Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw wasautomaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.
M
M.-Nr. 06 673 900
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
omdat dit het milieu relatief weinig be
last en kan worden hergebruikt.
Door hergebruik van verpakkingsmate
riaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap
paraten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functio
neren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde be
handeling kunnen deze stoffen schade
lijk zijn voor de gezondheid en het
milieu. Verwijder het afgedankte appa
raat dan ook nooit met het gewone af
val.
Lever het apparaat in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en
elektronische apparatuur.
-
-
-
-
-
-
Het afgedankte apparaat moet tot die
tijd buiten het bereik van kinderen wor
den opgeslagen. Hierover vindt u meer
informatie in het hoofdstuk "Veiligheids
instructies en waarschuwingen".
2
-
-
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Lees eerst de gebruiksaanwijzing
door voordat u uw wasautomaat
voor het eerst gebruikt. Hierin vindt
u belangrijke instructies met betrek
king tot de veiligheid, het gebruik en
het onderhoud van het apparaat.
Dat is veiliger voor uzelf en u voor
komt onnodige schade aan uw ap
paraat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en
geef deze door aan de eventuele
volgende eigenaar van de automaat.
-
-
-
Efficiënt gebruik
Deze wasautomaat is uitsluitend
bestemd voor huishoudelijk ge-
bruik.
Deze wasautomaat is uitsluitend
bestemd voor het wassen van textiel dat volgens de aanwijzingen van de
fabrikant op het wasetiket in de wasautomaat mag worden gewassen, maar
ook voor wollen textiel dat met de hand
wordt gewassen.
Gebruik voor andere doeleinden kan
gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet ver
antwoordelijk voor schade die wordt
veroorzaakt door een ander gebruik
dan hier aangegeven of door een fou
tieve bediening.
-
-
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het apparaat
wordt geplaatst, of het zichtbaar
beschadigd is.
Een beschadigde wasautomaat mag
niet worden geplaatst en niet in gebruik
genomen.
Voordat u de wasautomaat aansluit
dient u altijd de aansluitgegevens
(zekering, spanning en frequentie) op
het typeplaatje met die van het elektrici
teitsnet te vergelijken. Deze moeten be
slist overeenkomen. Raadpleeg bij twij
fel een elektricien.
De elektrische veiligheid van de
wasautomaat is uitsluitend gega
randeerd als deze wordt aangesloten
op een aardingssysteem dat volgens
de geldende veiligheidsbepalingen is
geïnstalleerd.
Het is zeer belangrijk dat wordt nage
gaan of aan deze fundamentele veilig
heidsvoorwaarde is voldaan en dat de
huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw wordt geïnspecteerd.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad.
De wasautomaat voldoet aan de
voorgeschreven veiligheidsbepalingen. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen onvoorziene risico's voor
de gebruiker opleveren, waarvoor de
fabrikant niet aansprakelijk kan worden
gesteld. Reparaties mogen alleen door
erkende vakmensen van Miele worden
uitgevoerd.
Wanneer er een storing wordt ver
holpen en wanneer de wasauto
maat wordt gereinigd en onderhouden
mag er geen elektrische spanning op
de wasautomaat staan.
Dat is het geval, als aan één van de
volgende voorwaarden is voldaan:
–
als de hoofdschakelaar van de huis
installatie is uitgeschakeld,
–
of als de stekker uit de contactdoos
is getrokken.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik om veiligheidsredenen
geen verlengsnoer.
Dit in verband met gevaar voor bijvoor
beeld oververhitting.
Het Miele-Waterproofsysteem is
een uitstekende bescherming te
gen waterschade op voorwaarde dat:
het water en de elektriciteit volgens
–
de regels zijn aangesloten;
het apparaat bij beschadiging on
–
middellijk wordt gerepareerd.
Defecte onderdelen mogen alleen
door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze
Miele-onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij stellen aan onze
apparaten en onderdelen daarvan.
Wanneer de aansluitkabel is be-
schadigd, moet de kabel door erkende vakmensen worden vervangen.
-
-
Gebruik
Wanneer dit apparaat op een niet-
stationaire locatie (bijv. op een boot
of in een camper) moet worden ge
plaatst, mag het uitsluitend door een
vakman/vakvrouw worden ingebouwd
en aangesloten. Hierbij moet aan alle
voorwaarden voor een veilig gebruik
worden voldaan.
Plaats uw wasautomaat niet in
vorstgevoelige ruimten.
Bevroren slangen kunnen scheuren of
barsten en de betrouwbaarheid van de
elektronische besturing kan door tem
peraturen onder het vriespunt afnemen.
-
-
Verwijder voordat u de wasauto
maat in gebruik neemt de trans
portbeveiliging aan de achterzijde van
het apparaat.
Zie hoofdstuk: "Het plaatsen en aanslui
ten van de wasautomaat", paragraaf:
"Het verwijderen van de transportbevei
liging".
Wanneer u de transportbeveiliging niet
verwijdert, kan dat bij het centrifugeren
schade veroorzaken aan uw wasauto
maat en aan de meubels / apparaten
die ernaast staan.
Sluit de kraan af als u langere tijd
afwezig bent (bijv. tijdens vakanties), zeker als er zich in de buurt van
de wasautomaat geen afvoer in de
vloer zoals een putje bevindt.
Denk eraan dat er water kan over-
stromen.
Controleer daarom vóórdat u de waterafvoerslang in een wastafel of wasbak
hangt, of het water snel genoeg wegstroomt.
Zorg er daarom ook voor dat de afvoer
slang niet weg kan glijden. Wanneer de
slang niet goed vastzit kan hij door de
kracht van het wegstromende water uit
de wastafel of wasbak worden gedrukt.
Let erop dat u voorwerpen zoals
spijkers, naalden, munten en pa
perclips niet meewast.
Deze kunnen namelijk onderdelen van
de wasautomaat beschadigen (bijv.
kuip, wastrommel).
Beschadigde onderdelen kunnen op
hun beurt weer schade aan het was
goed veroorzaken.
-
-
-
-
-
-
-
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als u het wasmiddel op de juiste
manier doseert is het niet nodig dat
u de wasautomaat ontkalkt. Mocht uw
apparaat toch zo sterk verkalkt zijn, dat
het beslist moet worden ontkalkt, ge
bruik daar dan speciale ontkalkings
middelen voor die een anti-corrosiemiddel bevatten.
Deze middelen zijn verkrijgbaar via uw
Miele-vakhandelaar of bij de afdeling
Onderdelen van Miele Nederland B.V.
Volg de adviezen voor het gebruik van
de ontkalkingsmiddelen strikt op.
Wasgoed dat met oplosmiddelhou
dende reinigingsmiddelen is behandeld, moet vóórdat het in de wasautomaat wordt gewassen, grondig in helder water worden uitgespoeld.
Gebruik in deze wasautomaat nooit
reinigingsmiddelen die een oplosmiddel bevatten, zoals wasbenzine.
Wanneer u dat toch doet, kunnen onderdelen van het apparaat beschadigen en kunnen er giftige dampen ontstaan. Het gevaar bestaat dan dat er
brand uitbreekt of zich een explosie
voordoet.
-
-
Wanneer u op hoge temperaturen
wast, denk er dan aan dat het glas
van de deur heet wordt.
Zorg er dus voor dat kinderen het glas
van de deur tijdens het wasprogramma
niet aanraken.
Gebruik van toebehoren
Alleen originele Miele-toebehoren
kunnen worden aan- of ingebouwd.
Wanneer er andere toebehoren worden
aan- of ingebouwd, kan Miele niet voor
de gevolgen instaan en kan er geen
-
beroep meer worden gedaan op bepa
lingen met betrekking tot garantie en
productaansprakelijkheid.
Het afdanken van het apparaat
Trek de stekker uit de contactdoos
en maak deze samen met de aansluitkabel onbruikbaar.
U voorkomt daarmee dat de wasautomaat verkeerd wordt gebruikt.
-
Wanneer u textielverf in de wasau
tomaat wilt gebruiken, kies dan tex
tielverf die daar geschikt voor is. Ge
bruik deze verf alleen voor huishoude
lijke doeleinden, neem niet meer verf
dan strikt nodig is en neem de aanwij
zingen van de textielverffabrikant pre
cies in acht.
Ontkleuringsmiddelen kunnen door
hun chemische samenstelling cor
rosie veroorzaken.
Deze middelen mogen daarom niet in
de wasautomaat worden gebruikt.
8
-
-
-
-
-
-
-
Bedieningspaneel
Algemeen
a PROGRAMMAKEUZE - toetsen e-
met controlelampjes
Met deze toetsen kunt u een wasprogramma kiezen.
b EXTRA FUNCTIE - toetsen
met controlelampjes
Met deze toetsen kunt u (een) extra
functie(s) in- en uitschakelen.
c TEMPERATUUR - toets
met controlelampjes
Met deze toets kunt u een temperatuur bij een wasprogramma kiezen.
d CENTRIFUGEREN - toets
met controlelampjes
Met deze toets kunt u een ander
centrifugetoerental, "Spoelstop" of
"Zonder centrifugeren" kiezen.
e Optische interface PC
Op deze plaats kan de Technische
Dienst de wasprogramma's controle
ren, updaten en in het geheugen van
de wasautomaat opslaan.
f VERLOOP
met controlelampjes
Deze controlelampjes laten u tijdens
het wasprogramma zien welke fase
in het programmaverloop is bereikt.
g Zoemer - toets
h CONTROLE
Deze controlelampjes geven een
probleem aan.
i Voorkeuze - toets
Met deze toets kunt u het tijdstip dat
het door u gekozen programma start
van te voren instellen.
j Start/Stop - toets
Met deze toets kunt u:
een gekozen wasprogramma starten
en een gestart programma afbreken.
k I-Aan/0-Uit - toets
Met deze toets kunt u:
de wasautomaat in- en uitschakelen
en een programma onderbreken.
l Deur - toets
Met deze toets kunt u de deur van
de wasautomaat openen.
-
m Display (h min)
Het display kan verschillende dingen
aangeven.
Zie volgende bladzijde.
9
Algemeen
Display
Het display kan verschillende dingen
aangeven:
de programmaduur (resttijd)
–
de voorgeprogrammeerde tijd
–
de programmeerfuncties
–
Programmaduur (resttijd)
Nadat u een programma heeft gekozen
en gestart, geeft het display in uren en
minuten aan hoelang dit programma
maximaal gaat duren.
In een paar programma's berekent de
elektronica van het wasautomaat hoelang het duurt voordat het wasgoed het
water heeft opgenomen.
Op grond hiervan berekent de elektronica tijdens de eerste 10 minuten de
hoeveelheid wasgoed.
Afhankelijk van de belading kan het
programma langer of korter duren.
Inweken
Wanneer u een inweektijd kiest geeft
het display een tijd aan die een optel
som is van de gekozen inweektijd en
de wastijd van het gekozen program
ma.
Voorgeprogrammeerde tijd
Wanneer u een programma kiest en ge
bruik maakt van de voorkeuzefunctie,
dan geeft het display aan hoelang het
nog duurt voordat het gekozen pro
gramma begint.
Nadat u op de
gedrukt, wordt de voorgeprogrammeerde tijd in het display afgeteld en
wel
– van 24 tot 10 uur per uur en
– van 9 uur en 59 minuten per minuut.
