Miele KWT 1602 Vi, KWT 1612 Vi User Manual [nl]

Montage- en gebruiksaanwijzing Wijnkoelkast
Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat.
M.-Nr. 09 761 210nl-BE
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................4
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................7
Hoe kunt u energie besparen? ......................................16
Toestel in- en uitschakelen .........................................17
Bij langdurige afwezigheid ..........................................20
De optimale temperatuur en luchtvochtigheid .........................21
Temperatuur instellen ..............................................21
Isolatieplaten voor een thermische scheiding ............................23
Temperatuureenheid (Fahrenheit/Celsius) kiezen.........................23
Luchtverversing via actieve-koolfilter ..................................26
Temperatuur- en deuralarm ........................................27
Wijnflessen bewaren ..............................................29
Presenteerflessenhouders ...........................................30
Het ontdooien van de wijnkelder ....................................32
Reiniging en onderhoud ...........................................33
Binnenruimte, toebehoren ...........................................33
Waar bepaalde geluiden vandaan komen .............................38
Service After Sales/garantie ........................................39
Duur en voorwaarden van de garantie ...............................39
Gegevens voor testinstellingen .....................................40
Elektrische aansluiting ............................................41
2
Inhoud
Vloer van de inbouwnis .............................................44
Kasten/inbouw naast en boven het toestel ..............................44
Luchttoevoer en -afvoer.............................................44
Side-by-side opstelling .............................................45
Openingshoek van de toesteldeur beperken ............................46
Afmetingen van de toesteldeur (openingshoek 90°) .......................47
Afmetingen van de toesteldeur (openingshoek 115°) ......................47
Elektrische aansluiting ..............................................49
Afmetingen van het frontpaneel.......................................49
Het toestel inbouwen..............................................50
Gereedschap en toebehoren dat u nodig hebt...........................50
Gewicht van de frontpanelen.........................................51
Inbouw in een scheidingswand .......................................51
Op het einde van het keukenblok .....................................51
De inbouwnis uitlijnen ..............................................52
Inbouwnis controleren ..............................................52
Inbouwnis klaarmaken ..............................................53
Montagemateriaal ...............................................53
Kantelbeveiliging ...............................................54
Alternatieve kantelbeveiliging .....................................56
Toestel in de nis schuiven ...........................................57
Het toestel in de nis bevestigen ......................................59
Montage van het frontpaneel voorbereiden .............................61
Frontpaneel bevestigen en waterpas zetten .............................63
Afdekkingen bevestigen ............................................64
Sokkellijst bevestigen ..............................................65
Opvulstrips bevestigen .............................................66
Luchtscheider bevestigen ...........................................67
3
Beschrijving van het toestel
a Thermometertoets
b Sensortoets voor de bovenste
wijnklimaatzone
c Sensortoets voor de middelste
wijnklimaatzone
d Sensortoets voor de onderste
wijnklimaatzone
e Sensortoets voor het instellen van de
temperatuur (X voor kouder; Y voor warmer) en voor het instellen van de duur van de binnenverlichting (X voor korter; Y voor langer)
f Sensortoets voor lange bewaring van
wijn
g Sensortoets voor bewaring van witte
wijn
h Sensortoets voor bewaring van rode
wijn
i Sensortoets voor de
presenteerverlichting (hiermee kunt u deze in- en uitschakelen)
j Sensortoets voor het
temperatuur-/deuralarm (alleen zicht­baar wanneer het waarschuwings­signaal weerklinkt)
4
a Ventilatoren / actieve-koolfilter
b Houten roosters
c Isolatieplaat voor een thermische
scheiding tussen de bovenste en de middelste wijnklimaatzone
d Presenteerflessenhouders
e Bedieningspaneel / isolatieplaat voor
een thermische scheiding tussen de middelste en de onderste wijnklimaatzone
f Tuimelschakelaar voor het in- en
uitschakelen van het complete toe­stel
g Glazen deur met uv-filter
Beschrijving van het toestel
5
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio­neren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde be­handeling kunnen deze stoffen schade­lijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte appa raat dan ook nooit met het gewone af val.
-
-
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige
­recyclage van dat toestel. Dat bevat
­trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
-
of
de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus­sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
-
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalingen. Een verkeerd gebruik kan nochtans tot lichamelijk letsel en mate riële schade leiden.
Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door, voordat u het toestel in gebruik neemt. Daarin vindt u be langrijke instructies met betrekking tot de montage, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Dit is in het belang van uw veilig heid en voorkomt schade aan het toestel.
Wanneer deze niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprake­lijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding zodat u deze kunt doorgeven aan een eventuele volgende bezitter.
,
Gevaar voor letsel! Het toestel is zeer zwaar en kan wanneer de deur open staat, naar voren hellen. Hou de toesteldeur gesloten tot het toestel in­gebouwd is en volgens de gebruiks- en montageaanwijzing in de inbouwnis is vastgezet.
-
-
-
,
Gevaar voor verwondingen: Als de opstelplaats zich op een hoogte van meer dan 2500 m be vindt, kan het glas van de toesteldeur breken! Scherpe scherven kunnen ernstig letsel veroorzaken!
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Juist gebruik
Dit toestel is bedoeld voor gebruik in het huishouden en
~
gelijkaardige omgevingen. Het is niet bestemd voor gebruik buiten.
Gebruik het toestel uitsluitend in huishoudelijke context voor het
~
bewaren van wijn. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
Het toestel is niet geschikt voor het bewaren en koelen van
~
geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of andere gelijkaardige stoffen of producten die ten grondslag liggen aan de richtlijn betreffende medische hulpmiddelen. Door een verkeerd ge­bruik van het toestel kunnen producten worden beschadigd of kun­nen bederven. Bovendien is het toestel ook niet geschikt voor ge­bruik in explosieve omgevingen. Miele is niet verantwoordelijk voor schade die werd veroorzaakt doordat het toestel voor andere doeleinden werd gebruikt of ver­keerd werd bediend.
Personen die op grond van hun fysieke of psychische
~
gesteldheid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van het toestel niet in staat zijn het toestel veilig te bedienen, mogen ze alleen on der toezicht bedienen of wanneer ze worden geïnstrueerd door iemand die het toestel kent. Ze moeten het mogelijke gevaar van een verkeerde bediening kun nen herkennen en begrijpen.
8
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het toestel
~
worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het toestel zonder toezicht ge
~
bruiken, maar alleen als ze weten hoe het werkt en wat voor gevaar zij lopen wanneer ze het fout bedienen.
Kinderen mogen het toestel niet zonder toezicht reinigen of on
~
derhouden.
Hou kinderen die in de buurt van het toestel komen in het oog.
~
Zorg ervoor dat ze nooit met het toestel spelen.
Ter hoogte van de scharnieren van de toesteldeur is er gevaar
~
voor verwondingen. Hou kinderen weg van de scharnieren!
Verstikkingsgevaar! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in
~
verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en daardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal buiten het bereik van kinderen in verband met verstikkingsgevaar.
Technische veiligheid
Het koelmiddelcircuit is op lekkage gecontroleerd. Het toestel vol
~
doet aan de geldende veiligheidsvoorschriften en de relevante EU-richtlijnen.
-
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel bevat het koelmiddel isobutaan (R600a), een natuurlijk
~
gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het be schadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet. Maar het gebruik van dit milieuvriendelijk koelmiddel heeft wel ge leid tot meer lawaai als het toestel aanstaat. Er kunnen afgezien van de geluiden van de compressor stromingsgeluiden in het hele koelcircuit optreden. Deze effecten zijn helaas niet te vermijden, maar hebben geen invloed op de capaciteit van het toestel. Let er bij het transport en bij de inbouw/plaatsing op dat geen on derdelen van het koelcircuit worden beschadigd. Vrijkomend koel middel kan oogletsel veroorzaken! In geval van beschadiging:
– vermijd open vuur of ontstekingsbronnen,
– ontkoppel het toestel van het elektriciteitsnet,
– verlucht gedurende enkele minuten het vertrek waarin het toestel
staat en
-
-
-
-
– neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
Hoe meer koelmiddel er in een toestel voorhanden is, hoe groter
~
het vertrek moet zijn waar het toestel wordt opgesteld. In te kleine vertrekken kan zich bij lekkage een brandbaar mengsel van gas en lucht vormen. De kamer moet per 8 g koelmiddel minstens 1 m veelheid koelmiddel staat op het typeplaatje binnenin het toestel.
