Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing
voor u het toestel installeert en in gebruik neemt.
Daardoor zorgt u voor uw veiligheid
en vermijdt u schade aan het apparaat.
*
M.-Nr. 05 445 950
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal gekozen, dat het milieu verdraagt en dus
opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof gespaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet gewoon met het
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde verzamel- en sorteerterrein. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
Uw oud toestel afdanken
Oude toestellen bevatten nog waardevol materiaal. Geef uw oud toestel dus
niet gewoon met het grof huisvuil mee.
Vraag liever inlichtingen aan uw gemeentebestuur of aan het dichtstbijzijnde autowrak- of schrootverwerkend bedrijf omtrent de mogelijkheden om die
stoffen opnieuw te gebruiken.
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kinderveilig wordt bewaard.
Hou dus rekening met de gelijknamige
rubriek in de ‘Opmerkingen omtrent uw
veiligheid, waarschuwingen’.
5 bedieningspaneel
6 deur
7 luik waarachter filter, afvoerpomp en
noodontgrendeling zitten
8 vier in de hoogte regelbare voetjes
Het bedieningspaneel
Beschrijving van het toestel
b Toets ‘jk (I-AAN / 0-UIT)’
om het toestel aan- of uit te zetten of
een programma te onderbreken.
c Toets ‘deur’
maakt de toesteldeur open.
d Toets ‘START’
start het wasprogramma.
e Toetsen voor bijkomende functies
Met de bovenste toets kiest u de bijkomende functie ‘inweken’, ‘voorwas’
of ‘kort’.
Met de onderste toets kiest u de bijkomende functie ‘extra water’.
Controlelampjeaan = ingeschakeld,
uit= uitgeschakeld.
f Toets ‘Centrifugeren’
om centrifugeren, spoelstop of ‘zonder centrifugeren’ te kiezen.
g Controlelampje
duidt aan of u al dan niet centrifugeren heeft gekozen.
h Programmakiezer
Deze knop kan u zowel naar rechts als
naar links draaien.
i Verklikkerlichtjes voor het pro-
grammaverloop
j Verklikkerlichtjes voor service en
storingen
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Lees uw gebruiksaanwijzing voordat u uw wasautomaat in gebruik
neemt. U vindt er belangrijke tips
omtrent uw veiligheid, het gebruik
en het onderhoud van uw toestel.
Zo beschermt u zichzelf en vermijdt
u schade aan het toestel.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig en geef ze door aan wie
het toestel eventueel na u gebruikt.
Deskundig gebruik
Deze wasautomaat mag u enkel
gebruiken om wasgoed te wassen
waarvan de fabrikant verklaart dat het
machinaal wasbaar is.
Alle andere toepassingen zijn misschien gevaarlijk. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor
schade die werd veroorzaakt doordat
het toestel niet volgens de voorschriften gebruikt of verkeerd bediend werd.
Technische veiligheid
Zie na of het toestel geen uiterlijk
zichtbare schade vertoont voordat
u het opstelt.
Beschadigde toestellen mag u nooit
opstellen noch in gebruik nemen.
Vergelijk de gegevens omtrent de
aansluiting van uw toestel (smeltveiligheden, spanning en frequentie)
op het typeplaatje met die van de elektrische installatie bij u ter plaatse.
Vraag eventueel uitleg aan een elektricien indien u niet zeker bent.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien het op een aardingssysteem is
aangesloten, dat volgens de voorschriften werd geïnstalleerd.
Het is heel belangrijk dat deze fundamentele veiligheidsvoorziening voorhanden is. In geval van twijfel dient u
uw installatie door een vakman te laten
nakijken.
De fabrikant kan niet worden aansprakelijk gesteld voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardingsleiding
onderbroken was of gewoon ontbrak.
Gebruik om veiligheidsredenen
geen verlengsnoeren. Er bestaat
risico op oververhitting en dus ook
brandgevaar.
Dit toestel beantwoordt aan de gel-
dende veiligheidsvoorschriften.
Door ondeskundige reparaties kunnen
er onvoorziene risico’s opduiken voor
wie het toestel gebruikt. Daar is de
fabrikant niet aansprakelijk voor.
Herstellingen mag u uitsluitend laten
uitvoeren door vaklui die door de firma
Miele erkend zijn.
