MIELE M 2230 OBSW User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing Microgolfoven
Lees altijd eerst de gebruiksaanwijzing voor u het toestel plaatst, instal­leert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
nl-BE M.-Nr. 11 198 410
Inhoud
Voor het eerste gebruik ...................................................................................... 14
Installatie.............................................................................................................. 15
Inbouwmaten......................................................................................................... 15
Elektrische aansluiting........................................................................................... 25
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................. 26
Beschrijving van het toestel ............................................................................... 28
Bedieningspaneel ................................................................................................ 29
Functiebeschrijving ............................................................................................. 30
Mogelijkheden .....................................................................................................31
Ovenfuncties ......................................................................................................... 31
Microgolf solo ovenfuncties ............................................................................. 31
Automatische programma's............................................................................. 31
Serviesgoed voor de microgolfoven.................................................................. 32
Materiaal en vorm.................................................................................................. 32
Serviesgoed testen................................................................................................ 35
Een deksel............................................................................................................. 35
Eerste ingebruikneming...................................................................................... 37
Tijd instellen........................................................................................................... 37
Dagtijd corrigeren.................................................................................................. 37
Bediening .............................................................................................................38
Deur openen.......................................................................................................... 38
Serviesgoed in het toestel zetten .......................................................................... 38
Draaiplateau .......................................................................................................... 38
Deur sluiten ........................................................................................................... 38
Proces starten ....................................................................................................... 38
Displaymelding “door” ..................................................................................... 39
Bereidingsproces onderbreken / voortzetten........................................................ 39
Instellingen wijzigen............................................................................................... 39
Bereidingsproces wissen ...................................................................................... 40
Na afloop van een bereidingsproces .................................................................... 40
Warmhoudautomaat.............................................................................................. 40
Quick Microgolfoven ............................................................................................. 40
Tijd en vermogen wijzigen................................................................................ 40
Inschakelblokkering............................................................................................... 41
2
Inhoud
Kookwekker gebruiken.......................................................................................... 42
Kookwekkertijd corrigeren................................................................................ 42
Kookwekkertijd wissen..................................................................................... 42
Kookwekker in combinatie met een bereiding gebruiken ................................ 42
Bediening - automatische programma's........................................................... 43
Ontdooiprogramma's ............................................................................................ 43
Kookprogramma's................................................................................................. 43
Diepvriesproducten bereiden ........................................................................... 43
Verse producten bereiden ................................................................................ 43
Automatisch programma gebruiken...................................................................... 43
Recepten – automatische programma's........................................................... 45
Instellingen toestel wijzigen ............................................................................... 47
Verwarmen ........................................................................................................... 50
Garen .................................................................................................................... 52
Ontdooien............................................................................................................. 53
Inmaken................................................................................................................ 54
Praktijkvoorbeelden: ........................................................................................... 55
Gegevens voor testinstellingen.......................................................................... 56
Reiniging en onderhoud...................................................................................... 57
Nuttige tips........................................................................................................... 60
Klantendienst....................................................................................................... 63
Contact bij storingen ............................................................................................. 63
Garantie................................................................................................................. 63
3

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Deze microgolfoven voldoet aan de geldende veiligheidsvoor­schriften. Onjuist gebruik kan echter een persoonlijk letsel of ma­teriële schade tot gevolg hebben.
Lees daarom de gebruiksaanwijzing aandachtig door, voordat u het toestel in gebruik neemt. Daarin vindt u belangrijke richtlijnen met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik en het on­derhoud. Zo beschermt u zichzelf en vermijdt u schade aan het toestel.
Overeenkomstig de norm IEC/EN 60335-1 adviseert Miele uitdruk­kelijk het hoofdstuk over de installatie van het toestel en de veilig­heidsvoorschriften en waarschuwingen zeker te lezen en na te le­ven.
Wanneer de veiligheidsrichtlijnen en waarschuwingen niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor scha­de die hieruit voortvloeit.
Bewaar de gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar!