Na afloop van de voorgeprogram-
meerde tijd start het programma automatisch.
Start/Stop
- toets heeft
-
-
-
-
10
Programmeerfuncties
U kunt een aantal varianten program
meren om het wasprogramma nog be
ter af te stemmen op het soort wasgoed
en de manier waarop u dit wilt wassen.
Bij het programmeren ziet u de geko
zen variant in het display.
-
-
-
Vóór de eerste wasbeurt
Iedere wasautomaat wordt in de fa
briek op zijn werking getest.
Het is mogelijk dat er als gevolg van
deze tests wat water in het apparaat
achterblijft.
Controleer voordat u uw wasauto
maat voor het eerst gebruikt of het
apparaat volgens de regels is ge
plaatst en aangesloten.
Zie hoofdstuk: "Het plaatsen en aan
sluiten van de wasautomaat".
Om veiligheidsredenen is het niet mogelijk om meteen bij de eerste wasbeurt
te centrifugeren. Ter activering van het
centrifugeren moet u eerst een wasprogramma zonder wasgoed
wasmiddel draaien.
Wordt er wel wasmiddel gebruikt kan er
overmatige schuimvorming optreden.
Draait u eerst een wasprogramma zonder wasgoed en zonder wasmiddel
wordt daarmee tegelijk het kogelventiel
geactiveerd. Het kogelventiel zorgt er
voor dat vanaf de eerste wasbeurt
steeds al het wasmiddel wordt gebruikt.
en zonder
-
-
-
-
-
^
Draai de waterkraan open.
^
Druk op de
Het wasprogramma
was
60°C is al automatisch gekozen.
^
Druk op de
Na afloop van het programma is de
wasautomaat klaar voor de eerste
wasbeurt.
I-Aan/O-Uit
Witte was/Bonte
Start/Stop
- toets.
- toets.
11
Tips om energie te besparen
Energie- en waterverbruik
Benut bij ieder programma dat u
–
kiest de maximale beladingscapaci
teit van de trommel.
Het energie- en waterverbruik is dan,
vergeleken met de totale hoeveel
-
heid wasgoed, het laagst.
Gebruik de programma's
–
of
Miniwas
voor kleinere hoeveelhe
Automatic
-
den wasgoed.
Bij een geringe belading in het pro
–
gramma
Witte was/Bonte was
-
zorgt
de beladingsautomaat voor een ver
mindering van het water- en energieverbruik en voor een verkorting van
de programmaduur.
– Gebruik in plaats van het programma
Witte was/Bonte was 95°C
gramma
Witte was/Bonte was 60°C
het pro-
in combinatie met de EXTRA FUNCTIE
Intensief
.
Daarmee bespaart u 35 tot 45%
energie.
Het programma duurt dan wel
langer. In de meeste gevallen is dit
genoeg.
–
Gebruik voor wasgoed met hardnek
kige vlekken of vlekken die er al wat
langer in zitten de EXTRA FUNCTIE
Inweken
.
Wasmiddelen
Gebruik hoogstens zoveel wasmid
–
del als op de wasmiddelverpakking
aangegeven staat.
Reduceer bij geringere beladings
–
hoeveelheden de hoeveelheid was
middel. Bij halve belading kan ca.
minder wasmiddel worden gebruikt.
EXTRA FUNCTIES (Inweken,
Voorwas, Intensief)
Kies voor licht vervuild wasgoed
–
-
wasprogramma zonder EXTRA
FUNCTIES;
– Kies voor normaal tot sterk vervuild
wasgoed met zichtbare vlekken een
wasprogramma met de EXTRA
FUNCTIE
Intensief
.
– Gebruik de EXTRA FUNCTIE
ken
in plaats van de EXTRA FUNC-
TIE
Voorwas
. Bij het inweken en de
hoofdwas die daar direct op volgt
wordt hetzelfde sop gebruikt.
Tip voor machinaal drogen
–
-
Kies wanneer u het wasgoed na af
loop in de droogautomaat wilt dro
gen het hoogste centrifugetoerental
dat voor dit wasgoed mogelijk is.
een
Inwe-
-
-
-
1
/
3
-
-
12
Zo wast u goed
Korte handleiding
Wanneer u een kort overzicht wilt heb
ben over hoe u de wasautomaat moet
bedienen, kunt u de met cijfers aange
duide stappen (A, B, C, . . .) aanhou
den.
A Inspecteer en sorteer het wasgoed
en behandel het voor
Het inspecteren van het wasgoed
^
Maak de zakken leeg.
,
Voorwerpen (spijkers, munten,
paperclips e.d.) kunnen wasgoed en
onderdelen van de wasautomaat be
schadigen.
^
Sluit de ritsen. Keer kleding met rit
sen eventueel binnenstebuiten.
^
Sluit eventuele haakjes en oogjes.
^
Zorg ervoor dat onderdelen van kle
ding, zoals bh-beugels, niet los kun
nen raken. Losgeraakte onderdelen
moeten eerst worden vastgemaakt of
verwijderd.
-
-
-
Verwijder bij vitrage de haakjes en
^
het loodband of wikkel ze in een
doek.
Keer gebreid of tricot wasgoed bin
^
nenstebuiten als de fabrikant dat ad
viseert.
Knoop bed- en kussenovertrekken
^
dicht zodat er geen andere textiel in
terecht kan komen.
Het sorteren van het wasgoed
Sorteer het wasgoed naar kleur en
^
naar de symbolen in het wasetiket,
dat zich in de kraag of in de zijnaad
bevindt.
^ Was geen textiel dat volgens het
wasetiket niet in de wasautomaat kan
worden gewassen. Het symbool
daarvoor is: h.
^ Donkergekleurd wasgoed geeft bij
de eerste wasbeurten vaak iets af.
Was licht en donker wasgoed daarom apart.
Het voorbehandelen van vlekken
^
Verwijder eventuele vlekken op het
-
-
textiel, als het even kan zodra ze ont
staan zijn. Dit is nog belangrijker voor
moeilijke vlekken als thee-, koffie-, eien bloedvlekken.
Neem de vlekken met een tissue af.
Wrijf de vlekken er niet in!
,
Gebruik in geen geval chemi
sche (oplosmiddelhoudende) reini
gingsmiddelen in de wasautomaat!
-
-
-
-
-
13
Zo wast u goed
B Schakel de wasautomaat in
door op de
^
ken.
C Open de deur
door op de
^
de deur open te klappen.
D Vul de trommel
door het wasgoed ontvouwd en los
^
jes in de trommel te leggen.
Leg stukken wasgoed van verschillen
de grootte in de trommel. Daardoor
wordt een beter wasresultaat bereikt en
kan het wasgoed zich tijdens het centrifugeren beter verdelen.
Benut bij ieder programma dat u kiest
de maximale beladingscapaciteit van
de trommel.
Het energie- en waterverbruik is dan,
vergeleken met de totale hoeveelheid
wasgoed, het laagst.
Let erop dat wanneer de maximale beladingscapaciteit wordt overschreden,
de wasresultaten tegenvallen en het
wasgoed sneller gaat kreuken.
I-Aan/0-Uit
Deur
- toets te druk
- toets te drukken en
-
-
E Sluit de deur
-
^ Sluit de deur met een lichte klap.
Let erop dat er niets tussen deur en
manchet beklemd raakt.
F Kies een programma
14
^
door zo vaak op de toets e of de
toets - te drukken totdat het contro
lelampje oplicht van het programma
dat u wilt hebben.
-
Zo wast u goed
Met de bovenste toets kunt u een EX
TRA FUNCTIE of een combinatie van
EXTRA FUNCTIES kiezen en wel in de
volgende volgorde:
sief
en
VoorwasofIntensiefenInweken
of
VoorwasofInweken
Met de onderste toets kunt u de EXTRA
FUNCTIE
^ Kies eventueel (een) extra functie(s).
Druk zo vaak op de bovenste toets
totdat het/de controlelampje(s) van
de gewenste extra functie(s) gaat/n
branden.
Niet alle EXTRA FUNCTIES kunnen bij
alle wasprogramma's worden gekozen.
Extra water
IntensiefofInten
of geen keuze.
kiezen.
-
-
Met de TEMPERATUUR - en CENTRI
FUGEREN - toetsen kunt u de waarden
veranderen die de vorige keer zijn inge
steld.
Niet alle op het paneel aangegeven
temperaturen en toerentallen kunnen bij
alle programma's worden gekozen.
^ Druk zo vaak op de TEMPERATUUR -
en CENTRIFUGEREN - toets totdat
de controlelampjes gaan branden
van de waarden die u wilt hebben.
^
Druk op de
wilt dat er bij het einde van het pro
gramma een zoemer klinkt.
Zoemer
- toets wanneer u
-
-
-
Lukt het u niet om een extra functie in
te schakelen, dan is deze voor het
door u gekozen programma niet van
toepassing.
15
Zo wast u goed
G Doseer het wasmiddel
Het is belangrijk om niet te weinig en
niet te veel te doseren, want . . .
. . . te weinig wasmiddel heeft tot ge
volg dat:
het wasgoed niet schoon en in de
–
loop van de tijd grauw en hard wordt;
er vetbolletjes in het wasgoed blijven
–
zitten;
er zich kalk in de kuip afzet.
–
. . . te veel wasmiddel heeft tot gevolg
dat:
– er sterke schuimvorming optreedt,
de waswerking daardoor gering en
het reinigings-, spoel- en centrifugeerresultaat niet optimaal is;
– er door een automatisch ingescha-
kelde extra spoelgang meer water
wordt verbruikt;
– het milieu extra wordt belast.
-
Trek de wasmiddellade naar buiten
^
en doseer het wasmiddel in de vakjes.
i
Vakje voor de voorwas Wanneer u de
extra functie
neem dan
volen wasmiddelhoeveelheid.
j
Vakje voor de hoofdwas en voor het
inweken, wanneer u deze extra func
tie hebt gekozen.
Voorwas
1
/4van de totale aanbe-
hebt gekozen,
-
16
§
Vakje voor wasverzachter of stijfsel
^
Sluit de wasmiddellade.
Nadere bijzonderheden over wasmid
delen en de dosering daarvan treft u
aan in het hoofdstuk: "Wasmiddelen".
-
Zo wast u goed
H Maak eventueel gebruik van de
voorkeuzefunctie
Met de voorkeuze kunt u het tijdstip dat
het door u gekozen programma start
minimaal 30 minuten en maximaal 24
uur van te voren instellen.
Dit kunt u bijvoorbeeld doen om ge
bruik te maken van het nachttarief.
Met iedere druk op de
toets programmeert u het starttijdstip
vòòr en wel
tot 10 uur per 30 minuten;
–
– vanaf 10 uur per 1 uur.
^ Druk zo vaak op de
totdat de tijd in het display verschijnt
die u wilt voorprogrammeren.
Het wissen van de voorkeuze
^ Druk nog eens op de
toets wanneer het display 24^ aan-
geeft.
Voorkeuze
Voorkeuze
Voorkeuze
-
-
- toets
-
In het VERLOOP brandt het controle
lampje
daarmee het einde van het programma
aan.
J Open de deur
^
K Haal het wasgoed uit de trommel
Kreukbeveiliging/Einde
door op de
de deur open te klappen.
