Navman REPEAT 3100 User Manual [it]

REPEAT 3100
Installation and
Operation Manual
Nederlands.......2
Deutsch ..........14
Italiano............26
Suomi .............50
www.navman.com
NAVMAN
Inhoud
1 Inleiding............................................................................................................ 3
2 Bediening......................................................................................................... 4
2-1 In- en uitschakelen ...................................................................................................... 4
2-2 T oetsen en achtergrondverlichting ............................................................................... 4
2-3 De weergegeven data veranderen ................................................................................ 4
2-4 Eenheden veranderen.................................................................................................. 5
2-5 Simulatie ..................................................................................................................... 5
2-6 T oetsenoverzicht.......................................................................................................... 5
3 Systeem van verschillende instrumenten..................................................... 6
3-1 NavBus ....................................................................................................................... 6
3-2 NMEA ......................................................................................................................... 6
4 REPEAT 3100 hardware.................................................................................. 6
4-1 Wat er bij een REPEA T 3100 geleverd wordt............................................................... 6
4-2 Andere benodigde onderdelen ..................................................................................... 6
4-3 Accessoires.................................................................................................................6
5 Installatie en instelling .................................................................................... 7
5-1 Installatie ..................................................................................................................... 7
5-2 Instelling ...................................................................................................................... 9
5-3 Resetten naar fabrieksinstelling .................................................................................. 9
Appendix A - S pecificaties .............................................................................. 10
Appendix B - NMEA functie-overzicht .............................................................11
Appendix C - Problemen oplossen ................................................................. 13
Appendix D - Contactinformatie...................................................................... 63
Belangrijk
Het is uitsluitend de verantwoordelijkheid van de eigenaar om het instrument zodanig te gebruiken en installeren dat geen ongelukken, persoonlijk letsel of materiële schade worden veroorzaakt. De gebruiker van dit product is persoonlijk verantwoordelijk voor goed zeemanschap.
NAVMAN NZ LIMITED WIJST ELKE AANSPRAKELIJKHEID AF VOOR GEBRUIK VAN DIT PRODUCT WAARBIJ ONGELUKKEN OF SCHADE WORDEN VEROORZAAKT OF DIE IN STRIJD ZIJN MET DE WET.
Deze handleiding geeft de REPEAT 3100 weer ten tijde van druk. Navman NZ Limited behoud t zich het recht voor om zonder voorafgaande mededeling veranderingen door te voeren.
Bepalende T aal: Deze bepaling, alle handleidingen, gebruiksaanwijzigen en andere informatie gerelateerd aan het product (Documentatie), zouden kunnen worden vertaald, of zijn vertaald uit een andere taal (Vertaling). Indien tegenstrijdigheden voorkomen tussen enige V ertaling van de Document atie dan is de Engelstalige versie van de Documentatie de officiële versie van de Documentatie.
Copyright © 2002 Navman NZ Limited, Nieuw Zeeland, alle rechten voorbehouden. NAVMAN is een geregistreerd handelsmerk van Navman NZ Limited.
NAVMAN
REPEAT 3100 Installatie- en Bedieningshandleiding
2
1 Inleiding
De REPEAT 3100 maakt deel uit van de NAVMAN 3100-familie voor bootinstrumentarium voor het meten van snelheid, diepte en wind, watertemperatuur, accuvoltage en andere functies. De REPEAT 3100 kan alle data weergeven van instrumenten uit de 3100-serie alsook data van instrumenten die compatibel zijn met NMEA. De REPEAT 3100 kan ook als GPS-repeater functioneren en biedt een keur aan informatie aan dek via een GPS dat zich op een meer beschutte plaats bevindt, zoals benedendeks.
De REPEAT 3100 kan op twee manieren data verkrijgen:
Van andere 3100-serie instrumenten, welke via NavBus op elkaar zijn aangesloten (NavBus is een systeem dat eigendom is van NAVMAN en
Het REPEAT 3100-beeldscherm
Beeldscherm
(verlicht)
dat een combinatie van scheepsinstrumentarium mogelijk maakt).
Via maximaal drie instrumenten, zoals NAVMANs TRACKER Chartplotter, die compatibele NMEA 0183 V2 dat a sturen. Als de REPEAT 3100 op andersoortige instrumenten wordt aangesloten, zorg er dan voor dat de NMEA data compatibel is.
Om maximaal profijt van uw REPEAT 3100 te hebben raden we u aan deze handleiding voor installatie en gebruik aandachtig door te lezen.
Schoonmaak en onderhoud
Maak het instrument schoon met een vochtige doek of een mild afwasmiddel. Vermijd schuurmiddelen, benzine of andere oplosmiddelen.
Alarmsymbool
Beeldscherm geeft Snelheid over Grond weer (SOG)
Vier toetsen
(verlicht)
Beeldscherminstellingen (zie sectie 2-3)
Tweeledige instelling: twee data-items van de SPEED 3100, DEPTH 3100 of MULTI 3100
3
Windinstelling: een data-item van de WIND 3100
111 x 111 mm (4.4" x 4.4")
NMEA-instelling: een data­item van compatibele NMEA­instrumenten
REPEAT 3100 Installatie- en Bedieningshandleiding
NAVMAN
2 Bediening
2-1 In- en uitschakelen
Schakel het apparaat in en uit via de hulpschakelaar aan boord. Het apparaat heeft geen eigen aan/uit knop. Als de stroom uitgeschakeld wordt, blijven al uw instellingen bewaard.
Als het woord SIM oplicht aan de rechteronderkant van het scherm, dan staat het apparaat op de simulatiestand (zie sectie 2-5).
2-2 Toetsen en achtergrondverlichting
Het apparaat heeft vier toetsen met de opdruk +,
, en . In deze handleiding:
Betekent drukken, dat u voor minder dan een seconde op een knop drukt.
Betekent vasthouden dat u de knop 2 seconden of langer ingedrukt houdt.
Betekent druk een knop + een andere knop
dat u deze knoppen tegelijkertijd indrukt.
De achtergrondverlichting voor scherm en
knoppen instellen
Achtergrondverlichting kan op vier verschillende helderheden ingesteld of uitgezet worden. Druk een keer op druk nogmaals op
om de huidige lichtsterkte te laten zien en
om de lichtsterkte te veranderen:
Achtergrond­verlichtings­niveau 2
Tweeledige instelling
Tweeledige instelling geeft twee data-items tegelijkertijd weer van een SPEED 3100, DEPTH 3100 of MULTI 3100. Om het weergegeven item bovenin het beeldscherm te veranderen drukt u een of meerdere keren op . U heeft de keuze uit:
Snelheid. Gem. snelheid. Max. snelheid. Trimsnelheid. Diepte. Temperatuur.
