Keramische inductiekookvlakken
KM 6322 / KM 6323
KM 6347 / KM 6348
Lees absoluut de gebruiksen montageaanwijzing voor u het
toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en
u voorkomt schade aan het toestel.
M.-Nr. 09 454 680
nl-BE
Page 2
Inhoud
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................4
Beschrijving van het toestel ........................................13
Dienst Herstellingen aan huis van Miele, typeplaatje, garantie............77
3
Page 4
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit kookvlak voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor
schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter
letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees deze gebruiks- en montageaanwijzing daarom eerst aan
dachtig door voordat u het toestel in gebruik neemt.
U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent inbouw, veiligheid,
gebruik en onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
schade aan het toestel.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat
deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan
wie het toestel eventueel na u gebruikt.
-
-
4
Page 5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Juist gebruik
Dit kookvlak is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
~
gelijkaardige omgevingen.
Dit kookvlak is niet bestemd voor gebruik buiten.
~
Gebruik het kookvlak uitsluitend in huishoudelijke context voor het
~
bereiden en warmhouden van gerechten.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk
~
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn
dit kookvlak veilig te bedienen, moeten bij de bediening in het oog
worden gehouden.
Deze personen mogen het toestel zonder toezicht bedienen, maar
alleen wanneer hun de bediening van het toestel zo uitgelegd is dat
ze het veilig kunnen bedienen. Ze moeten de eventuele risico's van
een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
-
5
Page 6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het kook
~
vlak worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehou
den.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het kookvlak zonder toezicht be
~
dienen, maar alleen wanneer hun de bediening van het toestel zo
uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Ze moeten de even
tuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen en
begrijpen.
Kinderen mogen het kookvlak niet zonder toezicht reinigen.
~
Hou kinderen die in de buurt van het kookvlak komen in het oog.
~
Laat kinderen nooit met het toestel spelen.
Het kookvlak wordt heet wanneer het in gebruik is en dat blijft het
~
ook nog enige tijd na het uitschakelen. Hou kinderen van het toestel
weg totdat het is afgekoeld en er geen gevaar meer bestaat dat ze
er zich aan verbranden.
Gevaar voor verstikking!
~
Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in verpakkingsmateriaal
(bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en daardoor verstikken.
Hou kinderen uit de buurt van verpakkingsmateriaal.
-
-
-
-
Gevaar voor verbranding!
~
Bewaar geen voorwerpen die voor kinderen interessant zijn, boven
of achter het kookvlak. Anders worden kinderen ertoe verleid op het
toestel te klauteren.
Gevaar voor verbranding!
~
Draai de handvaten van de kookpotten en pannen over het werk
blad. Zo voorkomt u dat kinderen zich verbranden door kookpotten
en pannen van het kookvlak te trekken.
6
-
Page 7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Maak gebruik van de inschakelblokkering om te vermijden dat
~
kinderen het kookvlak per ongeluk inschakelen. Wanneer u het
kookvlak gebruikt, schakelt u de vergrendeling in om te vermijden
dat kinderen de (ingestelde) instellingen wijzigen.
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of
~
herstellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's
ontstaan. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen al
leen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zijn.
Een beschadigd kookvlak kan uw veiligheid in gevaar brengen.
~
Controleer of het toestel zichtbaar beschadigd is. Een beschadigd
toestel mag u nooit in gebruik nemen.
De elektrische veiligheid van het kookvlak is alleen gewaarborgd
~
als het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsysteem. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan.
Laat de elektrische installatie in uw woning bij twijfel door een elektricien controleren.
-
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
~
van het kookvlak moeten absoluut overeenstemmen met deze van
het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan uw toestel.
Vergelijk deze gegevens voordat u het toestel aansluit.
Vraag bij twijfel inlichtingen aan een elektricien.
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
~
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Gebruik deze niet om het
kookvlak aan te sluiten op het elektriciteitsnet.
Gebruik het kookvlak enkel in ingebouwde toestand. Enkel dan is
~
een veilige werking gewaarborgd.
Dit kookvlak mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip)
~
worden gebruikt.
7
Page 8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wanneer u aansluitingen onder spanning aanraakt of de elek
~
trische en mechanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar
opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van het kookvlak
leiden.
Open nooit de behuizing van het toestel.
Het recht op garantie vervalt wanneer het kookvlak door een klan
~
tendienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat ze ten
~
volle voldoen aan de eisen qua veiligheid. Defecte onderdelen mo
gen enkel worden vervangen door originele Miele-wisselstukken.
Het kookvlak is niet bestemd voor gebruik met een externe scha-
~
kelklok (timer) of een systeem voor besturing op afstand.
Het kookvlak moet op het elektriciteitsnet worden aangesloten
~
door een vakman of vakvrouw die op de hoogte is van
elektriciteitsaansluitingen. Om een beschadigde aansluitkabel te
vervangen, moet een speciale aansluitkabel worden geïnstalleerd
door een vakman of vakvrouw die op de hoogte is van
elektriciteitsaansluitingen. Zie rubriek "Elektrische aansluiting".
-
-
-
Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet het
~
kookvlak van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn.
Ga daartoe als volgt te werk:
–
Schakel de zekeringen in uw zekeringkast uit of
–
draai de schroefzekeringen in uw zekeringkast helemaal uit of
–
trek de stekker van het toestel (als de aansluitkabel uitgerust is
met een stekker) uit het stopcontact.
Trek daarbij niet aan de aansluitkabel, wel aan de stekker.
Als het kookvlak is uitgerust met een communicatiemodule, moe
~
ten zowel het kookvlak als de communicatiemodule van het elektrici
teitsnet losgekoppeld zijn tijdens installatie-, onderhouds- en
herstellingswerken.
8
-
-
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gevaar voor elektrische schokken!
~
Als het kookvlak defect is of als de glaskeramiekplaat barsten of
spleten vertoont, mag u het kookvlak niet in gebruik nemen en dient
u het toestel direct uit te schakelen. Ontkoppel het toestel in dat ge
val van het elektriciteitsnet.
Veilig gebruik
Olie en vet kunnen door oververhitting ontvlammen. Laat het
~
kookvlak nooit zonder toezicht achter als u olie of vet gebruikt.
Brand door olie of vet mag u nooit met water blussen. Schakel het
toestel uit en verstik de vlammen voorzichtig met een deksel of een
blusdeken.
Vlammen kunnen de vetfilters van een dampkap in brand doen
~
vliegen. Flambeer nooit gerechten onder een dampkap.
-
Wanneer spuitbussen, licht ontvlambare vloeistoffen of andere
~
brandbare voorwerpen worden verwarmd, kunnen deze in brand
vliegen. Bewaar daarom nooit licht ontvlambare voorwerpen in laden
vlak onder het kookvlak. Is die lade met een bestekinzet uitgerust,
dan dient die vervaardigd te zijn van materiaal dat tegen hitte be
stand is.
Verwarm kookgerei nooit zonder inhoud.
~
In afgesloten conservenblikken ontstaat bij het inmaken en ver
~
warmen overdruk, waardoor deze kunnen ontploffen.
Gebruik het kookvlak nooit voor het inmaken en verwarmen van con
servenblikken.
Wanneer het kookvlak wordt afgedekt, bestaat het risico dat het
~
materiaal van de afdekking in brand vliegt, springt of smelt als u het
toestel per ongeluk inschakelt of als het nog warm is van een berei
ding.
Dek het kookvlak nooit af, bijv. met een afdekplaat, doek of folie.
-
-
-
-
9
Page 10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wanneer u een elektrisch toestel (bijv. een handmixer) gebruikt in
~
de buurt van het kookvlak, zorgt u ervoor dat de aansluitkabel niet
met het hete kookvlak in contact komt. De isolatie van de aansluitka
bel kan beschadigd raken.
Als het kookvlak is ingebouwd achter een meubeldeur, mag het
~
alleen worden gebruikt wanneer de meubeldeur geopend is.
Sluit de meubeldeur pas wanneer de aanduidingen van resterende
warmte niet meer worden weergegeven.
Het kookvlak wordt heet wanneer het in gebruik is en dat blijft het
~
ook nog enige tijd na het uitschakelen. Pas zodra de aanduidingen
van resterende warmte niet meer worden weergegeven, is het gevaar om u te verbranden geweken.
U kunt zich verbranden aan het hete kookvlak. Bescherm uw han-
~
den telkens als u met het hete toestel omgaat door gebruik te maken
van ovenwanten of pannenlappen. Gebruik alleen droge ovenwanten of pannenlappen. Met nat of vochtig textiel wordt de warmte
sterker overgedragen. Dat kan brandwonden door stoom veroorzaken.
-
Als het kookvlak ingeschakeld is, als u het toestel per ongeluk in-
~
schakelt of als het nog warm is van een kookproces, bestaat het risi
co dat metalen voorwerpen die op het kookvlak liggen verhitten.
Andere materialen kunnen smelten of ontvlammen.
Natte deksels van kookgerei kunnen zich vastzuigen.
Gebruik het kookvlak niet om er voorwerpen op neer te leggen.
Vergeet niet de kookzones na gebruik uit te schakelen!
Als er suiker, eten met suiker, kunststof of aluminiumfolie op het
~
hete kookvlak terechtkomt, beschadigen deze de glaskeramiekplaat
wanneer ze afkoelen. Schakel het toestel direct uit en krab deze
stoffen direct weg met een glaskrabber. Trek eerst ovenwanten aan.
Reinig de kookzones met een reinigingsmiddel voor glaskeramiek
zodra ze afgekoeld zijn.
10
-
Page 11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Door het verwarmen van leeg kookgerei kan de
~
glaskeramiekplaat beschadigd raken. Laat het kookvlak niet zonder
toezicht achter terwijl het in werking is!
Als u kookpotten en pannen met een ruwe bodem gebruikt, kun
~
nen er krassen op de glaskeramiekplaat optreden. Gebruik alleen
kookpotten en pannen met een effen bodem.
Zout, suiker of zandkorreltjes, bijv. van tijdens het schoonmaken
~
van groenten, kunnen krassen veroorzaken wanneer ze onder de
bodem van kookgerei terechtkomen. Zorg ervoor dat de
glaskeramiekplaat en de bodem van kookgerei schoon zijn voordat
u kookgerei op het kookvlak plaatst.
Vallende onderwerpen (zelfs lichte voorwerpen zoals zoutvaatjes)
~
kunnen in een minder gunstig geval barsten of spleten veroorzaken.
Vermijd dat er voorwerpen op de glaskeramiekplaat vallen.
Hete voorwerpen op de sensortoetsen en aanduidingen (dis-
~
plays) kunnen de elektronische besturing eronder beschadigen.
Plaats nooit hete kookpotten of pannen op de sensortoetsen en aanduidingen (displays).
Doordat inductiekookzones heel snel heet worden, kan de tempe-
~
ratuur ter hoogte van de bodem van het kookgerei in een mum van
tijd de zelfontbrandingstemperatuur van oliën of vetten bereiken.
Laat het kookvlak niet zonder toezicht achter terwijl het in werking is!
-
Verwarm vetten en oliën gedurende maximaal 1 minuut en ge
~
bruik daartoe nooit de booster.
