5-3 Resetten naar fabrieksinstelling .................................................................................. 9
Appendix A - S pecificaties .............................................................................. 10
Appendix B - NMEA functie-overzicht .............................................................11
Appendix C - Problemen oplossen ................................................................. 13
Appendix D - Contactinformatie...................................................................... 63
Belangrijk
Het is uitsluitend de verantwoordelijkheid van de eigenaar om het instrument zodanig te gebruiken en
installeren dat geen ongelukken, persoonlijk letsel of materiële schade worden veroorzaakt. De gebruiker
van dit product is persoonlijk verantwoordelijk voor goed zeemanschap.
NAVMAN NZ LIMITED WIJST ELKE AANSPRAKELIJKHEID AF VOOR GEBRUIK VAN DIT
PRODUCT WAARBIJ ONGELUKKEN OF SCHADE WORDEN VEROORZAAKT OF DIE IN STRIJD
ZIJN MET DE WET.
Deze handleiding geeft de REPEAT 3100 weer ten tijde van druk. Navman NZ Limited behoud t zich het
recht voor om zonder voorafgaande mededeling veranderingen door te voeren.
Bepalende T aal: Deze bepaling, alle handleidingen, gebruiksaanwijzigen en andere informatie gerelateerd
aan het product (Documentatie), zouden kunnen worden vertaald, of zijn vertaald uit een andere taal
(Vertaling). Indien tegenstrijdigheden voorkomen tussen enige V ertaling van de Document atie dan is de
Engelstalige versie van de Documentatie de officiële versie van de Documentatie.
De REPEAT 3100 maakt deel uit van de NAVMAN
3100-familie voor bootinstrumentarium voor het
meten van snelheid, diepte en wind,
watertemperatuur, accuvoltage en andere functies.
De REPEAT 3100 kan alle data weergeven van
instrumenten uit de 3100-serie alsook data van
instrumenten die compatibel zijn met NMEA. De
REPEAT 3100 kan ook als GPS-repeater
functioneren en biedt een keur aan informatie aan
dek via een GPS dat zich op een meer beschutte
plaats bevindt, zoals benedendeks.
De REPEAT 3100 kan op twee manieren data
verkrijgen:
Van andere 3100-serie instrumenten, welke via
NavBus op elkaar zijn aangesloten (NavBus is
een systeem dat eigendom is van NAVMAN en
Het REPEAT 3100-beeldscherm
Beeldscherm
(verlicht)
dat een combinatie van scheepsinstrumentarium
mogelijk maakt).
Via maximaal drie instrumenten, zoals
NAVMANs TRACKER Chartplotter, die
compatibele NMEA 0183 V2 dat a sturen. Als de
REPEAT 3100 op andersoortige instrumenten
wordt aangesloten, zorg er dan voor dat de NMEA
data compatibel is.
Om maximaal profijt van uw REPEAT 3100 te hebben
raden we u aan deze handleiding voor installatie en
gebruik aandachtig door te lezen.
Schoonmaak en onderhoud
Maak het instrument schoon met een vochtige doek
of een mild afwasmiddel. Vermijd schuurmiddelen,
benzine of andere oplosmiddelen.
Alarmsymbool
Beeldscherm geeft
Snelheid over Grond
weer (SOG)
Vier toetsen
(verlicht)
Beeldscherminstellingen (zie sectie 2-3)
Tweeledige instelling: twee
data-items van de SPEED 3100,
DEPTH 3100 of MULTI 3100
3
Windinstelling: een data-item
van de WIND 3100
111 x 111 mm
(4.4" x 4.4")
NMEA-instelling: een dataitem van compatibele NMEAinstrumenten
REPEAT 3100 Installatie- en Bedieningshandleiding
NAVMAN
2 Bediening
2-1 In- en uitschakelen
Schakel het apparaat in en uit via de hulpschakelaar
aan boord. Het apparaat heeft geen eigen aan/uit
knop. Als de stroom uitgeschakeld wordt, blijven al
uw instellingen bewaard.
Als het woord SIM oplicht aan de rechteronderkant van
het scherm, dan staat het apparaat op de simulatiestand
(zie sectie 2-5).
2-2 Toetsen en
achtergrondverlichting
Het apparaat heeft vier toetsen met de opdruk +,
, en . In deze handleiding:
Betekent drukken, dat u voor minder dan een
seconde op een knop drukt.
Betekent vasthouden dat u de knop 2
seconden of langer ingedrukt houdt.
Betekent druk een knop + een andere knop
dat u deze knoppen tegelijkertijd indrukt.
De achtergrondverlichting voor scherm en
knoppen instellen
Achtergrondverlichting kan op vier verschillende
helderheden ingesteld of uitgezet worden. Druk een
keer op
druk nogmaals op
om de huidige lichtsterkte te laten zien en
om de lichtsterkte te veranderen:
Achtergrondverlichtingsniveau 2
Tweeledige instelling
Tweeledige instelling geeft twee data-items
tegelijkertijd weer van een SPEED 3100, DEPTH
3100 of MULTI 3100. Om het weergegeven item
bovenin het beeldscherm te veranderen drukt u een
of meerdere keren op . U heeft de keuze uit:
Om het weergegeven item onderin het beeldscherm
te veranderen drukt u een of meerdere keren op
U heeft de keuze uit:
Snelheid.
Diepte.
