Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding
voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat.
M.-Nr. 09 761 210nl-BE
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................4
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................7
Hoe kunt u energie besparen? ......................................16
Toestel in- en uitschakelen .........................................17
temperatuur
(X voor kouder; Y voor warmer)
en
voor het instellen van de duur van de
binnenverlichting
(X voor korter; Y voor langer)
f Sensortoets voor lange bewaring van
wijn
g Sensortoets voor bewaring van witte
wijn
h Sensortoets voor bewaring van rode
wijn
i Sensortoets voor de
presenteerverlichting (hiermee kunt u
deze in- en uitschakelen)
j Sensortoets voor het
temperatuur-/deuralarm (alleen zichtbaar wanneer het waarschuwingssignaal weerklinkt)
4
a Ventilatoren / actieve-koolfilter
b Houten roosters
c Isolatieplaat voor een thermische
scheiding tussen de bovenste en de
middelste wijnklimaatzone
d Presenteerflessenhouders
e Bedieningspaneel / isolatieplaat voor
een thermische scheiding tussen de
middelste en de onderste
wijnklimaatzone
f Tuimelschakelaar voor het in- en
uitschakelen van het complete toestel
g Glazen deur met uv-filter
Beschrijving van het toestel
5
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functioneren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde behandeling kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het
milieu. Verwijder het afgedankte appa
raat dan ook nooit met het gewone af
val.
-
-
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
–
-
of
de firma Recupel,
–
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
-
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalingen.
Een verkeerd gebruik kan nochtans tot lichamelijk letsel en mate
riële schade leiden.
Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig
door, voordat u het toestel in gebruik neemt. Daarin vindt u be
langrijke instructies met betrekking tot de montage, de veiligheid,
het gebruik en het onderhoud. Dit is in het belang van uw veilig
heid en voorkomt schade aan het toestel.
Wanneer deze niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding zodat u deze kunt
doorgeven aan een eventuele volgende bezitter.
,
Gevaar voor letsel!
Het toestel is zeer zwaar en kan wanneer de deur open staat,
naar voren hellen. Hou de toesteldeur gesloten tot het toestel ingebouwd is en volgens de gebruiks- en montageaanwijzing in de
inbouwnis is vastgezet.
-
-
-
,
Gevaar voor verwondingen:
Als de opstelplaats zich op een hoogte van meer dan 2500 m be
vindt, kan het glas van de toesteldeur breken!
Scherpe scherven kunnen ernstig letsel veroorzaken!
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Juist gebruik
Dit toestel is bedoeld voor gebruik in het huishouden en
~
gelijkaardige omgevingen.
Het is niet bestemd voor gebruik buiten.
Gebruik het toestel uitsluitend in huishoudelijke context voor het
~
bewaren van wijn.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
Het toestel is niet geschikt voor het bewaren en koelen van
~
geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of andere
gelijkaardige stoffen of producten die ten grondslag liggen aan de
richtlijn betreffende medische hulpmiddelen. Door een verkeerd gebruik van het toestel kunnen producten worden beschadigd of kunnen bederven. Bovendien is het toestel ook niet geschikt voor gebruik in explosieve omgevingen.
Miele is niet verantwoordelijk voor schade die werd veroorzaakt
doordat het toestel voor andere doeleinden werd gebruikt of verkeerd werd bediend.
Personen die op grond van hun fysieke of psychische
~
gesteldheid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van het toestel
niet in staat zijn het toestel veilig te bedienen, mogen ze alleen on
der toezicht bedienen of wanneer ze worden geïnstrueerd door
iemand die het toestel kent.
Ze moeten het mogelijke gevaar van een verkeerde bediening kun
nen herkennen en begrijpen.
8
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het toestel
~
worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het toestel zonder toezicht ge
~
bruiken, maar alleen als ze weten hoe het werkt en wat voor gevaar
zij lopen wanneer ze het fout bedienen.
Kinderen mogen het toestel niet zonder toezicht reinigen of on
~
derhouden.
