AIS: De AIS-functies op deze kaartplotter zijn ontworpen als een veiligheidshulpmiddel,
ze garanderen echter geen veiligheid op zee. Het zenden van een AIS-signaal is verplicht
voor sommige, maar niet voor alle vaartuigen. AIS dient ter aanvulling op radar, maar AIS
kan niet als vervanging van radar worden gebruikt.
Opmerkingen
• Voor AIS- en radarfuncties dienen optionele accessoires geïnstalleerd
te worden.
• Radar is verkrijgbaar met 2 kW, 4 kW, 6 kW radomes.
• Het instellingsmenu kan worden geopend door tweemaal op
drukken (8084) /
(8120), selecteer vervolgens Systeem:
Sonar
Schakel alle sonartransducers en sonarfuncties uit.
Er is een sonartransducer geïnstalleerd. Schakel sonarbediening in.
Radar
Er is geen passende Radarsysteem geïnstalleerd. Schakel RADAR uit.
Er is een geschikte Radarontvanger geïnstalleerd.
Radar inschakelen.
AIS
Er is geen geschikte AIS ontvanger geïnstalleerd. Schakel AIS uit.
Er is een geschikte AIS ontvanger geïnstalleerd.
Schakel AIS in.
te
Appendix
8084 Formaat: 190 mm (7,48“) H x 285 mm (11,22“) W x 76,8 mm (3,02“) D. Houd
rekening met 3mm ruimte aan beide kanten voor de stofhoes.
8084 Beeldscherm: 213,4 mm (8,4”) diagonaal, TFT-kleuren, 800 x 600 pixels.
CPA - dichtstbijzijnde punt van benadering De meest nabije benadering tussen twee
schepen, gebaseerd op hun huidige koers en snelheid.
Radarbewakingszone - Een gebied rond de boot, ingesteld door de gebruiker
en definieerd door afstand en peiling. Als een object (bijv. een andere boot) de
radarbewakingszone binnenkomt gaat een alarm af.
Regenruis - Zware regen of sneeuw kan een storing van het radarbeeld veroorzaken.
Bereik (radar) - De afstand tussen het midden van het radarbeeld en de buitenste
bereikring. De schaal wordt weergegeven in de linker bovenhoek van het radarscherm.
Bereikringen - Concentrische cirkels vanuit uw boot (gewoonlijk in het midden van
het radarvenster), gebruikt om afstanden tot objecten te schatten. De schaal wordt
weergegeven in de linker bovenhoek van het radarscherm.
Route: Twee of meer waypoints die op volgorde worden gelinkt zodat ze een koers voor
het schip vormen.
Zeeruis - Hoge golven kunnen storingen op het radarvenster veroorzaken.
Navman 8120/8084 Brandstof, AIS & Radar Addendum2
Brandstoffuncties en -beeldscherm
CAUTION
!
!
WARNING
Wat de brandstofcomputer doet
Om zeker te zijn dat de brandstofdata klopt:
Informeer de 8120/8084 wanneer brandstof wordt toegevoegd of verwijderd aan/uit een
tank.
Indien de boot benzinesensors heeft, kalibreer ze dan tijdens de installatie of indien de
brandstofaflezing incorrect lijkt.
Kies de juiste type bootsnelheidssensor of GPS-bron om verbruik, bereik en de
brandstofverbruikcurve te berekenen.
Indien de boot een logwielsensor gebruikt om snelheid te meten, kalibreer deze dan
tijdens de installatie, of indien de snelheidsaflezingen niet lijken te kloppen.
Weinig brandstof-alarm
Om een Weinig brandstof-alarm voor een
tank in te stellen:
1 Druk tweemaal op
Brandstof en selecteer daarna Tanks
instellen
2 Op een boot met meerdere tanks
selecteert u de tank waar u het alarm voor
wilt instellen.
3 Selecteer Tankalarm en voer een
.
, selecteer
brandstofniveau in om het Weinig
brandstof-alarm af te doen gaan; of voer
nul in om het alarm uit te schakelen.
Wanneer een Weinig brandstof-alarm is
ingesteld, wordt het brandstofalarmniveau
weergegeven op het brandstofbeeldscherm,
tankniveau als een rode balk. Het alarm
kan ook worden ingesteld m.b.v. het
Alarminstellingsmenu.
Snelheidssensoren aan boord
Een snelheidssensor voor de boot kiezen
Voor de brandstofberekeningen wordt
gebruik gemaakt van de bootsnelheid van
de GPS of van een logwielsensor of een
pitotsensor indien deze optionele sensors
zijn geïnstalleerd:
Logwiel- en pitotsensors meten de
snelheid door het water; GPS-snelheid
is snelheid over de grond; deze
sensors kunnen verschillende waarden
geven voor Bereik, Verbruik en de
Brandstofverbruikcurves.
