Miele KFN 14947 SDE ED User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing en montage handleiding
Koel-vriescombinatie
-
met PerfectFresh-zone, ijsblokjesmaker en NoFrost-systeem KFN 14947 SDE ed
nl-BE
M.-Nr. 07 849 850
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................5
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid en waarschuwingen..................8
Hoe kunt u energie besparen? ......................................13
Toestel in- en uitschakelen .........................................14
Toestel bedienen ..................................................14
Toestel inschakelen ................................................14
Toestel uitschakelen ...............................................15
Koel-/PerfectFresh- of vrieszone afzonderlijk uit- en inschakelen ..........15
Bij langdurige afwezigheid ..........................................16
Instelmodus ......................................................17
Toetsgeluid in-/uitschakelen .......................................17
Vergrendeling in-/uitschakelen .....................................18
De juiste temperatuur .............................................19
...indekoelzone en in de Perfect-Fresh-zone ..........................19
Automatische temperatuurverdeling (DynaCool) .........................19
...indevrieszone.................................................19
Temperatuur instellen ..............................................20
Mogelijke temperatuurinstellingen ..................................20
Temperatuurdisplay................................................21
Temperatuur in de PerfectFresh-zone instellen...........................21
Lichtsterkte van het temperatuurdisplay wijzigen ......................22
Waarschuwingssignaal ............................................23
Temperatuuralarm .................................................23
Deuralarm .......................................................24
Super koelen en Superfrost gebruiken ...............................25
Super koelen .....................................................25
Superfrost .......................................................26
De koelzone juist gebruiken ........................................27
Verschillende koelgedeelten .........................................27
Levensmiddelen die zeker niet gekoeld mogen worden....................28
Waarop moet u letten wanneer u levensmiddelen koopt ...................28
Levensmiddelen juist bewaren .......................................28
Onverpakte dierlijke en plantaardige levensmiddelen ..................28
Inhoud
PerfectFresh juist gebruiken .......................................29
Bewaartemperatuur ................................................29
Luchtvochtigheid ..................................................29
Levensmiddelen bewaren in de vakken van de PerfectFresh-zone ...........29
De binnenruimte indelen ...........................................31
De legplaten verplaatsen............................................31
Tweedelige legplaat ...............................................31
Opdienset/flessenrek verplaatsen .....................................32
Universele box ....................................................33
De flessenhouder verschuiven .......................................33
Invriezen en bewaren..............................................34
Maximaal invriesvermogen ..........................................34
Wat gebeurt er als verse levensmiddelen worden ingevroren? ..............34
Diepvriesproducten bewaren ........................................34
Zelf levensmiddelen invriezen ........................................35
Tips voor het invriezen ...........................................35
Verpakken.....................................................35
Voor u de levensmiddelen in het toestel legt ..........................36
Hoe u de levensmiddelen in het toestel legt ..........................36
Grote levensmiddelen in het toestel leggen .............................36
Vrieskalender .....................................................36
Ingevroren levensmiddelen ontdooien .................................37
Dranken snel koelen ...............................................37
Koelaccu gebruiken................................................37
IJsblokjes maken .................................................38
Duur van de watertoevoer instellen ....................................39
Automatisch ontdooien............................................41
Reiniging en onderhoud ...........................................42
Buitenwanden, binnenruimte, toebehoren...............................42
Bakje voor ijsblokjes reinigen ........................................43
Ventilatieroosters ..................................................44
Deurdichting .....................................................44
Achterzijde - metalen rooster.........................................44
Actieve-koolfilters ................................................45
Actieve-koolfilters vervangen.........................................45
Actieve-koolfilters later vervangen ..................................45
Wat gedaan als...?..............................................47
Inhoud
Waar bepaalde geluiden vandaan komen .............................51
Technische Dienst van Miele/garantie ................................52
Wateraansluiting .................................................53
Let voordat het apparaat op de waterleiding wordt aangesloten op het volgende
................................................................53
Aansluiting op de watertoevoer .......................................53
Elektrische aansluiting ............................................55