Triplog (afstand).
Cumulatief log (afstand).
Voltage accu.
Aftelklok.
Windinstelling
2-3 De weergegeven data veranderen
Het beeldscherm heeft drie instellingsmogelijkheden:
Tweeledige instelling geeft snelheids- of
dieptedata weer.
Wind instelling geeft winddata weer .
NMEA-instelling geeft data weer van
compatibele NMEA-instrumenten.
Om de instelling te verandern drukt u een of
meerdere keren op
NB: Als een item in strepen (— —) weergegeven
wordt, betekent dit dat de data niet beschikbaar zijn
of dat het instrument dat de data naar de REPEAT
3100 stuurt uitgeschakeld of niet aangesloten is.
NAVMAN
REPEAT 3100 Installatie- en Bedieningshandleiding
.
+
De windinstelling geeft een data-item weer van een
WIND 3100. Om het weergegeven item te
veranderen drukt u een of meerdere keren op of
. U heeft de keuze uit:
Schijnbare windrichting.
Ware windrichting.
Schijnbare windsnelheid.
Ware windsnelheid.
Max wind snelheid.
VMG.
4
NMEA-instelling
De NMEA-instelling geeft één data-item tegelijkertijd
weer van enig compatibel NMEA- instrument. Om
een keuze uit NMEA-data te maken, zie sectie 5-2,
stap 2. Om het weergegeven item te veranderen drukt
u een of meerdere keren op of .
2-4 Eenheden veranderen
Om de op de REPEAT 3100 weergegeven eenheden
te veranderen verandert u de eenheden op het
instrument dat de data naar de REPEAT 3100 stuurt.
2-6 Toet senoverzicht
Schakel stroom in
Houdt
+
+
Schakel Simulatie
in of uit
Resetten naar
fabrieksinstelling
ingedrukt
Houdt
5 sec
ingedrukt
Standaard bediening
+ +
2-5 Simulatie
De simulatiestand stelt u in staat om op de wal aan
de REPEAT 3100 te wennen. Het instrument werkt
als gewoonlijk in de simulatie-instelling, met
uitzondering van de data van andere instrumenten.
Deze worden genegeerd en het apparaat maakt deze
data intern aan. Het woord SIM flikkert in de
rechterbeneden hoek van het scherm indien:
De REPEAT 3100 op simulatie staat.
Een instrument dat op de REPEAT 3100
aangesloten is door NavBus op simulatie staat.
Om de simulatiestand op de REPEAT 3100 in of uit
te schakelen:
1 Schakelt u de stroom uit.
2 Houdt u
inschakelt.
ingedrukt terwijl u de stroom weer
+
Instelling
+
Waarde verhogen
of NMEA-item
veranderen
Waarde
verminderen of
NMEA-item
veranderen
Schakel NMEAfunctiebeeldscherm AAN of UIT
Terugkeren
naar standaard
instelling
+
5
Om de beeldscherminstelling
te veranderen tussen
tweeledige instelling, windinstelling en NMEA-instelling
Verander weergegeven
data-item
Verander weergegeven
data-item
Achtergrondverlichting
veranderen (4 lichtsterktes of uit)
Achtergrondverlichting
groep instellen
+ +
Weergegeven
NMEA-data kiezen
+ +
UTC-afwijking
instellen (voor
tijdbeeldscherm)
+ +
REPEAT 3100 Installatie- en Bedieningshandleiding
NAVMAN
3 Systeem van verschillende instrumenten
NAVMAN instrumenten kunnen op elkaar worden
aangesloten zodat ze data kunnen uitwisselen. Er
zijn twee manieren om dit te doen, NavBus of NMEA.
3-1 NavBus
NavBus, een systeem dat eigendom is van NAVMAN,
maakt het mogelijk verschillende instrumenten
zodanig op elkaar aan te sluiten dat slechts een set
transducers gebruikt dient te worden. Als
instrumenten via NavBus op elkaar zijn aangesloten:
Zullen de eenheden, alarm en kalibratie voor
een instrument automatisch veranderen als u
deze waarden verandert voor een ander
instrument van het zelfde type.
Kan elk instrument worden aangesloten op een
groep van instrumenten (zie sectie 5-2, stap 2).
Als u het achtergrondlicht verandert in groep 1,
2, 3 of 4 dan zal het achtergrondlicht
automatisch ook veranderen voor de andere
instrumenten in dezelfde groep. Als u het
achtergrondlicht verandert voor een instrument
uit groep 0 dan gebeurt er niets met de andere
instrumenten.
Als een alarm klinkt, kunt u dit uitschakelen
door op te drukken op een van de NA VMANinstrumenten die het alarm op het
beeldscherm laat zien en een toets heef t.
Alarmen kunnen niet worden uitgeschakeld op
een REPEAT 3100.
NavBus en de REPEAT 3100
De REPEAT 3100 zal automatisch data van
andere, via NavBus aangesloten apparatuur,
lezen en weergeven.
3-2 NMEA
NMEA is een industriestandaard, maar het is niet zo
flexibel als NavBus omdat specifieke verbindingen
tussen de instrumenten nodig zijn. De REPEAT 3100
kan NMEA-data output van maximaal drie
verschillende instrumenten lezen en weergeven (zie
Appendix B).
4 REPEAT 3100 hardware
4-1 Wat er bij een REPEAT 3100
geleverd wordt.