Kijk goed of er geen stukken was
goed in de trommel zijn blijven lig
gen. Anders loopt u het risico dat ze
bij de volgende wasbeurt krimpen of
afgeven.
Deur
- toets te drukken en
-
en geeft
-
-
Het wissen van de voorkeuze, wanneer
er al op
^
I Start het programma
^
Het display geeft aan hoe lang het pro
gramma waarschijnlijk gaat duren.
Deze tijd wordt in het display per mi
nuut afgeteld.
In de eerste 10 minuten berekent de
elektronica van het wasautomaat hoe
lang het duurt voordat het wasgoed het
water heeft opgenomen.
Op grond van deze berekening kan het
programma langer of korter duren.
Start/Stop
Breek het programma af.
door op de knipperende toets
Stop
te drukken.
is gedrukt:
Start/
-
-
^
Controleer of er voorwerpen in de
manchet van de deur zijn achterge
bleven.
-
L Schakel de wasautomaat uit
^
door op de
ken.
M Sluit de deur
Anders bestaat het gevaar dat er voor
werpen per vergissing in de trommel te
rechtkomen, worden meegewassen en
het wasgoed beschadigen.
I-Aan/0-Uit
- toets te druk
-
-
-
-
17
Extra functies
De EXTRA FUNCTIES dienen ter aan
vulling van de basiswasprogramma's.
-
Intensief
Voor normaal tot sterk vervuild was
goed
Wanneer u deze functie hebt ingescha
keld, duurt de hoofdwas langer.
-
Voorwas
Voor wasgoed waar veel stof of zand
in zit
Inweken
Voor wasgoed dat bijzonder sterk is
vervuild door eiwithoudende vlekken
(bijv. bloed, vet, cacao)
Wanneer u deze functie hebt ingeschakeld, gaat aan het eigenlijke wasprogramma een inweekprogramma vooraf.
U kunt een inweektijd kiezen van mini
maal 30 minuten en maximaal 2 uur.
Wanneer de wasautomaat wordt gele
verd bedraagt de inweektijd 2 uur.
Voor het wijzigen van de inweektijd zie
hoofdstuk: "Programmeerfuncties", pa
ragraaf: "Inweektijd".
-
-
Extra water
Wanneer u deze functie hebt ingescha
keld, wordt er bij de wasprogramma's
meer water gebruikt.
U kunt tussen drie varianten kiezen.
Wanneer de wasautomaat wordt gele
verd, wordt, wanneer u op de
-
ter
- toets drukt, de waterstand bij het
wassen en spoelen verhoogd.
Voor het kiezen van een andere variant
zie hoofdstuk: "Programmeerfuncties",
paragraaf: "Systeem extra water".
Zoemer
Wanneer u deze functie hebt ingeschakeld, klinkt er aan het einde van een
programma of bij de spoelstop een
zoemer.
De zoemer gaat zolang totdat de wasautomaat wordt uitgeschakeld.
De zoemer gaat bij alle programma's
totdat hij weer wordt uitgeschakeld.
U kunt tussen twee geluidssterkten kie
zen.
U kunt er ook voor kiezen om de zoe
mer uit te schakelen.
Zie daarvoor hoofdstuk: " Program
meerfuncties", paragraaf: "Zoemer".
De waarschuwingstoon die bij sto
ringen gaat heeft met de zoemer niets
te maken.
Extra wa
-
-
-
-
-
-
-
18
Centrifugeren
Maximaal centrifugetoerental
Het maximale centrifugetoerental kan
van programma tot programma ver
schillen.
Het wasgoed wordt ook na de hoofdwas en tussen de spoelgangen gecentrifugeerd.
Wordt er een lager eindcentrifugetoe
rental ingesteld, dan wordt er indien no
dig ook na de hoofdwas en tussen de
spoelgangen met een lager toerental
gecentrifugeerd.
In de programma's
was
wordt bij een toerental van lager
Witte was / Bonte
dan 700 omw/min een spoelgang inge
last.
-
-
Het kiezen van de Spoelstop
Spoelstop
Kies
^
Het controlelampje
.
Spoelstop
Het wasgoed blijft na de laatste spoel
gang in het water liggen. Dat heeft het
voordeel dat het wasgoed minder
kreukt wanneer u het niet direct uit de
trommel haalt.
Toch eindcentrifugeren:
Kies met de toets voor het centrifuge
^
ren het gewenste centrifugetoerental.
De wasautomaat begint met eindcentri
fugeren.
Beëindigen programma
^ Druk op de
Deur
:
- toets.
Het water wordt afgepompt.
^ Druk opnieuw op de
Deur
De deur gaat open.
Het overslaan van het centrifugeren
tussen de spoelgangen en het eind
-
centrifugeren
^
Zonder centrifugeren
Kies
.
Na de laatste spoelgang wordt het wa
ter afgepompt.
De kreukbeveiliging wordt ingescha
keld.
Bij deze instelling wordt er in de pro
gramma's
Witte was / Bonte was
Kreukherstellend,AutomaticenMini
een extra spoelgang ingelast.
was
brandt.
-
-
-
- toets.
-
-
-
-
,
-
19
Programma-overzicht
Witte was/Bonte was 95°C tot 30°C9ö8E76
TextielsoortWasgoed van katoen en linnen, bijv. beddengoed, tafellakens
en servetten, badstof handdoeken, spijkerbroeken, T-shirts,
ondergoed en babykleertjes
Bijzondere tips
Gebruik
–
teerd of sterk vervuild wasgoed.
Gebruik voor normaal tot sterk vervuild wasgoed met zicht
–
bare vlekken de extra functie
Gebruik voor wasgoed met hardnekkige vlekken of met
–
vlekken die er al wat langer in zitten de extra functie
ken
Gebruik voor wasgoed met een grote hoeveelheid vuil zo
–
als stof of zand de extra functie
– Was donkerkleurig wasgoed met een Color-wasmiddel of
vloeibaar wasmiddel.
Extra functiesVoorwas, Inweken, Intensief, Extra water
WasmiddelenUniversele wasmiddelen en Color-wasmiddelen
Max. belading5,0 kg
Tip voor testbureaus:
Voor de test volgens norm EN 60456 moet de extra functie
kozen.
Kreukherstellend 60°C tot 30°C4321
TextielsoortWasgoed van synthetische vezels, mengweefsels of kreuk
herstellend gemaakt katoen, bijv. blouses, werkkleding, tafel
lakens en servetten
Bijzondere tipGebruik voor normaal tot sterk vervuild wasgoed met zichtba
re vlekken de extra functie
Extra functiesVoorwas, Inweken, Intensief, Extra water
WasmiddelenUniversele wasmiddelen, Color-wasmiddelen en fijnwasmid
delen
Max. belading2,5 kg
Tip voor testbureaus:
Voor de test volgens norm EN 60456 moet de extra functie
kozen.
Witte was/Bonte was 95°C
.
Intensief
alleen voor geïnfec
Intensief
.
Voorwas
.
Intensief
.
Intensief
-
Inwe
worden ge-
-
worden ge
-
-
-
-
-
-
-
20
Programma-overzicht
Fijne was 60°C tot koudacg
TextielsoortWasgoed van synthetische vezels, mengweefsels, kunstzijde
of kreukherstellend gemaakt katoen, bijv. blouses en rokken
Vitrage die volgens de fabrikant in de wasautomaat kan wor
den gewassen
-
Bijzondere tips
Extra functiesVoorwas, Inweken, Intensief
WasmiddelenFijnwasmiddelen
Max. belading1 kg
Zijde / 30°C tot koud
TextielsoortMet de hand wasbaar textiel waar geen wol in zit.
Bijzondere tipWas panty's en bh's in een waszak.
Extra functieExtra water
WasmiddelenFijnwasmiddelen
Max. belading2,0 kg
Wol / 40°C tot koud
TextielsoortWasgoed van wasbare wol en wolmengweefsels
WasmiddelenWolwasmiddelen
Max. belading2,0 kg
Gebruik voor normaal tot sterk vervuild wasgoed met zicht
–
bare vlekken de extra functie
Reduceer bij kreukgevoelige vitrage het centrifugetoerental
–
of centrifugeer helemaal niet.
Intensief
.
-
21
Programma-overzicht
Miniwas 40°C tot koud76e
TextielsoortEen kleinere hoeveelheid, licht vervuild wasgoed dat in het
programma
Extra functieExtra water
WasmiddelenUniversele wasmiddelen en Color-wasmiddelen
Max. belading2,5 kg
Automatic 40°C tot koud76e21f
TextielsoortWasgoed van katoenen en kreukherstellend textiel dat naar
kleur is gesorteerd
Bonte was
kan worden gewassen.
Bijzondere tipGebruik voor normaal tot sterk vervuild wasgoed met zichtba
re vlekken de extra functie
Extra functiesVoorwas, Inweken, Intensief, Extra water
WasmiddelenUniversele wasmiddelen en Color-wasmiddelen
Max. belading3 kg
Pompen/Centrifugeren
Voor het centrifugeren van het wasgoed. Neem het juiste toerental.
Alleen pompen: zet het centrifugetoerental op
Extra spoelen
TextielsoortWasgoed dat alleen maar moet worden uitgespoeld en ge
centrifugeerd
Max. belading5,0 kg
Stijven
TextielsoortTafellakens, servetten en schorten
Bijzondere tipHet wasgoed moet schoongewassen, maar mag niet met
wasverzachter nabehandeld zijn.
Max. belading5 kg
Intensief
.
Zonder centrifugeren
.
-
-
22
Textielbehandelingssymbolen
Programma-overzicht
23
Programma-overzicht
In het wasgoed bevindt zich een etiket
met textielbehandelingssymbolen. Dit
etiket doet aanbevelingen voor de juiste
behandeling van het artikel waarop het
is aangebracht. Het mag niet worden
verward met een garantie hoe het tex
tiel zich in het gebruik zal gedragen.
Het behandelingsetiket waarborgt dat
het textielproduct bij de aanbevolen be
handeling geen schade lijdt.
-
-
Een artikel waarop een behandelings
etiket met de symbolen is aangebracht
moet voldoen aan bepaalde eisen van
wasechtheid, wrijfechtheid en water
echtheid van de kleuren. Het mag niet
teveel krimpen of vervormen, de lijmen
mogen niet loslaten en bij de eerste vier
keer reinigen zijn ontleding, smelten,
vergelen, pillen en blijvende kreukels
ontoelaatbaar.
Behandelingen en temperaturen die
milder zijn dan op het etiket aangegeven zijn altijd toegestaan.
De waskaart is als handige sticker bij
de VTWS verkrijgbaar. U kunt deze stic
ker op uw Miele-wasautomaat plakken.
Meer informatie over textiel en de reini
ging ervan treft u aan in het boekje
"Textiel ABC". Ook dit boekje kunt u bij
de VTWS verkrijgen en wel door over
making van Ä 8,- op gironummer
666402 t.n.v. VTWS in Delft.
Het telefoonnummer van de VTWS is
015 - 261 12 05.
