voor de koel-vriescombinaties
KF 7562 S-1
KF 7564 S-1
KF 7662 S-1
Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw apparaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.
Het veranderen van de draairichting van de deur. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Het inbouwen van de koel-diepvriescombinatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Algemeen
a Superkoeling - toets en controle-
lampje van de superkoeling
b Aan-/Uit - toets van de koelzone
c Toetsen voor het instellen van de
temperatuur in de koelzone
(Boven: warmer; beneden: kouder)
d Temperatuuraanduiding van de
koelzone
e Controlelampje van de vergrendeling
f Temperatuuraanduiding van de
diepvrieszone
g Toetsen voor het instellen van de
temperatuur in de diepvrieszone
(Boven: warmer; beneden: kouder)
h Aan-/Uit - toets van de diepvrieszone
i Superfrost - toets en controlelampje
van de superfrost
j Zoemer - toets
4
k Boter- en kaasvak
l Binnenverlichting
m Eierrekje
n Plateaus
o Flesplateau
(alleen voor de KF 7564 S-1)
p Gootje voor het dooiwater en
afvoeropening voor het dooiwater
q Deurvakken
r Groenten- en fruitladen
s Fleshouder
(afhankelijk van het model)
t Diepvriesladen met diepvrieskalen-
der
u Markeersysteem voor ingevroren
levensmiddelen
Algemeen
v Afvoergootje voor het dooiwater
5
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
omdat dit het milieu relatief weinig be
last en kan worden hergebruikt.
Door hergebruik van verpakkingsmate
riaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
-
Het afdanken van het apparaat
Afgedankte apparaten bevatten meest
al nog waardevolle materialen.
Zet uw apparaat daarom niet zomaar
bij het grofvuil, maar informeer bij uw
handelaar of het mogelijk is het appa
raat terug te geven.
Is dit niet mogelijk, informeer dan bij de
gemeente of bij een grondstoffenhan
delaar naar mogelijkheden voor herge
bruik van het materiaal (bijv. schrootver
werking).
Let erop dat de buisleidingen van uw
apparaat niet worden beschadigd,
wanneer dit wordt weggebracht om op
vakkundige wijze en zonder het milieu
al te veel schade te berokkenen te worden verschroot. Dan kan men er zeker
van zijn dat koelmiddelen die zich in
het koelsysteem bevinden en de olie
die zich in de compressor bevindt niet
in het milieu terechtkomen.
Neem ook de aanwijzingen in het
hoofdstuk: „Veiligheidsinstructies en
waarschuwingen“ in acht.
-
-
-
-
-
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Deze koel-vriescombinatie voldoet
aan de voorgeschreven veiligheids
maatregelen. Door ondeskundig ge
bruik kunnen personen echter letsel
oplopen en kan er materiële schade
ontstaan.
Lees deze gebruiksaanwijzing daar
om eerst aandachtig door voordat u
dit apparaat voor het eerst gebruikt.
Hierin vindt u belangrijke instructies
met betrekking tot de inbouw, de
veiligheid, het gebruik en het onder
houd van het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en
geef deze door aan de eventuele
volgende eigenaar van de koelvriescombinatie.
Efficiënt gebruik
Deze koel-vriescombinatie is uitsluitend bestemd voor huishoude-
lijk gebruik.
Gebruik deze koel-vriescombinatie
uitsluitend voor het koelen en be
waren van levensmiddelen, voor het
bewaren van diepvriesproducten, voor
het invriezen en bewaren van verse le
vensmiddelen en voor het bereiden van
ijs.
Gebruik voor andere doeleinden is on
toelaatbaar en kan gevaarlijk zijn.
De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor schade die is ontstaan door ge
bruik voor andere doeleinden dan hier
aangegeven of door een foutieve be
diening.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Technische veiligheid
Dit apparaat bevat het koelmiddel
isobutaan (R600a).
Dit is een natuurlijk gas dat het milieu
weinig belast, maar wel brandbaar is.
Het gas is niet schadelijk voor de ozon
laag en verhoogt het broeikaseffect
niet, maar het gebruik van dit koelmid
del heeft er wel toe geleid dat het ap
paraat meer lawaai maakt wanneer het
aanstaat.
Behalve de geluiden van de compres
sor kunnen er dan in het hele koelsys
teem stromingsgeluiden optreden.
Deze effecten zijn helaas niet te vermijden, maar hebben geen negatieve
invloed op de capaciteit van het apparaat.
Let er bij het transport en bij de plaatsing van het apparaat op dat er geen
onderdelen van het koelsysteem worden beschadigd. Vrijkomend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken.
Wordt het koelsysteem toch beschadigd:
–
vermijd dan open vuur of andere
brandhaarden,
–
trek de stekker uit het stopcontact,
–
lucht het vertrek waar het apparaat
staat enkele minutenlang door
–
en neem contact op met de Techni
sche Dienst.
-
-
-
-
-
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Hoe meer koelmiddel een koel-
vriescombinatie bevat, des te gro
ter moet het vertrek zijn waarin de koelvriescombinatie wordt opgesteld.
Wanneer het vertrek te klein is kan zich
bij een eventuele lek een brandbaar
mengsel van gas en lucht vormen.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek
minstens 1 m
3
groot zijn.
De hoeveelheid koelmiddel die de koel
-vriescombinatie bevat staat op het ty
peplaatje in de binnenkant van het ap
paraat.
Voordat u uw koel-vriescombinatie
aansluit dient u altijd de aansluitgegevens (zekering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van
het elektriciteitsnet te vergelijken.
Deze moeten beslist overeenkomen,
omdat de koel-vriescombinatie anders
beschadigd raakt.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van de
koel-vriescombinatie is uitsluitend
gegarandeerd als deze wordt aan
gesloten op een aardingssysteem dat
volgens de geldende veiligheidsbepa
lingen is geïnstalleerd.
Het is zeer belangrijk dat aan deze fun
damentele veiligheidsvoorwaarde is
voldaan. Laat de huisinstallatie bij twij
fel door een vakman/vakvrouw controle
ren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor
den gesteld voor schade die wordt ver
oorzaakt door een ontbrekende of be
schadigde aarddraad (bijv. een
elektrische schok).
Een veilig gebruik van de koel-
-
vriescombinatie is alleen dan ge
garandeerd, wanneer het apparaat
wordt gemonteerd en aangesloten vol
gens de instructies die in de gebruiks
aanwijzing staan.
Dit apparaat mag uitsluitend door
een vakman/vakvrouw op een
niet-stationaire locatie (bijvoorbeeld
een boot of camper) worden inge
bouwd en aangesloten. Hierbij moet
aan alle voorwaarden voor een veilig
gebruik worden voldaan.
Installatie- en onderhoudswerk
zaamheden als ook reparaties mogen alleen door erkende vakmensen
worden uitgevoerd.
Ondeskundig uitgevoerde installatie- en
onderhoudswerkzaamheden, als ook
ondeskundig uitgevoerde reparaties
kunnen groot gevaar opleveren voor de
gebruiker waarvoor de fabrikant niet
aansprakelijk is.