Hou kinderen die in de buurt van het toestel komen in het oog.
~
Zorg ervoor dat ze nooit met het toestel spelen.
Ter hoogte van de scharnieren van de toesteldeur is er gevaar
~
voor verwondingen. Hou kinderen weg van de scharnieren!
Verstikkingsgevaar! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in
~
verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en
daardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal buiten het bereik
van kinderen in verband met verstikkingsgevaar.
Technische veiligheid
Het koelmiddelcircuit is op lekkage gecontroleerd. Het toestel vol
~
doet aan de geldende veiligheidsvoorschriften en de relevante
EU-richtlijnen.
-
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel bevat het koelmiddel isobutaan (R600a), een natuurlijk
~
gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het be
schadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.
Maar het gebruik van dit milieuvriendelijk koelmiddel heeft wel ge
leid tot meer lawaai als het toestel aanstaat. Er kunnen afgezien van
de geluiden van de compressor stromingsgeluiden in het hele
koelcircuit optreden. Deze effecten zijn helaas niet te vermijden,
maar hebben geen invloed op de capaciteit van het toestel.
Let er bij het transport en bij de inbouw/plaatsing op dat geen on
derdelen van het koelcircuit worden beschadigd. Vrijkomend koel
middel kan oogletsel veroorzaken!
In geval van beschadiging:
– vermijd open vuur of ontstekingsbronnen,
– ontkoppel het toestel van het elektriciteitsnet,
– verlucht gedurende enkele minuten het vertrek waarin het toestel
staat en
-
-
-
-
– neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
Hoe meer koelmiddel er in een toestel voorhanden is, hoe groter
~
het vertrek moet zijn waar het toestel wordt opgesteld. In te kleine
vertrekken kan zich bij lekkage een brandbaar mengsel van gas en
lucht vormen.
De kamer moet per 8 g koelmiddel minstens 1 m
veelheid koelmiddel staat op het typeplaatje binnenin het toestel.
De aansluitgegevens (zekering, frequentie en spanning) op het
~
typeplaatje van het toestel moeten absoluut overeenstemmen met
deze van het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan uw toestel.
Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elek
tricien.
10
3
groot zijn. De hoe
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De elektrische veiligheid van het toestel is uitsluitend gegaran
~
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol
gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Laat de elektrische
installatie bij twijfel door een elektricien inspecteren.
Is de aansluitkabel beschadigd, laat dan een nieuwe installeren
~
door een vakman of vakvrouw die door Miele erkend is. Zo vermijdt
u risico's voor wie het toestel gebruikt.
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
~
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Dit in verband met gevaar
voor oververhitting.
Wanneer er vocht terechtkomt op onderdelen van het toestel die
~
onder spanning staan of de aansluitkabel, kan dat een kortsluiting
veroorzaken.
Plaats het toestel daarom nooit in vochtige vertrekken zoals garage
of waskeuken waar gevaar dreigt door spatwater.
Dit toestel mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip)
~
worden gebruikt.
Controleer voordat het toestel wordt geplaatst, of het zichtbaar
~
beschadigd is. Een beschadigd toestel mag niet worden geplaatst
en niet in gebruik worden genomen.
-
-
Gebruik uw toestel enkel in ingebouwde toestand. Enkel dan is
~
een veilige werking gewaarborgd.
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet het
~
toestel van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Dit is pas het ge
val wanneer:
de zekeringen in uw zekeringkast zijn uitgeschakeld of
–
de schroefzekeringen in uw zekeringkast zijn helemaal uitge
–
draaid of
de aansluitkabel van het elektriciteitsnet losgekoppeld is.
–
Trek bij aansluitkabels met een stekker niet aan de kabel maar
aan de stekker om het toestel los te koppelen van het elektrici
teitsnet.
Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen al-
~
leen door een door Miele geautoriseerde vakman/vakvrouw worden
uitgevoerd. Door ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden kan de
gebruiker risico's lopen.