Om het weergegeven item onderin het beeldscherm te veranderen drukt u een of meerdere keren op U heeft de keuze uit:
Snelheid. Diepte. Triplog (afstand). Cumulatief log (afstand). Voltage accu. Aftelklok.
Windinstelling
2-3 De weergegeven data veranderen
Het beeldscherm heeft drie instellings­mogelijkheden:
Tweeledige instelling geeft snelheids- of dieptedata weer.
Wind instelling geeft winddata weer . NMEA-instelling geeft data weer van
compatibele NMEA-instrumenten.
Om de instelling te verandern drukt u een of meerdere keren op
NB: Als een item in strepen (— —) weergegeven wordt, betekent dit dat de data niet beschikbaar zijn of dat het instrument dat de data naar de REPEAT 3100 stuurt uitgeschakeld of niet aangesloten is.
NAVMAN
REPEAT 3100 Installatie- en Bedieningshandleiding
.
+
De windinstelling geeft een data-item weer van een WIND 3100. Om het weergegeven item te veranderen drukt u een of meerdere keren op of
. U heeft de keuze uit:
Schijnbare windrichting. Ware windrichting. Schijnbare windsnelheid. Ware windsnelheid. Max wind snelheid. VMG.
4
NMEA-instelling
De NMEA-instelling geeft één data-item tegelijkertijd weer van enig compatibel NMEA- instrument. Om een keuze uit NMEA-data te maken, zie sectie 5-2, stap 2. Om het weergegeven item te veranderen drukt u een of meerdere keren op of .
2-4 Eenheden veranderen
Om de op de REPEAT 3100 weergegeven eenheden te veranderen verandert u de eenheden op het instrument dat de data naar de REPEAT 3100 stuurt.
2-6 Toet senoverzicht Schakel stroom in
Houdt
+
+
Schakel Simulatie in of uit
Resetten naar fabrieksinstelling
ingedrukt Houdt
5 sec ingedrukt
Standaard bediening
+ +
2-5 Simulatie
De simulatiestand stelt u in staat om op de wal aan de REPEAT 3100 te wennen. Het instrument werkt als gewoonlijk in de simulatie-instelling, met uitzondering van de data van andere instrumenten. Deze worden genegeerd en het apparaat maakt deze data intern aan. Het woord SIM flikkert in de rechterbeneden hoek van het scherm indien:
De REPEAT 3100 op simulatie staat. Een instrument dat op de REPEAT 3100
aangesloten is door NavBus op simulatie staat.
Om de simulatiestand op de REPEAT 3100 in of uit te schakelen:
1 Schakelt u de stroom uit. 2 Houdt u
inschakelt.
ingedrukt terwijl u de stroom weer
+
Instelling
+
Waarde verhogen of NMEA-item veranderen
Waarde verminderen of NMEA-item veranderen
Schakel NMEA­functiebeeld­scherm AAN ­of UIT
Terugkeren naar standaard instelling
+
5
Om de beeldscherminstelling te veranderen tussen tweeledige instelling, wind­instelling en NMEA-instelling
Verander weergegeven data-item
Verander weergegeven data-item
Achtergrondverlichting veranderen (4 lichtsterktes of uit)
Achtergrondverlichting groep instellen
+ +
Weergegeven NMEA-data kiezen
+ +
UTC-afwijking instellen (voor tijdbeeldscherm)
+ +
REPEAT 3100 Installatie- en Bedieningshandleiding
NAVMAN
3 Systeem van verschillende instrumenten
NAVMAN instrumenten kunnen op elkaar worden aangesloten zodat ze data kunnen uitwisselen. Er zijn twee manieren om dit te doen, NavBus of NMEA.
3-1 NavBus
NavBus, een systeem dat eigendom is van NAVMAN, maakt het mogelijk verschillende instrumenten zodanig op elkaar aan te sluiten dat slechts een set transducers gebruikt dient te worden. Als instrumenten via NavBus op elkaar zijn aangesloten:
Zullen de eenheden, alarm en kalibratie voor een instrument automatisch veranderen als u deze waarden verandert voor een ander instrument van het zelfde type.
Kan elk instrument worden aangesloten op een groep van instrumenten (zie sectie 5-2, stap 2). Als u het achtergrondlicht verandert in groep 1, 2, 3 of 4 dan zal het achtergrondlicht automatisch ook veranderen voor de andere instrumenten in dezelfde groep. Als u het achtergrondlicht verandert voor een instrument uit groep 0 dan gebeurt er niets met de andere instrumenten.
Als een alarm klinkt, kunt u dit uitschakelen door op te drukken op een van de NA VMAN­instrumenten die het alarm op het beeldscherm laat zien en een toets heef t. Alarmen kunnen niet worden uitgeschakeld op een REPEAT 3100.
NavBus en de REPEAT 3100
De REPEAT 3100 zal automatisch data van andere, via NavBus aangesloten apparatuur, lezen en weergeven.
3-2 NMEA
NMEA is een industriestandaard, maar het is niet zo flexibel als NavBus omdat specifieke verbindingen tussen de instrumenten nodig zijn. De REPEAT 3100 kan NMEA-data output van maximaal drie verschillende instrumenten lezen en weergeven (zie Appendix B).
4 REPEAT 3100 hardware
4-1 Wat er bij een REPEAT 3100 geleverd wordt.
REPEAT 3100 beeldscherm met beschermhoes.
Garantiekaart. Bevestigingsmal. Deze Installatie- en Bedieningshandleiding.
4-2 Andere benodigde onderdelen
Een of meerdere instrumenten uit de 3100-serie zullen op de boots 12V-stroomvoorziening worden aangesloten via:
Een hulpschakelaar om de instrumenten in en uit te schakelen.
Een zekering: Gebruik een 1A zekering voor een tot vijf instrumenten.
De REPEAT 3100 kan ontvangen en weergeven:
Data van andere NAVMAN-instrumenten die via NavBus zijn aangesloten; instellingen voor eenheden en achtergrondlicht worden gedeeld (zie sectie 3-1).
NMEA-data van maximaal drie compatibele instrumenten (zie sectie 3-2).
