MIELE KWT 6321 UG User Manual [nl]

Page 1
Montage- en gebruiksaanwijzing Wijnkoelkast
Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat.
M.-Nr. 09 875 980nl-BE
Page 2
Inhoud
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................8
Vergrendeling ....................................................18
De temperatuur ...................................................20
Isolatieplaat voor thermische scheiding ..............................21
Het instellen van de temperaturen ..................................21
Mogelijke temperatuurinstellingen ..................................21
De lichtsterkte van de temperatuuraanduidingen ......................22
DynaCool (constante luchtvochtigheid) m ...........................23
Luchtverversing door het actief koolstoffilter ..........................24
Het inschakelen van het presenteerlicht .............................25
Het wijzigen van de lichtsterkte ....................................25
Temperatuuralarm .................................................29
Deuralarm .......................................................29
Waarschuwingssignaal vroegtijdig uitschakelen..........................29
Het reinigen en onderhouden van het apparaat .......................31
Het reinigen van binnenruimte, toebehoren en deur.......................31
2
Page 3
Inhoud
Nuttige tips ......................................................34
Waar bepaalde geluiden vandaan komen .............................36
Duur en voorwaarden van de garantie ...............................37
Montagerichtlijnen ................................................40
Opstelplaats......................................................40
Klimaatklasse ..................................................41
Het veranderen van de draairichting van de deur ......................44
Toestel onder een werkvlak inbouwen ...............................47
Toestel uitlijnen ten opzichte van hogere meubeldeuren ...................49
De zijdelingse uitlijning van de toesteldeur instellen ....................52
Adressen .......................................................55
3
Page 4
Beschrijving van het toestel
a Aan-uittoets
b De bovenste temperatuurzone selec
teren
c Toets voor het instellen van de tem-
peratuur in het bovenste bereik (Y voor warmer)
d Temperatuurindicator bovenste be-
reik
e Toets voor het instellen van de tem-
peratuur in het bovenste bereik (X voor kouder)
f Toets voor constante luchtvochtig-
heid (DynaCool) en controlelampje
g Uitschakeltoets voor het waarschu
wingssignaal
-
h De onderste temperatuurzone selec
teren
i Temperatuurindicator onderste be-
reik
j Toetsen om de temperatuur in te
stellen in het onderste bereik (Y voor warmer; X voor kouder)
k Toets voor de binnenverlichting en
het controlelampje
-
-
4
Page 5
Beschrijving van het toestel
Betekenis van de symbolen
Symbool Betekenis Functie
0 Vergrendeling Beveiliging tegen ongewenste uitscha
keling
-
5
Page 6
Beschrijving van het toestel
a Verlichtingslijst (in beide
wijnklimaatzones)
b Actievekoolstoffilter
c Bedieningspaneel voor de bovenste
en onderste wijnklimaatzones/Isolatieplaat om de temperatuurzones thermisch van el kaar te scheiden
-
d Isolatieplaat om de temperatuurzo
nes thermisch van elkaar te scheiden
e Houten roosters
f Glazen deur van veiligheidsglas met
uv-filter
g Ventilatierooster met luchtfilter
-
6
Page 7
Beschrijving van het toestel
Bijgeleverd toebehoren
Actievekoolstoffilter
De actievekoolstoffilter in het bedie ningspaneel zorgt voor een optimale luchtverversing en dus voor een hoge luchtkwaliteit in het toestel.
Luchtfilter
De luchtfilter achter het ventilatierooster voorkomt dat de koelcapaciteit door af zettingen van stof wordt verminderd.
-
Mits toeslag verkrijgbaar toe behoren
Actievekoolstoffilter
(Zie "Bijgeleverd toebehoren" voor de beschrijving.)
Luchtfilter
(Zie "Bijgeleverd toebehoren" voor de beschrijving.)
-
Multifunctionele microvezeldoek
De microvezeldoek helpt om vingerafdrukken en normaal vuil te ver­wijderen op roestvrijstalen fronten, bedieningspane­len van toestellen, vensters, meubels, autoruiten enz.
Het mits toeslag verkrijgbaar toebe­horen is verkrijgbaar via de Tech­nische Dienst van Miele, bij uw Miele-
-
-handelaar of in de Miele Online Shop.
7
Page 8
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio­neren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde be­handeling kunnen deze stoffen schade­lijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte appa raat dan ook nooit met het gewone af val.
-
-
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige
­recyclage van dat toestel. Dat bevat
­trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
-
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel naar een containerpark brengt.
-
Zorg er ook voor dat het toestel intus sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
8
-
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees deze gebruiks- en montageaanwijzing daarom eerst aan dachtig door voordat u het toestel in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent opstelling, veiligheid, gebruik en onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze opmerkingen niet in acht werden genomen.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
,
Gevaar voor verwonding! Als de opstelplaats zich op een hoogte van meer dan 1500 m be­vindt, kan het glas van de toesteldeur breken door veranderingen in de luchtdrukomstandigheden. Glasscherven kunnen zware verwondingen tot gevolg hebben!
-
-
Juist gebruik
Dit toestel is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
~
gelijkaardige omgevingen. Dit toestel is niet bestemd voor gebruik buiten.
Gebruik het toestel uitsluitend in huishoudelijke context voor het
~
bewaren van wijn. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
9
Page 10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het toestel is niet geschikt voor het bewaren en koelen van
~
geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of derge lijke stoffen of producten. Verkeerd gebruik van het toestel kan lei den tot aantasting of bederf van de bewaarde producten. Boven dien is het toestel niet geschikt voor gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen. Miele is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander gebruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bediening.
-
-
-
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk
~
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn dit toestel veilig te bedienen, moeten bij de bediening in het oog worden gehouden. Deze personen mogen het toestel zonder toezicht bedienen, maar alleen wanneer hun de bediening van het toestel zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Ze moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het toestel
~
worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het toestel zonder toezicht be
~
dienen, maar alleen wanneer hun de bediening ervan zo uitgelegd is dat ze het toestel veilig kunnen bedienen. Ze moeten de eventue le risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
Kinderen mogen het toestel niet zonder toezicht reinigen of on
~
derhouden.
-
-
-
-
Hou kinderen die in de buurt van het toestel komen in het oog.
~
Laat kinderen nooit met het toestel spelen.
10
Page 11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gevaar voor verstikking! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen
~
in verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en daardoor verstikken. Hou kinderen uit de buurt van verpakkings materiaal.
Technische veiligheid
Het koelmiddelcircuit heeft een controle op lekkage doorstaan.
~
Het toestel voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften en de relevante EU-richtlijnen.
Dit toestel bevat het koelmiddel isobutaan (R600a), een natuurlijk
~
gas dat het milieu weinig belast maar wel brandbaar is. Het is niet schadelijk voor de ozonlaag en draagt niet bij tot het broeikaseffect. Het gebruik van dit milieuvriendelijke koelmiddel veroorzaakt wel een lichte verhoging van de werkingsgeluiden. Naast werkingsgeluiden van de compressor kunnen er ook stromingsgelui­den te horen zijn die afkomstig zijn van het koelcircuit. Dat is jammer genoeg niet te vermijden, maar heeft geen invloed op de prestaties van het toestel. Let er bij het transporteren en het inbouwen/opstellen van het toestel op dat geen enkel onderdeel van het koelcircuit beschadigd raakt. Wegspattend koelmiddel kan tot oogletsels leiden! Bij beschadiging:
Vermijd open vuur of ontstekingsbronnen,
-
Koppel het toestel los van het elektriciteitsnet,
Verlucht gedurende enkele minuten het vertrek waarin het toestel staat
Neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
11
Page 12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Hoe meer koelmiddel er in een toestel zit, hoe groter de ruimte
~
moet zijn waarin het toestel wordt opgesteld. Bij een eventueel lek kan er in een te kleine ruimte een brandbaar mengsel van gas en lucht ontstaan. Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m hoeveelheid koelmiddel is aangegeven op het typeplaatje in het toe stel.