Er staat alleen dan geen elektri-
sche spanning op de koel-vriescombinatie als aan één van de volgen
de voorwaarden is voldaan:
–
als de hoofdschakelaar van de huis
installatie is uitgeschakeld,
–
of als de stekker uit het stopcontact
is getrokken.
Trek daarbij aan de stekker en niet
aan de aansluitkabel.
-
-
-
-
-
-
-
-
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De koel-vriescombinatie mag niet
via een verlengsnoer op het elektri
citeitsnet worden aangesloten.
Met verlengsnoeren kan een veilig ge
bruik van het apparaat niet worden ge
waarborgd in verband met het gevaar
voor oververhitting.
Gebruik
Raak ingevroren levensmiddelen
niet met natte handen aan.
Doet u dat wel, dan zouden uw handen
vast kunnen vriezen en zou u zich kun
nen verwonden.
Nuttig ijsblokjes en ijslolly’s, vooral
waterijsjes, nooit meteen nadat u
ze uit de diepvrieszone heeft gehaald.
Door de zeer lage temperatuur van
deze producten zouden uw lippen en
tong kunnen vastvriezen en zou u zich
kunnen verwonden.
Vries geheel of gedeeltelijk ont-
dooide levensmiddelen niet opnieuw in. Bereid deze levensmiddelen
zo snel mogelijk omdat ze anders aan
voedingswaarde verliezen en beder
ven.
Ontdooide levensmiddelen die al ge
kookt en gebraden zijn kunnen wel op
nieuw worden ingevroren.
Bewaar geen stoffen in de koel-
vriescombinatie die drijfgassen of
andere verstuivingsmiddelen bevatten.
Wanneer de thermostaat wordt ingeschakeld kunnen vonken ontstaan.
Deze kunnen licht ontvlambare produc
ten tot explosie brengen.
Plaats dranken met een hoog alco
holpercentage alleen rechtop en
-
-
altijd goed gesloten in de koelzone in
verband met explosiegevaar.
-
-
-
-
-
-
-
Bewaar geen blikjes en flessen in
de diepvrieszone die koolzuurhou
dende dranken bevatten of vloeistoffen
die kunnen bevriezen.
De blikjes en flessen kunnen in dat ge
val uit elkaar springen, u zou zich kun
nen verwonden en er zou schade kun
nen ontstaan.
Haal flessen die u in de diepvries
zone hebt gelegd om snel te koe
len er na maximaal één uur weer uit.
Doet u dat niet, dan kunnen ze uit el
kaar springen, zou u zich kunnen verwonden en zou er schade kunnen ontstaan.
Wanneer u levensmiddelen eet die
te lang zijn bewaard, loopt u het risico voedselvergiftiging op te doen.
De bewaartijd hangt van vele factoren
af, zoals de versheid en kwaliteit van de
levensmiddelen en de temperatuur
waarop ze worden bewaard.
Neem de bewaartips van de levensmid
delenfabrikanten in acht en houd in de
gaten tot welke datum de levensmidde
len uiterlijk houdbaar zijn.
Gebruik geen scherpe voorwerpen
om
–
rijp- en ijslagen te verwijderen
–
en vastgevroren ijsbakjes en/of vast
gevroren levensmiddelen los te wrik
ken.
Doet u dat wel, dan beschadigt u de
vriesplaten en functioneert de koelvriescombinatie niet meer.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Plaats wanneer u wilt ontdooien
nooit elektrische verwarmingsap
paraten of kaarsen in de koel-vries
combinatie.
Doet u dat wel, dan raakt het kunststof
beschadigd.
Gebruik geen ontdooisprays of an
dere middelen om te ontdooien.
Deze kunnen explosieve gassen vor
men, ze kunnen oplosmiddelen of drijf
gassen bevatten die het kunststof be
schadigen of ze kunnen schadelijk zijn
voor de gezondheid.
Behandel de deurdichtingen niet
met olie of vet.
Doet u dat wel, dan worden de deurdichtingen in de loop van de tijd poreus.
Sluit de ventilatieroosters in het ap-
paraat niet af.
Wanneer deze roosters geblokkeerd
zijn kan er geen goede luchtgeleiding
plaatsvinden, waardoor het stroomverbruik stijgt en bepaalde onderdelen van
de koel-vriescombinatie beschadigd
kunnen raken.
De koel-vriescombinatie is gecon
strueerd voor een bepaalde kli
maatklasse. Een klimaatklasse is een
kamertemperatuurbereik waarbinnen
de temperatuur zich moet bewegen en
waar deze niet boven of onder mag lig
gen.
De klimaatklasse van uw koel-vriescom
binatie staat aangegeven op het type
plaatje aan de binnenkant van uw ap
paraat.
-
-
-
-
-
-
-
-
Een te lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de koel-vriescombinatie
voor langere tijd afslaat zodat het appa
raat de vereiste temperatuur niet kan
aanhouden.
Gebruik voor het ontdooien en rei
-
-
nigen van de koel-vriescombinatie
nooit een stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met de
len van het apparaat die onder span
ning staan en zo kortsluiting veroorza
ken.
Wat te doen wanneer u het apparaat afdankt
Voorkom dat kinderen zich bij het
spelen insluiten en in levensgevaar
komen.
Haal de stekker uit het stopcontact
en maak de aansluitkabel onbruikbaar.
Beschadig geen delen van het
koelsysteem, bijv. door
–
koelmiddelkanalen van de vriespla
ten open te prikken;
–
buisleidingen om te buigen;
–
beschermende lagen af te krabben.
Wanneer er koelmiddel uit spuit kan dat
oogletsel veroorzaken.
-
Wanneer de veiligheidsinstructies
niet worden opgevolgd kan de fabri
kant niet verantwoordelijk worden
gesteld voor schade die daar even
tueel het gevolg van is.
-
-
-
-
-
-
-
-
10
Het in- en uitschakelen van de koel-vriescombinatie
Voor het eerste gebruik
Reinig de binnenkant van de koel
^
-vriescombinatie en de toebehoren.
Gebruik daarvoor lauwwarm water
met een beetje reinigingsmiddel.
Wrijf daarna alles met een doek
^
droog.
Laat het apparaat nadat u het hebt
geplaatst eerst een half uur tot één
uur staan voordat u het aansluit. Dat
is zeer belangrijk voor een goede
werking van het apparaat!
-
Het inschakelen van de koel-
-vriescombinatie
De koelzone en de diepvrieszone kunnen los van elkaar worden ingeschakeld, zodat u niet alletwee de zones gelijk in gebruik hoeft te nemen.
Koelzone
Diepvrieszone
Druk op de Aan-/Uit - toets van de
^
diepvrieszone.
In de temperatuuraanduiding van de
diepvrieszone gaan er streepjes
branden.
Er klinkt een zoemtoon.
De diepvrieszone begint te koelen.
Voordat u voor de eerste keer levens-
middelen in de diepvrieszone legt kunt
u deze zone het beste een paar uur laten voorkoelen.
Het uitschakelen van de zoemer
^
Druk op de Aan-/Uit - toets van de
koelzone.
