Miele KMDA 7774-1 assembly instructions

Gebruiks- en montagehandleiding Keramische inductiekookplaten
Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw appa­raat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat.
nl-NL M.-Nr. 11 122 920
Inhoud
Proces afbreken ............................................................................................... 26
Instellingen resetten ......................................................................................... 26
2
Inhoud
Opliggende inbouw .......................................................................................... 68
Naadloos aansluitende inbouw (zonder rand).................................................. 69
Minimale sokkelhoogte..................................................................................... 69
Vetopvangschaal.............................................................................................. 69
Inbouwmogelijkheden ...................................................................................... 70
KMDA 7774 FR................................................................................................. 71
Werkbladdiepte 600mm .................................................................................. 73
Werkbladdiepte meer dan 600mm.................................................................. 75
KMDA 7774 FL ................................................................................................. 77
Werkbladdiepte 600mm .................................................................................. 78
Werkbladdiepte meer dan 600mm.................................................................. 80
3
Inhoud
4

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Deze kookplaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële schade tot gevolg hebben.
Lees de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door voor­dat u de kookplaat in gebruik neemt. Hierin vindt u belangrijke in­structies met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan de kookplaat.
In overeenstemming met de norm IEC60335-1 adviseert Miele u uitdrukkelijk om het hoofdstuk over de installatie van de kookplaat en de veiligheidsinstructies en waarschuwingen te lezen en op te volgen.
Wanneer de veiligheidsrichtlijnen en waarschuwingen niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor scha­de die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Verantwoord gebruik

Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor particulier huishoudelijk
gebruik (of daarmee vergelijkbaar).
Deze kookplaat mag niet buiten worden gebruikt.Gebruik deze kookplaat uitsluitend in huishoudelijke situaties voor
het bereiden en warmhouden van gerechten. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan.
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt door personen die in
staat zijn het apparaat veilig te bedienen. Deze personen moeten volledig op de hoogte zijn van de inhoud van de gebruiksaanwijzing. Men moet zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bedie­ning.
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Wanneer er kinderen in huis zijn

Houd kinderen onder 8 jaar op een afstand, tenzij u voortdurend
toezicht houdt.
Kinderen vanaf 8 jaar mogen het apparaat alleen zonder toezicht
gebruiken als ze precies weten hoe ze het apparaat veilig moeten bedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening.
Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht reinigen.Houd kinderen in de gaten wanneer deze zich in de buurt van de
kookplaat bevinden. Laat ze nooit met de kookplaat spelen.
De kookplaat wordt tijdens het gebruik heet en blijft dat ook nog
enige tijd nadat deze is uitgeschakeld. Houd kinderen op een af­stand, totdat de kookplaat voldoende is afgekoeld en er geen ver­brandingsgevaar meer bestaat.
Pas op voor verbranding. Bewaar voorwerpen, die voor kinderen
interessant kunnen zijn, niet op plaatsen boven of achter het appa­raat. Zo krijgen de kinderen niet de neiging om op het apparaat te klimmen.
Verbrandingsgevaar! Draai de grepen van de pannen zo dat ze
zich boven het werkblad bevinden, zodat kinderen de pannen niet van het apparaat kunnen trekken.
Verstikkingsgevaar! Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in
verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal over hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen bij kinderen vandaan.
Maak gebruik van de vergrendeling, zodat kinderen de kookplaat
niet onbedoeld kunnen inschakelen of instellingen kunnen wijzigen.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Technische veiligheid

Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of repara-
tiewerkzaamheden kan de gebruiker aanzienlijke risico's lopen. In­stallatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door een door Miele geautoriseerde vakkracht worden uitgevoerd.
Een beschadigd apparaat kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Controleer het apparaat op zichtbare schade. Neem nooit een be­schadigd apparaat in gebruik.
De kookplaat kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren als
deze op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
Het apparaat mag niet op wisselrichters worden aangesloten die
bij autonome stroomvoorzieningen worden toegepast (zoals bij zon­ne-energie). Als het apparaat wordt ingeschakeld, kan het bij span-
ningspieken om veiligheidsredenen worden uitgeschakeld. De elek­tronica kan beschadigd raken.
De elektrische veiligheid van de kookplaat is uitsluitend gegaran-
deerd als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol­gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda­mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek­trische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
moeten beslist overeenkomen met de waarden van het elektriciteits­net om beschadiging van de kookplaat te voorkomen. Vergelijk deze gegevens voor de aansluiting. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Stekkerdozen of verlengsnoeren bieden niet voldoende veiligheid
(brandgevaar). Gebruik deze niet voor het aansluiten van de kook­plaat op het elektriciteitsnet.
Gebruik de kookplaat alleen als deze is ingebouwd, zodat de vei-
ligheid gewaarborgd is.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Deze kookplaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals een
boot) worden gebruikt.
Wanneer onderdelen worden aangeraakt die onder spanning
staan of wanneer elektrische of mechanische onderdelen worden veranderd, is dit gevaarlijk voor de gebruiker. Het kan er tevens toe leiden dat het apparaat niet meer goed functioneert. Open nooit de ommanteling van het apparaat.
Het recht op garantie vervalt wanneer de kookplaat door een
technicus wordt gerepareerd die niet door Miele is geautoriseerd.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van Miele-onderdelen kunnen wij garan­deren dat zij volledig aan de veiligheidseisen voldoen.
De kookplaat mag niet worden gebruikt met een externe schakel-
klok of een systeem dat op afstand werkt.
De kookplaat moet door een elektricien op het elektriciteitsnet
worden aangesloten (zie hoofdstuk “Elektrische aansluiting”).
Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze door een elektri-
cien worden vervangen door een speciale aansluitkabel (zie ook “Elektrische aansluiting”).
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet de
kookplaat volledig van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Ga daarvoor als volgt te werk:
– schakel de zekeringen in uw zekeringkast uit of
– draai de zekeringen in uw zekeringkast er helemaal uit of
– trek de stekker (indien aanwezig) uit de contactdoos. Trek daarbij
aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
Gevaar voor elektrische schok. Neem het apparaat niet in gebruik
bij een defect of bij breuken, scheuren en barsten in de keramische plaat of schakel het apparaat meteen uit. Haal de elektrische span­ning van de kookplaat. Neem contact op met Miele.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als het apparaat achter een meubeldeur is ingebouwd, mag de
deur niet worden gesloten als u het apparaat gebruikt. Achter een gesloten deur worden warmte en vocht opgehoopt. Hierdoor kunnen het apparaat, de kast en de vloer beschadigd raken. Sluit de meu­beldeur pas als de restwarmte-indicatie verdwenen is.
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Gelijktijdig gebruik van het apparaat met een verbrandingsysteem dat lucht uit dezelfde ruimte gebruikt

Dit kan levensgevaarlijk zijn! Wees heel voorzichtig als u het geïntegreerde afzuigsysteem tege­lijk gebruikt met verbrandingssystemen die de lucht uit hetzelfde vertrek gebruiken of die gebruik maken van dezelfde afvoerinstal­latie. Dergelijke verbrandingssystemen halen de lucht die nodig is voor de verbranding uit het vertrek waar de systemen zich bevinden en voeren de rookgassen af via een afvoerkanaal (bijvoorbeeld via een schoorsteen). Dit kunnen bijvoorbeeld gas-, olie-, hout- of ko­lenkachels zijn, maar ook gasboilers, warmwaterketels op gas, gaskookplaten en gasovens.
Het afzuigsysteem zuigt lucht uit de keuken en de aangrenzende vertrekken. Dit geldt bij:
- luchtafvoer en bij
- luchtcirculatie met een buiten het vertrek geplaatste luchtcircula­tiebox.
Als de luchtaanvoer niet voldoende is, ontstaat er onderdruk. Het verbrandingssysteem krijgt te weinig lucht. De verbranding wordt negatief beïnvloed. Giftige verbrandingsgassen kunnen uit de schoorsteen of een an­der luchtafvoerkanaal naar de woonvertrekken worden gezogen. Er bestaat levensgevaar!
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Het gelijktijdige gebruik van het geïntegreerde afzuigsysteem en een verbrandingssysteem in dezelfde ruimte is ongevaarlijk als de onderdruk niet groter is dan 4Pa (0,04mbar). In dat geval is er geen gevaar dat verbrandingsgassen worden teruggezogen.
Er zullen geen onderdrukproblemen ontstaan als door niet-afsluit­bare openingen (bijvoorbeeld in deuren of ramen) voldoende lucht in het vertrek kan komen. De diameter van de opening waardoor de lucht naar binnen stroomt, moet dan wel groot genoeg zijn. Al­leen een muurkast voor luchttoe-/luchtafvoer is meestal niet toerei­kend.
Bij de beoordeling van een en ander dient men altijd rekening te houden met de totale ventilatie van de woning. Raadpleeg altijd een vakman.
Als het afzuigsysteem als luchtcirculatiesysteem wordt gebruikt, waarbij de lucht wordt teruggevoerd naar het vertrek waar het ap­paraat is geplaatst, dan is een gelijktijdig gebruik van het af­zuigsysteem en een ander verbrandingssysteem in hetzelfde ver­trek ongevaarlijk.
12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Veilig gebruik