Alleen voor personen met een pacemaker:
~
In de onmiddellijke omgeving van het ingeschakelde kookvlak ont
staat een elektromagnetisch veld. Het is echter onwaarschijnlijk dat
de werking van uw pacemaker hierdoor wordt beïnvloed.
Bij twijfel vraagt u de fabrikant van uw pacemaker of uw arts om
raad.
-
-
11
Page 12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het elektromagnetische veld van het ingeschakelde kookvlak kan
~
de werking van magnetiseerbare voorwerpen beïnvloeden.
Er mogen zich geen kredietkaarten, opslagmedia,
zakrekenmachines enz. in de onmiddellijke omgeving van het inge
schakelde kookvlak bevinden.
Metalen voorwerpen die in een lade onder het kookvlak worden
~
bewaard, kunnen heet worden wanneer het toestel lang en intensief
wordt gebruikt. Bewaar geen metalen voorwerpen in een lade vlak
onder het kookvlak.
Uw kookvlak is uitgerust met een koelventilator. Wanneer er zich
~
een lade bevindt onder het ingebouwde toestel, moet u ervoor zorgen dat er voldoende afstand is tussen de inhoud van de lade en de
onderkant van het toestel om zo een optimale toevoer van koellucht
voor het kookvlak te verzekeren.
Bewaar geen scherpe of kleine voorwerpen of papier in de lade. Die
kunnen via de ventilatiespleten in de behuizing terechtkomen of erin
worden gezogen. Op die manier kan de ventilator of de koeling beschadigd raken of kan de werking ervan negatief worden beïnvloed.
-
Gebruik nooit twee stuks kookgerei tegelijk op één kookzone, één
~
braadzone of één PowerFlex-kookgebied.
Reiniging en onderhoud
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderde
~
len die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen van het kookvlak nooit een stoomreiniger.
Als het kookvlak boven een oven of fornuis met pyrolysereiniging
~
ingebouwd is, mag het tijdens de pyrolysereiniging niet worden ge
bruikt. De beveiliging tegen oververhitting van het kookvlak zou in
werking kunnen treden (zie desbetreffende rubriek).
12
-
-
Page 13
Modellen
KM 6322 / KM 6323
Beschrijving van het toestel
ab Kookzones met booster
c PowerFlex-kookzone met TwinBooster, met
d combineerbaar tot PowerFlex-kookgebied
d PowerFlex-kookzone met TwinBooster
e Bedieningsveld
13
Page 14
Beschrijving van het toestel
KM 6347 / KM 6348
ab Kookzones met booster
c PowerFlex-kookzone met TwinBooster, met
d combineerbaar tot PowerFlex-kookgebied
d PowerFlex-kookzone met TwinBooster
e Bedieningsveld
14
Page 15
Bedieningsveld
Sensortoetsen
h
Beschrijving van het toestel
n
m
g
f
k
l
e
d
$
a
a Aan/uit
b Cijferreeks
- Vermogensstand instellen
- Tijd instellen
c Vergrendeling
d Booster / TwinBooster
e Kookzone selecteren
f PowerFlex-kookgebied inschakelen
g - Timer selecteren
- Van timerfunctie veranderen
- Een uitschakeltijd selecteren (zie rubriek "Kookzone automatisch uitscha
kelen")
h Stop and Go
b
j
c
i
-
15
Page 16
Beschrijving van het toestel
Controlelampjes
i Vergrendeling
j Booster
Kookzonedisplays
k
0= Kookzone gebruiksklaar
^= Warmhoudstand
1 tot 9= Vermogensstand
f= TwinBooster, stand 1
h= Booster / TwinBooster, stand 2
ß= Geen kookgerei of ongeschikt kookgerei (zie rubriek "Inductie")
#= Resterende warmte
A= Kookstartautomaat geactiveerd (alleen als u het aantal vermogens-
standen hebt uitgebreid)
l Controlelampje dat aangeeft dat de kookstartautomaat geactiveerd is of dat
tussenstanden aangeeft als u het aantal vermogensstanden hebt uitgebreid
(zie rubriek "Programmering")
Timerdisplay
m Controlelampje voor toewijzing van de kookzone, bijv. kookzone achteraan
rechts
n Tijd in minuten
16
Page 17
Beschrijving van het toestel
Kookzonegegevens
KookzoneKM 6322 / KM 6323
Minimale tot maximale
C in cm*
y14 - 20Normaal
w10 - 16Normaal
x15 - 23Normaal
z15 - 23Normaal
x + z15x15/
23x39
* Binnen het opgegeven bereik kan kookgerei met elke bodemdiameter worden
gebruikt.
** Het opgegeven vermogen kan variëren en is afhankelijk van de grootte en het
materiaal van het gebruikte kookgerei.
Vermogen in watt bij 230 V**
1850
Booster
Booster
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
Normaal
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
Totaal:7400
3000
1400
2200
2100
3000
3700
2100
3000
3700
3400
4800
7400
17
Page 18
Beschrijving van het toestel
KookzoneKM 6347 / KM 6348
Minimale tot maximale
C in cm*
y16 - 23Normaal
w10 - 16Normaal
x15 - 23Normaal
z15 - 23Normaal
x + z15x15/
23x39
Vermogen in watt bij 230 V**
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
Booster
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
Normaal
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
Totaal:7400
2300
3000
3700
1400
2200
2100
3000
3700
2100
3000
3700
3400
4800
7400
* Binnen het opgegeven bereik kan kookgerei met elke bodemdiameter worden
gebruikt.
** Het opgegeven vermogen kan variëren en is afhankelijk van de grootte en het
materiaal van het gebruikte kookgerei.
18
Page 19
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het kookvlak
voor transportschade. Er werd voor mi
lieuvriendelijk en recycleerbaar verpak
kingsmateriaal gekozen.
Het recycleren van het verpakkingsma
teriaal vermindert de afvalproductie en
het gebruik van grondstoffen. Uw han
delaar neemt de verpakking terug.
Wat met een afgedankt toe
stel?
-
Oude elektrische en elektronische toe
-
stellen bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functio
neren en de veiligheid van het toestel
nodig waren. Als deze stoffen bij het
restafval terechtkomen of verkeerd wor
den behandeld, kunnen ze schade be
rokkenen aan de menselijke gezond
heid en het milieu. Geef uw oude toe
stel dus niet mee met het gewone huis
vuil.
Breng het toestel liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk containerpark.
Vraag meer informatie aan uw
Miele-handelaar.
-
-
-
-
-
-
-
-
Zorg er ook voor dat het toestel
kindveilig wordt bewaard voor u het
wegbrengt.
19
Page 20
Vóór het eerste gebruik
Kleef het typeplaatje dat bij de documentatie bijgevoegd is
op de daarvoor bestemde plaats in de rubriek over het type
plaatje.
Eerste reiniging
Verwijder eventuele beschermfolies en stickers.
^
Vóór het eerste gebruik gaat u met een vochtige doek over
^
het toestel. Vervolgens wrijft u het droog.
Toestel in gebruik nemen
Enkel bij kookvlakken met facetrand (geslepen glazen
rand):
De eerste dagen na de inbouw kan er een kleine spleet
zichtbaar zijn tussen het kookvlak en het werkblad. Door
het gebruik wordt die kleiner. Ondanks deze spleet blijft de
elektrische veiligheid steeds gewaarborgd.
-
20
De metalen delen van het toestel zijn voorzien van een speciaal beschermlaagje. Wanneer het toestel voor het eerst wordt
gebruikt, komt er een geur vrij en ontstaat er eventueel damp.
Ook door de verwarming van de inductiespoelen komt er in
de eerste gebruiksuren een geur vrij. Bij het volgende ge
bruik is de geur al wat minder merkbaar. Uiteindelijk verdwijnt
ze helemaal.
De geur en damp die eventueel ontstaan, wijzen niet op een
verkeerde aansluiting noch op een defect aan het toestel. Ze
zijn niet schadelijk voor de gezondheid.
Hou er rekening met dat de opwarmtijd bij inductiekook
vlakken erg veel korter is dan bij traditionele kookvlakken.
-
-
Page 21
Hoe werkt het?
Inductie
Onder elke kookzone bevindt zich een inductiespoel. Als u
een kookzone inschakelt, genereert deze spoel een magneet
veld waardoor de bodem van het kookgerei heet wordt. De
kookzone zelf wordt alleen onrechtstreeks verwarmd door de
stralingswarmte van het kookgerei.
De inductie werkt alleen bij kookgerei met een magnetische
bodem (zie rubriek "Kookgerei"). Het kookvlak houdt automa
tisch rekening met de grootte van het geplaatste kookgerei.
Op het kookzonedisplay knipperen afwisselend het symbool
ß en de ingestelde vermogensstand wanneer
de kookzone wordt ingeschakeld terwijl er geen kookgerei
–
of ongeschikt kookgerei (kookgerei met een
niet-magnetische bodem) op de kookzone staat,
– de bodemdiameter van het gebruikte kookgerei te klein is,
– het kookgerei van een ingeschakelde kookzone wordt
weggenomen.
-
-
Als binnen de 3 minuten geschikt kookgerei op de kookzone
wordt gezet, verdwijnt het symbool ß en kunt u gewoon doorgaan.
Wordt er geen kookgerei of ongeschikt kookgerei op de kookzone gezet, dan wordt de kookzone na 3 minuten automa
tisch uitgeschakeld.
Gevaar voor verbranding!
Als het toestel ingeschakeld is, als u het toestel per onge
luk inschakelt of als het nog warm is van een kookproces,
bestaat het risico dat metalen voorwerpen die op het
kookvlak liggen verhitten.
Gebruik het kookvlak niet om er metalen voorwerpen (bijv.
bestek) op neer te leggen.
Vergeet niet de kookzones na gebruik uit te schakelen.
-
-
21
Page 22
Inductie
Geluiden
Bij gebruik van inductiekookzones kunnen in het kookgerei,
afhankelijk van het materiaal en de uitvoering van de bodem,
volgende geluiden ontstaan:
Er kan een bromgeluid optreden op een hoge vermogens
–
stand. Dat geluid neemt af of verdwijnt wanneer een lagere
vermogensstand wordt ingesteld.
Er kan een knetterend geluid optreden bij gebruik van
–
kookgerei met een bodem die uit verschillende materialen
bestaat (bijv. een sandwichbodem).
Er kan een fluitend geluid ontstaan als de met elkaar ver
–
bonden (gekoppelde) kookzones (zie rubriek "Booster") te
gelijkertijd worden gebruikt en op de kookzones kookgerei
staat met een bodem die uit verschillende materialen bestaat (bijv. een sandwichbodem).
– Er kan een klikgeluid optreden tijdens elektronische
schakelprocessen, en dan vooral op lage vermogensstanden.
-
-
-
22
– Er kan een zoemend geluid optreden wanneer de koelven-
tilator wordt ingeschakeld. Deze wordt ingeschakeld om
de elektronische besturing te beschermen wanneer het
kookvlak intensief wordt gebruikt. Ook nadat u het toestel
hebt uitgeschakeld, kan de koelventilator nog even
doordraaien.