De aansluitgegevens (zekering, frequentie en spanning) op het
~
typeplaatje van het toestel moeten absoluut overeenstemmen met deze van het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan uw toestel. Vergelijk deze gegevens voordat u het toestel aansluit. Vraag bij twijfel inlichtingen aan een elektricien.
De elektrische veiligheid van dit toestel wordt enkel gewaarborgd
~
als het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstal­leerd aardsysteem. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamente­le veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat de elektrische installatie bij twijfel door een elektricien controleren.
3
groot zijn. De
-
Is de aansluitkabel beschadigd, laat dan een nieuwe installeren
~
door een vakman of vakvrouw die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's voor wie het toestel gebruikt.
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
~
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Gebruik deze niet om het toestel aan te sluiten op het elektriciteitsnet.
Wanneer er vocht in aanraking komt met onderdelen van het toe
~
stel die onder spanning staan of de netaansluiting, kan dat een kort sluiting veroorzaken. Gebruik het toestel daarom niet in een ruimte die wordt blootgesteld aan vocht of waterspatten (bijv. garage, washok enz.).
12
-
-
Page 13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip)
~
worden gebruikt.
Een beschadigd toestel kan uw veiligheid in gevaar brengen.
~
Controleer of het toestel zichtbaar beschadigd is. Een beschadigd toestel mag u nooit in gebruik nemen.
Gebruik het toestel enkel in ingebouwde toestand. Enkel dan is
~
een veilige werking gegarandeerd.
Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet het
~
toestel van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Het toestel is pas van het elektriciteitsnet losgekoppeld wanneer aan een van deze voorwaarden is voldaan:
– De zekeringen in uw zekeringkast zijn uitgeschakeld of
– De schroefzekeringen in uw zekeringkast zijn helemaal uitge-
draaid of
– De stekker is uit het stopcontact getrokken.
Trek bij aansluitkabels met een stekker niet aan de kabel maar aan de stekker om het toestel los te koppelen van het elektrici­teitsnet.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of
~
herstellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen al leen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zijn.
Het recht op garantie vervalt wanneer het toestel door een klan
~
tendienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat ze ten
~
volle voldoen aan de eisen qua veiligheid. Defecte onderdelen mo gen enkel worden vervangen door originele Miele-wisselstukken.
-
-
-
13
Page 14
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Veilig gebruik
Het toestel is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse
~
(bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens moeten worden gerespecteerd. De klimaatklasse is vermeld op het typeplaatje aan de binnenzijde van het toestel. Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat de compressor gedurende een lange tijd stilstaat, zodat het toestel de vereiste temperatuur niet kan aanhouden.
De luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen mogen niet worden af
~
gedekt of afgesloten. Als deze openingen afgedekt zijn, kan er geen goede luchtcirculatie plaatsvinden. Het energieverbruik stijgt en schade aan onderdelen kan niet worden uitgesloten.
Als u in het toestel vet- of oliehoudende levensmiddelen bewaart,
~
dient u ervoor te zorgen dat eventueel uitlopend vet of uitlopende olie niet in contact komt met de kunststofonderdelen van het toestel. Er kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan, zodat die barst of scheurt.
Bewaar geen explosieve stoffen en geen producten met brand-
~
bare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het toestel. Ontvlambare gasmengsels kunnen worden ontstoken door elektrische componen ten. Gevaar voor brand en ontploffing!
Gebruik geen elektrische toestellen in het toestel (bijv. om softijs
~
te maken). Er kunnen vonken ontstaan. Gevaar voor ontploffing!
-
-
Gebruik alleen origineel Miele-toebehoren. Worden er andere on
~
derdelen gemonteerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op ga rantie en/of de productaansprakelijkheid.
14
-
-
Page 15
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Reiniging en onderhoud
Behandel de deurdichting niet met olie of vet.
~
Daardoor wordt de deurdichting na verloop van tijd poreus.
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderde
~
len die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen en ontdooien van het toestel nooit een stoomreiniger.
Gebruik geen voorwerpen met scherpe punt of rand om
~
rijm- en ijslagen te verwijderen,
– vastgevroren levensmiddelen los te wrikken.
Als u dat doet, beschadigt u de koelelementen en functioneert het toestel niet meer correct.
Plaats nooit elektrische verwarmingstoestellen of kaarsen in het
~
toestel om het te ontdooien. De kunststof zou beschadigd raken.
Gebruik geen ontdooisprays of producten om ijs te verwijderen.
~
Die kunnen immers explosieve gassen vormen, ze kunnen oplos­middelen of drijfgassen bevatten die de kunststof aantasten of ze kunnen de gezondheid schaden.
-
15
Page 16
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Transport
Transporteer het toestel altijd terwijl het verticaal staat en terwijl
~
het zich in de transportverpakking bevindt. Zo voorkomt u schade.
Transporteer het toestel met zijn tweeën. Het toestel is immers
~
zwaar. Gevaar voor verwonding en beschadiging!
Wat met een afgedankt toestel?
Vernietig het deurslot van uw toestel als u het afdankt.
~
Op die manier voorkomt u dat spelende kinderen zich in het toestel opsluiten, wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het koelcircuit, bijv. door
~
– koelmiddelkanalen van het verdampsysteem open te prikken,
– buizen te knikken,
– oppervlaktecoatings weg te krabben.
Wegspattend koelmiddel kan tot oogletsels leiden!
16
Page 17
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal energieverbruik
Opstellen/wachten In een verluchte ruimte. In een gesloten,
Beschermd tegen rechtstreekse zonnestralen.
Niet naast een warmtebron (verwarmingselement, for nuis).
Bij een ideale kamertempera tuur van ongeveer 20 °C.
Dek de luchttoevoerope ningen niet af. Verwijder re­gelmatig het stof van de luchttoevoeropeningen.
Verwijder minstens 1 keer per jaar het stof van de com­pressor en het metalen roos­ter (warmtewisselaar) aan de achterzijde van het toestel.
Temperatuur­instelling
10 tot 12 °C Hoe lager of hoger de inge-
Verhoogd energieverbruik
niet-verluchte ruimte.
Bij rechtstreekse zonnestralen.
Naast een warmtebron (ver warmingselement, fornuis).
-
Bij een hoge kamertempera
­tuur.
Als de luchttoevoerope
­ningen afgedekt zijn of on­der het stof zitten.
Wanneer er zich stof heeft opgehoopt op de compres­sor en het metalen rooster (warmtewisselaar).
stelde temperatuur, hoe ho ger het energieverbruik!
-
-
-
-
Gebruik Laat de houten roosters zo
als ze waren toen het toestel werd geleverd.
Open de toesteldeur alleen indien nodig en altijd zo kort mogelijk. Schik de wijnflessen in het toestel.
Doe de vakken niet te vol zo dat de lucht kan circuleren.
-
Als u de deur vaak en lang durig opent, treedt er koude verlies op en stroomt er war me kamerlucht naar binnen. Het toestel probeert te koelen en de compressor werkt langdurig.