In de temperatuuraanduiding van de
koelzone gaan er streepjes branden.
De koelzone begint te koelen.
Wanneer de deur wordt geopend, gaat
de binnenverlichting aan.
^
Druk op de Zoemer - toets.
De zoemer houdt op.
In de temperatuuraanduiding blijven de
streepjes knipperen zolang totdat de in
gestelde temperatuur is bereikt.
11
-
Het in- en uitschakelen van de koel-vriescombinatie
Koude-accu
Leg de koude-accu in de bovenste
diepvrieslade of op het diepvriespla
teau.
Na ca. 24 uur bereikt de koude-accu
zijn maximale koelcapaciteit.
Het uitschakelen van de koel
-
-
-vriescombinatie
Druk op de Aan-/Uit - toets.
^
De temperatuuraanduiding laat niets
meer zien.
De koeling is uitgeschakeld.
Is dat niet het geval dan is de vergren-
deling ingeschakeld!
Vergrendeling
Met de vergrendeling kunt u voorkomen
dat het apparaat per ongeluk wordt uitgeschakeld.
Het inschakelen van de vergrendeling
^
Druk de Zoemer - toets in en houd
deze ingedrukt.
^
Druk daarbij nog de Superfrost toets in en houd beide toetsen tegelijk ca. 3 seconden lang ingedrukt tot
dat het controlelampje van de ver
grendeling d in de temperatuuraan
duiding brandt en er een pieptoon
klinkt.
-
Het opheffen van de vergrendeling
Neem daarvoor dezelfde stappen als
^
bij het inschakelen van de vergren
deling:
Druk de Zoemer - toets in en houd
–
deze ingedrukt.
Druk daarbij nog de Superfrost -
–
toets in en houd beide toetsen tege
lijk ingedrukt totdat het controlelamp
je van de vergrendeling d in de tem
peratuuraanduiding uitgaat.
Het apparaat kan te allen tijde weer
worden uitgeschakeld.
Bij langere afwezigheid
Wanneer u de koel-vriescombinatie vrij
lange tijd niet meer gebruikt, doe dan
het volgende.
^ Schakel het apparaat uit.
^ Trek de stekker uit het stopcontact.
^ Ontdooi de diepvrieszone.
^
Reinig het apparaat.
^
Laat de deuren van het apparaat iets
openstaan om te voorkomen dat er
luchtjes ontstaan.
Wordt het apparaat in zulke gevallen
wel uitgeschakeld, maar niet gerei
nigd en niet opengezet, bestaat het
gevaar dat zich schimmel vormt.
-
-
-
-
-
Het apparaat kan pas dan worden uit
geschakeld wanneer de vergrendeling
weer is opgeheven!
12
-
De juiste temperatuur
Het is voor de houdbaarheid van de le
vensmiddelen zeer belangrijk dat de
juiste temperatuur wordt ingesteld.
Door micro-organismen bederven de
levensmiddelen erg snel. De tempera
tuur beïnvloedt de snelheid waarmee
de micro-organismen groeien. Hoe la
ger de temperatuur, des te langer het
duurt voordat de levensmiddelen be
derven.
Wanneer u voor het bewaren van le
vensmiddelen de juiste temperatuur in
stelt kunt u daarmee bederf voorkomen
of vertragen.
De temperatuur in het apparaat wordt
hoger, naarmate
– de deur van het apparaat vaker
wordt geopend en de deur langer
geopend blijft;
– er meer levensmiddelen worden op-
geslagen;
– de temperatuur van de net opgesla-
gen levensmiddelen hoger is;
–
de omgevingstemperatuur hoger is.
Dit apparaat is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse. Een kli
maatklasse is een temperatuurbe
reik, waarbinnen de kamertempera
tuur zich moet bewegen en waar
deze niet boven of onder mag lig
gen.
-
-
-
-
-
-
-
. . . in de koelzone
Wij adviseren voor het midden van
het apparaat een koeltemperatuur
van 5 °C.
. . . in de diepvrieszone
Stel, wanneer u verse levensmiddelen
wilt invriezen en ingevroren levensmid
delen lange tijd wilt bewaren, een tem
peratuur in van - 18 °C.
Bij deze temperatuur wordt de groei
van micro-organismen voor het grootste
gedeelte gestopt. Zodra de tempera
tuur boven de - 10 °C stijgt begint het
bederf door de micro-organismen en
zijn de levensmiddelen minder lang
houdbaar. Daarom mogen geheel of
gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen
pas weer worden ingevroren wanneer
ze eerst verwerkt zijn, d.w.z. eerst gekookt of gebraden zijn. Door de hoge
temperaturen worden de meeste
micro-organismen gedood.
Het instellen van de temperatuur
De temperatuur in de koelzone en in de
diepvrieszone kunt u apart instellen met
behulp van de beide toetsen rechts en
links naast de temperatuuraanduidingen.
-
–
Wanneer u op de bovenste toets
drukt gaat de temperatuur omhoog
en wordt het warmer.
–
Wanneer u op de onderste toets
drukt gaat de temperatuur omlaag en
wordt het kouder.
-
-
-
De temperatuur die u instelt knippert in
de temperatuuraanduiding.
13
De juiste temperatuur
Wanneer u op de temperatuurtoetsen
drukt dan ziet u in de temperatuuraan
duiding het volgende veranderen:
Wanneer u voor het eerst drukt, dan
–
verschijnt de temperatuurwaarde die
u het laatst heeft ingesteld knippe
rend in de temperatuuraanduiding.
Vanaf de tweede keer dat u drukt
–
verandert de temperatuurwaarde in
stappen van 1 °C.
Wanneer u de toets ingedrukt houdt,
–
verandert de temperatuurwaarde
continu.
Ongeveer 5 seconden nadat u voor het
laatst op een temperatuurtoets heeft
gedrukt verschijnt in de temperatuur
aanduiding automatisch de tempera
tuurwaarde die op dat moment in de
koelzone of diepvrieszone heerst.
Wanneer u een andere temperatuur
heeft ingesteld, controleer dan de tem
peratuuraanduiding na ca. 6 uur wan
neer de koel-vriescombinatie lang
niet vol is en na ca. 24 uur wanneer
het apparaat wel vol is.
Pas dan is de echte temperatuur be
reikt.
Is de temperatuur na deze tijd te hoog
of te laag, stel dan opnieuw een andere
temperatuur in.
Mogelijke temperatuurinstellingen
De temperatuur is instelbaar
– in de koelzone van 2 °C tot 11 °C
– in de diepvrieszone van -16 °C tot
-26 °C.
-
-
-
-
-
14
Of de laagste temperatuur wordt bereikt
is afhankelijk van de plaats waar de
koel-vriescombinatie is opgesteld en de
omgevingstemperatuur. Wanneer de
omgevingstemperatuur hoog is, dan is
het mogelijk dat de laagste temperatuur
niet wordt bereikt.
Is dat het geval, verbruik deze levens
middelen dan zo snel mogelijk.