Page 23
Kookgerei
Inductie
Kookgerei uit de volgende materialen is geschikt:
roestvrij staal met magnetische bodem,
–
geëmailleerd staal,
–
gietijzer.
–
Kookgerei uit de volgende materialen is niet geschikt:
roestvrij staal met niet-magnetische bodem,
–
aluminium of koper,
–
glas, keramiek of aardewerk.
–
Als u niet zeker bent of een kookpot of pan geschikt is voor
inductie, kunt u dat controleren door een magneet tegen de
bodem van het kookgerei te houden. Als de magneet zich
vasthecht, is het kookgerei geschikt.
Hou ermee rekening dat de eigenschappen van de bodem
van het kookgerei het bereidingsresultaat kunnen beïnvloeden.
Om optimaal gebruik te maken van een kookzone, moet u de
grootte van het kookgerei zo kiezen dat het kookgerei tussen
de binnenste en de buitenste markering van de kookzone
past. Wanneer het kookgerei kleiner is dan de binnenste markering, reageert de kookzone alsof er geen kookgerei ge
plaatst is.
Hou ermee rekening dat bij pannen en kookpotten vaak de
maximale of bovenste diameter wordt opgegeven. Wat telt, is
echter de meestal kleinere diameter van de bodem.
Gevaar voor verbranding!
Als het kookgerei niet centraal op de kook- of braadzone
staat, kunnen de handvaten in bepaalde omstandigheden
erg heet worden.
Plaats het kookgerei centraal op de kook- of braadzone.
-
23
Page 24
Tabel met vermogensstanden
In de fabriek zijn 9 vermogensstanden geprogrammeerd. Als u fijner afgestemde
vermogensstanden wenst, kunt u het aantal standen uitbreiden (zie rubriek "Pro
grammering"). Om de tussenstand aan te geven, verschijnt een punt naast het cij
fer.
Vermogensstand
Fabrieksinstel
ling
(9 vermogens
standen)
Warmhoudenhh
Boter smelten
Gelatine oplossen
Rijstpap of havermoutpap maken22 - 2.
Kleine hoeveelheden vloeistof opwarmen
Rijst koken
Groenten in blokken ontdooien32. - 3
Graan gaar koken32. - 3.
Vloeibare of halfvaste gerechten opwarmen
Omelet of spiegelei zonder korst bakken
Fruit blancheren
Deegwaren gaar koken44 - 5.
Groente of vis stoven55
Diepvriesproducten ontdooien en opwarmen55 - 5.
Grote hoeveelheden eten aan de kook brengen, bijv. een
pansgerechten
Gebonden saus of roomsaus maken, bijv. witte-wijnsaus
of sauce hollandaise
Spiegeleieren behoedzaam bakken (zonder dat het vet over
verhit wordt)
Vis, schnitzel en worst behoedzaam braden (zonder dat het
vet oververhit wordt)
Pannenkoeken of flensjes bakken76. -7
Stoofgerechten aanbraden/even laten braden88 - 8.
Grote hoeveelheden water aan de kook brengen
Kookstart
-
-
1-21-2.
33-3.
44-4.
65.-6
65.-6.
76.-7.
99
Aantal uitgebreid
(17 vermogens-
-
standen)
-
-
De gegevens zijn richtwaarden.
Het vermogen van de inductiespoel varieert afhankelijk van de grootte en het ma
teriaal van de bodem van het kookgerei. Daarom is het mogelijk dat u met uw
kookgerei lichtjes andere vermogensstanden moet gebruiken. Probeer zelf uit wat
de optimale instellingen zijn voor uw kookgerei.
24
-
Page 25
Bedieningsprincipe
Het bedieningsveld van uw keramische kookvlak is voorzien
van elektronische sensortoetsen. Die reageren op het contact
met uw vingers.
Bediening
Door met een vinger de gewenste sensortoetsen aan te ra
ken, bedient u het kookvlak. Bij elke reactie van de sensor
toetsen hoort u een geluidssignaal.
Om de vermogensstand van een kookzone of een tijd te kun
nen instellen of wijzigen, moet de desbetreffende kookzone of
de timer geactiveerd zijn.
Raak de sensortoets van de desbetreffende kookzone of de
timer aan om de kookzone of de timer te activeren. Wanneer
u de sensortoets aanraakt, begint het display van de desbe
treffende kookzone of het timerdisplay te knipperen. Zolang
het display knippert, is de kookzone of de timer geactiveerd
en kunt u een vermogensstand of tijd instellen.
Uitzondering:
Als er slechts één kookzone in gebruik is, kan de vermogensstand worden gewijzigd zonder dat u eerst de sensortoets
van de betreffende kookzone hoeft aan te raken.
Is het bedieningsveld vuil of liggen er voorwerpen op, dan
reageren de sensortoetsen niet of activeert u onbedoeld
functies. Ook is het mogelijk dat het kookvlak dan automa
tisch wordt uitgeschakeld (zie rubriek "Veiligheidsuitscha
keling").
Heet kookgerei op het bedieningsveld kan de elektro
nische besturing eronder beschadigen.
Hou het bedieningsveld schoon, leg er geen voorwerpen
op en plaats er geen heet kookgerei op.
-
-
-
-
-
-
-
25
Page 26
Bediening
Gevaar voor brand!
Laat het toestel niet zonder toezicht achter terwijl het in
werking is!
Kookvlak inschakelen
Raak de sensortoets s aan.
^
Op de displays van al de kookzones verschijnt een 0. Stelt u
niets in, dan wordt het kookvlak om veiligheidsredenen na en
kele seconden weer uitgeschakeld.
Kookzone activeren
Raak kort de sensortoets van de desbetreffende kookzone
^
aan.
De 0 op het display van de kookzone knippert.
Vermogensstand instellen
In de fabriek geprogrammeerde vermogensstanden
-
26
^ Raak het desbetreffende cijfer aan in de cijferreeks.
De ingestelde vermogensstand knippert gedurende enkele
seconden en brandt dan continu.
Tussenstanden als u het aantal vermogensstanden hebt
uitgebreid
(zie rubriek "Tabel met vermogensstanden")
^
Raak de ruimte tussen de cijfers aan.
De ingestelde vermogensstand knippert gedurende enkele
seconden en brandt dan continu. Om de tussenstand aan te
geven, verschijnt een punt naast het cijfer.
Page 27
Vermogensstand wijzigen
Raak kort de sensortoets van de desbetreffende kookzone
^
aan.
Bediening
De vermogensstand op het display van de kookzone knip
pert.
Stel de gewenste vermogensstand in door in de cijferreeks
^
het desbetreffende cijfer aan te raken.
Als er slechts één kookzone in gebruik is, kan de vermo
gensstand worden gewijzigd zonder dat u eerst de sensor
toets van de betreffende kookzone hoeft aan te raken.
PowerFlex-kookgebied
U kunt de PowerFlex-kookzones aan elkaar koppelen om één
PowerFlex-kookgebied te creëren. De instellingen voor het
kookgebied worden met de kookzone achteraan rechts bediend; op het display van de kookzone vooraan rechts wordt
œ weergegeven.
Activeren/deactiveren
^ Raak de sensortoets y aan.
-
-
-
27
Page 28
Bediening
Kookstartautomaat
Activeren
Als de kookstartautomaat geactiveerd is, wordt de desbetref
fende kookzone automatisch een bepaalde tijd op het hoog
ste vermogen verwarmd. Daarna wordt teruggeschakeld naar
de vermogensstand die u hebt ingesteld. Dit noemen we de
voortkookstand. De kookstarttijd hangt af van de ingestelde
voortkookstand (zie tabel).
Raak kort de sensortoets van de desbetreffende kookzone
^
aan.
Het display van de kookzone knippert.
Stel een voortkookstand in door het gewenste cijfer zo lang
^
aan te raken totdat een geluidssignaal weerklinkt en op het
kookzonedisplay een controlelampje brandt rechts van de
voortkookstand.
Na afloop van de kookstarttijd gaat het controlelampje rechts
van de voortkookstand uit.
Hebt u het aantal vermogensstanden uitgebreid (zie rubriek "Programmering"), dan knipperen op het display afwisselend een A en de voortkookstand (tot het einde van de
kookstarttijd).
Wanneer u gedurende de kookstarttijd de voortkookstand
wijzigt, deactiveert u de kookstartautomaat.
-
-
Deactiveren
28
^
Raak kort de sensortoets van de desbetreffende kookzone
aan.
Het display van de kookzone knippert.
^
Raak de ingestelde voortkookstand zo lang aan totdat het
controlelampje of A uitgaat.
of
^
Stel een andere vermogensstand in.
Page 29
Bediening
Voortkookstand*Kookstarttijd (duur)
in minuten en seconden (ca.)
10:15
1.0:15
20:15
2.0:15
30:25
3.0:25
40:50
4.0:50
52:00
5.5:50
65:50
6.2:50
72:50
7.2:50
82:50
8.2:50
9-
* De voortkookstanden met een punt zijn alleen beschikbaar
als u het aantal vermogensstanden hebt uitgebreid (zie ru
briek "Programmering").
-
29
Page 30
Bediening
Booster
De kookzones hebben een booster of een TwinBooster (zie
rubriek "Beschrijving van het toestel").
Met de booster kan een hoger vermogen worden geleverd
om snel grote hoeveelheden te kunnen verwarmen (bijv.
grote hoeveelheden water voor het koken van pasta). Dat ho
gere vermogen is maximaal 15 minuten actief.
-
U kunt de booster maximaal voor twee kookzones tegelijk ge
bruiken.
Als u de booster inschakelt wanneer
er geen vermogensstand is ingesteld, wordt na afloop van
–
de boostertijd of bij voortijdig uitschakelen automatisch
naar vermogensstand 9 teruggeschakeld.
– er wel een vermogensstand is ingesteld, wordt na afloop
van de boostertijd of bij voortijdig uitschakelen automatisch naar de eerder ingestelde vermogensstand teruggeschakeld.
Neemt u tijdens de boostertijd het kookgerei weg, dan loopt
de boostertijd verder.
Er zijn telkens twee kookzones met elkaar verbonden (gekoppeld) om het vermogen voor de booster te kunnen leveren.
Gedurende de boostertijd wordt een deel van het vermogen
onttrokken aan de verbonden (gekoppelde) kookzone . Dat
heeft een van de volgende gevolgen:
- een kookstart wordt gedeactiveerd
- de vermogensstand wordt verlaagd
- de verbonden (gekoppelde) kookzone wordt uitgeschakeld.
-
30
Page 31
Booster inschakelen
Bediening
Raak de sensortoets van de desbetreffende kookzone aan.
^
Stel eventueel een vermogensstand in.
^
Raak de sensortoets B I/II aan.
^
Het controlelampje voor de booster gaat aan en op het dis
play van de kookzone begint h te knipperen.
Na enkele seconden brandt h continu en gaat het controle
lampje uit.
TwinBooster inschakelen
Stand 1
Raak de sensortoets van de desbetreffende kookzone aan.
^
^ Stel eventueel een vermogensstand in.
^ Raak de sensortoets B I/II aan.
Het controlelampje voor de booster gaat aan en op het display van de kookzone knippert f. Na enkele seconden brandt
f continu en gaat het controlelampje uit.