De kookplaat wordt heet als deze in gebruik is en blijft dat ook
nog enige tijd na het uitschakelen. Zodra het lampje voor de rest­warmte (afhankelijk van het model) is uitgegaan, is het verbrandings­gevaar geweken.
Olie en vet kunnen bij oververhitting vlam vatten. Houd het appa-
raat goed in de gaten als u met olie en/of vetten werkt. Blus een brand met olie of vet nooit met water. Schakel het apparaat uit en doof de vlammen voorzichtig met een deksel of een blusdeken.
Houd toezicht op het apparaat als het in gebruik is. Houd continu
toezicht op korte kook- en braadprocessen.
Bij open vuur bestaat brandgevaar!
Flamberen is niet toegestaan! Als het afzuigsysteem ingeschakeld is, worden de vlammen in het filter gezogen. Vetresten kunnen vlam vat­ten.
Spuitbussen, licht ontvlambare vloeistoffen en brandbare materia-
len kunnen bij verhitting vlam vatten. Bewaar dergelijke producten daarom niet in een schuiflade onder het apparaat. Een eventuele be­stekbak moet van hittebestendig materiaal zijn.
Verwarm kookgerei nooit zonder inhoud.In afgesloten blikken en dergelijke ontstaat tijdens het inmaken of
verwarmen overdruk. Hierdoor kunnen deze voorwerpen openbar­sten. Gebruik het apparaat niet om voedingsmiddelen in afgesloten blikken en dergelijke in te maken of te verwarmen.
Als de kookplaat wordt afgedekt, bestaat het risico dat het materi-
aal van de afdekking in brand vliegt, barst of smelt als u de kook­plaat per ongeluk inschakelt of als deze nog heet is. Dek de kook­plaat nooit af met bijvoorbeeld afdekplaten, een doek of bescherm­folie.
13
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als de kookplaat ingeschakeld is, als u deze per ongeluk inscha-
kelt of als deze nog warm is van het koken, bestaat het risico dat metalen voorwerpen die op de kookplaat liggen heet worden. Ander materiaal kan smelten of vlam vatten. Vochtige pannendeksels kun­nen zich vastzuigen. Gebruik de kookplaat niet als legplank. Schakel de kookzones na gebruik uit!
U kunt zich aan de hete kookplaat branden. Gebruik daarom altijd
ovenhandschoenen of pannenlappen als u met het hete apparaat werkt. Gebruik alleen droge handschoenen of pannenlappen. Nat of vochtig textiel geleidt de warmte beter en kan door stoom verbran­dingen veroorzaken.
Het afzuigsysteem kan tijdens het koken door de hete dampen erg
heet worden. Raak de behuizing en de filters pas aan als het afzuigsysteem afge­koeld is.
Als u een elektrisch apparaat (bijvoorbeeld een mixer) in de buurt
van de kookplaat gebruikt, mag de aansluitkabel niet in contact ko­men met de hete kookplaat. De isolatie van de kabel zou beschadigd kunnen raken.
Zout, suiker of zandkorrels (bijvoorbeeld van groente) kunnen
krassen veroorzaken als ze onder de pan komen. Zorg dat de kera­mische glasplaat en de panbodem schoon zijn, voordat u het kook­gerei op de kookplaat plaatst.
Laat geen voorwerpen op de keramische plaat vallen. Zelfs een
licht voorwerp zoals een zoutvaatje kan scheuren of barsten veroor­zaken.
Hete voorwerpen op de sensortoetsen en de displays kunnen de
elektronica eronder beschadigen. Zet nooit hete pannen op de sen­sortoetsen en de displays.
14
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als er suiker, suikerhoudende gerechten, kunststof of aluminium-
