Miele KM 2256, KM 2257 User Manual [nl]

Montage- en gebruiksaanwijzing
Gaskookvlakken KM 2256 KM 2257
Lees in elk geval de ge­bruiksaanwijzing voor u het toestel opstelt, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u vermijdt schade aan het toestel.
nl-BE
D Das Gerät ist auch für den Gebrauch in anderen als auf dem Gerät
angegebenen Bestimmungsländer zugelassen. Die landesspezifische Ausführung und die Anschlussart des Gerätes haben wesentlichen Einfluss auf den einwandfreien und sicheren Betrieb. Für den Betrieb in einem anderen als auf dem Gerät angegebenen Bestimmungsland wenden Sie sich bitte an den für das Land zuständigen Kundendienst.
E El aparato está autorizado para el uso en países diferentes a los países de
destino indicados. La ejecución específica para cada país y el tipo de conexión del aparato influyen de forma decisiva en el funcionamiento correcto y seguro. Para el funcionamiento en un país diferente al país de destino indicado en el aparato, consulte al Servicio Post-venta autorizado para el país.
F Cet appareil est également homologué dans des pays différents de ceux
mentionnés sur l'appareil. Pour que l'appareil fonctionne parfaitement et en toute sécurité, il est important de disposer de l'exécution spécifique au pays et du type de raccordement approprié. Pour le fonctionnement dans un pays autre que celui spécifié sur l'appareil, veuillez vous adresser au service après-vente du pays où sera installé l'appareil.
G This appliance can be used in countries other than those specified on the
appliance. It is, however, set up for connection to the gas and electricity supplies in the countries specified. For use in other countries please contact the Miele spare parts or customer service department in your country.
I L'apparecchio può essere usato anche in paesi diversi da quello indicato
sull'apparecchio stesso. Tuttavia, le varianti specifiche di un determinato paese e il tipo di allacciamento alla rete hanno un'importanza fondamentale per il suo sicuro e corretto funzionamento. Per questo se si vuole usare l'apparecchio in un paese diverso rivolgersi al servizio di assistenza tecnica Miele del paese in cui si intende usarlo.
M Het toestel is ook toegelaten voor gebruik in andere landen dan de landen
die op het toestel vermeld staan. De specifieke uitvoering en de aansluitwijze zijn van groot belang voor het goed en veilig functioneren. Neem daarom contact op met de Technische Dienst van de fabrikant in uw land als u het toe stel in een land wilt gebruiken dat niet op het apparaat vermeld staat.
2
-
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................5
Modellen .........................................................5
Branders .........................................................6
Bijgeleverd toebehoren ..............................................8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................9
Uw bijdrage tot de bescherming van het milieu ........................23
Het afdanken van het apparaat .......................................23
Vóór het eerste gebruik............................................24
Bediening .......................................................25
Snelontsteeksysteem ...............................................25
Bedieningsknoppen................................................25
Afwasautomaat inschakelen .........................................26
Instellen .........................................................27
Afwasautomaat uitschakelen .........................................27
Kookgerei .......................................................28
Wokring.......................................................29
Verklein-/vergrootring ............................................29
Tips om energie te besparen .......................................30
Veiligheidsinstellingen ............................................31
Thermo-elektrische vlambeveiliging ...................................31
Veiligheidsuitschakeling ............................................31
Reiniging en onderhoud ...........................................32
Wat gedaan als ...?................................................37
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ................................39
3
Inhoud
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw ........................40
KM 2256.........................................................43
Toestel- en inbouwafmetingen .....................................43
KM 2257.........................................................46
Toestel- en inbouwafmetingen .....................................46
De uitsparing in het werkblad aanbrengen en het gaskookvlak plaatsen ....48
Inbouw in een roestvrijstalen werkblad ..............................50
Het toestel bevestigen ..............................................51
Na het inbouwen ..................................................51
Elektrische aansluiting ............................................52
Gasaansluiting ...................................................54
Brandervermogen ................................................56
Aanpassen aan een andere gassoort ................................57
Tabel voor de inspuiters ............................................57
Grote inspuiters vervangen ..........................................58
Kleine inspuiters vervangen .........................................62
Na het aanpassen .................................................63
Technische Dienst van Miele, typeplaatje .............................64
4
Modellen
KM 2256 / KM 2257
Beschrijving van het toestel
a Sudderbrander
b Extra-intensieve brander
c Wokbrander
d Intensieve brander
e Normale brander
f Pandrager (3 delen)
g Verklein-/vergrootring
h Wokring
Bedieningsknoppen voor het kookvlak:
i Vooraan links
j Achteraan links
k Midden
l Achteraan rechts
m Vooraan rechts
5
Beschrijving van het toestel
Branders
Wokbrander
o Binnenste branderdop
p Buitenste branderdop
q Branderring
r Branderkop
s Thermisch element van de vlambeveiliging
t Ontstekingselektrode
u Brandervoet
Positie van de branderdelen
Een correcte werking van de brander is alleen gegarandeerd als de brander delen juist geplaatst zijn: Het nokje a op de branderdop moet in de uitsparing b van de branderkop vergrendelen. Het nokje c op de branderkop moet in de uitsparing d van de brandervoet vergrendelen.
Als de branderdelen juist geplaatst zijn, kunt u ze niet verdraaien.
6
-
Beschrijving van het toestel
Sudder-, normale, intensieve en extra-intensieve brander
n Branderdop
r Branderkop
s Thermisch element van de vlambeveiliging
t Ontstekingselektrode
u Brandervoet
7
Beschrijving van het toestel
Bijgeleverd toebehoren
U kunt het bijgeleverde toebehoren apart kopen (zie rubriek "Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren"). Dit geldt ook voor an der toebehoren.
Wokring
De meegeleverde wokring zorgt voor extra stabiliteit van het kookgerei. Deze is vooral geschikt voor wokken met een ronde bodem.
Verklein-/vergrootring voor klein en groot kookgerei
-
Wanneer u kookgerei wilt gebruiken dat kleinere of grotere af metingen heeft dan deze die vermeld staan in de tabel in de rubriek "Kookgerei", moet u de bijgeleverde verklein-/vergrootring gebruiken.
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit gaskookvlak voldoet aan de voorgeschreven vei
­ligheidsvoorschriften. Door ondeskundig gebruik kun nen gebruikers echter letsel oplopen en kan er scha
-
de optreden aan het toestel.
Lees de gebruiks- en montageaanwijzing daarom aandachtig door voordat u het gaskookvlak in ge
­bruik neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veilig­heid, de installatie, het gebruik en het onderhoud van uw toestel. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Juist gebruik
Dit gaskookvlak is bedoeld voor gebruik in het huis
~
houden en gelijkaardige omgevingen zoals
in winkels, kantoren en gelijkaardige
werkomgevingen,
op boerderijen,
door klanten in hotels, motels, bed-and-breakfasts en
andere typische woonomgevingen.
Gebruik het gaskookvlak uitsluitend in huishoudelijke
~
context voor het bereiden en warmhouden van ge­rechten. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten. Miele is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander gebruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bediening.
Dit gaskookvlak is niet bestemd voor gebruik buiten.
~
-
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of
~
geestelijke mogelijkheden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om dit gaskookvlak veilig te bedienen, mogen het toestel alleen onder het toezicht of de begeleiding van een verantwoordelijk iemand gebruiken.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het huishouden
Let op kinderen die in de buurt van het gaskookvlak
~
komen. Laat kinderen nooit met het toestel spelen.
Kinderen jonger dan 8 jaar moeten uit de buurt van
~
het gaskookvlak worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf 8 jaar mogen het gaskookvlak zon
~
der toezicht gebruiken, maar alleen wanneer hun de bediening ervan zo uitgelegd is dat ze het toestel veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventuele risi­co's van een foutieve bediening kunnen beseffen.
