Minolta DIMAGE Xt User Manual [nl]

GEBRUIKSAANWIJZINGNL
9222-2786-15 P/ME-A302
2 VOORDAT U BEGINT
Gefeliciteerd met uw aanschaf van dit Minolta product. Neem de tijd deze gebruiksaanwijzing goed door te lezen, zodat u alle mogelijkheden van uw nieuwe digitale camera ten volle kunt benutten.
Controleer de paklijst voordat u dit product gaat gebruiken.Ontbreekt er iets, neem dan contact op met uw handelaar.
Minolta DiMAGE Xt digitale camera Lithium-ion batterij NP-200 Lithium-ion batterijlader BC-300 Polsriem HS-DG100 SD geheugenkaart AV-kabel AVC-200 USB-kabel USB-500 DiMAGE software CD-ROM DiMAGE Viewer gebruiksaanwijzing (PDF) Cameragebruiksaanwijzing (PDF) Garantiekaart
VOORDAT U BEGINT
Apple, het Apple logo, Macintosh, Power Macintosh, Mac OS en het Mac OS logo zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Computer Inc. Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. De officiële naam van Windows is Microsoft Windows Operating System. Pentium is een geregistreerd handelsmerk van Intel Corporation. Power PC is een handelsmerk van International Business Machines Corporation. QuickTime is een handelsmerk dat onder licentie wordt gebruikt. USB DIRECT-PRINT is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation. Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectievelijke eigenaren.
CORRECT EN VEILIG GEBRUIK
NP-200 Lithium-ion batterijen
De DiMAGE Xt werkt met een kleine, maar krachtige lithium-ion batterij. Verkeerd gebruik van de lithi­um-ion batterij kan schade of letsel veroorzaken als gevolg van brand, elektrische schokken en che­mische lekkage. Lees en begrijp alle waarschuwingen voordat u met de batterij gaat werken.
GEVAAR
•Veroorzaak geen kortsluiting, neem de batterij niet uit elkaar en beschadig of modificeer hem niet.
•Stel de batter ij niet bloot aan brand of hoge temperaturen boven 60°C.
•Stel de batter ij niet bloot aan water of vocht. Water kan de veiligheidsvoorzieningen van de batterij doen corroderen of beschadigen, en kan leiden tot oververhitting, ontbranding, breuk of lekkage van de batterij.
• Laat de batter ij niet vallen, stel hem niet bloot aan harde slagen. Slagen kunnen de ingebouwde vei­ligheidsvoorzieningen beschadigen, en kunnen leiden tot oververhitting, ontbranding, breuk of lekka­ge van de batterij.
•Bewaar de batterij niet in of bij metalen producten.
• Gebr uik de batterij niet voor andere producten.
• Gebr uik uitsluitend de opgegeven lader. Een ongeschikte lader kan leiden tot schade of letsel door brand of een elektrische schok.
• Gebr uik een batterij niet als hij lekt. Komt er batterijvloeistof in uw oog, spoel het oog dan onmiddel­lijk schoon met een royale hoeveelheid schoon water en neem contact op met een arts. Komt batte­rijvloeistof in contact met uw huid of kleding, maak de plek dan grondig schoon met water.
• Gebr uik of laad de batterij alleen bij een omgevingstemperatuur van 0° tot 40°C (32° tot 104°F) en een relatieve luchtvochtigheid van 45% tot 85%. Bewaar de batterij alleen bij omgevingstemperatu­ren van -20° tot 30°C (-4° tot 86°F) en een relatieve luchtvochtigheid van 45% tot 85%.
WAARSCHUWING
• Plak de contacten van een voor recycling in te leveren lithium-ion batterij af om kortsluiting te vermij­den;Volg altijd de plaatselijke regels voor de inzameling/verwerking van lege batterijen op.
•Is de batterij na de opgegeven laadtijd niet opgeladen, stop dan het laden en ontkoppel de lader van het stopcontact.
3
4 CORRECT EN VEILIG GEBRUIK
WAARSCHUWING
• Gebr uik alleen het in deze gebruiksaanwijzing opgegeven batterijtype.
• Gebr uik uitsluitend de opgegeven lader of netvoedingsadapter binnen het voltagebereik dat op het apparaat staat. Gebruik van een verkeerde adapter of een verkeerd voltage kan leiden tot schade of letsel als gevolg van brand of elektrische schokken.
• Gebr uik het lichtnetsnoer van de lader alleen in de verkoopregio waarvoor het is bedoeld. Een ver­keerd voltage kan leiden tot schade of letsel als gevolg van brand of een elektrische schok.
• Haal camera of lader niet uit elkaar. Wordt een hoogvoltage-circuit binnenin het product aangeraakt, dan kan dat leiden tot elektrische schokken en/of letsel.
•Verwijder direct de batterij of ontkoppel de lichtnetadapter of lader van het lichtnet wanneer de came­ra is gevallen of stoten/klappen heeft opgelopen waarbij het binnenwerk, en dan met name de flitser, bloot is komen te liggen.De flitser heeft een hoogvoltage-circuit dat elektrische schokken en/of letsel kan veroorzaken.Voortgaand gebruik van een beschadigd product kan leiden tot letsel en/of brand.
• Houd de batter ij, de geheugenkaart en kleine voorwerpen die ingeslikt kunnen worden buiten het bereik van kleine kinderen. Neem direct contact op met een ar ts wanneer er iets is ingeslikt.
•Bewaar dit product buiten het bereik van kinderen.Wees voorzichtig in de nabijheid van kinderen;u zou ze met dit product per ongeluk kunnen raken/verwonden.