Verantwoord gebruik

De microgolfoven is bestemd voor privégebruik.
Dit toestel mag niet buiten worden gebruikt.
De microgolfoven mag enkel op hoogtes tot 2000m gebruikt wor-
den.
Het toestel is uitsluitend bestemd voor het ontdooien, verwarmen,
koken en inmaken van voedingsmiddelen. Gebruik voor alle andere doeleinden is niet toegestaan.
Als u ontvlambare materialen in de microgolfoven droogt, dan ver-
dampt het vocht. Deze kunnen dan uitdrogen en ontbranden. Ge­bruik de microgolfoven nooit voor het bewaren of drogen van ont­vlambare materialen.
4
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit toestel mag alleen worden gebruikt door personen die in staat
zijn de microgolfoven veilig te bedienen en die volledig op de hoogte zijn van de inhoud van de gebruiksaanwijzing. Deze personen mogen het toestel alleen zonder toezicht gebruiken als ze weten hoe ze het veilig moeten bedienen. Ze moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen inzien en begrijpen.
Vanwege speciale eisen (bijv. ten aanzien van temperatuur, voch-
tigheid, chemische bestendigheid, slijtvastheid en vibraties) is deze oven met een speciale lamp uitgerust. Deze speciale lamp mag al­leen voor het voorziene doeleinde worden gebruikt. De lamp is niet geschikt voor normale verlichtingsdoeleinden. De lamp mag uitslui­tend worden vervangen door een door Miele erkende technicus of door de Miele Service.

Kinderen in het huishouden

Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu-
rend toezicht houdt.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de microgolfoven alleen zonder
toezicht gebruiken als ze weten hoe ze het toestel veilig moeten be­dienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve be­diening kunnen inzien en begrijpen.
Kinderen mogen het toestel niet zonder toezicht reinigen of onder-
houden.
Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van de mi-
crogolfoven bevinden. Laat kinderen nooit met het toestel spelen.
Verstikkingsgevaar! Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in
verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal over hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen bij kinderen vandaan.
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Technische veiligheid

Schade aan de microgolfoven kan uw veiligheid in gevaar
brengen. Controleer het toestel op zichtbare schade. Gebruik nooit een beschadigd toestel.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze geïnstalleerd
worden door een door Miele erkende vakman/vakvrouw om gevaar voor de gebruiker te voorkomen.
Als een defecte microgolfoven wordt ingeschakeld, kunnen er mi-
crogolven vrijkomen die gevaarlijk kunnen zijn voor de gebruiker. Ge­bruik het toestel niet wanneer
- de toesteldeur gebogen is. – de deurscharnieren los zitten. – er gaatjes of scheuren in de ommanteling, de deur of de binnen­wanden van de oven zitten.
Wanneer onderdelen worden aangeraakt die onder spanning
staan of wanneer elektrische of mechanische onderdelen worden veranderd, is dit gevaarlijk voor de gebruiker. Het kan er tevens toe leiden dat de microgolfoven niet meer goed functioneert. Open nooit de ommanteling van het toestel.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
van de microgolfoven moeten beslist met de waarden van het elek­triciteitsnet overeenkomen, om beschadiging van de grill te voorko­men. Vergelijk deze gegevens voordat u het toestel aansluit. Raad­pleeg bij twijfel een elektricien.
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Sluit de microgolfoven niet op die manier op het elektriciteitsnet aan.
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De elektrische veiligheid van de microgolfoven is uitsluitend gega-
randeerd, als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Het is van uiterst belang dat aan deze principiële veiligheidsvoorwaarde voldaan wordt om schade uit te sluiten die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijvoorbeeld een elektrische schok). Laat de elektrische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.
Gebruik het toestel alleen als het is ingebouwd zodat de veiligheid
gewaarborgd is.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen groot gevaar ople-
veren voor de gebruiker. Herstellingen mogen uitsluitend worden uit­gevoerd door een door Miele erkende technicus of door de Miele Service.
De garantie vervalt als het toestel niet door een technicus wordt
gerepareerd die door Miele is geautoriseerd.
Bij reparaties of bij reiniging en onderhoud moet de microgolfoven
van het elektriciteitsnet verwijderd zijn. Er staat alleen dan geen elek­trische spanning op het toestel als aan één van de volgende voor­waarden is voldaan:
- De stekker van het toestel is uitgetrokken. Trek aan de stekker om het toestel van de netspanning los te kop­pelen, niet aan het snoer. – De hoofdschakelaar van de huisinstallatie is uitgeschakeld. – De schroefzekering van de huisinstallatie is losgeschroefd.
Enkel bij het gebruik van originele Miele onderdelen garandeert
Miele dat aan de veiligheidseisen voldaan wordt. Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele onderdelen worden vervangen.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik toestellen die achter een meubeldeur zijn ingebouwd al-
leen als de meubeldeur geopend is. Sluit de deur niet als u het toe­stel gebruikt. Achter de gesloten meubeldeur hopen warmte en vocht zich op. Daardoor kunnen het toestel en de inbouwnis bescha­digd worden. Sluit de meubeldeur pas wanneer het toestel volledig is afgekoeld.
De microgolfoven mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals
een boot) worden gebruikt.
De automaat kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren als de-
ze op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Veilig gebruik