folie op de hete kookplaat vallen en smelten, raakt de keramische plaat tijdens het afkoelen beschadigd. Schakel in dat geval het ap­paraat meteen uit en verwijder deze stoffen direct grondig met een glasschraper. Trek daarbij ovenwanten aan. Reinig de keramische plaat vervolgens, zodra ze afgekoeld is, met een speciaal reinigings­middel voor keramische platen.
Door drooggekookte pannen kan de keramische plaat beschadigd
raken. Houd daarom altijd toezicht op de kookplaat!
Gebruik alleen pannen met een gladde bodem. Een ruwe bodem
kan krassen op de keramische plaat veroorzaken.
Til pannen op als u ze wilt verplaatsen. U voorkomt zo vlekken
door wrijving en krassen.
Door de snelle reactietijd van inductie kan de temperatuur in de
bodem van de pan in zeer korte tijd zo hoog oplopen dat olie en vet vanzelf ontbranden. Houd daarom altijd toezicht op het apparaat als het in gebruik is.
Verhit vetten en olie hooguit gedurende 1minuut en gebruik daar-
voor nooit de booster.
Alleen voor personen met een pacemaker: in de directe omgeving
van de ingeschakelde kookplaat ontstaat een elektromagnetisch veld. Het is niet waarschijnlijk dat dit veld de werking van de pace­maker nadelig beïnvloedt. Neem bij twijfel contact op met de fabri­kant van de pacemaker of met uw arts.
Het elektromagnetische veld van de ingeschakelde kookplaat kan
de werking van magnetiseerbare voorwerpen beïnvloeden. Houd creditcards, opslagmedia, rekenmachines etc. uit de buurt van het ingeschakelde apparaat.
Metalen voorwerpen die in een lade onder de kookplaat worden
bewaard, kunnen heet worden als u de kookplaat lang en intensief gebruikt.
15
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De kookplaat heeft een koelventilator. Als zich onder de inge-
bouwde kookplaat een lade bevindt, moet de afstand tussen de in­houd van de lade en de onderkant van de kookplaat voldoende zijn, zodat de ventilatie van de kookplaat is gewaarborgd. Bewaar geen spitse en kleine voorwerpen of papier in de lade. Deze voorwerpen kunnen via de ventilatieopeningen in de behuizing terechtkomen of aangezogen worden en zo de ventilator beschadigen of de koeling beïnvloeden.
Plaats nooit 2pannen tegelijk op een kook-/braadzone of Po-
werFlex-kookvlak.
Als een pan slechts gedeeltelijk op de kook- of braadzone staat,
kunnen de handgrepen heet worden. Plaats een pan altijd in het midden van de kook- of braadzone.
Vetresten en verontreinigingen beïnvloeden het functioneren van
het geïntegreerde afzuigsysteem. Gebruik het systeem nooit zonder filters, zodat de wasem kan wor­den gereinigd.
Er kan brand ontstaan als het apparaat niet volgens de aanwij-
zingen in deze gebruiksaanwijzing wordt gereinigd.
Dek het aanzuigrooster van het afzuigsysteem niet tijdens het ge-
bruik af.
Vloeistoffen kunnen het afzuigsysteem beschadigen. Houd vloei-
stoffen uit de buurt van het afzuigsysteem.
Lichte voorwerpen kunnen door het afzuigsysteem worden opge-
zogen, waardoor de afzuiging niet meer goed functioneert. Leg geen lichte voorwerpen (zoals doekjes of papier) in de buurt van het af­zuigsysteem.
16
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Reiniging en onderhoud

