Mitsubishi M320 User Manual [nl]

nederlands
In deze handleiding wordt de werking beschreven van de dual band GSM-telefoons M320.
Hoewel alles in het werk is gesteld om de informatie in deze handleiding zo nauwkeurig mogelijk te maken, behoudt Mitsubishi Electric zich het recht voor om zonder voorafgaande kennisgeving
verbeteringen en wijzigingen aan het in deze handleiding beschreven product en/of de handlei-
Uitgave 1, 2002. © Mitsubishi Electric Telecom Europe, 2002
ding zelf aan te brengen.
Inhoudsopgave
1. Introductie ................... 4
SAR ........................................... 4
Algemene veiligheid .................5
Veiligheid in de auto ................6
Noodoproepen .........................6
Zorg en onderhoud ..................6
AC/DC-adapterlader ..................7
Batterijgebruik .......................... 7
Uw verantwoordelijkheid .........7
Beveiligingscodes .....................8
Verwijdering van
de verpakking ........................... 8
2. Gebruik van deze
handleiding .................. 9
3. Vóór u begint ............. 11
Voorbereiding van de
telefoon ................................11
Basishandelingen ....................11
4. Netwerkdiensten ....... 13
SIM-applicatietoolkit ..............13
Op de SIM-kaart
opgeslagen SDN-nummers ...13
Informatienummers ................13
5. Telefoonboek ............ 14
Opslaan van namen en
telefoonnummers .................14
Een telefoonboek- of
SIM-naamkaart bewerken ....15
Vrije ruimte in het
telefoonboek ........................16
Nummers uit het telefoonboek
bekijken en bellen ................16
Een groep kaarten maken ......16
Mijn kaart ............................... 17
Eigen nummer(s)
weergeven ............................17
Vaste nummers kiezen (FDN:
fixed dialling numbers) .........18
Voice dialling ..........................18
6. Berichten ................... 20
Een ontvangen
SMS-bericht lezen .................20
Opgeslagen
SMS-berichten lezen .............20
Ontvangen en opgeslagen
SMS-berichten beheren ........20
Berichten verplaatsen
naar SIM ............................... 20
De geluidssignalen activeren
of deactiveren ......................20
De telefoon voorbereiden
voor het verzenden van
SMS-berichten ...................... 21
Tekst invoeren ........................21
Tekstmodellen maken .............23
Een tekstmodel bewerken ......23
Een nieuw SMS-bericht
verzenden .............................23
Handtekening ......................... 24
Verzonden berichten in
het postvak Uit en de
SIM-mappen .........................24
Statusverzoek .........................25
Benodigde opslagruimte ........25
Broadcast - cell broadcast
(CB)-berichten ......................25
7. Gespreksinfo ............. 27
Overzicht gesprekken .............27
Gespreksmeters ......................27
Gesprekskosten - beheer ........28
Inhoudsopgave
8. Instellingen................ 30
Tonen/Volume ........................ 30
Menu animaties ..................... 32
Voice mail .............................. 33
Toetsenvergrendeling ............. 33
Telefooninstellingen ............... 33
GSM Diensten ........................ 35
Beveiligingsfuncties ................ 39
9. Bureauhulp ................. 43
Agenda .................................. 43
Afbeeldingenbrowser ............. 46
Spraakgeheugen .................... 47
Rekenmachine ........................ 48
Wisselkoers omzetten ........... 49
Tijdzone .................................49
Alarmklok .............................. 49
10.Verbinding.................. 51
Infraroodpoort ....................... 51
Verbindingsbeheer ................. 51
Postvak In .............................. 52
Statistieken ............................ 52
11.Spelletjes .................... 53
13.De mobiele telefoon
aanpassen ...................60
Logo’s downloaden van
Internet-websites of
interactieve spraakservers ....60
Afbeeldingen downloaden
via WAP™ en de
infraroodpoort ..................... 60
Melodieën downloaden ........ 61
14.Bijlage ......................... 64
Woordenlijst ..........................64
Problemen oplossen ............... 65
Foutmeldingen ....................... 66
Garantie ................................. 69
12.Internet/WAP™............ 54
De verbindingsinstellingen
opslaan ................................ 54
Een WAP™-sessie starten: ...... 55
Een gewenste drager kiezen .. 56 Uw verbindingsinstellingen
verpersoonlijken ................... 56
Geavanceerde instellingen
voor Internet-profielen ......... 59
Introductie
Bedankt voor de aankoop van de M320 mobiele telefoon voor dubbele fre­quentieband. De in deze handleiding beschreven telefoon is goedgekeurd voor alle GSM 900/1800-netwerken. Af­hankelijk van uw type abonnement en/ of uw serviceprovider is het mogelijk dat enkele berichten die op uw telefoon worden weergegeven, anders zijn. Deze mobiele telefoon is conform de in­ternationale voorschriften voor zover hij wordt gebruikt in normale omstandig­heden en in overeenstemming met de veiligheidsinstructies en waarschuwin­gen hieronder.
SAR
DEZE M320 TELEFOON VOLDOET AAN DE EU-VEREISTEN VOOR BLOOTSTEL­LING AAN RADIOGOLVEN. Voordat een mobiele telefoon mag worden verkocht aan het publiek, moet conformiteit aan de Europese R&TTE­richtlijn (1999/5/CE) worden aange­toond. Eén essentiële vereiste van deze richtlijn is de bescherming van de ge­zondheid en veiligheid van de gebruiker en alle andere personen. Uw mobiele telefoon is een radiozender en -ontvanger. Hij is ontworpen en ge­fabriceerd om de limieten voor bloot­stelling aan radiofrequentie-energie (RF), aanbevolen door de Raad van de Europese Unie niet te overschrijden1. Deze grenzen zijn een onderdeel van de uitgebreide richtlijnen en vormen de toegestane niveaus van RF-energie voor de algehele bevolking. De richtlijnen zijn ontwikkeld door onafhankelijke wetenschappelijkeorganisaties na pe­riodieke en grondige evaluatie van we­tenschappelijke studies. Bij het bepalen van deze limieten is rekening gehouden met een substantiële veiligheidsmarge,
1. Europese aanbeveling 1999/519/CE
bedoeld om de veiligheid van alle per­sonen, ongeacht leeftijd en gezond­heid, te garanderen. De standaardblootstelling voor mobiele telefoons (CENELEC standard EN 50360:
2000) hanteert een maateenheid die de Specific Absorption Rate, of SAR wordt genoemd. De SAR-limiet2, aanbevolen door de Raad van de Europese Unie is 2,0W/kg. Tests voor SAR zijn uitgevoerd met standaardwerkingsposities (ten aan­zien van CENELEC-standaard EN 50361:
2000) waarbij de telefoon met het hoogst verklaarde energieniveau signalen verzendt in alle geteste frequentieban­den3. Hoewel de SAR is vastgesteld op het hoogst verklaarde energieniveau, ligt het werkelijke SAR-niveau van de tele­foon tijdens zijn werking ver onder de maximumwaarde. Dat komt doordat de telefoon is ontworpen om te werken op meerdere energieniveaus en daarom al­leen de energie gebruikt die nodig is om het netwerk te bereiken. In het algemeen geldt dat de energie-uitvoer lager is naar­mate u de antenne van een basisstation nadert. De hoogste SAR-waarde voor dit M320 model toen het werd vergeleken met de standaard was 0,868W/kg. Hoewel er verschillen kunnen zijn tussen de SAR­niveaus van verschillende telefoons en op verschillende posities, voldoen ze al­lemaal aan de EU-vereisten voor RF­blootstelling.