Stand 2
^ Raak de sensortoets van de desbetreffende kookzone aan.
^ Stel eventueel een vermogensstand in.
^
Raak de sensortoets B I/II 2 keer aan.
Het controlelampje voor de booster gaat aan en op het dis
play van de kookzone knippert h. Na enkele seconden brandt
h continu en gaat het controlelampje uit.
-
-
-
Booster/TwinBooster uitschakelen
^
Raak de sensortoets van de desbetreffende kookzone aan.
^
Raak de sensortoets B I/II zo vaak aan totdat het controle
lampje voor de booster uitgaat en op het display van de
kookzone de ingestelde vermogensstand wordt weergege
ven.
of
^
Raak de sensortoets van de desbetreffende kookzone aan.
^
Stel een andere vermogensstand in.
-
-
31
Page 32
Bediening
Warmhouden
Alle kookzones zijn voorzien van een warmhoudstand, "h".
Deze bevindt zich tussen de vermogensstanden "0" en "1".
De warmhoudstand dient om warme gerechten vlak na de
bereiding warm te houden, niet om koud geworden ge
rechten opnieuw te verwarmen.
-
Wanneer u de warmhoudstand hebt ingesteld, blijft de kook
zone maximaal 2 uur ingeschakeld.
Warmhoudstand instellen
Raak de sensortoets van de desbetreffende kookzone aan.
^
Raak in de cijferreeks de ruimte aan tussen de vermogens
^
standen "0" en "1".
Op het kookzonedisplay wordt "h" weergegeven.
Tips
– Hou gerechten uitsluitend in het kookgerei (kookpot/pan)
warm. Dek het kookgerei af met een deksel.
– Tijdens het warmhouden moeten de gerechten niet worden
omgeroerd.
– Hou ermee rekening dat er voedingsstoffen verloren gaan
tijdens het bereiden van voedingsmiddelen en dat dit pro
ces wordt voortgezet tijdens het warmhouden. Hoe langer
de voedingsmiddelen worden warmgehouden, hoe meer
voedingsstoffen er verloren gaan. Hou de warmhoudtijd zo
kort mogelijk.
-
-
-
32
Page 33
Uitschakelen / aanduiding van resterende warmte
Kookzone uitschakelen
Raak de sensortoets van de desbetreffende kookzone
^
2 keer aan.
Bediening
Op het kookzonedisplay knippert gedurende enkele secon
den een 0. Is de kookzone nog heet, dan wordt kort daarna
via streepjes de resterende warmte weergegeven.
Kookvlak uitschakelen
Raak de sensortoets s aan.
^
Nu zijn alle kookzones uitgeschakeld. Op de displays van de
kookzones die nog te heet zijn om aan te raken, wordt de res
terende warmte via streepjes weergegeven.
Aanduiding van resterende warmte
De streepjes die de resterende warmte weergeven, verdwijnen één voor één naarmate de kookzones afkoelen. Het
laatste streepje verdwijnt pas zodra u de kookzones zonder
enig risico kunt aanraken.
Gevaar voor verbranding!
Raak de kookzones niet aan zolang de streepjes voor de
resterende warmte branden.
-
-
33
Page 34
Tips om energie te besparen
Kook bij voorkeur met een deksel op de kookpot of pan. Zo
–
vermijdt u dat er nodeloos warmte ontsnapt.
Zonder dekselMet deksel
Gebruik voor kleine hoeveelheden een kleine kookpot.
–
Voor het verwarmen van een kleine kookpot is minder
energie nodig dan voor het verwarmen van een grotere,
nauwelijks gevulde kookpot.
– Gebruik weinig water bij het bereiden.
– Stel na de kookstart of het aanbraden een lagere vermo-
gensstand in.
34
– U kunt de bereidingstijd aanzienlijk verkorten door een
snelkookpan/snelkookpot te gebruiken.
Page 35
Kookwekker
Instellen
Timer
Als u de timer wilt gebruiken, moet het kookvlak ingeschakeld
zijn.
U kunt de timer op twee manieren gebruiken:
als kookwekker
–
voor het automatisch uitschakelen van een kookzone.
–
U kunt een tijd tot 99 minuten instellen.
Voorbeeld: U wilt 15 minuten instellen.
^ Schakel het kookvlak in (als dat nog niet gebeurd is).
^ Raak de sensortoets m aan.
Op het timerdisplay verschijnt 00.De0 rechts knippert.
Eerst wordt het linkercijfer van de tijd ingesteld, vervolgens
het rechtercijfer.
Wijzigen
Wissen
^ Raak in de cijferreeks het cijfer aan dat u wilt instellen als
linkercijfer (in dit voorbeeld 1).
Op het timerdisplay knippert nu rechts een 1.
^
Raak in de cijferreeks het cijfer aan dat u wilt instellen als
rechtercijfer (in dit voorbeeld 5).
De 1 verschuift naar links en rechts verschijnt 5.
Het aftellen van de kookwekkertijd begint.
^
Raak de sensortoets m aan.
^
Stel de gewenste tijd in zoals hierboven beschreven.
^
Raak de sensortoets m zo lang aan totdat 00 wordt weer
gegeven op het timerdisplay.
-
35
Page 36
Timer
Kookzone automatisch uitschakelen
U kunt een tijd instellen waarna een kookzone automatisch
moet worden uitgeschakeld.
De functie voor het automatisch uitschakelen kan voor alle
kookzones tegelijk worden geprogrammeerd.
Als de geprogrammeerde tijd langer is dan de maximaal
toegelaten gebruiksduur, wordt de kookzone na afloop van
de tijd van de veiligheidsuitschakeling (zie gelijknamige ru
briek) uitgeschakeld.
Stel voor de desbetreffende kookzone een vermogens
^
stand in.
Raak de sensortoets m zo vaak aan totdat op het
^
timerdisplay het controlelampje van de desbetreffende
kookzone knippert.
Als meerdere kookzones ingeschakeld zijn, knipperen de
controlelampjes in wijzerzin, te beginnen vanaf vooraan links.
^ Stel de gewenste tijd in.
-
-
36
De ingestelde tijd wordt in stappen van een minuut afgeteld.
Op het timerdisplay ziet u de resterende tijd. U kunt deze op
elk moment wijzigen.
Als u ook een andere kookzone automatisch wilt laten uit
schakelen, gaat u te werk zoals reeds beschreven.
Als meerdere uitschakeltijden geprogrammeerd zijn, wordt
de kortste resterende tijd weergegeven. Op het timerdisplay
knippert het controlelampje van de desbetreffende kookzone.
De andere controlelampjes branden continu. Wilt u de reste
rende tijden weergeven die op de achtergrond aflopen, raak
dan de sensortoets m zo vaak aan totdat het gewenste con
trolelampje knippert.
-
-
-
Page 37
Combinatiegebruik
Timer
U kunt de functies "kookwekker" en "automatisch uitscha
kelen" tegelijk gebruiken.
Ga als volgt te werk als u een of meer uitschakeltijden hebt
geprogrammeerd en ook de kookwekker wilt instellen:
Raak de sensortoets m zo vaak aan totdat de controlelamp
jes van de geprogrammeerde kookzones continu branden en
op het timerdisplay 00 verschijnt.
Ga als volgt te werk als u de kookwekker hebt ingesteld en
ook een of meer uitschakeltijden wilt programmeren:
Raak de sensortoets m zo vaak aan totdat op het
timerdisplay het controlelampje van de desbetreffende kook
zone knippert.
Kort na het invoeren van de laatste waarde schakelt het
timerdisplay over naar de weergave van de kortste resterende tijd.
Wilt u de resterende tijden weergeven die op de achtergrond
aflopen, raak dan de sensortoets m zo vaak aan totdat
- op het timerdisplay het gewenste controlelampje knippert
(automatische uitschakeling).
- alleen het timerdisplay knippert (kookwekkertijd).
U kunt in wijzerzin de tijden voor alle ingeschakelde kookzones en de kookwekkertijd weergeven, te beginnen vanaf de
kortste resterende tijd.
-
-
-
37
Page 38
Veiligheidsvoorzieningen
Vergrendeling / inschakelblokkering
Om te vermijden dat iemand het kookvlak en de kookzones
per vergissing inschakelt of instellingen wijzigt, is uw toestel
uitgerust met een vergrendeling (inschakelblokkering).
De vergrendeling kan worden geactiveerd als het kookvlak
is ingeschakeld. Als de vergrendeling geactiveerd is, kan het
kookvlak alleen nog beperkt worden bediend:
De vermogensstanden van de kookzones en de instel
–
lingen van de timer kunnen niet worden gewijzigd.
De kookzones, het kookvlak en de timer kunnen wel wor
–
den uitgeschakeld, maar daarna niet weer worden inge
schakeld.
De inschakelblokkering kan worden geactiveerd als het
kookvlak is uitgeschakeld. Als de inschakelblokkering geactiveerd is, kan het toestel niet worden ingeschakeld en kan de
timer niet worden bediend.
Het toestel is zo geprogrammeerd dat de inschakelblokkering
handmatig moet worden geactiveerd.
In de programmeermodus kunt u instellen dat de inschakelblokkering 5 minuten na het uitschakelen van het kookvlak
automatisch wordt geactiveerd als het toestel niet handmatig
wordt vergrendeld (zie rubriek "Programmering").
-
-
-
38
Als u een niet-toegelaten sensortoets aanraakt terwijl de ver
grendeling of inschakelblokkering is geactiveerd, gaat het
desbetreffende controlelampje aan en wordt op het
timerdisplay enkele seconden LC weergegeven.
In de fabriek is bediening met drie vingers ingesteld. U kunt
deze instelling wijzigen in bediening met één vinger (zie ru
briek "Programmering").
Hou ermee rekening dat de vergrendeling en de inscha
kelblokkering worden gedeactiveerd bij een stroomonder
breking.
-
-
-
-
Page 39
Activeren
Deactiveren
Veiligheidsvoorzieningen
Bediening met drie vingers (fabrieksinstelling)
Raak tegelijkertijd de sensortoets $ en de sensortoetsen
^
van de twee kookzones rechts zo lang aan totdat het con
trolelampje van de vergrendeling aangaat en op het
timerdisplay LC wordt weergegeven.
Kort daarna gaat het controlelampje uit en verdwijnt LC.
Bediening met één vinger
Raak de sensortoets $ zo lang aan totdat het controle
^
lampje van de vergrendeling aangaat en op het
timerdisplay LC wordt weergegeven.
Kort daarna gaat het controlelampje uit en verdwijnt LC.
Bediening met drie vingers (fabrieksinstelling)
-
-
^ Raak tegelijkertijd de sensortoets $ en de sensortoetsen
van de twee kookzones rechts zo lang aan totdat het controlelampje van de vergrendeling uitgaat en op het
timerdisplay LC verdwijnt.
Bediening met één vinger
^
Raak de sensortoets $ zo lang aan totdat het controle
lampje van de vergrendeling uitgaat en op het timerdisplay
LC verdwijnt.