-
-
-
-
-
24
Programmaverloop
HoofdwasSpoelenCentrifugeren
Water
stand
Witte was/
da(2-4
Bonte was
Kreukherstellenddae2-3
Fijne wasebe3–L
Automatic(ae2-3
Miniwasda(2-3
Wol(c(2L
Zijde(d(2–L
Stijven––d1–L
Extra spoelen––e2–L
Was
ritme
-
Water
stand
-
Spoel
gangen
Centrifugeren
tussen de
Eindcen
trifugeren
spoelgangen
1)
3)
3)
3)
L
L
L
L
2)
2)
2)
2)
2)
L
L
L
L
L
-
d = Lage waterstand
( = Middelste waterstand
e = Hoge waterstand
a= Normaal wasritme
b= Behoedzaam
c=Wol
d= Zijde
Voor nadere bijzonderheden over het programmaverloop zie volgende bladzijde.
25
Programmaverloop
De wasautomaat beschikt over een vol
ledig elektronische besturing met bela
dingsautomaat.
Tijdens een wasprogramma zuigt het
wasgoed water op. Om hoeveel water
het gaat hangt af van de hoeveelheid
wasgoed en het soort textiel.
Hoe groter het absorptievermogen van
het wasgoed is, des te meer water er
moet worden bijgepompt. De elektroni
ca van de wasautomaat kan de hoeveelheid water meten die het wasgoed
opneemt en die moet worden bijge
pompt.
Het programmaverloop en de wastijd
zijn bij de diverse programma's dus
verschillend.
Het programmaverloop van de hier vermelde programma's slaat op het basisprogramma met maximale belading.
Eventueel gekozen extra functies zijn
hier buiten beschouwing gelaten.
De controlelampjes voor het programmaverloop geven tijdens iedere wasbeurt aan in welke fase het wasprogramma zich op dat moment bevindt.
Nadere bijzonderheden over het pro
-
-
grammaverloop:
Kreukbeveiliging
:
De trommel beweegt nog max. 30 mi
nuten na afloop van het programma om
kreukvorming te voorkomen.
Dit gebeurt niet in het programma
De wasautomaat kan altijd worden geo
pend.
-
1)
Wordt er een temperatuur gekozen
van 60°C tot 95°C, dan worden er 2
spoelgangen uitgevoerd.
Wordt er een temperatuur gekozen
van beneden de 60°C, dan worden
er 3 spoelgangen uitgevoerd.
Een derde, resp. vierde spoelgang
wordt uitgevoerd wanneer:
– er teveel schuim in de trommel zit;
– er een lager centrifugetoerental is
gekozen dan 700 omw/min;
Zonder centrifugeren
–
2)
Centrifugeren tussen de spoel
is gekozen.
gangen
-
-
Wol
.
-
-
26
Het wasgoed wordt tussen de spoel
gangen gecentrifugeerd.
3)
Een derde spoelgang wordt uitge
voerd wanneer:
–
Zonder centrifugeren
is gekozen.
-
-
Het wijzigen van het programmaverloop
Het afbreken van een program
ma
Een wasprogramma dat al is gestart
kunt u ieder moment afbreken.
Druk kort op de
^
De wasautomaat pompt het waswater
weg.
Het programma is afgebroken.
Wanneer u het wasgoed uit de auto
maat wilt halen:
druk dan op de
^
Wanneer u een ander programma wilt
kiezen:
^ schakel de wasautomaat dan met de
I-Aan/0-Uit
^ schakel de wasautomaat weer in
^ en kies een ander programma.
Start/Stop
Deur
- toets uit,
- toets.
-
- toets.
Het onderbreken van een programma
^
Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
Wanneer u het programma weer wilt
voortzetten,
^
schakel de wasautomaat dan met de
I-Aan/0-Uit
- toets uit.
- toets weer in.
Het wijzigen van het gekozen
programma
Het wijzigen van het programma of
de temperatuur
Wanneer een programma eenmaal is
gestart kunt u geen ander programma
meer kiezen, zonder het lopende pro
gramma af te breken.
Breek eerst het lopende programma af.
U kunt tot 5 minuten nadat een pro
gramma is gestart de temperatuur wij
zigen.
Het wijzigen van het centrifugetoerental
U kunt het centrifugetoerental tot vlak
voor het eindcentrifugeren wijzigen.
Het wijzigen van de extra functies
U kunt geen extra functie meer in- of
uitschakelen.
De zoemer kunt u wel ieder moment inof uitschakelen.
Wanneer de programmavergrende
ling is ingeschakeld is er geen pro
grammawijziging meer mogelijk.
-
-
-
-
-
27
Het wijzigen van het programmaverloop
Het bijvullen van de trommel of
het voortijdig verwijderen van
wasgoed uit de trommel
U kunt bij de volgende programma's
nog wasgoed in de trommel leggen of
wasgoed uit de trommel halen, nadat u
het programma heeft gestart:
Witte was/Bonte was
–
Kreukherstellend
–
Automatic
–
Open de deur door op de
^
toets te drukken.
^ Leg wasgoed in de trommel of haal
er wasgoed uit.
^ Sluit de deur.
Het programma wordt automatisch
voortgezet.
Attentie:
Nadat de wasautomaat een programma
eenmaal heeft gestart kan hij in de hoeveelheid wasgoed geen wijzigingen
meer vaststellen.
Deur
-
In een paar gevallen kan de deur niet
meer worden geopend, en wel wan
neer:
de temperatuur van het waswater bo
–
ven de 55°C komt;
het waterniveau te hoog is;
–
de programmafase
–
bereikt;
de kinderbeveiliging is ingeschakeld.
–
Wanneer u in één van bovenstaande
gevallen op de
het controlelampje
branden.
Centrifugeren
Deur
- toets drukt, gaat
Vergrendeld
-
is
-
Daarom gaat de wasautomaat, ook na
dat u nog wasgoed in de trommel hebt
gelegd of wasgoed uit de trommel heeft
gehaald, altijd van de maximale bela
dingshoeveelheid uit.
De resttijd kan langer zijn dan aange
geven.
28
-
-
-
Het wijzigen van het programmaverloop
Kinderbeveiliging
Met het inschakelen van de program
mavergrendeling voorkomt u dat de
wasautomaat tijdens het wassen
wordt geopend, het wasprogramma
wordt afgebroken of de temperatuur
en/of het centrifugetoerental worden
gewijzigd.
Het inschakelen van de Kinderbevei
liging
Druk na het starten van het program
^
ma minstens 4 seconden op de
Stop
- toets totdat het controlelampje
Vergrendeld
gaat branden.
De Kinderbeveiliging is nu ingesteld.
Het apparaat accepteert nu geen wijzi-
gingen meer en maakt het wasprogramma helemaal af.
Na afloop van het wasprogramma
wordt de Kinderbeveiliging automatisch
opgeheven.
Het uitschakelen van de Kinderbevei
liging
^
Druk minstens 4 seconden op de
Start/Stop
lampje
display) uitgaat.
(links naast het display)
- toets totdat het controle
Vergrendeld
(links naast het
Start/
-
Afsluitfunctie
Met het inschakelen van de afsluit
functie voorkomt u dat uw apparaat
door vreemden kan worden gebruikt.
Wanneer deze functie is ingeschakeld
kan de deur niet met de
–
worden geopend
en
-
kan er geen programma worden ge
–
-
start.
Het inschakelen van de afsluitfunctie
Dit is alleen mogelijk, wanneer:
– de wasautomaat uitgeschakeld en
– de deur gesloten is.
A Druk op de toetsen
TEMPERATUUR en blijf er tot en met
stap D op drukken.
B Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
C Druk drie maal
-
Voorwas/Inweken
D Laat de toetsen
TEMPERATUUR los.
Het controlelampje
pert.
E Schakel de wasautomaat uit.
- toets in.
op de toets
.
Extra water
Vergrendeld
Deur
Extra water
-
- toets
en
Intensief/
en
-
knip
-
Het uitschakelen van de afsluitfunc
tie
Herhaal de stappen A tot en met D.
Het controlelampje
uit.
Vergrendeld
gaat
-
29
Wasmiddelen
Het kiezen van wasmiddel
U kunt alle moderne wasmiddelen ge
bruiken die geschikt zijn voor huishoud
wasautomaten. Ook vloeibare,
compacte (geconcentreerde) wasmid
delen, tabletten en wasmiddelen met
verschillende componenten.
U kunt ook eventueel bijgevoegde do
seerbolletjes of doseerzakjes ge
bruiken.
Wasgoed van wol of wolmengweefsels
kunt u het beste met een wolwasmiddel
wassen.
Tips voor het gebruik en voor de dosering van de wasmiddelen bij volle belading kunt u vinden op de wasmiddelverpakking.
-
-
-
-
Het doseren van wasmiddel
De dosering is van verschillende factoren afhankelijk.
– De hoeveelheid wasgoed
–
De mate waarin dit is vervuild
Licht vervuild
Er zijn geen vuile vlekken te zien,
maar de kledingstukken ruiken niet
meer zo fris.
Normaal vervuild
Er zijn lichte vlekken te zien.
Sterk vervuild
Er zijn donkere vlekken te zien.
–
De waterhardheid
Wanneer u de hardheidsgraad in uw
regio niet weet, informeer daar dan
naar bij uw waterleidingbedrijf.
Waterhardheid
-
Hardheids
graad
IZacht0 - 10
IIGemiddeld10 - 16
IIIHard tot
Eigenschap
van het water
Duitse
hardheid
zeer hard
Wateronthardingsmiddel
Wanneer het water harder is dan
10° dH kunt u een wateronthardings
middel gebruiken om wasmiddel te be
sparen.
De juiste dosering vindt u op de verpakking.
Doseer eerst het wasmiddel en dan pas
het onthardingsmiddel.
Het wasmiddel kunt u normaal toevoegen, d.w.z. in doseringen voor zacht
water tot 10° dH.
Wasmiddelen met verschillende componenten
Wanneer u met verscheidene compo
nenten wast, adviseren wij u deze mid
delen altijd bij elkaar in vakje j te do
seren, en wel in de onderstaande volg
orde:
1. Wasmiddel
2. Wateronthardingsmiddel
3. Vlekkenzout
Dan worden de middelen beter inge
spoeld.
°dH
ü 16
-
-
-
-
-
-
-
30
Wasmiddelen
Wasverzachters en stijfsels
Met wasverzachters wordt uw wasgoed
extra zacht en minder statisch.
Met synthetische stijfsels krijgt u het
wasgoed beter in model.
Met andere stijfsels wordt wasgoed stijf.
Doseer de middelen volgens de aan
^
wijzingen van de fabrikant.
Automatisch spoelen met wasver
zachter of stijfsel
-
Wanneer u verschillende keren auto
matisch met stijfsel heeft gespoeld,
reinig dan de wasmiddellade.
Reinig vooral het kanaal voor de
wasverzachter en de zuighevel.
Zie hoofdstuk: "Reiniging en onder
houd", paragraaf: "Het reinigen van
de wasmiddellade".
-
Apart spoelen met wasverzachter of
synthetisch stijfsel
Doseer de wasverzachter of het syn
^
thetische stijfsel in vakje §.
^ Kies het programma
^ Druk op de
Apart spoelen met stijfsel
^ Doseer het stijfsel en bereid het voor
zoals op de verpakking beschreven
staat.
^ Doseer het stijfsel in vakje i.
^ Kies het programma
Start/Stop
Stijven
- toets.
Stijven
-
-
-
.
.
^
Doseer de wasverzachter of het (syn
thetische) stijfsel in vakje p. Doseer
niet hoger dan de pijl.