• Laat de flitser niet van korte afstand in de ogen flitsen. Dat kan tot schade aan het gezichtsvermogen leiden.
•Flits niet in de r ichting van bestuurders van voertuigen. Verblinding en afleiding kunnen tot ongeluk­ken leiden.
• Gebr uik de LCD-monitor niet wanneer u loopt of een voertuig bestuurt. Het kan leiden tot letsel of ongelukken.
•Kijk niet naar de zon of sterke lichtbronnen via de zoeker.Het kan uw gezichtvermogen aantasten en tot blindheid leiden.
ALGEMENE GEBRUIKSWAARSCHUWINGEN
Neem onderstaande waarschuwingen aangaande het gebruik van digitale camera’s en accessoires goed door.
• Gebr uik deze producten niet in een vochtige omgeving, en bedien ze niet met natte handen.Treedt er vloeistof binnen, verwijder dan onmiddellijk de batterij of ontkoppel de netvoeding, en stop het gebruik. Voortgaand gebruik van een een product dat aan vloeistoffen is blootgesteld kan schade of letsel door vuur of elektrische schokken veroorzaken.
• Gebruik deze producten niet in de nabijheid van ontvlambare gassen of vloeistoffen als benzine, w as­benzine of thinner.Gebruik nooit ontvlambare producten als benzine, wasbenzine of thinner om deze producten schoon te maken. Het gebruik van ontvlambare schoonmaakmiddelen en oplosmiddelen kan tot een explosie of brand leiden.
•Trek nooit aan het snoer wanneer u de netvoedingsadapter of lader van het stopcontact wilt loskop­pelen.Trek altijd aan de stekker.
•Beschadig, verdraai, verander, verhit het snoer van de netvoedingsadapter/laadapparaat nooit en plaats er nooit zware objecten op. Een beschadigd snoer kan leiden tot schade of letsel door brand of elektrische schokken.
•Verspreiden de producten een vreemde geur, hitte of rook, stop dan onmiddellijk het gebruik. Verwijder meteen de batter ij en let daarbij goed op dat u zich niet brandt; batterijen kunnen door gebruik heet worden.Voortgaand gebruik van een beschadigd product kan leiden tot letsel of brand.
• Is reparatie nodig, breng of stuur het product dan naar de Technische dienst van Minolta
5
6 CORRECT EN VEILIG GEBRUIK
• Gebr uik of bewaar deze producten niet in een warme of vochtige omgeving, zoals het dashboard­kastje of de bagageruimte van een auto.Het kan schade aan de camera, de lader en de batterij ver­oorzaken, en kan leiden tot brandwonden of ander letsel door hitte, brand, explosie of lekkage van batterijvloeistof.
•De temperatuur van camera, lader en batterij stijgt na langer gebruik. Pas op v oor aanraking v an heet geworden onderdelen.
• Na lange gebr uiksperioden kunnen de geheugenkaart en de batterij heet worden. Wees dus voor­zichtig wanneer u ze direct na gebruik uit de camera verwijdert.Schakel anders de camera uit en laat hem even afkoelen.
• Laat de flitser niet afgaan terwijl hij in contact is met mensen of objecten. Bij de flitser komt veel ener­gie vrij en ontstaat hitte.
•Druk niet op de LCD-monitor. Een beschadigde monitor kan letsel veroorzaken en de vloeistof uit de monitor is ontvlambaar. Komt vloeistof uit de monitor in contact met de huid, reinig de plek dan met schoon water.Komt vloeistof uit de monitor in contact met de ogen, spoel het dan onmiddellijk weg met veel water en neem contact op met een arts.
• Gebr uikt u de lichtnetadapter of lader, steek de stekker dan goed in het stopcontact.
• Gebr uik geen transformators of reisadapters in combinatie met het laadapparaat. Gebruik van dit soort apparaten kan leiden tot brand of schade aan het product.
• Gebr uik de lichtnetadapter of /lader niet wanneer het snoer beschadigd is.
• Bedek de lichtnetadaptero lader niet. Het kan tot brand leiden.
•Verberg de lichtnetadapter of lader niet. In geval van nood moet hij snel van het lichtnet kunnen wor­den ontkoppeld.
•Trek de stekker van de lichtnetadapter of lader uit het stopcontact wanneer hij niet wordt gebruikt.
LET OP
This device complies with Part 15 of the FCC Rules.Operation is subject to the following two conditions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) this device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation. Changes or modifications not approved by the party responsible for compliance could
void the user's authority to operate the equipment. This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules.These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation.This equipment generates, uses and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular instal­lation. If this equipment does cause har mful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the interfe­rence by one or more of the following measures:
• Reor ient or relocate the receiving antenna.
•Increase the separation between the equipment and the receiver.
• Connect the equipment to an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected.
• Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help. Tested by the Minolta Corporation 101 Williams Drive, Ramsey, New Jersey 07446, U.S.A.
Do not remove the ferrite cores from the cables.
Dit teken op uw camera geeft aan dat het voldoet aan de eisen van de EU (Europese Unie) op het gebied van apparatuur die storing kan veroorzaken. CE staat voor Conformité Européenne (Europese Conformiteit).
This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003. Cet appareil numérique de la classe B est conforme à la norme NMB-003 du Canada.
