Miele T 8812 C Edition 111 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing
condensdroger T 8812 C Edition 111
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor u dit toestel installeert en in gebruik neemt. Zo zorgt u voor uw eigen veiligheid en vermijdt u schade aan uw toestel.
M.-Nr. 09 375 900
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen, dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut. Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio­neren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde be­handeling kunnen deze stoffen schade­lijk zijn voor de gezondheid en het mi­lieu. Verwijder het afgedankte apparaat dan ook nooit met het gewone afval.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
-
-
de handelaar bij wie u het kocht
– of
de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel
­naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
Stroom sparen
Zo kan u vermijden dat de droogtijd on­nodig langer duurt en er meer stroom wordt verbruikt:
– Laat het wasgoed in de wasauto-
maat tegen het hoogste toerental centrifugeren. Zo spaart u bij het drogen ca. 30 % stroom en tijd als u bv. bij 1600 t.p.m. in de plaats van bij 800 t.p.m. laat centrifugeren.
Gebruik tijdens elk droogprogramma de volledige trommellading. Dan is het stroomverbruik voor de hele lading het gunstigst.
Zorg voor een degelijke ventilatie van het vertrek waar het toestel moet werken.
Maak na elke droogbeurt absoluut de pluizenzeven schoon.
Controleer af en toe de warmtewisse laar. Maak die schoon als dat nodig blijkt.
-
-
-
2
Inhoud
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................2
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................5
Bediening van de droogautomaat ...................................13
Bedieningspaneel .................................................13
Programmeerfuncties ..............................................13
Trommelverlichting ................................................13
Opmerkingen omtrent het wasgoed..................................14
Onderhoudssymbolen op het etiket ...................................14
Droogtips ........................................................14
Zo droogt u juist..................................................16
Korte handleiding .................................................16
Programmaverloop wijzigen ........................................18
Lopend programma................................................18
- veranderen ...................................................18
- afbreken en nieuw programma selecteren...........................18
- afbreken en wasgoed uit de trommel halen ..........................18
Wasgoed toevoegen of uitnemen .....................................18
Programmaoverzicht ..............................................19
Katoen........................................................19
Kreukherstellend................................................19
Automatic + ...................................................20
Verluchten.....................................................20
Finish Wol .....................................................20
Strijken .......................................................20
Reiniging en onderhoud ...........................................21
Het condenswaterreservoir leegmaken.................................21
Pluizenzeven .....................................................22
De zeven droog schoonmaken.....................................22
De zeven vochtig schoonmaken ...................................23
De droogautomaat zelf .............................................23
De warmtewisselaar schoonmaken ....................................24
De warmtewisselaar uitnemen .....................................24
De warmtewisselaar controleren ...................................25
De warmtewisselaar schoonmaken .................................25
De warmtewisselaar terugzetten ...................................26
3
Inhoud
Wat gedaan als...?..............................................27
Algemene storingen................................................27
Controle- en storingsmeldingen ......................................30
Het lampje vervangen ..............................................32
Technische dienst ................................................33
Herstellingen .....................................................33
Het programma updaten ............................................33
Duur en voorwaarden van de waarborg ................................33
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ..................................33
Opstellen en aansluiten............................................34
Vooraanzicht .....................................................34
Achteraanzicht....................................................35
Plaats van opstelling ...............................................35
Het toestel naar de plaats van opstelling dragen.......................35
Inbouw onder een doorlopend werkblad .............................35
Het toestel waterpas zetten .......................................36
Plaats van opstelling.............................................36
Was- en droogzuil...............................................36
Voordat u het toestel transporteert ..................................36
Het condenswater laten afvoeren .....................................37
De afvoerslang (in de wasbak/ afvoeropening in de vloer) hangen.........38
Bijzondere aansluitomstandigheden ................................38
Elektrische aansluiting ..............................................40
Verbruiksgegevens ...............................................41
Technische gegevens .............................................42
Programmeerfuncties .............................................44
Restvochtigheid in het programma "Katoen" wijzigen ......................44
Restvochtigheid in het programma "Kreukherstellend" wijzigen ..............45
Kreukbeveiliging instellen............................................46
Zoemer uit-/inschakelen ............................................47
Programmakeuze "Automatic +" wijzigen ...............................48
Verlenging van de afkoeltijd instellen ..................................49
Stand-by instellen .................................................50
4
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Lees absoluut deze gebruiksaanwijzing.
~
Deze droogautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheids voorschriften. Bij ondeskundig gebruik kan er schade optreden aan het toestel en kan de gebruiker gevaar lopen.
Lees deze gebruiksaanwijzing voor u deze droogautomaat voor het eerst gebruikt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het toestel. Dat is veiliger voor uzelf en u vermijdt schade aan de droogautomaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Deze droogautomaat is bedoeld voor gebruik in het huishouden
~
en in gelijkaardige omgevingen.