Opstelinstructies .................................................56
Opstelplaats......................................................56
Klimaatklasse ..................................................56
Ventilatie ........................................................56
Toestel opstellen ..................................................56
Toestel waterpas zetten.............................................57
Afmetingen van het toestel ..........................................58
De draairichting van de deuren veranderen ...........................59
Toesteldeuren waterpas zetten .....................................69
Het toestel inbouwen..............................................70
Beschrijving van het toestel
a Aan-toets voor het hele toestel en
aan-uittoets om de koel- en vrieszo ne afzonderlijk in en uit te schakelen
b Sensortoets voor "Super koelen" of
"Superfrost"
c Sensortoets voor het instellen van de
temperatuur (X voor kouder)
d Controlelampje van de vergrendeling
(brandt wanneer de vergrendeling ingeschakeld is)
e Temperatuurdisplay voor de koel- of
vrieszone (temperatuurindicator)
-
f Selectietoets om de koel- of de vries
zone te selecteren (schakeltoets) (bovenste symbool = koelsymbool; onderste symbool = vriessymbool)
g Sensortoets voor het instellen van de
temperatuur (Y voor warmer)
h Uitschakeltoets voor het waarschu-
wingssignaal (brandt wanneer het deur- of temperatuuralarm weerklinkt)
i Actieve-koolfilterlampje
(brandt wanneer de actieve-koolfilters moeten worden vervangen)
-
5
Beschrijving van het toestel
a Binnenverlichting
b Ventilator
c Legplaat
d Vakken van de PerfectFresh-zone
e Regelaar om de luchtvochtigheid in
te stellen in de vakken van de PerfectFresh-zone
f Boter- en kaasvak
g Eierhouder/opdienset
h Cassette voor de
Active Air Clean-koolfilters
i Flessenhouder *
j Flessenrek
k Gootje en
afvoeropening voor het dooiwater
l IJsblokjeslade met
automatische ijsblokjesmaker
m Vriesladen met
vrieskalender
* afhankelijk van het model
6
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
­volledig gebruikt voor de toekomstige
­recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
-
de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg ervoor dat de buisleidingen van de compressor geen schade oplopen voordat het toestel terdege wordt geborgen. Zo vermijdt u dat er koelmid del uit het koelcircuit of olie uit de com pressor in het milieu terechtkomt.
-
-
-
Zorg er ook voor dat het toestel kinder veilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid en waarschuwingen
Dit toestel voldoet aan de voorge schreven veiligheidsvoorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan de oven.
Voor u het toestel in gebruik neemt, moet u de gebruiksaanwijzing aan dachtig lezen. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent de plaatsing, de veiligheid, het gebruik en het on derhoud van uw toestel. Dat is vei liger voor uzelf en u voorkomt scha de aan het toestel.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
-
-
-
-
Juist gebruik
Het toestel is bedoeld voor gebruik
~
in het huishouden en gelijkaardige om­gevingen zoals
in winkels, kantoren en gelijkaardige werkomgevingen,
brikant is niet aansprakelijk voor scha de die werd veroorzaakt doordat het toestel voor andere doeleinden werd gebruikt of verkeerd werd bediend.
Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om het toestel veilig te bedienen, mogen dit toestel al leen onder het toezicht of de begeleiding van een verantwoordelijk iemand gebruiken.
-
Kinderen in het huishouden
Kinderen mogen het toestel alleen
~
maar gebruiken wanneer hun de bedie­ning ervan zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Kinderen moe­ten de eventuele risico's van een foutie­ve bediening kunnen beseffen.
Hou kinderen die in de buurt van het
~
toestel komen in het oog. Let op dat kinderen niet met het toestel spelen, bijv. in de vriesladen gaan zitten of aan de toesteldeur gaan hangen.
-
-
op boerderijen
door klanten in hotels, motels, bed-and-breakfasts en andere typische woonomgevingen.
Gebruik het toestel uitsluitend in het huishouden voor het koelen en bewa ren van levensmiddelen, voor het be waren van diepvriesproducten, voor het invriezen van verse levensmiddelen en voor het maken van ijsblokjes.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten en kan gevaarlijk zijn. De fa
8
-
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid en waarschuwingen
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het toestel wordt
~
geplaatst, of het zichtbaar beschadigd is. Is dat het geval, neem het toestel dan in geen geval in gebruik. Een beschadigd toestel kan uw veilig heid in gevaar brengen!
Is de aansluitkabel beschadigd, laat
~
deze dan vervangen door een vakman of vakvrouw die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's voor wie het toe stel gebruikt.
Dit toestel bevat het koelmiddel iso
~
butaan (R600a), een natuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het is niet schadelijk voor de ozonlaag en draagt niet bij tot het broeikaseffect. Het gebruik van dit mi­lieuvriendelijke koelmiddel veroorzaakt wel een lichte verhoging van het werkingsgeluid. Naast de werkingsgeluiden van de compressor kunnen er stromingsgeluiden in het vol­ledige koelcircuit optreden. Deze ef­fecten zijn jammer genoeg niet te ver mijden, maar hebben geen invloed op de prestaties van het toestel. Let er bij het transporteren en het op stellen van het toestel op dat geen en kel onderdeel van het koelcircuit be schadigd raakt. Wegspattend koelmid del kan tot oogletsels leiden! Bij beschadiging: – Vermijd open vuur of
ontstekingsbronnen, – trek de stekker uit het stopcontact, – verlucht het vertrek waarin het toestel
staat enkele minuten lang,
en – verwittig de Technische
Herstellingen aan huis van Miele.