Bedrading en koppelstukjes zijn benodigde (zie sectie 5 of de NavBus Installatie- en Bedieningshandleiding).
NAVMAN
REPEAT 3100 Installatie- en Bedieningshandleiding
4-3 Accessoires
NavBus aansluitdozen zijn verkrijgbaar via uw NAVMAN dealer .
6
5 Installatie en instelling
Een correcte installatie is cruciaal voor een goede werking van het apparaat. Het is van belang dat u deze sectie van de handleiding en documentatie die bij eventuele andere onderdelen geleverd is doorleest voordat u begint met de installatie.
Waarschuwing
Het apparaat is waterdicht aan de voorkant. Bescherm de achterkant echter tegen water. Indien
5-1 Installatie
REPEA T 3100 beeldscherm-unit
1 Kies een plaats voor het beeldscherm waar het:
Goed zichtbaar is en niet gemakkelijk beschadigd kan worden.
Tenminste 100 mm van een kompas en min. 500 mm van een radio- of radarantenne is verwijderd.
Verwijderd is van motoren, TL-verlichting en spanningsregelaars.
Van achteren goed bereikbaar is; de minimale ruimte achter het apparaat dient 50 mm te zijn (zie rechts).
Aan de achterkant niet nat kan worden.
2 Het apparaat dient op een vlak paneel dat niet
dikker is dan 20 mm bevestigd te worden. Plak de bevestigingsmal op de juiste plaats. Boor een gat van 50 mm door het middelste gat van de mal. De mal voorziet in ruimte om het apparaat heen voor de beschermhoes.
3 Verwijder de bevestigingsmoer van de
achterkant van het apparaat. Steek de bout aan de achterkant van het apparaat door het bevestigingsgat. Schroef de moer er met de hand op vast.
Stroom/data bedrading
Volg het bedradingsvoorbeeld op de volgende pagina:
1 De REPEAT 3100 heeft 12 V DV stroom nodig.
Installeer een stroomschakelaar en zekering of voorzie het instrument middels een geaarde hulpschakelaar van stroom. De zekering dient 1 A te zijn voor maximaal vijf NAVMAN 3100­serie instrumenten.
2 Indien de REPEAT 3100 data van andere
instrumenten dient te ontvangen via NavBus, installeert u deze instrumenten dan en sluit de REPEAT 3100 op NavBus aan.
NB: Indien een instrument op de REPEA T 3100 kan worden aangesloten via NavBus en via NMEA, gebruikt u dan NavBus, omdat via
7
water door het luchtgat het apparaat binnenkomt kan het beschadigd worden. De garantie dekt schade door vocht of water dat via de achterkant het apparaat is binnengekomen niet.
Verzekert u zich ervan dat installatiegaten de constructie van de boot niet verzwakken. Als u twijfelt, raadpleeg dan een bootbouwer.
Zijaanzicht van de beeldschermbevestiging
20 mm
maximale dikte
Bevestigingsgat 50 mm
Beeldscherm
Minimale ruimte
NavBus meer informatie gedeeld kan worden. (Zie sectie 3-1).
3 Indien de REPEAT 3100 NMEA-data dient te
ontvangen van andere compatibele instrumenten, installeer deze instrumenten dan en verbind de NMEA-output van elk instrument naar een van de drie REPEAT 3100 NMEA­inputs. Maximaal drie instrumenten kunnen via NMEA worden aangesloten.
4 Plak ongebruikte bedradingen en
verbindingsstukjes af of dek ze anderzins af om ze tegen water te beschermen en houd ze apart om kortsluiting te voorkomen.
Instellen en testen
Stel het beeldscherm in zoals beschreven wordt in sectie 5-3. Maak een proefvaart om te controleren of alle instrumenten goed functioneren.
REPEAT 3100 Installatie- en Bedieningshandleiding
NAVMAN
Bevestigingsmoer
Kabels
50 mm
REPEA T 3100 bedradingsvoorbeeld
In dit voorbeeld ontvangt de REPEAT 3100 data van een NAVMAN WIND 3100 en een SPEED 3100 via de NavBus. Elk willekeurig aantal NAVMAN-instrumenten kan op de NavBus worden aangesloten en data naar de REPEAT 3100 sturen.
De REPEAT 3100 ontvangt ook NMEA-dat a van een GPS en een kompas. Een ander NMEA-instrument zou op de derde NMEA-input van de REPEAT 3100 kunnen worden aangesloten.
Andere REPEAT 3100s dienen p arallel aan de eerste te worden aangesloten.
Andere bedrading
GPS
NMEA-Instrumenten
Kompas
Andere bedrading
NMEA­output
NavBus-bedrading
NAVMAN NavBus-Instrumenten
Andere bedrading
Andere bedrading
Het maakt niet uit welke NMEA­output met welke REPEAT 3100
Oranje Oranje Oranje
NMEA is verbonden.
Gebruik optionele aansluitdozen om de bedrading te vereenvoudigen (zie rechts). Voor informatie over verbindingen middels NavBus en het gebruik van aansluitdozen verwijzen we naar de NavBus Installatie- en Bedieningshandleiding.
Tip: Serieschakel de bedrading tussen de instrumenten of groepen instrumenten
NMEA­output
REPEAT 3100WIND 3100 SPEED 3100
Schakelaar Zekering
Three NMEA inputs
Ongebruikte NMEA-input
Rood Zwart
Groen
Wit Wit
Geel
NavBus­verbindingen
BlauwBlauwBlauw
Groep 1
Stroom-/datakabels
NavBus- &
Groep 2
stroomkabel
REPEAT 3100
parallel bedraden
+
12 V DC stroom
-
Groen
Geel
Aan­sluitdoos
Aan­sluitdoos
Rood
Zwart
12 V DC stroom (zie links)
Oranje Blauw
Stroom­verbindingen
NAVMAN
REPEAT 3100 Installatie- en Bedieningshandleiding
Stroom-/datakabel
Naar volgende groep
8
5-2 Instelling
1 Indien het beeldscherm onderdeel uitmaakt van
een systeem van 3100-serie instrumenten verbonden door NavBus, stel dan het achtergrondlicht groepnummer in (zie sectie 3-1).
i Druk op
groepbeeldscherm weer te geven:
+ om het achtergrondlicht
+
Achter­grondlicht groep 2
Voor elke functie kunt u het NMEA­functienummer gebruiken om de data­beschrijving in de NMEA-functietabel te vinden (zie appendix B). Druk dan, indien gewenst, op (data zal worden weergegeven) of UIT (data zal niet worden weergegeven).