Deze droogautomaat is niet bestemd voor gebruik buitenshuis.
~
Gebruik de droogautomaat uitsluitend voor huishoudelijke toe
~
passing en uitsluitend voor het drogen van in water gewassen was goed waarvan de fabrikant op het etiket heeft aangegeven dat deze geschikt voor de droogautomaat is. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten. Miele is niet ver antwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander ge bruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bediening.
-
-
-
-
-
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk
~
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om deze droogautomaat veilig te bedienen, mogen deze droogauto maat alleen onder het toezicht of de begeleiding van een verant woordelijk iemand gebruiken.
-
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar dienen uit de buurt van de droog
~
automaat te worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de droogautomaat alleen zonder
~
toezicht bedienen, reinigen of onderhouden wanneer hen de wasau­tomaat zodanig is toegelicht dat ze de droogautomaat veilig kunnen bedienen, reinigen of onderhouden. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve hantering kunnen herkennen en begrijpen.
Let op kinderen die in de buurt van de droogautomaat komen.
~
Laat ze nooit met de droogautomaat spelen.
-
-
-
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Controleer of het toestel geen uiterlijk zichtbare schade vertoont
~
voordat u het opstelt. Beschadigde toestellen mag u nooit opstellen noch in gebruik ne men.
Vergelijk de gegevens omtrent de aansluiting (smeltveiligheden,
~
spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektrici teitsnet bij u ter plaatse voordat u het toestel aansluit. Vraag eventu eel uitleg aan een elektricien als u niet zeker bent.
De elektrische veiligheid van dit toestel is enkel gewaarborgd zo
~
het op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsysteem is aangesloten. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele vei­ligheidsvoorwaarde is voldaan. In geval van twijfel dient u uw instal­latie door een vakman of vakvrouw te laten nakijken. Miele kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak.
-
-
-
Gebruik om veiligheidsredenen geen verlengsnoer. Gebruik van
~
een verlengsnoer verhoogt het risico op oververhitting en daarmee op brand.
Is het aansluitsnoer beschadigd, laat het dan vervangen door
~
een vakman die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's voor wie het toestel gebruikt.
Door ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen er onvoorziene
~
risico's ontstaan voor de gebruiker. Daarvoor kan Miele niet aan sprakelijk worden gesteld. Reparaties mag u uitsluitend laten uitvoe ren door vakmensen die door Miele erkend zijn. Anders is er bij schade achteraf geen aanspraak meer op waarborg.
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Defecte onderdelen mogen enkel worden vervangen door origi
~
nele Miele-vervangstukken. Enkel daardoor bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele op het stuk van veiligheid stelt.
Bij storingen of bij reiniging en onderhoud is deze droogautomaat
~
pas van het stroomnet losgekoppeld indien
u de stekker uit het stopcontact haalt of
de zekering op uw elektrische installatie is uitgeschakeld of
de schroefzekering op uw elektrische installatie helemaal uitge
draaid is.
Deze droogautomaat mag niet op niet-stationaire plaatsen (bijv.
~
schepen) worden gebruikt.
Voer geen veranderingen aan de droogautomaat uit die niet uit-
~
drukkelijk door Miele zijn toegestaan.
-
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Efficiënt gebruik
Wegens brandgevaar is het verboden textiel te drogen wanneer
~
dat niet is gewassen.
dat niet voldoende is gereinigd en sporen van olie, vethoudende
of andere substanties vertoont (bv. keuken- en cosmetica wasgoed met restanten marineerolie, olie, vet of crème). Bij niet voldoende gereinigd wasgoed bestaat er gevaar op brand door zelfontbranding van het wasgoed, zelfs na beëindiging van het drogen en buiten de droogautomaat.
dat sporen van brandgevaarlijke reinigingsmiddelen bevat, of res
tanten van aceton, alcohol, benzine, petroleum, kerosine, vlekkenverwijderaar, terpentijn, was, wasverwijderaar of chemica­liën (dit kan bv. het geval zijn bij moppen, dweilen en poetsdoeken).
– waarop resten van een haarverstevigingsproduct, hairspray,
nagellakverwijderingsproduct of gelijkaardig product voorkomen.
-
-
Dergelijk sterk vervuild wasgoed moet u daarom bijzonder grondig wassen: Gebruik hierbij extra wasmiddel en selecteer een hoge temperatuur. Bij twijfel dient u het wasgoed verschei­dene malen te wassen.
Verwijder alle voorwerpen uit de zakken (zoals aanstekers, luci
~
fers).
Waarschuwing: Schakel de droogautomaat nooit uit voor afloop
~
van een droogprogramma. Behalve dan, wanneer al het wasgoed onmiddellijk uit de trommel kan worden genomen en zo uitgespreid dat de warmte kan worden afgegeven.