De wasverzachter of het (synthetische)
stijfsel wordt automatisch met het
laatste spoelwater in de trommel ge
spoeld. Aan het einde van het waspro
gramma blijft er een klein beetje water
in vakje § staan.
-
^
Druk op de
-
Het kleuren en ontkleuren
^
Het gebruik van textielverf in de was
automaat is alleen toegestaan voor
huishoudelijke doeleinden. Neem niet
meer verf dan strikt nodig is. Wordt er
-
teveel geverfd dan kan het in de verf
aanwezige zout het roestvrij staal
aantasten. Neem de aanwijzingen
van de textielverffabrikant precies in
acht.
^
Gebruik geen
in de wasautomaat.
Start/Stop
ontkleuringsmiddelen
- toets.
-
31
Reiniging en onderhoud
Haal vóórdat u de wasautomaat
,
een reinigings- of onderhoudsbeurt
geeft de spanning van het apparaat.
Het reinigen van de zuighevel
Het reinigen van de wasauto
maat
Reinig de wasautomaat met een mild
^
reinigingsmiddel of sopje.
Wrijf de automaat daarna met een
zachte doek droog.
Reinig de wastrommel met een reini
^
gingsmiddel voor roestvrij staal.
Het reinigen van de wasmiddellade
Verwijder eventuele resten wasmiddel
regelmatig.
-
-
^ Trek de zuighevel uit vakje § (1)
^ en reinig de hevel onder stromend
warm water.
^ Reinig ook het pijpje, waar de zuig-
hevel overheen wordt gestoken.
^ Zet de zuighevel weer terug (2).
,
Gebruik geen oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen, schuur
middelen, glas- of allesreinigers.
Deze kunnen namelijk kunststof op
pervlakken en andere onderdelen
beschadigen.
Spuit de wasautomaat in geen geval
met een waterspuit schoon.
-
-
^
Trek de wasmiddellade naar buiten
totdat u weerstand voelt.
^
Druk de ontgrendelingsknop in
^
en trek de wasmiddellade naar bui
ten.
^
Reinig de wasmiddellade met warm
water.
32
-
Reiniging en onderhoud
Het reinigen van het watertoe
voerzeefje
De wasautomaat heeft één zeefje ter
bescherming van de watertoevoerklep.
Dit zeefje, dat zich in de schroefkoppe
ling van de veiligheidsklep bevindt,
moet u ongeveer 1 keer in het half jaar
controleren. Wanneer de watertoevoer
vaak wordt onderbroken moet u mis
schien vaker controleren.
-
Draai de waterkraan dicht.
^
-
Schroef de toevoerslang van de wa
^
terkraan.
-
^ Trek het rubberen dichtingsringetje 1
uit de groef.
^ Pak het kunststof zeefje 2 met een
combinatie- of punttang aan de opstaande rand in het midden vast en
trek het eruit.
-
^
Reinig het kunststof zeefje.
^
Monteer alles weer in omgekeerde
volgorde.
^
Schroef de slang stevig aan de kraan
vast.
^
Draai de kraan open.
^
Draai de schroefkoppeling nog wat
vaster aan als er nog water uitloopt.
Het zeefje moet nadat het is gerei
nigd weer worden teruggeplaatst.
-
33
Reiniging en onderhoud
Het oplossen van problemen . . .
De meeste problemen waar u in het dagelijks gebruik mee te maken zou kunnen
krijgen kunt u zelf oplossen.
In al die gevallen hoeft u de Technische Dienst niet te bellen en kunt u tijd en kos
ten besparen.
De volgende tabellen helpen u om de oorzaken van een probleem te vinden en uit
de wereld te helpen. Bedenk echter:
Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door erkende vakmen
,
sen worden uitgevoerd. Gebeurt dit niet, dan loopt de gebruiker grote risico's.
Het programma begint niet
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Nadat de wasautomaat
is ingeschakeld blijft
het display donker en
brandt er geen controlelampje.
Het CONTROLE - lampje Vergrendeld knippert.
U kiest het programma
Pompen/Centrifugeren,
maar het wil niet
starten.
U drukt op toets Start/Stop, maar het door u
gekozen programma
start niet.
Er staat geen stroom
op het apparaat.
De afsluitfunctie is ingeschakeld.
De wasautomaat is niet
klaar voor gebruik.
De deur is niet goed
gesloten.
Controleer of
– de stekker goed in de con-
tactdoos zit;
– de zekering in orde is.
Schakel de afsluitfunctie uit.
Maak de wasautomaat klaar
voor gebruik zoals beschre
ven in het hoofdstuk: "Vóór de
eerste wasbeurt".
–
Sluit de deur.
-
-
-
34
Reiniging en onderhoud
Het wasprogramma is afgebroken en er volgt een foutmelding
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing A
De waarschuwingstoon
klinkt en het CONTROLE lampje Afvoer knippert.
In het display verschijnt
"– – –".
De waarschuwingstoon
klinkt en het CONTROLE lampje Toevoer knippert.
In het display verschijnt
"– – –".
De waarschuwingstoon
klinkt en de CONTROLE lampjes Afvoer en Toe-voer knipperen.
In het display verschijnt
"– – –".
De waarschuwingstoon
klinkt en de VERLOOP controlelampjes Inweken
of Spoelen knipperen.
In het display verschijnt
"– – –".
De waterafvoer is ge
blokkeerd of belem
merd.
De waterafvoerslang
ligt te hoog.
De watertoevoer is
geblokkeerd of belemmerd.
Het zeefje in de watertoevoerslang is
verstopt.
Het Miele-waterbeveiligingssysteem
heeft gereageerd.
Er is sprake van een
defect.
Reinig het pluizenfilter en het
filterhuis zoals beschreven in
het hoofdstuk: "Nuttige tips",
paragraaf: "Het openen van
de deur bij verstopte afvoer
en/of stroomuitval."
De maximale opvoerhoogte
is 1 m.
Controleer of
– de kraan ver genoeg is
opengedraaid;
– er knikken in de watertoe-
voerslang zitten.
Reinig het zeefje.
Waarschuw de Technische
Dienst.
Start het programma nog
een keer.
Volgt dezelfde foutmelding,
neem dan contact op met de
Technische Dienst.
A Schakel om de foutmelding uit te schakelen de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
- toets uit.
35
Reiniging en onderhoud
Algemene problemen met de wasautomaat
ProbleemOorzaakOplossing
Het CONTROLE - lampje
Dosering brandt.
Het VERLOOP - controle
lampje Wassen knippert.
De wasautomaat trilt tijdens het centrifugeren.
De wasautomaat maakt
een pompend geluid.
In de wasmiddellade
blijft vrij veel wasmiddel
achter.
De wasverzachter wordt
niet volledig ingespoeld
of er blijft teveel water in
vakje § staan.
Er heeft zich tijdens
het wasprogramma te
veel schuim gevormd.
Er is sprake van een
-
defect.
De stelvoeten staan
niet gelijk en zijn niet
met een contramoer
vastgeschroefd.
Dat is geen storing. Wanneer het water wordt afgepompt zijn dit soort geluiden normaal.
Er staat onvoldoende
druk op het water.
Poedervormige was
middelen in combina
tie met onthardings
middelen hebben de
neiging te gaan plak
ken.
De zuighevel zit niet
goed of is verstopt.
-
-
-
-
-
Gebruik de volgende keer
minder wasmiddel en neem
de doseeraanwijzingen op
de wasmiddelverpakking in
acht.
Start het programma nog
een keer.
Volgt dezelfde foutmelding,
neem dan contact op met
de Technische Dienst.
Stel de wasautomaat stevig
en schroef de stelvoeten
met een contramoer vast.
– Reinig het zeefje in de
watertoevoer.
– Kies eventueel de extra
functie
Reinig de wasmiddellade
en doseer voortaan eerst
het wasmiddel en dan pas
het onthardingsmiddel in
het juiste vakje.
Reinig de zuighevel.
Zie hoofdstuk: "Reiniging en
onderhoud", paragraaf: "Het
reinigen van de wasmiddel
lade".
Extra water
.
-
36
Reiniging en onderhoud
Een tegenvallend wasresultaat
ProbleemOorzaakOplossing
Het wasgoed wordt
met een vloeibaar
wasmiddel niet
schoon.
Op het gewassen
wasgoed zijn grijze,
elastische bolletjes
achtergebleven
(vetbolletjes).
Op het gewassen
wasgoed zitten witte, wasmiddelach
tige bestanddelen.
In vloeibare wasmiddelen
zitten geen bleekmid
delen.
Fruit-, koffie- of theevlek
ken zijn er moeilijk uit te
krijgen.
Er is te weinig wasmiddel
gedoseerd. Het wasgoed
is te sterk met vet, bijv.
crème of olie vervuild geweest.
Het wasmiddel bevat niet
in water op te lossen be-
-
standdelen ter onthar
ding van het water, nl.
zeolieten.
Deze bestanddelen heb
ben zich op het textiel
vastgezet.
Gebruik poedervormige was
–
-
-
middelen met een bleekmid
del.
-
Doseer vlekkenzout in vakje
–
j en het vloeibare wasmid
del in een doseerbolletje.
Doseer vloeibaar wasmiddel
–
en vlekkenzout nooit bij el
kaar in het wasmiddelvakje.
– Wanneer wasgoed zo ver-
vuild is moet u óf meer wasmiddel doseren óf een vloeibaar wasmiddel gebruiken.
– Draai vóór de volgende was-
beurt een wasprogramma op
60 °C met een vloeibaar wasmiddel en zonder wasgoed.
– Probeer de resten met een
borstel te verwijderen wanneer het wasgoed droog is.
–
Was donker wasgoed voort
aan met een wasmiddel dat
-
geen zeolieten bevat. Vloei
bare wasmiddelen voldoen
meestal aan deze eis.
-
-
-
-
-
-
37
Reiniging en onderhoud
De deur kan met de Deur - toets niet worden geopend.
ProbleemOplossing
De wasautomaat is niet
elektrisch aangesloten.
De wasautomaat is niet in
geschakeld.
De kinderbeveiliging is in
geschakeld.
De afsluitfunctie is inge
schakeld.
De stroom is uitgevallen.Open de deur zoals beschreven in het hoofdstuk:
De deur is niet goed dichtgedaan.
Er bevindt zich nog water
in de trommel en de wasautomaat kan het water
niet wegpompen.
De deur kan bij een temperatuur van hoger dan 55°C niet worden geopend. Op
deze manier wordt voorkomen dat u zich verbrandt.
Stop de stekker in het stopcontact.
Schakel de wasautomaat met de
-
in.
Schakel de kinderbeveiliging uit zoals beschreven
-
in het hoofdstuk: "Het wijzigen van het programma
verloop", paragraaf: "Kinderbeveiliging".
Schakel de afsluitfunctie uit zoals beschreven in
-
het hoofdstuk: "Het wijzigen van het programma
verloop", paragraaf: "Afsluitfunctie".
"Nuttige tips", paragraaf: "Het openen van de deur
bij stroomuitval".
Druk een keer stevig tegen de slotkant van de deur
en druk daarna op de
Reinig het pluizenfilter en het filterhuis.
Deur
I-Aan/0-Uit
- toets.
- toets
-
-
38
Reiniging en onderhoud
Het openen van de deur bij ver
stopte afvoer en/of stroomuit
-
val
Schakel de wasautomaat uit.