REPEAT 3100 beeldscherm met
beschermhoes.
Garantiekaart.
Bevestigingsmal.
Deze Installatie- en Bedieningshandleiding.
4-2 Andere benodigde onderdelen
Een of meerdere instrumenten uit de 3100-serie
zullen op de boots 12V-stroomvoorziening worden
aangesloten via:
Een hulpschakelaar om de instrumenten in en
uit te schakelen.
Een zekering: Gebruik een 1A zekering voor
een tot vijf instrumenten.
De REPEAT 3100 kan ontvangen en weergeven:
Data van andere NAVMAN-instrumenten die
via NavBus zijn aangesloten; instellingen voor
eenheden en achtergrondlicht worden gedeeld
(zie sectie 3-1).
NMEA-data van maximaal drie compatibele
instrumenten (zie sectie 3-2).
Bedrading en koppelstukjes zijn benodigde (zie
sectie 5 of de NavBus Installatie- en
Bedieningshandleiding).
NAVMAN
REPEAT 3100 Installatie- en Bedieningshandleiding
4-3 Accessoires
NavBus aansluitdozen zijn verkrijgbaar via uw
NAVMAN dealer .
6
5 Installatie en instelling
Een correcte installatie is cruciaal voor een goede
werking van het apparaat. Het is van belang dat u
deze sectie van de handleiding en documentatie die
bij eventuele andere onderdelen geleverd is
doorleest voordat u begint met de installatie.
Waarschuwing
Het apparaat is waterdicht aan de voorkant.
Bescherm de achterkant echter tegen water. Indien
5-1 Installatie
REPEA T 3100 beeldscherm-unit
1 Kies een plaats voor het beeldscherm waar het:
Goed zichtbaar is en niet gemakkelijk
beschadigd kan worden.
Tenminste 100 mm van een kompas en
min. 500 mm van een radio- of
radarantenne is verwijderd.
Verwijderd is van motoren, TL-verlichting
en spanningsregelaars.
Van achteren goed bereikbaar is; de
minimale ruimte achter het apparaat dient
50 mm te zijn (zie rechts).
Aan de achterkant niet nat kan worden.
2 Het apparaat dient op een vlak paneel dat niet
dikker is dan 20 mm bevestigd te worden. Plak
de bevestigingsmal op de juiste plaats. Boor
een gat van 50 mm door het middelste gat van
de mal. De mal voorziet in ruimte om het
apparaat heen voor de beschermhoes.
3 Verwijder de bevestigingsmoer van de
achterkant van het apparaat. Steek de bout aan
de achterkant van het apparaat door het
bevestigingsgat. Schroef de moer er met de
hand op vast.
Stroom/data bedrading
Volg het bedradingsvoorbeeld op de volgende
pagina:
1 De REPEAT 3100 heeft 12 V DV stroom nodig.
Installeer een stroomschakelaar en zekering of
voorzie het instrument middels een geaarde
hulpschakelaar van stroom. De zekering dient
1 A te zijn voor maximaal vijf NAVMAN 3100serie instrumenten.
2 Indien de REPEAT 3100 data van andere
instrumenten dient te ontvangen via NavBus,
installeert u deze instrumenten dan en sluit de
REPEAT 3100 op NavBus aan.
NB: Indien een instrument op de REPEA T 3100
kan worden aangesloten via NavBus en via
NMEA, gebruikt u dan NavBus, omdat via
7
water door het luchtgat het apparaat binnenkomt
kan het beschadigd worden. De garantie dekt
schade door vocht of water dat via de achterkant
het apparaat is binnengekomen niet.
Verzekert u zich ervan dat installatiegaten de
constructie van de boot niet verzwakken. Als u
twijfelt, raadpleeg dan een bootbouwer.
Zijaanzicht van de beeldschermbevestiging
20 mm
maximale dikte
Bevestigingsgat
50 mm
Beeldscherm
Minimale ruimte
NavBus meer informatie gedeeld kan worden.
(Zie sectie 3-1).
3 Indien de REPEAT 3100 NMEA-data dient te
ontvangen van andere compatibele
instrumenten, installeer deze instrumenten dan
en verbind de NMEA-output van elk instrument
naar een van de drie REPEAT 3100 NMEAinputs. Maximaal drie instrumenten kunnen via
NMEA worden aangesloten.
4 Plak ongebruikte bedradingen en
verbindingsstukjes af of dek ze anderzins af
om ze tegen water te beschermen en houd ze
apart om kortsluiting te voorkomen.
Instellen en testen
Stel het beeldscherm in zoals beschreven
wordt in sectie 5-3. Maak een proefvaart om te
controleren of alle instrumenten goed
functioneren.
REPEAT 3100 Installatie- en Bedieningshandleiding
NAVMAN
Bevestigingsmoer
Kabels
50 mm
REPEA T 3100 bedradingsvoorbeeld
In dit voorbeeld ontvangt de REPEAT 3100 data van een NAVMAN WIND 3100 en een SPEED 3100 via de
NavBus. Elk willekeurig aantal NAVMAN-instrumenten kan op de NavBus worden aangesloten en data
naar de REPEAT 3100 sturen.
De REPEAT 3100 ontvangt ook NMEA-dat a van een GPS en een kompas. Een ander NMEA-instrument zou
op de derde NMEA-input van de REPEAT 3100 kunnen worden aangesloten.