-
De juiste temperatuur
Temperatuuraanduidingen
De temperatuuraanduidingen op het
bedieningspaneel geven bij normaal
gebruik de temperatuur in het midden
van de koelzone én die van de warmste
plek in de diepvrieszone aan.
De temperatuuraanduiding van de koel
zone kan alleen temperaturen tussen
de 0°C en de 19°C aangeven. De tem
peratuuraanduiding van de diepvries
zone kan alleen temperaturen van on
der de 0°C aangegeven. Liggen de
temperaturen in het apparaat daar
buiten, dan laten de aanduidingen al
leen een streep zien.
Het duurt ca. 3 tot 8 uur voordat de gewenste temperatuur in het apparaat is
bereikt. Dit is afhankelijk van de omgevingstemperatuur.
De temperatuuraanduidingen knippe-ren, wanneer
– er een andere temperatuur wordt in-
gesteld,
–
de temperatuur in het apparaat een
paar graden is gestegen, wat wijst
op een koudeverlies.
-
-
-
-
-
Is dat het geval, verbruik deze levensmiddelen dan zo snel mogelijk.
De lichtsterkte van de temperatuur
aanduidingen
De lichtsterkte van de temperatuuraan
duidingen is zwak wanneer het appa
raat wordt afgeleverd.
Zodra er een deur wordt geopend, een
instelling wordt veranderd of er sprake
is van een alarmtoestand, dan brandt
de temperatuuraanduiding ca. 1 minuut
met zeer grote lichtsterkte.
U kunt de lichtsterkte van de tempera
tuuraanduiding veranderen:
– Sterker: Druk op de Zoemer - toets,
houd deze ingedrukt en druk tegelijk
op de bovenste toets naast de temperatuuraanduiding van de diepvrieszone.
– Zwakker: Druk op de Zoemer - toets,
houd deze ingedrukt en druk tegelijk
op de onderste toets naast de temperatuuraanduiding van de diep
vrieszone.
-
-
-
-
-
Dit koudeverlies is geen probleem wan
neer u:
–
de deur van het apparaat een keer
vrij lang geopend houdt, bijv. om een
grote hoeveelheid producten in het
apparaat te leggen of er uit te halen;
–
verse levensmiddelen invriest.
Is de temperatuur in de diepvrieszone
vrij lange tijd hoger dan -18 °C, controleer dan of de ingevroren levensmiddelen geheel of gedeeltelijk zijn ont
dooid.
-
-
15
De zoemer
Dit apparaat is uitgerust met een waar
schuwingssysteem in de vorm van een
zoemer. Daarmee wordt voorkomen dat
de temperatuur in de diepvrieszone on
gemerkt stijgt.
Wanneer de temperatuur te veel stijgt
klinkt er een zoemtoon.
Tegelijk gaat de temperatuuraanduiding
van de diepvrieszone knipperen.
Of het apparaat een temperatuur te
hoog vindt is afhankelijk van de stand
aan de temperatuurregelaar.
De zoemtoon klinkt en de temperatuur
aanduiding van de diepvrieszone gaat
knipperen wanneer:
– u de diepvrieszone inschakelt;
– u een vrij grote hoeveelheid levens-
middelen invriest;
– er teveel warme lucht uit het vertrek
het apparaat binnenstroomt, bijv.
wanneer u producten in de diepvrieszone legt of hersorteert of er
producten uithaalt en de deur daarbij
vrij lange tijd openhoudt;
–
de stroom vrij lang uitgevallen is ge
weest.
-
Het inschakelen van het waar
-
wingssysteem
Het waarschuwingssysteem hoeft niet
te worden ingeschakeld, want het is al
automatisch klaar voor gebruik.
Het voortijdig uitschakelen van
de zoemer
Zodra de ingestelde temperatuur in de
diepvrieszone is bereikt houdt de zoe
mer op en brandt de temperatuuraan
duiding constant.
Wanneer de zoemer u hindert dan kunt
u deze voortijdig uitschakelen.
^ Druk op de Zoemer - toets.
De zoemer houdt op.
De temperatuuraanduiding blijft zolang
knipperen totdat de alarmtoestand is
beëindigd. Daarna brandt de tempera
tuuraanduiding constant.
-
-
-
-
16
Vanaf dat moment is het waarschu
wingssysteem weer klaar voor gebruik.
-
De functie "Superkoeling"
Het gebruik van de super
-
koeling
Met behulp van de functie "Superkoe
ling" daalt de temperatuur in de koelzo
ne zeer snel tot ongeveer 2 °C.
Het gebruik van de superkoeling is
vooral dan aan te raden, wanneer u
grote hoeveelheden verse levensmid
delen of drank opslaat en snel wilt laten
afkoelen.
Het inschakelen van de superkoeling
^ Druk op de Superkoeling - toets.
Het controlelampje boven deze toets
gaat branden.
De koelcapaciteit van de koelzone is
maximaal. Daardoor daalt de tempera
tuur in het apparaat.
-
-
Om energie te besparen kunt u de su
perkoeling zelf uitschakelen zodra de
levensmiddelen of dranken koel ge
noeg zijn.
Druk op de Superkoeling - toets.
^
Het controlelampje boven deze toets
gaat uit.
De koelcapaciteit van de koelzone is
weer normaal.
-
-
-
Het uitschakelen van de superkoeling
De superkoeling wordt automatisch na
ca. 6 uur uitgeschakeld.
Het controlelampje boven de Superkoe
ling - toets gaat uit.
De koelcapaciteit van de koelzone is
weer normaal.
-
17
De functie "Superfrost"
Wat gebeurt er bij het invriezen
van verse levensmiddelen?
Verse levensmiddelen moeten zo snel
mogelijk tot in de kern worden ingevro
ren. Alleen zo blijven voedingswaarde,
vitaminen, vorm en smaak behouden.
Hoe langzamer de levensmiddelen in
vriezen, des meer vocht komt er uit
iedere cel vrij. Dit vocht komt in de tus
senruimten terecht.
De cellen gaan krimpen.
Wanneer de levensmiddelen ontdooien
komt slechts een deel van het vocht dat
eerder vrijkwam in de cellen terug.
Praktisch betekent dit dat de levensmiddelen veel vocht verliezen. Dat ziet
u aan de grote waterplas die zich om
de levensmiddelen vormt wanneer
deze ontdooien.
Wanneer de levensmiddelen snel helemaal invriezen, heeft het vocht minder
tijd om uit de cellen vrij te komen en in
de tussenruimten terecht te komen.
De cellen krimpen veel minder.
Wanneer de levensmiddelen ontdooien
kan de kleine hoeveelheid vocht die
vrijgekomen is naar de cellen terugke
ren. Dat betekent dat de levensmidde
len weinig vocht verliezen. Er vormt
zich slechts een kleine waterplas om de
levensmiddelen wanneer deze ontdooi
en!
-
-
-
Het gebruik van de superfrost
Met behulp van de functie "Superfrost"
kunt u verse levensmiddelen optimaal
invriezen. De superfrost moet u al vóór
het invriezen van verse levensmiddelen
inschakelen.