-
-
-
-
17
Page 18
Toestel in- en uitschakelen
Vóór het eerste gebruik
Reinig het inwendige van het toestel
^
en het toebehoren. Gebruik daarvoor lauw water. Wrijf daarna alles droog met een doek.
Het toestel inschakelen
Druk op de aan-uittoets, zodat de
^
temperatuurindicatoren gaan bran den.
Er weerklinkt een waarschuwingssig­naal. Het toestel begint te koelen en de binnenverlichting gaat aan als de toe­steldeur wordt geopend.
-
Waarschuwingssignaal uit­schakelen
Het toestel uitschakelen
Druk zo lang op de aan-uittoets, tot
^
de temperatuurindicatoren uitgaan.
De koeling is uitgeschakeld. (Als dat niet het geval is, is de vergrendeling ingeschakeld!)
Vergrendeling
Met de vergrendeling kunt u het toestel beveiligen, zodat het niet ongewenst wordt uitgeschakeld:
Vergrendeling in-/uitschakelen
^ Hou de toets voor de constante lucht-
vochtigheid ca. 5 seconden inge­drukt.
Het controlelichtje van de toets knippert en in de temperatuuraanduiding voor het onderste vak (rechtse indicator) knippert een
;.
^
Druk op de uitschakeltoets voor het waarschuwingssignaal.
Het waarschuwingssignaal stopt. De temperatuurindicatoren knipperen tot dat de ingestelde temperaturen vrijwel zijn bereikt.
18
^
-
Druk de toets voor de constante luchtvochtigheid opnieuw in.
Page 19
Door te drukken op de insteltoetsen
voor de temperatuur in de bovenste zone (linker temperatuurtoetsen) kunt u nu kiezen tussen
0: de vergrendeling is uitgeschakeld, 1: de vergrendeling is ingeschakeld.
^ Druk de toets voor de constante
luchtvochtigheid in om de instelling op te slaan.
; 0 en ; 1:
Toestel in- en uitschakelen
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd niet gebruikt:
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit of schakel de des
^
betreffende zekering in uw zekeringkast uit,
maak het toestel schoon en
^
laat de toesteldeur op een kier staan
^
om geurvorming te vermijden.
Als het toestel bij langdurige afwe zigheid wordt uitgeschakeld maar niet wordt gereinigd, bestaat er ge­vaar voor schimmelvorming als de deur gesloten blijft.
-
-
Als de vergrendeling ingeschakeld is, brandt het controlelampje van de ver­grendeling
^
Sluit de instelmodus af door op de toets aan/uit te drukken. Anders schakelt de elektronische besturing na ca. 2 minuten over naar normale werking.
X.
19
Page 20
Temperatuur en luchtkwaliteit
Wijnen blijven zich afhankelijk van omgevingsfactoren ontwikkelen. Zo is naast de temperatuur ook de kwa liteit van de lucht doorslaggevend voor de houdbaarheid van de wijn.
Met een constante en op de wijn afgestemde temperatuur, een ver hoogde luchtvochtigheid en een geurvrije omgeving heersen in deze wijnklimaatkast de optimale omstandig heden waaronder uw wijnen kunnen worden opgeslagen.
Bovendien is met deze wijnkast een tril lingsvrije omgeving en daarmee een ongestoord rijpingsproces gegaran­deerd.
-
De temperatuur
Wijnen kunnen bij een temperatuur tus­sen 6 en 18°C worden bewaard. Wilt u witte en rode wijnen naast elkaar opslaan, kies dan een temperatuur tus­sen de 12 en 14°C. Deze temperaturen zijn zowel voor witte als voor rode wijnen geschikt.
Bij een opslagtemperatuur van boven de 22°C rijpen wijnen te snel, zodat aroma´s zich niet verder kunnen ontwik kelen. Bij een opslagtemperatuur van onder de 5°C daarentegen kunnen ze niet op timaal rijpen.
Temperatuurbeveiliging bij lage om gevingstemperaturen
­Met een veiligheidsthermostaat wordt
voorkomen dat de temperatuur in het apparaat te sterk daalt en de wijnen be schadigt. Wanneer de omgevingstem peratuur lager is dan de temperatuur in het apparaat, dan springt in het appa raat automatisch een verwarmingsele
-
ment aan dat de binnentemperatuur constant houdt. Daalt de omgevings temperatuur nog verder, dan wordt het apparaat op den duur automatisch uit
­geschakeld.
Wijnsoort Aanbevolen
drinktempera­tuur
Lichte, fruitige rode wijnen:
Zware, rode wijnen:
Rosé: +8°C tot +10°C
Fijne, aroma tische witte wijnen:
-
Zware of zoete witte wijnen:
Champagne,
-
prosecco:
-
+14°C tot +16°C
+18°C
+8°C tot +12°C
+12°C tot +14°C
+6°C tot +10°C
-
-
-
-
-
-
-
Temperatuurschommelingen zijn niet goed voor wijn en verstoren het rij pingsproces. Wijn krimpt bij kou en zet bij warmte uit. Daarom is het heel be langrijk om ervoor te zorgen dat de temperatuur in het apparaat vrijwel con stant blijft.
20
-
-
-
Page 21
Tip: Sla wijn 1 of 2°C koeler op dan de
aanbevolen drinktemperatuur, omdat wijn altijd iets warmer wordt wanneer hij in een glas wordt geschonken.
Zware, rode wijnen kunnen het beste 2 - 3 uur voordat ze worden gedronken uit de wijnklimaatkast worden gehaald en geopend. In deze uren krijgen de wijnen zuurstof en ontwikkelen ze hun aroma.
Isolatieplaat voor thermische schei ding
De binnenruimte van het apparaat wordt door een vaste isolatieplaat in twee zones verdeeld, waarvoor u een aparte temperatuur kunt instellen. Zo kunnen verschillende soorten wijn (zo­als rode en witte wijn) in het apparaat worden opgeslagen.
Het instellen van de temperaturen
De temperaturen kunt u instellen met de beide toetsen onder de tempera­tuuraanduidingen.
Wanneer u op de Y - toets drukt gaat de temperatuur omhoog en wordt het warmer. Wanneer u op de X - toets drukt gaat de temperatuur omlaag en wordt het kouder.
-
Temperatuur en luchtkwaliteit
Wanneer u voor het eerst drukt, dan
knippert de temperatuurwaarde die u het het laatst heeft ingesteld.
Vanaf de tweede keer dat u drukt
verandert de temperatuurwaarde in stappen van 1°C.
Wanneer u de toets niet loslaat, ver
andert de temperatuurwaarde conti nu.
Ongeveer 5 seconden nadat u voor het laatst op een temperatuurtoets heeft gedrukt, verschijnt in de daarbij beho rende temperatuuraanduiding automa tisch de temperatuurwaarde die op dat moment in de desbetreffende zone heerst.
De beide temperatuurzones worden af­wisselend gekoeld, zodat het afhanke­lijk van de hoeveelheid opgeslagen wijn enige uren kan duren, voordat de ge­wenste temperatuur is bereikt en de temperatuuraanduiding zich heeft aan­gepast. Is de temperatuur dan nog te hoog of te laag, stel de temperatuur dan opnieuw in.
Mogelijke temperatuurinstellingen
De temperatuur is in beide zones instel baar van 5°C tot 20°C.
-
-
-
-
-
De temperatuur die u instelt knippert in de daarbij behorende temperatuuraan duiding.
