Miele KWTN 14826 SDE ed-2, KWTN 14826 SDE cs-2 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing en montagehand­leiding Wijnklimaat-vriescombinatie
Lees absoluut de gebruiks- en montageaanwijzing voor u het toestel opstelt, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
M.-Nr. 09 836 220nl-BE
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio­neren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde be­handeling kunnen deze stoffen schade­lijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte appa raat dan ook nooit met het gewone af val.
-
-
­Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige
-
recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af­danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
-
­–
uw gemeentebestuur als u uw toestel naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
2
-
Inhoud
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................2
Beschrijving van het toestel .........................................6
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ...................................8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................9
Hoe kunt u energie besparen? ......................................18
Toestel in- en uitschakelen .........................................20
Vóór het eerste gebruik .............................................20
Reiniging en onderhoud ..........................................20
Het toestel bedienen ...............................................20
Het toestel inschakelen .............................................20
Het toestel uitschakelen.............................................22
Wijnklimaatzones afzonderlijk uitschakelen ...........................22
Instelmodus ......................................................23
Toetsgeluid in-/uitschakelen .......................................23
Vergrendeling in-/uitschakelen .....................................24
Bij langdurige afwezigheid ..........................................25
De juiste temperatuur .............................................26
...indewijnklimaatzones...........................................26
Isolatieplaat voor een thermische scheiding ..........................26
...indevrieszone.................................................27
Temperatuur instellen ..............................................27
Mogelijke instelwaarden voor de temperatuur .........................28
Temperatuurindicator ..............................................29
De lichtsterkte van de temperatuurindicator wijzigen ...................29
Waarschuwingssignaal ............................................30
Temperatuuralarm .................................................30
Deuralarm .......................................................31
DynaCool gebruiken ..............................................32
Toets voor een constante luchtvochtigheid (DynaCool) m ...............32
Superfrost gebruiken..............................................34
Wijnflessen bewaren ..............................................35
Houten roosters ...................................................35
Notitiekaartjes ....................................................35
Maximuminhoud ..................................................35
Luchtverversing via actieve-koolfilters..................................35
3
Inhoud
Invriezen en bewaren..............................................36
Maximaal invriesvermogen ..........................................36
Wat gebeurt er als verse levensmiddelen worden ingevroren? ..............36
Diepvriesproducten bewaren ........................................36
Zelf levensmiddelen invriezen ........................................37
Tips voor het invriezen ...........................................37
Verpakken.....................................................37
Voor u levensmiddelen in het toestel legt.............................38
Hoe de levensmiddelen in het toestel leggen .........................38
Vrieskalender .....................................................39
Ingevroren levensmiddelen ontdooien .................................39
Dranken snel koelen ...............................................40
Koudeaccu gebruiken ..............................................40
IJsblokjes maken .................................................41
Duur van de watertoevoer instellen ....................................43
Automatisch ontdooien............................................44
Reiniging en onderhoud ...........................................45
Binnenruimte, toebehoren ...........................................46
Toesteldeuren, zijwanden ...........................................46
Afvoeropening voor het dooiwater reinigen..............................47
Het bakje voor ijsblokjes reinigen .....................................48
Luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen ................................49
Deurdichtingen ...................................................49
Achterzijde – compressor en metalen rooster............................49
Actieve-koolfilter .................................................50
Actieve-koolfilters vervangen.........................................50
Wat gedaan als ....................................................52
Waar bepaalde geluiden vandaan komen .............................56
Service After Sales/garantie ........................................57
Duur en voorwaarden van de garantie ...............................57
Gegevens voor testinstellingen .....................................58