-
39
Page 40
Veiligheidsvoorzieningen
Stop and Go
Activeren
Deactiveren
Uw toestel is uitgerust met een functie die bij het activeren er
van de vermogensstand van al de ingeschakelde kookzones
beperkt tot vermogensstand 1. De vermogensstanden van de
kookzones en de instelling van de timer kunnen niet worden
gewijzigd. U kunt alleen het kookvlak uitschakelen.
Bij het deactiveren van "Stop and Go" werken de kookzones
verder op de vermogensstand die u het laatst had ingesteld.
Als de functie niet wordt gedeactiveerd, wordt het kookvlak
na 1 uur uitgeschakeld.
Bij activering van "Stop and Go"
- wordt het aftellen van een ingestelde tijd voor
automatische uitschakeling onderbroken. Zodra u deze
functie deactiveert, loopt de tijd verder.
- loopt de kookwekkertijd zonder onderbreking verder.
^ Raak de sensortoets aan.
Het vermogen van de ingeschakelde kookzones wordt verminderd tot vermogensstand 1.
-
40
^
Raak de sensortoets aan.
De kookzones werken nu verder op de vermogensstand die u
het laatst had ingesteld.
Page 41
Veiligheidsuitschakeling
Als een kookzone te lang aanstaat
Blijft een kookzone ongewoon lang (zie tabel) op dezelfde
vermogensstand in werking, dan wordt die kookzone automa
tisch uitgeschakeld. De aanduiding van resterende warmte
wordt weergegeven.
Wilt u de kookzone opnieuw gebruiken, schakel deze dan op
de gebruikelijke manier weer in.
Vermogensstand*Maximale gebruiksduur in uren
h2
1/1.10
2/2.5
3/3.5
4/4.4
5/5.3
Veiligheidsvoorzieningen
-
6/6.2
7/7.2
8/8.2
91
* De vermogensstanden met een punt zijn alleen beschik
baar als u het aantal vermogensstanden hebt uitgebreid
(zie rubriek "Programmering").
Als de sensortoetsen bedekt zijn
Het kookvlak wordt automatisch uitgeschakeld als een of
meer sensortoetsen langer dan ca. 10 seconden bedekt zijn,
bijvoorbeeld als u uw hand erop legt, een gerecht overkookt
of als er voorwerpen op liggen.
Op het timerdisplay knippert een F.
^
Reinig het bedieningsveld of verwijder de voorwerpen.
F gaat uit. U kunt het kookvlak weer gebruiken.
-
41
Page 42
Veiligheidsvoorzieningen
Beveiliging tegen oververhitting
Alle inductiespoelen en koellichamen van de elektronische
besturing zijn voorzien van een beveiliging tegen oververhit
ting. Voordat de inductiespoelen of de koellichamen overver
hit raken, zorgt de beveiliging tegen oververhitting voor een
van de volgende reacties:
Inductiespoelen
Een ingeschakelde booster wordt afgebroken.
–
De ingestelde vermogensstand wordt verlaagd.
–
De kookzone wordt automatisch uitgeschakeld.
–
Op het timerdisplay knipperen afwisselend "FE"en"44".
Zodra de foutmelding is verdwenen, kunt u de kookzone weer
gewoon gebruiken.
Koellichamen
– Een ingeschakelde booster wordt afgebroken.
-
-
42
– De ingestelde vermogensstand wordt verlaagd.
– De kookzones worden automatisch uitgeschakeld.
Zodra het koellichaam voldoende afgekoeld is, kunt u de
desbetreffende kookzones weer gewoon gebruiken.
De beveiliging tegen oververhitting reageert wanneer
–
er leeg kookgerei wordt verwarmd.
–
er vet of olie op een hoge vermogensstand wordt ver
warmd.
–
de onderzijde van het toestel onvoldoende wordt geventi
leerd.
–
een hete kookzone na een stroomonderbreking weer wordt
ingeschakeld.
Als na het verhelpen van de oorzaken de beveiliging tegen
oververhitting opnieuw reageert, dient u contact op te nemen
met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
-
-
Page 43
Reiniging en onderhoud
Gevaar voor verwonding!
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op on
derdelen die onder spanning staan en een kortsluiting ver
oorzaken.
Gebruik voor het reinigen van het toestel nooit een stoom
reiniger.
-
-
-
Reinig het toestel na elk gebruik. Laat het toestel eerst afkoe
len.
Wrijf het toestel na elke reiniging droog. Zo vermijdt u kalk
aanslag.
Om schade aan de oppervlakken te voorkomen, mogen
de volgende middelen niet worden gebruikt om de oppervlakken te reinigen:
– handafwasmiddel,
– reinigingsmiddelen die soda, alkali, ammoniak, zuur of
chloor bevatten,
– kalkoplossende reinigingsmiddelen,
– vlek- en roestverwijderaars,
– schurende reinigingsproducten, zoals schuurpoeder,
schuurmelk, poetsstenen,
–
reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
–
afwasmiddelen voor de afwasautomaat,
–
grill- of ovensprays,
–
glasreinigers,
-
-
–
schurende harde borstels en sponsjes (bijv. schuurspons
jes), of gebruikte sponsjes die nog resten van een schuur
middel bevatten,
–
speciale "wondersponsen",
–
scherpe voorwerpen
(om te vermijden dat de dichtingen tussen de glaskera
miek en de rand of tussen de rand en het werkblad be
schadigd raken).
-
-
-
-
43
Page 44
Reiniging en onderhoud
Gebruik geen handafwasmiddel bij het reinigen. Als u rei
nigt met een handafwasmiddel, kunt u niet al het vuil en
alle resten verwijderen. Bovendien vormt er zich dan een
onzichtbare film, die ervoor zorgt dat er verkleuringen ont
staan op de glaskeramiek. U kunt deze verkleuringen niet
meer verwijderen.
Reinig het kookvlak regelmatig met een speciaal reini
gingsmiddel voor glaskeramiek.
Verwijder al het grove vuil met een vochtige doek. Aange
koekt vuil schraapt u weg met een glaskrabber.
Maak het kookvlak daarna grondig schoon met het speciale
reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal van
Miele (zie rubriek "Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren") of
een reinigingsmiddel voor keramische kookplaten dat in de
handel verkrijgbaar is. Gebruik daartoe wat keukenrolpapier
of een schone doek. Breng het reinigingsmiddel niet op een
warm kookvlak aan. Hierdoor kunnen er vlekken ontstaan.
Hou rekening met de aanwijzingen van de fabrikant van het
reinigingsmiddel.
Reinig het kookvlak daarna met een vochtige doek. Wrijf het
toestel vervolgens droog. Bij volgende bereidingen zouden
eventuele reinigingsmiddelresten zich inbranden en de glaskeramiek beschadigen. Zorg ervoor dat u alle resten verwijdert.
-
-
-
-
44
Vlekken door kalkresten, water en aluminiumresten
(metaalachtige, glinsterende vlekken) kunt u met het reini
gingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal verwijderen.
Gevaar voor verbranding!
Trek ovenwanten aan voordat u resten van suiker, kunst
stof of aluminiumfolie met een glaskrabber van het hete
kookvlak verwijdert.
Is er suiker, kunststof of aluminiumfolie op het hete kook
vlak terechtgekomen? Schakel het toestel uit. Verwijder de
resten onmiddellijk grondig met een glaskrabber, terwijl de
kookzone nog heet is.
Maak de kookzone verder schoon zodra ze afgekoeld is, zo
als eerder beschreven.
-
-
-
-
Page 45
Programmering
U kunt de programmering van uw toestel wijzigen (zie tabel).
U kunt verscheidene instellingen na elkaar wijzigen.
Nadat u het toestel in de programmeermodus hebt gezet, ziet
u op het timerdisplay P (programma) en S (status). Bij kook
vlakken met 3 kookzones verschijnt achteraan links een extra
aanduiding.
Op de kookzonedisplays vooraan links en achteraan links
wordt het programma weergegeven. Voorbeeld:
Programma 03 = vooraan links 0, achteraan links 3
Programma 14 = vooraan links 1, achteraan links 4
Op het kookzonedisplay vooraan rechts wordt de status
weergegeven.
Wanneer de programmeermodus wordt verlaten, wordt het
toestel automatisch opnieuw ingesteld. Dit proces is voltooid
wanneer boven de sensortoets s kort een controlelampje
aangaat.
Schakel het kookvlak weer in. U mag het pas weer inschakelen nadat het automatisch opnieuw instellen van het toestel is voltooid.
-
Toestel in de programmeermodus zetten
^ Zorg ervoor dat het kookvlak is uitgeschakeld. Raak tege-
lijkertijd de sensortoetsen s en $ zo lang aan totdat het
controlelampje van de vergrendeling knippert.
Programma instellen
^
Om het rechtercijfer in te stellen, raakt u eerst de sensor
toets van de kookzone achteraan links aan en raakt u ver
volgens het desbetreffende cijfer in de cijferreeks aan.
^
Om het linkercijfer in te stellen, raakt u eerst de sensor
toets van de kookzone vooraan links aan en raakt u ver
volgens het desbetreffende cijfer in de cijferreeks aan.
Status instellen
^
Raak eerst de sensortoets van de kookzone vooraan
rechts aan en raak vervolgens het desbetreffende cijfer in
de cijferreeks aan.
-
-
-
-
45
Page 46
Programmering
Instellingen opslaan
Raak de sensortoets s zo lang aan totdat de aandui
^
dingen (displays) uitgaan.
Instellingen niet opslaan
Raak de sensortoets $ zo lang aan totdat de aanduidingen
^
(displays) uitgaan.
-
46
Page 47
Programma*Status** Instelling
Programmering
P00Demo-modus en fabrieks
instellingen
P02Aantal vermogensstanden S0 9 vermogensstanden
P03Geluidssignaal als er geen
kookgerei is geplaatst of
kookgerei dat niet geschikt is voor inductie
S0Demo-modus aan
(wanneer het kookvlak wordt in
geschakeld, wordt enkele secon
den "dE" weergegeven op het
timerdisplay)
S1 Demo-modus uit
S9Herstellen van de
fabrieksinstellingen
(1, 2, 3 ... tot 9)
S117 vermogensstanden
(1, 1., 2, 2., 3 ... tot 9)
Let op!
De kookstartautomaat is nu te
herkennen aan een A die afwisselend met de voortkookstand knippert.
S0 Uit
S1Zacht
S2Halfluid
S3Luid
-
-
P04Geluidssignaal bij het aan
raken van de sensortoet
sen
P05Geluidssignaal van de ti
mer
*Programma’s die niet in de tabel zijn vermeld, kunt u niet instellen.
** De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt.
-
S0Uit
S1Zacht
S2 Halfluid
S3Luid
-
S0Uit
S1Zacht, 10 seconden
S2 Halfluid, 10 seconden
S3Luid, 10 seconden
47
Page 48
Programmering
Programma*Status** Instelling
P06VergrendelingS0Vergrendeling met één vinger
door $ aan te raken
S1 Vergrendeling met drie vingers
door tegelijkertijd $ en de sen
sortoetsen van de twee kookzo
nes rechts aan te raken
P07InschakelblokkeringS0 Alleen handmatige activering van
de inschakelblokkering
-
-
S1Handmatige en automatische ac
tivering van de inschakelblokke
ring
P08KookstartautomaatS0Uit
S1 Aan
P10Miele|home
(alleen bij toestellen met
communicatiemogelijkheden die zijn uitgerust
met een communicatiemodule)
P15Geluidssignaal als er iets
op de sensortoetsen ligt
P16Reactiesnelheid van de
sensortoetsen
* Programma's die niet in de tabel zijn vermeld, kunt u niet instellen.