Andere REPEAT 3100s dienen p arallel aan de eerste te worden aangesloten.
Andere
bedrading
GPS
NMEA-Instrumenten
Kompas
Andere
bedrading
NMEAoutput
NavBus-bedrading
NAVMAN NavBus-Instrumenten
Andere
bedrading
Andere
bedrading
Het maakt niet uit welke NMEAoutput met welke REPEAT 3100
OranjeOranjeOranje
NMEA is verbonden.
Gebruik optionele aansluitdozen om de bedrading
te vereenvoudigen (zie rechts). Voor informatie over
verbindingen middels NavBus en het gebruik van
aansluitdozen verwijzen we naar de NavBus
Installatie- en Bedieningshandleiding.
Tip: Serieschakel de bedrading tussen de
instrumenten of groepen instrumenten
NMEAoutput
REPEAT 3100WIND 3100 SPEED 3100
Schakelaar Zekering
Three
NMEA
inputs
Ongebruikte
NMEA-input
Rood
Zwart
Groen
WitWit
Geel
NavBusverbindingen
BlauwBlauwBlauw
Groep 1
Stroom-/datakabels
NavBus- &
Groep 2
stroomkabel
REPEAT 3100
parallel bedraden
+
12 V DC
stroom
-
Groen
Geel
Aansluitdoos
Aansluitdoos
Rood
Zwart
12 V DC
stroom
(zie links)
Oranje
Blauw
Stroomverbindingen
NAVMAN
REPEAT 3100 Installatie- en Bedieningshandleiding
Stroom-/datakabel
Naar volgende groep
8
5-2 Instelling
1 Indien het beeldscherm onderdeel uitmaakt van
een systeem van 3100-serie instrumenten
verbonden door NavBus, stel dan het
achtergrondlicht groepnummer in (zie sectie 3-1).
i Druk op
groepbeeldscherm weer te geven:
+ om het achtergrondlicht
+
Achtergrondlicht
groep 2
Voor elke functie kunt u het NMEAfunctienummer gebruiken om de databeschrijving in de NMEA-functietabel te
vinden (zie appendix B). Druk dan, indien
gewenst, op
(data zal worden weergegeven) of UIT
(data zal niet worden weergegeven).
3 Als het beeldscherm de locale tijd dient weer
te geven stelt u de UTC-afwijking in. De UTCafwijking zal bij de UTC (GMT) tijd die van een
GPS-instrument verstuurd wordt opgeteld
worden om de locale tijd weer te geven. Om
de UTC afwijking in te stellen:
i Drukt u op
afwijkingsscherm wordt weergegeven:
om de functie AAN te zetten
+
+ totdat het UTC-
+
ii Druk op of om het achtergrondlicht
groepnummer in te stellen.
2 Indien het beeldscherm NMEA-data weergeeft,
selecteert u dan welke NMEA-data-items
weergegeven dienen te worden (zie sectie 2-3,
NMEA-instelling):
i Verzekert u zich ervan dat alle
instrumenten die NMEA-data naar de
REPEAT 3100 sturen ingeschakeld zijn en
NMEA-data versturen.
ii Druk op
selectiescherm wordt weergegeven
iii Als een NMEA-instrument kortgeleden is
aangesloten op een REPEAT 3100 of als
de verbinding verbroken is, druk dan op
+ om de gevonden NMEA-strings op te
schonen.
iv De REPEAT 3100 vindt NMEA-dat azinnen
van andere NMEA-instrumenten die data
sturen automatisch en geeft deze hier weer.
Druk op
een voor een te zien. De waarde zelf wordt
niet weergegeven.
9
+ totdat het NMEA-
+
NMEA
functienummer
Functie kan
AAN of UIT
staan
NMEA-inputnummer stelt vast via welke
draad de NMEA-data wordt ontvangen
(zie Appendix A, Stroom-/databedrading)
of om alle NMEA-functies
Afwijking is
2,5 uur
ii Druk op
te stellen. Het bereik is 0 tot + 13 tot - 13
uren, in stappen van 30 minuten.
NB: Zomertijd dient handmatig ingesteld te
worden.
4 Druk op
te keren.
of om de UTC-afwijking in
om naar standaard bediening terug
5-3 Resetten naar fabrieksinstelling
Alle instellingen kunnen gereset worden naar de
standaardinstellingen van de fabrikant (zie
onderstaand).
Om te resetten naar fabrieksinstelling:
1 Schakelt u de stroom uit.
2 Houd u + ingedrukt terwijl u de stroom
weer inschakelt en houd de toetsen nog
minimaal 5 seconden ingedrukt.
SIMULATIE-instelling.............................. UIT
Achtergrondverlichtingsniveau .................0
Achtergrondlicht groep .............................. 1
Maat van het beeldscherm 111 mm in het
vierkant.
LCD beeldscherm 82 mm breed, 61 mm hoog;
twisted nematic.
LCD cijfers 30 mm hoog op bovenste lijn, 20
mm hoog op onderste lijn.
Vier laser ge-ëtste bedieningstoetsen.
Achtergrondverlichting van het beeldscherm en
toetsen, oranje, instelbaar op vier niveaus en Uit.
Bedieningstemperatuur 0 to 50 ºC (32 tot 122 ºF).
Stroomkabellengte 1 m.