Het gaskookvlak wordt heet wanneer het in gebruik
~
is en dat blijft het ook nog enige tijd na het uitscha­kelen. Hou kinderen van het toestel weg totdat het is af­gekoeld en er geen gevaar meer bestaat dat ze er zich aan verbranden.
Bewaar geen voorwerpen die voor kinderen interes
~
sant zijn, boven of achter het gaskookvlak. Anders wor den kinderen ertoe verleid op het toestel te klauteren. Er is gevaar voor verbranding!
-
-
-
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Zorg ervoor dat kinderen geen hete kookpotten en
~
pannen omlaag kunnen trekken. Draai de handvaten van de kookpotten en pannen over het werkblad. Hier door voorkomt u dat iemand zich verbrandt. In de han del vindt u een speciaal beveiligingshekje waardoor dit risico wordt beperkt.
Delen van de verpakking, bijv. folie of piepschuim,
~
kunnen voor kinderen gevaar inhouden. Kinderen kun­nen verstikken! Bewaar deze delen van de verpakking buiten hun bereik en verwijder de verpakking ook zo vlug mogelijk.
-
-
12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het gaskookvlak wordt geplaatst
~
of het aan de buitenkant zichtbaar beschadigd is. Is dat het geval, neem het toestel dan in geen geval in gebruik. Een beschadigd toestel kan uw veiligheid in gevaar brengen!
De elektrische veiligheid van het gaskookvlak is al
~
leen gewaarborgd als het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsysteem. Het is belangrijk dat u dit controleert. Laat de elektrische installatie in uw woning bij twijfel door een elektricien controleren. Miele kan niet aan­sprakelijk gesteld worden voor schade die werd ver­oorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak. Er bestaat in dat geval onder andere gevaar voor elektrische schokken.
Vergelijk zeker eerst de aansluitgegevens (spanning
~
en frequentie) op het typeplaatje met die van uw elek trische installatie. Sluit daarna pas uw gaskookvlak aan. Deze gegevens dienen absoluut overeen te stemmen. Anders treedt er schade op aan uw toestel. Vraag bij
-
-
twijfel inlichtingen aan een elektricien.
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Alleen een erkend installateur mag het toestel aan
~
sluiten op het gasnet. Wordt de stekker verwijderd, dan mag het toestel uitsluitend door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Laat dit werk uitvoeren door vakmensen die goed op de hoogte zijn van de nationale voorschriften en van de bijkomen de voorschriften van het plaatselijke energiebedrijf; ze moeten deze voorschriften zorgvuldig naleven. Wan neer er bij het inbouwen en aansluiten van het toestel fouten worden gemaakt, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
Gebruik het gaskookvlak enkel in ingebouwde toe-
~
stand. Enkel dan is een veilige werking gewaarborgd.
Open in geen geval de behuizing van het gaskook-
~
vlak.
-
-
-
Wanneer u aansluitingen onder spanning aanraakt of de elektrische en mechanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van het toestel leiden.
Installatie-, onderhouds- en herstellingswerken mo
~
gen alleen worden uitgevoerd door vakmensen die door Miele erkend zijn. Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of herstellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan waarvoor Miele niet aansprakelijk kan worden gesteld.
14
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Tijdens installatie-, onderhouds- en
~
herstellingswerken moet het gaskookvlak van het gasnet en het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Het toestel is pas stroomloos als aan een van deze voor waarden is voldaan:
De zekeringen in uw zekeringkast zijn uitgeschakeld.
De schroefzekeringen in uw zekeringkast zijn hele
maal uitgedraaid.
– De stekker is uit het stopcontact getrokken.
Trek bij toestellen met stekker niet aan de kabel maar aan de stekker om het toestel los te koppelen van het elektriciteitsnet.
Laat u het gaskookvlak tijdens de garantieperiode
~
herstellen, dan mag dat enkel gebeuren door een technicus die door Miele erkend is. Anders is er bij schade achteraf geen aanspraak meer op garantie.
Defecte onderdelen mogen enkel worden vervangen
~
door originele Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u
-
-
zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze wor
~
den vervangen door een speciale aansluitkabel van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie). Deze kabel is verkrijg baar bij de fabrikant of via de Service After Sales.
-
-
15
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het gaskookvlak is niet bestemd voor gebruik met
~
een externe schakelklok (timer) of een systeem voor besturing op afstand.
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen geen
~
stopcontactenblokken of verlengkabels om het gas
­kookvlak op het elektriciteitsnet aan te sluiten. Die bie den niet voldoende veiligheidsgaranties. Er bestaat on der andere gevaar voor oververhitting.
Als het gaskookvlak defect is, mag u het niet in ge-
~
bruik nemen en dient u het toestel direct uit te scha­kelen. Ontkoppel het kookvlak van het elektriciteitsnet en het gasnet. Neem contact op met de dienst Herstel­lingen aan huis van Miele.
Veilig gebruik
Het gaskookvlak wordt heet wanneer het in gebruik
~
is en dat blijft het ook nog enige tijd na het uitscha­kelen. Let erop dat u het toestel niet aanraakt zolang het nog warm kan zijn.
Zorg dat op een ontstoken brander altijd kookgerei
~
staat. Anders kan een erboven geplaatste dampkap
-
-
door de te sterke hitte van de vlammen schade oplo pen of vlam vatten.
16
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Laat het gaskookvlak niet zonder toezicht achter ter
~
wijl het in werking is! Door oververhitting kunnen olie en vet in brand vliegen en kan vervolgens het toestel in brand vliegen.
Als heet vet of hete olie in brand vliegt, probeer het
~
vuur dan niet met water te blussen! Doe het vuur stikken, bijv. met een deken, een vochtige keukenhanddoek of iets dergelijks.
Gebruik het gaskookvlak niet om het vertrek te ver-
~
warmen. Door de hoge temperaturen bestaat er brand­gevaar voor licht ontvlambare voorwerpen in de omge­ving van het toestel. Bovendien vermindert hierdoor de levensduur van het toestel.
Flambeer nooit gerechten onder een dampkap. De
~
ventilator zuigt de vlammen aan zodat de dampkap in
-
brand kan vliegen.
Bescherm uw handen telkens als u met het hete gas
~
kookvlak omgaat. Maak gebruik van ovenwanten, pan nenlappen of iets dergelijks. Zorg dat deze niet te dicht bij de vlammen komen. Gebruik dus geen al te grote pannenlappen, theedoeken of iets dergelijks. De pannenlappen mogen niet nat of vochtig zijn. An ders wordt de warmte sterker overgedragen en kunt u zich verbranden.
-
-
-
17
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik het gaskookvlak niet om er voorwerpen op
~
neer te leggen. Wanneer u het toestel per ongeluk inschakelt of wan neer het nog warm is van een kookproces, bestaat het risico dat het materiaal van de voorwerpen verhit. U kunt zich daaraan verbranden. Het materiaal zelf kan ook smelten of vlam vatten.
Dek het gaskookvlak nooit af, bijv. met een afdek-
~
plaat, doek of folie. Als u het toestel per ongeluk in­schakelt of als het nog warm is van een bereiding, be­staat het risico dat het materiaal in brand vliegt, springt of smelt.
Gebruik geen kookgerei van kunststof of aluminium-
~
folie. Dat smelt bij hogere temperaturen. Er is dan ook brandgevaar!
Verwarm geen gesloten recipiënten, bijv. conserven-
~
blikjes, met dit gaskookvlak. Door de resulterende
-
overdruk kunnen de recipiënten of blikjes uiteenspat ten. Er is dan risico op verbrandingen en ander licha melijk letsel!
Ontsteek een brander alleen wanneer alle brander
~
delen op de juiste wijze in elkaar zijn gezet.
18
-
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik alleen kookgerei waarvan de diameter niet
~
groter of kleiner is dan de in de tabel aangegeven af
­metingen (zie rubriek "Kookgerei"). Als de bodemdia meter te klein is, staat het kookgerei niet stevig ge noeg. Is de bovendiameter te groot, dan worden de hete verbrandingsgassen te ver naar de zijkant ge voerd en kunnen het werkblad, niet-hittebestendige wanden (bijv. met panelen) of onderdelen van het gas kookvlak beschadigd raken. Voor schade die op deze wijze is ontstaan, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld.
