
automatische stand (0 31).
t
67
Zelfontspannerstanden
De zelfontspanner kan worden gebruikt om cameratrilling te
verminderen of voor zelfportretten.
Geef de opties voor de ontspanstand weer.
1
Druk op 4 (C) om de opties voor de
ontspanstand weer te geven.
Selecteer de gewenste zelfontspanneroptie.
2
Gebruik de multi-selector om E 10 s,
E 5 s of E 2 s te markeren en druk op J.
Monteer de camera op een statief.
3
t
Monteer de camera op een statief of plaats de camera op een
stabiele, vlakke ondergrond.
Kadreer en maak de foto.
4
Druk de ontspanknop half in om scherp
te stellen en druk vervolgens de knop
volledig in. Het zelfontspannerlampje
begint te knipperen en er klinkt een
geluidssignaal. Twee seconden voordat
de foto wordt gemaakt, stopt het
zelfontspannerlampje met knipperen en
volgen de geluidssignalen elkaar sneller
op.
68
Merk op dat de timer eventueel niet start of dat er eventueel geen
foto kan worden gemaakt als de camera niet kan scherpstellen of als
er zich andere situaties voordoen waarin de sluiter niet kan worden
ontspannen. Het uitschakelen van de camera annuleert de
zelfontspanner.
Filmstand
A
In de zelfontspannerstand, start en stopt de timer door in plaats van de
filmopnameknop de ontspanknop in te drukken.
De flitser opklappen
A
Druk in de stand P, S, A of M op de pop-upknop voor de flitser om de flitser op
te klappen voor aanvang van de opname. De opname wordt onderbroken
als de flitser is opgeklapt terwijl de timer aftelt.
Zie ook
A
De optie Geluidsinstellingen in het setup-menu regelt de signalen die
klinken wanneer de zelfontspanner wordt gebruikt (0 77).
t
69
De ingebouwde flitser
Gebruik de ingebouwde flitser voor extra verlichting wanneer het
onderwerp slecht belicht is of voor het “invullen” (verlichten) van
onderwerpen met tegenlicht. De camera beschikt over
verschillende flitsstanden; kies een stand overeenkomstig de
lichtomstandigheden en uw creatieve wensen. De ingebouwde
flitser is beschikbaar in de volgende opnamestanden:
❚❚ Automatische pop-upstanden
In de C (automatisch) en in nachtportret, tegenlicht, zacht,
miniatuureffect en selectieve kleur w (creatieve) standen, flitst de
pop-up automatisch en flitst indien noodzakelijk.
Kies een flitsstand (0 71).
1
Maak foto’s.
2
De flitser klapt op en flitst
indien noodzakelijk. In de
t
stand nachtportret (0 38)
en (als HDR uit is) in
tegenlicht (0 44), klapt de
flitser op en flitst de flitser bij
elke opname.
❚❚ Handmatige pop-upstanden
Wanneer de P, S, A of M is geselecteerd in w (creatieve) stand, moet
de flitser handmatig worden opgeklapt. De flitser flitst niet als deze
niet is opgeklapt.
Klap de flitser op.
1
Druk op de pop-upknop voor de flitser
om de flitser op te klappen.
Kies een flitsstand (0 71).
2
Maak foto’s.
3
De flitser flitst bij elke opname. Druk, om
de flitser uit te schakelen, de flitser
voorzichtig naar beneden tot de flitser
vergrendelt (0 73).
70
Pop-upknop voor de
flitser
Een flitsstand kiezen
De beschikbare opties verschillen afhankelijk van de opnamestand.
Automatisch, Zacht (q
Miniatuureffect (r
oAutomatischNInvulflits
n Automatisch + rode-ogenreductieNY Rode-ogenreductie
sUit
Nachtportret (o), Tegenlicht (m)
NInvulflits
NY Rode-ogenreductie
NInvulflits
NY Rode-ogenreductiesUit
Synchronisatie op het tweede
Nq
gordijn
sUit
1 Selecteer om de ingebouwde flitser uit te schakelen.
2 Alleen beschikbaar wanneer de ingebouwde flitser is opgeklapt.
),
1
S, M
2
),
Selectieve kleur (s
)
Rode-ogenreductie +
NYp
synchronisatie met lange
sluitertijd
Invulflits + synchronisatie
Np
met lange sluitertijd
Tweede gordijn +
Nr
synchronisatie met lange
sluitertijd
P, A
2
Het kiezen van een flitsstand:
Geef de flitsstanden weer.
1
Druk op 3 (N) op de multi-selector om
een lijst met beschikbare flitsstanden
weer te geven.
Selecteer een flitsstand.
2
Gebruik de multi-selector om een
flitsstand te markeren en druk op J om
te selecteren.
t
Het laden begint wanneer de flitser omhoog wordt geklapt; zodra
het laden is voltooid, wordt een flitsgereedaanduiding (N)
weergegeven wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt.
71
De flitser opklappen
D
Zorg dat de flitser volledig is opgeklapt bij het
gebruik van de flitser, zoals rechts aangeduid.
Raak de flitser niet aan tijdens het opnemen.
Flitsstanden
A
De flitsstanden vermeld op de vorige pagina kunnen met één van de
volgende of meerdere instellingen worden gecombineerd, zoals aangeduid
door het flitsstandpictogram:
• AUTO (automatisch flitsen): wanneer er weinig licht is of bij een onderwerp
met tegenlicht, klapt de flitser automatisch op wanneer de ontspanknop
half wordt ingedrukt en flitst indien noodzakelijk.
• Y (rode-ogenreductie): gebruik voor portretten. Het lampje van de rode-
ogenreductie brandt voordat de flitser flitst, waardoor “rode-ogen” wordt
verminderd.
• s (uit): flitser flitst niet, zelfs niet bij weinig licht of een onderwerp met
tegenlicht.
t
• SLOW (synchronisatie met lange sluitertijd): sluitertijd vertraagt automatisch om
achtergrondverlichting in het donker of bij weinig licht vast te leggen.
Gebruik om achtergrondverlichting aan portretten toe te voegen.
• REAR (synchronisatie op het tweede gordijn): flitser flitst net voordat de sluiter
sluit, waardoor een lichtstraal achter bewegende lichtbronnen wordt
gecreëerd (hieronder aan rechterzijde). Als dit pictogram niet wordt
weergegeven, flitst de flitser als de sluiter opent (synchronisatie op het
eerste gordijn; het effect dat wordt geproduceerd door bewegende
lichtbronnen wordt hieronder aan de linkerzijde getoond).