Het toestel is enkel stroomloos in-
dien:
– de stekker van het toestel uit het
stopcontact is getrokken of
– de smeltstoppen uitgeschakeld zijn.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Bij de fabricage werd het beste
materiaal en de grootste zorgvuldigheid aangewend. Toch kunnen toevoerslangen niet ontsnappen aan ‘de
tand des tijds’. Door scheuren, knikken,
deuken e.d. beginnen slangen te lekken. Controleer ze dus regelmatig. Zo
kunt u ze tijdig vervangen en meteen
waterschade verhinderen.
Defecte onderdelen mogen enkel
worden vervangen door originele
Miele-vervangstukken. Enkel daardoor
bent u zeker dat ze ten volle voldoen
aan de eisen die Miele op het stuk van
veiligheid stelt.
Bij het gebruik
Stel uw wasautomaat niet op in
een vertrek waar het kan vriezen.
Bevroren waterslangen kunnen onder
druk scheuren of springen. De betrouwbaarheid van de elektronische elementen kan door temperaturen onder het
vriespunt in het gedrang komen.
Doe de waterkraan dicht bij lange-
re afwezigheid (bv. vakantie). Vooral wanneer er zich vlak bij het toestel
geen afvoer in de vloer bevindt.
Er is gevaar voor overstroming!
Voordat u de afvoerslang in een
spoelbak hangt, dient u na te kijken of
het water vlot genoeg wegvloeit.
Zorg ervoor dat die slang niet wegglijdt. Door de terugstoot van het wegvloeiende water kan die slang anders
uit de spoelbak worden geslingerd.
Let erop dat er geen voorwerpen
als spijkers, naalden, geldstukken,
bureauklemmen worden meegewassen. Deze voorwerpen kunnen schade
teweegbrengen aan onderdelen van
de machine. Bv. aan kuip of trommel.
Deze beschadigde onderdelen kunnen
op hun beurt uw was beschadigen.
Verwijder de transportbeveiliging
op de achterzijde voor u uw toestel
in gebruik neemt. Zie rubriek ‘Opstellen’. Zo de transportbeveiliging niet is
verwijderd, kan die tijdens het centrifugeren schade teweegbrengen aan het
toestel en eventueel ook aan de meubelen of apparaten daarnaast.
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Zo u het wasmiddel juist doseert,
hoeft uw toestel niet te worden ontkalkt. Is uw toestel zo erg verkalkt dat
het moet worden ontkalkt, gebruik dan
speciaal ontkalkingsmiddel met corrosiebescherming. Dit middel kan u bij
uw Miele-handelaar of in de Miele-naverkoopdienst verkrijgen. Volg strikt de
handleiding.
Wellicht hebt u textiel met reini-
gingsmiddel behandeld, dat oplosmiddel bevat. Spoel dit wasgoed in helder water uit voordat u het in deze
wasautomaat wast.
Gebruik in deze machine in geen
geval reinigingsmiddel dat oplosmiddel bevat (bv. wasbenzine). Sommige onderdelen van de machine dreigen namelijk schade op te lopen. Er
kunnen ook giftige dampen ontstaan.
Bovendien bestaat er bij deze middelen brand- en ontploffingsgevaar.
Gebruik evenmin ontkleuringsmid-
del. Door het zwavelgehalte kan
uw toestel corrosieschade oplopen.
Gebruik van toebehoren
Er mag enkel toebehoren worden
gemonteerd of ingebouwd indien
Miele dat uitdrukkelijk toelaat.
Indien u andere onderdelen monteert
of inbouwt, vervalt het recht op waarborg en/of productaansprakelijkheid.
Berging van uw oud toestel
Trek de stekker uit het stopcon-
tact. Maak vervolgens snoer en
stekker onbruikbaar. Zo vermijdt u dat
het toestel voor verkeerde doeleinden
wordt gebruikt.
In deze automaat mag u in geen
geval wasgoed verven noch che-
misch reinigen.
Denk eraan dat de ronde glazen
deur heet wordt als u met hoge
temperaturen wast.
Verbied dus kleine kinderen het glas tijdens de wasbeurt aan te raken.
10
Milieubewust wassen
Milieubewust wassen
– Benut zoveel mogelijk de maximum-
lading die voor een bepaald programma toegestaan is.
Dan is het stroom- en waterverbruik
voor heel de lading het gunstigst.
– Was normaal en lichtjes vuil ‘wit en
bont’ wasgoed bij een lagere temperatuur, bv. 75 of 60 °C. Zo spaart u
stroom.
– Maak gebruik van de programma’s
GEMENGD TEXTIEL of MINI om een
kleinere hoeveelheid te wassen.
– Om normaal vuil wasgoed te reini-
gen kan een programma met hoofdwas alleen volstaan.