Zorg dat de vlammen van de brander niet onder het
~
kookgerei vandaan komen en aan de rand omhoogslaan.
Gebruik geen kookgerei met een te dunne bodem.
~
Verwarm nooit leeg kookgerei tenzij de fabrikant van het kookgerei deze toepassing uitdrukkelijk toelaat. Als u hiermee geen rekening houdt, kan het gaskookvlak
-
-
-
-
schade oplopen.
Gebruik altijd de bijgeleverde pandrager. U mag het
~
kookgerei niet rechtstreeks op de branders plaatsen.
Bewaar geen licht ontvlambare voorwerpen in de
~
buurt van het gaskookvlak.
Verwijder vetspatten en andere brandbare etensres
~
ten zo snel mogelijk van het gaskookvlak. Anders be staat er brandgevaar.
-
-
19
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Plaats de pandragers verticaal op het toestel, zodat
~
er geen krassen kunnen ontstaan.
Bij gebruik van een gaskookvlak ontstaan warmte,
~
vocht en verbrandingsproducten in het vertrek waar het toestel is geplaatst. Vooral terwijl het toestel in wer king is, moet het vertrek waar het toestel is geplaatst goed worden verlucht: de natuurlijke ventilatieope ningen moeten open worden gehouden of er moet een mechanische ventilatievoorziening (bijv. een dampkap) aanwezig zijn.
Als u het toestel intensief en lang aan één stuk door
~
gebruikt, is het aan te raden de ruimte extra te verluchten, bijvoorbeeld door een raam te openen of door de aanwezige mechanische ventilatievoorziening (bijv. een dampkap) op een hogere stand in te scha­kelen.
Tijdens het gebruik van het gaskookvlak moet een
~
dampkap met luchtafvoer of een ventilatievoorziening in uw woning ingeschakeld zijn.
-
-
Wanneer u een elektrisch toestel, bijv. een
~
handmixer, gebruikt in de buurt van het gaskookvlak, zorgt u ervoor dat de aansluitkabel niet met het hete gaskookvlak in contact komt. De isolatie van de kabel kan beschadigd raken. Er bestaat gevaar voor elek trische schokken!
20
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als er onder het gaskookvlak een lade is aange
~
bracht, mag u daarin geen spuitbussen, licht ontvlam bare vloeistoffen of andere brandbare voorwerpen be waren. Is die lade met een bestekinzet uitgerust, dan dient die vervaardigd te zijn van materiaal dat tegen hitte bestand is.
Gebruik geen braadpannen, andere pannen of
~
grillstenen die zo groot zijn dat ze meerdere branders bedekken. Door de daardoor ontstane hitte zou het toestel beschadigd kunnen raken.
Zorg ervoor dat gerechten altijd voldoende worden
~
verwarmd. Kiemen die eventueel in de gerechten aan­wezig zijn, worden alleen gedood als de temperatuur waaraan ze worden blootgesteld hoog genoeg is en die lang genoeg wordt aangehouden.
-
-
-
Voorkom dat er zouthoudende gerechten of vloei-
~
stoffen op het gaskookvlak terechtkomen. Gebeurt dat toch, dan moet u het toestel meteen grondig reinigen om corrosie te voorkomen.
Als het gaskookvlak is ingebouwd achter een meu
~
beldeur, mag het alleen worden gebruikt wanneer de meubeldeur is geopend. Sluit de meubeldeur pas wanneer het toestel uitge schakeld is.
-
-
21
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als het gaskookvlak gedurende een ongebruikelijk
~
lange tijd niet is gebruikt, is het aan te bevelen het toe stel grondig te reinigen voordat u het weer in gebruik
-
neemt. Laat de correcte werking van het toestel zo no dig door een vakman of vakvrouw controleren.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht wer den genomen.
-
-
22
Uw bijdrage tot de bescherming van het milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen, dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park.
Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet. Delen van de verpakking als bv. folie of piep­schuim kunnen voor kinderen gevaren inhouden. Er bestaat risico van verstik­king! Bewaar deze delen buiten hun bereik en ruim de verpakking zo vlug mogelijk weg.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio neren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde be handeling kunnen deze stoffen schade lijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte appa raat dan ook nooit met het gewone af
-
-
-
val.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
­volledig gebruikt voor de toekomstige
­recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
-
de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus­sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
-
-
-
23
Vóór het eerste gebruik
Reinig uw toestel voor u het de eerste keer gebruikt. Ga hier bij als volgt te werk:
Reinig de afneembare delen van het gaskookvlak in een
^
sopje met afwasmiddel, wrijf alles droog en plaats alles op de juiste wijze weer terug (zie rubriek "Reiniging en onder houd").
Ga met een vochtige doek over het roestvrije blad en wrijf
^
vervolgens alles droog.
De metalen onderdelen zijn beschermd door een onder houdsmiddel. Daarom wordt er tijdelijk wat reuk gevormd als het toestel voor het eerst wordt gebruikt. Die geur en de damp die eventueel ontstaat trekken gauw weg. Deze verschijnselen wijzen niet op een verkeerde aan sluiting noch op een defect aan het toestel.
-
-
-
-
24
Snelontsteeksysteem
Het toestel is voorzien van een snelontsteeksysteem met de volgende eigenschappen:
Na het ontsteken van de brander kunt u de bedienings
knop onmiddellijk loslaten.
Automatische herontsteking
Bediening
-
Als de vlam door tocht enz. uitgaat, wordt de brander auto matisch opnieuw ontstoken. Als ook de tweede poging mislukt, wordt de gastoevoer automatisch afgesloten (zie rubriek "Veiligheidsuitschakeling").
Bedieningsknoppen
Met de bedieningsknop ontsteekt u de brander en regelt u de grootte van de vlam.
Sudder-, normale, intensieve en extra-intensieve brander
ß de gastoevoer is afgesloten
& grootste vlam
/ kleinste vlam
Wokbrander
ß de gastoevoer is afgesloten
& grootste vlam:
binnenste en buitenste brander branden in de hoogste stand
& grote vlam:
buitenste brander in de laagste stand, binnenste brander in de hoogste stand
-
/ kleine vlam:
buitenste brander uit, binnenste brander in de hoogste stand
/ kleinste vlam:
buitenste brander uit, binnenste brander in de laagste stand
25
Bediening
Afwasautomaat inschakelen
Tijdens het gebruik van het gaskookvlak moet een dampkap met luchtafvoer of een ventilatievoorziening in uw woning ingeschakeld zijn.
Ontsteek de brander door de desbetreffende bedienings
^
knop in te drukken en naar links op het grootste vlamsym bool te draaien. De ontstekingselektrode maakt een klik kend geluid en ontsteekt het gas.
Als u de bedieningsknop bedient, wordt automatisch op alle gaskookzones een vonk afgegeven. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
Als de brander niet wordt ontstoken, draait u de bedienings­knop op "ß". Verlucht de ruimte of wacht minstens 1 minuut voor u een tweede keer probeert om de brander te ontsteken.
Als de brander ook deze keer niet wordt ontstoken, draait u de bedieningsknop op "ß" en raadpleegt u de rubriek "Wat gedaan als ...".
Het is mogelijk dat tijdens het inschakelen de brander kort wordt herontstoken (1 tot 2 keer klikkend geluid) als de vlam aan het thermische element kort dooft of het thermische ele­ment nog niet voldoende warm is (bijv. bij tocht).
-
-
-
26
Instellen
Bediening
Regel de vlam zodanig dat deze in geen geval boven het kookgerei uitsteekt. Omdat de vlam aan de buitenkant heter is dan in de kern moeten de punten van de vlam onder de bodem van het kookgerei blijven. De warmte wordt anders aan de lucht afgegeven. Bovendien kunnen de handvaten van het kookgerei beschadigd raken en neemt de kans op verbrandingen toe.
