Navman 8084, 8120 User Manual [nl]

Navman
8120/8084
Brandstof, AIS, & Radar Addendum 06/07
w w w . n a v m a n . c o m
Waarschuwing
AIS: De AIS-functies op deze kaartplotter zijn ontworpen als een veiligheidshulpmiddel, ze garanderen echter geen veiligheid op zee. Het zenden van een AIS-signaal is verplicht voor sommige, maar niet voor alle vaartuigen. AIS dient ter aanvulling op radar, maar AIS kan niet als vervanging van radar worden gebruikt.
Opmerkingen
• Voor AIS- en radarfuncties dienen optionele accessoires geïnstalleerd te worden.
• Radar is verkrijgbaar met 2 kW, 4 kW, 6 kW radomes.
• Het instellingsmenu kan worden geopend door tweemaal op drukken (8084) /
(8120), selecteer vervolgens Systeem:
Sonar
Schakel alle sonartransducers en sonarfuncties uit. Er is een sonartransducer geïnstalleerd. Schakel sonarbediening in.
Radar
Er is geen passende Radarsysteem geïnstalleerd. Schakel RADAR uit.
Er is een geschikte Radarontvanger geïnstalleerd.
Radar inschakelen.
AIS
Er is geen geschikte AIS ontvanger geïnstalleerd. Schakel AIS uit.
Er is een geschikte AIS ontvanger geïnstalleerd.
Schakel AIS in.
te
Appendix
8084 Formaat: 190 mm (7,48“) H x 285 mm (11,22“) W x 76,8 mm (3,02“) D. Houd rekening met 3mm ruimte aan beide kanten voor de stofhoes.
8084 Beeldscherm: 213,4 mm (8,4”) diagonaal, TFT-kleuren, 800 x 600 pixels.
CPA - dichtstbijzijnde punt van benadering De meest nabije benadering tussen twee
schepen, gebaseerd op hun huidige koers en snelheid.
Radarbewakingszone - Een gebied rond de boot, ingesteld door de gebruiker en definieerd door afstand en peiling. Als een object (bijv. een andere boot) de radarbewakingszone binnenkomt gaat een alarm af.
Regenruis - Zware regen of sneeuw kan een storing van het radarbeeld veroorzaken.
Bereik (radar) - De afstand tussen het midden van het radarbeeld en de buitenste
bereikring. De schaal wordt weergegeven in de linker bovenhoek van het radarscherm.
Bereikringen - Concentrische cirkels vanuit uw boot (gewoonlijk in het midden van het radarvenster), gebruikt om afstanden tot objecten te schatten. De schaal wordt weergegeven in de linker bovenhoek van het radarscherm.
Route: Twee of meer waypoints die op volgorde worden gelinkt zodat ze een koers voor het schip vormen.
Zeeruis - Hoge golven kunnen storingen op het radarvenster veroorzaken.
Navman 8120/8084 Brandstof, AIS & Radar Addendum2
Brandstoffuncties en -beeldscherm
CAUTION
!
!
WARNING
Wat de brandstofcomputer doet
Om zeker te zijn dat de brandstofdata klopt:
Informeer de 8120/8084 wanneer brandstof wordt toegevoegd of verwijderd aan/uit een
tank.
Indien de boot benzinesensors heeft, kalibreer ze dan tijdens de installatie of indien de
brandstofaflezing incorrect lijkt.
Kies de juiste type bootsnelheidssensor of GPS-bron om verbruik, bereik en de
brandstofverbruikcurve te berekenen.
Indien de boot een logwielsensor gebruikt om snelheid te meten, kalibreer deze dan
tijdens de installatie, of indien de snelheidsaflezingen niet lijken te kloppen.
Weinig brandstof-alarm
Om een Weinig brandstof-alarm voor een tank in te stellen:
1 Druk tweemaal op
Brandstof en selecteer daarna Tanks instellen
2 Op een boot met meerdere tanks
selecteert u de tank waar u het alarm voor wilt instellen.
3 Selecteer Tankalarm en voer een
.
, selecteer
brandstofniveau in om het Weinig brandstof-alarm af te doen gaan; of voer nul in om het alarm uit te schakelen.
Wanneer een Weinig brandstof-alarm is ingesteld, wordt het brandstofalarmniveau weergegeven op het brandstofbeeldscherm, tankniveau als een rode balk. Het alarm kan ook worden ingesteld m.b.v. het Alarminstellingsmenu.
Snelheidssensoren aan boord
Een snelheidssensor voor de boot kiezen
Voor de brandstofberekeningen wordt gebruik gemaakt van de bootsnelheid van de GPS of van een logwielsensor of een pitotsensor indien deze optionele sensors zijn geïnstalleerd:
Logwiel- en pitotsensors meten de
snelheid door het water; GPS-snelheid is snelheid over de grond; deze sensors kunnen verschillende waarden geven voor Bereik, Verbruik en de Brandstofverbruikcurves.