Op hoge snelheden is een pitotsensor
preciezer dan een logwielsensor, maar
op lage snelheden is een pitotsensor
minder precies. Op lage snelheden is
een logwielsensor preciezer dan een
pitotsensor.
Om een optionele snelheidssensor te
selecteren
1 Druk tweemaal op
Brandstof en selecteer
Snelheidsbron
2 Om een logwiel- of pitotsensor te
gebruiken, selecteer Watersnelheid, of
anders Snelheid over de grond om
GPS-snelheid te gebruiken.
3 Als u watersnelheid heeft geselecteerd
en zowel over een logwiel- als een
pitotsensor beschikt:
i Druk op , selecteer Smartcraft en
selecteer
ii Selecteer Logwiel of Pitot.
Tip: U kunt tijdens een tocht een andere
snelheidssensor selecteren.
Navman 8120/8084 Brandstof, AIS & Radar Addendum3
Snelheidsty pe
, selecteer
.
Watersnelheid en grondsnelheid
Een logwiel- en een pitotsensor meten
watersnelheid, de snelheid van de boot
door het water. Een GPS meet snelheid over
de grond, de snelheid van de boot over de
bodem van het water. Indien er stroming
is, dan zullen deze snelheden van elkaar
bereik zullen eveneens verschillen, zoals
onderstaand weergegeven.
Watersnelheid is beter voor het meten van
het potentieel van de boot, terwijl snelheid
over de grond beter is indien naar een
bestemming wordt gevaren omdat het
rekening houdt met stromingen.
verschillen en log, tochtlog, verbruik en
Wanneer de stroming van voren komt, dan is de snelheid over de grond lager dan
de watersnelheid
Watersnelheid 10 knopen
Watersnelheid 10 knopen
Stroming 4 knopen
Geeft een snelheid over de grond van 6
knopen
Geeft een snelheid
over de grond van
ongeveer 8 knopen
Stroming 4 knopen
bij 45ºv
In dit voorbeeld:
Indien de boot een uur vaart en 3 gallons brandstof per uur gebruikt en nog 50 gallons over
heeft:
Snelheid Log Verbruik Bereik
Met gebruik van watersnelheid: 10 knopen 10 nm 3,3 nm / gal 165 nm
Met gebruik van snelheid over de grond: 6 knopen 6 nm 2,0 nm / gal 100 nm
Wanneer de stroming van achteren komt, dan is de snelheid over de grond groter dan
de watersnelheid
Watersnelheid 10 knopen
Stroming
4 knopen
Geeft een snelheid over de grond van 14
knopen
Watersnelheid 10 knopen
Geeft een snelheid over de grond van
ongeveer 13 knopen
Stroming 4
knopen bij 45º
In dit voorbeeld:
Indien de boot een uur vaart en 3 gallons brandstof heeft verbruikt en nog 50 gallons brandstof
over heeft:
Snelheid Log Verbruik Bereik
Met gebruik van watersnelheid: 10 knopen 10 nm 3,3 nm / gal 165 nm
Met gebruik van snelheid over de grond: 14 knopen 14 nm 4.7 nm / gal 235 nm
Navman 8120/8084 Brandstof, AIS & Radar Addendum4
Kalibratie
Kalibreer benzinebrandstofdebietse
nsors tijdens installatie, of indien de
brandstofaflezingen niet lijken te kloppen
en andere suggesties voor het oplossen van
problemen niet helpen.
Opmerking
SmartCraft brandstofsensors en
Navman dieselsensors zijn in de fabriek
gekalibreerd en zouden niet nogmaals
gekalibreerd behoeven te worden.
Kalibreer voor een boot met meerdere
motoren de sensor van elke motor. Dit
kan tegelijkertijd worden gedaan met
een draagbare tank, of voor elke motor
afzonderlijk m.b.v. een draagbare tank.
Voor de kalibratie van een
brandstofsensor is precieze meting van
het brandstofverbruik nodig.
Dit kan het best m.b.v. van een kleine
draagbare tank. Voor een accurate
kalibratie dienen ten minste 15 liters (4
gallons) brandstof te worden gebruikt.
Het is, als gevolg van luchtbellen, vaak
moeilijk om ondervloerse tanks twee keer
tot precies hetzelfde niveau te vullen; dus
als er meer brandstof wordt gebruikt, zal
de kalibratie preciezer zijn.
Om de sensor(s) te kalibreren:
1 Noteer het brandstofniveau in de tank(s).
2 Verbind de draagbare tank(s) aan de
motor via de brandstoftransducer(s).
3 Laat de motor op kruissnelheid lopen
totdat ten minste 15 liter (4 gallons)
brandstof is verbruikt per motor.