Zorg dat voedsel altijd voldoende wordt verwarmd.
De tijd die daarvoor nodig is, is afhankelijk van veel factoren, zoals de begintemperatuur, de hoeveelheid, het type en de kwaliteit van het voedsel, de receptwijzigingen. Eventuele bacteriën in het eten worden alleen gedood wanneer de temperatuur hoog genoeg is (> 70°C) en lang genoeg wordt aange­houden (>10min.). Als u twijfelt of het gerecht warm genoeg is, wacht dan nog even.
Het is belangrijk dat de temperatuur in het gerecht gelijkmatig
wordt verdeeld en hoog genoeg is. Roer het gerecht daarom regelmatig door of keer het. Let bij ont­dooien, verwarmen en koken op de aangegeven doorwarmtijden (de tijd waarin de warmte zich gelijkmatig verdeelt).
Denk eraan dat de tijden bij het koken, verwarmen en ontdooien
met de microgolfoven vaak aanzienlijk korter zijn dan op de kook­plaat of in de bakoven. Bij te lange inschakeltijden drogen de voedingsmiddelen uit en kun­nen ze zelfs ontbranden. Er bestaat brandgevaar. Er bestaat ook ver­brandingsgevaar bij het drogen van brood, bloem en kruiden. Droog dit niet in de microgolfoven.
Kussens met kersenpitten, gel en vergelijkbare producten mogen
niet in de magnetron worden verhit. Zulke producten kunnen in brand vliegen, ook nadat ze uit het toestel zijn gehaald. Brandgevaar!
Een microgolfoven is niet geschikt voor het reinigen en desinfec-
teren van gebruiksvoorwerpen. Bovendien kunnen hoge temperatu­ren ontstaan, waardoor u zich kunt branden als u de voorwerpen uit het toestel haalt. Brandgevaar!
De microgolfoven kan beschadigd raken als het leeg wordt inge-
schakeld of door een foute belading. Gebruik het toestel daarom niet voor het verwarmen van serviesgoed, het drogen van kruiden of ver­gelijkbare dingen.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Zet de microgolfoven pas aan als er een gerecht of bruinerings-
servies in staat en plaats altijd het draaiplateau.
Als u gesloten potten of flessen verhit, wordt in de verpakking
druk opgebouwd. Het voorwerp kan daardoor ontploffen. Verhit daarom nooit voedingsmiddelen of vloeistoffen in afgesloten potten of flessen. Verwijder bij zuigflessen eerst de dop en de speen.
Bij het verwarmen van gerechten ontstaat de warmte in het voed-
sel zelf, waardoor het serviesgoed minder heet wordt. Het servies­goed wordt alleen warm door de warmte die het voedingsmiddel af­geeft. Controleer bij het uitnemen van het gerecht of de gewenste temperatuur bereikt is. Vertrouw niet op de temperatuur van het ser­vies! Zorg er vooral bij het verwarmen van babyvoeding voor dat u een verdraagbare temperatuur hebt! Verwarmde babyvoeding goed doorroeren of schudden. Proef er zelf van zodat u zeker weet dat de baby zich niet brandt.
Bij het koken en vooral het naverwarmen van vloeistoffen met de
microgolffunctie kan het kookpunt worden bereikt zonder dat de be­kende luchtbelletjes opstijgen. De vloeistof kookt dan niet gelijkma­tig. Als u het glas of de beker uit de oven haalt, kan de vloeistof in­eens gaan borrelen en overkoken. Verbrandingsgevaar! Als de vloeistof nog in de oven staat en plotseling gaat koken, kan de deur openspringen. U kunt daarbij letsel oplopen en het toestel kan beschadigd raken! Roer de vloeistof voor het verwarmen/koken om. Wacht na het verhitten minstens 20seconden voordat u de kom uit de ovenruimte neemt. Zo kunt u bovendien tijdens het verwarmen een glazen staafje of iets dergelijks - als u dat bij de hand hebt - in de kom steken.
Laat de toesteldeur dicht als de voedingsmiddelen in de oven-
ruimte rook ontwikkelen. Eventuele vlammen worden zo gedoofd. Zet de stoomoven uit en trek de stekker uit het stopcontact. Open de deur pas als de rook is weggetrokken.
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Olie en vet kunnen bij oververhitting vlam vatten. Houd de micro-
golfoven goed in de gaten als u met vetten en/of olie werkt. Gebruik het toestel niet om te fritturen. Blus olie- en vetbranden nooit met water. Schakel het toestel uit en doof de vlammen door de deur ge­sloten te houden.