Wanneer u op de temperatuurtoetsen drukt, dan ziet u in de daarbij behoren de temperatuuraanduiding het vol gende veranderen:
-
-
-
21
Page 22
Temperatuur en luchtkwaliteit
Temperatuuraanduiding
De temperatuuraanduidingen op het bedieningspaneel geven bij normaal gebruik de temperaturen in het appa raat aan.
^
-
^
Druk zo vaak op èèn van de tempe ratuurtoetsen voor de bovenste zone (links), totdat in de temperatuuraan duiding ^ verschijnt.
Druk opnieuw op de DynaCool- toets.
-
-
De temperatuuraanduiding knippert, wanneer
er een andere temperatuur wordt in
gesteld;
de temperatuur meer dan 5°C van
de ingestelde temperatuur verschilt.
De lichtsterkte van de temperatuur aanduidingen
De lichtsterkte van de temperatuuraan­duidingen is ingesteld op ^1 , wanneer het apparaat wordt geleverd.
U kunt de lichtsterkte van de tempera­tuuraanduidingen tegelijk veranderen.
^
Druk op de DynaCool - toets en blijf daar ca. 5 seconden op drukken.
Het controlelampje van de DynaCool ­toets begint te knipperen. In de temperatuuraanduiding van de onderste zone (rechts) knippert ;.
-
In de aanduiding brandt ^.
Verander de lichtsterkte van de tem
^
-
peratuuraanduiding met behulp van de temperatuurtoetsen voor de bo venste zone.
U kunt kiezen tussen de standen 1 tot en met 5. Bij 1 is de lichtsterkte minimaal. Bij 5 is de lichtsterkte maximaal.
^ Druk op de DynaCool - toets om de
instelling op te slaan.
^
Verlaat de instelmodus door op de Aan/Uit - toets te drukken.
-
-
22
Page 23
Temperatuur en luchtkwaliteit
Luchtkwaliteit en luchtvochtig heid
In een normale koelkast is de lucht vochtigheid voor wijn te laag en daar om is een normale koelkast niet ge schikt voor het opslaan van wijn. Een hoge luchtvochtigheid is voor de op slag van wijn zeer belangrijk om de kurk van buiten vochtig te houden. Bij een lage luchtvochtigheid droogt de kurk van buiten uit en kan de fles niet meer luchtdicht worden gesloten. Om te voorkomen dat de kurk van binnen uitdroogt kunt u de flessen het beste al tijd liggend opslaan. Wanneer er lucht in de fles dringt bederft iedere wijn on­herroepelijk.
Verhoog de luchtvochtigheid in het apparaat niet door er bijv. een schaal met water in te zetten. In dat geval ontstaat er condens in de binnenruimte, wat schade aan het apparaat kan veroorzaken, bijv. corrosie.
-
-
-
-
Het inschakelen van de DynaCool
-
Wanneer u de wijnklimaatkast wilt ge bruiken om wijn voor lange tijd op te slaan, schakel dan de DynaCool in en laat deze ingeschakeld.
Druk op de DynaCool - toets.
^
Het controlelampje gaat branden.
Ook wanneer u de DynaCool niet
-
heeft ingeschakeld, schakelt het ap­paraat altijd automatisch de ventila­toren in, zodra de koeling wordt inge­schakeld. Zo kunt u er zeker van zijn, dat het optimale klimaat voor uw wijn behou­den blijft.
Wanneer de deur wordt geopend, worden de ventilatoren automatisch even uitgeschakeld.
-
DynaCool (constante luchtvochtig heid) m
Met DynaCool stijgt de relatieve lucht vochtigheid in het hele apparaat. Gelijktijdig worden luchtvochtigheid en temperatuur gelijkmatig verdeeld, zo dat al uw wijnen onder even goede om standigheden worden bewaard. Zo wordt in de binnenruimte een kli maat geschapen dat gelijk is aan dat van een wijnkelder.
-
-
-
-
23
Page 24
Temperatuur en luchtkwaliteit
Het uitschakelen van de DynaCool
Daar het energieverbruik hoger is en het apparaat ook wat meer lawaai maakt wanneer de DynaCool is inge schakeld, kunt u deze tussendoor zo nu en dan uitschakelen.
Druk op de DynaCool – toets.
^
Het controlelampje gaat uit.
Luchtverversing door het actief koolstoffilter
Het apparaat beschikt over een actief koolstoffilter, waarmee een optimale ventilatie en daarmee een hoge luchtkwaliteit zijn gegarandeerd.
-
Het filtert de lucht die het apparaat bin­nenstroomt en maakt de lucht vers en stof- en reukvrij. Door deze verse lucht worden er via de kurk geen onaangename geurtjes op de wijnen overgedragen.
De lucht wordt nadat hij is gefilterd door de ventilatoren van de DynaCool­functie gelijkmatig over de binnenruim te verdeeld.
Het actief koolstoffilter moet 1x per jaar worden vervangen. Actief koolstoffilters zijn verkrijgbaar bij de vakhandel.
24
-
Page 25
Presenteerverlichting
In principe moet wijn in het donker wor den bewaard. Wanneer u echter uw wijnen aan iemand wilt presenteren of een over zicht van uw wijnen wilt hebben, kunt u de binnenverlichting zo inschakelen, dat de verlichting ook aanblijft wanneer de deur is gesloten.
Zowel in de bovenste als in de onderste zone bevindt zich een lichtlijst, waar mee de zones goed kunnen worden verlicht.
De afdekking mag niet worden ver wijderd. Mocht de afdekking zijn be­schadigd of door beschadiging ver­wijderd, let dan op! Er komen laserstralen klasse 1M vrij, die u niet met optische instrumenten zoals een loep mag bekijken.
Het inschakelen van het presenteerlicht
-
-
-
Het wijzigen van de lichtsterkte
-
De lichtsterkte van de binnenverlichting kunt u wijzigen met behulp van de toets voor de binnenverlichting en de tempe ratuurtoetsen van de onderste zone (rechts).
Druk op de toets voor de binnenver
^
lichting en blijf erop drukken.
Druk tegelijk op èèn van de tempera
^
tuurtoetsen van de onderste zone (rechts).
Wanneer u op de Y - toets drukt, wordt het licht sterker.
-
-
-
^
Druk op de toets voor de binnenver lichting.
De lichtlijsten worden altijd tegelijk in- of uitgeschakeld.
Wanneer u op de X - toets drukt, wordt
­het donkerder.
Om te voorkomen dat hogere tempe raturen of UV-licht een negatief effect hebben op de wijn, hebben wij in de lichtlijsten LED's aangebracht.
-
25
Page 26
Het opslaan van wijnen
Trillingen en bewegingen hebben een negatief effect op het rijpingsproces en dus ook op de smaak van de wijn.
Leg gelijksoortige wijnen daarom zo veel mogelijk naast elkaar op hetzelfde plateau en stapel ze niet op elkaar. Zo voorkomt u dat u andere flessen moet verleggen, wanneer u een bepaalde wijn nodig hebt.
Zorg ervoor dat flessen wijn altijd lig gend worden opgeslagen.Zo blijft de kurk van binnen vochtig en kan er geen lucht in de fles dringen.
-
-
Houten roosterplateaus
De houten roosterplateaus zijn uittrek baar, zodat u de flessen makkelijk in het apparaat kunt leggen en er weer uithalen.
Het verplaatsen van de plateaus
De plateaus kunt u naar believen uit het apparaat halen en weer terugplaatsen.