4 Controleer de eigenlijke hoeveelheid
verbruikte benzine per motor door de
draagbare tanks tot het oorspronkelijk
niveau te vullen en de meter van de
brandstofpomp af te lezen en de
waarde(n) te noteren.
5 Druk tweemaal op
, selecteer
Brandstof en selecteer daarna
Motoren instellen
.
6 Selecteer op een boot met enkele
motor Kalibratie en verander
de weergegeven waarde totdat
deze overeenkomt met die van de
brandstofpomp en druk dan op
.
Selecteer op een boot met meerdere
motoren eerst de motor. Selecteer
Kalibratie en verander de
weergegeven waarde totdat deze
overeenkomt met die van de
brandstofpomp en druk dan op
.
Herhaal dit voor de andere motoren.
Navman 8120/8084 Brandstof, AIS & Radar Addendum5
AIS
AIS is de afkorting voor Automatic
Identification System (Automatisch
Identificatie Systeem). De Internationale
Conventie voor Safety of Life At Sea
(Veiligheid voor Leven op Zee)(SOLAS)
verplicht alle vaartuigen groter dan 300
ton en alle passagiersschepen om een
AIS Transponder aan boord te hebben.
Alle vaartuigen voorzien van AIS zenden
constant via een of meer van de twee
speciale VHF-kanalen. Deze transmissie kan
informatie over het MMSI-nummer van het
schip, zijn roepteken, naam, positie, koers,
richting, snelheid, draairatio en type vaartuig
omvatten.
AIS-vaartuigen bekijken
Een normaal AIS-scherm geeft weer:
Als het is aangesloten op een AIS-ontvanger,
kan dit instrument AIS-informatie ontvangen
en weergeven. AIS-vaartuigen die in de
omgeving een signaal verzenden worden
weergegeven op de kaart, als deze functie is
ingeschakeld.
De volgende AIS-ontvangers worden door dit
instrument ondersteund:
• NASA Marine AIS Engine 2-kanalen
multiplex ontvanger (externe GPS).
Andere AIS-ontvangers werken misschien
ook, maar zijn niet getest met dit instrument.
Vink om AIS in te schakelen het AIS-vakje aan.
A AIS-Vaartuig
B Gevaarlijk Vaartuig
C Geprojecteerde koers
D Data Box
E Bereikringen
Navman 8120/8084 Brandstof, AIS & Radar Addendum6
E
B
A
C
D
Wanneer de cursor ten minste twee seconden
boven een AIS-vaartuig wordt geplaatst,
verschijnt een data-box onderin het scherm
met informatie over het AIS-vaartuig.
Voor complete AIS-informatie over het
AIS-vaartuig dient u de cursor ten minste 2
seconden boven een AIS-vaartuig te plaatsen
en op
Druk op of om de informatie te
doen verdwijnen.
te drukken.
Gevaarlijke vaartuigen
De 8120/8084 berekent de tijd van het
dichtstbijzijnde punt van benadering (TCPA) en
het dichtstbijzijnde punt van benadering (CPA)
voor elk AIS-vaartuig.
Dit wordt gebruikt om te beslissen welke
vaartuigen potentieel gevaarlijk zijn. Als de
TCPA en de CPA onder de alarmreactiewaarden
komen, dan wordt het gevaarlijk geacht.
Een gevaarlijk vaartuig wordt aangegeven op
de kaart door een rode cirkel rond het icoon.
AIS Vensters
Druk, om naar de AIS-vensters te gaan op
, selecteer Meer, en druk dan op
om een van de twee volgende vensters te
selecteren: Vaartuigen of Veiligheidsberichten
(rx).
Indien er meer items zijn dan in het venster
passen, druk dan op
zien
of om de anderen te
Navman 8120/8084 Brandstof, AIS & Radar Addendum7
of
TCPA 15 min
CPA 0,5 nm
Vaartuigen
Dit is een gerangschikte lijst van vaartuigen
die ontvangen worden door de AIS-ontvanger.
Het maximale aantal vaartuigen dat door het
systeem wordt ondersteund is 250. Als het
maximum is bereikt worden de vaartuigen die
zich het verst van de huidige locatie bevinden
vervangen. Een vaartuig wordt van de lijst
verwijderd wanneer geen informatie wordt
ontvangen binnen 6 minuten na het laatste
bericht
.
Een AIS-vaartuig weergeven op de kaart
1 Druk op of om een boot te selecteren.
2 Druk op
instrument wisselt naar het kaartvenster,
met het geselecteerde vaartuig in het
midden.
en selecteer Weergave. Het
Volledige AIS-details weergeven
1 Druk op of om een boot te selecteren.
2 Druk op
druk op
en selecteer Meer Info of
.
Loading...
+ 14 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.