** De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt.
S0 Niet van toepassing
S1Afgemeld
S2Aangemeld
S0 Uit
S1Aan
S0Langzaam
S1 Normaal
S2Snel
-
-
48
Page 49
Wat gedaan als ...?
De meeste problemen die zich bij het dagelijkse gebruik kunnen voordoen, kunt u
zelf oplossen. Het volgende overzicht kan u hierbij helpen.
Neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele wanneer u er
niet in slaagt de oorzaak van een probleem te vinden of een probleem te ver
helpen.
Gevaar voor verwonding!
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of herstellingswerken
kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan waarvoor Miele niet
aansprakelijk kan worden gesteld. Open nooit zelf de behuizing van het toe
stel. Installatie-, onderhouds- en herstellingswerken mogen alleen worden uit
gevoerd door vakmensen die door Miele erkend zijn.
ProbleemOorzaakOplossing
-
-
-
Het kookvlak of de
kookzones kunnen
niet worden ingeschakeld.
De zekering is gesprongen. Schakel de zekering in
(min. zekering: zie typeplaatje).
Er kan sprake zijn van een
technische storing.
Ontkoppel het toestel
ca. 1 minuut van het elektriciteitsnet. Ga hiertoe als
volgt te werk:
– schakel de desbetreffen-
de zekering uit of draai
de desbetreffende
smeltzekering volledig
uit, of
–
schakel de aardlekscha
kelaar (verliesstroom
schakelaar) uit.
Schakel daarna alles weer
in. Kunt u het toestel nog
niet gebruiken, neem dan
contact op met een elektri
cien of met de dienst Her
stellingen aan huis van
Miele.
-
-
-
-
49
Page 50
Wat gedaan als ...?
ProbleemOorzaakOplossing
De eerste keren dat u
het kookvlak gebruikt,
komen er geur en
damp vrij.
Op het display van
een kookzone knippe
ren afwisselend het
symbool ß en de inge
stelde vermogens
stand.
Wanneer het kookvlak
wordt ingeschakeld,
wordt enkele seconden "LC" weergegeven
op het timerdisplay.
Wanneer het kookvlak
wordt ingeschakeld,
wordt enkele seconden "dE" weergegeven
op het timerdisplay.
De kookzones worden
niet warm.
Een van de kookzones
of het hele toestel
wordt automatisch uit
geschakeld.
-
Er bevindt zich geen kook
gerei op de kookzone of
-
het kookgerei op de kook
zone is niet geschikt.
-
De inschakelblokkering is
geactiveerd.
Het toestel bevindt zich in
de demo-modus.
Een van de kookzones was
te lang in werking.
-
De beveiliging tegen over
verhitting heeft gerea
geerd.
Bij het volgende gebruik is
de geur al wat minder
merkbaar. Uiteindelijk ver
dwijnt ze helemaal.
Gebruik geschikt kookge
rei (zie rubriek "Kookge
rei").
-
Deactiveer de inschakel
blokkering (zie rubriek
"Vergrendeling / inschakelblokkering").
Deactiveer de
demo-modus (zie rubriek
"Programmering").
U kunt de kookzone weer
inschakelen (zie rubriek
"Veiligheidsuitschakeling").
-
Zie rubriek "Beveiliging te
-
gen oververhitting".
-
-
-
-
-
De booster wordt van
zelf te vroeg uitge
schakeld.
De kookzone werkt
niet zoals u gewend
bent op de ingestelde
vermogensstand.
50
-
-
De beveiliging tegen over
verhitting heeft gerea
geerd.
-
Zie rubriek "Beveiliging te
-
gen oververhitting".
-
Page 51
Wat gedaan als ...?
ProbleemOorzaakOplossing
De vermogensstand 9
wordt automatisch ver
laagd wanneer u voor
de kook- of braadzone
die verbonden (gekop
peld) is met de desbe
treffende kookzone,
ook de vermogens
stand 9 instelt.
Het toestel wordt
tijdens het gebruik uit
geschakeld en op het
timerdisplay knippert
een F.
De kookstartautomaat
is ingeschakeld maar
de inhoud van het
kookgerei begint niet te
koken.
De koelventilator blijft
nog even doordraaien
nadat het toestel uitge
schakeld is.
-
-
-
-
Wanneer vermogens
stand 9 gelijktijdig
-
wordt gebruikt voor
kookzones die met el
kaar zijn verbonden
(gekoppeld), wordt het
totale beschikbare ver
mogen overschreden.
Een of meerdere sen
sortoetsen zijn bedekt,
bijv. doordat uw hand
erop ligt, een gerecht
overkookt of er voorwerpen op liggen.
Er worden grote hoeveelheden levensmiddelen verwarmd.
Het kookgerei geleidt
de warmte slecht.
De ventilator blijft
draaien tot het toestel
-
afgekoeld is, en scha
kelt dan automatisch
uit.
-
-
-
Reinig het bedieningsveld of
verwijder de voorwerpen (zie
rubriek "Veiligheidsuitschake
ling").
Kook met de hoogste vermogensstand en stel daarna
handmatig een lagere vermogensstand in.
-
-
51
Page 52
Wat gedaan als ...?
ProbleemOorzaakOplossing
De sensortoet
sen reageren te
gevoelig of rea
geren niet.
Op het
timerdisplay
knipperen afwisselend FE en cijfers.
FE 44De beveiliging tegen
De gevoeligheid van
-
de sensortoetsen is
gewijzigd.
-
oververhitting heeft
gereageerd.
Zorg er eerst voor dat er geen
rechtstreeks licht (zonlicht of kunst
licht) op het kookvlak valt en dat de
omgeving van het kookvlak niet te
donker is.
Zorg ervoor dat het kookvlak en de
sensortoetsen niet bedekt zijn. Neem
kookgerei weg en verwijder eventuele
resten van het kookvlak.
Ontkoppel het toestel ca. 1 minuut van
het elektriciteitsnet.
Als het probleem zich daarna nog
steeds voordoet, neemt u contact op
met de dienst Herstellingen aan huis
van Miele.
Zie rubriek "Beveiliging tegen oververhitting".
-
FE 47De ventilator is ge
FE 48
Andere foutmel
dingen FE..
52
blokkeerd of defect.
-
Er heeft zich een sto
ring voorgedaan in de
elektronische bestu
ring.
-
Controleer of de ventilator geblok
keerd is door een voorwerp, bijv. een
vork. Zo ja, verwijder het voorwerp.
Als de foutmelding opnieuw wordt
weergegeven, neemt u contact op met
de dienst Herstellingen aan huis van
Miele.
-
Ontkoppel het toestel ca. 1 minuut van
het elektriciteitsnet.
-
Als het probleem nog niet verholpen is
nadat u het toestel weer op het elektri
citeitsnet hebt aangesloten, neemt u
contact op met de dienst Herstellin
gen aan huis van Miele.
-
-
-
Page 53
Kook-/braadgerei
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Miele biedt een uitgebreid gamma van Miele-toebehoren dat
geschikt is voor uw toestellen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan
reinigings- en onderhoudsproducten.
U kunt deze producten zeer gemakkelijk bestellen in de Miele
Online Shop:
U kunt deze producten ook verkrijgen via de Service After
Sales van Miele (zie omslag) of bij uw Miele-handelaar.
Miele biedt een uitgebreid gamma van kook- en braadgerei.
Dit is perfect afgestemd op de Miele-toestellen qua eigenschappen en afmetingen.
Gedetailleerde informatie over de afzonderlijke producten
vindt u op de website van Miele.
Kookpotten in verschillende formaten
Sauteerpan met deksel
Pan met een antiaanbaklaag
Wokpan
Braadpannen
Onderhoudsproducten
Reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal 250 ml
Hiermee verwijdert u hardnekkig vuil, kalkvlekken en
aluminiumresten (metaalachtige, glinsterende vlekken).
Microvezeldoek voor universeel gebruik
Hiermee verwijdert u vingerafdrukken en normaal vuil.
53
Page 54
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Miele|home-systeem
In het Miele{home-systeem sturen de huishoudtoestellen
met communicatiemogelijkheden via het elektriciteitsnet
(Powerline-technologie) informatie over hun status naar een
displaytoestel.
Op het display van de SuperVision-huishoudtoestellen kan de
informatie over de status van de andere huishoudtoestellen
worden weergegeven. Voor uw kookvlak wordt de
hoofdstatus weergegeven: "aan", "uit", "fout".
Vanop een pc, laptop of een iPod*/iPhone* (mobiele
randapparaten) kan via een Miele|home-gateway binnen het
thuisnetwerk informatie over de status van de
huishoudtoestellen worden bekeken en kunnen bepaalde
bedieningsinstructies worden gegeven.
Voor uw kookvlak wordt bijv. de volgende informatie weergegeven: vermogensstand op elke kookzone, kookwekkertijd,
uitschakeltijd voor elke kookzone. Wat bedieningsinstructies
betreft, kan alleen de instructie "kookvlak uit" worden gegeven.
54
* iPod en iPhone zijn gedeponeerde handelsmerken
van Apple Inc.
Con{ctivity is een systeem voor communicatie tussen het
kookvlak en de dampkap. Dit zorgt ervoor dat de verlichting
van de dampkap automatisch wordt ingeschakeld wanneer u
het kookvlak inschakelt. De dampkap wordt automatisch in
geschakeld op een stand die afhankelijk is van het aantal ge
bruikte kookzones, de ingestelde vermogensstanden en de
kooktijd. Na de bereiding volgt een automatische nalooptijd,
wordt de dampkap uitgeschakeld en wordt ook de verlichting
uitgeschakeld.
Het kookvlak brengt de informatie over de ingeschakelde
kookzones en de ingestelde vermogensstanden via het elek
triciteitsnet over naar de dampkap.
Om deze mogelijkheden te kunnen gebruiken, moet uw kook
vlak worden uitgerust met een communicatiemodule.
Meer informatie over het Miele|home-systeem vindt u in
onze prospectus, die u kunt downloaden op onze website:
www.miele.be.
-
-
-
-
Page 55
XKM 2100 KM
XGW 2000
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Communicatiemodule (incl. toebehoren voor het inbouwen)
- voor Miele-kookvlakken -
Miele|home-gateway
De gateway is de brug tussen de Powerline-communicatie
van de huishoudtoestellen en uw thuisnetwerk.
55
Page 56
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Miele|home
56
a Huishoudtoestellen met communicatiemogelijkheden
(voorbeelden)
b Communicatiemodule
c SuperVision-huishoudtoestel
d Elektriciteitsnet (Powerline)
e Miele|home-gateway
f (WiFi-)router
Mogelijke aansluitingen
g Pc, laptop
h iPod* of iPhone*
i Koppeling met het display van een domoticasysteem
j Mogelijke internetverbinding
* iPod en iPhone zijn gedeponeerde handelsmerken
van Apple Inc.