Brandbare voorwerpen in de buurt van het ingeschakelde toestel
kunnen door de hoge temperaturen vlam vatten. Gebruik het toestel nooit om er een ruimte mee te verwarmen.
Als u bij de bereiding van voedingsmiddelen alcoholhoudende
dranken gebruikt, moet u er rekening mee houden dat alcohol bij ho­ge temperaturen verdampt en op hete oppervlakken kan ontsteken. Verwarm nooit onverdunde alcohol. Brandgevaar!
Gerechten die in de ovenruimte worden warmgehouden of be-
waard, kunnen uitdrogen. Het vrijkomende vocht kan in de microgol­foven corrosie veroorzaken. Er kan ook schade ontstaan aan het be­dieningspaneel, het werkblad en de ombouwkast. Dek gerechten daarom af.
Verwijder voedingsmiddelen of vloeistoffen die keukenzout bevat-
ten meteen als deze in aanraking komen met de roestvrijstalen wanden van de binnenruimte. U voorkomt zo dat er corrosie ont­staat.
De ovenruimte is na gebruik heet. U kunt er zich aan verbranden!
Reinig de ovenruimte en de accessoires wanneer deze zijn afge­koeld. Hoe langer u wacht, des te moeilijker het wordt om de oven schoon te krijgen. In extreme gevallen is het zelfs onmogelijk. Ern­stige verontreinigingen kunnen in extreme omstandigheden de mi­crogolfoven beschadigen en zelfs tot gevaarlijke situaties leiden. Brandgevaar! Neem daartoe de aanwijzingen in acht uit het hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”.
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Brandgevaar! Kunststof serviesgoed dat niet geschikt is voor de
microgolfoven kan beschadigd raken en daarbij ook de microgolf­oven beschadigen. Gebruik geen metalen pannen, geen aluminium­folie, geen bestek, geen serviesgoed met een metalen laagje, geen kristal dat lood bevat, geen schalen met een kartelrand, geen kunst­stof die niet hittebestendig is en geen houten serviesgoed. Gebruik ook geen metalen clips, geen kunststof en papieren clips waar ijzer­draad in zit en geen kunststof bekertjes waarvan het aluminium dek­seltje niet helemaal is verwijderd (zie “Serviesgoed voor de microgol­foven”). Door deze voorwerpen te gebruiken kan het servies beschadigd worden of kan er brandgevaar ontstaan.
Wegwerpbakjes van kunststof moeten voldoen aan de eisen in de
rubrieken “Serviesgoed voor de microgolfoven” / “Kunststof”. Blijf bij de microgolfoven als u voedingsmiddelen bereidt in weg­werpbakjes van kunststof, papier of andere brandbare stoffen.
Warmtepakkingen bestaan o.a. uit een dunne laag aluminiumfolie.
Microgolven worden teruggekaatst door deze folie. De microgolven kunnen de papierlaag zo sterk verhitten dat hij gaat branden. Verwarm geen voedingsmiddelen in warmtepakkingen in de micro­golfoven, zoals zakjes gegrilde kip.
Als u eieren zonder schaal met de microgolfoven verhit, kan de
dooier er na het koken onder hoge druk uit spuiten. Prik daarom van tevoren altijd enkele gaatjes in de dooier.
Als u eieren met schaal met de microgolfoven kookt, ontploffen de
eieren. Dat kan ook gebeuren nadat u ze al uit het toestel heeft ge­haald. Eieren met schaal kunt u alleen in speciaal daarvoor bestemd serviesgoed koken. Verwarm geen hardgekookte eieren in de microgolfoven.
Als u voedingsmiddelen waarvan de schil of het vel hard is (toma-
ten, worstjes, aubergines, etc.) verhit, kunnen deze ontploffen. Maak daarom eerst een paar gaatjes of inkepingen in de schil of het vel. Zo kan de vrijkomende damp ontsnappen.
12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Servies met holle greepelementen en dekselknoppen is niet ge-
schikt voor de microgolfoven! Hierin kan zich vocht ophopen, waar­door druk ontstaat en de delen ontploffen (tenzij de betreffende de­len goed ontlucht zijn). Gebruik dergelijk serviesgoed niet om eten te bereiden.
Kwik- en vloeistofthermometers zijn niet geschikt voor hoge tem-
peraturen en breken gemakkelijk. Onderbreek het bereidingsproces als u de temperatuur van het ge­recht wilt meten en gebruik uitsluitend speciale thermometers.
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken. Reinig het toestel nooit met een stoomreiniger.