Het recht op garantie vervalt wanneer het toestel door een klan-
~
tendienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
-
-
-
Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat deze ten
~
volle voldoen aan de eisen qua veiligheid. Alleen van deze
Miele-onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig aan onze
veiligheidseisen voldoen.
Efficiënt gebruik
Het toestel is bestemd voor een bepaalde klimaatklasse (kamer
~
temperatuur), waarvan de grenzen moeten worden aangehouden.
De klimaatklasse is vermeld op het typeplaatje aan de binnenruimte
van het toestel. Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat
de compressor voor langere tijd afslaat, zodat het toestel de vereiste
temperatuur niet kan aanhouden.
12
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen mogen niet afgedekt of
~
afgesloten worden.
Een goede luchtgeleiding is dan niet meer gewaarborgd. Een hoger
energieverbruik en schade aan onderdelen kunnen niet worden uit
gesloten.
-
Als u in het toestel of in de deur vet- of oliehoudende levensmid
~
delen bewaart, dient u ervoor te zorgen dat eventueel uitlopend vet
of uitlopende olie niet in contact komt met de kunststofonderdelen.
Daardoor kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan die
dan breekt of scheurt.
Bewaar geen explosieve stoffen en geen producten met brand-
~
bare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het toestel. Door de elektrische onderdelen kunnen explosieve gasmengsels ontsteken en
brand of explosies veroorzaken.
Gebruik geen elektrische toestellen in het toestel (bijv. om softijs
~
te maken). Door vonkvorming ontstaat explosiegevaar.
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat
~
garantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemonteerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of
productaansprakelijkheid.
-
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Reiniging en onderhoud
Behandel de deurdichting niet met olie of vet.
~
Daardoor wordt de deurdichting na verloop van tijd poreus.
De stoom van een stoomreiniger kan in aanraking komen met de
~
len die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen en ontdooien van het toestel nooit een
stoomreiniger.
Gebruik geen voorwerpen met scherpe punt of rand om
~
rijm- en ijslagen te verwijderen
–
– en levensmiddelen los te wrikken.
Daardoor beschadigt u de koelelementen en functioneert het toestel
niet meer correct.
Plaats nooit elektrische verwarmingstoestellen of kaarsen in het
~
toestel om het te ontdooien. De kunststof zou beschadigd raken.
Gebruik geen ontdooisprays of producten om ijs te verwijderen.
~
Deze kunnen immers explosieve gassen vormen, bevatten mogelijk
oplos- of drijfmiddelen die de kunststof aantasten of zijn mogelijk
schadelijk voor de gezondheid.
-
14
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Uw toestel afdanken
Vernietig het deurslot van uw toestel als u het afdankt.
~
Op die manier voorkomt u dat spelende kinderen zichzelf in het toe
stel opsluiten, wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het koelcircuit, bijv. door
~
koelmiddelkanalen van het verdampsysteem open te prikken,
–
buizen te knikken,
–
oppervlaktecoatings weg te krabben,
–
als er koelmiddel naar buiten spuit, kan dat oogletsels veroorzaken.
-
15
Hoe kunt u energie besparen?
Opstellen/onder
houden
Temperatuurinstelling
Normaal
energieverbruik
In een verluchte ruimte.In een gesloten,
-
Beschermd tegen
rechtstreekse zonnestralen.
Niet naast een warmtebron
(verwarmingselement, fornuis).
Bij een ideale kamertempe
ratuur van 20 °C.
Dek de ventilatieopeningen
niet af. Verwijder regelmatig
het stof van de ventilatieopeningen.
Verwijder minstens 1 keer
per jaar het stof van de compressor en het metalen rooster (warmtewisselaar) aan de
achterzijde van het toestel.
10 tot 12 CHoe lager de temperatuur,
Verhoogd
energieverbruik
niet-verluchte ruimte.
Bij directe zonnestraling.
Naast een warmtebron
(verwarmingselement, fornuis).
Bij een hoge
kamertemperatuur.