Vaste wateraansluiting ............................................59
Opmerkingen omtrent de vaste wateraansluiting .........................59
Aansluiting op de watertoevoer .......................................60
4
Inhoud
Elektrische aansluiting ............................................62
Opstelinstructies .................................................63
Opstelplaats......................................................63
Klimaatklasse ..................................................63
Luchttoevoer en -afvoer.............................................64
Toestel opstellen ..................................................64
Toestel nivelleren ..................................................64
Toesteldeur ondersteunen...........................................64
Afmetingen van het toestel ..........................................65
Een side-by-side-combinatie opstellen ...............................66
Toestellen opstellen ................................................66
Opmerkingen omtrent het verschuiven van de toestelcombinatie ...........66
Toestellen met elkaar verbinden .......................................67
Toesteldeur uitlijnen................................................72
De draairichting van de deuren veranderen ...........................73
Toesteldeuren uitlijnen ............................................84
Het toestel inbouwen..............................................85
Contactgegevens ................................................87
5
Beschrijving van het toestel
a Aan-uitsensortoets voor het
hele toestel en aan-uitsensortoets om de wijntemperatuurzones afzonderlijk in en uit te schakelen
b Sensortoets voor constante
luchtvochtigheid (DynaCool) in de wijnklimaatzones
c Sensortoets voor "SuperFrost"
voor de vrieszone
d Sensortoets voor het instellen van de
temperatuur (X voor kouder)
e Controlelampje van de vergrendeling
(alleen zichtbaar als de vergrende­ling ingeschakeld is)
f Temperatuurindicator voor de
wijnklimaatzones of de vrieszone
g Sensortoets om te schakelen tussen
wijnklimaatzones en vrieszone (boven en in het midden "Wijnklimaatzone"-symbool; onder "Vries"-symbool)
h Sensortoets voor het instellen van de
temperatuur (Y voor warmer)
i Uitschakelsensortoets voor het waar-
schuwingssignaal (brandt wanneer het deur- of temperatuuralarm actief is)
j Actievekoolfilterlampje
(brandt wanneer de actieve­koolfilters moeten worden vervangen)
6
a Houten roosters met lijsten voor
notitiekaartjes
b Actievekoolfilter
c Isolatieplaat voor een thermische
scheiding van de wijnklimaatzones
d Dooiwatergoot en
dooiwaterafvoergat (achter de plaatafdekkingen)
e IJsblokjeslade met
automatische ijsblokjesmaker
f Vriesladen met
vrieskalender
Beschrijving van het toestel
7
Beschrijving van het toestel
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Actievekoolfilter (Active AirClean-filter)
Deze speciale actievekoolfilter zorgt voor een continue luchtverversing en voor een reukloos, ideaal koelklimaat voor uw wijn.
Toebehoren voor het onderhoud van roestvrij staal
Met het middel voor onderhoud van
roestvrij staal brengt u een water- en vuilafstotende beschermende film aan telkens als u het middel aan­brengt. Hiermee verwijdert u op be­hoedzame wijze waterstrepen, vingerafdrukken en andere vlekken en geeft u de oppervlakken een ge­lijkmatig stralende glans.
– De doek voor het onderhoud van
roestvrij staal is gedrenkt in een on­derhoudsmiddel voor roestvrij staal. Deze heeft dezelfde reinigende en beschermende eigenschappen als het Miele-middel voor het onderhoud van roestvrij staal.
Multifunctionele microvezeldoek
De microvezeldoek helpt om vingerafdrukken en normaal vuil te ver wijderen op roestvrijstalen fronten, bedieningspane len van toestellen, vensters, meubels, autoruiten enz.
Het mits toeslag verkrijgbaar toebe horen is verkrijgbaar via de Tech nische Dienst van Miele, bij uw Miele­handelaar of in de Miele Online Shop.
-
-
-
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalingen. Een verkeerd gebruik kan nochtans tot lichamelijk letsel en mate riële schade leiden.
Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door, voordat u het toestel in gebruik neemt. Daarin vindt u be langrijke instructies met betrekking tot de plaatsing, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Dit is in het belang van uw veilig heid en voorkomt schade aan het toestel.
Wanneer deze niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprake­lijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding zodat u deze kunt doorgeven aan een eventuele volgende bezitter.
Juist gebruik
-
-
-
Dit toestel is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
~
gelijkaardige omgevingen. Het is niet bestemd voor gebruik buiten.
Gebruik het toestel uitsluitend voor huishoudelijke doeleinden: om
~
wijn en diepvriesproducten te bewaren, om verse levensmiddelen in te vriezen en om ijsblokjes te maken. Elk ander gebruik is niet toegelaten.
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het toestel is niet geschikt voor het bewaren en koelen van
~
geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of andere gelijkaardige stoffen of producten die ten grondslag liggen aan de richtlijn betreffende medische hulpmiddelen. Door een verkeerd ge bruik van het toestel kunnen producten worden beschadigd of kun nen bederven. Bovendien is het toestel ook niet geschikt voor ge bruik in explosieve omgevingen. Miele is niet verantwoordelijk voor schade die werd veroorzaakt doordat het toestel voor andere doeleinden werd gebruikt of ver keerd werd bediend.