72
Synchronisatie op het
eerste gordijn
Synchronisatie op het
tweede gordijn
De ingebouwde flitser naar beneden laten zakken
A
Druk de flitser, om energie te besparen wanneer
de flitser niet in gebruik is, voorzichtig naar
beneden totdat de vergrendeling op zijn plaats
klikt. Gebruik geen kracht. Het niet in acht
nemen van deze voorzorgsmaatregel kan een
defect aan het product tot gevolg hebben.
De ingebouwde flitser gebruiken
A
De ingebouwde flitser kan niet worden gebruikt met livebeeldaanpassing
(0 31) en zal niet flitsen tijdens continue opnemen bij beeldsnelheden
sneller dan 5 bps (0 66) of wanneer Aan is geselecteerd voor HDR in het
opnamemenu (0 44). Als de flitser meerdere keren snel achter elkaar flitst,
worden de flitser en sluiter mogelijk tijdelijk uitgeschakeld om de flitser te
beschermen. Na een korte pauze kan het fotograferen worden hervat.
Voorwerpen vlakbij de camera worden mogelijk overbelicht in foto’s
gemaakt met de flitser bij hoge ISO-gevoeligheden.
Verwijder de zonnekappen om vignettering te voorkomen en fotografeer
op afstanden van ten minste 0,6 m. Bepaalde objectieven kunnen op
grotere afstanden vignettering veroorzaken of het lampje van de rodeogenreductie belemmeren, waardoor rode-ogenreductie wordt gehinderd.
De volgende illustraties tonen het effect van vignettering veroorzaakt door
schaduwen die worden geworpen door het objectief wanneer de
ingebouwde flitser wordt gebruikt.
SchaduwSchaduw
Diafragma, gevoeligheid en flitsbereik
A
Flitsbereik varieert afhankelijk van gevoeligheid (equivalent aan ISO) en
diafragma. Met het standaard zoomobjectief bij een maximaal diafragma
en ISO-gevoeligheid ingesteld op ISO 100 tot 6400, is het bereik circa
0,6 m-7,0 m wanneer het objectief volledig is uitgezoomd; bij maximale
zoom is dit 0,6 m-4,2 m.
t
73
Menuopties
U
Druk op de G-knop om de weergave-,
opname-, film-, beeldverwerking- en
setup-menu’s weer te geven. De volgende
menuopties zijn beschikbaar:
❚❚ Opties voor weergavemenu
OptieBeschrijving
WissenMeerdere beelden wissen.
DiashowFoto’s en films in een diashow bekijken.
ControlebeeldKies of foto’s na de opname worden weergegeven.
Draai portret
DPOF-afdrukopdracht Maak digitale “printopdrachten”.
BeveiligenBeveilig foto’s tegen onopzettelijk wissen.
ScoreFoto’s van een score voorzien.
U
D-Lighting
VerkleinenKleine kopieën van geselecteerde foto’s maken.
UitsnijdenMaak uitgesneden kopieën van geselecteerde foto’s.
Zoom m.
gezichtprioriteit
Film bewerken
Thema wijzigenWijzig de thema’s voor bestaande Bewegingssnapshots.
Draai foto’s in de portretstand (staand) voor weergave
tijdens afspelen.
Schaduwen in donkere foto’s of foto’s met tegenlicht
helder maken, waarbij een geretoucheerde kopie wordt
gecreëerd die afzonderlijk van het onaangepaste
origineel wordt opgeslagen.
Kies of 4 en 2 kunnen worden gebruikt tijdens
zoomweergave om gezichten gedetecteerd met
gezichtprioriteit te selecteren.
Maak kopieën van films waarvan ongewenste
filmopnamen zijn bijgesneden.
G-knop
74
❚❚ Opties voor opnamemenu
OptieBeschrijving
Opname-opties
herstellen
Belichtingsstand
BeeldkwaliteitKies een bestandsformaat en compressieverhouding.
BeeldformaatKies een formaat voor nieuwe foto’s.
Aantal opgesl.
opnamen
Film voor/na
Bestandsindeling
LichtmetingKies hoe de camera de belichting meet.
Autom.
vertekeningscorr.
KleurruimteKies een kleurruimte voor nieuwe foto’s.
Actieve D-Lighting
HDR
Ruisonderdr. lange
belich.
Optische VR
Elektronische VR
ScherpstelstandKies hoe de camera scherpstelt.
AF-veldstandKies hoe het scherpstelveld wordt geselecteerd.
GezichtprioriteitSchakel gezichtprioriteit in of uit.
Ingeb.
AF-hulpverlichting
FlitscorrectieRegel de uitvoer van flitsers.
Zet opname-opties terug naar de standaardwaarden.
Kies hoe de camera sluitertijd en diafragma instelt in de
stand Bewegingssnapshot (0 52).
Kies het aantal opnamen geselecteerd door Slimme
fotoselectie (0 48).
Kies wanneer het filmgedeelte van Bewegingsnapshots
wordt opgenomen (0 52).
Kies een bestandsindeling voor nieuwe
Bewegingssnapshots (0 52).
Kies hoe de camera tonvormige en kussenvormige
vertekeningen corrigeert.
Vermijd verlies van details in hoge lichten en
schaduwen.
Verbeter details in hoge lichten en schaduwen bij het
fotograferen van contrastrijke onderwerpen met
Tegenlicht geselecteerd in de creatieve stand.
Verminder ruis in lange tijdopnamen.
Pas de instellingen aan voor 1 NIKKOR-objectieven met
vibratiereductie.
Kies of gebruik wordt gemaakt van vibratiereductie in
de stand Bewegingssnapshot (0 52). Deze functie is
zelfs beschikbaar als vibratiereductie niet wordt
aangeboden door het bevestigde 1 NIKKOR-objectief.
Regel de ingebouwde AF-hulpverlichting.
U
75
❚❚ Opties voor het filmmenu
OptieBeschrijving
Filmopties herstellen
BeeldsnelheidKies een beeldsnelheid voor slow motion-films (0 61).
Filminstellingen
LichtmetingKies hoe de camera de belichting meet.
Opties voor filmgeluid Kies geluidsopnameopties.
Optische VR
ScherpstelstandKies hoe de camera scherpstelt.
AF-veldstandKies hoe het scherpstelveld wordt geselecteerd.
GezichtprioriteitSchakel gezichtprioriteit in of uit.
Zet de filmmenuopties terug naar de
standaardwaarden.
Kies een beeldformaat en beeldsnelheid voor HD-films
(0 57).
Pas de instellingen aan voor 1 NIKKOR-objectieven met
vibratiereductie.
❚❚ Menuopties voor beeldverwerking
OptieBeschrijving
Verwerk.opties
herstellen
WitbalansPas instellingen voor verschillende soorten licht aan.