Wasverzachters of vergelijkbare producten moeten steeds zo
~
worden gebruikt als vermeld in de gebruiksinstructies voor de was verzachters.
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Brandgevaar!
~
Deze droogautomaat mag niet op een instelbaar stopcontact (bijv. via een schakelklok of op een elektrische installatie met piekbelastinguitschakeling) worden aangesloten. Als het droogprogramma voor beëindiging van de afkoelfase is af gebroken, dan bestaat het gevaar van zelfontbranding van het was goed.
-
-
Wegens brandgevaar is het verboden textiel of producten te dro
~
gen:
wanneer industriële chemicaliën werden gebruikt voor de reini
ging (bv. bij een chemische reiniging).
– die hoofdzakelijk schuimrubberen, rubberen of rubberachtige de-
len bevatten. Het gaat hierbij bv. om schuimrubberlatex, douchekappen, waterdichte stoffen, met rubber beklede artikelen en kledingstukken en hoofdkussens met schuimrubbervlokken.
– die een vulling hebben en beschadigd zijn (bv. kussens of
jassen). Vulling die eruit valt kan brand veroorzaken.
Na de verwarmingsfase volgt bij veel programma's de afkoelfase
~
om te garanderen dat de stukken wasgoed geen temperatuur be­reiken waarbij ze mogelijk beschadigd worden (bv. het vermijden van zelfontbranding van het wasgoed). Pas na deze afkoelfase is het programma afgelopen. Neem het wasgoed altijd direct en in zijn geheel uit het toestel na af loop van het programma.
Leun niet op de toesteldeur. Deze droogautomaat kan anders
~
omkantelen.
-
-
-
Sluit de deur na elk gebruik. Zo voorkomt u dat
~
kinderen in het toestel proberen te kruipen of er voorwerpen in verstoppen.
er kleine dieren in de trommel kruipen.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deze droogautomaat mag niet zonder pluizenfilters of met be
~
schadigde pluizenfilters worden gebruikt.
De pluizenfilters moeten regelmatig worden gereinigd!
~
Gebruik deze droogautomaat nooit zonder warmtewisselaar.
~
De pluizenfilters moeten na een vochtige reiniging goed worden
~
gedroogd. Door natte pluizenfilters kunnen er storingen in de wer king van uw toestel optreden!
Stel uw droogautomaat niet op in een vertrek waar het kan vrie
~
zen. Temperaturen rond of onder het vriespunt brengen de goede werking van het toestel in het gedrang. Bevroren condenswater in pomp en afvoerslang kan schade veroorzaken. De toegelaten kamertemperatuur mag tussen +2 °C en +35 °C lig­gen.
Wanneer u een externe afvoerslang voor het condenswater aan-
~
sluit, moet u de slang vastmaken indien u die in een wasbak hangt. Anders kan de slang wegglijden en kan het weglopende water schade veroorzaken.
-
-
-
Condenswater is geen drinkwater.
~
Het kan de gezondheid van mens en dier schade toebrengen.
Houd de omgeving van het toestel steeds vrij van stof en pluizen.
~
Vuildeeltjes in de aangezogen koellucht kunnen na verloop van tijd de warmtewisselaar verstoppen.
Spuit de droogautomaat niet nat af.
~
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Toebehoren
Alleen toebehoren die Miele uitdrukkelijk heeft goedgekeurd, mo
~
gen worden gemonteerd of ingebouwd. Worden er andere onderdelen gemonteerd of ingebouwd, dan ver valt het recht op waarborg en/of productaansprakelijkheid.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
-
-
12
Bediening van de droogautomaat
Bedieningspaneel
a Programmakiezer
Om het droogprogramma in te stellen. De programmakiezer kunt u zowel naar rechts als naar links draaien.
b Programmaverloop- en controlelampjes
c Toets Start
Om een droogprogramma te starten. Het controlelampje knippert als u het programma kunt starten. Na de start van het programma blijft het branden.
d Toets Aan/Uit jk
Om het toestel in en uit te schakelen. Het controlelampje Einde/Kreukbeveiliging gaat na het inschakelen aan als be­vestiging.
e Toets Deur
Om de toesteldeur te openen en een programma af te breken. De deur kan altijd open; de stroom hoeft niet ingeschakeld te zijn.
Programmeerfuncties
Als u dit wenst: Via het bedieningspaneel kunt u de elektronische besturing van de droogautomaat aan uw specifieke wensen aanpassen. De programmeerfunc ties zijn op het einde van deze gebruiksaanwijzing uitgelegd.
Trommelverlichting
Als het toestel ingeschakeld is en de toesteldeur openstaat, gaat de trommelver lichting na enkele minuten uit (stroombesparing).