Personen die op grond van hun fysieke of psychische
~
gesteldheid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van het toestel niet in staat zijn het toestel veilig te bedienen, mogen ze alleen on­der toezicht bedienen of wanneer ze worden geïnstrueerd door iemand die het apparaat kent. Ze moeten het mogelijke gevaar van een verkeerde bediening kun­nen herkennen en begrijpen.
-
-
-
-
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het toestel
~
worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het toestel zonder toezicht ge
~
bruiken, maar alleen als ze weten hoe het werkt en wat voor gevaar zij lopen wanneer ze het fout bedienen. Kinderen moeten de eventu ele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen.
Kinderen mogen het toestel niet zonder toezicht reinigen of on
~
derhouden.
Hou kinderen die in de buurt van het toestel komen in het oog.
~
Zorg ervoor dat ze nooit met het toestel spelen.
10
-
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Risico op verstikking! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in
~
verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en daardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten het bereik van kinderen.
Technische veiligheid
Het koelmiddelcircuit is op lekkage gecontroleerd. Het toestel vol
~
doet aan de geldende veiligheidsvoorschriften en de relevante EU­richtlijnen.
Dit toestel bevat het koelmiddel isobutaan (R600a), een natuurlijk
~
gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het be­schadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet. Maar het gebruik van dit milieuvriendelijk koelmiddel heeft wel ge­leid tot meer lawaai als het toestel aanstaat. Er kunnen afgezien van de geluiden van de compressor stromingsgeluiden in het hele koelcircuit optreden. Deze effecten zijn helaas niet te vermijden, maar hebben geen invloed op de capaciteit van het toestel. Let er bij het transport en bij de inbouw/plaatsing op dat geen on­derdelen van het koelcircuit worden beschadigd. Vrijkomend koel­middel kan oogletsel veroorzaken! In geval van beschadiging:
vermijd open vuur of ontstekingsbronnen,
ontkoppel het toestel van het elektriciteitsnet,
verlucht gedurende enkele minuten het vertrek waarin het toestel staat en
-
neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Hoe meer koelmiddel er in een toestel voorhanden is, hoe groter
~
het vertrek moet zijn waar het toestel wordt opgesteld. In te kleine vertrekken kan zich bij lekkage een brandbaar mengsel van gas en lucht vormen. De kamer moet per 8 g koelmiddel minstens 1 m veelheid koelmiddel staat op het typeplaatje binnenin het toestel.
De aansluitgegevens (zekering, frequentie en spanning) op het
~
typeplaatje van het toestel moeten absoluut overeenstemmen met deze van het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan uw toestel. Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elek tricien.
De elektrische veiligheid van het toestel is uitsluitend gegaran-
~
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol­gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Laat de elektrische installatie bij twijfel door een elektricien inspecteren.
Is de aansluitkabel beschadigd, laat dan een nieuwe installeren
~
door een vakman of vakvrouw die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's voor wie het toestel gebruikt.
3
groot zijn. De hoe
-
-
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
~
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Dit in verband met gevaar voor oververhitting.
Wanneer er vocht terechtkomt op onderdelen van het toestel die
~
onder spanning staan of de aansluitkabel, kan dat een kortsluiting veroorzaken. Plaats het toestel daarom nooit in vochtige vertrekken zoals garage of waskeuken waar gevaar dreigt door spatwater.
12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip)
~
worden gebruikt.
Controleer voordat het toestel wordt geplaatst, of het zichtbaar
~
beschadigd is. Een beschadigd toestel mag niet worden geplaatst en niet in gebruik worden genomen.
Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken en
~
installatiewerken voor de vaste wateraansluiting moet het toestel van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Dit is pas het geval wanneer:
de zekeringen in uw zekeringkast zijn uitgeschakeld of
– de schroefzekeringen in uw zekeringkast zijn helemaal uitge-
draaid of
– de aansluitkabel van het elektriciteitsnet losgekoppeld is.
Trek bij aansluitkabels met een stekker niet aan de kabel maar aan de stekker om het toestel los te koppelen van het elektrici­teitsnet.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en
~
herstellingswerkzaamheden of verkeerd aangesloten vaste water­aansluiting kan de gebruiker risico's lopen. Installatie-, onderhouds- en herstellingswerkzaamheden aan de vas­te wateraansluiting en alle herstellingen aan de verdeler voor ijsblok jes/water mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zijn.