U
ISO-gevoeligheidRegel de gevoeligheid van de camera t.o.v. het licht.
Picture ControlKies hoe de camera foto’s verwerkt.
Eigen Picture Control Maak eigen Picture Controls.
Ruisonderdr. hoge ISO Verminder ruis bij hoge ISO-gevoeligheden.
Zet de beeldverwerkingsopties terug naar de
standaardwaarden.
FlikkerreductieVerminder fikkering of strepen.
Bestandsnr.
terugzetten
Tijdzone en datumStel de cameraklok in.
Taal (Language)Kies een taal voor de cameraweergaveschermen.
Autom. beeldrotatie Registreer de cameraoriëntatie op foto’s.
Draadl. mobiele
adapter
Pixel-mapping
FirmwareversieGeef de huidige firmwareversie weer.
Zet de setup-menuopties terug naar de
standaardwaarden.
Formatteer de geheugenkaart.
Laat de sluiter ontspannen wanneer er geen
geheugenkaart in de camera is geplaatst.
Pas de schermhelderheid aan, bekijk of verberg een
raster en kies de informatie die wordt weergegeven in
de monitor.
Kies de geluiden die tijdens de opname worden
gemaakt.
Kies de vertraging voor automatisch uitschakelen.
Kies of de belichting vergrendelt wanneer de
ontspanknop half wordt ingedrukt.
Kies of afstandsbedieningen voor HDMI-CEC- apparaten,
waarop de camera is aangesloten, kunnen worden
gebruikt voor het bedienen van de camera.
Zet bestandsnummering terug.
Schakel de draadloze mobiele adapter in of uit.
Controleer en optimaliseer de beeldsensor van de
camera en de beeldprocessors.
U
77
Verbinding maken met een computer
Q
De meegeleverde software installeren
Installeer de meegeleverde software voor het kopiëren van foto’s
naar uw computer, voor het bekijken en bewerken van foto’s en het
maken van korte films. Controleer voor het installeren van de
software of uw systeem aan de vereisten op pagina 79 voldoet.
Start het installatieprogramma.
1
Start de computer, plaats de installatie-cd van ViewNX 2/
Short Movie Creator en start het installatieprogramma.
Selecteer een taal.
2
Selecteer een taal en klik op Volgende.
Start het installatieprogramma.
3
Klik op Installeren en volg de instructies op het scherm.
Sluit het installatieprogramma af.
4
Klik op Ja (Windows) of OK (Mac OS) wanneer de installatie is
voltooid. De volgende software is geïnstalleerd:
• ViewNX 2
Q
• Short Movie Creator
• Apple QuickTime (alleen Windows)
Verwijder de installatie-cd uit het cd-romstation.
5
Meegeleverde software
A
Zorg ervoor dat de nieuwste versies van de meegeleverde software zijn
geïnstalleerd. Nikon Message Center 2 controleert periodiek op updates
terwijl de computer met het internet is verbonden.
78
Systeemvereisten
De systeemvereisten voor ViewNX 2 zijn:
• Foto’s/JPEG-films: Intel Celeron, Pentium 4 of Core-serie, 1,6 GHZ of
hoger
CPU
• H.264 fil ms (weergave): 3,0 GHz Pentium D of hoger
• H.264 fil ms (bewerken): 2,6 GHz Core 2 Duo of hoger
Vooraf geïnstalleerde versies van Windows XP, Windows Vista,
OS
Windows 7 en Windows 8; alleen 32-bit versies van Windows XP
worden ondersteund
• Windows 8/Windows 7/Windows Vista: 1 GB of meer (2 GB of meer
RAM
aanbevolen)
Ruimte op
harde schijf
Ruimte op
harde schijf
• Windows XP: 512 MB of meer (2 GB of meer aanbevolen)
Minimaal 500 MB beschikbaar op de opstartdisk (1 GB of meer aanbevolen)
• Resolutie: 1024 × 7 68 pixels (XGA) of meer(1280 × 1024 pixels/SXGA of meer
Monitor
Monitor
aanbevolen)
• Kleur : 24-bit kleuren (True Color) of meer
• Foto’s/JPEG-films: Intel Core of Xeon-serie
CPU
• H.264 fil ms (weergave): 2 GHz Core Duo of hoger
• H.264 fil ms (bewerken): 2,6 GHz Core 2 Duo of hoger
OSMac OS X-versie 10.6, 10.7 of 10.8
RAM512 MB of meer (2 GB of meer aanbevolen)
Minimaal 500 MB beschikbaar op de opstartdisk (1 GB of meer aanbevolen)
• Resolutie: 1024 × 7 68 pixels (XGA) of meer (1280 × 1024 pixels/SXGA of meer
aanbevolen)
• Kleur : 24-bit kleuren (miljoenen kleuren) of meer
Windows
Mac OS
Q
Bewegingssnapshots
A
ViewNX 2 is vereist om Bewegingssnapshot s te bekijken die zijn opgeslagen
met behulp van de optie Bestandsindeling > NMS-bestanden in het
opnamemenu (0 75).
Ondersteunde besturingssystemen
A
Zie de websites vermeld op pagina 13 voor de nieuwste informatie over
ondersteunde besturingssystemen.
79
Foto’s op een computer bekijken en bewerken
Foto’s overzetten
Kies hoe foto’s naar de computer worden gekopieerd.
1
Kies een van de volgende methodes:
• Directe USB-verbinding: schakel de camera uit en zorg dat de
geheugenkaart in de camera is geplaatst. Sluit de camera op de
computer aan met behulp van de meegeleverde USB-kabel
(oefen geen kracht uit en steek de stekker recht in de
aansluiting) en zet de camera vervolgens aan.
•
Q
80
SD-kaartsleuf
kaartsleuf, kan de kaart rechtstreeks in de sleuf worden geplaatst.
• SD-kaartlezer: sluit een kaartlezer (apart verkrijgbaar van een
willekeurig merk) op de computer aan en plaats de
geheugenkaart.
Start het onderdeel Nikon Transfer 2 van ViewNX 2.
2
Indien er een bericht wordt weergegeven met de melding dat u
een programma moet kiezen, selecteer dan Nikon Transfer 2.
Windows 7
A
Selecteer Nikon Transfer 2 zoals hieronder beschreven, indien het
volgende venster wordt weergegeven.
1 Onder Afbeeldingen en
video’s importeren, klik op
Ander programma. Er wordt
een
programmaselectievenster
weergegeven; selecteer
Bestand importeren met
Nikon Transfer 2 en klik op OK.
2 Dubbelklik op Bestand importeren.
: indien uw computer is voorzien van een SD-
Klik op Overspelen starten.
3
Bij standaardinstellingen
worden alle foto’s op de
geheugenkaart naar de
computer gekopieerd.