3 Als het beeldscherm de locale tijd dient weer
te geven stelt u de UTC-afwijking in. De UTC­afwijking zal bij de UTC (GMT) tijd die van een GPS-instrument verstuurd wordt opgeteld worden om de locale tijd weer te geven. Om de UTC afwijking in te stellen:
i Drukt u op
afwijkingsscherm wordt weergegeven:
om de functie AAN te zetten
+
+ totdat het UTC-
+
ii Druk op of om het achtergrondlicht
groepnummer in te stellen.
2 Indien het beeldscherm NMEA-data weergeeft,
selecteert u dan welke NMEA-data-items weergegeven dienen te worden (zie sectie 2-3, NMEA-instelling):
i Verzekert u zich ervan dat alle
instrumenten die NMEA-data naar de REPEAT 3100 sturen ingeschakeld zijn en NMEA-data versturen.
ii Druk op
selectiescherm wordt weergegeven
iii Als een NMEA-instrument kortgeleden is
aangesloten op een REPEAT 3100 of als de verbinding verbroken is, druk dan op + om de gevonden NMEA-strings op te schonen.
iv De REPEAT 3100 vindt NMEA-dat azinnen
van andere NMEA-instrumenten die data sturen automatisch en geeft deze hier weer.
Druk op een voor een te zien. De waarde zelf wordt niet weergegeven.
9
+ totdat het NMEA-
+
NMEA functie­nummer
Functie kan AAN of UIT staan
NMEA-inputnummer stelt vast via welke draad de NMEA-data wordt ontvangen (zie Appendix A, Stroom-/databedrading)
of om alle NMEA-functies
Afwijking is 2,5 uur
ii Druk op
te stellen. Het bereik is 0 tot + 13 tot - 13 uren, in stappen van 30 minuten.
NB: Zomertijd dient handmatig ingesteld te worden.
4 Druk op
te keren.
of om de UTC-afwijking in
om naar standaard bediening terug
5-3 Resetten naar fabrieksinstelling
Alle instellingen kunnen gereset worden naar de standaardinstellingen van de fabrikant (zie onderstaand).
Om te resetten naar fabrieksinstelling: 1 Schakelt u de stroom uit. 2 Houd u + ingedrukt terwijl u de stroom
weer inschakelt en houd de toetsen nog minimaal 5 seconden ingedrukt.
SIMULATIE-instelling.............................. UIT
Achtergrondverlichtingsniveau .................0
Achtergrondlicht groep .............................. 1
Weer te geven NMEA-data......... Alles is UI T
UTC-afwijking ...................................... 0 uur
REPEAT 3100 Installatie- en Bedieningshandleiding
NAVMAN
Appendix A - Specifications
Appendix A - Specificaties
Fysiek
Maat van het beeldscherm 111 mm in het vierkant. LCD beeldscherm 82 mm breed, 61 mm hoog; twisted nematic. LCD cijfers 30 mm hoog op bovenste lijn, 20 mm hoog op onderste lijn. Vier laser ge-ëtste bedieningstoetsen. Achtergrondverlichting van het beeldscherm en toetsen, oranje, instelbaar op vier niveaus en Uit. Bedieningstemperatuur 0 to 50 ºC (32 tot 122 ºF). Stroomkabellengte 1 m.
Electrisch
Power supply 10.5 to 16.5 V DC, 20 mA without backlighting, 60 mA with full backlighting.
NavBus interface and display
Electriciteitsvoorziening 10.5 to 16.5V DC, 20 mA zonder achtergrondverlichting, 60 mA met
volledige achtergrondverlichting. Deze waarden kunnen via NavBus ontvangen en weergegeven worden:
Huidige snelheid, gemiddelde snelheid,
maximum snelheid, trimsnelheid.
Log: triplog en cumulatief log.
Temperatuur.
Aftelklok (van SPEED 3100 of MULTI 3100).
Diepte.
Windsnelheid en -richting (waar en schijnbaar).
VMG .
NMEA-interface en beeldscherm
Drie NMEA 0183-inputs voor comp atibele
NMEA-instrumenten. Volgende NMEA-zinnen kunnen ontvangen en weergegeven worden:
APB, BEC, BOD, BWC, BWR, DBT, DPT, GGA,
GNS, HDG, HDT, HSC, MTW, MWD, MWV,
RMA, RMB, RMC, VDR, VHW, VLW, VPW ,
VTG, WCV, XTE, XTR, ZDA (zie Appendix B).
Overeenkomstig met standaarden
Overeenkomstig EMC:
USA (FCC): Deel 15 Klasse B. Europa (CE): EN50081-1, EN50082-1. Nieuw Zeeland en Australië (C Tick):
AS-NZS 3548. Milieu: IP66 van de voorkant indien correct geïnstalleerd.