Aanvullende informatie van de Wereld-
gezondheidsorganisatie (WHO)
2. De SAR-limiet voor mobiele telefoons die door het publiek worden gebruikt, is 2,0 watt/kilogram (W/kg) gemiddeld over tien gram weefsel. De limiet bevat een grote veilig-heidsmarge om de bevolking extra te beschermen en om rekening te houden met alle meetafwijkingen.
3. Het maximumniveau van door GSM
uitgezonden energie is 250 mW bij 900 MHz en 125 mW bij 1800MHz volgens de GSM-standaard.
Personen: De huidige wetenschappe-lijke
informatie wijst niet op een behoefte aan enige speciale voorzorgsmaatregelen voor het gebruik van mobiele telefoons. Personen zouden de RF-blootstelling voor zichzelf en hun kinderen kunnen beperkendoor de lengte van gesprekken te beperken of door “handsfree”-appara­ten te gebruiken zodat de telefoons van het hoofd en het lichaam zijn verwijderd.
RF-absorberende apparaten:
grond van de wetenschappelijke inzich­ten geen enkele noodzaak om mobiele telefoons te voorzien van een RF-stralin­gabsorberende hoes. Ze kunnen niet worden verantwoord op gezondheids­gronden en de doeltreffendheid van veel van deze apparaten in het reduceren van RF-blootstelling is nooit bewezen.
Bron: WHO Informatieblad 193, juni 2000.
WHO: www.who.int/peh-emf.
Er is een aantal onafhankelijke informa­tiebronnen beschikbaar voor gebrui­kers, waaronder: Royal Society of Canada: www.rsc.ca De International Commission on Non­Ionizing Radiation Protection (ICNIRP): www.icnirp.de De US Food and Drug Administration: www.fda.gov/cdrh/ocd/mobilphone.html De Wereldgezondheidsorganisatie: www.who.int/emf Mitsubishi Electric behoort tot het MMF, een internationaal genootschap van fabrikanten van radioapparatuur. Het MMF produceert informatie zoals deze in overeenstemming met het doel om industriële posities te ontwikkelen en te presenteren aan onafhankelijke researchorganisaties, de overheid en andere onderzoeksinstanties.
Mobile Manufacturers Forum
Diamant Building, 80 Blvd. A. Reyers
B-1030 Brussel België
www.mmfai.org
Er is op
Algemene veiligheid
Het is belangrijk enkele speciale regels te volgen voor het gebruik van deze radio­apparatuur, voornamelijk in verband met mogelijke radiofrequentie-interferentie. Volg de onderstaande veiligheidstips zorgvuldig op.
Schakel uw mobiele telefoon uit in een vliegtuig en verwijder de batterij. Het gebruik van mobie­le telefoons in vliegtuigen kan de werking van het vliegtuig in gevaar brengen, storingen in het mobiele netwerk veroorzaken en is bovendien verboden. Het niet naleven van dit voorschrift kan leiden tot opschorting of weige­ring van mobiele telefoondien­sten aan de overtreder, gerechtelijke stappen of beide. Schakel uw mobiele telefoon uit tijdens het tanken en in de buurt van ontvlambaar materiaal. Schakel uw telefoon uit in zie­kenhuizen of op andere plaatsen waar medische uitrusting wordt gebruikt. Houd u aan de beperkingen voor het gebruik van radioapparatuur in brandstofdepots, chemische fabrieken en plaatsen waar met springstoffen wordt gewerkt. Het gebruik van uw mobiele tele­foon in de nabijheid van onvol­doende beschermde persoonlijke medische apparatuur zoals ge­hoorapparaten en pacemakers kan mogelijk gevaar opleveren. Raadpleeg uw dokter of de produ­cent van dergelijke medische ap­paratuur om te controleren of het apparaat voldoende is beschermd. Ook het gebruik van uw mobiele telefoon vlak bij andere elektro­nische apparatuur kan interfe­rentie veroorzaken als de apparatuur onvoldoende is be­schermd. Let goed op waarschu­wingssignalen en houd u aan de aanbevelingen van de producent.
Introductie
Veiligheid in de auto
Houd u aan de nationale voorschriften betreffende het gebruik van mobiele te­lefoons in auto’s. Veiligheid op de weg gaat vóór alles! Houd altijd al uw aandacht bij het rijden.
• Gebruik geen draagbaar toestel tij­dens het rijden. Indien u niet beschikt over een handsfree carkit, parkeert u uw auto dan op een veilige plaats alvorens uw telefoon te gebruiken.
• Indien u beschikt over een goed geïn­stalleerde carkit die handsfree werkt en u een oproep moet doen of ont­vangen, let er dan op dat die oproep in verstandige en veilige omstandighe­den gebeurt. Maak zoveel mogelijk gebruik van voorgeprogrammeerde nummers en houd de gesprekken kort.
• Indien uw mobiele telefoon niet goed in de auto is geïnstalleerd, kan hij de goede werking van de auto­elektronica, zoals ABS of airbags, ver­storen. Laat de installatie altijd uit­voeren door daartoe opgeleid personeel om deze problemen te voorkomen. Het controleren van de beveiliging en de werking van de auto-elektronica dient deel uit te maken van de installatie. Overleg in geval van twijfel met de fabrikant.
• Leg de telefoon niet op de passa­gierszetel of op een plaats waar hij kan worden weggeslingerd door plots remmen of een botsing. Gebruik altijd de houder.
• Het gebruik van een waarschuwings­systeem om de autoverlichting of de claxon te activeren op de openbare weg, is niet toegestaan.
Noodoproepen
U kunt noodoproepen plegen door het standaard Europese alarmnummer te bellen, zelfs als uw telefoon geen SIM­kaart heeft. Noodoproepen kunt u zelfs
112
doen als de telefoon door de PIN of elek­tronisch is vergrendeld of gesprekken zijn geblokkeerd. In sommige landen kunt u nog altijd de lokale alarmnum­mers gebruiken voor noodgevallen, maar het is mogelijk dat de telefoon een geldige SIM-kaart moet bevatten. Vergeet bij een noodoproep niet alle nodige informatie zo precies mogelijk door te geven. De telefoon kan in de desbetreffende noodsituatie het enige communicatiemiddel zijn; breek het ge­sprek daarom pas af als u daartoe het sein hebt gekregen.
Mobiele telefoons maken gebruik van mobiele en vaste netwerken die niet in alle omstandigheden kunnen worden gegarandeerd. Vertrouw dus nooit uitsluitend op draadloze telefoons als de commu­nicatie vooral noodgevallen betreft.
Zorg en onderhoud
Uw mobiele telefoon is een geavan­ceerd en met vakmanschap ontworpen product. Behandel uw telefoon daarom voorzichtig. De onderstaande aanbeve­lingen helpen u jarenlang plezier te hebben van uw nieuwe telefoon.
• Stel uw telefoon niet bloot aan hoge temperaturen of luchtvochtigheid.
• Stel uw telefoon niet bloot aan lage temperaturen. Wanneer de telefoon na het inschakelen opwarmt tot zijn normale temperatuur, zou er zich immers binnenin vocht kunnen vor­men dat de elektrische onderdelen kan beschadigen.
• Probeer de telefoon niet te demonte­ren. De telefoon bevat geen onderde­len die u zelf kunt of hoeft te onderhouden.
