Miele KM 320 G User manual

Gebruiksaanwijzing
Gaskookplaat KM 320 G
Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. M.-Nr. 05 496 090
T
Inhoud
Inhoud
Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Vóór het eerste gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Informatie vooraf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Het verpakkingsmateriaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Het afdanken van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Reiniging voor het eerste gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Inschakelen, uitschakelen, instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
De juiste pannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Vlambeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Wanneer de stroom uitvalt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Kookplaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Branders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Nuttige tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Techniek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Gasaansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Technische Dienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Typeplaatje. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
2
Algemeen
Algemeen
Pannendrager
b
Branderdop
c
Branderkop
d
Brandervoet
e
Elektrische vonkontsteking
f
Netaansluitsnoer
g
Thermo-element vlambeveiliging
h
Symbolen voor de kookzones
i
Bedieningsknop:
links achter
j
rechts achter
k
rechts voor
l
links voor
m
3
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Het inbouwen en aansluiten van het apparaat
Het aansluiten op het gas- en elek-
triciteitsnet, alsmede het inbouwen moet door een erkend vakman geschie­den. Deze is precies op de hoogte van de landelijke voorschriften en van de voorschriften van het gemeentelijke energiebedrijf en houdt zich daar strikt aan. Wanneer er bij het inbouwen en aansluiten van het apparaat fouten wor­den gemaakt, kan de fabrikant niet aan­sprakelijk worden gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
De elektrische veiligheid van het
apparaat is alleen dan gewaar­borgd als het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstal­leerd aardingssysteem. Het is belang­rijk dat u dit controleert en in geval van twijfel de huisinstallatie door een vak­man laat controleren. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door een ontbre­kende of beschadigde aarddraad (bij­voorbeeld een elektrische schok).
Zorg dat na de inbouw de gas-
slang en de elektriciteitskabel niet met hete onderdelen in aanraking ko­men. Door te hoge temperaturen kun­nen de slang en de kabel beschadigd raken.
Wordt het apparaat met behulp
van een verlengsnoer op het elek­triciteitsnet aangesloten, dan moeten het verlengsnoer en de stekkerverbin­ding tegen vocht geïsoleerd zijn.
4
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Efficiënt gebruik van het appa­raat
Lees de gebruiksaanwijzing aan-
dachtig door voordat u uw appa­raat voor het eerst gebruikt. Dat is veili­ger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan het apparaat.
Gebruik het apparaat alleen als
het is ingebouwd. Dit om te voorko­men dat u per ongeluk elektrische on­derdelen aanraakt.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik.
Gebruik het apparaat alleen voor
het bereiden van gerechten. Ge­bruik voor andere doeleinden is niet toegestaan en kan gevaarlijk zijn. De fabrikant kan niet aansprakelijk wor­den gesteld voor schade die wordt ver­oorzaakt door gebruik voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door foutieve bediening.
Gebruik de kookplaat niet om er
een ruimte mee te verwarmen. Door de temperatuurontwikkeling bij de kookplaat kunnen licht ontvlambare voorwerpen in de buurt ervan gaan branden. Bovendien wordt hierdoor de levensduur van het apparaat verkort.
Zorg dat alle branderdelen op de juiste wijze zijn gemonteerd.
Zorg ervoor dat op een ontstoken
brander altijd een pan staat als u een afzuigkap boven de kookplaat ge­bruikt. Anders kan de afzuigkap door de hitte beschadigd raken of vlam vat­ten.
Gebruik voor het koken pannen
met een bodemdiameter van maxi­maal 22 cm (voor) dan wel 24 cm (ach­ter). Bij gebruik van grotere pannen wordt het hete gas via de bodem van de pan te ver naar de zijkant van de kookplaat gevoerd. Op deze manier kan het werkblad, of bijvoorbeeld een niet hittebestendige wand, beschadigd raken.
Gebruik pannen met een bodem-
diameter van minimaal 12 cm. Klei­nere pannen staan niet stevig genoeg op de pannendrager.
Bewaar geen licht ontvlambare
voorwerpen in de buurt van de kookplaat.
Gebruik het apparaat alleen in
ruimten die voldoende worden ge­ventileerd. Laat in kleine keukens bij­voorbeeld de deur open staan.
Het apparaat mag niet buiten wor-
den geplaatst en gebruikt.
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Het voorkomen van schade aan het apparaat
Gebruik voor het reinigen van het
apparaat nooit een stoomreiniger. Door de stoom kunnen de oppervlak­ken en onderdelen van het apparaat blijvend beschadigd raken, waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk kan wor­den gesteld.
Komen suiker- of zouthoudende
gerechten of vloeistoffen op de plaat terecht, verwijder deze dan met­een, anders kunnen er verkleuringen ontstaan.