Klik op Overspelen starten
Beëindig de verbinding.
4
Schakel de camera uit en ontkoppel de USB-kabel als de camera
op de computer is aangesloten. Gebruikt u een kaartlezer of
kaartsleuf, kies dan de juiste optie in het besturingssysteem van
de computer om de verwijderbare disk overeenkomstig de
geheugenkaart uit te werpen en verwijder vervolgens de kaart
uit de kaartlezer of kaartsleuf.
Foto’s bekijken
Zodra de overdracht is voltooid,
worden de foto’s in ViewNX 2
weergegeven.
ViewNX 2 handmatig starten
A
• Windows: dubbelklik op de
snelkoppeling van ViewNX 2 op
het bureaublad.
• Mac OS: klik op het pictogram van
ViewNX 2 in de Dock.
Q
81
❚❚ Foto’s retoucheren
Klik op de Bewerking-knop in de
taakbalk om foto’s uit te snijden
en taken uit te voeren zoals het
aanpassen van de scherpte en de
toonniveaus.
❚❚ Foto’s afdrukken
Klik op de Afdrukken-knop in de
taakbalk. Er wordt een
dialoogvenster weergegeven,
dat u de mogelijkheid biedt
foto’s op een met de computer
verbonden printer af te drukken.
Voor meer informatie
A
Raadpleeg de online helpfunctie
voor meer informatie over het
gebruik van ViewNX 2.
Q
82
Technische opmerkingen
n
Dit hoofdstuk bevat nuttige informatie over compatibele
accessoires, het reinigen en opbergen van de camera en wat u moet
doen als er een foutmelding verschijnt of als u tijdens het gebruik
van de camera op problemen stuit.
Optionele accessoires
Op het moment dat deze handleiding werd samengesteld, waren
voor de camera de volgende accessoires beschikbaar.
ObjectievenO bjectieven met 1-vatting
VattingadaptersVattingadapter FT1
Voedingsbronn en • Oplaadbare Li-ionbatterij EN-EL20 (0 23-24): extra EN-EL20-
Waterdichte
behuizingen
BodydoppenB odydop BF-N1000: de bodydop houdt de stofbescherming
Draadloze mobiele
adapters
batterijen zijn verkrijgbaar bij uw winkelier en bij door
Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordigers.
• Batterijlader MH-27 (0 23): opladen van EN-EL20 -batterijen.
• Stroomaansluiting EP-5C, lichtnetadapter EH-5b: deze
accessoires kunnen worden gebruikt om de camera
gedurende langere tijd van stroom te voorzien
(bovendien kunnen EH-5a- en EH-5-lichtnetadapters
worden gebruikt). Een EP-5C-stroomaansluiting is vereist
om de camera op de EH-5b, EH-5a of EH-5 aan te sluiten.
Waterdichte behuizing WP-N2: naast het beschermen van de
camera tegen regen, sneeuw en nevel, kan deze
waterdichte behuizing worden gebruikt voor het maken
van onderwaterfoto’s.
stofvrij wanneer er geen objectief is geplaatst.
Draadloze mobiele adapter WU-1b: maak een draadloze
verbinding die kan worden gebruikt door smartapparaten
waarop de Wireless Mobile Utility is geïnstalleerd om op
afstand foto’s te downloaden of de camera te bedienen.
n
83
Goedgekeurde geheugenkaarten
De volgende kaarten werden getest en goedgekeurd voor gebruik
in de camera. Voor het opnemen van films worden kaarten met een
klasse 6 schrijfsnelheid of sneller aanbevolen. Wanneer een kaart
met een lagere schrijfsnelheid wordt gebruikt, kan de opname
onverwacht worden beëindigd.
SanDisk
Toshiba
Panasonic48 GB, 64 GB
Lexar Media
Platinum II
Professional
Full-HD Video4 GB, 8 GB, 16 GB
1 Controleer of de kaartlezers of overige apparaten waarmee de kaarten zullen
worden gebruikt, ondersteuning bieden voor geheugenkaarten van 2 GB.
2 Controleer of de kaartlezers of overige apparaten waarmee de kaarten zullen
worden gebruikt, SDHC-compatibel zijn. De camera ondersteunt UHS-1.
3 Controleer of de kaartlezers en overige apparaten
waarmee de kaarten zullen worden gebruikt,
SDXC-compatibel zijn. De camera ondersteunt UHS-1.
SD-kaartenSDHC-kaarten
2 GB 14 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB
4 GB, 8 GB, 16 GB
—
4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB
2
Andere geheugenkaarten werden niet getest. Voor meer informatie
over bovengenoemde kaarten kunt u contact opnemen met de
fabrikant.
n
SDXC-kaarten
64 GB
—
3
84
Opslag en reiniging
Opslag
Als de camera gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, verwijder
dan de batterij en bewaar de batterij op een koele, droge plek met
het afdekka pje op zi jn pla ats. Berg de ca mera op i n een d roge, go ed
geventileerde ruimte om vorming van schimmel te voorkomen.
Berg de camera niet op met nafta- of kamfermottenballen of in de
volgende omstandigheden:
• in ruimten die slecht geventileerd zijn of waar de luchtvochtigheid
hoger is dan 60%
• in de nabijheid van apparaten die sterke elektromagnetische
velden genereren, zoals televisie- of radiotoestellen
• in ruimten waar de temperatuur hoger is dan 50 °C of lager dan
–10 °C
Reiniging
Gebruik een blaasbalgje om stof of vuil te verwijderen en
veeg de camerabody vervolgens schoon met een zachte,
droge doek. Na gebruik van de camera op het strand of aan
Camerabody
Objectief
Monitor
Stofbescherming
zee, moet eventueel zand of zout worden verwijderd met
een doek die licht is bevochtigd met gedistilleerd water.
Droog de camera grondig af. Belangrijk: vuil of stof in de
camera kan schade veroorzaken die niet door de garantie
wordt gedekt.
Objectieven zijn gevoelig voor beschadigingen. Verwijder
stof en vuil met een blaasbalgje. Als u een luchtspuitbus
gebruikt, houd de bus dan verticaal om te voorkomen dat er
vloeistof uit de bus lekt. Verwijder vingerafdrukken en
andere vlekken door een beetje lensreiniger op een zachte
doek aan te brengen en het glas voorzichtig schoon te
vegen.
Verwijder stof en vuil met een blaasbalgje. Voor het
weghalen van vingerafdrukken en andere vlekken kunt u
het oppervlak voorzichtig met een zachte doek of zeem
schoonvegen. Duw hierbij niet te hard, aangezien dit kan
leiden tot schade of storing.