De ijsblokjesmaker is niet geschikt om op de warmwaterleiding te
~
worden aangesloten.
Het recht op garantie vervalt wanneer het toestel door een klan
~
tendienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat deze ten
~
volle voldoen aan de eisen qua veiligheid. Defecte onderdelen mo gen alleen door originele Miele-wisselstukken worden vervangen.
-
-
-
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaat door een ver
~
keerde vaste wateraansluiting.
Efficiënt gebruik
Het toestel is bestemd voor een bepaalde klimaatklasse (kamer
~
temperatuur), waarvan de grenzen moeten worden aangehouden. De klimaatklasse is vermeld op het typeplaatje aan de binnenruimte van het toestel. Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat de compressor voor langere tijd afslaat, zodat het toestel de vereiste temperatuur niet kan aanhouden.
De luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen mogen niet afgedekt of
~
afgesloten worden. Een goede luchtgeleiding is dan niet meer gewaarborgd. Een hoger energieverbruik en schade aan onderdelen kunnen niet worden uit­gesloten.
Als u in het toestel of in de deur vet- of oliehoudende levensmid-
~
delen bewaart, dient u ervoor te zorgen dat eventueel uitlopend vet of uitlopende olie niet in contact komt met de kunststof onderdelen. Daardoor kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan die dan breekt of scheurt.
-
-
Bewaar geen explosieve stoffen en geen producten met brand
~
bare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het toestel. Door de elek trische onderdelen kunnen explosieve gasmengsels ontsteken en brand of explosies veroorzaken.
Gebruik geen elektrische toestellen in het toestel (bijv. om softijs
~
te maken). Door vonkvorming ontstaat explosiegevaar.
14
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bewaar geen blikjes en flessen met koolzuurhoudende dranken
~
of met vloeistoffen die kunnen bevriezen in de vrieszone. De blikjes of flessen kunnen barsten. U zou zich kunnen verwonden en er zou schadekunnen ontstaan.
Als u flessen snel in de vrieszone wilt koelen, dient u ze uiterlijk
~
na één uur weer uit de vrieszone te halen. Anders zullen ze ontplof fen waardoor u zich zou kunnen verwonden en er schade zou kunnenontstaan.
Raak bevroren levensmiddelen en onderdelen van metaal niet
~
met natte handen aan. De handen kunnen vastvriezen en u zou zich kunnen verwonden.
Neem nooit ijsblokjes en ijslolly's, met name waterijsjes, in de
~
mond als u ze net uit de vrieszone hebt gehaald. Door de zeer lage temperatuur van het ijs kunnen de lippen of de tong vastvriezen en u zou zich kunnen verwonden.
-
Geheel of gedeeltelijk ingevroren levensmiddelen niet opnieuw in-
~
vriezen. De levensmiddelen verliezen aan voedingswaarde of be­derven, verbruik ze dus zo snel mogelijk. Gekookte of gebraden ont­dooide levensmiddelen kunt u opnieuw invriezen.
Als u levensmiddelen eet die te lang bewaard zijn, bestaat er ge
~
vaar voor voedselvergiftiging. De bewaarduur is afhankelijk van diverse factoren, zoals de vers heid, de kwaliteit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop ze worden bewaard. Let op de houdbaarheidsdatum en op de bewaarinstructies van de fabrikant van de levensmiddelen.
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat
~
garantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen ge monteerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of productaansprakelijkheid.
-
-
-
15
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Voor roestvrijstalen toestellen geldt het volgende:
Kleef geen herkleefbare notes (post-its), doorzichtige plakband,
~
ondoorzichtige plakband of andere kleefmiddelen op het gecoate oppervlak van de toesteldeur. De beschermende laag wordt daar door beschadigd en verliest de beschermende werking tegen ver ontreiniging.
-
-
De hoogwaardige oppervlaktecoating van de toesteldeur is ge
~
voelig voor krassen. Zelfs een magneet kan krassen veroorzaken.
-
Reiniging en onderhoud
Behandel de deurdichting niet met olie of vet.
~
Daardoor wordt de deurdichting na verloop van tijd poreus.
De stoom van een stoomreiniger kan in aanraking komen met de-
~
len die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen en ontdooien van het toestel nooit een stoomreiniger.
Gebruik geen voorwerpen met scherpe punt of rand om
~
– rijm- en ijslagen te verwijderen
en levensmiddelen los te wrikken.