Op hoge snelheden is een pitotsensor
preciezer dan een logwielsensor, maar op lage snelheden is een pitotsensor minder precies. Op lage snelheden is een logwielsensor preciezer dan een pitotsensor.
Om een optionele snelheidssensor te
selecteren
1 Druk tweemaal op
Brandstof en selecteer Snelheidsbron
2 Om een logwiel- of pitotsensor te
gebruiken, selecteer Watersnelheid, of anders Snelheid over de grond om GPS-snelheid te gebruiken.
3 Als u watersnelheid heeft geselecteerd
en zowel over een logwiel- als een pitotsensor beschikt:
i Druk op , selecteer Smartcraft en
selecteer
ii Selecteer Logwiel of Pitot.
Tip: U kunt tijdens een tocht een andere
snelheidssensor selecteren.
Navman 8120/8084 Brandstof, AIS & Radar Addendum 3
Snelheidsty pe
, selecteer
.
Watersnelheid en grondsnelheid
Een logwiel- en een pitotsensor meten watersnelheid, de snelheid van de boot door het water. Een GPS meet snelheid over de grond, de snelheid van de boot over de bodem van het water. Indien er stroming is, dan zullen deze snelheden van elkaar
bereik zullen eveneens verschillen, zoals onderstaand weergegeven.
Watersnelheid is beter voor het meten van het potentieel van de boot, terwijl snelheid over de grond beter is indien naar een bestemming wordt gevaren omdat het rekening houdt met stromingen.
verschillen en log, tochtlog, verbruik en
Wanneer de stroming van voren komt, dan is de snelheid over de grond lager dan de watersnelheid
Watersnelheid 10 knopen
Watersnelheid 10 knopen
Stroming 4 knopen
Geeft een snelheid over de grond van 6 knopen
Geeft een snelheid over de grond van ongeveer 8 knopen
Stroming 4 knopen bij 45ºv
In dit voorbeeld:
Indien de boot een uur vaart en 3 gallons brandstof per uur gebruikt en nog 50 gallons over heeft:
Snelheid Log Verbruik Bereik
Met gebruik van watersnelheid: 10 knopen 10 nm 3,3 nm / gal 165 nm Met gebruik van snelheid over de grond: 6 knopen 6 nm 2,0 nm / gal 100 nm
Wanneer de stroming van achteren komt, dan is de snelheid over de grond groter dan de watersnelheid
Watersnelheid 10 knopen
Stroming 4 knopen
Geeft een snelheid over de grond van 14 knopen
Watersnelheid 10 knopen
Geeft een snelheid over de grond van ongeveer 13 knopen
Stroming 4
knopen bij 45º
In dit voorbeeld:
Indien de boot een uur vaart en 3 gallons brandstof heeft verbruikt en nog 50 gallons brandstof over heeft:
Snelheid Log Verbruik Bereik
Met gebruik van watersnelheid: 10 knopen 10 nm 3,3 nm / gal 165 nm Met gebruik van snelheid over de grond: 14 knopen 14 nm 4.7 nm / gal 235 nm
Navman 8120/8084 Brandstof, AIS & Radar Addendum4
Kalibratie
Kalibreer benzinebrandstofdebietse nsors tijdens installatie, of indien de brandstofaflezingen niet lijken te kloppen en andere suggesties voor het oplossen van problemen niet helpen.
Opmerking
SmartCraft brandstofsensors en
Navman dieselsensors zijn in de fabriek gekalibreerd en zouden niet nogmaals gekalibreerd behoeven te worden.
Kalibreer voor een boot met meerdere
motoren de sensor van elke motor. Dit kan tegelijkertijd worden gedaan met een draagbare tank, of voor elke motor afzonderlijk m.b.v. een draagbare tank.
Voor de kalibratie van een
brandstofsensor is precieze meting van het brandstofverbruik nodig. Dit kan het best m.b.v. van een kleine draagbare tank. Voor een accurate kalibratie dienen ten minste 15 liters (4 gallons) brandstof te worden gebruikt.
Het is, als gevolg van luchtbellen, vaak
moeilijk om ondervloerse tanks twee keer tot precies hetzelfde niveau te vullen; dus als er meer brandstof wordt gebruikt, zal de kalibratie preciezer zijn.
Om de sensor(s) te kalibreren:
1 Noteer het brandstofniveau in de tank(s).
2 Verbind de draagbare tank(s) aan de
motor via de brandstoftransducer(s).
3 Laat de motor op kruissnelheid lopen
totdat ten minste 15 liter (4 gallons) brandstof is verbruikt per motor.