Op het product kunt u de volgende merktekens tegenkomen:
7
Digital Camera:
Tested To Comply With FCC Standards
FOR HOME OR OFFICE USE
8 INHOUD
INHOUD
Benaming van de onderdelen..............................................................................................................12
Voorbereiding.......................................................................................................................................14
Plaatsen van de lithium-ion batterij .........................................................................................14
Laden van de lithium-ion batterij .............................................................................................15
Aanduiding batterijconditie .................................................................................................... ..16
Automatische uitschakeling.....................................................................................................16
Lichtnetadapter (apart verkrijgbaar) ........................................................................................17
Bevestiging van het polsriem...................................................................................................17
Plaatsen en verwijderen van de geheugenkaart.....................................................................18
Over geheugenkaarten ............................................................................................................19
Datum en tijd instellen.............................................................................................................20
Opname - basishandelingen ................................................................................................................22
Vasthouden van de camera.....................................................................................................22
Camera op opnemen instellen ................................................................................................22
Zoomobjectief gebruiken.........................................................................................................23
Weergave LCD-monitor- opnamestand...................................................................................24
Waarschuwing cameratrilling...................................................................................................24
Standaard opnamehandelingen ..............................................................................................25
Scherpstelvergrendeling..........................................................................................................26
Scherpstelbereik......................................................................................................................26
Scherpstelsignalen .................................................................................................................27
In het hoofdstuk Voorbereiding leest u hoe u de camera gebr uiksklaar maakt. U vindt daar complete informatie over de stroombronnen en de opslagkaarten. De standaard handelingen voor gebruik van de camera worden behandeld onder Opname - basishandelingen op blz.22 tot 31 en onder Weergave
- basishandelingen op blz. 32 tot 35. Lees de complete tekst over het overspelen voordat u de camera op de computer aansluit.
Veel van de functies van deze camera worden geregeld via menu’s. In de teksten over het navigeren door de menu’s vindt u hoe u instellingen verandert. Direct daarna worden de mogelijke instellingen besproken.
In de appendix vindt u informatie met behulp waarvan u problemen met het gebruik van de camera kunt oplossen. Ook leest u er hoe u de camera dient te onderhouden en op te bergen. Bewaar deze gebruiksaanwijzing s.v.p. op een veilige plaats.
Speciale scherpstelsituaties....................................................................................................27
Flitsstanden .............................................................................................................................28
Flitsbereik - Automatische werking..........................................................................................29
Flitssignalen.............................................................................................................................29
Weergavetoets - opnamestand................................................................................................30
Weergave - basishandelingen..............................................................................................................32
Scherm enkelvoudige weergave..............................................................................................32
Beelden bekijken.....................................................................................................................33
Individuele beelden wissen......................................................................................................33
Weergavetoets - weergavestand.............................................................................................33
Weergavetoets - snelweergave (Quick View)..........................................................................34
Vergrote weergave.............................................................................................................. .....35
Opname - geavanceerde handelingen.................................................................................................36
Weergave LCD-monitor - geavanceerd...................................................................................36
Belichtingscorrectie..................................................................................................................36
Navigeren door het opname-menu..........................................................................................38
Transportstanden (Drive mode)...............................................................................................40
Continu.............................................................................................................................41
Zelfontspanner.................................................................................................................42
Witbalans.................................................................................................................................43
Beeldgrootte en beeldkwaliteit.................................................................................................44
Toetsfuncties aanpassen.........................................................................................................46
Belichting corrigeren via het menu..........................................................................................46
Cameragevoeligheid - ISO......................................................................................................47
Flitsbereik en cameragevoeligheid..........................................................................................47
Lichtmeetmethoden.................................................................................................................48
Ruisonderdrukking...................................................................................................................48
Automatisch terugzetten..........................................................................................................49
Kleurinstelling ..........................................................................................................................49
Voice memo.............................................................................................................................50
Datum in beeld ........................................................................................................................51
Digitale zoom ...........................................................................................................................52
Direct terugzien ............................................................................................................... ........53
Spot AF....................................................................................................................................54
Opnamen maken zonder geheugenkaart ................................................................................55
Film- en audio-opname ........................................................................................................................56
Filmopname.............................................................................................................................56
Audio-opname .........................................................................................................................57
Navigeren door het film/audio-opnamemenu..........................................................................58
Opmerkingen over filmopname ...............................................................................................59
9
10 INHOUD
Weergave - geavanceerde handelingen...............................................................................................60
Voice memo's en gesproken commentaar afspelen................................................................60
Films en en audio-opnamen afspelen.....................................................................................61
Navigeren door het menu van de weergavestand...................................................................62
Beeldselectiescherm ...............................................................................................................64
Beeld-en audiobestanden wissen............................................................................................65
Gesproken commentaar..........................................................................................................66
Beeld- en audiobestanden beveiligen.....................................................................................67