Daardoor beschadigt u de koelelementen en functioneert het toestel niet meer correct.
Plaats nooit elektrische verwarmingstoestellen of kaarsen in het
~
toestel om het te ontdooien. De kunststof zou beschadigd raken.
Gebruik geen ontdooisprays of producten om ijs te verwijderen.
~
Deze kunnen immers explosieve gassen vormen, bevatten mogelijk oplos- of drijfmiddelen die de kunststof aantasten of zijn mogelijk schadelijk voor de gezondheid.
16
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Transport
Transporteer het toestel om beschadiging te voorkomen altijd
~
rechtop staand en in de transportverpakking.
Laat u voor het transport van het toestel helpen door een tweede
~
persoon, omdat het toestel zwaar is. U zou zich kunnen verwonden en er zou schade kunnen ontstaan.
Wat met het oude toestel
Vernietig het deurslot van uw toestel als u het afdankt.
~
Op die manier voorkomt u dat spelende kinderen zichzelf in het toe­stel opsluiten, wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het koelcircuit, bijv. door
~
– koelmiddelkanalen van het verdampsysteem open te prikken,
– buizen te knikken,
– oppervlaktecoatings weg te krabben,
als er koelmiddel naar buiten spuit, kan dat oogletsels veroorzaken.
17
Hoe kunt u energie besparen?
Opstellen/ onderhouden
Temperatuur­instelling
Normaal energieverbruik
In een verluchte ruimte. In een gesloten,
Beschermd tegen rechtstreekse zonnestralen.
Niet naast een warmtebron (verwarmingselement, for nuis).
Bij een ideale kamertempera tuur van 20 °C.
Dek de ventilatieopeningen niet af. Verwijder regelmatig het stof van de ventilatieope­ningen.
Verwijder minstens 1 keer per jaar het stof van de compres­sor en het metalen rooster (warmtewisselaar) aan de achterzijde van het toestel.
Wijnklimaatzone 8 tot 12 °C Vrieszone -18 °C
Verhoogd energieverbruik
niet-verluchte ruimte.
Bij directe zonnestraling.
Naast een warmtebron (verwarmingselement, for
­nuis).
Bij een hoge
­kamertemperatuur.
Als de ventilatieopeningen af gedekt zijn of onder het stof zitten.
Wanneer er zich stof heeft opgehoopt op de compres­sor en het metalen rooster (warmtewisselaar).
Hoe lager de ingestelde tem­peratuur, hoe hoger het energieverbruik!
-
-
18
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal energieverbruik
Gebruik Laat de houten roosters, de
schuifladen zoals ze waren toen het toestel werd gele verd.
Open de toesteldeur alleen in dien nodig en altijd zo kort mogelijk.
Schik de wijnflessen/levens middelen in het toestel.
Neem een koeltas mee wan­neer u boodschappen doet en leg de levensmiddelen snel in het toestel.
Plaats levensmiddelen die u uit het toestel haalt altijd zo snel mogelijk terug, voordat ze te veel opwarmen.
Laat warme gerechten en dranken eerst buiten het toe­stel afkoelen.
Verhoogd energieverbruik
-
Deur vaak en lang openen be
­tekent koudeverlies en instroom van warme omgevingslucht. Het toestel
­heeft tijd nodig om de tempe
ratuur te verlagen en de com pressor moet langer werken.
Warme gerechten en levens­middelen die opgewarmd zijn tot buitentemperatuur, brengen warmte in het toestel.
Het toestel probeert te koelen en de compressor werkt lang­durig.
-
-
-
Levensmiddelen goed verpakt of goed afgedekt inladen.
Doe de vakken niet te vol zo dat de lucht kan circuleren.
-
Wanneer vloeistoffen in de koelzone verdampen en condenseren, leidt dat tot ver lies van het koelvermogen.
-
19
Toestel in- en uitschakelen
Vóór het eerste gebruik
Verpakkingsmaterialen
Verwijder alle verpakkingsmaterialen
^
uit de binnenruimte.
Beschermfolie
Bij een roestvrijstalen toestel zijn ook de buitenoppervlakken voorzien van een beschermfolie.
Trek de beschermfolie pas weg na
^
dat u het toestel op zijn plaats hebt opgesteld.
Reiniging en onderhoud
Neem daartoe beslist de desbetref­fende opmerkingen in acht in de ru­briek "Reiniging en onderhoud".