Page 57
Con|ctivity
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
a Communicatiemodule XKM 2000 DA
b Communicatiemodule XKM 2100 KM
c Elektriciteitsnet (Powerline)
57
Page 58
Con|ctivity en Miele|home
Kookvlak aanmelden
Als u het kookvlak
bij Miele{home wilt aanmelden, bereidt u eerst het
–
aanmeldingsproces op het displaytoestel voor (zie
montage- en installatieaanwijzing "Miele|home").
bij Con|ctivity wilt aanmelden, moet u eerst de dampkap
–
aanmelden (zie montage- en installatieaanwijzing
"Con|ctivity").
Zorg ervoor dat het kookvlak is uitgeschakeld. Raak tege
^
lijkertijd de sensortoetsen s en $ zo lang aan totdat het
controlelampje van de vergrendeling knippert.
Nadat u het toestel in de programmeermodus hebt gezet, ziet
u op het timerdisplay P (programma) en S (status). Bij kookvlakken met 3 kookzones verschijnt achteraan links een extra
aanduiding.
^ Raak eerst de sensortoets van de kookzone vooraan links
aan en raak vervolgens het cijfer 1 in de cijferreeks aan.
(Hiermee stelt u programma 10 in.)
-
58
^ Raak eerst de sensortoets van de kookzone vooraan
rechts aan en raak vervolgens het cijfer 2 in de cijferreeks
aan. (Hiermee stelt u status 2 in = "aanmelden".)
Het aanmeldingsproces start en het cijfer 2 knippert. Het
aanmeldingsproces duurt enkele minuten. Zodra het proces
is voltooid, stopt het cijfer 2 met knipperen.
^
Raak de sensortoets s zo lang aan totdat de aandui
dingen (displays) uitgaan. Hiermee wordt de instelling op
geslagen.
^
Ga te werk zoals beschreven in de montage- en installatie
aanwijzing "Miele|home" of "Con|ctivity".
-
-
-
Page 59
Kookvlak afmelden
Als u het toestel bij Miele{home wilt afmelden, bereidt u
eerst het afmeldingsproces op het displaytoestel voor (zie
montage- en installatieaanwijzing "Miele|home").
^
Nadat u het toestel in de programmeermodus hebt gezet, ziet
u op het timerdisplay P (programma) en S (status). Bij kook
vlakken met 3 kookzones verschijnt achteraan links een extra
aanduiding.
^
^ Raak eerst de sensortoets van de kookzone vooraan
Con|ctivity en Miele|home
Zorg ervoor dat het kookvlak is uitgeschakeld. Raak tege
lijkertijd de sensortoetsen s en $ zo lang aan totdat het
controlelampje van de vergrendeling knippert.
Raak eerst de sensortoets van de kookzone vooraan links
aan en raak vervolgens het cijfer 1 in de cijferreeks aan.
(Hiermee stelt u programma 10 in.)
rechts aan en raak vervolgens het cijfer 1 in de cijferreeks
aan. (Hiermee stelt u status 1 in = "afmelden".)
-
-
Het afmeldingsproces start en het cijfer 1 knippert. Het
afmeldingsproces duurt enkele minuten. Zodra het proces is
voltooid, stopt het cijfer 1 met knipperen.
^ Raak de sensortoets s zo lang aan totdat de aandui-
dingen (displays) uitgaan. Hiermee wordt de instelling opgeslagen.
^
Ga te werk zoals beschreven in de montage- en installatie
aanwijzing "Miele|home" of "Con|ctivity".
-
59
Page 60
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij de inbouw
Zorg ervoor dat de aansluitkabel
Het toestel mag enkel door een
erkende vakman of vakvrouw wor
den ingebouwd en enkel door een
vakman of vakvrouw die op de
hoogte is van electriciteitsaansluitingen, worden aangesloten op
het elektriciteitsnet.
-
~
van het kookvlak na de inbouw niet kan
worden aangeraakt en niet mechanisch
wordt belast.
Alle afmetingen zijn opgegeven in mm.
Om schade aan het toestel te ver
mijden, mag u het pas inbouwen na
dat de wandkasten en de dampkap
gemonteerd zijn.
De lijsten en randen van het werk
~
blad moeten met een hittebestendige
lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze
niet loskomen of vervormen.
Ook de wandafdichtstrips moeten hittebestendig zijn.
Het toestel mag niet worden ingebouwd
boven koeltoestellen, afwasautomaten,
wasautomaten en droogautomaten.
Dit kookvlak mag niet boven een
~
oven of fornuis zonder ventilator wor
den ingebouwd die voor de koeling van
het desbetreffende toestel dient.
-
-
-
-
60
Page 61
Veiligheidsafstanden
Veiligheidsafstanden boven het toe
stel
Hou tussen het toestel en een dampkap
erboven de veiligheidsafstand aan die
door de fabrikant van de dampkap
wordt opgegeven.
Is er door de fabrikant van de dampkap
geen afstand vermeld of zijn er licht
ontvlambare materialen (bijv. een rekje)
boven het toestel geïnstalleerd, dan
dient de veiligheidsafstand minstens
760 mm te bedragen.
-
Wanneer onder een dampkap meer
dere toestellen ingebouwd zijn waar
voor verschillende veiligheidsaf
standen worden opgegeven, moet u
de grootste vereiste veiligheidsaf
stand in acht nemen.
-
-
-
-
61
Page 62
Veiligheidsafstanden
Veiligheidsafstand naast en achter
het toestel
Het toestel mag slechts aan één zijkant
(rechts of links) en aan de achterkant
grenzen aan meubels of wanden die
hoger zijn dan het toestel zelf (zie de
afbeeldingen).
a Achter het toestel: minstens mm tus
sen de uitsparing in het werkblad en
de achterkant van het werkblad.
b Rechts van het toestel: minstens
50 mm tussen de uitsparing in het
werkblad en een ernaast geplaatst
meubel (bijv. een hoge kast) of een
muur.
c Links van het toestel: minstens
50 mm tussen de uitsparing in het
werkblad en een ernaast geplaatst
meubel (bijv. een hoge kast) of een
muur.
-
Niet toegestaan!
Zeker aan te bevelen!
Niet aan te bevelen!
62
Niet aan te bevelen!
Page 63
Veiligheidsafstanden
Minimumafstand onder het toestel
Om een optimale ventilatie van het toe
stel te verzekeren, dient tussen de on
derkant van het toestel en een oven,
een tussenbodem of een lade een mini
male veiligheidsafstand in acht te wor
den genomen.
De minimale veiligheidsafstand tussen
de onderkant van het kookvlak en
de bovenkant van een oven moet
–
15 mm bedragen.
de bovenkant van een tussenbodem
–
moet 15 mm bedragen.
– de bodem van een lade moet 75 mm
bedragen.
-
-
Tussenbodem
Er hoeft geen tussenbodem onder het
kookvlak te worden ingebouwd, maar
dit mag.
Voor het installeren van de aansluitka
bel is achteraan een spleet van 10 mm
vereist.
Voor optimale ventilatie bevelen wij een
spleet van 20 mm aan.
-
63
Page 64
Veiligheidsafstanden
Veiligheidsafstand bij een beklede nis
Als de nis bekleed is, moet een minimumafstand in acht worden genomen tussen
de uitsparing in het werkblad en de bekleding. Hoge temperaturen kunnen im
mers het bekledingsmateriaal vervormen of beschadigen.
-
Als de bekleding vervaardigd is uit brandbaar materiaal (bijv. hout) moet de af
stand e tussen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding ten minste
50 mm bedragen.
Als de bekleding vervaardigd is uit niet-brandbaar materiaal (bijv. metaal, na
tuursteen of keramische tegels) moet de afstand e tussen de uitsparing in het
werkblad en de nisbekleding ten minste 50 mm min de dikte van de bekleding be
dragen.
Voorbeeld: de dikte van de nisbekleding bedraagt 15 mm
50 mm - 15 mm = minimumafstand van 35 mm
Kookvlakken zonder randKookvlakken met rand/facetrand
voor vlakke inbouw
-
-
-
a Wand
b Nisbekleding Afstand x = dikte van de nisbekleding
c Werkblad
d Uitsparing in het werkblad
d Minimumafstand
bij brandbaar materiaal: 50 mm
bij niet-brandbaar materiaal: 50 mm - afstand x
64
Page 65
Kookvlakken met rand/facetrand
Opmerkingen omtrent de
inbouw
Dichting tussen het kookvlak en het
werkblad
Mocht het kookvlak ooit moeten wor
den verwijderd, dan kunnen het
kookvlak en het werkblad bescha
digd raken als u het kookvlak met
voegdichtingsmiddel (bijv. silicone)
hebt afgedicht. Gebruik geen voeg
dichtingsmiddel tussen het kookvlak
en het werkblad.
-
Betegeld werkblad
-
-
De voegen a en het gearceerde deel
onder de ondersteuning van het kookvlak moeten glad en effen zijn, zodat
het kookvlak er gelijkmatig op ligt en de
dichting onder de rand van het bovenste deel van het toestel afdichting garandeert ten opzichte van het werkblad.
De dichting onder de rand van het bo
venste deel van het toestel garandeert
voldoende afdichting ten opzichte van
het werkblad.
-
65
Page 66
Kookvlakken met rand/facetrand
Inbouwafmetingen
KM 6322
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Aansluiting Miele|home
d Aansluitkastje voor aansluiting op het elektriciteitsnet
De aansluitkabel (L=1440 mm) voor aansluiting op het elektriciteitsnet is los bijge
leverd.
66
-
Page 67
KM 6347
Kookvlakken met rand/facetrand
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Aansluiting Miele|home
d Aansluitkastje voor aansluiting op het elektriciteitsnet
De aansluitkabel (L=1440 mm) voor aansluiting op het elektriciteitsnet is los bijge
leverd.
-
67
Page 68
Kookvlakken met rand/facetrand
Inbouw
Het werkblad voorbereiden
Maak een uitsparing in het werkblad
^
zoals op de maatschets. Neem de
veiligheidsafstanden (zie rubriek
"Veiligheidsafstanden") in acht.
Bescherm het zaagpatroon bij houten
^
werkbladen met speciale lak,
siliconenrubber of giethars om op
zwellen door vocht te verhinderen.
Zorg ervoor dat deze materialen niet
in contact komen met het oppervlak
van het werkblad.
Voor de inbouw van het toestel zijn
geen klemveren vereist. De speciale
afdichttape zorgt ervoor dat het kookvlak stevig in de uitsparing ligt en niet
verschuift.
De spleet tussen de rand en het
werkblad zal na verloop van tijd
kleiner worden.
Het kookvlak inbouwen
Leid de aansluitkabel door de uitspa
^
ring in het werkblad naar beneden.
Plaats het kookvlak centraal in de uit
^
sparing. Let erop dat de dichting van
het kookvlak op het werkblad rust.
Enkel dan bent u zeker dat de in
bouw langs alle zijden goed dicht is.
Het kookvlak mag in geen geval met
-
voegdichtingsmiddel (bijv. silicone)
worden afgedicht!