-
-
-
-
-
-
Hoe meer koelmiddel er in een toe
~
stel zit, hoe groter de ruimte moet zijn waarin het toestel wordt opgesteld. Bij een eventueel lek kan er in een te kleine ruimte een brandbaar mengsel van gas en lucht ontstaan. Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m heid koelmiddel is aangegeven op het typeplaatje in het toestel.
Een veilige werking van het toestel
~
is alleen dan gewaarborgd als het toe stel overeenkomstig de gebruiksaanwij
-
zing gemonteerd en aangesloten werd.
Voordat u het toestel aansluit, dient
~
u eerst de aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet te vergelij­ken. Deze gegevens dienen absoluut over­een te stemmen. Anders treedt er scha­de op aan uw toestel. Vraag bij twijfel inlichtingen aan een elektricien.
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
~
geen verlengkabels of stopcontactenblokken om het toestel aan te sluiten. Die bieden niet voldoen de veiligheidsgaranties. Er bestaat on der meer gevaar voor oververhitting.
-
3
groot zijn. De hoeveel
-
-
-
-
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid en waarschuwingen
De elektrische veiligheid van dit
~
toestel wordt enkel gewaarborgd als u het op een aardsysteem aansluit dat volgens de voorschriften werd geïnstal leerd. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoor waarde is voldaan. Laat de elektrische installatie in uw woning bij twijfel door een elektricien controleren. De fabrikant kan niet aansprakelijk ge steld worden voor schade die werd ver oorzaakt doordat de aardleiding onder broken was of gewoon ontbrak (bijv. elektrische schokken).
Installatiewerken, onderhouds-
~
werken en reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door vakmensen die door de fabrikant erkend zijn. Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of reparatiewerken kunnen er voor de ge­bruiker aanzienlijke risico's ontstaan waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk kan worden gesteld.
Laat u het toestel tijdens de ga
~
rantieperiode herstellen, dan mag dat enkel gebeuren door een technicus die door de fabrikant erkend is. Anders is er bij schade achteraf geen aanspraak meer op waarborg.
-
-
-
Tijdens installatie-, onderhouds- en
~
reparatiewerken moet het toestel van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Het toestel is pas stroomloos indien aan
­een van deze voorwaarden werd vol daan:
De stekker van het toestel is uit het
stopcontact getrokken. Trek daarbij niet aan het snoer, wel aan de stekker.
­De betreffende zekering in de
­zekeringkast is uitgeschakeld.
Laat defecte onderdelen enkel
~
vervangen door originele Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
Als u dit toestel niet op een vaste
~
plaats installeert, bijv. op een schip, laat dit karwei dan enkel uitvoeren door vakmensen. Die moeten ervoor zorgen dat u het toestel veilig kunt gebruiken.
De fabrikant is niet aansprakelijk
~
voor schade die ontstaat door een ver keerde vaste wateraansluiting.
De aansluiting op het openbare
~
waternet en alle herstellingen aan de ijsblokjesmaker mogen enkel door ge kwalificeerde vakmensen worden uitge voerd.
-
-
-
-
10
De ijsblokjesmaker is niet geschikt
~
om op een warmwaterleiding aangeslo ten te worden.
De vaste wateraansluiting mag niet
~
worden uitgevoerd terwijl het toestel op het elektriciteitsnet aangesloten is.
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid en waarschuwingen
Efficiënt gebruik
Raak bevroren levensmiddelen niet
~
met natte handen aan. Uw handen zou den kunnen vastvriezen. U kunt zich verwonden!
Neem nooit ijsblokjes en ijslolly's,
~
met name waterijsjes, in de mond als u ze net uit de vrieszone hebt gehaald. Door de zeer lage temperatuur van het ijs kunnen uw lippen of tong vastvrie zen. U kunt zich verwonden!
Gedeeltelijk of volledig ontdooide le
~
vensmiddelen mogen niet opnieuw wor den ingevroren. Verbruik deze levens­middelen zo snel mogelijk, want de le­vensmiddelen verliezen hun voedings­waarde en bederven. Ontdooide levensmiddelen kunt u opnieuw invrie­zen nadat u ze hebt gekookt of gebra­den.
Bewaar geen explosieve stoffen of -
~
producten met brandbare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het toestel. Als de thermostaat wordt ingeschakeld, kun nen er vonken ontstaan. Die kunnen ontvlambare mengsels tot ontploffing brengen.