^ Wrijf de zijwanden direct na het af-
trekken van de beschermfolie in met het bijgeleverde Miele onderhouds­middel voor roestvrij staal. De toesteldeuren hebben een speci ale coating die ongevoelig is voor vuil. Wrijf deze niet in met het Miele onderhoudsmiddel voor roestvrij staal.
-
Het toestel bedienen
U kunt dit toestel bedienen door de sensortoetsen aan te raken.
Het toestel inschakelen
Met de aan-uittoets kunt u de beide wijnklimaatzones en de vrieszone ge lijktijdig inschakelen.
^ Raak zo vaak de aan-uittoets aan tot
de temperatuurindicator aangaat.
De temperatuurindicatoren van de wijnklimaatzones geven de daar heersende temperaturen aan.
Ligt de temperatuur in de vrieszone bo­ven 0 °C, branden in de temperatuurin­dicator van de vrieszone alleen stre­pen. Zodra de temperatuur daalt tot on­der 0 °C, geeft de temperatuurindicator
-
de temperatuur in de vrieszone aan. Het vriessymbool en de uitschakeltoets voor het waarschuwingssignaal knippe ren zo lang tot de temperatuur in de vrieszone laag genoeg is.
-
-
Belangrijk! Telkens als u het Miele onderhoudsmiddel voor roestvrij staal aanbrengt, brengt u een water- en vuilafstotende beschermende film aan!
^
Reinig het inwendige van het toestel en het toebehoren. Gebruik daarvoor lauw water. Wrijf daarna alles droog met een doek.
20
Het toestel begint te koelen en de bin nenverlichting gaat aan als de toestel deur wordt geopend.
-
-
Om zeker te zijn dat de temperatuur laag genoeg is, dient u het toestel enkele uren te laten voorkoelen voordat u voor het eerst levensmid delen in het toestel plaatst. Leg pas levenmiddelen in de vries zone, wanneer de temperatuur laag genoeg is (minstens -18°C).
Toestel in- en uitschakelen
Als u de vrieszone wilt selecteren (om bijv. de temperatuur te controleren),
-
-
raakt u zo vaak de sensortoets voor
^
het schakelen tussen wijnklimaat- en vrieszone aan tot het vriessymbool geel oplicht.
Met deze schakeltoets kunt u scha­kelen tussen de wijnklimaatzones en de vrieszone.
Afhankelijk van de geselecteerde tem peratuurzone kunt u
– de functie "DynaCool" selecteren,
– de functie "SuperFrost" selecteren of
– de temperatuur instellen.
Meer informatie vindt u in de rubrieken in kwestie.
Koelaccu
Leg de koelaccu in de bovenste diep­vrieslade. Na ca. 24 uur kan de koelaccu zijn maximaal koelvermogen leveren.
-
21
Toestel in- en uitschakelen
Het toestel uitschakelen
Raak zo vaak de aan-uittoets aan tot
^
de temperatuurindicator en alle lamp jes uitgaan. (Als dat niet mogelijk is, betekent dit dat de vergrendeling ingeschakeld is!)
Als eerder een van de wijnklimaatzones was geselecteerd, worden de wijnklimaatzones en devrieszone na el kaar uitgeschakeld.
De binnenverlichting gaat uit. De koeling is uitgeschakeld.
Wijnklimaatzones afzonderlijk uitschakelen
U kunt de wijnklimaatzones afzonderlijk uitschakelen terwijl de vrieszone inge­schakeld blijft. Dit kan bijvoorbeeld in de vakantietijd praktisch zijn.
De wijnklimaatzones worden altijd samen in- of uitgeschakeld.
-
Raak zo vaak de aan-uittoets aan tot
^
het "Wijnklimaat"-symbool uitgaat.
-
De binnenverlichting gaat uit. De wijnklimaatzones zijn uitgeschakeld.
De vrieszone blijft ingeschakeld en het vriessymbool brandt.
Om de wijnklimaatzones weer in te schakelen,
^ selecteert u een wijnklimaatzone, zo-
dat een van de "Wijnklimaat"-symb­olen geel oplicht, en raakt u zo vaak de aan-uittoets aan tot de tempera­tuurindicator aangaat, of
^
schakelt u het toestel uit en weer in.
Het toestel begint te koelen en de bin nenverlichting gaat aan als de toestel deur wordt geopend.
-
-
^
Schakel het toestel in of selecteer een wijnklimaatzone.