Wilt u een plateau uit het apparaat ha­len,
-
26
^
trek het plateau dan zover naar bui ten totdat u weerstand voelt a,
^
klik het er aan de achterkant uit door het aan de achterkant rechts en links op te tillen b.
^
en haal het uit het apparaat.
-
Page 27
Wilt u een plateau weer terugplaatsen,
trek de geleiderails c. dan naar bui
^
ten, leg het plateau erop en let er daarbij op dat de uitsparingen op de bouten passen.
^ Schuif het plateau in het apparaat tot-
dat u weerstand voelt.
Het opslaan van wijnen
-
^
Druk het plateau helemaal naar ach teren d, totdat het aan de voorkant vastklikt.
^
Druk het plateau aan de achterkant naar beneden totdat het aan de ach terkant vastklikt e.
-
-
27
Page 28
Het opslaan van wijnen
Maximale beladingscapaciteit
In totaal kunnen er ca. 34 flessen (0,75 l flessen Bordeaux) in het apparaat wor­den opgeslagen en wel 14 in de boven­ste en 20 in de onderste zone.
Het aantal van 34 flessen kan alleen worden gehaald als u alle plateaus in gebruik neemt.
Ieder plateau mag een gewicht van maximaal 25 kg dragen! Let er wel op dat het stapelen van flessen op de plateaus niet is toege staan.
28
-
Page 29
Waarschuwingssignaal
Het toestel is met een waarschuwings systeem uitgerust, waardoor de tempe ratuur in het toestel niet ongemerkt kan stijgen of dalen en de wijn daardoor schade kan oplopen.
Temperatuuralarm
Wordt de temperatuur in een tempera tuurzone te hoog of te laag, dan weerklinkt er een waarschuwingssig naal en knippert tegelijkertijd de tempe ratuurindicator van de betreffende tem peratuurzone. De ingestelde temperatuur bepaalt wanneer het toestel een temperatuur­bereik als te warm of te koud herkent.
Het akoestische en optische signaal wordt ook altijd gegeven,
– wanneer u het toestel inschakelt,
voor zover de temperatuur in het toe­stel te sterk afwijkt van de ingestelde temperatuur.
– wanneer zich een lange stroomon-
derbreking heeft voorgedaan.
als bij het herschikken en uitnemen van flessen te veel warme kamer lucht binnenstroomt.
-
-
Waarschuwingssysteem
-
-
inschakelen
Het waarschuwingssysteem is altijd au tomatisch actief. Het moet niet extra worden ingeschakeld.
Waarschuwingssignaal
-
vroegtijdig uitschakelen
Zodra de ingestelde temperatuur in het toestel is bereikt, stopt het waarschu
­wingssignaal en de betreffende
­temperatuurindicator brandt constant.
Als het waarschuwingssignaal u stoort, kunt u het vroeger uitschakelen.
^ Druk op de uitschakeltoets voor het
waarschuwingssignaal. Het waarschuwingssignaal stopt. De betreffende temperatuurindicator knippert tot de alarmtoestand is be­ëindigd. Daarna brandt hij constant en is het waarschuwingssysteem op nieuw gereed voor gebruik.
-
-
-
Deuralarm
Als de toesteldeur langer dan ca. 60 seconden open blijft staan, weer klinkt het waarschuwingssignaal.
-
29
Page 30
Automatisch ontdooien
Terwijl de compressor werkt, kunnen er rijm en waterpareltjes worden gevormd op de achterwand van het toestel. U hoeft dit niet te verwijderen, doordat het toestel automatisch ontdooit.
30
Page 31
Het reinigen en onderhouden van het apparaat
Let erop dat er geen water in de elektronica, de ventilatieroosters en in de verlichting terechtkomt.
Schurende artikelen zoals schuur
sponsjes, borsteltjes of puimsteen tjes
Scherpe metalen schrapers
-
-
Zorg ervoor dat er geen reinigings water door de afvoeropening voor het dooiwater loopt.
Gebruik geen stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met delen van het apparaat die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Het typeplaatje in de binnenruimte van het apparaat mag niet worden verwijderd. De gegevens zijn nodig in het geval er een storing optreedt.
Om beschadigingen aan het opper­vlak te voorkomen, mag u de vol­gende producten niet gebruiken:
– Zuur-, soda-, ammoniak- of chloride-
houdende reinigingsmiddelen
Kalkoplossende reinigingsmiddelen
Schurende reinigingsmiddelen zoals schuurpoeder
Oplosmiddelhoudende reinigings middelen
Reinigingsmiddelen voor roestvrij staal
-
-
Vòòr het reinigen
Schakel het apparaat uit.
^
Trek de stekker uit het stopcontact of
^
schakel de hoofdschakelaar uit.
Haal de flessen wijn uit het apparaat
^
en bewaar ze op een koele plaats.
Haal alle uitneembare onderdelen uit
^
het apparaat.
Het reinigen van binnenruimte, toebehoren en deur
^ Reinig binnenruimte en toebehoren
met lauwwarm water en wat reini­gingsmiddel.
^ Reinig de toebehoren met de hand,
niet in de afwasautomaat.
^
Neem binnenruimte en toebehoren daarna met helder water af en wrijf alles met een doek droog.
^
Laat de deur van het apparaat korte tijd openstaan.
^
Reinig alle delen van hout met een iets vochtige, geen druipnatte doek. Deze delen mogen niet nat worden.
Reinigingsmiddelen voor vaatwerk
Ovensprays
Glasreinigers
31
Page 32
Het reinigen en onderhouden van het apparaat
Gebruik voor de reiniging en het on
^
derhoud van de roestvrijstalen ge deelten in de binnenruimte en aan de buitenkant het Miele-middel voor het onderhoud van roestvrij staal.
Dit middel is verkrijgbaar bij de afdeling "Klantcontacten" van Miele. Het bevat, in tegenstelling tot reinigingsmiddelen voor roestvrij staal, geen schurende stoffen en is zacht voor het materiaal. Daardoor verwijdert het middel het vuil op behoedzame wijze en brengt het een film over het roestvrij staal aan met een water- en vuilwerende werking.
^ Wrijf de roestvrijstalen gedeelten be-
slist na iedere reiniging in met het Miele-middel voor het onderhoud van roestvrij staal.
Dit middel brengt een film over het roestvrij staal aan met een water- en vuilwerende werking.
^ Reinig de deur met een glasreiniger.
-
-
Het reinigen van het ventilatie rooster
Reinig het ventilatierooster beneden
^
in de sokkel regelmatig met een kwast of een stofzuiger.
Wanneer er zich stof ophoopt, wordt er onnodig veel energie verbruikt.
Het reinigen van de luchtfilter
Reinig de luchtfilter achter het ventila tierooster minstens 1x per jaar met een stofzuiger. Haal de luchtfilter uit het apparaat en stofzuig het aan beide kanten.
Wanneer zich stof in de luchtfilter ophoopt, heeft dat een negatief effect op de koelcapaciteit van het apparaat.
-
Na het reinigen
^ Plaats alle uitneembare onderdelen
weer terug in het apparaat.
-
Het reinigen van de deurdich­ting
Behandel de deurdichting niet met olie of vet om te voorkomen dat deze in de loop van de tijd poreus wordt.
^
Reinig de deurdichting regelmatig al leen met helder water en wrijf deze daarna met een doek grondig droog.
32
^ Sluit het apparaat weer aan
^
en schakel het weer in.
^
Leg de flessen wijn weer terug in de koelzone.
^
Sluit de deur van het apparaat.