Accessoires

Gebruik enkel originele Miele onderdelen. Worden andere acces-
soires aan- of ingebouwd, dan kan Miele niet voor de gevolgen in­staan en kan geen beroep meer worden gedaan op bepalingen met betrekking tot garantie en productaansprakelijkheid.
13

Voor het eerste gebruik

Laat het uitgepakte toestel na het transport ca. 2uur bij kamertempera­tuur staan voordat u het in gebruik neemt.
In deze tijd neemt het toestel de omge­vingstemperatuur aan. Dit is belangrijk voor het goed functioneren van de elek­tronica.
Verstikkingsgevaar door verpak-
kingsmateriaal. Kinderen kunnen zich tijdens het
spelen in verpakkingsmateriaal wik­kelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal over hun hoofd trekken en stikken.
Houd verpakkingsmaterialen bij kin­deren vandaan.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen
als u het toestel uitpakt.
Controleer het toestel op bescha-
digingen.
Gevaar voor de gezondheid door
een defect toestel. Als u de microgolfoven inschakelt,
kunnen er microgolven vrijkomen die gevaarlijk kunnen zijn.
Gebruik de microgolfoven niet wan­neer – de toesteldeur gebogen is. – de deurscharnieren los zitten. – er gaatjes of scheuren in de om­manteling, de deur of de binnen­wanden van de oven zitten.
Reinig de ovenruimte en de accessoi-
res met een sponsdoekje en warm water.
Verwijder nooit de afdekking van de opening voor microgolven en de folie op de binnenzijde van de deur.
14
Plak de bijgevoegde verkorte ge-
bruiksaanwijzing op het toestel (bij­voorbeeld op de aangegeven plaats), maar sluit geen ventilatieopeningen af.
*INSTALLATION*
595
360
562
>310
_
+6
+2
562
350
+6
+2
_
>310
595

Installatie

Zorg bij het inbouwen van de micro­golfoven voor een onbelemmerde luchtaf- en -toevoer aan de voorkant van het toestel.
Plaats daarom geen voorwerpen voor de ventilatieopeningen! Zorg er­voor dat de ruimte tot de nabijgele­gen meubelfronten aan de zijkant minstens 2,5mm en aan de boven­kant minstens 4mm bedraagt.
Bij een nishoogte van 350mm is het toestel geschikt voor inbouw in een bo­venkast. Bij een nishoogte van 360mm kan het toestel in een hoge kast worden ingebouwd.
Om veiligheidsredenen mag het toe­stel niet in een bovenkast worden in­gebouwd die zich boven een kook­plaat bevindt.
De minimale inbouwhoogte bedraagt 85cm.

Inbouwmaten

De afmetingen zijn in mm aangegeven.

Inbouw hoge kast

Inbouw bovenkast

Pak het toestel alleen bij de behui­zing vast als u het wilt verplaatsen. Pak het niet bij het front vast. Het front is niet stevig genoeg om het ge­wicht van het toestel te dragen.
15
*INSTALLATION*
372
6
22
Installatie

Zijaanzicht hoge kast

16
*INSTALLATION*
372
16
22

Zijaanzicht bovenkast

Installatie
17
*INSTALLATION*
3
15
62
1
2
372
595
Installatie

Aansluiting hoge kast

a
Vooraanzicht
b
Aansluitkabel, lengte=1.600mm
c
Geen aansluiting binnen dit bereik
18
*INSTALLATION*
15
2
3
62
595
372
1

Aansluiting bovenkast

Installatie
a
Vooraanzicht
b
Aansluitkabel, lengte=1.600mm
c
Geen aansluiting binnen dit bereik
19
*INSTALLATION*
90°
22
480
595
min 2,5
Installatie

Bovenaanzicht

20
*INSTALLATION*

Inbouwmateriaal

Het volgende materiaal vindt u bij de toebehoren:

Inbouw uitvoeren

U mag de microgolfoven alleen ge­bruiken als deze is ingebouwd.
Bij de accessoires zit een adapter voor hulp bij het positioneren van de afdek­lijsten voor de bevestigingspunten. Op deze adapter staan 2pijlen die u de mogelijkheid bieden om te positioneren volgens de dikte van de wand van de inbouwkast. De gebruikelijke wanddik­tes zijn 16of19mm.
Installatie
Plaats de adapter zodat de pijl naar
het getal met de gepaste wanddikte wijst.
Let op de beide maten van de wand-
dikte, die u op de achterzijde van het toestel op het frame terugvindt.
21
Loading...
+ 47 hidden pages