Het desbetreffende "Wijnklimaat"-sy mbool brandt geel.
22
-
Instelmodus
Bepaalde instellingen van het toestel kunt u alleen in de instelmodus wijzi gen.
Informatie over hoe u het toestel in de instelmodus zet en hoe u de instel lingen wijzigt vindt u in de rubrieken in kwestie.
Overzicht van de beschikbare functies in de instelmodus:
-
-
Toestel in- en uitschakelen
Wanneer u in de instellingsmodus zit, wordt het deuralarm automatisch uit geschakeld. Zodra de deur van het apparaat wordt gesloten, is het deur alarm weer geactiveerd.
Toetsgeluid in-/uitschakelen
Als u niet wilt dat er een geluid weer klinkt telkens als u een toets aanraakt, kunt u het toetsgeluid uitschakelen.
-
-
-
het toestel in de instelmodus zetten of de instelmodus verla ten
Toetsgeluid in-/uitschakelen (zie rubriek "Toestel in- en uit­schakelen")
Bevestigen dat de actievekoolfilters vervangen zijn (zie "Actievekoolfilters")
Vergrendeling in-/uitschakelen (zie "Toestel in- en uitscha kelen")
Lichtsterkte van de tempera tuurindicator wijzigen (zie "De juiste temperatuur")
Duur van de watertoevoer voor de ijsblokjesmaker instellen (zie "IJsblokjes maken")
-
-
c
-
^ Raak de toets X aan en laat uw vin-
b
^
u
d
e
ger erop rusten,
^ terwijl uw vinger op de toets X rust,
raakt u één keer de aan-uittoets aan.
^
Hou uw vinger nog 5 seconden op de toets X tot op de temperatuurindi cator c wordt weergegeven.
^
Raak opnieuw zo vaak de toets X aan tot b wordt weergegeven op de temperatuurindicator.
^
Raak ter bevestiging de aan-uittoets aan.
-
23
Toestel in- en uitschakelen
Door aanraken van de toets X kunt u
^
nu instellen of het toetsgeluid moet uit- of ingeschakeld zijn:
b0: toetsgeluid is uitgeschakeld b1: toetsgeluid is ingeschakeld b –: terug in het menu.
De huidige instelling brandt constant en de nieuwe instelling knippert.
Nadat u een nieuwe instelling hebt
^
gekozen, raakt u ter bevestiging de aan-uittoets aan.
Raak zo vaak de toets X aan tot c
^
wordt weergegeven op de tempera tuurindicator.
^ Raak de aan-uittoets aan.
U hebt de instelmodus verlaten.
-
Vergrendeling in-/uitschakelen
Met de vergrendeling kunt u het toestel beveiligen, zodat het niet ongewenst wordt uitgeschakeld.
Raak de toets X aan en laat uw vin
^
ger erop rusten,
^ terwijl uw vinger op de toets X rust,
raakt u één keer de aan-uittoets aan.
-
24
Toestel in- en uitschakelen
Hou uw vinger nog 5 seconden op
^
de toets X tot op de temperatuurindi cator c wordt weergegeven.
Raak opnieuw zo vaak de toets X
^
aan tot u wordt weergegeven op de temperatuurindicator.
Raak ter bevestiging de aan-uittoets
^
aan.
Door aanraken van de toets X kunt u
^
nu instellen of de vergrendeling moet uit- of ingeschakeld zijn:
u0: vergrendeling is uitgeschakeld u1: vergrendeling is ingeschakeld u –: terug in het menu.
De huidige instelling brandt constant en de nieuwe instelling knippert.
^ Nadat u een nieuwe instelling hebt
gekozen, raakt u ter bevestiging de aan-uittoets aan.
^ Raak zo vaak de toets X aan tot c
wordt weergegeven op de tempera­tuurindicator.
Bij langdurige afwezigheid
­Als u het toestel gedurende lange tijd
niet gebruikt:
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit of schakel de des
^
betreffende zekering in uw zekeringkast uit,
sluit de afsluitkraan voor de watertoe
^
voer,
maak de ijsblokjesbak leeg en reinig
^
die,
maak het toestel schoon en
^
^ laat de toesteldeuren op een kier
staan om geurvorming te vermijden.
Als het toestel bij langdurige af­wezigheid wordt uitgeschakeld maar niet gereinigd, bestaat er ge­vaar voor schimmelvorming als de deuren gesloten blijven.