De aansluitgegevens (zekering, frequentie en spanning) op het
~
typeplaatje van het toestel moeten absoluut overeenstemmen met deze van het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan uw toestel. Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elek tricien.
10
3
groot zijn. De hoe
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De elektrische veiligheid van het toestel is uitsluitend gegaran
~
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Laat de elektrische installatie bij twijfel door een elektricien inspecteren.
Is de aansluitkabel beschadigd, laat dan een nieuwe installeren
~
door een vakman of vakvrouw die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's voor wie het toestel gebruikt.
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
~
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Dit in verband met gevaar voor oververhitting.
Wanneer er vocht terechtkomt op onderdelen van het toestel die
~
onder spanning staan of de aansluitkabel, kan dat een kortsluiting veroorzaken. Plaats het toestel daarom nooit in vochtige vertrekken zoals garage of waskeuken waar gevaar dreigt door spatwater.
Dit toestel mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip)
~
worden gebruikt.
Controleer voordat het toestel wordt geplaatst, of het zichtbaar
~
beschadigd is. Een beschadigd toestel mag niet worden geplaatst en niet in gebruik worden genomen.
-
-
Gebruik uw toestel enkel in ingebouwde toestand. Enkel dan is
~
een veilige werking gewaarborgd.
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet het
~
toestel van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Dit is pas het ge val wanneer:
de zekeringen in uw zekeringkast zijn uitgeschakeld of
de schroefzekeringen in uw zekeringkast zijn helemaal uitge
draaid of
de aansluitkabel van het elektriciteitsnet losgekoppeld is.
Trek bij aansluitkabels met een stekker niet aan de kabel maar aan de stekker om het toestel los te koppelen van het elektrici teitsnet.
Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen al-
~
leen door een door Miele geautoriseerde vakman/vakvrouw worden uitgevoerd. Door ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden kan de gebruiker risico's lopen.
Het recht op garantie vervalt wanneer het toestel door een klan-
~
tendienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
-
-
-
Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat deze ten
~
volle voldoen aan de eisen qua veiligheid. Alleen van deze Miele-onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig aan onze veiligheidseisen voldoen.
Efficiënt gebruik
Het toestel is bestemd voor een bepaalde klimaatklasse (kamer
~
temperatuur), waarvan de grenzen moeten worden aangehouden. De klimaatklasse is vermeld op het typeplaatje aan de binnenruimte van het toestel. Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat de compressor voor langere tijd afslaat, zodat het toestel de vereiste temperatuur niet kan aanhouden.
12
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen mogen niet afgedekt of
~
afgesloten worden. Een goede luchtgeleiding is dan niet meer gewaarborgd. Een hoger energieverbruik en schade aan onderdelen kunnen niet worden uit gesloten.
-
Als u in het toestel of in de deur vet- of oliehoudende levensmid
~
delen bewaart, dient u ervoor te zorgen dat eventueel uitlopend vet of uitlopende olie niet in contact komt met de kunststofonderdelen. Daardoor kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan die dan breekt of scheurt.
Bewaar geen explosieve stoffen en geen producten met brand-
~
bare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het toestel. Door de elek­trische onderdelen kunnen explosieve gasmengsels ontsteken en brand of explosies veroorzaken.
Gebruik geen elektrische toestellen in het toestel (bijv. om softijs
~
te maken). Door vonkvorming ontstaat explosiegevaar.
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat
~
garantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen ge­monteerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of productaansprakelijkheid.
-
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Reiniging en onderhoud
Behandel de deurdichting niet met olie of vet.
~
Daardoor wordt de deurdichting na verloop van tijd poreus.
De stoom van een stoomreiniger kan in aanraking komen met de
~
len die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen en ontdooien van het toestel nooit een stoomreiniger.
Gebruik geen voorwerpen met scherpe punt of rand om
~
rijm- en ijslagen te verwijderen
– en levensmiddelen los te wrikken.
Daardoor beschadigt u de koelelementen en functioneert het toestel niet meer correct.
Plaats nooit elektrische verwarmingstoestellen of kaarsen in het
~
toestel om het te ontdooien. De kunststof zou beschadigd raken.
Gebruik geen ontdooisprays of producten om ijs te verwijderen.
~
Deze kunnen immers explosieve gassen vormen, bevatten mogelijk oplos- of drijfmiddelen die de kunststof aantasten of zijn mogelijk schadelijk voor de gezondheid.