Diashow...................................................................................................................................68
Over DPOF ..............................................................................................................................70
Een DPOF printopdracht aanmaken.......................................................................................70
Opdracht voor een index print.................................................................................................71
E-mail-kopie.............................................................................................................................72
Beelden op televisie bekijken..................................................................................................73
Setup-stand .........................................................................................................................................74
Navigeren door het setup-menu ..............................................................................................74
Helderheid LCD-monitor ..........................................................................................................76
Geheugenkaarten formatteren ................................................................................................76
Geheugen bestandsnummers (#) ...........................................................................................77
Bestandsnaam.........................................................................................................................77
Taal .........................................................................................................................................78
Audiosignalen..........................................................................................................................78
Shutter FX ..................................................................................................................... ..........78
Custom FX opname.................................................................................................................78
Automatische uitschakeling.....................................................................................................80
Volume.....................................................................................................................................80
Alles terugzetten op standaard................................................................................................80
Datum en tijd ...........................................................................................................................82
Datumvolgorde ........................................................................................................................82
Video output ............................................................................................................................82
Overspeelmethode ..................................................................................................................82
Data-overspeelstand ............................................................................................................................83
Systeemseisen ........................................................................................................................83
Camera op een computer aansluiten......................................................................................84
Aansluiten op Windows 98 en 98SE.......................................................................................86
Automatische installatie...................................................................................................86
Handmatige installatie......................................................................................................87
QuickTime systeemeisen ........................................................................................................8 9
Automatische uitschakeling - data-overspeelstand .................................................................89
Map-indeling op de geheugenkaart .........................................................................................90
Camera van de computer loskoppelen....................................................................................92
Windows 98 en 98SE ......................................................................................................92
Windows Me, 2000 Professional en XP...........................................................................92
Macintosh.........................................................................................................................93
Geheugenkaart verwisselen - data-overspeelstand................................................................94
USB DIRECT-PRINT gebr uiken ..............................................................................................94
Opmerkingen over printfouten.................................................................................................96
Navigeren door het USB DIRECT-PRINT menu .....................................................................96
DPOF bestanden printen.........................................................................................................97
Systeemeisen online camera ..................................................................................................98
De remote camera driver installeren.......................................................................................98
Aansluiten van de camera .....................................................................................................100
Opmerkingen over cameragebruik........................................................................................101
Appendix .......................................................................................................................................102
Problemen oplossen ..............................................................................................................102
Over het snoer van de lithium-ion batterijlader .....................................................................104
Waarschuwingslampje zoeker ...............................................................................................105
Driver-software verwijderen - Windows.................................................................................106
Verzorging en onderhoud......................................................................................................107
Technische gegevens............................................................................................................110
11
12
BENAMING VAN DE ONDERDELEN
* Deze camera is een geavanceerd optisch instrument. Denk er goed aan de gemarkeerde onderde­len goed schoon te houden.Lees ook de informatie over opslag en onderhoud achterin deze gebruiks­aanwijzing (blz. 107).
Flitser (blz. 28)
Zelfontspannerlampje (blz.42)
Objectief*
Hoofdschakelaar
Microfoon
AV-uitgang/
USB-aansluiting
Statiefaansluiting
Deurtje batterij/kaar truimte (blz. 14, 18)
Voedingsaansluiting (blz. 17)
Ontspanknop
Zoekervenster*
Laadcontacten*
BENAMING VAN DE ONDERDELEN
Zoeker*
Aanduidingslampje (blz. 105)
Keuzeknop
Stuureenheid
LCD-monitor*
Weergavetoets (blz. 30, 34)
Quick View / Wissen toets (blz.32, 33)
Menu-toets
Luidspreker
Opnamestand film/audio (blz. 56)
Oogje polskoord (blz.17)
Weergavestand (blz. 32)
Flitstoets (blz. 28)
Opnamestand (blz. 22)
Setup-stand (blz. 74)
13
14 VOORBEREIDING
VOORBEREIDING
PLAATSEN VAN DE LITHIUM-ION BATTERIJ
Deze digitale camera maakt gebruik van een NP-200 lithium-ion batterij.Lees voordat u de batterij gebruikt de waarschuwingen op blz 3 en 4 van deze gebruiksaanwijzing.Gaat u de batterij verwisselen, zet dan de camera uit.
Schuif het deurtje van de batterijruimte naar de voorzijde van de camera om het deurtje te ontgrendelen (1). Open het deurtje.
1
2
3
4
Schuif de batterijvergrendeling naar de achterkant van de camera om de batterij te plaatsen (2). Schuif de batterij in de batterijruimte, de contacten eerst, totdat de batterij achter de vergrendeling vast­klikt.
Wilt u de batterij verwijderen, schuif de vergrendeling dan naar de achterkant van de camera totdat de batterij vrijkomt (5).Trek de batterij uit de batterijruimte omhoog (6).
Sluit het deurtje van de batterijruimte (4) en schuif het naar de achterzijde van de camera om de vergrendeling in wer­king te stellen.
Na het plaatsen van de batterij kan de tijd-/datum-melding op de monitor verschijnen. Het instellen van de klok en de kalender wordt behandeld in de custom-2-sectie van het set­up-menu (blz. 18). Een ingebouwde batterij zorgt voor be­houd van de klok-, kalender- en geheugeninstellingen voor een periode van meer dan 24 uur, wanneer de camera mini­maal 5 minuten in gebruik was voordat de batterij werd ver­wijderd.
LADEN VAN DE LITHIUM-ION BATTERIJ
Voordat u de camera kunt gebruiken moet de lithium-ion batterij worden opgeladen. Lees voordat u de batterij oplaadt de waarschuwingen op blz. 3 en 4 van deze gebruiksaanwijzing. Laad de batter ij uit­sluitend met behulp van de meegeleverde lader. Het is het beste de batter ij voor elke opnamesessie op te laden. Kijk op blz. 108 voor batterij-onderhoud en opslag.
Er kan per keer één batterij worden geladen. Schuif de batterij als aangegeven in de lader. Het batterijlampje (3) brandt om aan te geven dat de batterij wordt opge­laden.Het lampje gaat uit wanneer het laden is voltooid. De laadtijd is ongeveer 80 minuten.
1
2
3
Plaats de camera met de voorkant naar voren in de lader.Het laadlampje (3) brandt om aan te geven dat de batterij wordt opgeladen. Het lampje gaat uit wanneer het laden is voltooid. De laadtijd is ongeveer 120 minu­ten. Om het laden van de batterij mogelijk te maken moet de camera uitgeschakeld zijn. Knippert het laad­lampje langzaam, controleer dan of de batterij in de camera zit.