-
-
Bewaar geen blikjes en flessen met
~
koolzuurhoudende dranken of met vloeistoffen die kunnen bevriezen in de
-
vrieszone. De blikjes of flessen kunnen ontploffen. U zou zich kunnen verwonden en het toestel kan beschadigd raken!
Als u flessen snel in de vrieszone
~
wenst te koelen, dient u ze uiterlijk na één uur weer uit de vrieszone te halen. De flessen kunnen ontploffen. U kunt zich verwonden en het toestel kan be
-
schadigd raken!
­Als u levensmiddelen eet die te lang
~
bewaard werden, bestaat er gevaar voor voedselvergiftiging. De bewaarduur is afhankelijk van di­verse factoren, zoals de versheid en kwaliteit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop ze worden be­waard. Hou rekening met de bewaartips en de houdbaarheidsdata van de fabrikant van de levensmid­delen.
Gebruik geen voorwerpen met een
~
scherpe punt of rand om
rijm- en ijslagen te verwijderen,
-
Gebruik geen elektrische toestellen
~
in het toestel (bijv. om softijs te ma ken). Er kunnen vonken ontstaan. Ont ploffingsgevaar!
Plaats dranken met een hoog alco
~
holpercentage enkel rechtop en goed afgesloten in de koelzone. Ontploffingsgevaar!
-
vastgevroren levensmiddelen los te wrikken.
­Als u dat doet, beschadigt u de
koelelementen en functioneert het toe
-
stel niet meer correct.
Plaats nooit elektrische verwar
~
mingstoestellen of kaarsen in het toe stel om het te ontdooien. De kunststof zou beschadigd raken.
-
-
-
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid en waarschuwingen
Gebruik geen ontdooisprays of
~
producten om ijs te verwijderen. Die kunnen immers explosieve gassen vormen en kunnen oplosmiddelen of drijfgassen bevatten die de kunststof aantasten. Ook zijn ze mogelijk schade lijk voor de gezondheid.
Behandel de deurdichting niet met
~
olie of vet. Daardoor wordt de deurdichting na ver loop van tijd poreus.
Als u in het toestel of in de deur vet-
~
of oliehoudende levensmiddelen be waart, dient u ervoor te zorgen dat eventueel uitlopend vet of uitlopende olie niet in contact komt met de kunststofonderdelen. Er kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan, zodat die barst of scheurt.
Dek de ventilatieroosters van het
~
toestel niet af. Als die openingen afgedekt zijn, kan er geen goede luchtcirculatie plaatsvin­den. Het stroomverbruik stijgt en scha de aan onderdelen kan niet worden uit gesloten.
Het toestel is geconstrueerd voor
~
een bepaalde klimaatklasse (bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens gerespecteerd moeten worden. De klimaatklasse is vermeld op het typeplaatje aan de bin nenzijde van het toestel. Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat de compressor gedurende een lange tijd stilstaat, zodat het toestel de vereiste temperatuur niet kan aan houden.
-
-
-
Gebruik voor het ontdooien en reini
~
gen van het toestel in geen geval een stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met on derdelen van het toestel die onder spanning staan en zo een kortsluiting
­veroorzaken.
Wat met een afgedankt toestel?
-
Vernietig het knip- of vergrendelslot
~
van uw oude toestel als u het toestel af dankt. Op die manier voorkomt u dat spelende kinderen zich in het toestel opsluiten, wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het
~
koelcircuit, bijv. door
– koelmiddelkanalen van het
verdampsysteem open te prikken;
– buizen te knikken;
– beschermende lagen af te krabben.
Als er koelmiddel uit spuit, kan dat
­oogletsels veroorzaken.
-
Wanneer de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd, kan de fa brikant niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die daar even tueel het gevolg van is.
-
-
-
-
-
-
12
Hoe kunt u energie besparen?
normaal energieverbruik verhoogd energieverbruik
Opstellen In een verluchtbare ruimte. In een gesloten, niet te verluchten
Beschermd tegen directe zonnestraling.
Niet naast een warmtebron (verwar mingselement, fornuis).
Bij een ideale kamertemperatuur van 20 °C.
Temperatuurinstelling Thermostaat "niveaugetallen" (regeling in niveaus)
Temperatuurinstelling Thermostaat "graadaanduidingen" (digitaal scherm)
Gebruik De deur alleen maar zo kort mogelijk
Ontdooien Ontdooi het vriesvak bij een ijslaag
Bij een gemiddelde instelling van 2 tot 3.