Wordt bij het inbouwen geconsta
teerd dat de randafdichting bij de
hoeken niet goed op het werkblad
aansluit, dan kan de hoekradius (ß
R4) voorzichtig met een decoupeerzaag worden nabewerkt.
^ Sluit het kookvlak elektrisch aan.
^ Ga na of het kookvlak correct werkt.
-
-
-
-
Aansluitkabel aansluiten op het toe
stel
De aansluitkabel mag enkel door
een vakman of vakvrouw die op de
hoogte is van electriciteitsaansluitingen, worden aangesloten op
het toestel.
^
Sluit de aansluitkabel zoals op het
aansluitschema aan op het toestel
(zie rubriek "Elektrische aansluiting >
Aansluitschema").
68
-
Page 69
Kookvlakken zonder rand voor vlakke inbouw
Inbouwafmetingen
KM 6323
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Aansluiting Miele|home
d Getrapte frezing voor werkbladen
uit natuursteen
e Aansluitkastje voor aansluiting op
het elektriciteitsnet
De aansluitkabel (L=1440 mm) voor
aansluiting op het elektriciteitsnet is los
bijgeleverd.
Bij inbouw in een werkblad uit na
tuursteen moet u voor de afmetingen
van de uitsparing in het werkblad in
elk geval de detailtekeningen in acht
nemen.
-
69
Page 70
Kookvlakken zonder rand voor vlakke inbouw
KM 6348
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Aansluiting Miele|home
d Getrapte frezing voor werkbladen
uit natuursteen
e Aansluitkastje voor aansluiting op het
elektriciteitsnet
De aansluitkabel (L=1440 mm) voor
aansluiting op het elektriciteitsnet is los
bijgeleverd.
70
Bij inbouw in een werkblad uit na
tuursteen moet u voor de afmetingen
van de uitsparing in het werkblad in
elk geval de detailtekeningen in acht
nemen.
-
Page 71
Kookvlakken zonder rand voor vlakke inbouw
Inbouw
Een kookvlak zonder rand voor vlak
ke inbouw is enkel geschikt voor in
bouw in natuursteen (graniet, mar
mer), massief hout en betegelde
werkbladen.
Sommige kookvlakken zijn ook ge
schikt voor inbouw in glazen werk
bladen. Als dat het geval, staat dit
vermeld bij het kookvlak in de ru
briek "Inbouwafmetingen".
Bij werkbladen van andere materia
len vraagt u de fabrikant of het werk
blad geschikt is voor vlakke inbouw
van een kookvlak zonder rand.
De breedtedagmaat van de onderkast moet minstens zo breed zijn als
de binnenste werkbladuitsparing
(zie rubriek "Inbouwafmetingen"), zodat het kookvlak na de inbouw vrij
toegankelijk is langs onderen en de
onderkast kan worden weggenomen
voor onderhoudsdoeleinden.
Als het kookvlak niet vrij toegankelijk
is langs onderen, moet het voeg
dichtingsmiddel worden verwijderd
om het kookvlak te kunnen verwij
deren voor onderhoudsdoeleinden.
Het kookvlak wordt
rechtstreeks in een correct
–
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
uitgefreesd werkblad van natuur
steen geplaatst.
in de uitsparing in massief houten,
–
betegelde en glazen werkbladen met
houten lijsten bevestigd. Deze lijsten
worden niet bij het toestel meegele
verd.
-
-
71
Page 72
Kookvlakken zonder rand voor vlakke inbouw
Werkblad uit natuursteen
De uitsparing in het werkblad aan
brengen
a Werkblad
b Kookvlak
c Voeg
Omdat voor de glaskeramiekplaat en
de uitsparing in het werkblad een zekere tolerantie geldt, kan de voegbreedte c variëren (minimaal 1 mm).
^ Maak een uitsparing in het werkblad
zoals op de afbeeldingen.
Neem de veiligheidsafstanden (zie
rubriek "Veiligheidsafstanden") in
acht.
-
Aansluitkabel aansluiten op het toe
stel
De aansluitkabel mag enkel door
een vakman of vakvrouw die op de
hoogte is van elektriciteitsaansluitingen, worden aangesloten
op het toestel.
Sluit de aansluitkabel zoals op het
^
aansluitschema aan op het toestel
(zie rubriek "Elektrische aansluiting >
Aansluitschema").
Het kookvlak inbouwen
^ Leid de aansluitkabel door de uitspa-
ring naar beneden.
^ Plaats het kookvlak b in de uitspa-
ring en centreer het.
^ Sluit het kookvlak elektrisch aan.
^ Ga na of het kookvlak correct werkt.
^
Vul de voeg c met een geschikte,
temperatuurbestendige (minimaal
160 °C) siliconenkit.
-
72
Gebruik uitsluitend een siliconenkit
voor het afdichten van voegen die
geschikt is voor natuursteen en volg
de instructies van de fabrikant van
de kit.
Page 73
Kookvlakken zonder rand voor vlakke inbouw
Werkblad uit massief hout / be
tegeld werkblad / glazen werk
blad
De uitsparing in het werkblad aan
brengen
a Werkblad
b Kookvlak
c Voeg
d Houten lijsten 13 mm
(niet meegeleverd)
Omdat voor de glaskeramiekplaat en
de uitsparing in het werkblad een ze
kere tolerantie geldt, kan de voeg
breedte c variëren (minimaal 1 mm).
-
-
Aansluitkabel aansluiten op het toe
-
stel
-
De aansluitkabel mag enkel door
een vakman of vakvrouw die op de
hoogte is van elektriciteitsaansluitingen, worden aangesloten op
het toestel.
Sluit de aansluitkabel zoals op het
^
aansluitschema aan op het toestel
(zie rubriek "Elektrische aansluiting >
Aansluitschema").
Maak een uitsparing in het werkblad
zoals op de afbeeldingen.
Neem de veiligheidsafstanden (zie
rubriek "Veiligheidsafstanden") in
acht.
^
Bevestig de houten lijsten d 7mm
onder de bovenkant van het werk
blad (zie afbeelding).
Hou rekening met de opmerkingen
van de fabrikant van de siliconenkit
voor het afdichten van voegen.
Gebruik bij tegels van natuursteen
-
uitsluitend een siliconenkit voor het
afdichten van voegen die geschikt is
voor natuursteen.
73
Page 74
Elektrische aansluiting
Het toestel mag uitsluitend door een
vakman of vakvrouw die op de
hoogte is van elektriciteitsaansluitingen, worden aangesloten
op het elektriciteitsnet. Hij of zij kent
de voorschriften die van toepassing
zijn en houdt zich daar strikt aan.
Miele kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor rechtstreekse of
onrechtstreekse schade als gevolg
van een ondeskundig uitgevoerde
installatie of ondeskundig uitge
voerde onderhoudswerken of her
stellingen.
Miele kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak.
Er bestaat in dat geval onder andere
gevaar voor elektrische schokken.
Na inbouw moet worden gewaarborgd dat onder spanning staande
delen niet kunnen worden aange
raakt!
-
Aansluitwaarde
Zie typeplaatje.
Aansluiting en zekering
De vereiste aansluitgegevens vindt u
op het typeplaatje.
Deze gegevens moeten overeenstem
men met de gegevens van het elektrici
teitsnet.
Elektrische aansluiting:
-
-
AC230V/50Hz
Zie het aansluitschema voor de aansluitmogelijkheden.
Verliesstroomschakelaar
Om extra veiligheid te kunnen garanderen, wordt in de EU-voorschriften en
richtlijnen voor België geadviseerd de
elektrische installatie van een verliesstroomschakelaar (30 mA) te voorzien.
-
-
74
Page 75
Elektrische aansluiting
Scheidingssysteem
Het toestel moet via een schakelaar
met alle polen van de netspanning
kunnen worden losgekoppeld.Decontactopening in uitgeschakelde toe
stand moet ten minste 3mmbedragen!
Geschikte schakelaars zijn
overbelastings- en verliesstroomscha
kelaars.
Van het elektriciteitsnet loskoppelen
Als het stroomcircuit van het toestel van
het elektriciteitsnet dient te worden los
gekoppeld, gaat u afhankelijk van de
installatie als volgt te werk:
– Smeltzekeringen
Neem de inzetstukken helemaal
uit de schroefkappen.
of:
– Automaat met schroefzekeringen
Druk op de testknop (rood) tot de
middelste knop (zwart) uitspringt.
of:
–
Inbouwzekeringsautomaat
(stroomonderbreker, min.
type B of C!):
Zet de tuimelschakelaar van
1 (aan) op 0 (uit).
of:
–
Aardlekschakelaar
(verliesstroomschakelaar)
Zet de hoofdschakelaar van
1 (aan) op 0 (uit) of druk op de
testtoets.
-
-
Aansluitkabel
Het toestel moet overeenkomstig het
aansluitschema worden aangesloten
door middel van een aansluitkabel van
-
het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) die
een geschikte diameter heeft.
Zie het aansluitschema voor de aan
sluitmogelijkheden.
De toegestane aansluitspanning en bij
horende waarden voor uw toestel vindt
u op het typeplaatje.
-
Aansluitkabel vervangen
Als de aansluitkabel beschadigd is,
moet deze worden vervangen door een
speciale aansluitkabel van het type
H 05 VV-F (PVC-isolatie). Deze kabel is
verkrijgbaar bij Miele of via de Service
After Sales.
De aansluitkabel mag uitsluitend door
een vakman of vakvrouw die op de
hoogte is van elektriciteitsaansluitingen,
worden vervangen. Hij of zij is op de
hoogte van de nationale voorschriften
en de voorschriften van de plaatselijke
elektriciteitsmaatschappij, en hij of zij
neemt ze zorgvuldig in acht.
De vereiste aansluitgegevens vindt u
op het typeplaatje.
De aarddraad moet bevestigd wor
den aan de aansluiting met het sym
bool -.
-
-
-
-
Zorg dat de netspanning niet per
ongeluk weer kan worden ingescha
keld.
-
75
Page 76
Elektrische aansluiting
Aansluitschema
ab
L1
b
acdNe
L1
cde
L2L3N
200-240 V~
200-240 V~
200-240 V~
L2
200-240 V~
200-240 V~
aL1bcdNe
200-240 V~
-
-
(L3)
-
(L2)
76
Page 77
Dienst Herstellingen aan huis van Miele, typeplaatje,
Neem bij storingen of problemen die u niet zelf kunt verhelpen, contact op met:
uw Miele-handelaar of
–
de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
–
Het telefoonnummer van de dienst Herstellingen aan huis van Miele vindt u op
de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Neemt u contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele, geef dan al
tijd het toesteltype en -nummer op. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Kleef hier het meegeleverde typeplaatje. Let erop dat de typebenaming overeen
stemt met de gegevens op de voorpagina van deze gebruiksaanwijzing.
Duur en voorwaarden van de garantie
De duur van de garantie bedraagt 2 jaar. Meer informatie vindt u in de meegele
verde garantievoorwaarden.
-
-
-
77
Page 78
78
Page 79
79
Page 80
Wijzigingen voorbehouden / 4812
M.-Nr. 09 454 680 / 00
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.