Verwijder na het laden de camera uit de lader. Trek de stekker uit het stopcontact.
Steek het netsnoer in de achterzijde van de lader (1).Steek het andere eind van het snoer in een stopcontact.Het mee­geleverde netsnoer is bedoeld voor een specifieke verkoop­regio.Gebruik het netsnoer alleen in de verkoopregio waar­in het werd gekocht. Meer informatie over het netsnoer op blz. 104.
15
16 VOORBEREIDING
AANDUIDING BATTERIJCONDITIE
Batterij vol - de batterij is volledig opgeladen. Dit symbool is te zien wanneer de camera aan staat.
Waarschuwing lege batterij - batterij is bijna leeg. De batterij moet zo snel mogelijk worden vervangen. Deze waarschuwing verschijnt automatisch en blijft op de monitor zichtbaar totdat er een volle batterij in de camera zit.Komt de energievoorraad onder dit niveau als de camera aan staat, dan verschijnt de melding dat de batterij uitgeput is vlak voordat de camera zichzelf uitscha­kelt.
AUTOMATISCHE UITSCHAKELING
Om stroom te sparen schakelt de camera zichzelf uit wanneer er drie minuten lang geen handelingen met de camera zijn uitgevoerd. Druk op de hoofdschakelaar om de camera weer te activeren. De wachtduur voor de automatische uitschakeling kan worden veranderd in de custom-1-sectie van het setup-menu (blz.74). Is de camera op een computer aangesloten, dan wordt de wachttijd voor de auto­matische uitschakeling ingesteld op 10 minuten; deze wachttijd kan niet worden veranderd.
Deze camera is uitgerust met een automatisch verschijnende aanduiding voor de batterijconditie op de LCD-monitor.Het symbool verandert van wit in rood als de batterij leeg raakt.
Batterij half vol - de batterij is nog maar gedeeltelijk geladen. Dit symbool ver­schijnt wanneer de camera wordt ingeschakeld.De LCD-monitor gaat uit wan­neer de flitser aan het laden is.
Is er onvoldoende energie om de camera te laten werken, dan wordt het lamp­je naast de zoeker rood en het zal drie seconden knipperen.De camera is dan geblokkeerd, er kan geen opname worden gemaakt. De batterij moet worden opgeladen.
LICHTNETADAPTER (APART LEVERBAAR)
Met de lichtnetadapter AC-4 of AC-5 kunt u de camera v anuit het lichtnet v an stroom voorzien. Gebruik van een lichtnetadapter is aan te raden wanneer de camera op de computer wordt aangesloten en bij intensief gebruik. Lichtnetadapter AC-4 is bestemd voor gebruik in Noord-Amerika, Japan en Taiwan, de adapter AC-5 is bestemd voor alle andere delen van de wereld. De batterij kan niet met de lichtnetadapter worden geladen.
Steek de mini-plug van de lichtnetadapter in de voedingsaansluiting (1).
Steek de stekker van de lichtnetadapter in een stopcontact.
Zet de camera uit voordat u op een andere stroombron overgaat.
Houd de riem altijd om uw pols, om te voorkomen dat de camera per ongeluk valt.
Steek de smalle lus van de polsriem door het oogje van de camera (1).
Steek het andere eind van de riem door de lus en trek hem aan (2).
1
2
1
POLSRIEM BEVESTIGEN
17
18 VOORBEREIDING
PLAATSEN EN VERWIJDEREN VAN DE GEHEUGENKAART
Om de camera te gebruiken moet er een SD (Secure Digital) geheugenkaart of MultiMediaCard in zijn geplaatst. Zit er geen kaart in de camera, dan verschijnt de “no-card” waarschuwing op de LCD-moni­tor; er kan dan één foto worden gemaakt en opgeslagen.(blz. 55).
Gaat u een geheugenkaart verwisselen, zet dan eerst de camera uit en verzeker u ervan dat het lampje niet oranje knippert; anders kan de kaart beschadigd raken en kan beeldinformatie verloren gaan.
Schuif het deurtje van de batterijruimte naar de bodem van de camera om het deurtje te ontgrendelen (1). Open het deurtje.
Schuif de geheugenkaart helemaal in de kaartsleuf en laat hem los (2). De kaart moet in de sleuf vastklikken.
Plaats de kaart met de voorzijde naar de voorzijde van de camera. Duw de kaart altijd recht naar beneden, nooit schuin. Forceer de kaart nooit. Past een kaart niet, controleer dan of hij goed is geplaatst. Wordt een MultiMediaCard verkeerd geplaatst, dan klikt hij vast, maar het deurtje van de batterij/kaartr uimte zal niet dicht gaan.
Wilt u een kaart verwijderen, druk hem dan in en laat hem los (3). De kaart kan nu uit de sleuf worden genomen
Sluit het deurtje van de batterijruimte en schuif het naar de bovenkant van de camera om het te vergrendelen (4).
1
2
3
4
De responstijd bij opname en weergave is met een MultiMediaCard langer dan bij gebruik van een SD geheugenkaart. Dat is geen mankement; het is het gevolg van de technische eigenschappen van de kaarten. Gebruikt u kaarten met een grote capaciteit, dan zullen sommige bewerkingen, zoals bijvoor­beeld wissen, meer tijd in beslag nemen.