-
14
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Uw toestel afdanken
Vernietig het deurslot van uw toestel als u het afdankt.
~
Op die manier voorkomt u dat spelende kinderen zichzelf in het toe stel opsluiten, wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het koelcircuit, bijv. door
~
koelmiddelkanalen van het verdampsysteem open te prikken,
buizen te knikken,
oppervlaktecoatings weg te krabben,
als er koelmiddel naar buiten spuit, kan dat oogletsels veroorzaken.
-
15
Hoe kunt u energie besparen?
Opstellen/onder houden
Temperatuur­instelling
Normaal energieverbruik
In een verluchte ruimte. In een gesloten,
-
Beschermd tegen rechtstreekse zonnestralen.
Niet naast een warmtebron (verwarmingselement, fornuis).
Bij een ideale kamertempe ratuur van 20 °C.
Dek de ventilatieopeningen niet af. Verwijder regelmatig het stof van de ventilatieope­ningen.
Verwijder minstens 1 keer per jaar het stof van de com­pressor en het metalen roos­ter (warmtewisselaar) aan de achterzijde van het toestel.
10 tot 12 C Hoe lager de temperatuur,
Verhoogd energieverbruik
niet-verluchte ruimte.
Bij directe zonnestraling.
Naast een warmtebron (verwarmingselement, fornuis).
Bij een hoge
­kamertemperatuur.
Als de ventilatieopeningen afgedekt zijn of onder het stof zitten.
Wanneer er zich stof heeft opgehoopt op de compres­sor en het metalen rooster (warmtewisselaar).
hoe hoger het energieverbruik!
Gebruik Laat de houten roosters zo
als ze waren toen het toestel werd geleverd.
Open de toesteldeur alleen indien nodig en altijd zo kort mogelijk. Schik de wijnflessen in het toestel.
Doe de vakken niet te vol zo dat de lucht kan circuleren.
16
-
Deur vaak en lang openen betekent koudeverlies en instroom van warme omgevingslucht. Het toestel heeft tijd nodig om de tem peratuur te verlagen en de compressor moet langer werken.
-
-
Vóór het eerste gebruik
Reinig de binnenruimte en het toebe
^
horen. Gebruik daarvoor lauw water. Wrijf daarna alles droog met een doek.
Toestel in- en uitschakelen
Let op: Het toestel is niet van het
­elektriciteitsnet losgekoppeld wan
neer u het via de tuimelschakelaar uitschakelt!
-
Als het toestel liggend is getrans porteerd, laat u het toestel na het transport ca. 8 uur staan voordat u het aansluit. Dit is zeer belangrijk voor de latere werking!
-
Toestel inschakelen
^ Open de toesteldeur.
^ Druk op de tuimelschakelaar.
De tuimelschakelaar bevindt zich aan de rechterkant, onder het bedienings­paneel.
Alle toestelzones worden altijd sa men in- of uitgeschakeld.
Het toestel begint te koelen en de binnenverlichting schakelt in als de toesteldeur wordt geopend.
-
Toestel bedienen
U kunt dit toestel bedienen door de sensortoetsen aan te raken (te selecte ren).
Onthou het volgende:
Een sensortoets met een witte kleur
geeft aan dat u deze kunt selecteren.
– Een sensortoets met een gele kleur
geeft aan dat deze is geselecteerd.
^ Raak de thermometertoets aan, zodat
deze geel oplicht.
Op het bedieningspaneel ziet u nu de sensortoetsen voor de drie wijnklimaatzones: de bovenste, de mid delste en de onderste wijnklimaatzone.
-
-
Ook brandt de thermometertoets op het bedieningspaneel.
17
Toestel in- en uitschakelen
De wijnklimaatzones zijn bij levering in gesteld op de volgende standen:
Onderste wijnklimaatzone:
lange bewaring van wijn (linkersymbool)
Middelste wijnklimaatzone:
bewaring van witte wijn (middelste symbool)
Bovenste wijnklimaatzone:
bewaring van rode wijn (rechtersymbool)
Om de presenteerverlichting in of uit te schakelen,
Een sensortoets met een gele kleur
­geeft aan dat deze is geselecteerd. U kunt nu voor de desbetreffende wijnklimaatzone
de temperatuur instellen of
de luchtvochtigheid instellen.
Meer informatie vindt u in de desbetref fende rubrieken.