• Stel de telefoon niet bloot aan water of regen en mors er geen drank op. Uw telefoon is niet waterdicht.
• Laat uw telefoon niet vallen, sla er niet mee en schud hem niet krachtig heen en weer. Een ruwe behandeling kan schade veroorzaken.
• Reinig uw telefoon niet met sterke chemicaliën of oplosmiddelen. Wrijf hem alleen schoon met een zachte, licht bevochtigde doek.
• Plaats de telefoon niet bij diskettes, credit- of travelcards of andere mag­netische media. De informatie hierop kan door de telefoon worden gewist.
• Sluit geen incompatibele producten aan. Het gebruik van apparatuur of accessoires van derden, die niet door Mitsubishi Electric zijn vervaardigd of toegestaan, kan de garantie van uw telefoon ongeldig maken en de vei­ligheid in het gedrang brengen.
• Verwijder de etiketten niet. De cijfers erop zijn belangrijk voor later onder­houd en andere dergelijke doeleinden.
• In het onwaarschijnlijke geval van een defect, kunt u contact opnemen met een erkend Service Centre.
AC/DC-adapterlader
Deze mobiele telefoon mag alleen worden gebruikt met de meegeleverde AC/DC-lader. Het gebruik van andere laders of adapters maakt de goedkeuring die voor dit apparaat is gegeven, ongeldig en kan gevaarlijk zijn.
Batterijgebruik
Een batterij kan honderden keren wor­den opgeladen, maar de capaciteit zal na verloop van tijd afnemen. Wanneer de gebruiksduur (stand-by en gespreks­tijd) aanzienlijk korter is dan gebruike­lijk, wordt het tijd een nieuwe batterij aan te schaffen.
• Laat de batterijen niet langer dan noodzakelijk in de lader liggen. Over­laden kan de levensduur van de bat­terij verkorten.
• Trek de stekker van de lader uit het stopcontact als u de lader niet gebruikt.
• Stel de batterij niet bloot aan hoge tem­peraturen of hoge luchtvochtigheid.
• Gooi de batterijen niet in vuur. Ze kunnen exploderen.
• Laat de batterijen niet in contact komen met metalen voorwerpen die de polen van de batterij kunnen kortslui­ten (bijvoorbeeld sleutels, paperclips, muntstukken, kettinkjes enzovoort).
• Laat de batterijen niet vallen en stel ze niet bloot aan harde schokken.
• Probeer de batterijen nooit te demonteren.
• Gebruik uitsluitend de aanbevolen batterijladers (zie eerder)
• Reinig vervuilde batterijpolen met een zachte doek.
• Batterijen kunnen warm worden tij­dens het laden.
Gebruikte batterijen
Krachtens de Europese richtlijnen inza­ke milieubescherming, moeten gebruik­te batterijen worden teruggebracht naar het verkooppunt. De batterijen worden hier gratis ingenomen. Werp de oude batterijen nooit weg met huishoudelijk afval.
Uw verantwoordelijkheid
Deze GSM-telefoon valt onder uw ver­antwoordelijkheid. Ga er voorzichtig mee om en neem de lokale voorschrif­ten in acht. Bewaar de telefoon altijd op een veilige plaats en buiten het bereik van kinderen. Zorg dat u bekend bent met de veilig­heidsinstructies en gebruik deze om on­bevoegd gebruik en diefstal te voorkomen. Bel bij verlies of diefstal van uw telefoon en/of SIM-kaart onmiddel­lijk uw serviceprovider om te voorko­men dat uw telefoon wordt gebruikt.
Introductie
Wanneer u de telefoon niet gebruikt, vergrendel hem dan, schakel hem uit en verwijder de batterij.
Beveiligingscodes
Uw telefoon en SIM-kaart zijn voorgepro­grammeerd met verschillende beveili­gingscodes die uw telefoon en SIM-kaart beschermen tegen onbevoegd gebruik. Hier volgt een korte beschrijving van elke code. Zie Beveiligingsfuncties, pagina39, voor informatie over hoe u uw PIN- en te­lefoonontgrendelcodes verandert.
PIN- en PIN2-code (4-8 cijfers)
Alle SIM-kaarten hebben een PIN (Personal Identity Number). Het nummer beschermt de kaart tegen niet-geautoriseerd gebruik. Voert u drie keer achtereenvolgens de verkeerde PIN-code in, dan wordt de SIM-kaart geblokkeerd en wordt het bericht SIM geblokkeerd weergegeven.
Geef PUK: wordt weergegeven.
PUK- en PUK2-code (8 cijfers)
Neem contact op met uw service­provider voor uw PUK-code. Ge­bruik deze om een uitgeschakelde SIM-kaart te deblokkeren (zie Bevei­ligingsfuncties, pagina39). De PUK2-code is nodig om de PIN2­code te deblokkeren (zie eerder).
Wachtwoord voor het blokkeren van gesprekken (4 cijfers)
Dit wachtwoord is bestemd om be­paalde gesprekken met uw mobiele telefoon, zowel inkomende als uit­gaande, te blokkeren (zie Blokkeer­wachtwoord, pagina41).
Ontgrendelcode (4 cijfers)
Deze code is bij aflevering ingesteld op allemaal nullen. U kunt dit ver­anderen. Als u de code wijzigt, kan
de producent de identiteit niet meer via de telefoon vaststellen. Zie Telefoon slot, pagina39, voor meer
informatie. Wij adviseren u de codes uit het hoofd te leren en u vertrouwd te maken met het doel en de werking ervan.
Verwijdering van de verpakking
De verpakking van deze telefoon is gemaakt van recycleerbaar materiaal en dient dan ook te worden verwijderd in overeenstemming met de milieu­wetgeving van uw land. Scheid kartonnen en kunststof verpak­kingselementen en verwijder ze op de juiste manier.
Gebruik van deze
123
handleiding
Lees deze handleiding zorgvuldig door. Deze handleiding bevat informatie over uw telefoon en de wijze waarop de telefoon in het netwerk wordt gebruikt. Sommige van de beschreven functies in deze handleiding zijn netwerkafhankelijk. Raadpleeg uw serviceprovider voor informatie over welke functies u kunt gebruiken. Voor sommige functies moet u mogelijk een aanvullend abonnement afsluiten.
Toetsfuncties
Hieronder vindt u een overzicht van het toetsenbord en de gebruikte symbolen, zodat u snel aan de slag kunt met uw mobiele telefoon en deze handleiding.
toets OK (om OK op het display te bevestigen.) linkerfunctietoets (om het item erboven te bevestigen: meestal een actie). rechterfunctietoets (om het item erboven te bevestigen: meestal pijl naar rechts op cursortoets.
pijl naar links op cursortoets. pijl naar boven op cursortoets. pijl naar onder op cursortoets. toets VERZENDEN/BELLEN toets EINDE/TELEFOON AAN of UIT
Notatie in de handleiding
De instructies in deze handleiding moeten als volgt worden uitgevoerd bij het gebruik van de functies van de mobiele telefoon.
Kies OK
Druk op de toets om (in het midden van het display).
Druk op
uit het menu (bijv.: Druk in het niet-actieve scherm op de toets om het menu te openen, scroll omhoog of omlaag naar de
betreffende menuoptie en kies
OK om het submenu te openen. Functie
Geeft de functietoets aan en de daaraan gekoppelde actie. 'Kies betekent bijvoorbeeld dat Lezen wordt weergegeven (links). Druk op de toets eronder om het bericht, de lijst met namen, enz. te lezen.