Stroom-/datakabels Bedrading Signaal
Rood Positieve stroom, 12 V DC Zwart Negatieve stroom, standaard NMEA Oranje NavBus + Blauw NavBus ­Wit NMEA input 1 Geel NMEA input 2 Groen NMEA input 3
NAVMAN
REPEAT 3100 Installatie- en Bedieningshandleiding
10
Appendix B - NMEA functietabel
036)STH(nerutSetgnithciRhcsitengaMnedarGCSH
metI
.oN
011etpeiDsreteMTPD 021etpeiDteoVTBD 031etpeiDsreteMTBD 041etpeiDsmedaVTBD 051diehlensraaVneponKWHV 061diehlensraaVu/mKWHV 071dnatsfapirTneljimehcsituaNWLV 081dnatsfaeveitalumuCneljimehcsituaNWLV 091ruutarepmetretaWsuisleCnedarGWTM
002diehlensdniW 012diehlensdniWneponK,raaWDWM
022diehlensdniWs/m,raaWDWM 032gnithcirdniW 042gnithcirdniWehcsitengaMnedarGDWM 052
062 072teSegidiuHraaWnedarGRDV
082teSegidiuHhcsitengaMnedarGRDV 092tfirDegidiuHstonKRDV 003gnithciRraaWnedarGWHV 013gnithciRhcsitengaMnedarGWHV 023gnithciRraaWnedarGGDH 033gnithciRhcsitengaMnedarGGDH 043gnithciRraaWnedarGTDH 053eitisoPnetuniM,nedarGAGG 063eitisoPnetuniM,nedarGSNG 073eitisoPnetuniM,nedarGAMR 083eitisoPnetuniM,nedarGCMR
093)GOS(dnorGrevodiehlenSneponKAMR
004)GOS(dnorGrevodiehlenSneponKCMR
014)GOS(dnorGrevodiehlenSneponKGTV
024)GOS(dnorGrevodiehlenSu/mKGTV
034)GOC(dnuorGrevOesruoCraaWnedarGAMR
044)GOC(dnorGrevosreoKhcsitengaMnedarGAMR
054)GOC(dnorGrevosreoKraaWnedarGCMR
064)GOC(dnorGrevosreoKhcsitengaMnedarGCMR
074)GOC(dnorGrevosreoKraaWnedarGGTV
084)GOC(dnorGrevosreoKhcsitengaMnedarGGTV 094
005 015 025 035 045 055 065
075)WTD(tniopyaWtotdnatsfAneljiMehcsituaNCEB
085)WTD(tniopyaWtotdnatsfAneljiMehcsituaNCWB
095)WTD(tniopyaWtotdnatsfAneljiMehcsituaNRWB
006)WTD(tniopyaWtotdnatsfAneljiMehcsituaNBMR
016)STH(nerutSetgnithciR
026)STH(nerutSetgnithciRraaWnedarGCSH
11
eitcnuFnedehneE
dniW dniW
)WTB( )WTB( )WTB( )WTB( )WTB( )WTB( )WTB( )WTB(
ednaalellaraPdiehlenS ednaalellaraPdiehlenS
tniopyaWraangnithciR tniopyaWraangnithciR tniopyaWraangnithciR tniopyaWraangnithciR tniopyaWraangnithciR tniopyaWraangnithciR tniopyaWraangnithciR tniopyaWraangnithciR
neponKfos/m,u/mKneraabnjihcS
)raabnjihcsfo
neponKWPV
s/mWPV
)raabnjihcS
raaWnedarGCEB
hcsitengaMnedarGCEB
raaWnedarGCWB
hcsitengaMnedarGCWB
raaWnedarGRWB
hcsitengaMnedarGRWB
raaWnedarGBMR
)raabnjihcS
NAVMAN
foraaW(dreecificepsegnizniepyT
foraaW(dreecificepsegnizniepyT
REPEAT 3100 Installatie- en Bedieningshandleiding
AEMN
ecnetnes
foraaW(niznidreecificepsegnedraaW
VWM
raaw(dreecificepsegniznitdrowepytriD
VWM
BPA
BPA
036)STH(nerutSetgnithciRhcsitengaMnedarGCSH
metI
.oN
046 056 066 076 086 096 007 017 027
037djiTnednocesrednoZCMR 047djiTnednocesrednoZADZ 057djiTnednocesteMCMR 067djiTnednocesteMADZ 077mutaDjjjj.dd.mmCMR 087mutaDjjjj.dd.mmADZ
eitcnuFnedehneE
)ETC(rorrEkcarTssorC
sreoknerutsetd/vgnikjiwfa
)ETC(rorrEkcarTssorC
sreoknerutsetd/vgnikjiwfa
)ETC(rorrEkcarTssorC
sreoknerutsetd/vgnikjiwfa
)ETC(rorrEkcarTssorC
sreoknerutsetd/vgnikjiwfa )VCW( )VCW(
yticoleVerusolCtniopyaW yticoleVerusolCtniopyaW
tottnupnigeB,sreoK
)DOB(gnimmetseb
tottnupnigeB,sreoK
)DOB(gnimmetseb
tottnupnigeB,sreoK
)DOB(gnimmetseb
neljiMehcsituaNBPA neljiMehcsituaNBMR neljiMehcsituaNETX
neljiMehcsituaNRTX neponKBMR neponKVCW
)raabnjihcS
raaWnedarGDOB
hcsitengaMnedarGDOB
foraaW(dreecificepsegnizniepyT
AEMN
ecnetnes
BPA
NAVMAN
REPEAT 3100 Installatie- en Bedieningshandleiding
12
Appendix C - Problemen oplossen
Deze gids voor het oplossen van problemen gaat ervan uit dat u de complete handleiding gelezen en begrepen heeft.
Het is vaak mogelijk om moeilijkheden op te lossen zonder dat het apparaat voor reparatie naar de fabriek wordt gezonden. Wij verzoeken u vriendelijk om deze sectie door te lezen voordat u contact opneemt met uw NAVMAN dealer .
Geen van de onderdelen dient door de gebruiker onderhouden te worden. Om waterdichtheid en het correct in elkaar zetten te checken zijn specifieke methodes en testinstrumenten nodig. Reparaties dienen alleen uitgevoerd te worden door servicecenters die door Navman NZ Limited zijn goedgekeurd. Gebruikers die zelf hun REPEAT 3100 onderhouden maken hierdoor de garantie ongeldig.
U kunt meer informatie vinden op onze website: www.navman.com
1 Problemen bij inschakelen apparaat:
a Zekering doorgebrand of stroom
onderbroken door stroomonderbreker.
b Voltage accu ligt niet tussen 10.5 en
16.5 V DC.
c Electriciteits/datakabel beschadigd.
2 Beeldscherm geeft strepen (— —) weer
inplaats van datawaarden:
a De REPEAT 3100 is niet aangesloten op
een instrument dat compatibele data naar de REPEAT 3100 kan sturen.
b Het instrument dat compatibele data naar
de REPEAT 3100 stuurt is uitgeschakeld of de waarde is buiten het bereik dat het instrument kan weergeven.
c Strrom-/datakabel beschadigd.
3 Weergegeven waarden zijn fout of
onverwacht:
a Het instrument dat compatibele data naar
de REPEAT 3100 stuurt functioneert niet goed. We verwijzen u naar de gids voor het oplossen van problemen in de Installatie­en bedieningshandleiding van het betreffende instrument.
b Storing door electrische ruis. Herzie
installatie.
4 Instrument vertoont onregelmatigheden of
onverwachte informatie:
Instellingsdata foutief. Reset naar standaard fabrieksinstelling (zie sectie 5-3). Stel instrument vervolgens opnieuw in.
5 Instrument geeft slechts een wind-item of
NMEA-data tegelijkertijd:
Dit is normaal. Alleen in de tweeledige instelling worden twee items weergegeven.