4 Controleer de eigenlijke hoeveelheid
verbruikte benzine per motor door de draagbare tanks tot het oorspronkelijk niveau te vullen en de meter van de brandstofpomp af te lezen en de waarde(n) te noteren.
5 Druk tweemaal op
, selecteer
Brandstof en selecteer daarna Motoren instellen
.
6 Selecteer op een boot met enkele
motor Kalibratie en verander de weergegeven waarde totdat deze overeenkomt met die van de brandstofpomp en druk dan op
.
Selecteer op een boot met meerdere
motoren eerst de motor. Selecteer Kalibratie en verander de weergegeven waarde totdat deze overeenkomt met die van de brandstofpomp en druk dan op
.
Herhaal dit voor de andere motoren.
Navman 8120/8084 Brandstof, AIS & Radar Addendum 5
AIS
AIS is de afkorting voor Automatic Identification System (Automatisch Identificatie Systeem). De Internationale Conventie voor Safety of Life At Sea (Veiligheid voor Leven op Zee)(SOLAS) verplicht alle vaartuigen groter dan 300 ton en alle passagiersschepen om een AIS Transponder aan boord te hebben. Alle vaartuigen voorzien van AIS zenden constant via een of meer van de twee speciale VHF-kanalen. Deze transmissie kan informatie over het MMSI-nummer van het schip, zijn roepteken, naam, positie, koers, richting, snelheid, draairatio en type vaartuig omvatten.
AIS-vaartuigen bekijken
Een normaal AIS-scherm geeft weer:
Als het is aangesloten op een AIS-ontvanger, kan dit instrument AIS-informatie ontvangen en weergeven. AIS-vaartuigen die in de omgeving een signaal verzenden worden weergegeven op de kaart, als deze functie is ingeschakeld.
De volgende AIS-ontvangers worden door dit instrument ondersteund:
• Comar SLR200 (externe GPS).
• Weatherdock 2-kanalen AIS-ontvanger “EASY AIS”, Onderdeelnr. 5-A-013 (externe GPS)
• NASA Marine AIS Engine 2-kanalen multiplex ontvanger (externe GPS).
Andere AIS-ontvangers werken misschien ook, maar zijn niet getest met dit instrument.
Vink om AIS in te schakelen het AIS-vakje aan.
A AIS-Vaartuig
B Gevaarlijk Vaartuig
C Geprojecteerde koers
D Data Box
E Bereikringen
Navman 8120/8084 Brandstof, AIS & Radar Addendum6
E
B
A
C
D
Wanneer de cursor ten minste twee seconden boven een AIS-vaartuig wordt geplaatst, verschijnt een data-box onderin het scherm met informatie over het AIS-vaartuig.
Voor complete AIS-informatie over het AIS-vaartuig dient u de cursor ten minste 2 seconden boven een AIS-vaartuig te plaatsen en op
Druk op of om de informatie te doen verdwijnen.
te drukken.
Gevaarlijke vaartuigen
De 8120/8084 berekent de tijd van het dichtstbijzijnde punt van benadering (TCPA) en het dichtstbijzijnde punt van benadering (CPA) voor elk AIS-vaartuig.
Dit wordt gebruikt om te beslissen welke vaartuigen potentieel gevaarlijk zijn. Als de TCPA en de CPA onder de alarmreactiewaarden komen, dan wordt het gevaarlijk geacht.
Een gevaarlijk vaartuig wordt aangegeven op de kaart door een rode cirkel rond het icoon.
AIS Vensters
Druk, om naar de AIS-vensters te gaan op
, selecteer Meer, en druk dan op
om een van de twee volgende vensters te selecteren: Vaartuigen of Veiligheidsberichten (rx).
Indien er meer items zijn dan in het venster passen, druk dan op zien
of om de anderen te
Navman 8120/8084 Brandstof, AIS & Radar Addendum 7
of
TCPA 15 min
CPA 0,5 nm
Vaartuigen
Dit is een gerangschikte lijst van vaartuigen die ontvangen worden door de AIS-ontvanger. Het maximale aantal vaartuigen dat door het systeem wordt ondersteund is 250. Als het maximum is bereikt worden de vaartuigen die zich het verst van de huidige locatie bevinden vervangen. Een vaartuig wordt van de lijst verwijderd wanneer geen informatie wordt ontvangen binnen 6 minuten na het laatste bericht
.
Een AIS-vaartuig weergeven op de kaart
1 Druk op of om een boot te selecteren.
2 Druk op
instrument wisselt naar het kaartvenster, met het geselecteerde vaartuig in het midden.
en selecteer Weergave. Het
Volledige AIS-details weergeven
1 Druk op of om een boot te selecteren.
2 Druk op
druk op
en selecteer Meer Info of .
Loading...
+ 14 hidden pages