De SD geheugenkaart heeft een beveiligingsschuifje, waar­mee kan worden voorkomen dat beeldinformatie wordt gewist. Schuift u het schuifje omlaag, dan is de informatie op de kaart beveiligd.Is de kaart beveiligd, dan kan er echter ook niet op worden opgenomen. Wordt er geprobeerd een beeld op te nemen of te wissen, dan verschijnt de melding dat de kaart vergrendeld is (locked); ook zal het LED-lampje bij de zoeker rood worden en snel knipperen. Kijk voor informatie over onderhoud en opslag van geheugenkaarten op blz. 108.
Verschijnt de melding dat de kaart niet kan worden gebruikt (unable to use), dan kan het nodig zijn de kaart die in de camera zit te formatteren. Als een kaar t in een andere came­ra is gebruikt moet hij soms ook opnieuw worden geformat­teerd voordat hij te gebruiken is.Een kaart kan worden gefor­matteerd in de basic-2-sectie van het setup-menu (blz. 74). Wordt een kaart geformatteerd, dan wordt alle informatie die erop staat gewist.
OVER GEHEUGENKAARTEN
Beveili­gings­schuif
Vergren­delde posi­tie
19
20 VOORBEREIDING
DA TUM EN TIJD INSTELLEN
Als de camera voor de eerste maal wordt gebruikt moeten de klok en de kalender van de camera in het setup-menu worden ingesteld.Bij het opslaan van beeldbestanden worden datum en tijd van opna­me automatisch geregistreerd. Afhankelijk van de regio kan het ook nodig zijn de menu-taal in te stel­len. Kijk voor het veranderen van de taal bij Camera-info op de volgende bladzijde.
Zet de camera aan door de hoofdschakelaar naast de ontspanknop in te drukken (1).
Draai de keuzeknop in de setup­stand (2).
Navigeren door het menu is eenvoudig. Met de toetsen van de stuureenheid verplaatst u de cur­sor en verandert u de menu-instellingen. Door de zoomtoets in te drukken selecteert u menu-opties en stelt u aanpassingen in.
Basic Custom1 Custom2
LCDbrightness Format File # memory Folder name Std. form
Off
Language English
1
2
Stuureenheid
Reset default
Date format Video output Transfer mode
YYYY/MM/DD NTSC Data storage
Gebruik de rechts-toets om de custom-2-tab bovenin het menu te activeren.
Duw de zoomtoets omlaag om de menu-optie Date/Time set te markeren.
Druk de zoomtoets in om het instelscherm op te roepen.
Gebruik de links- en de rechts-toets om de eenheid te kiezen die u wilt veranderen.
Druk de zoomtoets in om de klok en de kalender in te stellen. Het setup-menu verschijnt.
:enter
Date/Time set
Druk op de rechts-toets. “Enter” verschijnt aan de rechterzijde van het menu.
Setup-menu: custom-2-sectie
Instelscherm datum/tijd
Verander de waarde door de zoomtoets omhoog/omlaag te bewegen.
Voor klanten in bepaalde taalgebieden dient de taal ook te worden ingesteld. Markeer de taal­optie (language) in de basic-sectie van het setup-menu.Druk op de rechts-toets om de taal-instel­lingen te laten verschijnen. Mar keer door de zoomtoets omhoog/omlaag te bewegen de gewen­ste taal. Druk de zoomtoets in om de gemarkeerde taal in te stellen; het setup-menu verschijnt in de geselecteerde taal.
Camera-info
Date/Time set
Basic Custom1 Custom2
21
1
22 OPNAME - BASISHANDELINGEN
OPNAME - BASISHANDELINGEN
Hier vindt u informatie over de basis-opnamehandelingen.Op blz. 14 tot en 21 leest u hoe u de came­ra gebruikskaar maakt.
VASTHOUDEN VAN DE CAMERA
Bekijk het beeld op de LCD-monitor of in de zoeker en houd de came­ra stevig met uw rechterhand vast terwijl u hem met de linkerhand ondersteunt. Houd uw ellebogen in de zij en zet uw voeten iets uit elkaar.Zo staat u ontspannen en stabiel en kunt u de camera goed stil­houden.
Maakt u verticale opnamen, houd de camera dan zo dat de flitser boven het objectief zit.Pas goed op dat u het objectief niet met uw vin­gers of het polskoord afdekt.
CAMERA OP OPNEMEN INSTELLEN
Zet de camera aan door de hoofdschakelaar bij de ontspanknop in te drukken (1).
Zet de keuzeknop in de opname­stand (2).
2
ZOOMOBJECTIEF GEBRUIKEN
Deze camera is uitgerust met een uniek 5,7 - 17,1 mm zoomobjectief.Het bereik komt overeen met dat van een 37 tot 111 mm objectief op een kleinbeeldcamera. Het objectief wordt aangestuurd door de zoomtoets van de stuureenheid op de achterzijde van de camera.Het effect van de optische zoom is zichtbaar in zowel de zoeker als de LCD-monitor.
Om in te zoomen duwt u de zoom­toets (T) omhoog.
Om uit te zoomen duwt u de zoom­toets (W) omlaag.
Met de digitale zoomfunctie kunt u het zoombereik van het objectief vergro­ten. Digitale zoom wordt geactiveerd in de custom-2-sectie van het opna­me-menu (blz. 38).).