-
Page 33
De verse buitenlucht komt via de
actievekoolstoffilter in het toestel. De filtering van de buitenlucht door de actievekoolstoffilter zorgt ervoor dat al leen verse stof- en geurloze lucht in het toestel geraakt.
Uiterlijk om de 12 maanden moet u de actievekoolstoffilters vervangen.
Actievekoolstoffilters vervangen
^ Druk er de filter in en laat de filter
weer los.
Actievekoolstoffilter
-
Trek het achterste gedeelte van de
^
filter van de afdekking.
^ Steek de nieuwe filter op de afdek-
king.
^
Trek de filter uit.
^
Plaats de filter.
^
Druk er de filter in en laat de filter weer los. De filter wordt automatisch vergren deld, er is een klikgeluid te horen.
De actievekoolstoffilters zijn verkrijg baar via de Service After Sales van Miele, bij uw Miele-handelaar of in de Miele Online Shop.
-
-
33
Page 34
Nuttige tips
Reparaties aan elektrische appara ten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Gebeurt dit niet, dan kan de ge bruiker grote risico’s lopen. Een aantal problemen kunt u echter zelf verhelpen.
Wat moet u doen wanneer...
. . . het apparaat het niet doet?
Controleer of:
^
het apparaat is ingeschakeld, in welk
geval de temperatuuraanduidingen moeten branden;
– de stekker stevig in het stopcontact
zit;
– de zekering van de elektrische huis-
installatie in werking is gesteld, wat betekent dat dit apparaat, een ander apparaat of de huisspanning defect zou kunnen zijn;
^
Schakel in dat geval een elektricien of de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland in.
de demofunctie voor de handelaren is geactiveerd.
^
Neem contact op met Miele.
-
-
...decompressor vaker en voor langere tijd aanslaat?
Controleer of:
^
het ventilatierooster beneden in de
sokkel is geblokkeerd of onder het stof zit;
de deur van het apparaat is vaak
opengedaan;
de deur van het apparaat goed sluit.
...dezoemer gaat en de tempera tuuraanduiding gaat knipperen?
^ Controleer of de deur van het appa-
raat al langer dan ca. 60 seconden openstaat.
Is dat niet het geval, dan is de tempera­tuur in de desbetreffende zone vergele­ken met de ingestelde temperatuur te hoog of te laag en wel doordat:
^ de deur van het apparaat vaak open
is gedaan;
^
het ventilatierooster in de sokkellijst is afgedekt;
^
de stroom vrij lang uitgevallen is ge weest.
Wanneer het euvel verholpen is, brandt de temperatuuraanduiding constant en houdt de zoemer op.
-
-
34
...erindetemperatuuraanduiding een streepje brandt of knippert?
Een temperatuur wordt alleen aangege ven als deze in een bepaald bereik ligt.
-
Page 35
Nuttige tips
...indetemperatuuraanduiding "F0" of "F1" verschijnt?
Er is sprake van een storing.
Neem contact op met de afdeling
^
Klantcontacten van Miele Nederland.
. . . het apparaat niet kan worden uit geschakeld?
De vergrendeling is ingeschakeld.
...debinnenverlichting het niet meer doet?
Neem contact op met de afdeling
^
Klantcontacten van Miele Nederland.
De LED-verlichting mag alleen door onze technici worden gerepareerd en vervangen.
-
Doet u het zelf, dan loopt u het risico zich te verwonden of het apparaat te beschadigen, daar zich onder de af dekking onderdelen bevinden waar spanning op staat.
De afdekking mag niet worden ver wijderd. Mocht de afdekking zijn be­schadigd of door beschadiging ver­wijderd, let dan op! Er komen laserstralen klasse 1M vrij, die u niet met optische instrumenten zoals een loep mag bekijken.
Kunt u een storing ook met boven­genoemde tips niet verhelpen, neem dan contact op met de afdeling Klantcontacten van Miele Neder land. Open als het mogelijk is de deur van het apparaat niet vóórdat de storing is verholpen. Op deze manier houdt u het koude verlies zo gering mogelijk.
-
-
-
-
35
Page 36
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Heel normale geluiden
Brrrrr ... Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har
Blubb, blubb ... Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door
Klik ... U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
Sssrrrrr ... Bij toestellen met verschillende zones of bij NoFrost-modellen kunt
Krak ... Wanneer het materiaal in uw toestel uitzet, kunt u gekraak ho-
Hou ermee rekening dat motor- en stromingsgeluiden in het koelcircuit niet te vermijden zijn!
Geluiden die u vlot kunt ver­helpen
Geklepper, gerammel, gerinkel
Waar komen ze vandaan?
der worden terwijl de motor wordt ingeschakeld.
de buisjes vloeit.
-
schakelt.
u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnenruimte van het toestel.
ren.
Oorzaak Oplossing
Het toestel staat niet water­pas.
Stel het toestel waterpas. Schroef de voetjes in of uit het toestel of leg iets onder het toe stel.
-
-
36
Het toestel raakt andere toe stellen of meubels.
Laden, korven of legplaten trillen of knellen.
Flessen of recipiënten raken elkaar.
De kabelhouder hangt nog tegen de achterwand van het toestel.
-
Schuif het toestel van de meu bels of andere toestellen weg.
Controleer de uitneembare on derdelen en zet ze eventueel opnieuw op hun plaats.
Schuif de flessen of recipiënten wat uit elkaar.
Neem de kabelhouder weg.
-
-
Page 37
Service After Sales/garantie
Neem bij storingen die u niet zelf kunt verhelpen contact op met
uw Miele-handelaar
of
de dienst Herstellingen aan huis van
Miele.
Het telefoonnummer van de dienst Herstellingen aan huis van Miele vindt u achter in deze gebruiks- en montageaanwijzing.
Om u gericht te kunnen helpen, heeft de dienst Herstellingen aan huis van Miele het toesteltype en het serienum­mer van uw toestel nodig. Beide gege­vens vindt u op het typeplaatje in de binnenruimte van het toestel.
Duur en voorwaarden van de garantie
De duur van de garantie bedraagt 2 jaar.
Voor meer informatie over de garantie voorwaarden in uw land neemt u con tact op via het telefoonnummer van de dienst Consumentenbelangen (Productinformatie voor particulieren) van de N.V. Miele België.
Het telefoonnummer vindt u achter in deze gebruiks- en montageaanwij zing.
-
-
-
37
Page 38
Gegevens voor testinstellingen
De tests moeten volgens de van toe passing zijnde normen en richtlijnen
worden uitgevoerd.
Bij het voorbereiden en uitvoeren van de toesteltests moet ook rekening wor den gehouden met de volgende gege vens van de fabrikant:
Beladingsplannen,
Opmerkingen in de gebruiks- en
montageaanwijzing.
-
-
-
38
Page 39
Elektrische aansluiting
Het toestel wordt aansluitklaar geleverd voor wisselstroom van 50 Hz, 220 – 240 V.
De zekering moet minstens 10 A bedra gen.
Het toestel moet worden aangesloten op een geaard stopcontact dat volgens de voorschriften is geïnstalleerd. De elektrische installatie moet uitgevoerd zijn overeenkomstig de plaatselijke voorschriften.
Het toestel moet in geval van nood snel kunnen worden losgekoppeld van het elektriciteitsnet. Daarom moet het stop­contact gemakkelijk toegankelijk zijn. Het mag zich dus niet achter het toestel bevinden.