. Selecteer een van de items
Instellingen
Lezen
'.
OK
te selecteren
).
Terug
Kies
(item uit een lijst) Gebruik en op de cursortoets om naar het betreffende menuonderdeel te scrollen en bevestig de keuze door OK te kiezen. Kies bijvoorbeeld naar het menuonderdeel en druk op de toets te bevestigen.
Raadpleeg het boekje ‘Aan de slag met uw M320' voor informatie over het gebruik van het toetsenbord.
Telefoonboek
Telefoonboek
OK
om de selectie
De dynamische scrollvensters gebruiken
Bij het scrollen door het menu en het zoeken van instellingen hebt u met het volgende type scrollvenster een duidelijk overzicht van de informatie die moet worden opgegeven.
).
De lijst met elementen die moeten worden ingevoerd, wordt weergegeven. Scroll omlaag naar de velden die u wilt invullen en kies OK .
Typ de gevraagde gegevens en kies OK om de invoer te bevestigen.
Vul alle benodigde velden in en kies
Opslaan
om alle inge-
voerde gegevens op te slaan.
4
De pijltoetsen onder aan het scherm geven aan hoe u kunt scrollen.
De betekenis van displaytekens (pictogrammen)
Op het display van de mobiele telefoon kunnen maximaal vier regels met tekens en één regel met pictogrammen worden weergegeven. Met de pictogrammen wordt de status van de telefoon aangegeven en onder welke omstandigheden de telefoon werkt.
: scroll
Gebruik van deze handleiding
De volgende pictogrammen kunnen worden weergegeven:
SIM
-geheugen in gebruik
Telefoon
-geheugen in gebruik
Roaming
wanneer de mobiele telefoon verbinding heeft met een ander netwerk dan het thuisnetwerk.
SMS (Short message servi­ce). Wordt weergegeven wan-
neer er een of meer SMS­berichten zijn ontvangen die nog niet zijn gelezen. knippert als het postvak voor SMS-berichten vol is en er geen nieuwe berich­ten kunnen worden opgeslagen. De beschikbaarheid van SMS is netwerkafhankelijk.
Voice mail
wanneer een voicemailbericht is ontvangen en is opgeslagen in het berichtengeheugen van het net­werk. De beschikbaarheid van voice mail is netwerkafhankelijk.
Oproep doorschakelen.
Geeft aan dat inkomende ge­sprekken permanent worden doorgeschakeld. De beschikbaar­heid van Oproep doorschakelen is netwerkafhankelijk.
Indicator batterijlading
Staat altijd op het display en geeft aan hoever de batterij is opgela­den. Er worden vijf niveaus weer­gegeven: van vol (5 balkjes)
groen balkje). Als alle balkjes leeg zijn, moet de mobiele telefoon worden opgeladen.
Pijltoetsen
grammen, die tijdens het gebruik van de menu’s worden weergege­ven, wordt aangegeven dat het menu meer functies bevat, die u kunt oproepen door op , ,
10
. Wordt weergegeven
. Wordt weergegeven
tot bijna leeg (één
. Met deze picto-
of
te drukken.
Lijn 2
. Geeft aan dat de tweede lijn in gebruik is. De beschikbaar­heid van Lijn 2 is afhankelijk van het netwerk en uw abonnement.
Onbeantwoorde oproep.
Wordt weergegeven wanneer een inkomend gesprek niet is be­antwoord.
Signaalsterkte
naalsterkteniveaus. Hiermee wordt de sterkte van het ontvangen sig­naal aangegeven. Hoe meer balk­jes, hoe sterker het signaal. Als er geen contact kan worden gemaakt met het netwerk, wordt er geen pictogram voor signaalsterkte weergegeven.
Toetsenvergrendeling
Geeft aan dat de toetsenvergren­deling is ingeschakeld.
Alarmklok Pictogram Trilalarm Stille modus aan Microfoon uit Pictogram Tegic-invoer Pictogram Multitap-invoer Pictogram 'live' WAP™-
verbinding Pictogram 'live' WAP™­verbinding in veilige modus WAP™
-verbinding met GPRS
WAP™
-verbinding met GPRS
in veilige modus
Infraroodpoort. Geeft aan
dat de infraroodpoort actief is en dat er gegevens kunnen worden ontvangen en verzonden via de infraroodpoort. Pictogram aan dat er gegevenspakketservices beschikbaar zijn.
.
Pictogram dat er nieuwe ontvangen bestan­den in het Postvak In staan. Pictogram Push-berichten. Geeft aan dat er nieuwe push­berichten zijn ontvangen.
Uitgaand gesprek Inkomend gesprek Actief gesprek Meerdere gesprekspartners
. Er zijn vijf sig-
.
.
.
.
.
GPRS-service
Postvak In.
Geeft aan
.
.
.
.
.
.
.
.
.
. Geeft
.
Vóór u begint
1
2
4
Voorbereiding van de telefoon
Raadpleeg het boekje ‘Aan de slag met uw M320'.
Basishandelingen
De telefoon aanzetten
Houd ingedrukt. U hoort een signaal wanneer de
mobiele telefoon wordt geacti­veerd. Wanneer u de telefoon de eer­ste keer inschakelt, is het
mogelijk dat wordt weer­gegeven. Voer de datum en tijd in of kies Terug als de instellin­gen correct zijn. Als uw SIM-kaart is beveiligd met een PIN-code, wordt Geef PIN op weergegeven. Toets de PIN-code in en druk op OK .
1. Raadpleeg ook het boekje 'Aan de slag met uw M320'.
2. Zie Beveiligingscodes, pagina8, en Beveiligings­functies, pagina39, voor meer informatie over uw PIN- en ontgrendelcodes.
Een oproep doen
U kunt uitsluitend bellen of ge­beld worden wanneer de telefoon is ingeschakeld, een geldige SIM­kaart bevat en is aangesloten op een GSM-netwerkservice.
Als de toetsen zijn vergrendeld, kunt u wel oproepen ontvangen, maar zelf geen oproepen doen (zie Toetsenvergrendeling, pagina12).
Raadpleeg het boekje ’Aan de slag met uw M320’ voor instruc­ties over hoe u een oproep doet.
De telefoon vasthouden
De telefoon vasthouden
Zorg ervoor dat u de bo­venste achter­zijde van het toestel niet be­dekt, omdat dat een optimale zend­en ontvangstkwali­teitkan belemmeren.
In de handsfreemodus mag u de telefoon niet tegen uw oor houden.
Het stand-by scherm
Als de telefoon wordt ingeschakeld, probeert de telefoon verbinding met het netwerk te maken. Zodra de verbinding is gemaakt, hoort u een signaal en worden de naam of het logo van de netwerk- en/of serviceprovider weergegeven, samen met de tijd en datum, de signaalsterkte en het laadniveau van de batterij. Als de mobiele telefoon geen geldig netwerk kan vinden, worden de signaalsterkte en de operatornaam niet weergegeven.
Vóór u begint
11
De vier pijlen geven de functies
4
aan die u met de vier pijlen op de cursortoets kunt activeren.
Het ovale symbool onder de pijlen geeft aan dat het menu kan wor­den geopend door op de toets (onder de cursortoets) te drukken.