Keldervak van 8 tot 12 °C
Koelvak van 4 tot 5 °C
PerfectFresh-zone bijna 0 °C
Vriesvak -18 °C
Wijnbewaarzone van 10 tot 12 °C
openen.
Levensmiddelen goed gesorteerd inladen.
Laat warme gerechten en dranken eerst buiten het toestel afkoelen.
Levensmiddelen goed verpakt of goed afgedekt inladen.
Leg ingevroren producten in de koelzone om ze te ontdooien.
Doe de vakken niet te vol zodat de lucht kan circuleren.
van 0,5 cm.
ruimte
Bij directe zonnestraling.
Naast een warmtebron (verwar
­mingselement, fornuis).
Bij een hogere omgevingstempera tuur.
Bij een hoge instelling: Hoe lager de temperatuur in het vriesvak, hoe ho ger het energieverbruik!
Bij toestellen met een winterschake ling moet u erop letten dat die scha kelaar bij temperaturen boven 16 resp. 18 °C uitgeschakeld is.
De deur vaak en langdurig openen = koudeverlies
Wanneer alles door elkaar ligt, moet u lang zoeken en blijft de deur lang openstaan.
Warme gerechten in het toestel doen de compressor langdurig werken (het toestel probeert harder te koelen).
Wanneer vloeistoffen in de koelzone verdampen en condenseren, leidt dat tot verlies van het koelvermogen.
Een ijslaag vermindert de overdracht van de koude aan de in te vriezen le vensmiddelen en doet het stroom verbruik stijgen.
-
-
-
-
-
-
-
13
Toestel in- en uitschakelen
Vóór het eerste gebruik
De roestvrijstalen oppervlakken aan de buitenkant en de binnenkant van het toestel zijn voorzien van een bescherm folie.
Trek de beschermfolie pas weg na
^
het opstellen of inbouwen.
Wrijf de roestvrijstalen oppervlakken,
^
direct nadat u de beschermfolie ver wijderd hebt, met een geschikt onderhoudsmiddel voor roestvrij staal in.
Belangrijk! Het onderhoudsmiddel voor roestvrij staal zorgt voor een duurzame film die voorkomt dat het roestvrij staal snel vuil wordt.
^ Reinig de binnenruimte en het toebe-
horen. Gebruik daarvoor lauw water. Wrijf daarna alles droog met een doek.
Laat het toestel na het transport ca. 1/2 tot 1 uur staan voor u het aansluit. Dit is zeer belangrijk voor de latere werking!
Actieve-koolfilters (Active Air Clean-koolfilters)
^
Plaats de bijgeleverde actieve-koolfilters in de cassette en plaats de cassette op een van de legplaten in de koelzone (zie "Actieve-koolfilters").
Toestel bedienen
Toestel inschakelen
Met de aan-uittoets kunt u de koel-/Per fectFresh-zone en de vrieszone gelijktij dig inschakelen.
-
Raak zo lang de aan-uittoets aan tot
^
-
het temperatuurdisplay aangaat.
Het temperatuurdisplay van de koelzo ne geeft de temperatuur weer die in de koelzone heerst.
Als de temperatuur in de vrieszone ho­ger is dan 0 °C, worden op het tempe­ratuurdisplay van de vrieszone alleen streepjes weergegeven. Zodra de tem­peratuur lager is dan 0 °C, geeft het temperatuurdisplay de temperatuur weer die in de vrieszone heerst. Het vriessymbool en de uitschakeltoets voor het waarschuwingssignaal knippe­ren tot de temperatuur in de vrieszone laag genoeg is.
Het toestel begint te koelen en de bin nenverlichting schakelt in als de deur van de koelzone wordt geopend.
Om zeker te zijn dat de temperatuur laag genoeg is, dient u het toestel enkele uren te laten voorkoelen voordat u voor het eerst levensmid delen in het toestel plaatst. Pas wanneer de temperatuur in de vrieszone laag genoeg is (minstens
-18 °C) plaatst u levensmiddelen in de vrieszone.
-
-
-
-
-
U kunt dit toestel bedienen door de sensortoetsen aan te raken (te selecte ren).
14
-
Met deze selectietoets kunt u de koel­of de vrieszone selecteren.
Als u de vrieszone wilt selecteren (om bijv. de temperatuur te controleren),
^ raakt u de selectietoets aan tot het
vriessymbool geel oplicht.
Afhankelijk van de geselecteerde tem­peratuurzone kunt u
– de functie "Super koelen" of "Super-
frost" selecteren of
– de temperatuur instellen.
Meer informatie vindt u in de rubrieken in kwestie.