6 Een NMEA-data-item wordt niet
weergegeven:
Schakel de NMEA-functie in (zie sectie 5-2, stap 2):
7 Een NMEA-functie wordt niet in het NMEA-
selectiescherm weergegeven (zie sectie 5-2, stap 2):
Druk op
of om door de beschikbare functies te scrollen. Als een functie niet wordt weergegeven dan betekent dit dat de REPEAT 3100 niet op een compatibel NMEA- instrument dat NMEA-zinnen-output is aangesloten.
8 Het woord SIM flikkert in de
rechterbenedenhoek van het scherm, weergegeven waarden zijn onverwacht:
a De REPEAT 3100 staat op de
simulatiestand (zie sectie 2-5).
b Een instrument dat data naar de REPEAT
3100 stuurt staat op de simulatiestand (zie sectie 2-5).
9 Het beeldscherm beslaat:
a Vochtige lucht is door het luchgat de
achterkant van het apparaat binnengedrongen. Zorg dat de boot gelucht wordt of gebruik het apparaat op de felste achtergrondverlichtingstand.
b Water is door het luchtgat de achterkant
binnengedrongen. Retourneer het apparaat voor service.
13
REPEAT 3100 Installatie- en Bedieningshandleiding
NAVMAN
Inhalt
1 Einführung ..................................................................................................... 15
2 Bedienung...................................................................................................... 16
2-1 Ein- und Ausschalten ................................................................................................16
2-2 T astenbedienung und Beleuchtung ............................................................................ 16
2-3 Datenanzeigen wechseln ........................................................................................... 16
2-4 Maßeinheiten ändern ................................................................................................. 17
2-5 Simulationsbetrieb ..................................................................................................... 17
2-6 T astenfunktionen ....................................................................................................... 17
3 Systemvernetzung ........................................................................................ 18
3-1 NavBus ..................................................................................................................... 18
3-2 NMEA ....................................................................................................................... 18
4 REPEAT 3100 Bauteile.................................................................................. 18
4-1 Lieferumfang .............................................................................................................18
4-2 Erforderliche Zusatzteile ............................................................................................ 18
4-3 Zubehör .....................................................................................................................18
5 Einbau und Inbetriebnahme ......................................................................... 19
5-1 Einbau ....................................................................................................................... 19
5-2 Inbetriebnahme.......................................................................................................... 21
5-3 Rücksetzung auf Werkseinstellung ...........................................................................21
Anhang A - S pezifikationen ............................................................................. 22
Anhang B - Liste der NMEA-Funktionen ........................................................ 23
Anhang C - Fehlersuche .................................................................................. 25
Anhang D - Kontaktadressen .......................................................................... 63
Wichtig
Der Eigentümer ist allein verantwortlich für den korrekten Einbau, die ordnungsgemäße Anwendung und die betriebliche Sicherheit.Der Benutzer ist allein verantwortlich für eine sichere Bootsführung. Jedes Instrument ist nur ein Hilfsmittel.
NAVMAN NZ LTD IST NICHT VERANTWORTLICH FÜR SCHÄDEN UND UNFÄLLE, DIE DURCH MÖGLICHE FEHLFUNKTIONEN DER GERÄTE ENTSTEHEN
Dieses Handbuch entspricht dem Fertigungsstand des REPEAT 3100 zur Zeit der Drucklegung. Navman NZ Ltd. behält sich das Recht vor, ohne V orankündigung Veränderungen durchzuführen.
Nationalsprache: Diese Erklärung, Bedienungsanleitungen und andere Informationen, die im Zusammenhang mit dem Produkt stehen, sind eventuell in eine andere oder aus einer anderen Sprache übersetzt worden. Sollten dabei irgendwelche Differenzen zwischen den Versionen bestehen, gilt die englische Version als offizielle Originaldokumentation.
Copyright © 2002 Navman NZ Limited, Nieuw-Zeeland, Alle Rechte vorbehalten. NAVMAN ist ein registriertes Handelszeichen von Navman NZ Limited.
NAVMAN
REPEAT 3100 Einbau und Bedienung
14
1 Einführung
Das REPEAT 3100 ist Systemteil der NAVMAN 3100 Instrumenten-Familie, die Instrumente für die Messung von Fahrt, Tiefe, Wind und für andere Funktionen enthält. Das REPEAT 3100 kann jede Art von Daten anzeigen, die von Instrumenten der Serie 3100 gesendet werden, wie auch NMEA-Daten von kompatiblen Instrumenten. Das REPEAT 3100 ist auch als Tochteranzeige für die Wiedergabe der vielfältigen Daten eines unter Deck installierten GPS­Rechner's nutzbar.
Das REPEAT 3100 kann Daten auf zwei Wegen erhalten:
Über die NavBus-Verbindung von anderen Instrumenten der Serie 3100 (NavBus ist ein geschütztes NAVMAN-eigenes
Das REPEAT 3100 Instrument
Display
(hintergrundbeleuchtet)
Datenübertragungs-System für Bootsinstrumente).
Von maximal drei Instrumenten, wie z.B. vom NAVMAN TRACKER Kartenplotter , der kompatible NMEA 0183 V2 Daten sendet. Werden Fremdgeräte angeschlossen, muss sichergestellt sein, dass deren NMEA-Daten kompatibel sind.
Um eine optimale Nutzung zu erreichen, ist dieses Handbuch vor Einbau und Nutzung sorgfältig zu lesen.
Reinigung und Wartung
Das Instrument nur mit einem feuchten, weichen Tuch reinigen. Keine Lösungsmittel oder Benzin benutzen.
Alarm Symbol
Das Display zeigt Geschwindigkeit über Grund (SOG)
Vier Tasten
(hintergrundbeleuchtet)
Anzeigen Modi (siehe Abschn. 2-3)
Dual Modus: Zwei Datenarten vom SPEED 3100, DEPTH 3100 oder MULTI 3100
15
Wind Modus: eine Datenart vom WIND 3100
111 x 111 mm
NMEA Modus: eine Datenart von kompatiblen NMEA Instrumenten
REPEAT 3100 Einbau und Bedienung
NAVMAN
2 Bedienung
2-1 Ein- und Ausschalten
Das Gerät hat keinen eigenen Ein-/Ausschalter. Es muss ein entsprechender Schalter in dem Anschluss eingefügt werden. Vor dem Ausschalten gewählte Funktionen bleiben gespeichert.
Erscheint rechts unten blinkend das Wort SIM, ist der Simulationsmodus aktiviert (siehe Abschn. 2-5).