Internet en SMS geven aan dat u de WAP™- en SMS-diensten rechtstreeks kunt bereiken door op de functietoetsen te druk­ken. Welke functies in de stand-by modus aan de functietoetsen zijn gekoppeld, is afhankelijk van uw serviceprovider. Mogelijk zijn deze toetsen niet geprogram­meerd. U kunt ze programmeren door ze ingedrukt te houden, waarna een lijst met program­meerbare functies wordt weerge­geven. Kies een functie door er met de toetsen en naartoe te scrollen, en bevestig de instel­ling door op te drukken.
wordt ook weergegeven als de
telefoon is verbonden met een GPRS-netwerk1.
Toetsenvergrendeling
Door de toetsenvergrendeling in te schakelen, voorkomt u dat er per ongeluk een oproep wordt gedaan terwijl u de telefoon in bij­voorbeeld een zak of tas bij u draagt. Inkomende oproepen kunnen echter wel worden ont­vangen en beantwoord. Als de
1.De beschikbaarheid van GPRS is operatorafhankelijk
oproep wordt beëindigd, wordt de toetsenvergrendeling automa­tisch opnieuw geactiveerd.
De toetsenvergrendeling activeren:
Houd ingedrukt wordt weergegeven.
De toetsenvergrendeling deacti­veren:
Kies Ontgrendelen en druk op .
Alert tonen
Druk op om de Alert tonen-be­sturing meteen weer te geven (Beltoon aan, Beltoon uit,
Trillen, Trillen & bellen, Trillen en dan bellen).
De telefoon uitzetten
Houd ingedrukt.
Uw handeling wordt bevestigd door een toon. Als de telefoon wordt uitgeschakeld, wordt een bewegend scherm weergegeven.
Haal de batterij niet uit de telefoon zonder het toestel eerst uit te schakelen. U kunt dan gegevens kwijt­raken. Als dit toch gebeurt, wordt een eerste-hulp­symbool weergegeven zodra u de telefoon de volgende keer aanzet.
Energiebesparing
Voor een optimaal gebruik van de telefoon wordt automatisch een schermbeveiliging weergegeven wanneer u de telefoon 1 minuut niet hebt gebruikt. De schermbe­veiliging geeft de naam van uw serviceprovider en de tijd weer.
De energiebesparing belemmert de werking niet. U kunt dus een oproep, een SMS, een melodie, een afbeelding enzovoort ontvan­gen terwijl de energiebesparing is ingeschakeld.
Als u op een willekeurige toets drukt, keert u terug naar een ac­tief scherm.
12
Netwerkdiensten
De beschikbaarheid van dit menu is net­werkafhankelijk (het is mogelijk niet be­schikbaar of wordt Netwerkdiensten,
Netwerk, .... genoemd).
Uw netwerkoperator kan nuttige aanvul­lende diensten, informatie en telefoon­nummers aanbieden. Deze diensten en telefoonnummers zijn opgeslagen op uw SIM-kaart en worden weergegeven in het telefoonmenu zodat ze bereikbaar zijn vanuit het menu Netwerk dienst. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie.
Sommige operators bieden twee diensten op dezelfde SIM-kaart. De weergegeven submenu’s in het menu Netwerk dienst worden dan soms Toepassingen, Dien- sten of Informatie genoemd.
In dit menu kunnen drie soorten services worden geregistreerd:
SIM-applicatietoolkit
Een automatische manier om netwerkgerelateerde services te leveren. Deze diensten hangen af van de SIM-kaart.
Op de SIM-kaart opgeslagen SDN-nummers
Netwerkdiensten
Er kunnen maximaal 32 nummers op de SIM-kaart worden opgeslagen. U kunt deze nummers niet wijzigen of verwijderen.
Informatienummers
Een lijst of menu met nummers van netwerk- of informatiediensten, aan­geboden door het netwerk.
13
Telefoonboek
123
4
123
44123512345
6
U kunt gegevens opslaan in het geheugen van de telefoon en van de SIM-kaart (=telefoonboek). Het telefoongeheugen kan maximaal 255 'uitbreidingskaarten' bevatten ('tele­foonboekkaarten'). Op deze kaarten kunt u verschillende soorten informatie opslaan: achternaam, voornaam, telefoonnummer thuis, mobiel nummer, e-mailadres, adres, bedrijfsinformatie, nummer voor voice dialling,groep en bijbehorend pictogram. De capaciteit van de SIM-kaart kan verschil­len per operator of serviceprovider. In het SIM-geheugenkunt u één naam, één tele­foonnummeren één spraaklabel per kaart opslaan. Wanneer de beschikbare telefoonboekge­gevens worden gelezen, wordt zowel in het SIM-geheugen als in het telefoonge­heugen gezocht.
4
druk op als u vanuit het stand-by scherm recht­streeks naar het telefoon-boek wilt gaan.
Opslaan van namen en telefoonnummers
U kunt rechtstreeks namen en nummers opslaan in het telefoonboek of deze kopiërenvanuit andere bronnen, zoals SMS-berichten, de lijst met laatst gekozen nummers, enzovoort. We adviseren u de nummers op te slaan in de internationale notatie, dus met het voorvoegsel '+' in plaats van '00', zodat de nummers zowel vanuit het eigen land als vanuit het buitenland rechtstreeks kunnen worden gekozen. U kunt op verschillende manieren num­mers opslaan in de telefoonboeken:
Kaart Telefoonnamen
• Vanuit het stand-by scherm: Voer het nummer in. Kies
Opslaan . Kies Telefoon namen . De lijst Thuis, Werk, Mobiel of Fax wordt weergegeven, waarin u het soort nummer kunt kiezen .
Voer de voor de kaart vereiste gegevens in en kies Opslaan om de informatie op te slaan.
• Via het menu: Druk op . Kies Kies Voeg naam toe . Kies Telefoon namen . Voer de voor de kaart vereiste
gegevens in en kies Opslaan om de informatie op te slaan.
1. In het veld Groepen kunt u het type beller aangeven
met behulp van criteria die u eerder hebt ingesteld (zie Een groep kaarten maken, pagina16).
2. Met de lijst Pictogrammen kunt u op de kaart sym-
bolen opslaan die worden weergegeven bij een inko­mend gesprek (zodat u kunt zien wat de categorie van de beller is).
Telefoonboek
Kaart SIM-namen
• Vanuit het stand-by scherm: Voer het nummer in. Kies
Opslaan . Kies SIM namen . Vul de beschikbare velden in
en kies OK om uw invoer te bevestigen.
Kies Opslaan om de infor­matie op te slaan op de kaart.
• Via het menu: Druk op . Kies
boek
. Kies Voeg naam toe . Kies SIM namen . Voer de naam in en kies Typ (of bevestig) het nummer en kies OK . Kies Opslaan om de kaart op te slaan.
Telefoon-
OK
.
.
14
Een ontvangen nummer
1
2
1
2
312345612
3
opslaan
Nummers die zijn opgeslagen in de locaties van laatst gekozen num­mers, ontvangen oproepen, on­beantwoorde oproepen en SMS­berichten kunnen ook worden op­geslagen in het telefoonboek:
In geval van een ontvangen oproep, onbeantwoorde oproep of een SMS-bericht kiest u Opties . Scroll omlaag en kies Nummers als het nummer in een SMS-bericht staat. De berichtnummers worden weer­gegeven. Als er meer nummers beschikbaar zijn, kiest u één van de nummers. Kies
Opslaan
2’
de eerder beschreven procedure uit om een telefoonnaam of een SIM-naamkaart te maken.