Toestel in- en uitschakelen
Toestel uitschakelen
Raak zo lang de aan-uittoets aan tot
^
het temperatuurdisplay en alle lamp jes uitgaan. (Als dit niet het geval is, is de vergrendeling ingeschakeld!)
De koel-/PerfectFresh- en de vrieszone worden na elkaar uitgeschakeld.
De binnenverlichting gaat uit. De koeling is uitgeschakeld.
Koel-/PerfectFresh- of vrieszone afzonderlijk uit- en inschakelen
De koel-/PerfectFresh-zone en de vries­zone kunnen ook afzonderlijk worden uit- en weer ingeschakeld, zodat u in­dien gewenst slechts één gedeelte kunt gebruiken. Dit is bijv. interessant als u op vakantie bent en alleen het vriesgedeelte inge­schakeld moet blijven:
-
Koelaccu
Plaats de koelaccu in de bovenste vrieslade. Na ca. 24 uur kan de koelaccu zijn maximale koelvermogen leveren.
^
Selecteer met de selectietoets de toestelzone die u wilt uitschakelen.
Het koel- of het vriessymbool licht geel op.
^
Raak zo lang de aan-uittoets aan tot het koel- of vriessymbool uitgaat.
15
Toestel in- en uitschakelen
De betreffende toestelzone is nu uitge schakeld, terwijl de andere ingescha keld blijft.
Als u een toestelzone weer wilt in schakelen,
selecteert u met de selectietoets de
^
toestelzone die u wilt inschakelen, zodat het betreffende symbool geel oplicht.
^ Raak zo lang de aan-uittoets aan tot
het temperatuurdisplay aangaat of
^ schakel het toestel uit en weer in.
-
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd niet gebruikt, gaat u als volgt te werk:
-
-
Als het toestel bij langdurige af wezigheid wordt uitgeschakeld maar niet gereinigd, bestaat er gevaar voor schimmelvorming als de deu ren gesloten blijven.
-
-
^
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit het stopcontact,
^
maak het bakje voor ijsblokjes leeg en reinig het,
^
draai de afsluitkraan voor de water toevoer dicht,
^
reinig het toestel en
^
laat de toesteldeuren op een kier staan om geurvorming te vermijden.
16
-
Instelmodus
Bepaalde instellingen van het toestel kunt u alleen in de instelmodus wijzi gen.
Informatie over hoe u het toestel in de instelmodus zet en hoe u de instel lingen wijzigt vindt u in de rubrieken in kwestie.
-
-
Toestel in- en uitschakelen
Wanneer het toestel in de instelmodus staat, wordt het deur alarm automatisch onderdrukt. Zo dra de toesteldeur wordt gesloten, wordt het deuralarm weer geacti veerd.
Toetsgeluid in-/uitschakelen
-
-
-
Overzicht van de beschikbare functies in de instelmodus:
Toestel in de instelmodus zet ten of de instelmodus verlaten
Toetsgeluid in-/uitschakelen (zie rubriek "Toestel in- en uit­schakelen")
Bevestigen dat de actieve-koolfilters vervangen zijn (zie "Actieve-koolfilters")
Vergrendeling in-/uitschakelen (zie rubriek "Toestel in- en uit­schakelen")
Lichtsterkte van het tempera tuurdisplay wijzigen (zie rubriek "De juiste tempera tuur")
Temperatuur in de Perfect Fresh-zone instellen (zie rubriek "De juiste tempera tuur")
Duur van de watertoevoer voor de ijsblokjesmaker instellen (zie "IJsblokjes maken")
-
c
b
^
u
-
d
-
-
§
-
e
Als u niet wilt dat er een geluid weer klinkt telkens als u een toets aanraakt, kunt u het toetsgeluid uitschakelen.
^ Raak de toets X aan en laat uw vin-
ger erop rusten.
^ Terwijl uw vinger op de toets X rust,
raakt u één keer de aan-uittoets aan.
^
Hou uw vinger nog 5 seconden op de toets X tot c wordt weergegeven op het temperatuurdisplay.
^
Raak opnieuw zo vaak de toets X aan tot b wordt weergegeven op het temperatuurdisplay.
^
Raak ter bevestiging de aan-uittoets aan.
^
U kunt nu instellen of het toetsgeluid moet uitgeschakeld of ingeschakeld zijn. Raak hiertoe de toets X aan.
b0: het toetsgeluid is uitgeschakeld b1: het toetsgeluid is ingeschakeld b -: terug naar het menu
-
17
Toestel in- en uitschakelen
De geselecteerde instelling brandt con stant en de nieuwe instelling knippert.
Nadat u een nieuwe instelling hebt
^
gekozen, raakt u ter bevestiging de aan-uittoets aan.