Als het stopcontact na de inbouw niet meer toegankelijk is, moet in de instal­latie een scheidingsinrichting voor elke pool voorhanden zijn. Als stroomonder­brekers kunnen schakelaars worden gebruikt met een contactopening van minstens 3 mm. Denk hierbij bijvoor beeld aan LS-schakelaars, zekeringen en contactsluiters (EN 60335).
De stekker en de aansluitkabel van het toestel mogen niet de achterzijde van het toestel raken. Anders kunnen de stekker en de aansluitkabel bescha digd raken door trillingen van het toe stel. Dat kan een kortsluiting veroorza ken.
-
-
-
-
Aansluiting via een verlengkabel is niet toegestaan, aangezien verlengkabels niet voldoende veiligheidsgaranties bie den. Er bestaat onder andere gevaar
­voor oververhitting.
Het toestel mag niet op gelijkstroom-wisselstroommutators wor den aangesloten, die bijvoorbeeld bij
stroomvoorziening op zonne-energie
worden gebruikt. In dat geval kunnen er zich bij het in schakelen van het toestel spannings pieken voordoen, die ertoe kunnen lei den dat het toestel wordt uitgeschakeld om veiligheidsredenen. De elektro­nische besturing kan beschadigd ra­ken! De stekker van de aansluitkabel van het toestel mag niet worden vervangen door een energiebesparende stekker (bijv. van het merk SavaPlug). Hierdoor wordt de energietoevoer naar het toe­stel verminderd en wordt het toestel te warm.
Als de aansluitkabel moet worden vervangen, dan mag dat alleen worden uitgevoerd door een erkende vakman of vakvrouw die op de hoogte is van elektriciteitsaansluitingen.
-
-
-
-
-
Ook andere toestellen mogen niet wor den aangesloten op stopcontacten die zich bevinden achter het toestel.
-
39
Page 40
Montagerichtlijnen
Een niet-ingebouwd toestel kan kan telen!
Side-by-side-opstelling
Principieel mogen koelkasten en diep vriezers niet onmiddellijk naast ("side-by-side") andere modellen wor den opgesteld, om condenswater en daaruit resulterende schade te ver mijden.
Dit wijntoestel kan echter onmiddellijk naast ("side-by-side") bepaalde model len worden opgesteld!
Vraag aan uw vakhandelaar welke combinaties met uw toestel mogelijk zijn!
-
Opstelplaats
­Kies geen plaats direct naast een for
nuis, een verwarming of in de buurt van een raam waar de zon direct naar bin nen schijnt. Hoe hoger de omgevings temperatuur, hoe langer de compressor
­werkt en er meer stroom wordt ver
bruikt.
­Geschikt is een ruimte die kan worden
verlucht.
Neem de volgende opmerkingen in acht bij het opstellen van het toestel:
­Het stopcontact moet gemakkelijk
toegankelijk zijn in geval van nood. Het mag zich dus niet achter het toe­stel bevinden.
– De stekker en de aansluitkabel van
het toestel mogen niet de achterzijde van het toestel raken. Anders kunnen deze beschadigd raken door tril­lingen van het toestel.
-
-
-
-
40
– Ook andere toestellen mogen niet
worden aangesloten op stopcontacten die zich bevinden achter het toestel.
Page 41
Montagerichtlijnen
Klimaatklasse
Het toestel is bestemd voor een be paalde klimaatklasse (kamertempera
-
­tuur), waarvan de grenzen moeten wor den aangehouden. De klimaatklasse is vermeld op het typeplaatje in de bin
-
nenruimte van het toestel.
Klimaatklasse Kamertemperatuur
SN
N
ST
T
+10 °C tot +32 °C +16 °C tot +32 °C +16 °C tot +38 °C +16 °C tot +43 °C
Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat de compressor gedurende lange tijd niet werkt. Dit kan tot hogere temperaturen in het toestel leiden.
Let op:
,
Als de opstelplaats zich op een hoogte van meer dan 1500 m be­vindt, kan het glas van de toestel­deur breken! Scherpe scherven kunnen ernstig letsel veroorzaken!
Luchttoevoer en -afvoer
De luchttoevoer en luchtafvoer van het toestel verloopt via de sokkel
­van het toestel.
De lucht in de sokkel van het toestel wordt warm. Daarom moet de inbouw nis zo gemaakt zijn dat de luchttoevoer en luchtafvoer niet worden gehinderd.
De openingen voor luchttoevoer en
-afvoer mogen niet afgedekt of afge sloten worden. Bovendien moeten ze regelmatig van stof worden ontdaan.
Het bijgeleverde verluchtingsrooster moet in ieder geval worden ingebouwd en samen met het bijgeleverde schuimstofblok worden gebruikt.
-
-
41
Page 42
Montagerichtlijnen
De uitsparing in het sokkelpaneel moet ten overstaan van het toestel gecentreerd zijn.
Voor u het toestel inbouwt
Verwijder voor u het toestel inbouwt
^
al het toebehoren uit het toestel.
Verwijder de kabelhouder aan de
^
achterzijde van het toestel.
^ Controleer of de delen aan de achter-
wand van het toestel nergens tegenaan kunnen komen. Buig even­tueel in de weg zittende delen voor­zichtig weg.
42
Page 43
Montagerichtlijnen
Zorg er voor de inbouw voor dat de inbouwnis precies de aangegeven inbouwaf­metingen heeft. De aangegeven dwarsdoorsneden voor de luchttoevoer en luchtaf­voer moeten beslist worden aangehouden. Bovendien moet de uitsparing in het sokkelpaneel voor het bijgeleverde verluchtingsrooster ten overstaan van het toe­stel gecentreerd zijn, om een goede werking van het toestel te kunnen waarborgen.
Het bijgeleverde verluchtingsrooster moet in ieder geval worden ingebouwd en samen met het bijgeleverde schuimstofblok worden gebruikt.
43
Page 44
Het veranderen van de draairichting van de deur
Het veranderen van de draairichting van de deur mag enkel door vakmen sen worden uitgevoerd.
-
Voer het verplaatsen van het schar nier altijd met twee personen uit.
Het toestel wordt met een rechtsdraaiende deur geleverd. Als de deur linksscharnierend moet zijn, moet u de draairichting van de deur veranderen.
Bescherm de glazen deur door er een stuk karton onder te leggen.
-
^ Draai eerst de schroeven uit. Eerst
de onderste schroeven b, dan de bovenste schroeven c.
^ Neem de toesteldeur d weg.
^ Leg de weggenomen toesteldeur met
het buitenfront naar boven op een stevige ondergrond.
^
Neem de afdekkingen a weg met behulp van een schroevendraaier.
,
Een tweede persoon moet de deur vasthouden. Wees voorzichtig! Zodra dan de schroeven van de draagijzers zijn losgemaakt, is de glazen deur niet meer beveiligd!
44
Page 45
Het veranderen van de draairichting van de deur
Trek het bovenste draagijzer uit e en
^
plaats het draagijzer aan de andere zijde.
Neem de scharnierhoek boven g en
^
het bovenstuk h op de tegenoverlig gende zijde weg.
^ Druk er de huls uit.
-
^
Trek het draagijzer onderaan rechts f uit en plaats het draagijzer op de linkerzijde. De boorgaten moeten overeenstem men.
^
Verwissel de plaats van bovenstuk en
-
huls.
^
Schroef de onderste scharnierhoek i uit.
^
Verwijder de onderlegschijf van de scharnierbout en de onderlegschijf van de schroef.
45
Page 46
Het veranderen van de draairichting van de deur
De tweede persoon moet de
,
deur vasthouden.