2-2 Tastenbedienung und Beleuchtung
Die 4 T asten sind gekennzeichnet mit +, , und
. Die Bedeutung folgender Anweisungen:
Drücke - die Taste kurz drücken unter 1 Sekunde.
Halte gedrückt - die Taste 2 Sekunden oder länger gedrückt halten.
Eine Taste + eine weitere Taste drücken ­beide Tasten gemeinsam drücken.
Display- und Tastenbeleuchtung einstellen
Die Hintergrundbeleuchtung ist in 4 Stufen wählbar oder ausschaltbar. erscheint der eingestellte Wert. Erneutes Drücken ändert den Wert.
einmal drücken. Es
Beleuchtung Stufe 2
Dual Modus
Im Dual Modus werden zwei verschiedene Daten von einem SPEED 3100, DEPTH 3100 oder MULTI 3100 parallel gezeigt. Anzeigen der oberen Zeile werden mit der Taste aufgerufen. Folgende Daten sind wählbar:
Geschwindigkeit. Mittlere Geschwindigkeit. Maximale Geschwindigkeit. Geschwindigkeitsänderung. Wassertiefe. Wassertemperatur.
Anzeigen der unteren Zeile werden mit der T aste aufgerufen. Folgende Daten sind wählbar:
Geschwindigkeit. Wassertiefe. Teildistanz. Gesamtdistanz. Batteriespannung. Countdown-Zeit.
Wind Modus
2-3 Datenanzeigen wechseln
Es sind drei Anzeigenmodi wählbar:
Dual Modus zeigt Fahrt- und Tiefendaten. Wind Modus zeigt nur Winddaten. NMEA Modus zeigt Daten von kompatiblen
NMEA-Instrumenten.
Zum Anzeigenwechsel, ein- oder mehrfach drücken.
HINWEIS: Zeigt das Display Striche (— —), sind entsprechende Daten nicht verfügbar. Eventuell ist das erforderliche Sende-Instrument nicht zugeschaltet.
NAVMAN
REPEAT 3100 Einbau und Bedienung
+
Im Windmodus ist jeweils nur eine Datenart vom WIND 3100 aufrufbar. Zum Wechsel, oder mehrfach drücken. Folgende Daten sind wählbar:
Scheinbare Windrichtung. Wahre Windrichtung. Scheinbare Windgeschwindigkeit. Wahre Windgeschwindigkeit. Maximale Windgeschwindigkeit. Gutgemachte Geschwindigkeit.
oder ein-
16
NMEA Modus
Im NMEA Modus ist jeweils nur eine Datenart von einem kompatiblen NMEA Instrument aufrufbar . Die Auswahl der zeigbaren NMEA-Daten ist im Abschn. 5-2, Schritt 2 beschrieben. Zum Anzeigenwechsel,
oder ein- oder mehrfach drücken.
2-4 Maßeinheiten ändern
Maßeinheiten sind nicht am REPEAT 3100 zu ändern. Das muss am sendenden Instrument geschehen.
2-6 Tastenfunktionen Die Versorgungssp annung zuschalten
Halte
+
Simulation ein- oder ausschalten
5 Sek.
+
Auf Werkseinstellung
halten
zurück setzen
Normaler Betrieb
+ +
2-5 Simulationsbetrieb
Die Simulation ermöglicht es, sich mit dem Gerät vertraut zu machen, auch wenn keine Messdaten vorliegen. Das Gerät generiert dann selbsttätig Daten. Zur Kenntlichmachung erscheint bei folgenden Zuständen unten rechts im Display blinkend der Hinweis SIM, wenn:
Am REPEAT 3100 die Simulation aktiviert ist. Ein beliebiges, über den NavBus
angeschlossenes Gerät auf Simulation
geschaltet ist. Zur Aktivierung der Simulation am REPEA T 3100: 1 Das Gerät ausschalten. 2 Die
-T aste drücken und dabei die Spannung
+
zuschalten.
Inbetriebnahme
+
Wert erhöhen oder NMEA­Daten wechseln
Wert verkleinern oder NMEA­Daten wechseln
NMEA-Anzeigen ein- oder ausschalten
Rückkehr zum Normal-Betrieb
+
17
Anzeigenwechsel zwischen Dual-, Wind-, und NMEA­Modus
Anzeigenwechsel von Dateninhalten
Anzeigenwechsel von Dateninhalten
Beleuchtung einstellen (4 Stufen oder aus)
Beleuchtungsgruppe setzen
+ +
Anzeigenauswahl von NMEA-Daten
+ +
UTC-Verschiebung setzen (für die Zeitanzeige)
+ +
NAVMAN
REPEAT 3100 Einbau und Bedienung
3 Systemvernetzung
Um Daten auszutauschen, können mehrere NAVMAN Instrumente vernetzt werden. Das kann auf zwei Wegen geschehen, - über NavBus oder NMEA.
3-1 NavBus
NavBus ist ein NAVMAN eigenes Datenübertragungs-System. Damit lässt sich eine ganze Reihe Instrumente zusammen schließen, die nur einen Satz Geber benötigen. Vorteile der NavBus-Verbidung:
Mehrere Instrumente in einem System können zu Gruppen zusammen gefasst werden. (Abschn. 5-2, Schritt 2). Änderungseingaben betreffen dann nur die jeweilige Gruppe. Erfolgt z.B. eine Beleuchtungsänderung an einem Instrument der Gruppe 0, ändert sich nur die Helligkeit bei Instrumenten dieser Gruppe.
4 REPEAT 3100 Bauteile
4-1 REPEAT 3100 Lieferumfang
REPEAT 3100 Instrument mit Schutzkappe. Garantie-Karte. Montage-Schablone. Dieses Handbuch für Einbau und Bedienung.
4-2 Erforderliche Zusatzteile
Ein oder mehrere Geräte der 3100-Serie sind wie folgt an eine 12-V Bordversorgung anzuschließen:
Ein Schalter zum Ein- und Ausschalten der Instrumente.
Eine Sicherung: Für bis zu 5 Instrumente sind 1 Amp. erforderlich.
Das REPEAT 3100 kann anzeigen:
Daten von anderen NAVMAN Instrumenten über den NavBus; Eingaben für Maßeinheiten und Beleuchtung werden geteilt (siehe Abschn. 3-1).
NMEA-Daten von bis zu 3 kompatiblen Instrumenten (siehe Abschn. 3-2).