Raak zo vaak de toets X aan tot c
^
wordt weergegeven op het tempera tuurdisplay.
Raak de aan-uittoets aan.
^
U hebt de instelmodus verlaten.
Vergrendeling in-/uitschakelen
Met de vergrendeling kunt u het toestel beveiligen, zodat het niet ongewenst wordt uitgeschakeld.
^ Raak de toets X aan en laat uw vin-
ger erop rusten.
U kunt nu instellen of de vergrende
^
­ling moet uitgeschakeld of ingescha keld zijn. Raak hiertoe de toets X aan. u0: de vergrendeling isuitgescha-
keld
u1: de vergrendeling is ingescha-
-
De geselecteerde instelling brandt con stant en de nieuwe instelling knippert.
^
^ Raak zo vaak de toets X aan tot c
^ Raak de aan-uittoets aan.
U hebt de instelmodus verlaten.
Als de vergrendeling ingeschakeld is, brandt het controlelampje van de ver­grendeling play.
keld
u -: terug naar het menu
Nadat u een nieuwe instelling hebt gekozen, raakt u ter bevestiging de aan-uittoets aan.
wordt weergegeven op het tempera­tuurdisplay.
X op het temperatuurdis-
-
-
-
^
Terwijl uw vinger op de toets X rust, raakt u één keer de aan-uittoets aan.
^
Hou uw vinger nog 5 seconden op de toets X tot c wordt weergegeven op het temperatuurdisplay.
^
Raak opnieuw zo vaak de toets X aan tot u wordt weergegeven op het temperatuurdisplay.
^
Raak ter bevestiging de aan-uittoets aan.
18
De juiste temperatuur
Bij het bewaren van levensmiddelen is een juiste temperatuurinstelling zeer belangrijk. Levensmiddelen bederven snel door de aanwezigheid van micro
-organismen. Dat proces kan door de juiste bewaartemperatuur worden verhinderd of vertraagd. De tempera tuur beïnvloedt de groeisnelheid van de micro-organismen. Hoe lager de tem peratuur, hoe langzamer dit proces ver loopt.
De temperatuur in het toestel stijgt
als u vaak en gedurende lange tijd
de toesteldeuren opent,
– hoe meer levensmiddelen er worden
bewaard,
– als de verse levensmiddelen warm
zijn,
– als de omgevingstemperatuur van
het toestel hoog is. Het toestel is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse (bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens gerespecteerd moeten worden.
-
-
-
...indekoelzone en in de Perfect-Fresh-zone
Automatische temperatuurverdeling (DynaCool)
Als de koeling inschakelt, schakelt het toestel automatisch ook de ventilator in. Op die manier wordt de koelte gelijk matig verdeeld in de koelzone, zodat de levensmiddelen in de koelkast alle maal ongeveer met dezelfde tempera
-
tuur worden gekoeld.
...indevrieszone
Om verse levensmiddelen in te vriezen en ze langdurig te bewaren, is een tem­peratuur van -18 °C vereist. Bij die tem­peratuur komt de groei van micro-orga­nismen in hoge mate tot stilstand. Zo­dra de temperatuur boven -10 °C stijgt, begint de ontbinding door de micro-or­ganismen. De levensmiddelen kunnen dan minder lang worden bewaard. Daarom mogen geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen pas opnieuw worden ingevroren nadat u ze hebt ver­werkt (door ze te koken of braden). Door de hoge temperaturen worden de meeste micro-organismen gedood.
-
-
-
We raden een koeltemperatuur van 4°Caan in het midden van het toestel.
In de PerfectFresh-zone wordt de tem peratuur automatisch geregeld en is deze ingesteld op een temperatuur waarde tussen 0en3°C.
-
-
19
De juiste temperatuur
Temperatuur instellen
De temperatuur in de koel-/Perfect Fresh-zone en de vrieszone kunt u los van elkaar instellen.
Selecteer met de selectietoets de
^
koel- of de vrieszone.
Het koel- of het vriessymbool licht geel op.
^ Stel nu de temperatuur in met de
sensortoetsen links en rechts van het temperatuurdisplay.
Ga hiervoor als volgt te werk:
Toets X aanraken: lagere temperatuur
instellen
Toets Y aanraken: hogere tempera-
tuur instellen
Tijdens het instellen wordt de insteltemperatuur knipperend weerge geven.
Volgende wijzigingen zijn op het tem peratuurdisplay merkbaar als u de toet sen aanraakt:
Eén keer aanraken: de laatst gekozen temperatuurwaarde wordt knipperend weergegeven.