De superfrost schakelt u niet in:
wanneer u reeds ingevroren levens
–
middelen in de diepvrieszone legt;
-
-
wanneer u dagelijks slechts max.
–
2 kg verse levensmiddelen in de
diepvrieszone legt.
Het inschakelen van de superfrost
De superfrost moet u inschakelen
4 - 6 uur voordat u de in te vriezen le
vensmiddelen in de diepvrieszone legt.
Wilt u gebruik maken van de maximalevriescapaciteit, schakel de superfrost
dan 24 uur van te voren in.
^ Druk op de Superfrost - toets.
Het controlelampje boven deze toets
gaat branden.
De koelcapaciteit van de diepvrieszone
is maximaal. Daardoor daalt de tempe
ratuur in de diepvrieszone.
Het uitschakelen van de superfrost
De superfrost wordt automatisch na ca.
-
30 tot 60 uur uitgeschakeld, afhankelijk
van de hoeveelheid levensmiddelen die
in de diepvrieszone zijn gelegd.
Het controlelampje boven de Superfrost
- toets gaat uit.
De koelcapaciteit van de diepvrieszone
is weer normaal.
-
-
-
18
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen
Zones met verschillende tem
-
peraturen
Door de natuurlijke luchtcirculatie ont
staan er in de koelruimte zones met
verschillende temperaturen.
Maak daar bij het inruimen van de le
vensmiddelen gebruik van.
De koude, zware lucht zakt in het on
derste gedeelte van het apparaat.
Koelste gedeelte in de koelruimte
Het koelste gedeelte in de koelruimte
bevindt zich direct boven de groentenen fruitladen.
Gebruik dit gedeelte voor alle levensmiddelen die niet lang houdbaar zijn,
zoals:
– vis, vlees, gevogelte;
– worst, kant-en-klaar-gerechten;
– levensmiddelen waar eieren of room
in zijn verwerkt;
-
-
Minst koele gedeelte in de koelruimte
Het minst koele gedeelte in de koel
ruimte bevindt zich helemaal bovenin
tegen de deur.
Gebruik dit gedeelte voor het opslaan
van boter zodat deze smeerbaar blijft
en voor kaas zodat deze zijn aroma niet
verliest.
Bewaar geen stoffen in het apparaat
die drijfgassen of andere verstui
vingsmiddelen bevatten.
Dit in verband met explosiegevaar.
Plaats dranken met een hoog alcoholpercentage alleen rechtop en altijd goed gesloten in het apparaat in
verband met explosiegevaar.
Zet geen culinaire olie in de deur
van het apparaat.
Doet u dat wel, dan kunnen er
scheuren in het kunststof materiaal
van de deur ontstaan.
-
-
–
alle soorten deeg;
–
melkproducten;
–
in folie verpakte, voorgesneden
groente en in het algemeen alle ver
se groenten waarvan de houdbaar
heidsdatum alleen geldt bij een tem
peratuur van minstens 4 °C.
De levensmiddelen mogen niet met
de achterwand in aanraking komen,
want in dat geval kunnen ze eraan
vastvriezen.
-
-
-
19
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen
Voor het apparaat ongeschikte
levensmiddelen
Niet alle levensmiddelen zijn geschikt
om in de koelruimte te worden be
waard.
Hiertoe behoren:
Koudegevoelig fruit en koudegevoe
–
lige groenten zoals bananen, avoca
do's, papaja's, passievruchten, au
bergines, paprika, tomaten en
komkommers
Fruit dat nog niet rijp is
–
– Aardappels
– Parmezaanse kaas
-
-
Levensmiddelen afdekken of
niet?
Bewaar levensmiddelen alleen afgedekt of verpakt.
Zo voorkomt u dat er levensmiddelenluchtjes vrijkomen en op andere levensmiddelen worden overgebracht. Tevens
voorkomt u dat de levensmiddelen uit
drogen en dat mogelijk aanwezige bac
teriën zich verspreiden.
Wanneer u de juiste temperatuur instelt
en de koelruimte regelmatig reinigt ver
meerderen bacteriën zoals salmonella's
zich minder snel.
Groenten en fruit
Groenten en fruit kunnen echter onver
pakt in de groente- en fruitladen wor
den bewaard.
U moet er echter rekening mee houden
dat sommige groentesoorten natuurlijke
gassen afscheiden, wat bederf in de
hand werkt. Enkele groente- en fruit
-
-
-
-
soorten reageren bijzonder gevoelig op
deze natuurlijke gassen. Daarom mo
gen niet alle groenten- en fruitsoorten
samen in één lade worden bewaard.
Voorbeelden van vruchten die veel
natuurlijke gassen afscheiden:
Appels, abrikozen, peren, nectarines,
perziken, pruimen, avocado's en vijgen.
-
Voorbeelden van groenten en fruit
die erg gevoelig reageren op gassen
van andere groenten- en fruitsoorten:
paraat wilt leggen of eruit wilt halen,
doe de deur dan altijd maar even
open.
Hoe vaker en hoe langer de deur
openstaat, des te hoger de tempera
tuur in het apparaat wordt en des te
-
langer het apparaat staat te ronken
om de temperatuur laag te houden.
–
Leg de levensmiddelen bij het inrui
men meteen op de goede plek.
Moet u lang zoeken, dan stijgt de
temperatuur.
–
Laat warme levensmiddelen en dran
ken afkoelen voordat u ze in het ap
paraat plaatst.
–
Plaats de levensmiddelen niet te
dicht op elkaar zodat de lucht tussen
de levensmiddelen kan circuleren.
-
-
-
-
-
-
20
Het indelen van de binnenruimte
Plateaus
De plateaus kunt u in hoogte verstellen
zodat er producten van verschillende
hoogte kunnen worden neergelegd /
neergezet.
Trek het plateau naar voren totdat u
^
weerstand voelt, til het aan de voor
kant op en haal het eruit.
Zet het plateau met de achterkant
^
naar boven op de gewenste plek,
haal de voorkant omhoog en schuif
het plateau naar binnen.
De opstaande rand moet naar boven
wijzen zodat de levensmiddelen niet
met de achterwand in aanraking kunnen komen en eraan vastvriezen.
-
Tweedelig plateau
Wanneer u hoge producten in het apparaat wilt plaatsen kunt u gebruik maken van een plateau dat uit twee delen
bestaat.
Deurvakken
Schuif de deurvakken naar boven en
^
haal ze eruit.
Zet de deurvakken er op de ge
^
wenste plaats weer in.
Zorg er daarbij voor dat ze goed
vastklikken.
-
Fleshouders
Fleshouders kunt u naar rechts of links
verschuiven.
Daardoor staan de flessen steviger
wanneer u de deur van het apparaat
opent en sluit.
^
Til het voorste gedeelte iets op en
schuif het onder het achterste ge
deelte.
Op het plateau daaronder kunnen dan
hoge producten worden neergezet /
neergelegd.
-
21
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen
Maximale vriescapaciteit
Levensmiddelen kunnen het best zo
snel mogelijk tot in de kern worden in
gevroren. Daarvoor is het noodzakelijk
dat de maximale vriescapaciteit niet
wordt overschreden.