De zoom bepaalt niet alleen hoe groot een onderwerp in beeld is, maar beïnvloedt ook de scherp­tediepte en het perspectief.Scherptediepte is de ruimte tussen het dichtsbijzijnde scherpe voorwerp en het verst verwijderde scherpe voorwerp.Zoomt u het objectief in naar tele, dan wordt de scherp­tediepte kleiner, waardoor het onderwerp los blijft van een onscherpe achtergrond. Portretten wor­den vaak in de telestand genomen.Uitzoomen naar de groothoekstand maakt zowel voor- als achter­grond scherper. Doorgaans profiteren landschapsfoto’s van de grote scherptediepte van groothoek­objectieven. Groothoekobjectieven geven ook een sterk perspectivische effect met veel dieptewer­king. Met tele drukt u de ruimte tussen onderwerp en achtergrond samen en wordt de dieptewerking verminderd.
Opnametips
23
24 OPNAME - BASISHANDELINGEN
WEERGAVE LCD MONITOR - OPNAMESTAND
Is de gekozen sluitertijd te lang om zonder gevaar v oor trilling uit de hand te f o to­graferen, dan verschijnt de waarschuwing voor cameratrilling op de monitor en het lampje bij de zoeker wordt groen en knippert langzaam. Cameratrilling is doorgaans te herkennen aan een licht veeg-effect in beeld en/of dubbele con­touren. Het effect is sterker naarmate er meer wordt ingezoomd. In de groothoekstand zijn de
gevolgen van cameratrilling het minst zichtbaar. Ondanks het verschijnen van de waarschuwing kan er wel gewoon wor­den afgedrukt. Gebruik flitslicht of zet de camera op statief als de waar­schuwing verschijnt.
WAARSCHUWING CAMERATRILLING
Beeldgrootte (blz. 44) Beeldkwaliteit (blz. 44) Aanduiding batterijcconditie (blz. 16)
Transportstand (blz. 40) Opnameteller (blz. 45) Scherpstelsignaal (blz. 27)
Opnamestand Flitsstanden (blz. 28)
Waarschuwing cameratrilling
Groot scherpstelveld
LCD-monitor
STANDAARD OPNAMEHANDELINGEN
Druk de ontspanknop half in (1) om scherpstelling en belichting te ver­grendelen.
• De scher pstelsignalen (blz. 27) op de monitor en het lampje naast de zoeker bevestigen dat er is scherpgesteld. Is het scherpstelsignaal op de monitor rood of is het lampje naast de zoeker groen terwijl het snel knippert, dan kon de camera niet goed op het on­derwerp scherpstellen. Herhaal de vorige handelingen totdat het scherpstelsignaal wit is en het lampje continu brandt.
Druk de ontspanknop geheel in (2) om de opname te maken.
• Na het ontspannen van de sluiter wordt het lampje naast de zoeker oranje en gaat het knipperen, om aan te geven dat de beeldinformatie naar de geheugenkaart wordt weggeschreven. Verwijder een geheu­genkaart nooit als er beeldinformatie wordt weggeschreven.
• Na de registratie van het beeld kunt u een preview van het beeld bekij­ken door de ontspanknop ingedrukt te houden.Deze functie werkt niet als de monitor uit staat. Het is ook mogelijk de directe weergave te gebruiken (blz. 53).
Zet de camera aan en draai de keuzeknop in de opnamestand.
1
Plaats het onderwerp binnen het scherpstelkader op de LCD-monitor of houd het in het midden van de zoeker.
•Voor onderwerpen buiten het beeldcentrum kunt u de scherpstel­vergrendeling (blz. 26) gebr uiken.
•Is het onderwer p dichterbij dan 1 m in de groothoekstand of 3 m in de telestand, gebruik dan de LCD-monitor om de beelduitsnede te bepalen.
•U kunt ook gebruik maken van het spot-scherpstelveld; druk de zoomtoets ongeveer 1 seconde in om het te activeren (blz. 54).
2
25
26 OPNAME - BASISHANDELINGEN
SCHERPSTELVERGRENDELING
Gebruik de scherpstelvergrendeling wanneer u te maken hebt met een compositie waarin het onder­werp zich buiten het midden en dus buiten het scherpstelkader bevindt. Scher pstelvergrendeling kan ook worden gebruikt in speciale scherpstelsituaties waarin de camera niet goed kan scherpstellen. De scherpstelvergrendeling werkt via de ontspanknop.
Plaats het onderwerp binnen het scherpstelkader van de monitor of in het midden van de zoeker.Druk de ontspanknop half in om de scherpstelling te vergrendelen en houd hem in deze stand.
• Het scherpstelsignaal op de monitor en naast de zoeker geeft aan dat de scherp­stelling is vergrendeld.
Houd uw vinger nog steeds op de half ingedrukte ontspanknop, neem de oorspronkelijk beeldcompositie in en druk de ontspan­knop geheel in om de opname te maken.
SCHERPSTELBEREIK
Het scherpstelbereik loopt van 15 cm tot oneindig. U kunt zowel de LCD-monitor als de zoeker gebrui­ken om de beelduitsnede te bepalen. Als gevolg van parallax zal op afstanden korter dan 1 m (groot­hoekstand) of 3 m (telestand) echter alleen het beeld van de LCD-monitor een betrouwbare beeldbe­grenzing laten zien.
SCHERPSTELSIGNALEN
SPECIALE SCHERPSTELSITUATIES
Uw camera is uitgerust met een snel en accuraat autofocus-systeem.De scherpstel-status wordt aan­gegeven met het scherpstelsymbool rechtsonder op de LCD-monitor en met het lampje naast de zoe­ker. Er kan altijd een opname worden gemaakt, ongeacht of de camera kan scherpstellen of niet.
Onder bepaalde omstandigheden kan de camera moeite hebben met scherpstellen.In zo’n situatie kan de scherpstelvergrendeling (blz.26) worden gebruikt om scherp te stellen op een ander onderwerp op dezelfde afstand als het hoofdonderwerp.