4
1. Als u tijdens het invoeren van een nummer een­maal op Wis drukt, verwijdert u het laatste teken. Als u het hele nummer wilt verwijderen, houdt u Wis ingedrukt.
2. De tekens *, +, P (pauze), # en _ kunnen als onderdeel van een nummer worden opgeslagen.
3. U kunt _ (jokertekens) in het nummer opslaan. Wanneer u een nummer met jokertekens belt, kiest u het nummer in het telefoonboek, drukt u op OK en typt u het nummer dat op de plaats van de jokerte­kens moet staan (=ontbrekende cijfers).
4. Als de SIM-kaart of het telefoongeheugen vol zijn, wordt een waarschuwingsbericht weergegeven als u het telefoonboek selecteert.
en voer dan
Een telefoonboek- of SIM-naamkaart bewerken
Vanuit het stand-by scherm:
Druk op om naar het tele­foonboek te gaan. Scroll omlaag naar de gewenste kaart en kies OK .
Scroll omlaag naar de velden die u wilt wijzigen en veran­der ze. Kies Opslaan om
Via het menu:
de wijzigingen op te slaan.
Druk op . Kies Telefoon- boek.
Kies Lezen . Kies een van de opgeslagen
kaarten. Kies Opties . Kies Inzage . Scroll omlaag naar de velden
die u wilt wijzigen en veran­der ze. Kies Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
Tijdens het wijzigen van een kaart kunt u een voice dialling-patroon maken (zie Voice dialling,, pagina18). Het voice dialling-pa­troon kan alleen in de bewer­kingsmodus worden opgenomen.
Een voice dialling-patroon opnemen:
Druk op om naar het tele­foonboek te gaan. Scroll omlaag naar de gewenste kaart en kies OK of kies Opties en vervolgens Inzage . Scroll omlaag naar het veld
Voice dialling OK
het voice dialling-patroon op te nemen of u een reeds opgenomen voice dialling-patroon wilt wijzigen. Herhaal de naam tot deze is opgeslagen (minimaal twee­maal). Spreek de naam zo duidelijk mogelijk uit in een rustige omgeving. Wanneer de spraakpatronen overeenkomen, wordt Opgeslagen weergegeven.
4
Als verschillende nummers op de kaart zijn opgesla­gen, moet u mogelijk het nummer selecteren waaraan u het voice dialling-patroon wilt koppelen. Kies Thuis, Werk of Mobiel als u verschillende nummers op een telefoonboekkaart hebt opgeslagen.
. Kies
en kies
Nieuw
Opnemen
Telefoonboek
om
als
15
Vrije ruimte in het
1
2412312
3
4412345
telefoonboek
De beschikbare ruimte in het telefoonboek bekijken:
Druk op
.
boek
Kies
naar de statistieken van de Telefoonnamen te gaan. Druk
op om naar de statistieken van de SIM-kaart te gaan.
Eventuele vrije geheugenplaatsen in de FDN-lijst wor­den ook weergegeven. Zie Vaste nummers kiezen (FDN: fixed dialling numbers), pagina18 voor meer informatie over FDN-nummers.
Kies Telefoon-
.
Statistieken
om
Nummers uit het telefoon­boek bekijken en bellen
U kunt op twee manieren gegevens die in het telefoonboek zijn op­geslagen bekijken en bellen:
• Rechtstreeks vanuit het stand­by scherm:
Druk op om de telefoon-­boeklijst weer te geven.
De gewenste naam weerge­ven:
- scroll omhoog of omlaag
met de toetsen en
- of druk op een numerieke toets om de letters te gebruiken die aan de toets zijn toegewezen. Bijv.: druk tweemaal op om naar de namen te gaan die met de letter 'B' beginnen.
Druk op .
• Via het menu: Druk op
boek
Kies Op naam zoeken om de telefoonboeklijst weer te geven en scroll vervolgens naar het gewenste nummer.
.
.
Kies Telefoon-
De gewenste naam weerge­ven:
- scroll omhoog of omlaag
met de toetsen en
- of druk op een numerieke toets om de letters te gebruiken die aan de toets zijn toegewezen. Bijv.: druk tweemaal op om naar de namen te gaan die met de letter 'B' beginnen.
De namen uit het telefoonboek worden in alfabetische volgorde weergegeven en zijn opgeslagen in het SIM-geheugen of in het telefoongeheugen.
Druk op .
Als u Opties kiest, wordt het volgende menu weerge­geven: Inzage, Bellen, Verwijderen, Kopiëren, Verplaats,Groepselectie (om kaarten per type groep weer te geven), Zend per IrDA, Zend bericht naar, Verzendenper SMS.
Een groep kaarten maken
Voor het telefoonboek kunnen groepen kaarten worden gedefinieerd. Met deze functie kunt kaarten onderbrengen in een groep en een op bepaalde melodie afspe­len als er een oproep binnenkomt van een van de leden van de groep.
Een groep maken:
Druk op Kies Groepen. Kies een lege sjabloon [...] en kies OK . De volgende opties worden weergegeven:
Optie Functie
Groe­penlijst
Melodie
Typ of selecteer de gevraagde gegevens. Druk op OK om uw keuze te bevestigen.
Druk op Opslaan om de gedefinieerde instellingen op te slaan.
.
Kies
Telefoonboek
Een groepenlijst typen en opslaan.
De melodie selecteren die u aan de gedefinieerde groep wilt koppelen.
.
16
U kunt groepskenmerken wijzigen of ver-
1234123
44123
41231234123
wijderen (kies in het menu Groepen de optie OK om de instellingen te wijzigen of kies Verwijderen om de groep te wissen).
Een groep wijzigen:
Druk op
boek
Kies Groepen . Kies de groep die u wilt wijzi­gen en kies OK . Selecteer vervolgens de groepenlijst en/ of stel het type melodie in. Selecteer de nieuwe instellin­gen (naam/melodie). Kies Opslaan om de instellingen op te slaan.
Een groep selecteren wanneer u een num­mer opslaat:
Voer de procedure voor het opslaan van telefoonnamen, uit (zie Opslaan van namen en tele­foonnummers, pagina14) en vul de kaart Telefoonnamen in.
Scroll omlaag naar Groe- pen en kies OK . Selecteer een van de weerge­geven groepen in de lijst. Selecteer Opslaan om de instellingen op te slaan.
Groepen kunnen alleen worden ingesteld voor de tele­foonnamenkaarten (niet voor de SIM-namenkaarten).
.
.
Mijn kaart
Mijn kaart is een specifieke opslagruimte waar u persoonlijke gegevens kunt invoe­ren. U kunt Mijn kaart gemakkelijk openen en de inhoud ervan via IrDA of SMS naar een ander apparaat verzenden. Mijn kaart heeft dezelfde inhoud als de te­lefoonkaarten, met uitzondering van de velden Groepen en Voice dialling.
Gegevensset invoeren voor Mijnkaart:
Druk op
boek
Kies Mijn kaart . Kies
gevraagde informatie in, net zoals in een telefoonboekkaart (beves­tig elke invoer met
.
Wijzig
. Kies Telefoon-
en voer de
Kies Telefoon-
OK
).
Selecteer Opslaan om de kaart op te slaan.
Mijn kaart verzenden per IrDA:
Druk op
boek
Kies Mijn kaart . Kies Zend per IrDA . De infraroodpoort wordt auto­matisch geopend en de kaart wordt verzonden.
Mijn kaart verzenden per SMS:
Druk op
boek
Kies Mijn kaart . Kies Verzenden per SMS . Voer het mobiele nummer in waarnaar u de kaart wilt verzen­den of kies het nummer in de
lijst Namen
. Kies Telefoon-
.