-
-
^
Raak de aan-uittoets aan.
U hebt de instelmodus verlaten.
Als de vergrendeling ingeschakeld is, brandt het controlelampje van de ver grendeling tor.
X op de temperatuurindica
-
-
25
De juiste temperatuur
...indewijnklimaatzones
Wijnen worden, afhankelijk van de omgevingsomstandigheden, steeds be ter. Zowel de temperatuur als de kwali teit van de lucht zijn van doorslaggevend belang voor de houd baarheid.
Wijnen kunt u bij een temperatuur tus sen 5 en 18 °C bewaren. De optimale temperatuur ligt tussen 8en12°C. Bij deze temperatuur zijn de meeste witte wijnen drinkbaar. Rode wijnen moet u 2 uur voor het drinken uit het toestel ha len en openen, zodat de wijn zuurstof krijgt en zijn aroma juist kan ontwik­kelen. Na twee uur hebben ook rode wijnen de juiste drinktemperatuur.
Een bewaartemperatuur boven 22 °C doet wijnen sneller rijpen dan goed is. Onder 5 °C mag wijn niet gedurende lange tijd bewaard worden, want dan kan hij niet optimaal rijpen.
Temperatuurschommelingen veroorza­ken stress voor de wijn, waardoor het rijpingsproces wordt onderbroken. Daarom is het zeer belangrijk dat de temperatuur nagenoeg zonder schom melingen constant wordt gehouden.
-
-
Isolatieplaat voor een thermische scheiding
-
Het toestel is voorzien van een vaste
-
isolatieplaat die de binnenruimte in twee verschillende zones indeelt waar
-
van de temperatuur telkens apart in te stellen is. Zo kunt u in de bovenste en onderste wijnklimaatzone verschillende wijnsoorten bewaren, bijv. rode en witte wijnen.
De volgende temperaturen zijn voor de verschillende wijnsoorten aan te raden:
Rode wijn: +14 °C tot +18 °C
Rosé: +10 °C tot +12 °C
Witte wijn: +8 °C tot +12 °C
Schuimwijn, prosecco:
Champagne: +5 °C tot +7 °C
-
+7 °C tot +9 °C
-
Beveiliging
Een veiligheidsthermostaat zorgt ervoor dat de temperatuur in de wijnklimaatzones niet onder 2 °C kan dalen. Als de buitentemperatuur lager komt, wordt automatisch een verwar mingselement ingeschakeld om de binnentemperatuur nagenoeg constant te houden.
26
-
De juiste temperatuur
...indevrieszone
Om verse levensmiddelen in te vriezen en ze langdurig te bewaren, is een tem peratuur van -18 °C vereist. Bij die tem peratuur komt de groei van micro-orga nismen in hoge mate tot stilstand. Zodra de temperatuur boven -10 °C stijgt, be gint de ontbinding door de micro-orga nismen. De levensmiddelen kunnen dan minder lang worden bewaard. Daarom mogen geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen pas opnieuw ingevroren worden, nadat ze verwerkt werden (ko ken of braden). Door de hoge tempera turen worden de meeste micro-organis­men gedood.
Bij het bewaren van levensmiddelen is de juiste temperatuurinstelling zeer be­langrijk. Levensmiddelen bederven snel door de aanwezigheid van micro-orga­nismen. Dat proces kan door de juiste bewaartemperatuur worden verhinderd of vertraagd. De temperatuur beïnvloedt de groeisnelheid van de micro-organis­men. Hoe lager de temperatuur, hoe langzamer dit proces verloopt.
-
-
-
Temperatuur instellen
-
-
-
Selecteer met de schakeltoets de ge
^
wenste wijnklimaat- of vrieszone, zo dat het symbool in kwestie geel op licht.
In de beide wijnklimaatzones kunt u de temperatuur afzonderlijk instellen, los
-
van elkaar.
^ Stel nu de temperatuur in met de
sensortoetsen ernaast.
Door het aanraken van de
toets X: daalt de temperatuur toets Y: stijgt de temperatuur.
-
-
-
De temperatuur in het toestel stijgt
als u vaak en gedurende lange tijd de toesteldeur opent,
hoe meer levensmiddelen er worden bewaard,
als de verse levensmiddelen warm zijn,
als de omgevingstemperatuur van het toestel hoog is. Het toestel is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse (bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens gerespecteerd moeten worden.
27
Loading...
+ 61 hidden pages