^
Aan de achterkant van het front van de
wasmiddellade bevindt zich een gele
opener voor het klepje van het pluizen
filter.
^ Pak deze gele opener.
Verstopte afvoer
-
Wanneer de afvoer is verstopt, bevindt
zich een vrij grote hoeveelheid water in
de automaat (max. 25 l).
Wees voorzichtig! Het water is
,
heet, wanneer kort daarvoor op een
-
hoge temperatuur is gewassen. U
kunt zich aan het water branden!
Het legen van de wasautomaat
Zet een bak of schaal onder het klep
^
je.
Het pluizenfilter mag er niet helemaal uit worden gedraaid.
-
^
Open daarmee het klepje van het
pluizenfilter.
^
Draai het pluizenfilter zover los totdat
het water eruit stroomt.
^
Draai telkens wanneer de bak of de
schaal volraakt, het deksel van het
pluizenfilter vast en maak de bak of
schaal leeg.
39
Reiniging en onderhoud
Wanneer er geen water meer uit de au
tomaat loopt,
draai het pluizenfilter er dan helemaal
^
uit.
^ Reinig het pluizenfilter grondig.
Zet het pluizenfilter weer in het filter
-
^
huis.
Draai het filter weer vast.
^
Wordt het pluizenfilter niet terug
,
gezet en vastgedraaid, dan loopt er
water uit het apparaat.
Het openen van de deur
Controleer steeds of de trommel
,
stilstaat wanneer u het wasgoed uit
de automaat wilt halen. Wanneer u
uw hand in een nog draaiende trom
mel steekt, loopt u het risico zich te
verwonden.
-
-
-
^
Controleer of de pompschoepvleugel
gemakkelijk rond te draaien is.
^
Is dat niet het geval, verwijder dan de
voorwerpen en/of draden.
^
Reinig het filterhuis.
40
^
Trek aan de noodontgrendeling.
De deur gaat open.
Technische Dienst
Reparaties
Voor reparaties dient u te bellen:
uw Miele-vakhandelaar of
–
de Technische Dienst van Miele Ne
–
derland B.V.
Het adres en de telefoonnummers van
Miele Nederland B.V. en de diverse af
delingen vindt u op de achterzijde van
deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling is
het noodzakelijk dat de Technische
Dienst weet welk model wasautomaat u
heeft en welk nummer deze heeft.
Beide gegevens vindt u op het typeplaatje in het scharnier van de deur.
-
-
Programma-actualisering (Update)
Wasmiddelen, textiel, wasgewoonten
en wasvoorschriften zullen in de toe
komst veranderingen ondergaan.
De was- en spoelprogramma's zullen
daaraan moeten worden aangepast.
De Technische Dienst is in staat om
wasprogramma's te updaten en in het
geheugen van uw wasautomaat op te
slaan.
Dat zal gebeuren via de optische inter
face PC op het bedieningspaneel
(PC = Programme Correction).
Miele zal zelf aangeven wanneer de
programma's kunnen worden geactualiseerd.
Garantietermijn en garantievoorwaarden
De garantietermijn van de wasautomaat
bedraagt 2 jaar.
-
-
Nadere bijzonderheden over de garantievoorwaarden en het Miele Service
verzekering Certificaat treft u aan in bij
gaande folder.
Bij te bestellen onderdelen
Onderdelen voor deze wasautomaat
kunt u bijbestellen bij de Miele-vakhan
del of bij de afdeling Onderdelen van
Miele Nederland B.V.
-
-
-
41
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het apparaat van voren
a Watertoevoerslang Waterproof-sys
teem
b Elektrische aansluiting
c - f Waterafvoerslang (met draaibaar
en verwijderbaar bochtstuk) met ver
schillende mogelijkheden voor water
afvoer
g Bedieningspaneel
42
-
h Wasmiddellade
i Deur
j Klepje voor het pluizenfilter, het filter
huis en de noodontgrendeling
k Handgrepen voor het transport
l Vier stelvoeten
-
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het apparaat van achteren
a Rand van het bovenblad
Hier kunt u het apparaat vastpakken
wanneer u het wilt verplaatsen.
b Elektrische aansluiting
c Watertoevoerslang Waterproof-sys
teem
d Waterafvoerslang
e Draaibeveiligingen met transport
stangen
f Houder voor:
–
Watertoevoerslang
–
Waterafvoerslang
–
Transportstangen
-
43
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Plaats van opstelling
Als plaats van opstelling is een beton
nen vloer het meest geschikt. In tegen
stelling tot een houten of een zachte
vloer trilt deze nauwelijks mee als de
wasautomaat aan het centrifugeren is.
Let bij het plaatsen van uw automaat op
het volgende:
Plaats het apparaat waterpas en sta
^
biel.
Plaats het apparaat niet op een
^
zachte vloerbedekking omdat het in
dat geval tijdens het centrifugeren
gaat trillen.
^ Wanneer u het apparaat op een hou-
ten vloer wilt plaatsen, plaats het dan
op een multiplex plaat van tenminste
3 cm dik.
U dient de plaat niet alleen maar aan
de planken van de vloer, maar aan
zoveel mogelijk - in ieder geval aan
2 - balken vast te schroeven.
-
-
Het plaatsen van de wasauto
maat
Wanneer u het apparaat van de ver
^
pakkingsbodem tilt en op de plaats
neerzet waar het moet staan, pak het
dan aan de voorkant bij de handgre
pen en aan de achterkant bij de rand
van het bovenblad vast.
Let op:
Pak het apparaat bij het tillen niet aan
^
de deur vast.
De machinevoeten en de vloer
,
onder het apparaat moeten droog
zijn. Is dat niet het geval, dan loopt u
het risico dat de automaat gaat glijden tijdens het centrifugeren.
Het verwijderen van de transportbeveiliging
-
-
-
^
Plaats het apparaat als het enigszins
kan in één van de hoeken van het
vertrek. Daar is iedere vloer het sta
bielst.
,
Wanneer het apparaat op een
reeds aanwezige (betonnen of ge
metselde) sokkel plaatst, let er dan
op dat het tijdens het centrifugeren
niet kan gaan schuiven. U doet dit
met behulp van spanklauwen. Deze
zijn verkrijgbaar bij de Miele-vakhan
del of bij de afdeling Onderdelen
van Miele Nederland B.V.
44
-
-
-
^
Haak een schroevendraaier achter
de draaibeveiligingen (1)
^
en haal ze er af (2).
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Draai de linker transportstang met de
^
bijgevoegde steeksleutel 90° en
^
trek de stang eruit.
Draai de rechter transportstang 90°
^
en
^
trek de stang eruit.
45
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
De wasautomaat mag zonder
,
transportbeveiliging niet worden ge
transporteerd.
Bewaar de transportbeveiliging.
Wanneer de wasautomaat moet wor
den getransporteerd (bijv. bij een
verhuizing) moet de beveiliging
weer worden gemonteerd.
-
-
Sluit de gaten met de draaibeveiligin
^
gen en de daaraan bevestigde dopjes af.
^
Bevestig de transportstangen aan de
achterwand van de wasautomaat. Let
erop dat de gaten b op de pennen
a worden geplaatst.
Het monteren van de trans
portbeveiliging
Het monteren van de transportbeveili
ging gebeurt in omgekeerde volgorde.
-
-
-
46
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het stellen van de wasauto
-
maat
De wasautomaat moet waterpas en ge
lijkmatig op de vloer staan. Alleen dan
is een optimale werking gewaarborgd.
Wanneer een wasautomaat verkeerd
wordt geplaatst, wordt er meer water en
energie verbruikt dan nodig is en kan
het apparaat gaan schuiven.
Ook is het mogelijk dat de beladingsen wasmiddelweergave onjuiste per
centages aangeven.
Het stellen van de automaat gebeurt
met behulp van de vier machine- of
stelvoeten. Wanneer het apparaat wordt
geleverd zijn alle stelvoeten naar bin
nen gedraaid.
-
-
Het naar buiten draaien en vastzetten
van de stelvoeten
-
^ Draai contramoer 2 met de bijge-
voegde steeksleutel los en wel met
de wijzers van de klok mee. Draai de
contramoer samen met stelvoet 1
naar buiten.
^ Controleer met een waterpas of het
apparaat waterpas staat.
^ Houd stelvoet 1 met een waterpomp-
tang vast. Draai contramoer 2 met de
steeksleutel weer aan de ommante
ling vast.
,
Alle vier de contramoeren moe
ten stevig aan de ommanteling zijn
vastgedraaid. Controleer ook de
voeten die u bij het stellen van de
automaat niet naar buiten hebt ge
draaid. Doet u dat niet, dan bestaat
het gevaar dat het apparaat gaat
schuiven.
-
-
-
47
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het plaatsen van de wasautomaat
onder een werkblad of in een keuken
blok
Hier is een onderbouwset* noodza
–
kelijk.
De onderbouwset moet door een
vakman / vakvrouw worden gemon
teerd.
Het bovenblad van de automaat
–
moet om veiligheidsredenen beslist
door een afdekplaat worden ver
vangen.
– Wanneer de automaat onder een
werkblad wordt ondergebouwd dat
900/910 hoog is, is er één stelframe*
vereist.
– De watertoevoer, waterafvoer en de
elektrische aansluiting dienen in de
buurt van de automaat geïnstalleerd
te zijn en men moet er gemakkelijk
bij kunnen.
Bij de onderbouwset is een montage
handleiding gevoegd.
-
-
-
-
Let op het volgende:
-
a De afstand tot de wand moet veilig-
heidshalve minstens 2 cm
b Hoogte:
Tussenstuk met werkblad:
ca. 169 cm
Tussenstuk zonder werkblad:
ca. 170 cm
bedragen.
Was-droogzuil
Op deze wasautomaat kan een Mieledroogautomaat worden geplaatst.
Daarvoor is een tussenstuk* noodzake
lijk.
Het tussenstuk moet door een vak
man / vakvrouw worden gemon
teerd.
De met * aangegeven onderdelen zijn
verkrijgbaar bij de Miele-vakhandel of
bij de afdeling Onderdelen van Miele
Nederland B.V.
48
-
-
Het terugplaatsen van het bovenblad
van de wasautomaat
Hebt u het bovenblad van de wasauto
maat voor plaatsing onder een werk
blad of voor een was-droogzuil verwij
derd en moet u het blad daarna terug
plaatsen, let er dan op dat het stevig
aan de houders aan de achterkant
vastzit.
Alleen dan kunt u er zeker van zijn dat
de wasautomaat veilig kan worden ge
transporteerd.
-
-
-
-
-
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het Miele waterbeveiligings
-
systeem
Het Miele waterbeveiligingssysteem
biedt een volledige bescherming tegen
waterschade door de wasautomaat.
Het systeem bestaat hoofdzakelijk uit
drie onderdelen:
1) de watertoevoerslang
2) de elektronica en de ommanteling
3) de waterafvoerslang
1) De watertoevoerslang
– Deze beschikt over een elektrisch
waterinlaatventiel.
Dit systeem functioneert als een au-
tomatische kraan en zit in de
uitstulping van de watertoevoerslang.
– Het waterinlaatventiel is bestand te-
gen een druk van tussen de 7.000 en
10.000 kPa.