De stofbescherming is gevoelig voor beschadigingen.
Verwijder stof en vuil met een blaasbalgje.
Gebruik geen alcohol, verdunner of andere vluchtige vloeistoffen.
n
85
Onderhoud van de camera en batterij: waarschuwingen
Laat niet vallen: blootstelling aan sterke
schokken of trillingen kan tot
storingen leiden.
Houd droog: dit product is niet
waterbestendig, onderdompeling in
water of blootstelling aan een hoge
luchtvochtigheid kan tot storing
leiden. Roest van het interne
mechanisme kan tot onherstelbare
schade leiden.
Vermijd plotselinge temperatuurverschillen:
plotselinge temperatuurverschillen,
zoals die zich voordoen bij het
binnenkomen of verlaten van een
verwarmd gebouw op een koude dag,
kunnen condensatie in de camera
veroorzaken. U voorkomt condensatie
door de camera in een cameratas of in
een plastic tas te plaatsen voordat u
deze aan plotselinge
temperatuurverschillen blootstelt.
Houd uit de buurt van sterke magnetische
velden: gebruik of bewaar dit apparaat
niet in de buurt van apparatuur die
sterke elektromagnetische straling of
sterke magnetische velden
produceren. Sterke statische
n
ladingen of de magnetische velden
die worden geproduceerd door
bijvoorbeeld zendapparatuur,
kunnen storingen veroorzaken in de
schermweergave, informatie op de
geheugenkaart beschadigen of de
interne schakelingen van het product
aantasten.
Houd de objectiefbevestiging afgedekt:
bevestig de bodydop als er geen
objectief op de camera is bevestigd.
Raak de stofbescherming niet aan: de
stofbescherming die de beeldsensor
afdekt is gevoelig voor
beschadigingen. Oefen nooit druk uit
86
op de bescherming en duw er niet op
met reinigingshulpmiddelen. Dit kan
krassen, vervorming of andersoortige
schade aan de bescherming
veroorzaken.
Zet het product uit alvorens de voedingsbron
te verwijderen of los te koppelen: trek de
stekker van de lichtnetadapter niet
uit het stopcontact en verwijder de
batterij niet wanneer de camera aan
staat of terwijl beelden worden
opgeslagen of gewist. Geforceerde
stroomonderbreking kan leiden tot
gegevensverlies of beschadiging van
de interne schakelingen of het
geheugen. Verplaats, om een
onbedoelde stroomonderbreking te
voorkomen, nooit het product van de
ene naar de andere plaats terwijl de
lichtnetadapter is aangesloten.
Reiniging: gebruik een blaasbalgje om
stof of vuil van de camerabody te
verwijderen en veeg vervolgens
voorzichtig schoon met een zachte,
droge doek. Na gebruik van de
camera op het strand of aan zee dient
u eventueel aanwezig zand o f zout te
verwijderen met een doek die licht
bevochtigd is met schoon water.
Droog de camera daarna grondig af.
Objectieven zijn gevoelig voor
beschadigingen. Stof en vuil moeten
voorzichtig met een blaasbalgje
worden verwijderd. Bij het gebruik
van een luchtspuitbus moet de bus
verticaal worden gehouden om te
voorkomen dat er vloeistof uit de bus
lekt. Verwijder vingerafdrukken en
andere vlekken van het objecitef
door een beetje lensreiniger op een
schone, zachte doek aan te brengen
en het glas voorzichtig schoon te
vegen.
Opslag: berg de camera op in een
droge, goed geventileerde ru imte om
vorming van schimmel te
voorkomen. Haal bij het gebruik van
een lichtnetadapter de adapter uit
het stopcontact om brand te
voorkomen. Wanneer u niet van plan
bent de camera binnen afzienbare
tijd te gebruiken, verwijder dan de
batterij om lekkage te voorkomen en
berg de camera op in een plastic zak
met een droogmiddel. Plaats de
cameratas echter niet in een plastic
zak, aangezien het materiaal hierdoor
kan worden aangetast. Merk op dat
het droogmiddel na verloop van tijd
zijn vermogen om vocht te
absorberen verliest en daarom
regelmatig dient te worden
vervangen.
Voorkom schimmel en aanslag door
de camera ten minste één keer per
maand uit de opslag te halen. Zet de
camera aan en ontspan de sluiter een
aantal malen voordat u de camera
weer opbergt.
Bewaar de batterij op een koele,
droge plaats. Plaats het afdekkapje
van de batterij terug wanneer de
batterij wordt opgeborgen.
Opmerkingen met betrekking tot de
monitor: de monitor is met extreem
hoge precisie gefabriceerd; ten
minste 99,99% pixels zijn effectief,
met niet meer dan 0,01%
ontbrekende of defecte pixels.
Vandaar dat deze schermen pixels
kunnen bevatten die altijd branden
(wit, rood, blauw of groen) of altijd uit
(zwart) zijn. Dit is geen defect en
heeft geen gevolgen voor beelden
die zijn vastgelegd met dit apparaat.
Bij helder licht kunnen de beelden op
de monitor moeilijk te zien zijn.
Oefen geen druk uit op het scherm,
aangezien dit schade of storing tot
gevolg kan hebben. Stof en vuil op
het scherm kan worden verwijderd
met een blaasbalgje. Vlekken kunnen
worden verwijderd door het
oppervlak zachtjes schoon te wrijven
met een zachte doek of zeem. Mocht
de monitor breken, pas dan op dat u
zich niet verwondt aan de
glassplinters en dat de vloeibare
kristallen uit het scherm niet in
aanraking komen met uw huid, ogen
of mond.
Richt het objectief niet langdurig op de zon:
richt het objectief niet gedurende
lange tijd op de zon of een andere
sterke lichtbron. Blootstelling aan
intens licht kan beschadiging van de
beeldsensor of een witte onscherpte
op de foto’s tot gevolg hebben.
Moiré: moiré is een
interferentiepatroon dat ontstaat
door de wisselwerking tussen het
raster in de beeldsensor van de
camera en beelden waarin
regelmatig gevormde rasters
voorkomen, zoals weefpatronen in
stoffen of ramen in gebouwen. In
bepaalde gevallen verschijnt het in
de vorm van lijnen. Ziet u moiré in uw
foto’s, probeer dan de afstand tot het
onderwerp te veranderen, in en uit te
zoomen of de hoek tussen
onderwerp en camera te veranderen.
Horizontale lijnen: ruis in de vorm van
lijnen kunnen in zeldzame gevallen
verschijnen op zeer heldere
onderwerpen of onderwerpen met
tegenlicht.
n
87
Batterijen: batterijen kunnen bij
onjuist gebruik gaan lekken of
ontploffen. Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht bij het
gebruik van batterijen:
• Gebruik alleen batterijen die zijn
goedgekeurd voor gebruik in dit
apparaat.