De branders kunnen traploos worden geregeld, van de groot ste vlam tot de kleinste vlam. Uitzondering: wokbrander.
Bij de wokbrander bevindt er zich op 6 uur een barrière tus sen een grote vlam en een kleine vlam. Om van een grote vlam naar een kleine vlam te gaan, moet u de bedienings knop indrukken om deze over de barrière heen te draaien.
^ Om van een grote naar een kleine vlam te gaan, draait u de
bedieningsknop in tegenwijzerzin tot aan de barrière. Druk de bedieningsknop in, draai deze over de barrière heen en laat de knop los. U kunt nu het gewenste vermogen instel­len.
^ Om van een kleine naar een grote vlam te gaan, draait u de
bedieningsknop in wijzerzin tot aan de barrière. Druk de bedieningsknop in, draai deze over de barrière heen en laat de knop los. U kunt nu het gewenste vermogen instel­len.
Afwasautomaat uitschakelen
^
Draai de bedieningsknop naar rechts op "ß".
De gastoevoer wordt afgesloten en de vlam wordt gedoofd.
Draai de bedieningsknop niet in wijzerzin over ß heen.
-
-
-
27
Kookgerei
Branders Minimale bodemdiameter
Sudderbrander Normale brander Intensieve brander Extra-intensieve brander Wokbrander
Sudderbrander Normale brander Intensieve brander Extra-intensieve brander Wokbrander
pannen/kookpotten (in cm)
10 10 12 14 15
Maximale bovendiameter
pannen/kookpotten (in cm)
zonder met
Verklein-/vergrootring
22 22 24 24 26
24 24 26 26 30
– Neem de in de tabel vermelde afmetingen in acht. Als de
bodemdiameter te klein is, staat het kookgerei niet stevig genoeg. Is de bovendiameter te groot, dan worden de hete verbrandingsgassen te ver naar de zijkant gevoerd en kunnen het werkblad, niet-hittebestendige wanden (bijv. met panelen) of onderdelen van het gaskookvlak bescha­digd raken. Voor schade die op deze wijze is ontstaan, kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld.
28
– Hou er bij het aankopen van kookpotten en pannen re-
kening mee dat meestal niet de bodemdiameter maar de bovendiameter wordt aangegeven.
Voor gas is geen speciaal kookgerei nodig. Het materiaal moet alleen hittebestendig zijn.
Gebruik bij voorkeur kookgerei met een dikke bodem, om dat de warmte hierdoor goed wordt verdeeld. Als de bo dem te dun is, kan het voedsel op bepaalde plaatsen over verhit raken. Roer daarom in dat geval regelmatiger om.
Plaats het kookgerei altijd op de meegeleverde pandrager. U mag het kookgerei niet rechtstreeks op de branders plaatsen.
-
-
-
Wokring
Gebruik de bijgeleverde wokring voor extra stabiliteit van het kookgerei. Deze is vooral geschikt voor wokken met een ronde bodem.
Zorg ervoor dat de wokring juist geplaatst is, zodat deze vastzit. Zie afbeelding.
De wok vormt een buitenbeentje onder het kookgerei. De wok heeft een kleine bodemdiameter en een grote bovendiameter (meestal 35-40 cm).
Verklein-/vergrootring
Kookgerei
Zorg ervoor dat het kookgerei stevig op de pandrager staat, zodat het niet kan omkantelen. Hou er rekening mee dat het kookgerei altijd wat kan wankelen, zelfs als het goed is geplaatst.
Gebruik geen kookpotten of pannen met een bodem die steunt op de rand.
De verklein-/vergrootring moet worden gebruikt wanneer u
kookgerei met een kleinere diameter (min. bodemdiameter) dan deze in de tabel wilt gebruiken. Op deze manier staat het kookgerei stevig op het gaskookvlak en kan het niet kantelen.
groot kookgerei wilt gebruiken. Op deze manier voorkomt u dat het werkblad beschadigd raakt en dat het roestvrijsta len blad verkleurt. Hou rekening met de informatie in de ta bel.
-
-
29
Tips om energie te besparen
Kook bij voorkeur met een deksel op de kookpot of pan. Zo
vermijdt u dat er nodeloos warmte ontsnapt.
Gebruik weinig water bij het bereiden.
U kunt de bereidingstijd aanzienlijk verkorten door een
snelkookpan/snelkookpot te gebruiken.
Stel na de kookstart of het aanbraden een kleinere vlam in.
Kies liever brede, lage kookpotten dan smalle, hoge
kookpotten. Ze warmen immers sneller op.
30
Thermo-elektrische vlambeveiliging
Veiligheidsinstellingen
Uw gaskookvlak is uitgerust met een thermo-elektrische vlam beveiliging. Deze zorgt ervoor dat de gastoevoer wordt afge sloten wanneer de gasvlam uitgaat, bijvoorbeeld omdat deze uitwaait of omdat een gerecht overkookt, en wanneer de brander vervolgens zonder succes weer wordt ontstoken. Op deze manier wordt voorkomen dat er verder gas naar buiten stroomt.
Om het gaskookvlak weer in gebruik te nemen, draait u de
^
bedieningsknop naar rechts op "ß". Schakel de brander vervolgens op de normale manier weer in.
Veiligheidsuitschakeling
Wanneer een kookzone gedurende een ongewoon lange tijd wordt verwarmd (ca. 4 uur), wordt deze automatisch uitge­schakeld.
^ Om het gaskookvlak weer in gebruik te nemen, draait u de
bedieningsknop naar rechts op "ß". Schakel de brander vervolgens op de normale manier weer in.
-
-
31
Reiniging en onderhoud
Gebruik nooit een stoomreiniger om het toestel schoon
,
te maken. De stoom kan in aanraking komen met onderde len van het toestel die onder spanning staan en zo een kortsluiting veroorzaken.
Reinig het hele toestel na elk gebruik. Laat het toestel eerst afkoelen. Wrijf het toestel na elke vochtige reiniging droog. Zo voor komt u kalkafzetting.
Als de inhoud van pannen of kookpotten overloopt op het hete toestel, kan dit tot verkleuringen leiden op de brander delen en het roestvrijstalen oppervlak van het kookvlak. Ver
wijder vuil dus onmiddellijk!
Om schade aan de oppervlakken te voorkomen, mogen de volgende middelen niet worden gebruikt om de opper­vlakken te reinigen:
– reinigingsmiddelen die soda, alkali, ammoniak, zuur of
chloor bevatten,
– kalkoplossende reinigingsmiddelen,
-
-
-
-
32
– vlek- en roestverwijderaars,
– schurende reinigingsproducten, zoals schuurpoeder,
schuurmelk, poetsstenen,
reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
reinigingsmiddelen voor de afwasautomaat,
grill- of ovensprays,
glasreinigers,
schurende harde borstels en sponsjes (bijv. schuursponsen), of gebruikte sponsen die nog resten van een schuurmiddel bevatten,
scherpe voorwerpen (om te vermijden dat de dichtingen tussen het frame en het werkblad beschadigd raken).
Roestvrijstalen blad
Reinig het roestvrijstalen blad met een sponsdoek, een beetje handafwasmiddel en warm water. Hardnekkig vuil laat u eerst inweken. Wrijf daarna alles droog met een zachte doek.
Indien nodig kunt u het reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal gebruiken (zie rubriek "Mits toeslag verkrijg baar toebehoren"). Zorg ervoor dat u met het middel uitslui tend de slijprichting (de richting van de ribbels) volgt.
Om te voorkomen dat het roestvrij staal snel weer vuil wordt, raden we een onderhoudsmiddel voor roestvrij staal aan (zie rubriek "Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren"). Breng dit middel met een zachte doek gelijkmatig en spaar zaam aan.
Bedrukking (vlamsymbolen)
De bedrukking kan beschadigd raken wanneer vuil er lang op inwerkt, bijv. als u eten of vloeistoffen met keukenzout of olijfolie morst. Verwijder vuil dus onmiddellijk!