Het voorkomen van brandwon­den
De kookplaat wordt bij gebruik
zeer heet. Ook na het uitschakelen blijft het apparaat dat nog enige tijd. Zorg ervoor dat kinderen uit de buurt blijven wanneer de kookplaat in ge­bruik is.
Bewaar geen voorwerpen die voor
kinderen interessant zijn in kastjes boven of achter het apparaat. De kinde­ren klimmen dan misschien op het ap­paraat en kunnen zich er dan aan bran­den.
Trek altijd ovenwanten aan of ge-
bruik pannenlappen als u met het hete apparaat werkt. Zorg dat deze niet te dicht bij de vlammen komen. Ge­bruik dan ook geen al te grote pannen­lappen, theedoeken of iets dergelijks. De pannenlappen mogen niet nat of vochtig zijn, omdat ze de warmte dan beter geleiden. U kunt zich branden!
Kinderen kunnen ook verbrandin-
gen oplopen als zij pannen van de kookplaat trekken. Bij de vakhandel is een speciaal rek verkrijgbaar dat voor­komt dat kinderen bij de kookplaat kun­nen komen.
Verwarm geen dichte blikken en
dergelijke op de kookplaat, anders ontstaat er overdruk waardoor de blik­ken uiteenspatten en u zich kunt ver­wonden.
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik de kookplaat niet als werk-
blad. Als een brander per ongeluk wordt ingeschakeld of als deze nog heet is, kunnen de desbetreffende voor­werpen - afhankelijk van het materiaal ­heet worden, smelten of vlam vatten.
Verwijder vetspatten en andere
brandbare verontreinigingen zo spoedig mogelijk van de kookplaat, an­ders bestaat er brandgevaar.
Dek de kookplaat nooit af met een
doek of iets dergelijks. Als het ap­paraat wordt ingeschakeld, bestaat er brandgevaar.
Houd het apparaat goed in de ga-
ten wanneer u met olie of vetten werkt. Oververhit vet en oververhitte olie kunnen ontvlammen waarbij ook de afzuigkap in brand kan raken. Brandge­vaar!
Mocht het vet of de olie toch een
keer vlam vatten, gebruik dan nooit water voor het blussen! Doof de vlammen met een deken of met schuim uit een brandblusser.
Flambeer nooit onder een afzuig­kap. Door de vlammen kan de af-
zuigkap in brand vliegen.
Zorg dat de vlammen van de bran­der niet onder de pan vandaan ko-
men.
Wanneer zich onder het ingebouw-
de apparaat een schuiflade be­vindt, zonder tussenbodem, mogen daarin geen brandbare voorwerpen zo­als spraybussen worden bewaard. Wanneer er een bestekbak in zit, con­troleer dan of deze van hittebestendig materiaal is.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als het apparaat defect is
Wanneer u een defect aan het ap-
paraat constateert, schakel dan eerst het apparaat uit. Draai vervolgens de gaskraan dicht en schakel dan de hoofdschakelaar van de huisinstallatie uit. Draai smeltveiligheden er volledig uit. Trek daarna de stekker uit het stop­contact en neem contact op met de Technische Dienst. Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar niet weer wordt inge­schakeld en dat er geen spanning op het apparaat komt totdat het defect ver­holpen is.
Reparaties mogen alleen door een
vakman worden uitgevoerd. Door ondeskundig uitgevoerde reparaties kan de gebruiker grote risico’s lopen en kan het apparaat beschadigd ra­ken. Open nooit de ommanteling van het apparaat.
Laat de kookplaat gedurende de
garantieperiode uitsluitend door de Technische Dienst repareren, anders vervalt de aanspraak op garantie.
Het voorkomen van andere ge­varen
Als u een stopcontact in de buurt
van de kookplaat gebruikt, let er dan op dat de aansluitkabels van de desbetreffende apparaten niet in aanra­king komen met hete onderdelen. De isolatie van de kabels kan beschadigd raken en u loopt dan het risico een elek­trische schok te krijgen.
Zorg ervoor dat het voedsel altijd
voldoende wordt verwarmd. Even­tuele bacteriën in het voedsel worden alleen gedood wanneer de tempera­tuur hoog genoeg is en lang genoeg wordt aangehouden.
Gebruik geen serviesgoed van
kunststof of aluminiumfolie, omdat dat op hoge temperaturen smelt. Brandgevaar!
Verhit kookgerei nooit leeg, anders
kan het beschadigd raken.
Houd kinderen in de gaten en zorg
ervoor dat ze niet bij het apparaat kunnen komen als het is ingeschakeld.
Wanneer u het apparaat afdankt,
koppel het dan los van de gastoe­voer en trek de stekker uit het stopcon­tact. Maak de stekker samen met de aansluitkabel onbruikbaar. U voorkomt daarmee dat het apparaat gevaar ople­vert, bijvoorbeeld voor spelende kinde­ren.
8
Loading...
+ 16 hidden pages