.
.
en kies
Kies Telefoon-
OK
.
Eigen nummer(s) weergeven
Op de telefoon kunnen uw GSM-hoofd­nummer (Lijn 1), het GSM-nummer voor Lijn 2 (Alternate Line Service) en uw data­communicatie- en faxnummers worden weergegeven (afhankelijk van de SIM­kaart: neem contact op met uw servicepro­vider voor meer informatie). Deze nummers kunnen worden opgeslagen op de SIM­kaart. U kunt ze ook handmatig invoeren.
Uw eigen nummer(s) bekijken, benoemen en wijzigen:
Druk op
boek
Kies Eigen nummers. Het GSM-nummer voor Lijn 1 wordt weergegeven als het op de SIM-kaart is opgesla­gen. Als dat niet het geval is, kiest u Wijzig en typt u uw nummer en naam (kies OK om de ingevoerde informatie op te slaan).
Scroll omlaag om Lijn 2 te bekijken of in te voe­ren, evenals uw faxnummers.
4
De nummers voor Lijn 2, datacommunicatie en fax zijn alleen toegankelijk als uw SIM-kaart een dergelijk abonnement heeft.
.
.
Kies Telefoon-
Telefoonboek
17
Vaste nummers kiezen (FDN:
123
44123
123412345
fixed dialling numbers)
Vaste nummers kiezen is een functie die uitgaande oproepen beperkt tot 'vaste' nummers of 'kengetallen' die zijn opgeno­men op SIM-kaarten die deze functie ondersteunen.Wanneer de FDN-functie is geactiveerd, is het verboden om nummers te kiezen, gesprekken door te schakelen en SMS-berichten te verzenden naar num­mers die niet in de FDN-lijst zijn opgeno­men. Het aantal FDN-vermeldingen dat u kunt opslaan, is afhankelijk van de capaci­teit van de SIM-kaart. Het activeren van de FDN-functie of het registreren van num­mers in de FDN-lijst is beveiligd met PIN2 (neem contact op met uw serviceprovider om een PIN 2-nummer aan te vragen). Het volgende menu (Vaste nummers) en de volgende bewerkingen zijn alleen beschikbaar op uw telefoon als de SIM­kaart de functie Vaste nummers kiezen ondersteunt.
FDN-bewerkingen activeren of de­activeren:
Druk op
boek Kies Vaste nummers. Kies Status .
Kies Aan of Uit. Voer de PIN 2-code in. Kies OK ter bevestiging.
Het is mogelijk dat het submenu Vaste nummers niet beschikbaar is op uw telefoon. Neem contact op met uw serviceprovider -meer informatie.
De nummers bekijken die in de FDN-lijst zijn opgeslagen:
Druk op
boek
Kies Vaste nummers . Kies Inzage en gebruik of om de nummers in de
FDN-lijst te bekijken. Wanneer u op Opties drukt, kunt u telefoonnummers bekijken, kiezen, verwijderen of ze naar het telefoon of SIM-kaartge­heugen kopiëren of verplaat­sen. U kunt ze ook verzenden per IrDA of SMS.
.
.
.
Kies Telefoon-
.
Kies Telefoon-
Nummers in de FDN-lijst invoeren, wijzigen of wissen:
Druk op boek. Kies Vaste nummers . Kies Nieuw . Voer indien nodig PIN2 in. Nu kunt u nummerstoevoegen, bew­erken, verwijderen, kopiëren, verplaatsen en ze per IrDA of SMS verzenden.
In de nummers die in de FDN-lijst worden opgeslagen, mag u jokertekens gebruiken. Met bijvoorbeeld het nummer +31170 72789 kunt u de nummers 7278009 tot en met 7278999 bellen. U kunt het nummer wijzigen en bellen vanuit het stand-by scherm.
.
Kies Telefoon-
Voice dialling,
U kunt ook een nummer bellen met uw stem. Een stempatroon maken:
Druk op boek. Kies Voice dialling .
Kies Nieuwe vermelding . Alle naamvermeldingen wor­den weergegeven.
Gebruik of om de gewenste kaart te kiezen en druk op OK . Als meer telefoonnummers op de kaart zijn geregistreerd (bij­voorbeeld Thuis, Werk of Mobiel), kiest u een nummer door op OK te drukken. U wordt gevraagd de naam tweemaal uit te spreken (praat zo duidelijk mogelijk). Wanneer beide stempatronen overeenkomen, wordt Opgeslagen weergegeven.
4
Als de stempatronen niet overeenkomen, wordt Mislukt weergegeven. Voer de hele procedure voor het registreren van spraakpatronen nogmaals uit.
.
Kies Telefoon-
18
De lijst met voice dialling-
123412312
3
nummers weergeven:
Druk op
boek
Kies Voice dialling . Kies Lijst .
Gebruik of om de gewenste vermelding te bekijken. Kies patroon te beluisteren (
Afspelen
patroon uit de voice dialling­lijst te verwijderen ( om een nieuw stempatroon te maken (
Alle telefoonnummers uit de voice dialling-lijst verwijderen:
Druk op boek. Kies Voice dialling . Kies Wis alles .
Een telefoonnummer bellen via uw stem:
Druk vanuit het stand-by scherm op en houd de
toets ingedrukt. Spreek de naam zo duidelijk mogelijk uit. Het gekozen nummer en een
bewegend pictogram worden op het scherm
weergegeven en de oproep wordt als een gewone oproep verzonden.
. Kies Telefoon-
.
Opties
), om een stem-
Opnemen
. Kies Telefoon-
om het stem-
Wissen
).
) of
Telefoonboek
19
Berichten
123
1234123
Met SMS (Short Message Service) kunt u tekstberichten verzenden naar of ontvan­gen van andere mobiele telefoons. U kunt SMS-berichten opslaan, wijzigen en door­sturen en telefoonnummers uit de berich­ten opslaan. Deze SMS-berichten worden opgeslagen in het telefoongeheugen. Ze kunnen ook op de SIM-kaart worden opgeslagen als ze door een serviceprovider worden verstuurd.
Een ontvangen SMS-bericht lezen
Als u een SMS-bericht ontvangt, hoort u een geluidssignaal en wordt weergege­ven. Het bericht wordt automatisch opge­slagen in de telefoon of op de SIM-kaart. Als
knippert, betekent dit dat het SIM- of telefoongeheugen vol is en er geen andere berichten kunnen worden opgeslagen. Ver­wijder berichten zodat nieuwe berichten kunnen worden bezorgd.
Opgeslagen SMS-berichten lezen
Ongelezen berichten worden aangeduid met en de tekst is vetgedrukt. Reeds gelezenberichten worden aangeduid met.
Druk op Lezen om nieuwe berichten te lezen (alleen vanuit het stand-by scherm).
Druk op . Kies Berichten. Kies
Postvak In , of SIM-
mappen Ontvangen berichten
lijst met berichten weer te geven. Gebruik de pijltjes­toetsen om omhoog of omlaag te scrollen naar het bericht dat u wilt lezen.
Druk op OK of Opties /Lees tekst om het bericht te lezen.
en vervolgens
om de
Ontvangen en opgeslagen SMS-berichten beheren
Druk na het lezen van de SMS-berichten uit het postvak In of de SIM-kaart op Opties om uit te volgende opties te kiezen: Wissen, Wis alles, Lees tekst, Antwoord, Antwoord (+ tekst) om de oorspronkelijke tekst toe te voegen, Door- sturen, (Verplaatsen naar SIM als de berichten in het Postvak In staan), en Nummers (als u de nummers in de SMS­koptekst of -tekst wilt opslaan of bellen).