Reiniging en onderhoud
-
-
-
Gebruik geen reinigingsmiddel voor roestvrij staal voor het deel met de bedrukking. U zou de bedrukking afschuren.
Pandragers, bedieningsknoppen
Reinig het rooster nooit in de afwasautomaat!
Verwijder de roosters. Reinig het rooster en de bedienings knop met een sponsdoek, een beetje handafwasmiddel en warm water. Hardnekkig vuil laat u eerst inweken.
Wrijf alles na afloop met een schone doek droog.
-
33
Reiniging en onderhoud
Branders
Reinig de branderdelen nooit in de afwasautomaat!
Verwijder de afneembare branderdelen en reinig die met een sponsdoek, een beetje handafwasmiddel en warm water.
Reinig de niet-afneembare branderdelen vervolgens met een vochtige doek.
Reinig de ontstekingselektrode en het thermische element voorzichtig met een goed uitgewrongen vochtige doek.
De ontstekingselektrode mag niet nat worden. Anders kan er geen vonk worden afgegeven.
Wrijf alles na afloop met een schone doek droog. Zorg dat ook de gleuven in de brander goed droog zijn.
Het oppervlak van de branderdop wordt met de tijd iets matter. Dit is normaal en heeft verder geen gevolgen voor het gebruik van het gaskookvlak.
34
Reiniging en onderhoud
Sudder-, normale, intensieve en extra-intensieve brander in elkaar zetten
^ Plaats de branderkop r zodanig op de brandervoet u dat
de ontstekingselektrode t en het thermische element s door de gleuven van de branderkop heen steken. De bran­derkop moet goed op de brandervoet liggen.
^ Plaats de branderdop n zodanig dat de nokjes in de uit-
sparingen van de branderkop r vallen. Als de branderdop juist is geplaatst kan deze niet worden verschoven.
35
Reiniging en onderhoud
Wokbrander in elkaar zetten
^ Plaats de branderkop r zodanig op de brandervoet u dat
de ontstekingselektrode t en het thermische element s door de gleuven van de branderkop heen steken. Het nokje a op de branderdop moet in de uitsparing b van de branderkop vergrendelen. Het nokje c op de branderkop moet in de uitsparing d van de brandervoet vergrendelen.
36
^
Plaats de branderring q.
^
Plaats de branderdoppen o en p.
Wat gedaan als ...
Wat gedaan als ...?
Herstellingen aan elektrische en gastoestellen mogen
,
alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Door ondes kundig uitgevoerde herstellingen kunnen er niet te onder schatten risico's voor de gebruiker ontstaan.
... de brander niet ontsteekt wanneer u het toestel voor de eerste keer gebruikt of wanneer u het lange tijd niet hebt gebruikt?
Mogelijk bevindt er zich lucht in de gasleiding! Herhaal het ontstekingsproces indien nodig meerdere keren.
... de brander na meerdere pogingen niet kan worden aangestoken?
Draai alle bedieningsknoppen op "ß" en ontkoppel het toestel enkele seconden van het elektriciteitsnet. Is het probleem nog altijd niet verholpen, dan controleert u of
– de brander juist in elkaar is gezet.
– de gaskraan geopend is.
-
-
– de brander schoon en droog is.
de gleuven in de brander schoon en droog zijn.
... er een stroomonderbreking is terwijl het toestel in wer king is?
Draai alle bedieningsknoppen naar rechts op "ß". Zodra de stroom weer is hersteld, kunt u het toestel weer gewoon be dienen.
... de vlam er plots anders uitziet?
Ga na of de brander op de juiste wijze in elkaar is gezet.
-
-
37
Wat gedaan als ...?
... de gasvlam na het ontsteken weer uitgaat?
De vlammen moeten in contact komen met het thermische element.
Komen de vlammen niet in contact met het thermische ele ment, controleer dan of
de branderdelen juist zijn geplaatst.
er zich vuil bij het thermische element bevindt. Verwijder
dit voorzichtig (volg de instructies van de rubriek "Reini ging en onderhoud").
... de gasvlam uitgaat terwijl een brander in werking is?
Controleer of de branderdelen juist zijn geplaatst.
– Er heeft zich een stroomonderbreking voorgedaan.
Draai alle bedieningsknoppen naar rechts op "ß". Zodra de stroom weer is hersteld, kunt u het toestel weer gewoon bedienen.
... de elektrische ontstekingsinrichting van een brander van het gaskookvlak niet meer functioneert?
Ontkoppel het toestel enkele seconden van het elektriciteits­net. Is het probleem nog altijd niet verholpen, dan controleert uof
de zekering op uw elektrische installatie gesprongen is. Neem eventueel contact op met een elektricien of de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
-
-
38
er zich etensresten tussen de elektrische ontstekingselek trode en de branderdop bevinden. Verwijder dit voorzichtig (volg de instructies van de rubriek "Reiniging en onderhoud").
er zich etensresten bij het thermische element bevinden. Verwijder dit voorzichtig (volg de instructies van de rubriek "Reiniging en onderhoud").
Als de vlam uitgaat doordat een gerecht overkookt, is het mogelijk dat u het gaskookvlak om veiligheidsredenen ge durende ongeveer 5 minuten niet kunt inschakelen.
-
-
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Miele biedt een uitgebreid gamma van Miele-toebehoren dat geschikt is voor uw toestellen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan reinigings- en onderhoudsproducten.
U kunt deze producten zeer gemakkelijk bestellen in de Miele Online Shop:
U kunt deze producten ook verkrijgen via de Service After Sales van Miele (zie omslag) of bij uw Miele-handelaar.
Reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal (250 ml)
Hiermee verwijdert u hardnekkig vuil, kalkvlekken en lichte verkleuringen.
Onderhoudsmiddel voor roestvrij staal (250 ml)
Hiermee verwijdert u gemakkelijk waterstrepen, vlekken en vingerafdrukken. Hiermee voorkomt u dat het roestvrij staal snel weer vuil wordt.
Microvezeldoek
Hiermee verwijdert u vingerafdrukken en normaal vuil.
39
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw
Neem de veiligheidsafstanden op Om schade aan het toestel te ver mijden, mag u het pas inbouwen na dat de wandkasten en de dampkap zijn gemonteerd.
De lijsten en randen van het werk
~
blad moeten met een hittebestendige lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze niet loskomen of vervormen. Ook de wandafdichtstrips moeten hitte bestendig zijn.
Dit toestel mag niet op niet-vaste
~
plaatsen (bijv. op een schip) worden gebruikt.
Vanwege het risico op overslaande
~
vlammen mag een gaskookvlak niet vlak naast een friteuse worden inge­bouwd. Er dient tussen het gaskookvlak en een friteuse een afstand van min­stens 300 mm te worden aangehouden.
-
~
de volgende pagina's strikt in acht.
-
-
-
Gebruik geen middel om de voegen
~
te dichten, tenzij dat uitdrukkelijk wordt gevraagd. De dichtingsstrook van het toestel garandeert voldoende afdich ting ten opzichte van het werkblad.
Alle afmetingen zijn opgegeven in mm.
Vertrek waar het toestel wordt ge plaatst
Het vertrek waar het gaskookvlak wordt geplaatst, moet
3
– minstens 25,2 m
– minstens één buitendeur of één bui-
tenraam hebben, die of dat kan wor­den geopend
groot zijn
-
-
Gaskookvlakken mogen niet worden
~
ingebouwd boven koeltoestellen, af­wasautomaten, wasautomaten en droogautomaten.
De gasslang en de aansluitkabel
~
mogen na de inbouw niet in aanraking komen met onderdelen van het toestel die bij gebruik warm worden. Anders kunnen de gasslang en de aansluitka bel beschadigd raken.
De aansluitkabel en een flexibele
~
gasaansluiting moeten zodanig aange bracht zijn dat deze niet in contact komen met beweegbare delen van de keukenelementen (bijv. een lade) en dat deze niet blootgesteld zijn aan me chanische belastingen.