• Stel de batterij niet bloot aan vuur
of hoge temperaturen.
• Houd de contacten van de
batterijen schoon.
• Zet de camera uit voordat u de
batterij verwisselt.
• Haal de batterij uit de camera of de
lader wanneer deze niet in gebruik
is en plaats het afdekkapje terug.
Deze apparaten onttrekken zelfs als
de camera is uitgeschakeld een
geringe hoeveelheid stroom aan de
batterij zodat de batterij zodanig
kan leegraken dat deze niet langer
functioneert. Als de batterij enige
tijd niet wordt gebruikt, plaats deze
dan in de camera en laat de batterij
leeglopen voordat u de batterij
verwijdert en bewaar deze op een
plaats met een
omgevingstemperatuur van 15 °C
tot 25 °C (vermijd hete en extreem
n
koude plaatsen). Herhaal dit proces
ten minste eens in de zes maanden.
• Het herhaaldelijk aan- en uitzetten
van de camera terwijl de batterij
volledig ontladen is, zal de
levensduur van de batterij
verkorten. Batterijen die volledig
ontladen zijn, moeten voor gebruik
worden opgeladen.
• De interne temperatuur van de
batterij kan tijdens gebruik
aanzienlijk oplopen. Het opladen
van een batterij die over een te
hoge temperatuur beschikt, heeft
een negatieve invloed op de
88
prestaties van de batterij. Wacht
met opladen totdat de batterij is
afgekoeld.
• Als u een volledig opgeladen
batterij blijft opladen, kunnen de
prestaties van de batterij afnemen.
• Een merkbare daling van de tijd
waarin een volledig opgeladen
batterij zijn lading dient te
behouden wanneer deze bij
kamertemperatuur wordt gebruikt,
duidt aan dat de batterij vervanging
vereist. Koop een nieuwe
EN-EL20-batterij.
• Laad de batterij voor gebruik op.
Houd een extra, volledig opgeladen
EN-EL20-batterij bij de hand in
geval er foto’s van belangrijke
gebeurtenissen worden gemaakt.
Afhankelijk van de locatie waar u
zich bevindt, kan het soms moeilijk
zijn om snel een vervangende
batterij te kopen. Bij koud weer
nemen de prestaties van batterijen
vaak af. Zorg dat de batterij volledig
opgeladen is alvorens bij koud weer
buiten foto’s te maken. Bewaar een
reservebatterij op een warme plaats
en wissel de twee om, indien nodig.
Een koude batterij die weer op
temperatuur is gekomen, kan soms
een deel van haar lading
terugkrijgen.
• Verbruikte batterijen zijn een
waardevolle bron van grondstoffen;
lever ze in als klein chemisch afval.
•
Gebruik de batterij niet bij
omgevingstemperaturen lager dan
0°C of hoger dan 40 °C; het niet in acht
nemen van deze voorzorgsmaatregel
kan de batterij beschadigen of de
prestaties doen verslechteren. De
capaciteit kan afnemen en de
oplaadtijden kunnen toenemen bij
batterijtemperaturen van 0°C tot
10°C en van 45 °C tot 60°C; de batterij
zal niet opladen bij temperaturen
lager dan 0°C of hoger 60°C.
De batterijlader: Laad de batterij op bij
omgevingstemperaturen tussen 5°C
en 35°C. Als het lampje CHARGE (OPLADEN) snel knippert tijdens het
opladen, stop dan onmiddellijk het
gebruik en breng de batterij en lader
naar uw leverancier of een door
Nikon geautoriseerde
servicevertegenwoordiger.
Verplaats de lader niet en raak de
batterij niet aan tijdens het opladen.
Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan in zeer
zeldzame gevallen resulteren in een
lader die aangeeft dat het opladen is
voltooid terwijl de batterij slechts
gedeeltelijk is opgeladen. Verwijder de
batterij en plaats deze vervolgens terug
om het opladen opnieuw te starten.
Gebruik de lader alleen met
compatibele batterijen. Haal de
stekker uit het stopcontact wanneer
de lader niet in gebruik is.
Geheugenkaarten:
• De camera bewaart foto’s op SD-,
SDHC- en SDXC-geheugenkaarten
(los verkrijgbaar).
• Verwijder geen geheugenkaarten
uit de camera, zet de camera niet uit
of verwijder of ontkoppel niet de
voedingsbron tijdens het
formatteren of terwijl gegevens
worden opgeslagen, verwijderd of
naar een computer worden
gekopieerd. Het niet in acht nemen
van deze voorzorgsmaatregelen
kan gegevensverlies tot gevolg
hebben of schade aan de camera of
kaart toebrengen.
• Raak de contacten van de kaart niet
aan met uw vingers of metalen
voorwerpen.
• Niet buigen, laten vallen of
blootstellen aan hevige schokken.
• Oefen geen druk uit op de
behuizing van de kaart. Het niet in
acht nemen van deze
waarschuwing kan tot
beschadiging van de
geheugenkaart leiden.
• Niet blootstellen aan water, hitte,
hoge luchtvochtigheid of direct
zonlicht.
• Formatteer geheugenkaarten niet
in een computer.
n
Onderhoud van camera en accessoires
D
De camera is een precisieapparaat dat regelmatig onderhoud vereis t. Nikon
beveelt aan de camera eens per jaar of per twee jaar te laten nakijken door
de leverancier of een door Nikon geau toriseerde servicevertegenwoordiger
en elke drie tot vijf jaar een onderhoudsbeurt te geven (houd er rekening
mee dat hieraan kosten zijn verbonden). Regelmatige inspectie en
onderhoud worden vooral aanbevolen wanneer u de camera voor
professionele doeleinden g ebruikt. Het wordt aanbevolen om tegelijkertijd
met uw camera veelgebruikte accessoires, zoals objectieven, te laten
nakijken en onderhouden.
89
Problemen oplossen
Functioneert de camera niet naar verwachting, kijk dan in de
onderstaande lijst met veelvoorkomende problemen voordat u uw
leverancier of Nikon-vertegenwoordiger raadpleegt.
Batterij/schermweergave
De camera is aan maar reageert niet: wacht tot de opname of andere bewerking
klaar is. Zet de camera uit als het probleem zich blijft voordoen. Als de
camera nog steeds niet reageert, verwijder en vervang de batterij of
ontkoppel de lichtnetadapter en sluit weer aan, maar merk op dat alle
niet-opgeslagen gegevens worden gewist. Gegevens die al zijn opgeslagen
op de geheugenkaart worden niet aangetast.