Als u een wijnklimaatzone wilt deselecteren,
^ raakt u opnieuw de sensortoets voor
de wijnklimaatzone aan, zodat deze wit oplicht. U kunt ook direct een an­dere sensortoets aanraken.
Als u naar de normale modus wilt gaan,
-
^
raakt u de sensortoets voor de presenteerverlichting aan.
Als u de instellingen van het toestel wilt wijzigen (bijv. temperatuur instellen),
^
raakt u de sensortoets voor de wijnklimaatzone aan waarvoor u de instellingen wilt wijzigen.
18
^
raakt u de thermometertoets aan, zo dat deze wit oplicht.
De nieuwe instellingen worden opge slagen.
Ook als u de thermometertoets niet aanraakt, schakelt de elektronische be sturing na enige tijd over naar de nor male modus.
-
-
-
-
Toestel uitschakelen
Druk op de tuimelschakelaar.
^
De koeling en de binnenverlichting zijn nu uitgeschakeld.
Andere instellingen
Toestel in- en uitschakelen
Luchtvochtigheid instellen (zie "De optimale tempera tuur en luchtvochtigheid")
Toetsgeluid in-/uitschakelen
Als u niet wilt dat er een geluid weer klinkt telkens als u een sensortoets aan raakt, kunt u het toetsgeluid uitscha kelen.
§
-
-
-
-
Andere instellingen kunt u wijzingen ter wijl het toestel in de instelmodus staat.
Wanneer het toestel in de instelmodus staat, kunt u bepaalde toestelfuncties selecteren en de instellingen voor deze functies wijzigen. Deze worden be­schreven in de desbetreffende ru­brieken.
Overzicht van de selecteerbare toestelfuncties in de instelmodus:
Toestelfunctie Weerge
geven tekst
Toestel in de instelmodus zetten of de instelmodus verlaten
Temperatuureenheid kiezen (zie "De optimale temperatuur en luchtvoch tigheid")
Geen functie geselecteerd ;
Toetsgeluid in-/uitscha kelen (zie rubriek "Toestel in- en uitschakelen")
;
-
-
=
-
^ Raak de thermometertoets aan, zodat
deze geel oplicht.
^ Raak de sensortoets voor een
wijnklimaatzone aan, zodat deze geel oplicht.
-
^
Onthou de positie van de toets X, maar raak deze toets nog niet aan!
^
Raak de thermometertoets aan tot deze wit oplicht en alle andere toet sen uitgaan.
^
Plaats een vinger op de positie van de toets X en laat uw vinger op de toets rusten.
^
Terwijl uw vinger op de toets X rust, raakt u 1 keer de thermometertoets aan.
-
19
Toestel in- en uitschakelen
Hou uw vinger nog 4 seconden op
^
de toets X, tot de toetsen c en Y op lichten.
Raak zo vaak de toets X aan tot b
^
wordt weergegeven op het tempera tuurdisplay.
Raak opnieuw de thermometertoets
^
aan.
U kunt nu instellen of het toetsgeluid
^
moet uitgeschakeld of ingeschakeld zijn. Raak hiertoe de toets X aan.
= 0: toetsgeluid is uitgeschakeld = 1: toetsgeluid is ingeschakeld = -: terug naar het menu
^ Nadat u een instelling hebt geselec-
teerd, raakt u ter bevestiging de thermometertoets aan.
^ Raak zo vaak de toets X aan tot ;
wordt weergegeven op het tempera­tuurdisplay.
Bij langdurige afwezigheid
­Als u het toestel gedurende lange tijd
niet gebruikt, gaat u als volgt te werk:
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit het stopcontact,
^
reinig het toestel,
^
laat de toesteldeur op een kier staan
^
-
om geurvorming te vermijden.
Als het toestel bij langdurige af wezigheid wordt uitgeschakeld maar niet gereinigd, bestaat er gevaar voor schimmelvorming als de toesteldeur gesloten blijft.
-
^
Raak de thermometertoets aan.
U hebt de instelmodus verlaten.
Wanneer het toestel in de instelmodus staat, wordt het deur alarm automatisch onderdrukt. Zo dra de toesteldeur wordt gesloten, wordt het deuralarm weer geacti veerd.