Scheuren in het ventiel worden daar
mee voorkomen.
–
De beschermhuls van de watertoe
voerslang
-
2) De elektronica en de ommanteling
De bodemplaat
–
Wanneer de wasautomaat lekt wordt
het overtollige water in de bodem
plaat opgevangen. Het waterinlaat
ventiel wordt door de vlotterschake
laar uitgeschakeld. De watertoevoer
is vanaf dat moment geblokkeerd.
Het water dat zich in de kuip bevindt
wordt afgepompt.
Bescherming tegen overstromen
–
Voorkomen wordt dat de wasauto
maat door een ongecontroleerde wa
tertoevoer gaat lekken.
Stijgt de waterstand boven een bepaald niveau, dan wordt de afvoerpomp ingeschakeld en het water gecontroleerd afgepompt.
3) De waterafvoerslang
– Bescherming tegen leegzuigen
De waterafvoerslang is beveiligd met
een ventilatiesysteem. Hiermee
-
wordt voorkomen dat de wasauto
maat wordt leeggezogen.
-
-
-
-
-
-
Wanneer de watertoevoerslang lekt
wordt het overtollige water door deze
beschermhuls, die als een tweede
huid om de watertoevoerslang heen
zit, in de bodemplaat opgevangen.
Het waterinlaatventiel wordt door de
vlotterschakelaar uitgeschakeld. De
watertoevoer is vanaf dat moment
geblokkeerd. Het water dat zich in
de kuip bevindt wordt afgepompt.
49
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het aansluiten van de water
toevoer
Het waterinlaatventiel bevat elek
,
trische onderdelen en mag daarom
niet worden gemonteerd in gedeel
ten van het vertrek waar met water
wordt gewerkt, bijv. badkuipen of
douchecabines. Gebruik in dat ge
val een metaalomvlochte verleng
slang. Deze is te verkrijgen bij de
Miele-vakhandel of bij de Tech
nische Dienst van Miele Nederland
B.V.
-
-
-
De automaat mag zonder terugslagklep
op het waterleidingnet worden aange
sloten, omdat hij gebouwd is volgens
EU-normen.
De waterdruk moet minstens 100 kPa
-
en mag niet meer dan 1.000 kPa bedra
gen. Is de druk hoger dan 1.000 kPa,
dan moet er een drukreduceerventiel in
-
de waterleiding worden ingebouwd.
Voor de aansluiting is een kraan met
3
/4"-schroefkoppeling noodzakelijk.
Is zo'n kraan niet aanwezig, dan mag
de automaat uitsluitend door een er
kend installateur op de waterleiding
worden aangesloten.
Het aansluitpunt staat onder
,
druk van de waterleiding. Controleer
daarom of de aansluiting niet lek is.
Dit kunt u doen door de kraan langzaam open te draaien. Leg het dichtingsringetje er eventueel opnieuw in
en draai de schroefkoppeling eventueel wat vaster aan.
-
-
-
De behuizing van het waterinlaatven
tiel mag niet in vloeistof worden ge
dompeld!
De beschermhuls mag niet worden
beschadigd en er mogen geen knik
ken in zitten.
50
-
-
-
De wasautomaat is niet geschikt om
op warm water te worden aangeslo
ten.
-
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Onderhoud
Wanneer u het systeem vervangt, doe
dat dan alleen met het Miele Waterproof-systeem.
Het zeefje in de schroefkoppeling
van het waterinloopventiel mag ter
bescherming van het ventiel niet
worden verwijderd.
Verlengslang om na te bestellen
Een metaalomvlochte slang van 1,5 m
lang kan worden nabesteld bij de
Miele-vakhandel of bij de Technische
Dienst van Miele Nederland B.V.
Deze slang is bestand tegen een druk
van minstens 14.000 kPa en kan als
verlengslang worden gebruikt.
-
51
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het aansluiten van de wateraf
-
voer
Het sop wordt afgepompt m.b.v. een af
voerpomp met een opvoerhoogte van
1 m.
Het water moet ongehinderd weg kun
nen stromen en daarom mogen er geen
knikken in de slang zitten.
Het bochtstuk aan het eind van de
slang is draaibaar en kan indien nodig
worden verwijderd.
De waterafvoerslang kan op de vol
gende manieren worden aangebracht
1. De slang kan in een wasbak, wasta-
fel of gootsteen worden gehangen:
Attentie:
– Zorg ervoor dat de slang niet weg
kan glijden.
– Wordt het water in een wasbak, was-
tafel of gootsteen afgepompt moet
het snel genoeg weg kunnen stro-
men. Is dat niet het geval, dan loopt
u het risico dat er water overstroomt
of dat een deel van het wegge
pompte water in de automaat wordt
teruggezogen.
-
-
-
Indien noodzakelijk kan de afvoerslang
tot max. 5 m worden verlengd.
Verlengstukken zijn verkrijgbaar bij de
-
Miele-vakhandel of bij de afdeling On
derdelen van Miele Nederland B.V.
Voor opvoerhoogten van meer dan 1 m
(tot max. 1,8 m) is een tweede afvoer
pomp - met duowerking - incl. de nood
zakelijke ombouwset verkrijgbaar, en
wel bij de Miele-vakhandel of bij de af
deling Onderdelen van Miele Neder
land B.V.
-
-
-
-
-
2. De slang kan op een kunststof af
voerbuis met rubberen mof worden
aangesloten. Een sifon is niet beslist
noodzakelijk.
3. De slang kan op een wasbak of was
tafel met kunststof nippel worden
aangesloten.
4. De slang kan in een putje in de vloer
worden gehangen.
52
-
-
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Elektrische aansluiting
De wasautomaat mag alleen door een
erkend installateur op het elektriciteits
net worden aangesloten.
Deze wasautomaat is voorzien van een
aansluitkabel en een stekker met be
schermingscontact (randaarde), ge
schikt voor aansluiting op ~230 V
50 Hz.
Deze wasautomaat mag uitsluitend
worden aangesloten op een contact
doos met beschermingscontact (rand
aarde) of een daarvoor geschikte 2polige schakelaar, bijv. voor in de badkamer.
Wij raden u af om de wasautomaat op
een verlengsnoer en/of stekkerdoos
aan te sluiten. Dit om brand te voorkomen.
In de EU-richtlijnen geeft men ter verhoging van de veiligheid het advies om
de huisinstallatie van een aardlekschakelaar te voorzien.
-
-
-
-
-
De gegevens van de aansluitwaarden
vindt u op het typeplaatje. Vergelijk
deze waarden met de gegevens van
uw elektriciteitsnet.
53
Verbruiksgegevens
BeladingVerbruiksgegevens
EnergieWaterProgrammaduur
in kWhin lnormaalintensief
Witte was/Bonte was
95°C5,0 kg1,70421 h 54 min2 h 09 min
1)
60°C
60°C5,0 kg0,85421 h 25 min1 h 49 min
1)
40°C
40°C5,0 kg0,52481 h 25 min1 h 59 min
Kreukherstellend
1)
40°C
40°C2,5 kg0,444959 min1 h 19 min
Fijne was
30°C1,0 kg0,336550 min1 h 00 min
Zijde /
30°C1,0 kg0,243936 min–
Wol /
30°C2,0 kg0,223539 min–
Miniwas
40°C2,5 kg0,303030 min–
Automatic
40°C3 kg0,30 - 0,6030 - 501 h 03 min1 h 18 min
5,0 kg0,8542–1 h 49 min
5,0 kg0,5248–1 h 59 min
2,5 kg0,4449–1 h 19 min
1)
Testprogramma volgens N 60456
Instructie voor de vergelijkende onderzoeken
Voor testprogramma's volgens EN 60456 moet
de extra functie
Intensief
worden
gekozen.
De verbruiksgegevens kunnen van de aangegeven waarden afwijken, al naar
gelang de waterdruk, waterhardheid, temperatuur van het instromende water,
kamertemperatuur, het soort en de hoeveelheid wasgoed, verschillen in de net
spanning en gekozen extra functies.
54
-
Technische gegevens
Hoogte85,0 cm
Breedte59,5 cm
Diepte58,0 cm
Diepte bij geopende deur97,5 cm
Gewicht94 kg
Maximale belasting van de vloer1600 Newton (ca. 160 kg)
Beladingscapaciteit5 kg droog wasgoed
AansluitspanningZie typeplaatje
AansluitwaardeZie typeplaatje
ZekeringZie typeplaatje
Minimale waterdruk100 kPa (1 bar)
Maximale waterdruk1.000 kPa (10 bar)
Lengte van de toevoerslang1,60 m
Lengte van de afvoerslang1,50 m
Lengte van de aansluitkabel1,60 m
Maximale opvoerhoogte1,00 m
Maximale afpomplengte5,00 m
KeurmerkKEMA
55
Programmeerfuncties
voor de wijziging van
standaardwaarden
Programmeerfuncties
Systeem extra water
Wanneer de extra functie
is ingeschakeld, wordt er bij de
wasprogramma's meer water ge
bruikt.
Daarbij zijn drie varianten mogelijk.
De variant die u wilt hebben kunt u
programmeren via: "Systeem extra
water".
De mogelijkheden zijn:
Variant 1:
Meer water bij het wassen en bij het
spoelen
In deze variant wordt het apparaat geleverd.
Variant 2:
Een extra spoelgang in de programma's
Witte was/Bonte was, Kreukher-
stellend
Variant 3:
Een combinatie van de varianten 1 en 2
Het programmeren van de gewenste
variant doet u met de stappen A tot
en met F
en wel met behulp van de toetsen.
De toetsen hebben dus een tweede
functie die niet op het paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar
den worden voldaan
,
Automatic,MiniwasenZijde
Extra water
-
A Druk op de
daar gedurende de stappen B en C
op drukken.
B Druk op de
C Wacht totdat het controlelampje van
de
Start/Stop
den. . .
D . . . en laat de
daarna los.
Het controlelampje
–
1 x.
In het display gaat de letter P knippe
–
ren in afwisseling met het cijfer 1, 2 of
3.
E Door op de
ken kunt u tussen de verschillende
varianten kiezen.
Knippert in het display in afwisseling
met de letter P een
1 = dan is variant 1
2 = dan is variant 2
3 = dan is variant 3
F Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
Op de toets
variant nu geprogrammeerd en blijft dat
totdat er een andere variant wordt ge
kozen en geprogrammeerd.
Start/Stop
I-Aan/0-Uit
- toets gaat bran
Start/Stop
Zoemer
Start/Stop
gekozen
gekozen
gekozen.
- toets uit.
Extra water
- toets en blijf
- toets.
- toets
- toets te druk-
is de gekozen
-
knippert
-
-
–
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
–
De deur moet gesloten zijn.
57
Programmeerfuncties
Behoedzaam wassen
Wanneer de functie "Behoedzaam
wassen" is geactiveerd, wordt het
aantal trommelbewegingen geredu
ceerd.
Zo kan licht vervuild wasgoed met
een behoedzaam ritme worden ge
wassen.
"Behoedzaam wassen" kan worden ge
bruikt in de programma's
Bonte was
De functie is, wanneer de wasautomaat
wordt geleverd, niet geactiveerd.
Het programmeren van de variant
"Aan" of "Uit" doet u met de stappen
A tot en met G
en wel met behulp van de toetsen.