De schermweergave is uit:
• De camera is uit (0 25) of de batterij is leeg (0 17).
• De schermweergave werd automatisch uitgeschakeld om energie te
besparen. De schermweergave kan opnieuw worden geactiveerd door de
ontspanknop in te drukken.
• De camera is op een computer (0 80) of televisie aangesloten.De camera schakelt zonder waarschuwing uit:
• De batterij is bijna leeg (0 17).
• De schermweergave werd automatisch uitgeschakeld om energie te
besparen (0 30). De schermweergave kan opnieuw worden geactiveerd
door de ontspanknop in te drukken.
• De interne temperatuur van de camera is hoog (0 12, 94). Wacht tot de
camera is afgekoeld voordat u de camera opnieuw inschakelt.
Aanduidingen worden niet weergegeven: gebruik de opties Schermweergave >
Opname en Schermweergave > Weergave in het setup-menu om de
n
weergegeven informatie te kiezen (0 77).
90
Opname (Alle standen)
Het aanzetten van de camera duurt lang: wis bestanden of formatteer de
geheugenkaart.
De ontspanknop wordt uitgeschakeld:
• De batterij is leeg (0 17).
• De geheugenkaart is vergrendeld of vol.
• De flitser is aan het laden (0 70).
• De camera is niet scherpgesteld (0 29).
• U filmt momenteel een slow motion-film (0 60).
Er wordt slechts één foto gemaakt op het moment dat de sluiter wordt ingedrukt in de
continue ontspanstand: 5 fps is geselecteerd voor Continu/zelfontspanner en
de ingebouwde flitser is opgeklapt.
Foto’s zijn vlekkerig: reinig de voorste en achterste lenselementen of de
stofbescherming (0 85).Er verschijnen flikkeringen of strepen in films of in de schermweergaven: kies een
Flikkerreductie-instelling die overeenkomt met uw lokale netvoeding
(0 77).
Geen flitser: zie pagina 73. De flitser zal niet flitsen als deze uit is (0 71); in de
standen P, S, A en M flitst de flitser niet in neergeklapte positie.
Menu-items zijn niet beschikbaar: sommige opties zijn alleen beschikbaar in
bepaalde opname- en belichtingsstanden of wanneer de draadloze mobiele
adapter is bevestigd (0 83).
Films
Kan geen films opnemen: de filmopnameknop kan niet worden gebruikt voor het
opnemen van films in de stand Beste moment vastleggen of
Bewegingssnapshot (0 49, 54).
Er wordt geen geluid opgenomen voor films:
• Microfoon uit is geselecteerd voor Opties voor filmgeluid > Microfoon
(0 77).
• Live audio wordt niet opgenomen bij films in slow motion (0 61) of
Bewegingssnapshots (0 52).
n
91
Weergave
Staande foto’s (portretstand) worden liggend (landschap) weergegeven:
• Selecteer Aan voor Draai portret (0 74).
• De foto’s werden met Autom. beeldrotatie uit (0 77) vastgelegd.
• Camera was omhoog of omlaag gericht toen de foto werd gemaakt.
• De foto wordt in controlebeeld weergegeven.
Kan het filmgeluid niet horen:
• Draai de multi-sel ector naar rechts om het volume te verhogen (0 64). Is de
camera op een televisie aangesloten, gebruik dan de bediening van de tv
om het volume aan te passen.
• Live audio wordt niet opgenomen bij films in slow motion (0 61) of
Bewegingssnapshots (0 54).
Kan geen beelden wissen:
• Verwijder voor het wissen de beveiliging van de bestanden (0 74).
• De geheugenkaart is vergrendeld.
Overige
De opnamedatum klopt niet: stel de cameraklok in.
Menuopties zijn niet beschikbaar: sommige opties zijn alleen beschikbaar bij
bepaalde instellingen of wanneer een geheugenkaart is geplaatst.
n
92
Foutmeldingen
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de foutmeldingen die in de
weergave verschijnen.
BerichtOplossing
(Sluitertijd of
diafragmaweergave
knippert)
Houd de knop op de
zoomring ingedrukt en
draai aan de zoomring
om het objectief uit te
schuiven.
Controleer objectief. Er
kunnen alleen foto’s
worden gemaakt als een
objectief is bevestigd.
Opstartfout. Zet de
camera uit en weer aan.
De klok is opnieuw
ingesteld.
Geen geheugenkaart.
Deze geheugenkaart is
niet geformatteerd.
Geheugenkaart
formatteren?
Geheugenkaart is
vergrendeld (tegen
schrijven beveiligd).
Geheugenkaart is vol.
Verlaag de ISO-gevoeligheid als het onderwerp te
licht is, of kies een kortere sluitertijd of kleiner
diafragma (hogere f-waarde).
Verhoog de ISO-gevoeligheid, gebruik de flitser of
kies een kortere sluitertijd of een groter diafragma
(lagere f-waarde) als het onderwerp te donker is.
Een objectief met de knop voor de intrekbare
objectiefcilinder wordt bevestigd met een
ingetrokken objectiefcilinder. Druk op de knop
voor de intrekbare objectiefcilinder en draai aan de
zoomring om het objectief te verlengen.
Bevestig een objectief.
Schakel de camera uit, verwijder en vervang de
batterij en schakel de camera weer in.
Stel de cameraklok in.
Zet de camera uit en controleer of de
geheugenkaart correct is geplaatst.
Selecteer Ja om de kaart te formatteren of zet de
camera uit en plaats een andere geheugenkaart.
Zet de camera uit en schuif de
schrijfbeveiligingsschakelaar van de kaart naar de
positie “schrijven”.
• Als u de beeldkwaliteit verlaagt of het
beeldformaat verkleint, kunt u mogelijk extra
beelden opnemen.
• Ongewenste beelden wissen.
• Plaats een andere geheugenkaart.
n
93
Deze geheugenkaart
kan niet worden
gebruikt. Kaart is
mogelijk beschadigd.
plaats andere kaart.
Kan geen mappen meer
maken op de
geheugenkaart.
De filmopnameknop
kan niet worden
gebruikt in deze stand.
Er kunnen geen foto's
worden opgeslagen in
deze stand.
De interne temperatuur
van de camera is hoog.
De camera wordt nu
uitgeschakeld.
Geheugenkaart bevat
geen beelden.
Kan dit bestand niet
weergeven.
n
BerichtOplossing
• Gebruik een goedgekeurde kaart.
• Formatteer de kaart. Als het probleem zich blijft
voordoen, is de kaart mogelijk beschadigd. Neem
contact op met een door Nikon geautoriseerde
servicevertegenwoordiger.
• Plaats een nieuwe geheugenkaart.