-
-
-
Telkens als u de toets nogmaals aan
raakt: De temperatuurwaarde wijzigt in stappen van 1 °C.
Uw vinger op de toets laten rusten:
De temperatuurwaarde wijzigt ononderbroken. Wanneer de laagste of hoogste tem peratuurwaarde is bereikt, gaat de toets X of Y uit.
Ongeveer 5 seconden nadat u de laatste keer de toets hebt aangeraakt, geeft het temperatuurdisplay automa tisch de gemiddelde daadwerkelijke temperatuur weer die momenteel in de koel- of vrieszone heerst.
Als u de temperatuur hebt gewijzigd, controleert u het temperatuurdisplay na
ca. 6 uur als er weinig voedsel in het toestel zit en na ca. 24 uur als het toestel volledig gevuld is. Pas dan is
de gekozen temperatuur werkelijk inge­steld. Als de temperatuur na die tijd te hoog of te laag is, stelt u een andere temperatuur in.
Mogelijke temperatuurinstellingen
De temperatuur kan als volgt worden ingesteld:
In de koelzone van 3 °C tot 9 °C
In de vrieszone van -14 °C tot -28 °C
­Het bereiken van de laagste tempera
tuur is afhankelijk van de opstelplaats en van de omgevingstemperatuur. Bij een hoge omgevingstemperatuur kan de laagste temperatuur niet altijd wor den bereikt.
-
-
-
-
-
20
De juiste temperatuur
Temperatuurdisplay
Het temperatuurdisplay op het bedie ningspaneel geeft tijdens normale wer king de temperatuur aan in het midden van de koelzone of de warmste plaats in de vrieszone.
-
-
Temperatuur in de PerfectFresh-zone instellen
In de PerfectFresh-zone wordt de tem peratuur automatisch tussen 0 en 3 °C gehouden. Als u het toch warmer of kouder wenst, omdat u bijv. vis wenst te bewaren, dan kunt u de temperatuur lichtjes wijzigen.
^ Raak de toets X aan en laat uw vin-
ger erop rusten.
-
U kunt nu de temperatuur in de Per
^
fectFresh-zone wijzigen. Raak hiertoe de toets X aan: U kunt kiezen uit de standen 1 tot 9:
§1: laagste temperatuur
§9: hoogste temperatuur
§ -: terug naar het menu
De geselecteerde instelling brandt con stant en de nieuwe instelling knippert.
Nadat u een nieuwe instelling hebt
^
gekozen, raakt u ter bevestiging de aan-uittoets aan.
Raak zo vaak de toets X aan tot c
^
wordt weergegeven op het tempera­tuurdisplay.
^ Raak de aan-uittoets aan.
U hebt de instelmodus verlaten.
De voorinstelling van de tempera­tuur in de PerfectFresh-zone is §5. Bij een instelling van §1tot §4wor­den mogelijk temperaturen onder nul bereikt. Levensmiddelen kunnen bevriezen!
-
-
^
Terwijl uw vinger op de toets X rust, raakt u één keer de aan-uittoets aan.
^
Hou uw vinger nog 5 seconden op de toets X tot c wordt weergegeven op het temperatuurdisplay.
^
Raak opnieuw zo vaak de toets X aan tot § wordt weergegeven op het temperatuurdisplay.
^
Raak ter bevestiging de aan-uittoets aan.
21
De juiste temperatuur
Lichtsterkte van het temperatuurdisplay wijzigen
U kunt de lichtsterkte van het tempera tuurdisplay aanpassen aan de lichtverhoudingen van de omgeving.
Raak de toets X aan en laat uw vin
^
ger erop rusten.
^ Terwijl uw vinger op de toets X rust,
raakt u één keer de aan-uittoets aan.
^ Hou uw vinger nog 5 seconden op
de toets X tot c wordt weergegeven op het temperatuurdisplay.
Raak zo vaak de toets X aan tot c
^
wordt weergegeven op het tempera
-
-
tuurdisplay.
Raak de aan-uittoets aan.
^
U hebt de instelmodus verlaten.
-
^ Raak opnieuw zo vaak de toets X
aan tot d wordt weergegeven op het temperatuurdisplay.
^
Raak ter bevestiging de aan-uittoets aan.
^
U kunt nu de lichtsterkte van het tem peratuurdisplay wijzigen. Raak hier toe de toets X aan:
d0: maximale lichtsterkte d1: verminderde lichtsterkte d -: terug naar het menu
De geselecteerde instelling brandt con stant en de nieuwe instelling knippert.
^
Nadat u een nieuwe instelling hebt gekozen, raakt u ter bevestiging de aan-uittoets aan.
22
-
-
-
Loading...
+ 50 hidden pages