Electrisch
Power supply 10.5 to 16.5 V DC, 20 mA without
backlighting, 60 mA with full backlighting.
NavBus interface and display
Electriciteitsvoorziening 10.5 to 16.5V DC, 20
mA zonder achtergrondverlichting, 60 mA met
volledige achtergrondverlichting.
Deze waarden kunnen via NavBus ontvangen en
weergegeven worden:
Huidige snelheid, gemiddelde snelheid,
maximum snelheid, trimsnelheid.
Log: triplog en cumulatief log.
Temperatuur.
Aftelklok (van SPEED 3100 of MULTI 3100).
Diepte.
Windsnelheid en -richting (waar en schijnbaar).
VMG .
NMEA-interface en beeldscherm
Drie NMEA 0183-inputs voor comp atibele
NMEA-instrumenten.
Volgende NMEA-zinnen kunnen ontvangen en
weergegeven worden:
APB, BEC, BOD, BWC, BWR, DBT, DPT, GGA,
GNS, HDG, HDT, HSC, MTW, MWD, MWV,
RMA, RMB, RMC, VDR, VHW, VLW, VPW ,
VTG, WCV, XTE, XTR, ZDA (zie Appendix B).
Overeenkomstig met standaarden
Overeenkomstig EMC:
USA (FCC): Deel 15 Klasse B.
Europa (CE): EN50081-1, EN50082-1.
Nieuw Zeeland en Australië (C Tick):
AS-NZS 3548.
Milieu: IP66 van de voorkant indien correct
geïnstalleerd.
Deze gids voor het oplossen van problemen gaat
ervan uit dat u de complete handleiding gelezen en
begrepen heeft.
Het is vaak mogelijk om moeilijkheden op te lossen
zonder dat het apparaat voor reparatie naar de fabriek
wordt gezonden. Wij verzoeken u vriendelijk om deze
sectie door te lezen voordat u contact opneemt met
uw NAVMAN dealer .
Geen van de onderdelen dient door de gebruiker
onderhouden te worden. Om waterdichtheid en het
correct in elkaar zetten te checken zijn specifieke
methodes en testinstrumenten nodig. Reparaties
dienen alleen uitgevoerd te worden door
servicecenters die door Navman NZ Limited zijn
goedgekeurd. Gebruikers die zelf hun REPEAT 3100
onderhouden maken hierdoor de garantie ongeldig.
U kunt meer informatie vinden op onze website:
www.navman.com
1 Problemen bij inschakelen apparaat:
a Zekering doorgebrand of stroom
onderbroken door stroomonderbreker.
b Voltage accu ligt niet tussen 10.5 en
16.5 V DC.
c Electriciteits/datakabel beschadigd.
2 Beeldscherm geeft strepen (— —) weer
inplaats van datawaarden:
a De REPEAT 3100 is niet aangesloten op
een instrument dat compatibele data naar
de REPEAT 3100 kan sturen.
b Het instrument dat compatibele data naar
de REPEAT 3100 stuurt is uitgeschakeld of
de waarde is buiten het bereik dat het
instrument kan weergeven.
c Strrom-/datakabel beschadigd.
3 Weergegeven waarden zijn fout of
onverwacht:
a Het instrument dat compatibele data naar
de REPEAT 3100 stuurt functioneert niet
goed. We verwijzen u naar de gids voor het
oplossen van problemen in de Installatieen bedieningshandleiding van het
betreffende instrument.
b Storing door electrische ruis. Herzie
installatie.
4 Instrument vertoont onregelmatigheden of
onverwachte informatie:
Instellingsdata foutief. Reset naar
standaard fabrieksinstelling (zie sectie 5-3).
Stel instrument vervolgens opnieuw in.
5 Instrument geeft slechts een wind-item of
NMEA-data tegelijkertijd:
Dit is normaal. Alleen in de tweeledige
instelling worden twee items weergegeven.
6 Een NMEA-data-item wordt niet
weergegeven:
Schakel de NMEA-functie in (zie sectie 5-2,
stap 2):
of om door de beschikbare
functies te scrollen. Als een functie niet wordt
weergegeven dan betekent dit dat de
REPEAT 3100 niet op een compatibel
NMEA- instrument dat NMEA-zinnen-output
is aangesloten.
8 Het woord SIM flikkert in de
rechterbenedenhoek van het scherm,
weergegeven waarden zijn onverwacht:
a De REPEAT 3100 staat op de
simulatiestand (zie sectie 2-5).
b Een instrument dat data naar de REPEAT
3100 stuurt staat op de simulatiestand (zie
sectie 2-5).
9 Het beeldscherm beslaat:
a Vochtige lucht is door het luchgat de
achterkant van het apparaat
binnengedrongen. Zorg dat de boot gelucht
wordt of gebruik het apparaat op de felste
achtergrondverlichtingstand.
b Water is door het luchtgat de achterkant
binnengedrongen. Retourneer het apparaat
voor service.
5-3 Rücksetzung auf Werkseinstellung ...........................................................................21
Anhang A - S pezifikationen ............................................................................. 22
Anhang B - Liste der NMEA-Funktionen ........................................................ 23
Anhang C - Fehlersuche .................................................................................. 25
Anhang D - Kontaktadressen .......................................................................... 63
Wichtig
Der Eigentümer ist allein verantwortlich für den korrekten Einbau, die ordnungsgemäße Anwendung und
die betriebliche Sicherheit.Der Benutzer ist allein verantwortlich für eine sichere Bootsführung. Jedes
Instrument ist nur ein Hilfsmittel.