De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen van de kookplaat nooit een stoomreiniger.
Schakel de kookplaat niet in als deze boven een pyrolyse-oven of
-fornuis is ingebouwd en de pyrolysefunctie actief is, omdat de over­verhittingsbeveiliging van de kookplaat zou kunnen reageren (zie het betreffende hoofdstuk).

Accessoires

Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen.
17

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu

Het verpakkingsmateriaal

De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpak­kingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belas­ting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling.
Door hergebruik van verpakkingsmateri­aal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.

Het afdanken van een apparaat

Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten meestal waardevolle materialen. Ze bevatten ook stoffen, mengsels en onderdelen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en vei­lig te laten functioneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone huisafval doet of er niet goed mee omgaat, kun­nen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Doe uw oude apparaat daarom nooit bij het gewone afval.
Lever het apparaat in bij een gemeente­lijk inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur, bij uw vak­handelaar of bij Miele. U bent wettelijk zelf verantwoordelijk voor het wissen van eventuele persoonlijke gegevens op het af te danken apparaat. Bewaar het afgedankte apparaat buiten het bereik van kinderen.
18

Kookplaat

Overzicht

a
PowerFlex-kookzone
b
PowerFlex-kookzone
ab
te combineren tot een groot Po­werFlex-kookvlak
c
PowerFlex-kookzone
d
PowerFlex-kookzone
cd
te combineren tot een groot Po­werFlex-kookvlak
e
Bedieningselementen/displays
f
Afdekrooster (aanzuigrooster)
g
Vetfilter
h
Afneembare opvangschaal
19
Overzicht

Bedieningselementen/displays

Kookzones/Timer

Sensortoetsen
a
Kookplaat in-/uitschakelen
b
Stop&Go
c
Schoonmaakfunctie
d
PowerFlex-kookzones samenvoegen/loskoppelen
e
Warmhouden activeren/deactiveren
f
Cijferreeks Bedieningspaneel voor het instellen van de vermogensstand, de kookwekker en uitschakeltijden
g
Kookzoneselectie voor automatisch uitschakelen
h
Kookwekker
Controlelampjes
i
Kookzonetoewijzing voor automatisch uitschakelen
j
Restwarmte
k
Booster
l
Timerdisplay
: tot :
 Inschakelblokkering/vergrendeling geactiveerd
 Demomodus geactiveerd
20
Tijd

Afzuigsysteem

a
Cijferreeks (bedieningspaneel) voor het instellen van de vermogensstand
b
Sensortoets naloop 5minuten
c
Sensortoets naloop 15minuten
d
Controlelampje vetfilter reinigen
e
Controlelampje anti-geurfilter regenereren
Overzicht
21
Overzicht

Kookzones

Kookzone Øin cm* Vermogen in Watt bij 230V**
15–23 Normaal
TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
15–23 Normaal
TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
+ 22–23 /
15x23–23x39
15–23 Normaal
15–23 Normaal
+ 22–23 /
15x23–23x39
* Binnen het aangegeven bereik kunt u pannen met een willekeurige bodemdiameter gebrui­ken.
** Het aangegeven vermogen kan variëren afhankelijk van de grootte en het materiaal van de gebruikte pannen.
Normaal TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
Normaal TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
Totaal 7300
2100 3000 3650
2100 3000 3650
3400 4800 7300
2100 3000 3650
2100 3000 3650
3400 4800 7300
22

Ingebruikneming van het apparaat

Plak het typeplaatje dat bij de docu-
mentatie gevoegd is op de daarvoor bestemde plaats in het hoofdstuk “Service”.
Verwijder eventueel aanwezige be-
schermfolies en stickers.

Kookplaat voor de eerste keer reinigen

Wis uw kookplaat voor het eerste ge-
bruik af met een vochtige doek en droog de plaat weer af.

Kookplaat voor de eerste keer in gebruik nemen

De onderdelen van metaal worden met een onderhoudsmiddel beschermd. Als het apparaat voor het eerst in gebruik wordt genomen, ontstaan daardoor geuren en eventueel ook damp. Ook door de verwarming van de inductie­spoelen wordt tijdens de eerste ge­bruiksuren een geur afgegeven. Bij ie­der verder gebruik wordt de geur min­der en deze verdwijnt uiteindelijk volle­dig.
De geur en de eventueel optredende damp wijzen niet op een verkeerde aan­sluiting of een defect en zijn ook niet schadelijk voor de gezondheid.
Denk eraan dat de opwarmtijd bij in­ductiekookplaten veel korter is dan bij gewone kookplaten.
23
Ingebruikneming van het apparaat

Miele@home installeren

Voorwaarde: een eigen WiFi-netwerk
Uw kookplaat heeft een geïntegreerde WiFi-module. De kookplaat kan met het eigen WiFi-netwerk verbonden worden.
Als uw Miele-afzuigkap ook in het eigen WiFi-netwerk is opgenomen, kunt u de automatische besturing van de afzuig­kap met de Con@ctivity-functie gebrui­ken. Meer informatie hierover vindt u in de gebruiks- en montagehandleiding van uw afzuigkap.
Het signaal van uw WiFi-netwerk moet voldoende sterk zijn op de lo­catie van uw kookplaat.
U kunt uw kookplaat op verschillende manieren in uw WiFi-netwerk opnemen.

Beschikbaarheid WiFi-verbinding

De WiFi-verbinding deelt een frequen­tiebereik met andere apparaten (zoals magnetrons, op afstand bestuurbaar speelgoed). Hierdoor kunnen tijdelijke of volledige storingen in de verbinding optreden. Een constante beschikbaar­heid van de aangeboden functies kan daarom niet worden gegarandeerd.