De maximale vriescapaciteit binnen 24
uur vindt u op het typeplaatje "Vriesca
paciteit ..... kg/24 h".
Het bewaren van diepvries
-
-
producten
Wilt u diepvriesproducten bewaren,
^
controleer dan al vóórdat u ze koopt:
– de verpakking op eventuele bescha-
digingen;
– de uiterste houdbaarheidsdatum van
de diepvriesproducten en
– de temperatuur van de diepvrieskist
in de winkel.
Komt deze boven de -18 °C, dan zijn
de diepvriesproducten niet zo lang
houdbaar als wanneer de tempera
tuur -18 °C is.
^
Haal de diepvriesproducten uit de
diepvrieskist als u alle andere bood
schappen al in uw wagentje hebt lig
gen en vervoer ze in krantenpapier of
in een koeltas.
^
Leg de diepvriesproducten thuis di
rect in de diepvrieszone.
Vries geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen niet opnieuw in.
Pas nadat u deze levensmiddelen
hebt gekookt of gebraden kunt u ze
opnieuw invriezen.
-
-
Het invriezen en bewaren van
verse levensmiddelen
Gebruik voor het invriezen alleen verse
levensmiddelen waar geen rotte plek
ken in zitten!
Waar u daarbij op moet letten:
-
-
-
Geschikt om in te vriezen zijn:
–
vers vlees, gevogelte, wildbraad, vis,
groenten, kruiden, vers fruit, zuivel
producten, brood en banket, kliekjes,
eigeel, eiwit en vele kant-en-klaarproducten.
– Niet geschikt om in te vriezen zijn:
druiven, kropsla, radijs, rammenas,
zure room, mayonaise, hele eieren in
de schaal, uien, hele appels en peren.
– Om kleur, smaak, aroma en vitamine
C te behouden kunt u groenten en
fruit het beste voor het invriezen
blancheren.
Breng daartoe een pan water aan de
kook, voeg het voedsel daar portie
gewijs aan toe, laat het daar 2-3 mi
nuten in liggen, haal het eruit, laat
het snel in koud water afkoelen en
laat het uitlekken.
–
Mager vlees is beter geschikt om te
worden ingevroren dan vet vlees en
kan aanmerkelijk langer worden
bewaard.
–
Leg tussen koteletten, biefstukjes,
schnitzels enz. telkens een stukje
huishoudfolie. Zo voorkomt u dat
stukken vlees aan elkaar vastvriezen.
-
-
-
-
22
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen
Kruid en zout verse levensmiddelen
–
en geblancheerde groente vóór het
invriezen niet.
Kruid en zout reeds bereide ge
rechten voor het invriezen slechts
licht. Sommige kruiden veranderen
de smaakintensiteit van de ge
rechten.
Laat warme gerechten en dranken
–
eerst buiten het apparaat afkoelen.
Doet u dat niet dan beginnen reeds
ingevroren levensmiddelen te ont
dooien en wordt er meer stroom ver
bruikt dan nodig is.
Het verpakken
^ Vries de levensmiddelen per portie
in.
Geschikte verpakking
- kunststof folie
- diepvrieszakken van polyethyleen
- aluminiumfolie
- diepvriesbakje
Ongeschikte verpakking
- pakpapier
- braadpapier
- cellofaan
- afvalzakken
- gebruikte plastic zakken
^
Druk de lucht uit de verpakking.
^
Sluit de verpakking goed af met:
- elastiekjes
- kunststof klipjes
- touwtjes of
- koudebestendig plakband.
Zakken en diepvrieszakken van poly
ethyleen kunt u ook met een sealapparaat afsluiten.
-
-
Vóórdat u de verse levensmiddelen
in de diepvriesruimte legt
Wanneer u meer dan 2 kg verse le
^
vensmiddelen heeft, schakel dan een
tijdje vóórdat u deze in de diepvries
ruimte legt de functie "Superfrost" in.
Zie hoofdstuk: "De functie "Super
frost"".
Het wegleggen
-
De levenmiddelen kunnen overal in de
diepvrieszone worden ingevroren, bij
voorkeur in de bovenste diepvriesla
den.
Vrij grote hoeveelheden kunnen het
beste direct op de vriesplaten worden
gelegd, daar de levensmiddelen daar
bijzonder snel worden ingevroren zonder dat dat ten koste gaat van de kwaliteit. In dit geval moeten één of meer
diepvriesladen uit het apparaat worden
gehaald.
In iedere diepvrieslade en op iedere
vriesplaat kan maximaal 25 kg wor
den gelegd.
^
Leg de in te vriezen producten over
de hele breedte op de bodem van de
diepvriesladen of op de vriesplaten
van de diepvrieszone, zodat ze zo
snel mogelijk tot in de kern worden
ingevroren.
^
Zorg ervoor dat het materiaal waarin
de in te vriezen producten zijn ver
pakt droog is, zodat de producten
niet aan elkaar of aan de bodem van
de diepvriesladen vastvriezen.
-
-
-
-
-
-
^
Doe een sticker op de verpakking
met inhoud en invriesdatum.
23
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen
Zorg ervoor dat in te vriezen levens
middelen niet tegen reeds ingevro
ren levensmiddelen aan komen te
liggen.
Gebeurt dat wel dan kunnen reeds
ingevroren levensmiddelen gaan
ontdooien.
-
-
Diepvrieskalender
De diepvrieskalender die zich op de
diepvriesladen bevindt geeft de ge
bruikelijke bewaartijd aan van verschil
lende soorten levensmiddelen, wanneer
ze vers worden opgeslagen.
Bij de in de handel verkrijgbare diepvriesproducten is de op de verpakking
aangegeven uiterste houdbaarheidsdatum beslissend.
-
-
Markeersysteem voor ingevroren levensmiddelen
Een manier om de bewaartijd van de levensmiddelen in de gaten te houden is
het markeersysteem voor ingevroren
levenmiddelen.
Op iedere diepvrieslade zitten 2 plaket
ten met een wieltje. Op dit wieltje zijn
de maanden weergegeven met 1 - 12.
Schuif de plaketten vanaf de rand
^
van de diepvrieslade op de geleide
rail.
Met de plaketten geeft u aan om wat
voor soort product het gaat en met de
wieltjes het tijdstip waarop u het product hebt opgeslagen.
Het ontdooien van ingevroren
producten
Dat kunt u doen
– in de magnetron;
–
in de oven bij het verwarmingssys
teem "Hetelucht" of "Ontdooien";
-
–
bij kamertemperatuur;
–
in de koelzone.
Platte stukken vlees en vis kunnen
gedeeltelijk ontdooid in een hete braad
pan worden gelegd.
-
-
-
24
Fruit kan bij kamertemperatuur zowel in
de verpakking als ook in een afgedekte
schaal ontdooien.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen
Groente kan in het algemeen in bevro
ren toestand aan kokend water worden
toegevoegd of in heet vet worden ge
stoofd. De kooktijd is iets korter dan bij
verse groente.