De toetsen hebben dus een tweede
functie die niet op het paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan
–
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
–
De deur moet gesloten zijn.
en
Kreukherstellend
Witte was /
-
-
.
A Druk op de
daar gedurende de stappen B en C
op drukken.
B Druk op de
C Wacht totdat het controlelampje van
de
Start/Stop
den. . .
D . . . en laat de
-
daarna los.
E Druk één keer
Het controlelampje
–
2 x.
– In het display gaat de letter P knippe-
ren in afwisseling met het cijfer 0 of 1.
0 = wanneer "Behoedzaam wassen"
niet is geactiveerd;
1 = wanneer "Behoedzaam wassen"
wel is geactiveerd.
F Door op de
kunt u overschakelen van
–
0 op 1, waarmee u "Behoedzaam
wassen" activeert;
–
of van 1 op 0, waarmee u "Behoed
zaam wassen" deactiveert.
Start/Stop
I-Aan/0-Uit
- toets gaat bran
Start/Stop
op de
Start/Stop
- toets en blijf
- toets.
- toets
Zoemer
Zoemer
te drukken
-
- toets.
knippert
-
58
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
De gekozen variant is nu geprogram
meerd en blijft dat totdat de andere va
riant wordt gekozen en geprogram
meerd.
- toets uit.
-
-
-
Programmeerfuncties
Afkoeling van het sop
Wanneer de functie "Afkoeling van
het sop" is geactiveerd, stroomt er
aan het einde van de hoofdwas ter
afkoeling van het sop extra water in
de trommel.
"Afkoeling van het sop" kan worden ge
bruikt bij de temperaturen 95°C en
75°C.
Het verdient aanbeveling om deze
functie te activeren
wanneer de wasautomaat in een ge
–
bouw staat met waterafvoerbuizen
die niet aan de Komokeur voldoen;
– wanneer u de waterafvoerslang in
een wasbak, wastafel of gootsteen
hangt.
Op deze manier kunt u brand- of
schroeigevaar voorkomen.
De functie is, wanneer de wasautomaat
wordt geleverd, niet geactiveerd.
Het programmeren van de variant
"Aan" of "Uit" doet u met de stappen
A tot en met G
en wel met behulp van de toetsen.
De toetsen hebben dus een tweede
functie die niet op het paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar
den worden voldaan
–
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
A Druk op de
daar gedurende de stappen B en C
op drukken.
B Druk op de
C Wacht totdat het controlelampje van
de
Start/Stop
-
-
den. . .
D . . . en laat de
daarna los.
E Druk twee keer
Het controlelampje
–
3 x.
– In het display gaat de letter P knippe-
ren in afwisseling met het cijfer 0 of 1.
0 = wanneer "Afkoeling van het sop"
niet is geactiveerd;
1 = wanneer "Afkoeling van het sop"
wel is geactiveerd.
F Door op de
kunt u overschakelen van
–
0 op 1, waarmee u "Afkoeling van het
sop" activeert;
–
of van 1 op 0, waarmee u "Afkoeling
van het sop" deactiveert.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
De gekozen variant is nu geprogram
meerd en blijft dat totdat de andere va
riant wordt gekozen en geprogram
meerd.
Start/Stop
I-Aan/0-Uit
- toets gaat bran
Start/Stop
op de
Start/Stop
- toets uit.
- toets en blijf
- toets.
- toets
Zoemer
Zoemer
te drukken
-
- toets.
knippert
-
-
-
–
De deur moet gesloten zijn.
59
Programmeerfuncties
Inweektijd
Wanneer de extra functie
ingeschakeld, gaat aan het eigenlijke
wasprogramma een inweekprogram
ma vooraf.
Daarbij zijn vier varianten mogelijk.
De variant die u wilt hebben kunt u
programmeren via: "Inweektijd".
De mogelijkheden zijn:
Variant 1:
2 uur inweektijd
In deze variant wordt het apparaat ge
leverd.
Variant 2:
1 uur 30 minuten inweektijd
Variant 3:
1 uur inweektijd
Variant 4:
30 minuten inweektijd
Het display geeft een tijd aan die een
optelsom is van de ingestelde inweektijd en de wastijd van het gekozen pro
gramma.
Het programmeren van de gewenste
variant doet u met de stappen A tot
en met G
en wel met behulp van de toetsen.
De toetsen hebben dus een tweede
functie die niet op het paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar
den worden voldaan
Inweken
is
A Druk op de
daar gedurende de stappen B en C
op drukken.
B Druk op de
C Wacht totdat het controlelampje van
de
Start/Stop
den. . .
D . . . en laat de
daarna los.
E Druk drie keer
Het controlelampje
–
-
-
4 x.
– In het display gaat de letter P knippe-
ren in afwisseling met het cijfer 1, 2, 3
of 4.
E Door op de
ken kunt u tussen de verschillende
varianten kiezen.
Knippert in het display in afwisseling
met de letter P een
1 = dan is variant 1
2 = dan is variant 2
3 = dan is variant 3
4 = dan is variant 4
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
Op de toets
riant nu geprogrammeerd en blijft dat
totdat er een andere variant wordt ge
kozen en geprogrammeerd.
Start/Stop
I-Aan/0-Uit
- toets gaat bran
Start/Stop
op de
Start/Stop
- toets uit.
Inweken
- toets en blijf
- toets.
Zoemer
Zoemer
- toets te druk-
gekozen
gekozen
gekozen.
gekozen.
is de gekozen va
-
- toets
- toets.
knippert
-
-
–
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
–
De deur moet gesloten zijn.
60
Programmeerfuncties
Zoemer
Wanneer de extra functie
ingeschakeld, klinkt er aan het einde
van een programma en in de Spoel
stop een zoemer.
Daarbij zijn twee varianten mogelijk.
U kunt er ook voor kiezen de zoemer
helemaal uit te zetten.
De variant die u wilt hebben kunt u
programmeren via: "Zoemer".
De mogelijkheden zijn:
Variant 1
Er klinkt geen zoemer.
Variant 2
De zoemer klinkt aan het einde van een
programma en in de Spoelstop met
normale geluidssterkte.
In deze variant wordt het apparaat geleverd.
Variant 3
De zoemer klinkt aan het einde van een
programma en in de Spoelstop harder
dan normaal.
= Uit
= Normale geluidssterkte
= Harder
Zoemer
is
-
A Druk op de
daar gedurende de stappen B en C
op drukken.
B Druk op de
C Wacht totdat het controlelampje van
de
Start/Stop
den. . .
D . . . en laat de
daarna los.
E Druk vier keer
Het controlelampje
–
5 x.
– In het display gaat de letter P knippe-
ren in afwisseling met het cijfer 1, 2 of
3.
F Door op de
ken kunt u tussen de verschillende
varianten kiezen.
Knippert in het display in afwisseling
met de letter P een
1 = dan is variant 1
2 = dan is variant 2
3 = dan is variant 3
Start/Stop
I-Aan/0-Uit
- toets gaat bran
Start/Stop
op de
Start/Stop
- toets en blijf
- toets.
- toets
Zoemer
Zoemer
- toets te druk-
gekozen
gekozen
gekozen.
-
- toets.
knippert
Het programmeren van de gewenste
variant doet u met de stappen A tot
en met G
en wel met behulp van de toetsen.
De toetsen hebben dus een tweede
functie die niet op het paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar
den worden voldaan
–
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
–
De deur moet gesloten zijn.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
Op de toets
ant nu geprogrammeerd en blijft dat tot
dat er een andere variant wordt geko
zen en geprogrammeerd.
-
- toets uit.
Zoemer
is de gekozen vari
-
-
-
61
Programmeerfuncties
Akoestisch signaal
Wanneer de functie "Akoestisch sig
naal" is geactiveerd, klinkt er iedere
keer een akoestisch signaal, wanneer
u op een toets drukt.
"Akoestisch signaal" is, wanneer de
wasautomaat wordt geleverd, niet ge
activeerd.
Het programmeren van de variant
"Aan" of "Uit" doet u met de stappen
A tot en met G
en wel met behulp van de toetsen.
De toetsen hebben dus een tweede
functie die niet op het paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan
– De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
– De deur moet gesloten zijn.
-
-
A Druk op de
daar gedurende de stappen B en C
op drukken.
B Druk op de
C Wacht totdat het controlelampje van
de
Start/Stop
den. . .
D . . . en laat de
daarna los.
E Druk vijf keer
Het controlelampje
–
6 x.
– In het display gaat de letter P knippe-
ren in afwisseling met het cijfer 0 of 1.
0 = wanneer "Akoestisch signaal"
niet is geactiveerd;
1 = wanneer "Akoestisch signaal"
wel is geactiveerd.
F Door op de
kunt u overschakelen van
Start/Stop
I-Aan/0-Uit
- toets gaat bran
Start/Stop
op de
Start/Stop
- toets en blijf
- toets.
- toets
Zoemer
Zoemer
knippert
te drukken
-
- toets.
62
–
0 op 1, waarmee u "Akoestisch sig
naal" activeert;
–
of van 1 op 0, waarmee u "Akoestisch
signaal" deactiveert.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
De gekozen variant is nu geprogram
meerd en blijft dat totdat de andere va
riant wordt gekozen en geprogram
meerd.
- toets uit.
-
-
-
-
Programmeerfuncties
Memory
Wanneer de functie "Memory" is ge
activeerd, slaat de wasautomaat het
centrifugetoerental dat bij een pro
gramma wordt gekozen en eventuele
extra functies die bij datzelfde pro
gramma worden ingesteld, bij de
start van het programma op.
Wanneer u de volgende keer hetzelfde
basiswasprogramma kiest, geeft de
wasautomaat het opgeslagen centrifu
getoerental en de eventueel opgesla
gen extra functie(s) weer aan.
"Memory" is, wanneer de wasautomaat
wordt geleverd, niet geactiveerd.
Het programmeren van de variant
"Aan" of "Uit" doet u met de stappen
A tot en met G
en wel met behulp van de toetsen.
De toetsen hebben dus een tweede
functie die niet op het paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar
den worden voldaan
–
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
–
De deur moet gesloten zijn.
-
-
-
-
A Druk op de
daar gedurende de stappen B en C
op drukken.
B Druk op de
C Wacht totdat het controlelampje van
de
Start/Stop
den . . .
D . . . en laat de
daarna los.
E Druk zes keer
-
-
Het controlelampje
–
7 x.
– In het display gaat de letter P knippe-
ren in afwisseling met het cijfer 0 of 1.
0 = wanneer "Memory"
niet is geactiveerd;
1 = wanneer "Memory"
wel is geactiveerd.
F Door op de
kunt u overschakelen van
–
0 op 1, waarmee u "Memory" acti
veert;
–
of van 1 op 0, waarmee u "Memory"
deactiveert.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
Start/Stop
I-Aan/0-Uit
- toets gaat bran
Start/Stop
op de
Start/Stop
- toets uit.
- toets en blijf
- toets.
- toets
Zoemer
Zoemer
te drukken
-
- toets.
knippert
-
De gekozen variant is nu geprogram
meerd en blijft dat totdat de andere va
riant wordt gekozen en geprogram
meerd.
-
-
-
63
Wijzigingen voorbehouden/3205
M.-Nr. 06 673 900 / 00
nl-NL
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.