Beschikbaarheid van Miele@home

Het gebruik van de Miele@mobile-app is afhankelijk van de beschikbaarheid van de Miele@home-services in uw land.
De service Miele@home is niet in elk land beschikbaar.
Informatie over de beschikbaarheid vindt u op de website www.miele.com.

Miele@mobile-app

De Miele@mobile-app kunt u gratis downloaden uit de Apple App Store® of
de Google Play Store™.
Als u de Miele@mobile app op een mo­biel apparaat (bijv. smartphone) geïn­stalleerd heeft, kunt u:
– informatie over de status van het
huishoudelijke apparaat opvragen
– opmerkingen over het programma-
verloop van het huishoudelijke appa­raat opvragen
24
– een Miele@home netwerk met andere
voor WiFi geschikte Miele-apparaten installeren
Ingebruikneming van het apparaat

Met de app verbinden

U kunt de netwerkverbinding met de Miele@mobile-app tot stand brengen.
Installeer de Miele@mobile app op uw
mobiele apparaat.
Voor de aanmelding via de app dient u te beschikken over:
1. Het wachtwoord van uw WiFi-net­werk.
2. Het wachtwoord van uw kookplaat.
De laatste 9 cijfers van het serienummer op het typeplaatje vormen het wacht­woord van uw kookplaat.
Schakel de kookplaat in.Start de Miele@mobile app.Raak op het bedieningspaneel van
een willekeurige kookzone sensor­toets0 aan.
Raak daarna tegelijk de sensor-
toetsen0 en5 aan en laat uw vingers 6seconden op deze toetsen rusten.
De seconden worden in het timerdis­play afgeteld. Na afloop verschijnt in het timerdisplay gedurende 10 seconden code :.

Met WPS verbinden

Voorwaarde: u heeft een router, die geschikt is voor WPS (WiFi Protected Setup).
Schakel de kookplaat in.Raak op het bedieningspaneel van
een willekeurige kookzone sensor­toets0 aan.
Raak daarna tegelijk de sensor-
toetsen0 en6 aan en laat uw vingers 6seconden op deze toetsen rusten.
De seconden worden in het timerdis­play afgeteld. Na afloop verschijnt in het timerdisplay een looplicht (maximaal 120 seconden) tijdens de poging om verbinding te maken.
De WPS-aanmelding is alleen tijdens deze 120 seconden actief.
Activeer de functie WPS op uw WiFi-
router.
Als de verbinding geslaagd is, verschijnt in het timerdisplay code :. Als u geen verbinding kon maken, verschijnt in het timerdisplay code :. Het is mo­gelijk dat u WPS op uw router niet snel genoeg heeft geactiveerd. Herhaal in dat geval de voorgaande stappen.
Tip: Als uw WiFi-router niet over WPS beschikt, gebruik dan de Miele@mobile app.
U heeft nu 10 minuten tijd om de WiFi te configureren.
Volg de aanwijzingen in de app.
25
Ingebruikneming van het apparaat

Proces afbreken

Raak een willekeurige sensortoets
aan.

Instellingen resetten

Bij vervanging van de router hoeft u de instellingen niet te resetten.
Schakel de kookplaat in.Raak in het display van een willekeu-
rige kookzone sensortoets0 aan.
Raak tegelijk de sensortoetsen0 en 9
aan en laat uw vingers 6seconden op deze toetsen rusten.
De seconden worden in de timerindica­tie afgeteld. Na afloop verschijnt in de timerindicatie gedurende 10seconden code:.
Reset de instellingen wanneer u de kookplaat wegdoet, verkoopt of een ge­bruikte kookplaat gaat gebruiken. Al­leen dan bent u er zeker van dat u alle persoonlijke gegevens heeft verwijderd en dat de vorige eigenaar geen toegang meer heeft tot de kookplaat.
26

Inductie

Principe

Onder een inductiekookzone bevindt zich een inductiespoel. Deze spoel ge­nereert een magnetisch veld, dat direct invloed heeft op de bodem van de pan­nen en deze verhit. De kookzone zelf wordt alleen indirect verwarmd door de stralingswarmte, die de bodem van de pan afgeeft.
Het inductieprincipe werkt alleen bij pannen met een magnetiseerbare bo­dem (zie hoofdstuk: “Inductie”, para­graaf: “De juiste pannen”). Het systeem houdt automatisch rekening met de grootte van de gebruikte pan.
Gevaar voor verbranding door
hete voorwerpen. Als het apparaat ingeschakeld is, als
u het apparaat per ongeluk inscha­kelt of als het nog warm is van het koken, bestaat het risico dat metalen voorwerpen die erop liggen heet worden.
Gebruik de kookplaat nooit als werk­blad.
Schakel het apparaat na gebruik uit met sensortoets .