NAVMAN NZ LTD IST NICHT VERANTWORTLICH FÜR SCHÄDEN UND UNFÄLLE, DIE DURCH
MÖGLICHE FEHLFUNKTIONEN DER GERÄTE ENTSTEHEN
Dieses Handbuch entspricht dem Fertigungsstand des REPEAT 3100 zur Zeit der Drucklegung. Navman
NZ Ltd. behält sich das Recht vor, ohne V orankündigung Veränderungen durchzuführen.
Nationalsprache: Diese Erklärung, Bedienungsanleitungen und andere Informationen, die im
Zusammenhang mit dem Produkt stehen, sind eventuell in eine andere oder aus einer anderen Sprache
übersetzt worden. Sollten dabei irgendwelche Differenzen zwischen den Versionen bestehen, gilt die
englische Version als offizielle Originaldokumentation.
Das REPEAT 3100 ist Systemteil der NAVMAN 3100
Instrumenten-Familie, die Instrumente für die
Messung von Fahrt, Tiefe, Wind und für andere
Funktionen enthält. Das REPEAT 3100 kann jede
Art von Daten anzeigen, die von Instrumenten der
Serie 3100 gesendet werden, wie auch NMEA-Daten
von kompatiblen Instrumenten. Das REPEAT 3100
ist auch als Tochteranzeige für die Wiedergabe der
vielfältigen Daten eines unter Deck installierten GPSRechner's nutzbar.
Das REPEAT 3100 kann Daten auf zwei Wegen
erhalten:
Über die NavBus-Verbindung von anderen
Instrumenten der Serie 3100 (NavBus ist ein
geschütztes NAVMAN-eigenes
Das REPEAT 3100 Instrument
Display
(hintergrundbeleuchtet)
Datenübertragungs-System für
Bootsinstrumente).
Von maximal drei Instrumenten, wie z.B. vom
NAVMAN TRACKER Kartenplotter , der
kompatible NMEA 0183 V2 Daten sendet.
Werden Fremdgeräte angeschlossen, muss
sichergestellt sein, dass deren NMEA-Daten
kompatibel sind.
Um eine optimale Nutzung zu erreichen, ist dieses
Handbuch vor Einbau und Nutzung sorgfältig zu
lesen.
Reinigung und Wartung
Das Instrument nur mit einem feuchten,
weichen Tuch reinigen. Keine Lösungsmittel
oder Benzin benutzen.
Alarm Symbol
Das Display zeigt
Geschwindigkeit über
Grund (SOG)
Vier Tasten
(hintergrundbeleuchtet)
Anzeigen Modi (siehe Abschn. 2-3)
Dual Modus: Zwei Datenarten
vom SPEED 3100, DEPTH
3100 oder MULTI 3100
15
Wind Modus: eine Datenart
vom WIND 3100
111 x 111 mm
NMEA Modus: eine Datenart
von kompatiblen NMEA
Instrumenten
REPEAT 3100 Einbau und Bedienung
NAVMAN
2 Bedienung
2-1 Ein- und Ausschalten
Das Gerät hat keinen eigenen Ein-/Ausschalter. Es
muss ein entsprechender Schalter in dem Anschluss
eingefügt werden. Vor dem Ausschalten gewählte
Funktionen bleiben gespeichert.
Erscheint rechts unten blinkend das Wort SIM, ist der
Simulationsmodus aktiviert (siehe Abschn. 2-5).
2-2 Tastenbedienung und
Beleuchtung
Die 4 T asten sind gekennzeichnet mit +, , und
. Die Bedeutung folgender Anweisungen:
Drücke - die Taste kurz drücken unter 1
Sekunde.
Halte gedrückt - die Taste 2 Sekunden oder
länger gedrückt halten.
Eine Taste + eine weitere Taste drücken beide Tasten gemeinsam drücken.
Display- und Tastenbeleuchtung einstellen
Die Hintergrundbeleuchtung ist in 4 Stufen wählbar
oder ausschaltbar.
erscheint der eingestellte Wert. Erneutes Drücken
ändert den Wert.
einmal drücken. Es
Beleuchtung
Stufe 2
Dual Modus
Im Dual Modus werden zwei verschiedene Daten von
einem SPEED 3100, DEPTH 3100 oder MULTI 3100
parallel gezeigt. Anzeigen der oberen Zeile werden
mit der Taste aufgerufen. Folgende Daten sind
wählbar:
Dual Modus zeigt Fahrt- und Tiefendaten.
Wind Modus zeigt nur Winddaten.
NMEA Modus zeigt Daten von kompatiblen
NMEA-Instrumenten.
Zum Anzeigenwechsel, ein- oder mehrfach
drücken.
HINWEIS: Zeigt das Display Striche (— —), sind
entsprechende Daten nicht verfügbar. Eventuell ist
das erforderliche Sende-Instrument nicht
zugeschaltet.
NAVMAN
REPEAT 3100 Einbau und Bedienung
+
Im Windmodus ist jeweils nur eine Datenart vom
WIND 3100 aufrufbar. Zum Wechsel,
oder mehrfach drücken. Folgende Daten sind wählbar:
Im NMEA Modus ist jeweils nur eine Datenart von
einem kompatiblen NMEA Instrument aufrufbar . Die
Auswahl der zeigbaren NMEA-Daten ist im Abschn.