-
-
13
Opmerkingen omtrent het wasgoed
Onderhoudssymbolen op het etiket
Drogen
q normale/hogere temperatuur r lagere temperatuur:
Temperatuur laag kiezen (voor delicaat wasgoed)
s niet geschikt voor de droogauto
maat
strijken en mangelen
I zeer heet H warm G warm J niet strijken/effenen
Droogtips
– Hou steeds rekening met de maxi-
mumlading die in de rubriek Pro­grammaoverzicht wordt opgegeven. Anders wordt de was niet zo be­hoedzaam behandeld.
Bij een overladen trommel wordt het wasgoed niet zo behoedzaam be handeld. Het droogresultaat komt hierbij in het gedrang en er kunnen ook meer kreuken optreden.
Stop geen drijfnat wasgoed in de trommel! Textiel na het wassen min stens 30 seconden laten centrifuge ren.
Een gemengde lading van katoen, bont wasgoed, kreukherstellend tex tiel droogt u in het programma Auto matic +.
-
Maak jasjes open
tig drogen.
Wol en gemengde weefsels die wol
bevatten hebben de neiging te vilten of te krimpen. U kunt ze enkel dro gen in het speciale programma Finish wol.
Met dons gevuld textiel:
-
-
-
-
-
van de kwaliteit heeft het fijne weef sel binnenin de neiging te krimpen. Het kan wel drogen in het speciaal programma Strijken.
Zuiver linnen weefsel
machinaal als de fabrikant dit op het onderhoudsetiket vermeldt. Anders kan het weefsel "ruig" worden. Het kan wel drogen in het speciaal pro­gramma Strijken.
– Machinaal gebreide textielsoorten
(bijv. T-shirts, ondergoed) neigen bij de eerste wasbeurt te krimpen. Daar­om: Het textiel niet te lang laten dro­gen. Daarmee vermijdt u dat het ver­der krimpt. Koop machinaal gebreid textiel eventueel een of twee maten groter.
Hoe meer kreukherstellend wasgoed u in de trommel doet, hoe groter de kans op kreuken. Dit geldt vooral voor heel delicaat weefsel (bijv. over hemden, bloezen). In twijfelgevallen beperkt u de lading door ze op te delen of gebruikt u het programma Kreukherstellend strijk vochtig.
, zodat ze gelijkma
: droog dit enkel
-
-
naargelang
-
-
-
14
Opmerkingen omtrent het wasgoed
Gesteven wasgoed
automaat worden gedroogd. Om het gewone glanseffect te verkrijgen dient u wel de dosis stijfsel te ver dubbelen.
Nieuw donker textiel
eerste droogbeurt afzonderlijk grondig wassen. Dit niet samen met licht gekleurd textiel drogen, omdat het kleur kan afgeven (ook op de kunststofonderdelen in de droogau tomaat). Er kunnen zich ook pluizen van een andere kleur afzetten op het textiel.
kan in de droog
moet u voor de
-
-
-
15
Zo droogt u juist
Korte handleiding
De zinnen met een getal (A, B, C ...) kan u gebruiken als een handleiding.
A De was voorbereiden
Maak het gewassen textiel luchtig en sorteer het volgens... . . . gewenste droogtegraad, . . . vezel- en weefselsoort, . . . gelijk formaat, . . . dezelfde restvochtigheid na het
centrifugeren. Zo verkrijgt u een gelijkmatig droogre sultaat.
Verwijder wasmiddelkorfjes, do-
,
seerbekers e.d. uit het wasgoed. Deze objecten kunnen tijdens het drogen smelten en schade teweeg­brengen aan toestel en wasgoed.
– Controleer zomen en naden, zodat er
geen voering kan uitvallen.
– Knoop dekbedovertrekken en kus-
senslopen dicht. Zo komen er geen kleinere stukken wasgoed in terecht.
-
C De droogautomaat laden
Druk op toets Deur om de toesteldeur
^
te openen.
Leg het wasgoed losjes in de trom
^
mel.
Hou rekening met de maximumla ding in de rubriek "Programmaover zicht". Bij een overladen trommel wordt het wasgoed niet zo behoedzaam be handeld en komt het droogresultaat in het gedrang.
^ Kijk na of de pluizenzeef goed inge-
schoven zit voor u de deur sluit.
-
-
-
-
Doe ritsen, haken en ogen dicht.
Knoop rok-, broeksriemen en schort banden samen.
Geloste bh-beugels kan u vastnaaien of verwijderen.
B De droogautomaat inschakelen
^
Druk toets jk in.
U kan het toestel ook na het laden in schakelen. Dan wordt de trommel even wel niet verlicht (stroombesparing).
16
-
-
Laat bij het sluiten geen stukken wasgoed tussen de deur geklemd raken. Anders loopt het textiel scha de op.
^
Zwaai de toesteldeur zachtjes dicht. U kan ze ook laten aanleunen en dichtdrukken.
-
-
Loading...
+ 36 hidden pages