Als de ventilatieopeningen
afgedekt zijn of onder het
stof zitten.
Wanneer er zich stof heeft
opgehoopt op de compressor en het metalen rooster
(warmtewisselaar).
hoe hoger het
energieverbruik!
GebruikLaat de houten roosters zo
als ze waren toen het toestel
werd geleverd.
Open de toesteldeur alleen
indien nodig en altijd zo kort
mogelijk.
Schik de wijnflessen in het
toestel.
Doe de vakken niet te vol zo
dat de lucht kan circuleren.
16
-
Deur vaak en lang openen
betekent koudeverlies en
instroom van warme
omgevingslucht. Het toestel
heeft tijd nodig om de tem
peratuur te verlagen en de
compressor moet langer
werken.
-
-
Vóór het eerste gebruik
Reinig de binnenruimte en het toebe
^
horen. Gebruik daarvoor lauw water.
Wrijf daarna alles droog met een
doek.
Toestel in- en uitschakelen
Let op: Het toestel is niet van het
elektriciteitsnet losgekoppeld wan
neer u het via de tuimelschakelaar
uitschakelt!
-
Als het toestel liggend is getrans
porteerd, laat u het toestel na het
transport ca. 8 uur staan voordat u
het aansluit. Dit is zeer belangrijk
voor de latere werking!
-
Toestel inschakelen
^ Open de toesteldeur.
^ Druk op de tuimelschakelaar.
De tuimelschakelaar bevindt zich aan
de rechterkant, onder het bedieningspaneel.
Alle toestelzones worden altijd sa
men in- of uitgeschakeld.
Het toestel begint te koelen en de
binnenverlichting schakelt in als de
toesteldeur wordt geopend.
-
Toestel bedienen
U kunt dit toestel bedienen door de
sensortoetsen aan te raken (te selecte
ren).
Onthou het volgende:
Een sensortoets met een witte kleur
–
geeft aan dat u deze kunt selecteren.
– Een sensortoets met een gele kleur
geeft aan dat deze is geselecteerd.
^ Raak de thermometertoets aan, zodat
deze geel oplicht.
Op het bedieningspaneel ziet u nu de
sensortoetsen voor de drie
wijnklimaatzones: de bovenste, de mid
delste en de onderste wijnklimaatzone.
-
-
Ook brandt de thermometertoets op het
bedieningspaneel.
17
Toestel in- en uitschakelen
De wijnklimaatzones zijn bij levering in
gesteld op de volgende standen:
Onderste wijnklimaatzone:
–
lange bewaring van wijn
(linkersymbool)
Middelste wijnklimaatzone:
–
bewaring van witte wijn (middelste
symbool)
Bovenste wijnklimaatzone:
–
bewaring van rode wijn
(rechtersymbool)
Om de presenteerverlichting in of uit te
schakelen,
Een sensortoets met een gele kleur
geeft aan dat deze is geselecteerd. U
kunt nu voor de desbetreffende
wijnklimaatzone
de temperatuur instellen of
–
de luchtvochtigheid instellen.
–
Meer informatie vindt u in de desbetref
fende rubrieken.
Als u een wijnklimaatzone wilt
deselecteren,
^ raakt u opnieuw de sensortoets voor
de wijnklimaatzone aan, zodat deze
wit oplicht. U kunt ook direct een andere sensortoets aanraken.
Als u naar de normale modus wilt gaan,
-
^
raakt u de sensortoets voor de
presenteerverlichting aan.
Als u de instellingen van het toestel wilt
wijzigen (bijv. temperatuur instellen),
^
raakt u de sensortoets voor de
wijnklimaatzone aan waarvoor u de
instellingen wilt wijzigen.
18
^
raakt u de thermometertoets aan, zo
dat deze wit oplicht.
De nieuwe instellingen worden opge
slagen.
Ook als u de thermometertoets niet
aanraakt, schakelt de elektronische be
sturing na enige tijd over naar de nor
male modus.