Vries geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen niet opnieuw in.
Pas nadat u deze levensmiddelen
hebt gekookt of gebraden kunt u ze
opnieuw invriezen.
-
Het bereiden van ijsblokjes
^ Druk het boutje naar beneden en vul
het bakje voor ijsblokjes met water.
Overtollig water stroomt door een
opening weg.
^
Druk het boutje naar boven om het
bakje te sluiten en zet het op de bo
dem van een diepvrieslade.
^
Wanneer het bakje is vastgevroren,
gebruik dan een stomp voorwerp,
bijv. een lepelsteel om het los te ma
ken.
^
Wanneer het bakje even onder stro
mend water wordt gehouden laten de
ijsblokjes gemakkelijk los.
-
Wanneer u flessen drank toch in de
diepvrieszone legt, haal ze daar dan na
maximaal één uur weer uit.
Doet u dat niet dan springen de flessen
uit elkaar.
Diepvriesplateau
(afhankelijk van het model)
Op het diepvriesplateau kunt u kleinere
producten invriezen, niet alleen fruit en
groenten maar ook kruiden, zonder dat
dat ten koste gaat van de kwaliteit.
De producten blijven in vorm en de
kans dat ze aan elkaar vastvriezen is
klein.
^ Leg de in te vriezen producten op het
-
-
diepvriesplateau.
^
Hang het diepvriesplateau in één van
de bovenste diepvriesladen.
^
Laat de producten 10 tot 12 uur ste
vig invriezen.
^
Hevel ze dan over in een diepvries
zak of diepvriesbakje en leg ze dan
in de diepvriesladen.
-
-
Het snelkoelen van dranken
Schakel om dranken snel te koelen de
superkoeling in en leg de dranken in de
koelzone.
25
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen
Het gebruik van de koude-accu
(afhankelijk van het model)
De koude-accu voorkomt dat de tem
peratuur in de diepvrieszone snel stijgt
wanneer de stroom is uitgevallen.
Leg de koude-accu in de bovenste
diepvrieslade direct op de levensmid
delen of op het diepvriesplateau.
Na ca. 24 uur bereikt de koude-accu
zijn maximale koelcapaciteit.
Leg de koude-accu wanneer de stroom
uitvalt direct op de levensmiddelen in
de bovenste lade om de levensmidde
len in ieder geval nog zo lang mogelijk
te kunnen bewaren.
Wanneer u verse levensmiddelen in de
diepvrieszone wilt leggen, gebruik de
koude-accu dan om een scheiding aan
te brengen tussen reeds ingevroren en
verse levensmiddelen, zodat de eerste
groep niet gaat ontdooien.
De koude-accu kan ook korte tijd worden gebruikt voor het koelen van le
vensmiddelen en dranken in een
koeltas.
-
-
-
-
26
Het ontdooien van de koel-vriescombinatie
Het ontdooien van de koelzone
Terwijl de koel-vriescombinatie in wer
king is, kunnen zich aan de achterwand
van de koelzone rijp en waterpareltjes
vormen.
Deze hoeft u niet te verwijderen, want
de koelzone wordt automatisch ont
dooid.
Het dooiwater loopt via het gootje voor
het dooiwater en via de afvoeropening
voor het dooiwater in het verdampings
systeem aan de achterkant van het ap
paraat.
Let erop dat het dooiwater altijd ongehinderd weg kan lopen.
Houd het gootje en de afvoeropening voor het dooiwater daarom
schoon.
-
-
Het ontdooien van de diepvrieszone
De diepvrieszone ontdooit niet automatisch, daar de ingevroren levensmidde
len niet mogen ontdooien.
Wanneer het apparaat normaal in ge
bruik is, ontstaan er na verloop van tijd
rijp en ijs op de vriesplaten. Daardoor
wordt er minder kou afgegeven en
meer stroom verbruikt.
-
Ontdooi de diepvrieszone van tijd tot
tijd, echter in ieder geval zodra zich
een ca. 5 mm dikke ijslaag heeft ge
vormd.
Gebruik de gelegenheid wanneer er
weinig of geen producten in de diep
vrieszone liggen.
Schakel ca. 4 uur voordat u de diep
^
vrieszone gaat ontdooien de super
frost in. Daardoor krijgen de reeds
opgeslagen ingevroren levensmidde
len een koudereserve en kunnen dus
iets langer bij kamertemperatuur wor
den bewaard.
^ Haal de ingevroren producten uit de
diepvrieszone en leg de koude-accu
erop. Wikkel de producten in verschillende lagen krantenpapier of dekens. Bewaar de ingevroren producten op een koele plaats, totdat de
diepvrieszone weer klaar is voor gebruik.
^ Haal alle diepvriesladen uit de diep-
vrieszone.
Handel het ontdooien zo snel moge
lijk af.
Hoe langer de ingevroren producten
bij kamertemperatuur worden
bewaard, des te korter ze houdbaar
zijn.
-
-
-
-
-
-
-
Krab de rijp- en ijslagen er niet af,
want dan beschadigt u de vriespla
ten en functioneert het apparaat niet
meer.
^
Schakel de diepvrieszone met de
-
Aan-/Uit - toets uit.
In de temperatuuraanduiding is niets
meer te lezen.
Is dat niet het geval, dan is de vergren
deling ingeschakeld!
^
Laat de deur van de diepvrieszone
open.
-
27
Het ontdooien van de koel-vriescombinatie
Klap het dooiwaterafvoergootje uit.
^
^ Zet een schaal of bak voor het appa-
raat, waar het dooiwater in kan worden opgevangen. Let erop dat het
water niet kan overlopen.
U kunt het ontdooien versnellen door
twee pannetjes op een onderzetter met
heet (niet kokend) water in de diep
vrieszone te zetten.
Plaats wanneer u wilt ontdooien
nooit elektrische verwarmingsappa
raten of kaarsen in het apparaat.
Doet u dat wel, dan raakt het kunst
stof beschadigd.
-
-
-
Gebruik geen ontdooisprays of an
dere middelen om te ontdooien.
Deze kunnen explosieve gassen
vormen, ze kunnen oplosmiddelen
of drijfgassen bevatten die het
kunststof beschadigen of ze kunnen
schadelijk zijn voor de gezondheid.
Neem het dooiwater dat zich verder
^
nog in de diepvrieszone bevindt met
een spons of doek op.
Reinig de diepvrieszone en maak
^
deze droog.
^ Klap het dooiwaterafvoergootje weer
in.
^ Sluit de deur van de diepvrieszone
en schakel de diepvrieszone in.
De temperatuuraanduiding van de
diepvrieszone brandt.
^ Schakel de superfrost in zodat de
diepvrieszone snel koud wordt.
Het controlelampje gaat branden.
^
Schuif de diepvriesladen met de in
gevroren producten in de diepvries
zone zodra de temperatuur in deze
zone laag genoeg is.
^
Schakel de superfrost weer uit door
op de Superfrost - toets te drukken.
Het controlelampje gaat uit.