40
– uitgerust zijn met een dampkap met
luchtafvoer of een gecontroleerde ventilatievoorziening (geen werking met luchtcirculatie) die een ventilatie vermogen biedt van minstens
3
189 m
geschikte openingen voor luchttoe voer hebben.
-
-
-
/uur.
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw
Veilige afstand boven het toestel
Hou tussen het toestel en een dampkap erboven de veiligheidsafstand aan die door de fabrikant van de dampkap wordt opgegeven. Is er door de fabrikant van de dampkap geen afstand vermeld of zijn er licht ontvlambare materialen (bijv. een rekje) boven het toestel geïnstalleerd, dan dient de veiligheidsafstand minstens 760 mm te bedragen.
Als u verschillende toestellen (bijv. een gaskookvlak en een elektrisch kook vlak) naast elkaar inbouwt onder een dampkap, neemt u de grootste afstand die wordt vermeld in de gebruiks- en montageaanwijzing.
-
41
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw
Veiligheidsafstand opzij / naar ach teren toe
Het gaskookvlak mag slechts aan één zijkant (rechts of links) en aan de ach terkant grenzen aan meubels of wanden die hoger zijn dan het toestel zelf (zie de afbeeldingen).
Neem minstens de volgende afstanden in acht:
a Achter het toestel: minstens 50 mm
tussen de uitsparing in het werkblad en de achterkant van het werkblad.
b Rechts van het toestel: minstens
100 mm tussen de uitsparing in het werkblad en een ernaast geplaatst meubel (bijv. een hoge kast) of een muur.
c Links van het toestel: minstens
100 mm tussen de uitsparing in het werkblad en een ernaast geplaatst meubel (bijv. een hoge kast) of een muur.
-
-
Niet toegestaan!
Zeker aan te bevelen!
42
Niet aan te bevelen!
Niet aan te bevelen!
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw
KM 2256
Toestel- en inbouwafmetingen
a Vooraan
b Inbouwhoogte
c Gasaansluiting R 1/2 - ISO 7-1 (DIN EN 10226)
d Elektrische aansluiting
e Elektronicabehuizing 110 x 142 mm
43
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw
Inbouwen
Maak een uitsparing in het werkblad
^
zoals op de maatschetsen. Neem de veiligheidsafstanden (zie rubriek "Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw") in acht.
Bescherm het zaagpatroon bij houten
^
werkbladen met speciale lak, siliconenrubber of giethars om op zwellen door vocht te verhinderen. De gebruikte materialen moeten hitte bestendig zijn.
Zorg ervoor dat deze materialen niet in contact komen met het oppervlak van het werkblad.
^ Voer de aansluitkabel van het toestel
naar onderen door de uitsparing in het werkblad.
^ Plaats het toestel in de uitsparing.
-
-
Wordt bij het inbouwen geconsta­teerd dat de randafdichting bij de hoeken niet goed op het werkblad aansluit, dan kan de hoekradius (ß R4) voorzichtig met een decoupeer zaag worden nabewerkt.
^
Sluit het toestel aan op het elektrici teitsnet (zie "Elektrische aansluiting").
^
Sluit het toestel aan op gas (zie "Gas aansluiting").
^
Bevestig het toestel vooraan en ach teraan met de bijgeleverde draagpro fielen. Zie rubriek "Toestel bevesti gen".
44
-
-
-
-
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw
Dichting tussen het toestel en het werkblad
De dichtingsstrook onder de rand van het bovenste deel van het toestel ga­randeert voldoende afdichting ten op­zichte van het werkblad.
Het toestel mag in geen geval met voegdichtingsmiddel (bijv. silicone) worden afgedicht. Het toestel en het werkblad zouden dan beschadigd kunnen raken wan neer het toestel moet worden verwij derd.
Betegeld werkblad
De voegen a en het gearceerde deel onder het gaskookvlak moeten vlak en effen zijn, zodat het gaskookvlak er ge­lijkmatig op ligt en de dichtingsstrook onder de rand van het bovenste deel van het toestel voldoende afdichting garandeert ten opzichte van het werk­blad.
-
-
45
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw
KM 2257
Toestel- en inbouwafmetingen
a Vooraan
b Inbouwhoogte
c Gasaansluiting R 1/2 - ISO 7-1(DIN
EN 10226)
d Elektrische aansluiting
e Elektronicabehuizing 110 x 142 mm
f Getrapte frezing voor natuurstenen
werkbladen
46
Afmetingen voor de uitsparing van het natuurstenen werkblad Hou absoluut rekening met de detailtekeningen!
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw
Een gaskookvlak in één vlak met het werkblad is geschikt voor inbouw in natuursteen (graniet, marmer), getegelde werkbladen en massief hout. Andere materialen, zoals cori an en askilan, zijn niet geschikt.
Voor de inbouw is een onderkast van 900 mm breedte vereist.
Het gaskookvlak moet na de inbouw onderaan vrij toegankelijk zijn voor onderhoudsdoeleinden, zodat de dichtingskit voor voegen niet moet worden verwijderd.
Het gaskookvlak wordt
– rechtstreeks in een overeenkomstig
uitgefreesd werkblad uit natuursteen geplaatst.
– in de uitsparing in massief houten /
getegelde werkbladen met houten lijsten bevestigd. Deze lijsten moeten ter plaatse worden voorzien en wor den niet bijgeleverd.
-
-
47
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw
De uitsparing in het werkblad aanbrengen en het gaskookvlak plaatsen
Natuurstenen werkblad
a Werkblad
b Draagprofiel (De draagprofielen dra-
gen de onderkast wanneer het bo venblad van het gaskookvlak wordt verwijderd.)
c Kookvlak
d Voegbreedte
-
Maak een uitsparing in het werkblad
^
zoals op de maatschets.
Bevestig het bijgeleverde draagpro
^
fiel b.
Voer het snoer van het gaskookvlak
^
naar onderen door de uitsparing.
Plaats het gaskookvlak c in de uit
^
sparing en centreer het.
Sluit het toestel aan op het elektrici
^
teitsnet (zie "Elektrische aansluiting").
Sluit het toestel aan op gas (zie "Gas
^
aansluiting").
^ Bevestig het toestel vooraan en ach-
teraan met de bijgeleverde draagpro­fielen. Zie "Toestel bevestigen".
^ Ga na of het gaskookvlak degelijk
werkt.
^ Dicht de resterende voeg d af met
een temperatuurbestendige (min­stens 160 °C) siliconedichtingskit.
Voor het gaskookvlak en de uitspa ring in het werkblad geldt een zekere maattolerantie, zodat de voegbreedte d kan variëren.
-
-
-
-
-
Hoekstraal van het uitgefreesde werk blad ß R4
48
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw
Werkblad uit massief hout / getegeld werkblad
a Werkblad
b Draagprofiel (De draagprofielen dra-
gen de onderkast wanneer het bo­venblad van het gaskookvlak wordt verwijderd.)
c Kookvlak
d Voegbreedte
Maak een uitsparing in het werkblad
^
zoals op de maatschets.
Bevestig de houten lijsten a 4mm
^
onder de bovenkant van het werk blad (zie afbeelding).
Bevestig het bijgeleverde draagpro
^
fiel b.
Voer het snoer van het gaskookvlak
^
naar onderen door de uitsparing.
Plaats het gaskookvlak c in de uit
^
sparing en centreer het.
Sluit het toestel aan op het elektrici
^
teitsnet (zie "Elektrische aansluiting").
^ Sluit het toestel aan op gas (zie "Gas-
aansluiting").
^ Bevestig het toestel vooraan en ach-
teraan met de bijgeleverde draagpro­fielen. Zie "Toestel bevestigen".
^ Ga na of het gaskookvlak degelijk
werkt.
^ Dicht de resterende voeg d af met
een temperatuurbestendige (min stens 160 °C) siliconedichtingskit.