-
-
-
-
Toestel uitschakelen
Druk op de tuimelschakelaar.
^
De koeling en de binnenverlichting zijn
nu uitgeschakeld.
Andere instellingen
Toestel in- en uitschakelen
Luchtvochtigheid instellen
(zie "De optimale tempera
tuur en luchtvochtigheid")
Toetsgeluid in-/uitschakelen
Als u niet wilt dat er een geluid weer
klinkt telkens als u een sensortoets aan
raakt, kunt u het toetsgeluid uitscha
kelen.
§
-
-
-
-
Andere instellingen kunt u wijzingen ter
wijl het toestel in de instelmodus staat.
Wanneer het toestel in de instelmodus
staat, kunt u bepaalde toestelfuncties
selecteren en de instellingen voor deze
functies wijzigen. Deze worden beschreven in de desbetreffende rubrieken.
Overzicht van de selecteerbare
toestelfuncties in de instelmodus:
ToestelfunctieWeerge
geven
tekst
Toestel in de instelmodus
zetten of
de instelmodus verlaten
Temperatuureenheid
kiezen (zie "De optimale
temperatuur en luchtvoch
tigheid")
Geen functie geselecteerd;
Toetsgeluid in-/uitscha
kelen (zie rubriek "Toestel
in- en uitschakelen")
;
†
-
-
=
-
^ Raak de thermometertoets aan, zodat
deze geel oplicht.
^ Raak de sensortoets voor een
wijnklimaatzone aan, zodat deze geel
oplicht.
-
^
Onthou de positie van de toets X,
maar raak deze toets nog niet aan!
^
Raak de thermometertoets aan tot
deze wit oplicht en alle andere toet
sen uitgaan.
^
Plaats een vinger op de positie van
de toets X en laat uw vinger op de
toets rusten.
^
Terwijl uw vinger op de toets X rust,
raakt u 1 keer de thermometertoets
aan.
-
19
Toestel in- en uitschakelen
Hou uw vinger nog 4 seconden op
^
de toets X, tot de toetsen c en Y op
lichten.
Raak zo vaak de toets X aan tot b
^
wordt weergegeven op het tempera
tuurdisplay.
Raak opnieuw de thermometertoets
^
aan.
U kunt nu instellen of het toetsgeluid
^
moet uitgeschakeld of ingeschakeld
zijn. Raak hiertoe de toets X aan.
= 0: toetsgeluid is uitgeschakeld
= 1: toetsgeluid is ingeschakeld
= -: terug naar het menu
^ Nadat u een instelling hebt geselec-
teerd, raakt u ter bevestiging de
thermometertoets aan.
^ Raak zo vaak de toets X aan tot ;
wordt weergegeven op het temperatuurdisplay.
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd
niet gebruikt, gaat u als volgt te werk:
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit het stopcontact,
^
reinig het toestel,
^
laat de toesteldeur op een kier staan
^
-
om geurvorming te vermijden.
Als het toestel bij langdurige af
wezigheid wordt uitgeschakeld maar
niet gereinigd, bestaat er gevaar voor
schimmelvorming als de toesteldeur
gesloten blijft.
-
^
Raak de thermometertoets aan.
U hebt de instelmodus verlaten.
Wanneer het toestel in de
instelmodus staat, wordt het deur
alarm automatisch onderdrukt. Zo
dra de toesteldeur wordt gesloten,
wordt het deuralarm weer geacti
veerd.
20
-
-
-
De optimale temperatuur en luchtvochtigheid
Wijnen worden, afhankelijk van de
omgevingsomstandigheden, steeds be
ter. Zowel de temperatuur als de kwali
teit van de lucht zijn van
doorslaggevend belang voor de houd
baarheid.
Dankzij de constante en voor de wijn
ideale temperatuur, de verhoogde
luchtvochtigheid en de geurvrije omge
ving heersen in deze wijnklimaatkast de
optimale bewaaromstandigheden voor
uw wijn.