Erforderlich sind Kabel und Anschluss-Verbinder (siehe Abschn. 5 bzw . das NavBus Handbuch).
4-3 Zubehör
NavBus-Verbindungsdosen sind beim NAVMAN Händler erhältlich.
NAVMAN
REPEAT 3100 Einbau und Bedienung
Ertönt ein Alarm, kann dieser durch Drücken
von auf jedem Gerät quittiert werden, das
diesen Alarm anzeigt und die Taste enthält.
Alarme lassen sich nicht an einem REPEAT
3100 löschen.
NavBus und das REPEAT 3100
The REPEAT 3100 will automatically read and
display data from other instruments connected
by NavBus.
3-2 NMEA
NMEA ist ein universeller Industrie-Standard. Er ist jedoch nicht so flexibel wie NavBus. Das REPEAT 3100 kann NMEA-Daten von bis zu drei Instrumenten auswerten und anzeigen (siehe Anhang B).
18
5 Einbau und Inbetriebnahme
Eine korrekte Installation ist Voraussetzung für den fehlerfreien Betrieb. Daher sind vor Installation die entsprechenden Anleitungen in den beigefügten Handbüchern sorgfältig zu lesen.
Warnungen
Frontseitig sind die Instrumente wasserdicht. Die Rückseiten sind zu schützen, da dort
5-1 Einbau
REPEA T 3100 Instrument
1 Den Einbauort nach folgenden Kriterien
wählen:
Geschützter Platz und leichte Ablesemöglichkeit
Mindestabstand zum Kompass - 100 mm und zu Radio und Radar-Anlage - 500 mm.
Möglichst großer Abstand zu Motor , Leuchtstoffröhren und Umformern.
Zugangsmöglichkeit von der Rückseite, Einbautiefe mindestens 50 mm, gute und geschützte Kabelzuführung.
Schutz der Rückseite vor Feuchtigkeit.
2 Die Montagefläche muss eben sein und eine
Stärke von max. 20 mm haben. Die beigefügte Schablone auf den vorgesehenen Platz befestigen. Am Außenrand etwas Raum lassen für das Aufsetzen der Schutzkappe. Ein 50mm Loch durch das Schablonen-Zentrum bohren.
3 Den Schraubring vom Instrument entfernen,
das Gerät in die Bohrung einsetzen und mit dem Ring handfest anschrauben.
Netz-/Daten-Verkabelung
Die Verkabelung gemäß Beispiel auf der Folgeseite durchführen:
1 Das REPEAT 3100 benötigt 12-V DC. In die
Versorgung einen Schalter und eine Sicherung einfügen. Für bis zu 5 Instrumente der NAVMAN 3100 Serie ist 1 Amp. erforderlich.
2 Soll das REPEAT 3100 Daten von anderen
Instrumenten über den NavBus erhalten, die entsprechenden Geräte an die NavBus­Verbindung anschließen.
HINWEIS: Sind bei einem Gerät beide Möglichkeiten vorhanden, NavBus und NMEA, ist die NavBus-Verbindung zu verwenden, da hierüber mehr Informationen ausgetauscht werden können (siehe Abschn. 3-1).
Entlüftungslöcher vorhanden sind. Die Garantie deckt keine Schäden ab, die durch Nässeeinwirkung von der Rückseite her entstehen.
Installationsbohrungen dürfen nicht dort erfolgen, wo eine Schwächung der Boots- Struktur erfolgen könnte. Im Zweifelsfall ist ein Fachmann zu befragen.
Schnittzeichnung der Instrumenten-Montage
Max. 20 mm stark
Einbaubohrung 50 mm
Instrument
Freiraum mind.
50 mm
3 Soll das REPEAT 3100 Daten von anderen
Instrumenten über die NMEA-Schnittstelle
erhalten, die entsprechenden Geräte separat
an je einen der 3 NMEA-Eingänge am
REPEAT 3100 anschließen. Bis zu 3 Geräte
sind anschließbar. 4 Unbenutzte Drähte müssen abisoliert und vor
Feuchtigkeit geschützt werden.
Inbetriebnahme und Test
Die Inbetriebnahme für das Instrument gemäß
Abschn. 5-3 durchführen. Die Anzeigen auf
einer T estfahrt überprüfen.
Befestigungsring
Kabel
19
REPEAT 3100 Einbau und Bedienung
NAVMAN
REPEA T 3100 V erbindungsbeispiel
In diesem Beispiel empfängt das REPEAT 3100 Daten von einem WIND 3100 und einem SPEED 3100 über den NavBus. Es können beliebig viele NAVMAN Instrumente an den NavBus angeschlossen werden und Daten zum REPEAT 3100 senden.
Das REPEAT 3100 empfängt auch NMEA Daten von einem GPS und einem Kompass. Es könnte noch ein weiteres NMEA-Instrument angeschlossen werden.
Weitere REPEAT 3100 Instrumente sind parallel zum ersten anzuschließen.
NAVMAN NavBus Instrumente
Weitere Verdrahtung
Weitere Verdrahtung
Orange
Weitere Verdrahtung
NMEA Ausgänge sind an beliebigem NMEA Eingang beim REPEAT 3100 anschließbar
Orange Orange
NMEA Instrumente
GPS
Weitere Verdrahtung
NMEA output
Kompass
NavBus Verdrahtung
Zur Vereinfachung der Verdrahtung, Anschlussdosen verwenden (siehe rechts). Weitere Informationen zu den NavBus-Verbindungen sind im NavBus­Handbuch enthalten.
Tipp: Die S pannungsversorgung von Instrument zu Instrument bzw. zu Gruppen schleifen.
NMEA Ausgang
REPEAT 3100WIND 3100 SPEED 3100
Sicherung
Three NMEA inputs
unbenutzter NMEA Eingang
Schalter Rot
Schwarz
Grün Grün
Weiß
Gelb
NavBus Verbindungen
BlauBlauBlau
Gruppe 1
Netz/Daten-Kabel
NavBus &
Gruppe 2
Spannungskabel
Weitere REPEAT 3100
Instrumente parallel
anschließen
+
12 V DC Anschluss
-
Rot
Schwarz
Weiß
Gelb
Spannungs­versorgung
Verbindungs­box
Verbindungs­box
12 V DC Anschluss (wie links)
Orange Blau
NAVMAN
REPEAT 3100 Einbau und Bedienung
Netz/Daten-Kabel
Zur nächsten Gruppe
20
Loading...
+ 44 hidden pages