-
-
-
-
-
e Houten lijst 16 mm
(niet bijgeleverd)
Hoekstraal van het getegelde werkblad ß R4
Voor het gaskookvlak en de uitspa ring in het werkblad geldt een zekere maattolerantie, zodat de voegbreedte d kan variëren.
-
49
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw
Inbouw in een roestvrijstalen werkblad
Dit toestel kan in een roestvrijstalen werkblad worden ingelast. Het toestel moet na het inlassen nog steeds als Miele-toestel herkenbaar zijn.
Het inlassen mag alleen worden uitgevoerd door een vakman die door de
,
Technische Dienst van Miele is gecertificeerd.
a Roestvrijstalen werkblad
b Lasercontour
c Lascontour
50
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw
Het toestel bevestigen
Bevestig het toestel met de bijgele verde draagprofielen volgens de aan wijzingen op de afbeelding.
Werkblad 20 mm
Werkblad 30 mm
-
Na het inbouwen
Controleer na het inbouwen de werking van het gaskookvlak door alle branders
­aan te steken.
Op de laagste stand mag de vlam niet doven, ook niet wanneer u de knop snel van de grote naar de kleine vlam draait.
Op de hoogste stand moet de brander een duidelijk zichtbare kern hebben.
Werkblad 40 mm
51
Elektrische aansluiting
Het is aan te bevelen het toestel via een stekker aan te sluiten op het elektrici teitsnet. Daardoor worden onderhouds­en herstelwerken eenvoudiger. Zorg ervoor dat het stopcontact na de inbouw van uw toestel nog vlot toegan kelijk blijft.
Als de aansluiting niet via een stopcon tact gebeurt, dient u de aansluiting te laten uitvoeren door een elektricien, die goed op de hoogte is van de nationale voorschriften en aanvullende voor schriften van het plaatselijke energiebe drijf, en deze voorschriften nauwkeurig opvolgt.
Is het stopcontact voor de gebruiker niet meer toegankelijk of is er een vaste aansluiting voorzien, dan moet die voor elke fase met een stroomonder­breker uitgerust zijn. Als stroomonder­brekers kunnen schakelaars worden gebruikt met een contactopening van minstens 3 mm. Bijvoorbeeld automa­tische uitschakelaars, zekeringen en contactsluiters.
De vereiste aansluitgegevens vindt u op het typeplaatje. De informatie moet overeenkomen met de gegevens van het net.
-
-
De fabrikant wijst erop dat hij geen aansprakelijkheid aanvaart voor (on)rechtstreekse schade die voortvloeit uit een ondeskundige in bouw of verkeerde aansluiting.
-
De fabrikant is niet aansprakelijk
­voor schade die werd veroorzaakt
doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak. Er zijn elek trische schokken mogelijk.
­Na de montage moet de aarding ge
controleerd worden!
Totaal vermogen
zie typeplaatje
Aansluiting en beveiliging
AC230V/50Hz Overstroombeveiliging 10 A Onderbrekingskarakteristiek type B of C
Verliesstroomschakelaar
Om de veiligheid te verhogen wordt aangeraden vóór het toestel een veiligheidsschakelaar met een uitscha kelstroom van 30 mA te plaatsen.
-
-
-
-
52
Elektrische aansluiting
Voor Oostenrijk
Vanwege elektronische onderdelen kan bij defecten een lekstroom veroorzaakt worden met een gelijkstroomaandeel van meer dan 6 mA of van meer dan 20 % van het totale stroomverlies. Daarom moet de installatie in elk geval voorzien zijn van gelijkstroomgevoelige verliesstroomschakelaars.
Van het net loskoppelen
Als het stroomcircuit van het toestel van het net dient losgekoppeld te worden, gaat u afhankelijk van de installatie als volgt te werk:
Smeltzekeringen
De inzetstukken helemaal uit de schroefkappen nemen. of:
Automatische schroefzekeringen
De testknop (rood) indrukken tot de middelste knop (zwart) terugspringt.
of:
Vervangen van de aansluitleiding
Bij het vervangen van het aansluitsnoer mag alleen een speciaal aansluitsnoer van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) worden gebruikt. Dit snoer is verkrijg baar bij de fabrikant of de Technische Dienst. Het snoer mag enkel worden vervangen door de fabrikant van het toestel, een door hem erkende Tech nische Dienst of een elektricien. De vereiste aansluitgegevens vindt u op het typeplaatje.
-
-
Automatische zekeringen
(inbouwtype)
Beveiligingsschakelaar, min. type B of C !): De hendel van 1 (aan) op 0 (uit) zetten. of:
FI-veiligheidsschakelaars
(Verliesstroomschakelaar) De hoofd schakelaar van 1 (aan) op 0 (uit) schakelen of de proeftoets in werking stellen.
Het net moet na het loskoppelen be veiligd worden tegen opnieuw in schakelen.
-
-
-
53
Gasaansluiting
De aansluiting op gas of het aan passen aan een andere gassoort mag uitsluitend worden uitgevoerd door een installateur die erkend is door het plaatselijke gasbedrijf. De installateur is verantwoordelijk voor een perfecte werking op de plek waar het toestel wordt geplaatst.
De gasaansluiting moet zodanig zijn geplaatst dat men het toestel bin nen of buiten het keukenmeubel kan aansluiten. De gaskraan moet zicht baar en toegankelijk zijn, eventueel na het openen van de deur van het keukenmeubel.
Vraag aan het plaatselijke gasbedrijf welke gassoort u hebt en vergelijk dit met de gegevens op het type­plaatje.
De gaskookplaat moet volgens de geldende voorschriften en richtlijnen op het gas worden aangesloten.
Bij de gasaansluiting moeten ook de speciale voorschriften van het plaatselijke gasbedrijf evenals van de bouwtoezichtsinstanties in acht worden genomen.
De gastoestellen kunnen vast of
-
-
loskoppelbaar worden aangesloten. Als de aansluiting loskoppelbaar is, moet deze bestaan uit een veiligheids aansluitarmatuur en een veiligheidsgasleiding (uitvoering M) met aansluitstekker, volgens DIN 3383 deel
1.
De gasaansluitingen moeten zoda nig zijn aangebracht dat deze niet worden beschadigd door de hitte die het toestel afgeeft als het aan
-
staat. Met name de gasleidingen en de aansluitarmaturen mogen niet in aanraking komen met hete verbran­dingsgassen.
De gasslang en het aansluitsnoer mogen niet in aanraking komen met onderdelen van het gaskookvlak die bij gebruik warm worden, omdat de slang en het snoer anders bescha­digd kunnen raken.
Een flexibele aansluitaansluiting moeten zodanig aangebracht zijn dat deze niet in contact komt met beweegbare delen van de keukenelementen (bijv. een lade) en dat deze niet blootgesteld is aan mechanische belastingen.
-
-
54
Tot slot moet de gasaansluiting op dichtheid worden gecontroleerd.
Gasaansluiting
Schroefdraadaansluiting op het toe stel:
1
c Gasaansluiting R
/2- ISO 7-1 (DIN
EN 10226)
d Bocht van 90°
Bij het gebruik van een bocht van 90° kan de inbouwhoogte op het vlak van de gasaansluiting maximaal 120 mm bedragen (afhankelijk van het toestel).
Het toestel is geschikt voor aardgas en
-
vloeibaar gas.
Categorie overeenkomstig EN 30: BE II 2E+ 3+ 20/25, 28-30/37 mbar.
Het toestel is, afhankelijk van de landspecifieke uitvoering, voorzien voor aardgas of vloeibaar gas (zie sticker op het toestel).
Voor het aanpassen aan een andere gassoort is, afhankelijk van de landspecifieke uitvoering, de overeen komstige set inspuiters bijgeleverd.
Als de voor uw installatie vereiste set in spuiters niet bijgeleverd is, dient u con­tact op te nemen met uw vakhandelaar of de Technische Dienst.