Schroef de openingsbegrenzer van
^
de deur j van de onderste schar nierhoek i uit.
^ Schroef de openingsbegrenzer van
de deur j aan de andere scharnierhoekk .
^ Plaats een onderlegschijf op de
scharnierbout, de andere onderlegschijf tussen deur en schroef.
-
^
Schroef de scharnierhoek met openingsbegrenzer van de deur on deraan links aan deur | vast.
^
Plaats de andere scharnierhoek bo venaan links in de toesteldeur.
46
^
Plaats de toesteldeur m op haar plaats.
^
Schroef de deur vast via de bevestigingsboorgaten n.
^
Bouw nu het toestel in.
-
-
Page 47
Toestel onder een werkvlak inbouwen
Plaats het toestel met zijn tweeën.
Bouw het toestel enkel in een in
^
bouwnis in waarvan de bodem water pas en effen is.
De inbouwnis moet horizontaal en
^
verticaal waterpas zijn.
De luchttoevoer- en luchtafvoerope
^
ningen moeten in elk geval in acht worden genomen (zie "Opmerkingen omtrent de montage – Luchttoevoer en -afvoer"; "Inbouwafmetingen").
Voor de inbouw van het toestel hebt u het volgende gereedschap nodig:
– schroevendraaiers van verschillende
groottes
– waterpas
– meetband
Voor de inbouw in de nis hebt u de bijgeleverde montage-elementen no­dig:
-
-
Het toestel voorbereiden
De luchtfilter voorkomt dat vuil in de compressorruimte binnendringt.
­Daardoor wordt een storing van de
werking van het toestel vermeden.
^ Trek de beschermfolie van de
luchtfilter a.
^ Plaats de filter onderaan links in de
sokkel van het toestel.
^ Sluit het toestel met het elektrische
snoer aan op de stroomvoorziening (zie "Elektrische aansluiting").
ventilatierooster
luchtfilter
schuimstofblok voor de luchtgelei ding in de sokkel van het toestel
schroeven voor de bevestiging in de nis
sleutel voor het instellen van de hoogte in de nis
-
47
Page 48
Toestel onder een werkvlak inbouwen
Schuif het toestel voor de inbouwnis.
^
^ Draai de regelvoetjes b imet de wij-
zers van de klok mee uit tot 4 mm on­der de nishoogte.
48
U kunt de regelvoetjes ofwel met de bij­geleverde gaffelsleutel c of met een in­bussleutel d uitdraaien.
Page 49
Toestel onder een werkvlak inbouwen
Lijn het toestel horizontaal en verti­caal uit. Een toestel dat scheef staat kan ver­vormen.
^ Ga na of de aangrenzende meubel-
deuren dezelfde hoogte hebben als de voorkant van het toestel. Als de hoogte van de aangrenzende meubeldeuren verschillend is, lees dan "Toestel aan hogere meubel deuren aanpassen". Staan de aangrenzende meubel deuren op gelijke hoogte met de hoogte van het toestel, zie "Toestel in de nis schuiven".
-
-
Toestel uitlijnen ten opzichte van hogere meubeldeuren
Als de deuren van de omringende keukenmeubels a hoger zijn dan de deur van de wijnklimaatkast, kan de wijnklimaatkast op dezelfde hoogte van de omringende deuren worden inge­bouwd en de ruimte eronder met een opvulpaneel b worden opgevuld.
Het ventilatierooster moet exact voor de uitblaasopening aangebracht zijn. Wanneer u het toestel onderaan wilt blinderen, moet u wel voor zor gen dat luchttoevoer en luchtafvoer mogelijk zijn.
-
49
Page 50
Toestel onder een werkvlak inbouwen
Het opvulpaneel moet op maat van de inbouwsituatie worden gemaakt. Hou bij het aanpassen van het opvulpaneel rekening met de deurscharnier c.
Om het opvulpaneel te bevestigen, hebt u het bevestigingshoekprofiel no­dig d. Dit is verkrijgbaar bij de Service After Sales van Miele of bij uw Miele-
-handelaar. U kunt het bevestigingsprofiel naar wens op of onder het toestel monteren.
Bevestig het bevestigingshoekprofiel
^
d op de achterkant van het opvulpa neel b.
^ Trek het toestel zo ver uit de inbouw-
nis tot u het kunt kantelen.
^ Bevestig het bevestigingshoekprofiel
met het opvulpaneel aan het toestel door de schroeven lichtjes in te draaien.
^ Lijn via de langwerpige gaten het op-
vulpaneel uit ten opzichte van de deur van de wijnklimaatkast, zodat u een effen front verkrijgt.
^
Draai de schroeven vast.
^
U kunt het toestel nu in de inbouwnis schuiven.
-
50
Page 51
Toestel onder een werkvlak inbouwen
Toestel in de nis schuiven
Let er bij het inschuiven op dat het elektrisch snoer niet vastgeklemd raakt of beschadigd wordt!
Als u het toestel op een delicate vloer opstelt, schuift u het toestel voorzichtig in de inbouwnis. Zo voorkomt u dat de vloer beschadigd raakt.
^ Schuif het toestel in de inbouwnis tot
het frontvlak van de toesteldeur op één lijn ligt met de aangrenzende meubelvoorkanten.
^
Trek het toestel naar voren, zodat het gelijkmatig 2 mm voor het meubel front uitsteekt.
-
Het toestel in de nis bevestigen
Het toestel steekt gelijkmatig 2 mm
^
voor het meubelfront uit.
Open de toesteldeur.
^
^ Neem de afdekking bovenaan links
a af en schroef het toestel met de aangrenzende meubelen b vast.
Het toestel trekt zich links passend in de inbouwnis. De voorkant van de deur ligt in één lijn met het meubelfront.
^
Zet de afdekking a terug.
51
Page 52
Toestel onder een werkvlak inbouwen
Sluit de toesteldeur en controleer of
^
de zijkanten van de deur op één lijn staan met de zijwanden van het toe stel.
De zijdelingse uitlijning van de toesteldeur instellen
Als de toesteldeur niet op één lijn staat met de zijwanden van de behuizing, kunt u de toesteldeur uitlijnen via de schroeven onder de scharnieren.
^ Schroef het toestel c onderaan
rechts en links vast aan de aangren­zende meubelen.
-
^ Indien dat nodig mocht zijn, kunt u
het toestel bovenaan rechts aan de deurscharnier met een vierde schroef vastdraaien.
U moet dan wel de deur losmaken om de extra schroef aan te brengen.
52
^
Draai de schroeven d los en ver schuif de deur.
^
Draai de schroeven d weer vast.
-
Page 53
Plaats de afdekkingen e .
^
Toestel onder een werkvlak inbouwen
Breng het sokkelpaneel g aan.
^
De uitsparing in het sokkelpaneel moet ten overstaan van het toestel gecentreerd zijn.
^ Plaats het bijgeleverde
schuimstofblok f in de sokkel van het toestel.
Als geen schuimstofblok wordt ge plaatst, kan het toestel niet de volle koelcapaciteit bereiken en kan het eventueel worden beschadigd.
^ Breng het ventilatierooster h in het
sokkelpaneel aan. Het schuimstofblok wordt daarbij naar achteren in zijn definitieve posi
-
tie geschoven.
Het schuimstofblok moet tegen het ventilatierooster aanliggen om een gescheiden luchtgeleiding te garan deren.
-
-
53
Page 54
54
Page 55
55
Page 56
KWT 6321 UG
M.-Nr. 09 875 980 / 01nl-BE
Loading...