Berichten verplaatsen naar SIM
U kunt een bericht vanuit het postvak In of het postvak Uit naar het SIM-geheugen ver­plaatsen. Het is echter mogelijk dat het bericht,afhankelijk van de omvang, wordt afgekort (alleen de eerste 160 tekens wor­den naar het SIM-geheugen verplaatst). Wanneer u het bericht naar het SIM-geheu­gen verplaatst, gaan de verzenddatum (voor verzonden berichten) en de 'Kopiëren naar'-geadresseerden verloren. Een bericht naar het SIM-geheugen ver­plaatsen:
Druk op . Kies Berichten. Kies Postvak In of Postvak Uit . Kies het bericht dat u wilt ver­plaatsen ( en ) en kies Opties . Kies Verplaatsen naar SIM .
De geluidssignalen active­ren of deactiveren
Telkens als u een nieuw SMS-bericht ontvangt,hoort u een geluidssignaal. Dit signaal activeren of deactiveren:
Druk op . Kies Berichten. Kies Instellingen . Kies Melding ontvangst . Kies Aan of Uit.
20
De telefoon voorbereiden
12345412345
voor het verzenden van SMS-berichten
Voordat u het eerste SMS-bericht kunt ver­zenden, moet u het nummer van het SMS­centrum van het netwerk opslaan (ver­krijgbaar bij uw serviceprovider):
Druk op . Kies Berichten. Kies Instellingen . Kies Profielen verzenden . Typ het nummer van het berich­tencentrum of selecteer een sja­bloon (als er meer beschikbaar zijn) en voer vervolgens de gevraagde informatie in (per operator verschillend). Kies Opslaan ter bevesti- ging.
Het is mogelijk dat u uw verzendprofiel niet mag wij­zigen (formaat en geldigheidsduur). Neem contact op met de serviceprovider voor meer informatie.
Als het nummer van het SMS-centrum al beschikbaar is op de SIM-kaart, wordt het automatisch weergegeven. Als u een verzendprofiel voor uw bericht wilt kiezen:
Druk op . Kies Berichten. Kies Instellingen . Kies
Profielen verzenden
en kies het profiel dat u wilt gebruiken (als er al profielen zijn opgeslagen) of kies een van de lege profielen ( Vul de volgende velden in:
Velden Beschrijving
Naam
Berichten-
centrum
Formaat
Geldig-
heidsduur
De profielnaam typen. Het centrumnummer typen. Het berichttype instellen: tekst, spraak, fax of paging. De tijd die het bericht in het berichtencentrum blijft voordat het wordt afgeleverd.
Kies Opslaan ter bevestiging.
[...]
) .
Stan-
daard
Profiel1
Gedefini-
eerd door
operator
Tekst
Maximum
Tekst invoeren
Voor bepaalde kenmerken en functies (zo­als het opslaan van namen in het geheugen of het verzenden van SMS-tekstberichten, Bureauhulp, Verbinding, Internet, Instellin­gen, ...) moet u weten hoe u tekst op het scherm invoert en bewerkt. Op het scherm wordt dit weergegeven door in kleine letters en door in hoofdletters. Tekst en alfabetische tekens kunnen dan rechtstreeks via het toetsen­blok worden ingevoerd of gewijzigd. U kunt op twee manieren tekst en num­mers invoeren. De Multitap- of Multipress­methode en de snellere, intuïtieve metho­de T9-tekstinvoer. Druk op om tussen de T9-methodeen
de Multitap-methode te schakelen. In de T9-modus wordt in het bovenste ge­deelte van het display weergegeven om aan te geven dat T9 de huidige modus is.
wordt in het onderste gedeelte van het scherm weergegeven om aan te geven dat u de Multitap-tekstmethode kunt activer­en door op te drukken. In de Multitap­modus wordt in het bovenste gedeelte van het display weergegeven om aan te geven dat Multitap de huidige modus is.
wordt in het onderste gedeelte van het scherm weergegeven om aan te geven dat u de T9-methode kunt activeren door op
te drukken.
De Multitap/ Multipress-methode
Dit is de standaardmethode voor het invoeren van tekst. Wanneer u kort op een toets drukt, verschijnt het eerste letterteken dat aan die toets gekoppeld is en wor­den de andere beschikbare tekens bovenaan op het display weerge­geven. Hieronder volgt de lijst met beschikbare tekens (deze lijst is taalafhankelijk):
Toets Teken
Kleine letters Hoofdletters 1 . , - ' @ : ?
a b c 2 A B C 2
Berichten
21
Toets Teken
1
2
d e f 3 D E F 3 g h i 4 G H I 4
m n o 6 M N O 6 p q r s 7 P Q R S 7 t u v 8 T U V 8 w x y z 9 W X Y Z 9 0 Kort drukken (alleen ac­tief bij kleine letters): om de volgende letter om te zetten van een hoofdlet­ter in een kleine letter. Lang drukken: om alle volgende letters te schakelen tussen hoofdlet­ters en kleine letters. Kort indrukken: om een spatie in te voeren. Lang indrukken geeft toe­gang tot speciale tekens.
( ) % ! ; " _ @ § + # * / & = < > ~ ¥ $
¡ ¿ \ Met kort indrukken ver­plaatst u de cursor een positie naar links of rechts in de tekst. Met lang indrukken verplaatst u de cursor naar het be­gin of het einde van de tekst. Wisselen tussen Multitap/ Multipress-methode en T9-tekstinvoer
Om tekst in te voeren drukt u her­haaldelijk op de toets waarop het gewenste teken staat afgebeeld tot het op het display staat. Als u het nummer dat op de toets staat wilt invoeren, houdt u de toets in­gedrukt. Als u twee tekens van dezelfde toets nodig hebt, wacht u enkele seconden nadat u het eerste teken hebt getypt (totdat de toetstekens van het bovenste
j k l 5 K L 5
gedeelte van het scherm zijn ver­dwenen) of drukt u op voordat u nogmaals op de toets drukt. U kunt fouten verbeteren door kort op Wissen te drukken.
U kunt alle tekst wissen door deze toets ingedrukt te houden. Gebruik of om de cursor in de tekst te verplaatsen. Het in­drukken van geeft toegang tot 25 speciale tekens:
Een teken kiezen en in de tekst in­voegen:
Verplaats de cursor naar het gewenste teken (met de toet-
sen , , en ).
Kies OK . Voorbeeld: Als u Card wilt typen,
• drukt u op en kiest u
Berichten.
• Kies Schrijf nieuw.
• Vul het veld Aan in (zie Een
nieuw SMS-bericht verzenden, pagina23).
• In het veld Tekst drukt u op
en houdt u de toets ingedrukt tot wordt weergegeven.
Druk driemaal kort op , C wordt weergegeven.
• Wacht tot de voor de toets
beschikbare tekens (bovenste gedeelte van het display) zijn verdwenen en druk dan lang
op totdat wordt weer­gegeven. Druk eenmaal op , de a wordt weergegeven.
• Druk driemaal op , de r
wordt weergegeven.
• Druk eenmaal op , de d
wordt weergegeven. Nu wordt het woord Card weergegeven.
22
Loading...
+ 50 hidden pages