Onderwerp in scherpstelkader heeft te laag contrast.
Onderwerp is te donker. Twee onderwerpen op
verschillende afstanden overlappen elkaar in het scherpstelkader.
Onderwerp bevindt zich bij zeer helder objectief of gebied.
Scherpstelling in orde - het scherpstelsignaal van de LCD-moni-
tor is wit en het lampje naast de zoeker brandt groen en knippert niet. De scher pstelling is vergrendeld.
Scherpstelling niet mogelijk - het scherpstelsignaal van de LCD-
monitor is groen en knippert snel.
Scherpstelsignalen
27
28
FLITSSTANDEN
Wilt u de flitsstand selecteren, druk dan op de flitstoets (1) achterop de camera totdat de gewenste flitsstand is verschenen.Druk op de ontspanknop om de instelling te bevestigen.De actieve flitsstand wordt links bovenin de LCD-monitor weergegeven. Wordt de camera uitge­schakeld terwijl de functie auto reset (blz. 49) actief is, dan keert de flitsstand terug naar automatisch flitsen met rode-ogen-reductie wanneer deze stand de laatst gebruikte stand is; anders keert de camera terug in de stand voor automatisch flitsen.Tijdens het opladen van de flitser kan er geen opname worden gemaakt.
Automatisch flitsen - de flitser gaat automatisch af bij weinig licht en tegenlicht.
Rode-ogen-reductie - de flitser geeft voorafgaand aan de opname meervoudige flitsen af om rode- ogen te verminderen, een effect dat wordt veroorzaakt door de reflectie van flitslicht in het oog.Te gebruiken bij weinig licht, voor foto’s van mensen en dieren; de voorflitsen doen de pupillen kleiner worden.
Invulflits - Bij elke opname wordt geflitst, ongeacht de lichtsituatie. Invulflits kan goed worden gebruikt om die­pe schaduwen op te helderen die het gevolg zijn van intens en gericht licht of zonneschijn.
Flitser uit
Automatisch flit­sen met rode­ogen- reductie
Invulflits
Nachtportret
OPNAME - BASISHANDELINGEN
1
Automatisch flitsen
FLITSBEREIK - AUTOMATISCHE WERKING
De camera regelt de hoeveelheid flitslicht automatisch.Voor goed belichte opnamen is het noodzake­lijk dat het onderwerp zich binnen het flitsbereik bevindt. Doordat de lichtsterkte van het objectief bij inzoomen afneemt is het flitsbereik in de telestand kleiner. Het flitsbereik is afhankelijk van de inge­stelde cameragevoeligheid (ISO), zie blz. 44.
Groothoekstand Telestand
FLITSSIGNALEN
Het lampje naast de zoeker geeft de flitsstatus aan. Is het lampje rood en knippert het snel, dan is de flitser zich aan het opladen en kan er geen foto worden gemaakt.Wordt het lampje groen, dan is de flitser geladen en klaar voor opname.
Flitser uit - De flitser gaat bij geen enkele opname af. Gebruik deze stand wanneer flitsen verboden is, wanneer u liev er hebt dat het aanwezige licht het onderw erp verlicht of wanneer het onderw erp zich buiten het flitsbereik bevindt. Wanneer de flitser is uitgeschakeld zal bij weinig licht de waarschuwing voor cameratrilling verschijnen (blz.22).
Nachtportret - voor flitsopnamen bij nacht. de camera brengt de belichting van voor- en achtergrond automatisch met elkaar in even­wicht.Maakt u een portret, vraag uw onderwerp dan om na de flitsen goed stil te staan.Om de achtergrond goed weer te geven zal de slui­ter lang open blijven staan. In deze stand is de rode-ogen-reductie altijd actief.
0,15 m ~ 2,5 m0,15 m ~ 3,2 m
29
30 OPNAME - BASISHANDELINGEN
De weergavetoets regelt wat de LCD-monitor laat zien.Elke keer dat u op de toets drukt wordt een vol­gende weergave-optie geactiveerd:u kunt kiezen tussen complete weergave, alleen beeld, monitor uit. Wordt de weergavetoets ingedrukt en ingedrukt gehouden, dan verschijnt het scherm voor aanpassing van de LCD-helderheid (blz.76).
Complete weergave
Alleen
live-beeld
WEERGAVETOETS - OPNAMESTAND
Weergavetoets
U kunt het stroomverbruik van de camera verminderen door de LCD-monitor uit te schakelen en de beelduitsnede via de zoeker te bepalen.Om parallaxfouten te vermijden dient u de LCD-monitor te blij­ven gebruiken voor onderwerpen op 1 m afstand (zoomobjectief in groothoekstand), of 3 m (zoomob­jectief in de telestand).
Drukt u op de flitstoets of op de menutoets, dan gaat de monitor automatisch aan. De aanduidingen voor batterijconditie en datum in beeld kunnen in de weergave van alleen live-beeld verschijnen. De digitale zoom is uitgeschakeld en de instellingen voor AF-veld en de belichtingscorrectie worden vast­gezet zolang de monitor uit is. De monitor zal bij audio- of filmopnamen niet worden uitgeschakeld. Is de LCD-monitor uitgeschakeld, dan zal hij bij directe weergave na de opname even aan gaan om de opname te laten zien. Is auto reset actief, dan wordt de LCD-monitor na uitschakeling van de camera teruggezet op complete weergave.
Monitor
off
Loading...
+ 82 hidden pages