– Maak gebruik van de bijkomende
functie ’Inweken’. Daardoor kan u
de wastemperatuur in de hoofdwas
verlagen.
– In de plaats van de bijkomende
functie ’voorwas’ kan u de bijkomende functie ‘inweken’ gebruiken.
Tijdens het inweken en de daaropvolgende hoofdwas wordt dan
hetzelfde sop gebruikt.
– Was minder vuil wasgoed met de
bijkomende functie ’Kort’.
– Gebruik telkens maar zoveel wasmid-
del als wat op de verpakking staat
aangegeven.
– Verminder bij kleinere ladingen de
wasmiddeldosering. Doseer ca. 1/3
minder wasmiddel bij halve lading.
– Kies het centrifugeertoerental zo u
de was achteraf machinaal laat drogen.
– Door de automatische aanpassing
van de watertoevoer aan de hoeveelheid wasgoed en de spoelautomaat
kunnen de wastijden schommelen.
Naar gelang van de lading wordt de
hoofdwas ingekort en valt er een
spoelbeurt weg.
11
Voor de eerste wasbeurt
Voor de eerste wasbeurt
Laat het toestel voor de eerste wasbeurt degelijk opstellen en aansluiten. Hou daarbij rekening met de rubriek ’Opstellen en aansluiten’.
De kuip uitspoelen
Draai de waterkraan open.
Doe geen wasgoed in de trommel.
Giet 1/4 van de hoeveelheid wasmid-
del, die op de verpakking staat aangegeven, in vakje j.
Druk de toets ’jk’ in.
Draai de programmakiezer op
‘WIT/BONT 60 °C’.
Belangrijk!
U dient dit programma te kiezen opdat
de electronic zich op de werkomstandigheden van het toestel kan instellen.
Druk op de toets ’Extra water’. Het
controlelampje gaat aan.
Druk op de toets ’Centrifugeren’ tot
de aanduiding ’zonder centrifugeren’
wordt verlicht.
Druk op de toets ’START’.
Na afloop van dit programma zijn de
eventuele resten weggespoeld.
Getal waterhardheid instellen
De te doseren hoeveelheid wasmiddel
hangt onder meer ook af van de waterhardheid. De instelschijf in het inspoelvakje dient als markering voor de waterhardheid.
Neem de opener op de binnenzijde
van het paneel van de wasmiddellade weg.
Draai de instelschijf met behulp van
de opener op het toepasselijke hardheidsniveau.
De plaatselijke waterhardheid kan u bij
uw waterbedelingsmaatschappij aan
de weet komen.
12
Zo wast u juist
Zo wast u juist
Korte handleiding
De van getallen (1,2,3,...) voorziene
zinnen kan u gebruiken als korte handleiding.
Voordat u gaat wassen
1 De was voorbereiden.
Donker textiel vertoont de neiging bij
de eerste wasbeurten kleur te verliezen. Om wasgoed met lichte tinten niet
te laten verkleuren, wast u nieuw donker wasgoed liever een paar keer apart.
Delicaat textiel wast u beter apart en in
een bijzonder behoedzaam programma. Gebruik eventueel een wasgoedzak.
Was in deze machine nooit textiel met
de aanduiding niet wasbaar (onderhoudssymbool h).
De vlekken op voorhand behandelen
Vlekken of erg vuile kragen op voorhand met vloeibaar wasmiddel of waspasta behandelen.
Bij bijzonder hardnekkige vlekken kan
u uw drogist om advies vragen.
Gebruik in geen geval synthetische reinigingsmiddelen (die oplosmiddel bevatten) in uw wasautomaat!
De zakken leegmaken
Metalen voorwerpen als spijkers,
geldstukken, papierklemmen kunnen schade teweegbrengen aan
het wasgoed en aan onderdelen
van de machine.
Het wasgoed sorteren.
De meeste textielsoorten zijn in kraag
of zoom van een onderhoudsetiket
voorzien. Sorteer uw was volgens deze
symbolen. Hun betekenis vindt u onder
de rubriek ‘Onderhoudssymbolen’.
– Bij
gordijnen:
Neem de gordijnrolletjes en de loden
band af. U kan de gordijnen ook in
een zak steken.
– Geloste
verwijderen.