De juiste pannen

Geschikt zijn pannen van

– roestvrij staal met een magnetiseer-
bare bodem
– geëmailleerd staal
– gietijzer
De kwaliteit van de panbodem kan het bereidingsresultaat beïnvloeden (bij­voorbeeld een gelijkmatige bruinering van pannenkoeken). De panbodem moet de hitte gelijkmatig verdelen. Heel geschikt is een sandwichbodem van roestvrij staal.

Niet geschikt zijn pannen van

– roestvrij staal met een niet magneti-
seerbare bodem
– aluminium of koper
– glas, keramiek of aardewerk

Pannen controleren

Als u niet zeker weet of een pan ge­schikt is voor inductie, houdt u een magneet tegen de bodem van de pan. Als de magneet hecht, is de pan in prin­cipe geschikt.
27
Inductie
Indicatie van een ontbrekende/onge­schikte pan
Op het bedieningspaneel van de kook­zone knippert de ingestelde vermo­gensstand
– als u een kookzone zonder pan of
met een ongeschikte pan (met niet magnetiseerbare bodem) inschakelt
– als de bodemdiameter van de pan te
klein is
– als u de pan van een ingeschakelde
kookzone haalt
Als u binnen 3 minuten een geschikte pan op de kookzone zet, stopt het knip­peren en kunt u gewoon doorgaan.
Als u geen (geschikte) pan plaatst, wordt de kookzone na 3 minuten auto­matisch uitgeschakeld.

Tips

– Kies voor een optimaal gebruik van
de kookzone een pan met een pas­sende bodemdiameter (zie hoofd­stuk: “Overzicht”, paragraaf: “Kook­zones”). Als de pan te klein is, wordt deze niet herkend.
– Gebruik alleen pannen met een glad-
de bodem. Een ruwe bodem kan krassen op de keramische plaat ver­oorzaken.
– Til pannen op als u ze wilt verplaat-
sen. U voorkomt zo vlekken door wrijving en krassen. Krassen die ont­staan als pannen heen en weer wor­den geschoven, hebben geen invloed op de functie van de kookplaat. Der­gelijke krassen zijn normale gebruiks­sporen en geen reden tot een klacht.
– Houd er bij de aanschaf rekening
mee dat pannenfabrikanten vaak de maximale diameter of de diameter aan de bovenkant vermelden. Van belang is echter alleen de (meestal kleinere) bodemdiameter.
28
– Gebruik bij voorkeur pannen met een
rechte rand. Bij pannen met een schuine rand werkt de inductie ook op de rand van de pan. De rand kan hierdoor verkleuren, een coating kan afbladderen.

Geluiden

Bij gebruik van een inductiekookplaat kunnen in de pannen allerlei geluiden ontstaan. De geluiden zijn afhankelijk van het materiaal en de constructie van de bodem van de pannen.
Bij een hoge vermogensstand kunt u gebrom horen. Dit geluid neemt af of verdwijnt als u een lagere vermogens­stand instelt.
Bij pannen met een bodem die uit ver­schillende materialen bestaat (bijvoor­beeld een sandwichbodem) kan een knetterend geluid optreden.
Er kan een fluitend geluid ontstaan als de met elkaar verbonden kookzones (zie hoofdstuk: “Bediening”, paragraaf: “Booster”) tegelijk zijn ingeschakeld en op de kookzones pannen staan met een bodem die uit verschillende materialen bestaat (bijvoorbeeld een sandwichbo­dem).
Inductie
Vooral bij lage vermogensstanden kun­nen bij elektronische schakelingen klik­geluiden optreden.
Als de koelventilator inschakelt, kan er een zoemend geluid ontstaan. De venti­lator koelt de elektronica als u de kook­plaat intensief gebruikt. Ook nadat u de kookplaat heeft uitgeschakeld, kan de ventilator nog doordraaien.
29
Loading...
+ 67 hidden pages