-
Temperatuur
Wijnen kunt u bij een temperatuur tussen 5 en 18 °C bewaren. Wanneer u
rode en witte wijnen samen wilt bewaren, kiest u een temperatuur tussen 10
en 12 °C. De meeste witte wijnen kunt u
op die temperatuur drinken. Rode
wijnen moet u dan 2 uur voor het
drinken uit de kast halen en openen,
zodat de wijn zuurstof krijgt en het aroma volledig tot zijn recht kan komen.
Na die twee uur hebben ook rode
wijnen de juiste drinktemperatuur.
Bij een bewaartemperatuur die hoger is
dan 22 °C, rijpt de wijn te snel. Onder
5 °C mag wijn niet gedurende lange tijd
bewaard worden, want dan kan hij niet
optimaal rijpen.
Temperatuur instellen
De wijnklimaatzones zijn bij levering in
gesteld op de volgende standen:
Bovenste wijnklimaatzone:
–
bewaring van rode wijn (16 °C)
Middelste wijnklimaatzone:
–
bewaring van witte wijn (10 °C)
Onderste wijnklimaatzone:
–
lange bewaring van wijn (11 °C)
U kunt deze instellingen aanpassen, als
u bijv. witte wijn in de bovenste
wijnklimaatzone wilt bewaren. Ga als
volgt te werk:
^ Raak de sensortoets voor de desbe-
treffende wijnklimaatzone aan, zodat
deze geel oplicht.
^
Raak de sensortoets voor lange
bewaring van wijn, de sensortoets
voor bewaring van witte wijn of de
sensortoets voor bewaring van rode
wijn aan, zodat deze geel oplicht.
-
Temperatuurschommelingen veroorza
ken stress voor de wijn. Het rijpingspro
ces wordt daardoor onderbroken. Daar
om is het zeer belangrijk dat de tempe
ratuur nagenoeg zonder schomme
lingen constant wordt gehouden.
-
De onderste wijnklimaatzone kan
niet worden ingesteld op bewaring
van witte wijn (middelste symbool).
-
-
21
De optimale temperatuur en luchtvochtigheid
De temperatuur kan voor elke
wijnklimaatzone exact worden inge
steld.
De temperaturen van de
wijnklimaatzones zijn bij levering inge
steld op temperaturen voor ideale
bewaring van rode wijn, ideale
bewaring van witte wijn en ideale lange
bewaring van wijn.
U kunt de instellingen wijzigen.
^ Raak de sensortoets voor de desbe-
treffende wijnklimaatzone aan, zodat
deze geel oplicht.
^ De temperatuur kunt u met de toet-
sen aan weerszijden van het
temperatuurdisplay instellen.
-
-
Als de laagste of hoogste instelbare
temperatuur is bereikt, gaat respectie
velijk de sensortoets X of Y uit.
Het temperatuurdisplay op het be
dieningspaneel geeft altijd de gewenste temperatuur weer.
Als u de temperatuur hebt gewijzigd,
controleert u de temperatuur na enkele
uren. Pas dan heeft het toestel de ge
kozen temperatuur werkelijk bereikt. Als
de temperatuur na die tijd te hoog of te
laag is, stelt u een andere temperatuur
in.
Mogelijke temperatuurinstellingen
– Bovenste wijnklimaatzone:
5 °C tot 18 °C
– Middelste wijnklimaatzone:
5 °C tot 18 °C
– Onderste wijnklimaatzone:
8 °C tot 18 °C
-
-
-
-
De temperatuur waarop de desbetref
fende wijnklimaatzone bij levering stond
ingesteld, wordt in het geel weergege
ven.
Temperatuur instellen:
Toets X aanraken:lagere tempera
tuur instellen
Toets Y aanraken:hogere tempera
tuur instellen
–
Toets 1 keer aanraken:
De temperatuurwaarde wijzigt in
stappen van 1 °C.
–
Vinger laten rusten op de toets:
De temperatuurwaarde wijzigt
ononderbroken.
22
-
-
-
-
Loading...
+ 50 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.