– Keer
t-shirts en sweaters binnenstebuiten
zo de fabrikant dat aanbeveelt.
b.h.-beugels vastnaaien of
breigoed, jeans, broeken,
13
Zo wast u juist
2 Op de toets ’deur’ drukken.
3 De was in de trommel stoppen.
Ontvouw de was en stop hem losjes in
de trommel. Door textiel van verschillend formaat in de trommel te doen,
verbetert het waseffect en raakt de was
tijdens het centrifugeren beter verdeeld. Als u te veel wasgoed in de
trommel stopt, verslecht het wasresultaat en verhoogt de kans op kreuken.
staat, brandt het controlelampje
‘Kreukbeveiliging / einde’.
8 Draai de programmakiezer op het
gewenste programma. Zie rubriek
‘Programma’s’, paragraaf ‘Overzicht’.
4 De toesteldeur met een lichte
zwaai sluiten - niet dichtduwen.
Let erop dat er niets klem zit tussen
deur en dichtingsring.
5 De waterkraan opendraaien.
6 Wasmiddel toevoegen.
Daarover vindt u tips in de rubriek
‘Wasmiddel toevoegen’.
14
Zo wast u juist
9 Bijkomende functies kiezen
(zo u dat wenst)
U kan hoogstens twee bijkomende
functies inschakelen zo het programma
dat toelaat. Zie rubriek ‘Programma’s’,
paragraaf ‘Overzicht’.
Van de bijkomende functies ‘inweken’,‘voorwas’ en ‘kort’ kan u er telkens
maar een kiezen.
Druk zo vaak op de toets voor de bijkomende functie ‘inweken’, ‘voorwas’
of ‘kort’ tot het controlelampje van de
gewenste functie aangaat.
Druk op de toets voor de bijkomende functie ‘extra water’ zo u dat
wenst.
Een gekozen bijkomende functie schakelt u weer uit door nog eens op die
toets te drukken.
0 Een centrifugeertoerental kiezen
Druk op de toets ‘centrifugeren’ tot
het controlelampje van het gewenste
toptoerental aangaat.
In enkele programma’s is het maximumtoerental beperkt. U kan dan geen
hoger toerental kiezen. Zie rubriek ’Pro-
gramma’s’, paragraaf ’Overzicht’.
Memory-functie
Heeft u een bijkomende functie bij
een bepaald programma gekozen
en/of het centrifugeertoerental gewijzigd? Dan slaat het toestel deze instellingen op.
Kiest u dat programma opnieuw, dan
duidt het toestel de opgeslagen bijkomende functies en/of centrifugeertoerental aan.
! Op de toets ’START’ drukken
Het programma gaat nu van start.
15
Zo wast u juist
Na het wassen
§ De toets ‘deur’ indrukken.
~ De toets ‘jk’ indrukken en laten
uitspringen.
Druk de toets ‘jk’ in en laat hemuitspringen. Draai de programmakiezer daarna op ‘Einde’.
$ Het wasgoed uitnemen.
Laat geen stukken wasgoed in de
trommel achter! Die kunnen bij de
daaropvolgende wasbeurt krimpen.
& De waterkraan dichtdraaien.
/ De deur van het toestel dichtdoen.
Anders bestaat het risico dat er onverhoeds objecten in de trommel terechtkomen. Die kunnen dan per vergissing
worden meegewassen en het wasgoed
beschadigen.
% Zijn er geen voorwerpen in de
dichtingsring achtergebleven?
16
Zo wast u juist
Was toevoegen / uitnemen
Na de start van het programma kan u
bij volgende programma’s nog wasgoed in de trommel toevoegen of eruit
nemen:
– WIT / BONT
– KREUKHERSTELLEND
– WOL
– MINI 40 °C
– Stijven
– GEMENGD TEXTIEL
Druk op de toets ’deur’ tot de deur
openspringt.
Leg er wasgoed bij of neem er weg.
Sluit de toesteldeur opnieuw.
Het programma wordt automatisch
voortgezet.
– Bij WIT en BONT, WOL, MINI, Stij-
ven en GEMENGD TEXTIEL (met
veel katoenen wasgoed) kan u de
deur, behalve in enkele uitzonderingen, tijdens alle programmadelen
openen.
Algemene uitzonderingen:
De toesteldeur gaat niet open
– bij een soptemperatuur boven 55 °C,
– bij de bijkomende functie ’Extra
water’,
– indien de programmavergrendeling
ingeschakeld is.
– het programma de stand ’Centrifuge-
ren op het einde’ heeft bereikt.
– Bij KREUKHERSTELLEND en GE-
MENGD TEXTIEL (met veel kreuk-
herstellend wasgoed) kan u de deur,
behalve in enkele uitzonderingen, tijdens de hoofdwas openen.
17
Loading...
+ 39 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.