5-2, Schritt 2 beschrieben. Zum Anzeigenwechsel,
oder ein- oder mehrfach drücken.
2-4 Maßeinheiten ändern
Maßeinheiten sind nicht am REPEAT 3100 zu
ändern. Das muss am sendenden Instrument
geschehen.
2-6 Tastenfunktionen
Die Versorgungssp annung zuschalten
Halte
+
Simulation ein- oder
ausschalten
5 Sek.
+
Auf Werkseinstellung
halten
zurück setzen
Normaler Betrieb
+ +
2-5 Simulationsbetrieb
Die Simulation ermöglicht es, sich mit dem Gerät
vertraut zu machen, auch wenn keine Messdaten
vorliegen. Das Gerät generiert dann selbsttätig
Daten. Zur Kenntlichmachung erscheint bei
folgenden Zuständen unten rechts im Display
blinkend der Hinweis SIM, wenn:
Am REPEAT 3100 die Simulation aktiviert ist.
Ein beliebiges, über den NavBus
angeschlossenes Gerät auf Simulation
geschaltet ist.
Zur Aktivierung der Simulation am REPEA T 3100:
1 Das Gerät ausschalten.
2 Die
-T aste drücken und dabei die Spannung
+
zuschalten.
Inbetriebnahme
+
Wert erhöhen
oder NMEADaten wechseln
Wert verkleinern
oder NMEADaten wechseln
NMEA-Anzeigen
ein- oder
ausschalten
Rückkehr zum
Normal-Betrieb
+
17
Anzeigenwechsel zwischen
Dual-, Wind-, und NMEAModus
Anzeigenwechsel von
Dateninhalten
Anzeigenwechsel von
Dateninhalten
Beleuchtung einstellen
(4 Stufen oder aus)
Beleuchtungsgruppe
setzen
+ +
Anzeigenauswahl
von NMEA-Daten
+ +
UTC-Verschiebung
setzen (für die
Zeitanzeige)
+ +
NAVMAN
REPEAT 3100 Einbau und Bedienung
3 Systemvernetzung
Um Daten auszutauschen, können mehrere
NAVMAN Instrumente vernetzt werden. Das kann auf
zwei Wegen geschehen, - über NavBus oder NMEA.
3-1 NavBus
NavBus ist ein NAVMAN eigenes
Datenübertragungs-System. Damit lässt sich eine
ganze Reihe Instrumente zusammen schließen, die
nur einen Satz Geber benötigen. Vorteile der
NavBus-Verbidung:
Mehrere Instrumente in einem System können
zu Gruppen zusammen gefasst werden.
(Abschn. 5-2, Schritt 2). Änderungseingaben
betreffen dann nur die jeweilige Gruppe.
Erfolgt z.B. eine Beleuchtungsänderung an
einem Instrument der Gruppe 0, ändert sich
nur die Helligkeit bei Instrumenten dieser
Gruppe.
4 REPEAT 3100 Bauteile
4-1 REPEAT 3100 Lieferumfang
REPEAT 3100 Instrument mit Schutzkappe.
Garantie-Karte.
Montage-Schablone.
Dieses Handbuch für Einbau und Bedienung.
4-2 Erforderliche Zusatzteile
Ein oder mehrere Geräte der 3100-Serie sind wie
folgt an eine 12-V Bordversorgung anzuschließen:
Ein Schalter zum Ein- und Ausschalten der
Instrumente.
Eine Sicherung: Für bis zu 5 Instrumente sind
1 Amp. erforderlich.
Das REPEAT 3100 kann anzeigen:
Daten von anderen NAVMAN Instrumenten
über den NavBus; Eingaben für Maßeinheiten
und Beleuchtung werden geteilt (siehe Abschn.
3-1).
NMEA-Daten von bis zu 3 kompatiblen
Instrumenten (siehe Abschn. 3-2).
Erforderlich sind Kabel und Anschluss-Verbinder
(siehe Abschn. 5 bzw . das NavBus Handbuch).
4-3 Zubehör
NavBus-Verbindungsdosen sind beim NAVMAN
Händler erhältlich.
NAVMAN
REPEAT 3100 Einbau und Bedienung
Ertönt ein Alarm, kann dieser durch Drücken
von auf jedem Gerät quittiert werden, das
diesen Alarm anzeigt und die Taste enthält.
Alarme lassen sich nicht an einem REPEAT
3100 löschen.
NavBus und das REPEAT 3100
The REPEAT 3100 will automatically read and
display data from other instruments connected
by NavBus.
3-2 NMEA
NMEA ist ein universeller Industrie-Standard. Er ist
jedoch nicht so flexibel wie NavBus. Das REPEAT
3100 kann NMEA-Daten von bis zu drei Instrumenten
auswerten und anzeigen (siehe Anhang B).
18
5 Einbau und Inbetriebnahme
Eine korrekte Installation ist Voraussetzung für den
fehlerfreien Betrieb. Daher sind vor Installation die
entsprechenden Anleitungen in den beigefügten
Handbüchern sorgfältig zu lesen.