Als de huidige map nummer 999 heeft en 999 foto’s of
een foto met het nummer 9999 bevat, wordt de
ontspanknop uitgeschakeld en kunnen geen foto’s
meer worden gemaakt. Kies Ja voor
terugzetten
geheugenkaart of plaats een nieuwe geheugenkaart.
De filmopnameknop kan niet worden gebruikt in
de standen Beste moment vastleggen of
Bewegingssnapshot.
De ontspanknop kan niet worden gebruikt voor
het maken van foto’s terwijl er een slow motionfilm wordt opgenomen.
Wacht tot de camera is afgekoeld.
Plaats een geheugenkaart met beelden om foto’s
te bekijken.
Het bestand is aangemaakt of gewijzigd op een
computer of een ander merk camera, of het
bestand is beschadigd.
en formatteer vervolgens de huidige
Bestandsnr.
94
Specificaties
Nikon 1 S1 digitale camera
Type
TypeDigitale camera met ondersteuning voor
ObjectiefvattingNikon 1-vatting
Effectieve beeldhoekCa. 2,7× brandpuntsafstand objectief (gelijk aan
Effectieve pixels
Beeldsensor
Beeldsensor13,2 mm × 8,8 mm CMOS-sensor (Nikon CX-
Portret, Landschap; geselecteerde Picture Control
kan worden aangepast; opslag voor persoonlijke
Picture Controls
Print Order Format), Exif (Exchangeable Image File Format for
Digital Still Cameras) 2.3, PictBridge
n
95
Opnamestanden
C automatisch; w creatief, met keuze uit de
volgende opties: P, S, A, M, j nachtlandschap,
o nachtportret, m tegenlicht, q zacht,
r miniatuureffect en s selectieve kleur; u beste
moment vastleggen (t trage weergave en
y Slimme fotoselectie), v geavanceerde film
(HD—alleen P, S, A, M—en y slow motion),
z Bewegingssnapshot
Sluiter
TypeElektronische sluiter
Snelheid
1
/
16.000 –30 sec. in stappen van
Opmerking: Bulb eindigt automatisch na circa 2 minuten
Flitssynchronisatiesnelheid Synchroniseert met sluiter bij X=
Ontspannen
Stand• Enkel beeld, continu
• Zelfontspanner
BeeldsnelheidCa. 5, 15, 30 of 60 bps
Zelfontspanner2 sec., 5 sec., 10 sec.
Belichting
LichtmetingDDL-meting met behulp van beeldsensor
Lichtmeetmethode• Ma trix
• Cen trumgericht: meet een cirkel van 4,5 mm in het
midden van het beeld
• Spot: meet een cirkel van 2 mm in het
geselecteerde scherpstelveld
StandP automatisch programma met flexibel
n
Belichtingscorrectie–3 –+3 LW in stappen van
programma; S sluitertijdvoorkeuze;
A diafragmavoorkeuze; M handmatig; h auto
onderwerpselectie
1
/
3 LW
BelichtingsvergrendelingLichtwaarde vergrendeld bij gemeten waarde
wanneer ontspanknop half wordt ingedrukt
ISO-gevoeligheid
(aanbevolen
belichtingsindex)
ISO 100– 6400 in stappen van 1 LW; automatische
regeling ISO-gevoeligheid (ISO 100–6400, 100–3200, 100–800) beschikbaar (door gebruiker geregeld in de standen
Richtgetal (GN)Ca. 5 (m, ISO 100, 20 °C)
Regelingi-DDL-flitserregeling met behulp van beeldsensor
StandAutomatisch, automatisch + rode-ogenreductie,
Flitscorrectie–3–+1 LW in stappen van
FlitsgereedaanduidingBrandt wanneer ingebouwde flitser volledig
Witbalans
AF); AF-hulpverlichting
AF (AF-C); automatische AF-S/AF-C selectie
(AF-A); fulltime-AF (AF-F)
• Handmatige sche rpstelling (MF)
73 velden ondersteunen fasedetectie-AF
• Automatisch veld-AF: 41 scherpstelvelden
ontspanknop half in te drukken (enkelvoudige AF)
(Creatieve stand): flitser klapt automatisch op en
flitst indien nodig
• Nachtportret, Tegenlicht (Creatieve stand): flitser klapt
automatisch op en flitst bij elke opname
• P Automatisch programma, S Sluitertijdvoorkeuze,
A Diafragmavoorkeuze, M Handmatig (Creatieve stand):
handmatige pop-up
invulflits, invulflits + synchronisatie met lange
sluitertijd, rode-ogenreductie, rode-ogenreductie
+ synchronisatie met lange sluitertijd,
synchronisatie op het tweede gordijn, tweede
gordijn + synchronisatie met lange sluitertijd, uit
geladen is
Automatisch, gloeilamplicht, tl-licht, direct
zonlicht, flitslicht, bewolkt, schaduw, onder water,
handmatige voorinstelling met fijnafstelling voor
alle standen behalve handmatige voorinstelling
1
/
3 LW
n
97
Film
LichtmetingDDL-meting met behulp van beeldsensor
Lichtmeetmethode• Ma trix
Beeldformaat (pixels)/
opnamesnelheid
BestandsindelingMOV
VideocompressieH.264/MPEG-4 Advanced Video Coding
GeluidsindelingAAC
GeluidsrecorderIngebouwde stereomicrofoon; gevoeligheid
* De sensoruitvoer is ongeveer 60 bps.
Monitor
Weergave
n
Interface
USBHi-Speed USB
HDMI-uitgangType-C HDMI-ministekkeraansluiting
• Cen trumgericht: meet een cirkel van 4,5 mm in het
midden van het beeld
• Spot: meet een cirkel van 2 mm in het
geselecteerde scherpstelveld
HD-films (beeldverhouding 16 : 9)
• 1920 × 1080/60i (59,94 velden/sec. *)
• 1920 × 1080/30p (29,97 bps)
• 1280 × 720/60p (59,94 bps)
• 1280 × 720/30p (29,97 bps)
Slow motion-films (beeldverhouding 8 : 3)
• 640 × 240/400 bps (speelt af bij 30p/29,97 bps)
• 320 × 120/1200 bps (speelt af bij 30p/29,97 bps)
Bewegingssnapshot (beeldverhouding 16 : 9)
1280 × 720/60p (59,94 bps) (speelt af bij 24p/23,976 bps)
instelbaar
7,5 cm (3 inch), ca. 460.000 punten, TFT LCD met
helderheidaanpassing
Schermvullende en miniatuurweergave (4, 9 of 72
beelden of kalender) met zoomweergave,
filmweergave, diashow, histogramweergave,
automatische beeldrotatie en scoreoptie
98
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.