20
-
-
-
De optimale temperatuur en luchtvochtigheid
Wijnen worden, afhankelijk van de omgevingsomstandigheden, steeds be ter. Zowel de temperatuur als de kwali teit van de lucht zijn van doorslaggevend belang voor de houd baarheid.
Dankzij de constante en voor de wijn ideale temperatuur, de verhoogde luchtvochtigheid en de geurvrije omge ving heersen in deze wijnklimaatkast de optimale bewaaromstandigheden voor uw wijn.
-
Temperatuur
Wijnen kunt u bij een temperatuur tus­sen 5 en 18 °C bewaren. Wanneer u rode en witte wijnen samen wilt bewa­ren, kiest u een temperatuur tussen 10 en 12 °C. De meeste witte wijnen kunt u op die temperatuur drinken. Rode wijnen moet u dan 2 uur voor het drinken uit de kast halen en openen, zodat de wijn zuurstof krijgt en het aro­ma volledig tot zijn recht kan komen. Na die twee uur hebben ook rode wijnen de juiste drinktemperatuur.
Bij een bewaartemperatuur die hoger is dan 22 °C, rijpt de wijn te snel. Onder 5 °C mag wijn niet gedurende lange tijd bewaard worden, want dan kan hij niet optimaal rijpen.
Temperatuur instellen
­De wijnklimaatzones zijn bij levering in
­gesteld op de volgende standen:
Bovenste wijnklimaatzone:
bewaring van rode wijn (16 °C)
Middelste wijnklimaatzone:
bewaring van witte wijn (10 °C)
­Onderste wijnklimaatzone:
lange bewaring van wijn (11 °C)
U kunt deze instellingen aanpassen, als u bijv. witte wijn in de bovenste wijnklimaatzone wilt bewaren. Ga als volgt te werk:
^ Raak de sensortoets voor de desbe-
treffende wijnklimaatzone aan, zodat deze geel oplicht.
^
Raak de sensortoets voor lange bewaring van wijn, de sensortoets voor bewaring van witte wijn of de sensortoets voor bewaring van rode wijn aan, zodat deze geel oplicht.
-
Temperatuurschommelingen veroorza ken stress voor de wijn. Het rijpingspro ces wordt daardoor onderbroken. Daar om is het zeer belangrijk dat de tempe ratuur nagenoeg zonder schomme lingen constant wordt gehouden.
-
De onderste wijnklimaatzone kan
­niet worden ingesteld op bewaring
­van witte wijn (middelste symbool).
-
-
21
De optimale temperatuur en luchtvochtigheid
De temperatuur kan voor elke wijnklimaatzone exact worden inge steld.
De temperaturen van de wijnklimaatzones zijn bij levering inge steld op temperaturen voor ideale bewaring van rode wijn, ideale bewaring van witte wijn en ideale lange bewaring van wijn.
U kunt de instellingen wijzigen.
^ Raak de sensortoets voor de desbe-
treffende wijnklimaatzone aan, zodat deze geel oplicht.
^ De temperatuur kunt u met de toet-
sen aan weerszijden van het temperatuurdisplay instellen.
-
-
Als de laagste of hoogste instelbare temperatuur is bereikt, gaat respectie velijk de sensortoets X of Y uit.
Het temperatuurdisplay op het be dieningspaneel geeft altijd de ge wenste temperatuur weer.
Als u de temperatuur hebt gewijzigd, controleert u de temperatuur na enkele uren. Pas dan heeft het toestel de ge kozen temperatuur werkelijk bereikt. Als de temperatuur na die tijd te hoog of te laag is, stelt u een andere temperatuur in.
Mogelijke temperatuurinstellingen
– Bovenste wijnklimaatzone:
5 °C tot 18 °C
– Middelste wijnklimaatzone:
5 °C tot 18 °C
– Onderste wijnklimaatzone:
8 °C tot 18 °C
-
-
-
-
De temperatuur waarop de desbetref fende wijnklimaatzone bij levering stond ingesteld, wordt in het geel weergege ven.
Temperatuur instellen:
Toets X aanraken: lagere tempera tuur instellen Toets Y aanraken: hogere tempera tuur instellen
Toets 1 keer aanraken: De temperatuurwaarde wijzigt in stappen van 1 °C.
Vinger laten rusten op de toets: De temperatuurwaarde wijzigt ononderbroken.
22
-
-
-
-
Loading...
+ 50 hidden pages