Warnungen
Frontseitig sind die Instrumente wasserdicht. Die
Rückseiten sind zu schützen, da dort
5-1 Einbau
REPEA T 3100 Instrument
1 Den Einbauort nach folgenden Kriterien
wählen:
Geschützter Platz und leichte
Ablesemöglichkeit
Mindestabstand zum Kompass - 100 mm
und zu Radio und Radar-Anlage - 500
mm.
Möglichst großer Abstand zu Motor ,
Leuchtstoffröhren und Umformern.
Zugangsmöglichkeit von der Rückseite,
Einbautiefe mindestens 50 mm, gute und
geschützte Kabelzuführung.
Schutz der Rückseite vor Feuchtigkeit.
2 Die Montagefläche muss eben sein und eine
Stärke von max. 20 mm haben. Die beigefügte
Schablone auf den vorgesehenen Platz
befestigen. Am Außenrand etwas Raum lassen
für das Aufsetzen der Schutzkappe. Ein 50mm
Loch durch das Schablonen-Zentrum bohren.
3 Den Schraubring vom Instrument entfernen,
das Gerät in die Bohrung einsetzen und mit
dem Ring handfest anschrauben.
Netz-/Daten-Verkabelung
Die Verkabelung gemäß Beispiel auf der Folgeseite
durchführen:
1 Das REPEAT 3100 benötigt 12-V DC. In die
Versorgung einen Schalter und eine Sicherung
einfügen. Für bis zu 5 Instrumente der
NAVMAN 3100 Serie ist 1 Amp. erforderlich.
2 Soll das REPEAT 3100 Daten von anderen
Instrumenten über den NavBus erhalten, die
entsprechenden Geräte an die NavBusVerbindung anschließen.
HINWEIS: Sind bei einem Gerät beide
Möglichkeiten vorhanden, NavBus und NMEA,
ist die NavBus-Verbindung zu verwenden, da
hierüber mehr Informationen ausgetauscht
werden können (siehe Abschn. 3-1).
Entlüftungslöcher vorhanden sind. Die Garantie
deckt keine Schäden ab, die durch Nässeeinwirkung
von der Rückseite her entstehen.
Installationsbohrungen dürfen nicht dort erfolgen, wo
eine Schwächung der Boots- Struktur erfolgen
könnte. Im Zweifelsfall ist ein Fachmann zu befragen.
Schnittzeichnung der Instrumenten-Montage
Max. 20 mm stark
Einbaubohrung
50 mm
Instrument
Freiraum mind.
50 mm
3 Soll das REPEAT 3100 Daten von anderen
Instrumenten über die NMEA-Schnittstelle
erhalten, die entsprechenden Geräte separat
an je einen der 3 NMEA-Eingänge am
REPEAT 3100 anschließen. Bis zu 3 Geräte
sind anschließbar.
4 Unbenutzte Drähte müssen abisoliert und vor
Feuchtigkeit geschützt werden.
Inbetriebnahme und Test
Die Inbetriebnahme für das Instrument gemäß
Abschn. 5-3 durchführen. Die Anzeigen auf
einer T estfahrt überprüfen.
Befestigungsring
Kabel
19
REPEAT 3100 Einbau und Bedienung
NAVMAN
REPEA T 3100 V erbindungsbeispiel
In diesem Beispiel empfängt das REPEAT 3100 Daten von einem WIND 3100 und einem SPEED 3100
über den NavBus. Es können beliebig viele NAVMAN Instrumente an den NavBus angeschlossen werden
und Daten zum REPEAT 3100 senden.
Das REPEAT 3100 empfängt auch NMEA Daten von einem GPS und einem Kompass. Es könnte noch ein
weiteres NMEA-Instrument angeschlossen werden.
Weitere REPEAT 3100 Instrumente sind parallel zum ersten anzuschließen.
NAVMAN NavBus Instrumente
Weitere
Verdrahtung
Weitere
Verdrahtung
Orange
Weitere
Verdrahtung
NMEA Ausgänge sind an beliebigem
NMEA Eingang beim REPEAT 3100
anschließbar
OrangeOrange
NMEA Instrumente
GPS
Weitere
Verdrahtung
NMEA
output
Kompass
NavBus
Verdrahtung
Zur Vereinfachung der Verdrahtung, Anschlussdosen
verwenden (siehe rechts). Weitere Informationen zu
den NavBus-Verbindungen sind im NavBusHandbuch enthalten.
Tipp: Die S pannungsversorgung von Instrument
zu Instrument bzw. zu Gruppen schleifen.
NMEA
Ausgang
REPEAT 3100WIND 3100 SPEED 3100
Sicherung
Three
NMEA
inputs
unbenutzter
NMEA
Eingang
Schalter
Rot
Schwarz
GrünGrün
Weiß
Gelb
NavBus
Verbindungen
BlauBlauBlau
Gruppe 1
Netz/Daten-Kabel
NavBus &
Gruppe 2
Spannungskabel
Weitere REPEAT 3100
Instrumente parallel
anschließen
+
12 V DC
Anschluss
-
Rot
Schwarz
Weiß
Gelb
Spannungsversorgung
Verbindungsbox
Verbindungsbox
12 V DC
Anschluss
(wie links)
Orange
Blau
NAVMAN
REPEAT 3100 Einbau und Bedienung
Netz/Daten-Kabel
Zur nächsten Gruppe
20
Loading...
+ 44 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.