Het aanpassen aan een andere gas­soort wordt beschreven in de rubriek "Aanpassen aan een andere gassoort".
KM 2257 Voor het model KM 2257 raden wij een flexibele gasaansluiting aan.
-
-
55
Brandervermogen
Continuvermogen
Brander Gassoort Grote vlam Kleine vlam
kW g/h kW
Sudderbrander Aardgas H
Vloeibaar gas
Normaalbrander Aardgas H
Vloeibaar gas
Sterkbrander Aardgas H
Vloeibaar gas
Extra-intensieve brander
Wok Aardgas H
Totaal Aardgas H
Aardgas H Vloeibaar gas
Vloeibaar gas
Vloeibaar gas
1,00 0,95
1,60 1,60
2,50 2,10
3,00 2,55
4,50 4,20
12,6 11,4
-
69
-
116
-
153
-
186
-
306
-
830
0,250 0,300
0,250 0,310
0,350 0,350
0,520 0,550
0,250 0,300
-
-
56
Aanpassen aan een andere gassoort
Bij het aanpassen aan een andere gassoort moeten de grote inspuiters en de kleine inspuiters van de branders worden vervangen.
Schroef de nieuwe inspuiters volgens de volgende tabel in.
Tabel voor de inspuiters
Grote
inspuiter C
Aardgas H
Sudderbrander Normaalbrander Intensieve brander Extra-intensieve brander Wok
Vloeibaar gas
Sudderbrander Normaalbrander Intensieve brander Extra-intensieve brander Wok
De boringsdiameter van de inspuiters is in mm aangegeven.
Neem contact op met het plaatselijke gasbedrijf wanneer bij aardgas de aansluit druk lager is dan 18 mbar of hoger dan 25 mbar.
0,75 0,90 1,11 1,22
1,47/Kz34
0,54 0,67 0,71 0,77
0,98/Kz7
Kleine
inspuiter C
0,39 0,42 0,42 0,54
0,88 / 0,42
0,23 0,23 0,32 0,40
0,60 / 0,23
-
57
Aanpassen aan een andere gassoort
Inspuiters vervangen
Ontkoppel het gaskookvlak van het elektriciteitsnet. Hiertoe... ...dezekering van de huisinstal­latie uitschakelen of helemaal uit draaien. ...destekker van het toestel uit het stopcontact trekken.
Grote inspuiters vervangen
Sudder-, normaal-, intensieve en extra-intensieve brander
-
^ Verwijder het rooster, de branderdop
n en de branderkop r.
^ Schroef met een steeksleutel (M7) de
grote inspuiter v los.
58
^
Vervang de grote inspuiter.
Aanpassen aan een andere gassoort
Wokbrander
^ Verwijder de branderdop op,de
branderring q en de branderkop r.
^ Verwijder de bedieningsknoppen.
^ Maak de schroeven w los en verwij-
der de afdekplaat.
^ Draai de grote inspuiter met een
steeksleutel SW 10 in tegenwijzerzin uit de houder van de inspuiter. Houd tegelijkertijd de houder met een steeksleutel SW 13 tegen (zie afbeel­ding).
^ Draai de nieuwe grote inspuiter er in
terwijl u met de steeksleutel de hou­der opnieuw tegenhoudt.
59
Aanpassen aan een andere gassoort
De inspuiter voor de binnenste bran der vervangen
d Inspuiterplaatje (grote inspuiter voor
de binnenste brander)
e Luchthuls
f Luchtopening
Draai de schroef c met een steek
^
-
sleutel SW 8 uit het schroefdeel b. Houd het schroefdeel tegen met een steeksleutel SW 12.
Draai vervolgens het schroefdeel b
^
met een steeksleutel SW 12 uit deel a. Houd dit tegen met een steek sleutel SW 12.
Verwijder het inspuiterplaatje d dat
^
zich in deel a bevindt en plaats het inspuiterplaatje met het juiste num mer (zie tabel voor de inspuiterss).
Stel de twee luchtopeningen f in
^
door de luchthuls e op de aangege­ven afstand (2 mm) te draaien.
Draai alle delen vervolgens in omge­keerde volgorde weer vast en con­troleer de aansluitingen op dichtheid. Controleer de correcte werking van de brander door deze aan te steken (zon­der het bovenblad te plaatsen). Steek de brander met een lucifer aan.
-
-
-
60
Aanpassen aan een andere gassoort
Primaire luchtaanzuiging controleren
a Stelschroef
b Luchthuls
De afstand "x" moet bedragen: bij aardgas: 6 mm bij vloeibaar gas: 6 mm
Als dit niet het geval is,
draai dan de stelschroef los, ver
^
schuif de luchthuls en draai de stel schroef weer vast.
Verzegel de inspuiters vervolgens
^
met zegellak, om te voorkomen dat de inspuiters per ongeluk worden losgedraaid.
Zet het gaskookvlak in omgekeerde
^
volgorde weer in elkaar.
Op de laagste stand mag de vlam niet doven, ook niet wanneer u de knop snel van de grote naar de kleine vlam draait.
Op de hoogste stand moet de brander een duidelijk zichtbare kern hebben.
-
-
61
Aanpassen aan een andere gassoort
Kleine inspuiters vervangen
Om de kleine inspuiters te vervangen moeten de bevestigingsschroeven van de branders worden losgemaakt en het bovenblad van het toestel worden afge nomen.
Verwijder de bedieningsknoppen
^
naar boven toe.
Verwijder het bovenblad.
^
Sudder-, normaal-, intensieve en extra-intensieve brander
Wokbrander
-
a Kleine inspuiter met kleinere diame-
ter (bijv. bij vloeibaar gas: 0,23)
b Kleine inspuiter met grotere diameter
(bijv. bij vloeibaar gas: 0,60)
^ Draai de twee kleine inspuiters a in
de gasarmatuur met een kleine schroevendraaier los.
^
Draai de kleine inspuiter a in de gasarmatuur met een kleine schroe vendraaier los.
^
Verwijder de inspuiter met een punt tang.
^
Plaats de juiste inspuiter (zie tabel voor de inspuiters) en draai deze vast.
62
^
Verwijder de inspuiters met een punt tang.
-
^
Plaats de juiste inspuiter (zie tabel voor de inspuiters) en draai deze
-
vast.
-
Aanpassen aan een andere gassoort
Na het aanpassen
Plaats alle branderdelen in omge
^
keerde volgorde weer terug.
Controleer alle delen waar gas door
^
loopt op dichtheid. Controleer de cor recte werking van de brander door deze aan te steken (zonder het bo venblad te plaatsen). Steek de bran der met een lucifer aan.
Verwijder de losse branderdelen op
^
nieuw.
Plaats het bovenblad van het toestel
^
terug.
^ Schroef de branderonderdelen vast
en plaats de losse branderdelen weer terug. Zorg ervoor dat u de de­len in de juiste volgorde terugplaatst!
^ Plaats de bedieningsknoppen terug.
^ Controleer vervolgens de werking
van het gaskookvlak door alle bran­ders aan te steken.
-
-
Op de laagste stand mag de vlam niet doven, ook niet wanneer u de knop snel van de grote naar de kleine vlam draait.
Op de hoogste stand moet de brander
­een duidelijk zichtbare kern hebben.
­Kleef het plaatje dat bij de inspuiterset hoort over de sticker met de vermelde gassoort.
-
-
63
Technische Dienst van Miele, typeplaatje
Neem bij storingen die u zelf niet kunt oplossen contact op met:
de Miele-vakhandel of
de Technische Dienst van Miele
Het telefoonnummer van de Technische Dienst van Miele vindt u op de achter zijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u een beroep doet op de Technische Dienst, geef dan altijd het toesteltype en -nummer op. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Kleef hier het bijgeleverde typeplaatje. Let erop dat de typebenaming overeen­stemt met de gegevens op de voorpagina van deze gebruiksaanwijzing.
-
646566
67
Wijzigingen voorbehouden / 0512
M.-Nr. 07 012 850 / 01
Loading...