-
-
-
28
Het reinigen van de koel-vriescombinatie
Gebruik nooit zand-, soda-, zuur- of
schuurmiddelhoudende reinigings
middelen of chemische oplosmid
delen.
Ongeschikt zijn ook zogenaamde
"schuurmiddelvrije" schuurmiddelen,
daar deze doffe plekken veroorza
ken.
Let erop dat er geen water in de
elektronica, in de verlichting of in de
ventilatieroosters terechtkomt.
Zorg ervoor dat er geen reinigings
water door de afvoeropening voor
het dooiwater loopt.
Gebruik geen stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met
delen van het apparaat die onder
spanning staan en zo kortsluiting
veroorzaken.
Het typeplaatje in de binnenruimte
van het apparaat mag niet worden
verwijderd. De gegevens zijn nodig
in het geval er een storing optreedt.
-
-
-
-
Het reinigen van de buitenkant,
binnenruimte en de toebeho
-
ren
Deze kunt u het beste reinigen met
lauwwarm water met reinigingsmiddel.
Reinig de toebehoren met de hand en
niet in de afwasautomaat. Het botervak
kan wel in de afwasautomaat.
Reinig de koelzone minstens één
^
keer in de maand en de diepvrieszo
ne iedere keer na het ontdooien.
Reinig het gootje en de afvoerope
^
ning voor het dooiwater regelmatig
met een wattenstaafje of iets dergelijks, zodat het dooiwater altijd ongehinderd weg kan lopen.
^ Neem de buitenkant, de binnenruim-
te en de toebehoren daarna met helder water af en wrijf alles met een
doek droog.
^ Laat de deuren van de koel-vries-
combinatie korte tijd openstaan.
Het reinigen van de ventilatie
-
-
roosters
-
Voor het reinigen
^
Schakel het apparaat uit door beide
Aan-/Uit - toetsen in te drukken.
^
Haal de producten uit de koelzone en
de diepvrieszone en bewaar ze op
een koele plaats.
^
Ontdooi de diepvrieszone.
^
Haal alle toebehoren uit de koel
-vriescombinatie die kunnen worden
verwijderd.
^
Reinig de ventilatieroosters regelma
tig met een kwast of een stofzuiger.
Wanneer er zich stof ophoopt wordt er
onnodig energie verbruikt.
-
-
29
Het reinigen van de koel-vriescombinatie
Het reinigen van de deurdich
tingen
Behandel de deurdichtingen niet
met olie of vet.
Doet u dat wel, dan worden de deur
dichtingen in de loop van de tijd po
reus.
Reinig de deurdichtingen regelmatig
^
alleen met helder water en wrijf ze
daarna met een doek grondig droog.
Het reinigen van het metalen
rooster aan de achterkant
Het metalen rooster aan de achterkant
van het apparaat (warmtewisselaar)
moet minstens eenmaal in het jaar van
stof worden ontdaan.
Wanneer er zich stof ophoopt wordt er
onnodig veel energie verbruikt.
Let er bij het reinigen van het metalen rooster op dat er geen kabels of
andere onderdelen worden afge
scheurd, geknikt of beschadigd.
-
Na het reinigen
-
Plaats de toebehoren in de koelzone.
^
Leg de levensmiddelen in de koelzo
^
ne.
-
-
Sluit de deuren van de koel-vries
^
combinatie.
Schakel de koelzone en diepvrieszo
^
ne in.
Schakel de superfrost in zodat de
^
diepvrieszone snel koud wordt.
Het controlelampje gaat branden.
^ Schuif de diepvriesladen met de in-
gevroren producten in de diepvries-
zone zodra de temperatuur in deze
zone laag genoeg is.
^ Schakel de superfrost weer uit door
op de Superfrost - toets te drukken.
Het controlelampje gaat uit.
-
-
-
30
Reparaties aan elektrische appara
ten mogen alleen door vakmensen
worden uitgevoerd. Wanneer dit niet
gebeurt dan kan de gebruiker grote
risico's lopen.
Een aantal storingen kunt u echter zelf
verhelpen.
-
Nuttige tips
. . . de koelzone of de diepvrieszone
niet koelt?
Controleer of:
^
de desbetreffende zone is ingescha
–
keld. De daarbijbehorende tempera
tuuraanduiding moet branden.
de stekker stevig in het stopcontact
–
zit;
-
-
Wat moet u doen, wanneer . . .
. . . u ongewone geluiden hoort nadat
u de koel-vriescombinatie hebt inge
schakeld en vooral nadat u het appa
raat voor het eerst in gebruik hebt
genomen?
^ Schakel de koel-vriescombinatie uit
en controleer of:
– het apparaat stabiel en waterpas
staat;
– de meubels die naast het apparaat
staan gaan trillen als deze aanstaat;
–
alle delen aan de achterwand van
het apparaat nergens tegenaan kun
nen komen;
–
u de kabelhouder van de achter
wand van het apparaat hebt verwij
derd;
–
de uitneembare onderdelen van de
koel-vriescombinatie stevig in het ap
paraat zitten;
-
-
de hoofdschakelaar van de elek
–
trische huisinstallatie is ingescha
keld.
-
Is dit wel het geval, neem dan con
-
tact op met de Technische Dienst
van Miele Nederland B.V.
. . . de deur van de diepvrieszone niet
verschillende keren achter elkaar kan
worden geopend?
Dat is geen storing. Door de zuigende
werking kunt u de deur pas na enige
tijd zonder moeite openen.
. . . de temperatuur in de koelzone of
in de diepvrieszone te laag is?
-
^
Stel een hogere temperatuur in.
^
Controleer of u vergeten hebt om de
superkoeling of de superfrost uit te
schakelen. In dat geval brandt het
desbetreffende controlelampje.
-
-
-
-
–
er flessen tegen elkaar aankomen.
Bedenk wel dat motor- en stromingsge
luiden in het koelsysteem niet te ver
mijden zijn.
-
-
31
Nuttige tips
. . . de koel-vriescombinatie vaker en
voor langere tijd aanslaat?
Controleer of:
^
de ventilatieroosters zijn geblokkeerd
–
en of er veel stof inzit;
het metalen rooster (warmtewisse
–
laar) aan de achterwand stoffig is;
u de deur van de koelzone of de
–
diepvrieszone vaak open en dicht
heeft gedaan;
er ineens grote hoeveelheden verse
–
levensmiddelen zijn ingevroren;
– de deuren van de koel-vriescombina-
tie goed sluiten;
– er zich op de vriesplaten een vrij dik-
ke ijslaag bevindt.
Klopt dat, ontdooi dan de diepvrieszone.
. . . de ingevroren producten vastgevroren zijn?
Maak de ingevroren producten met een
stomp voorwerp, bijv. met een lepel
steel los.
. . . er zich op de vriesplaten een vrij
dikke ijslaag bevindt?
^
Controleer of de deur van de diep
vrieszone goed sluit.
^
Ontdooi de diepvrieszone.
-
-
-
. . . de zoemtoon klinkt en de tempe
ratuuraanduiding van de diepvrieszo
ne knippert?
De diepvrieszone is gezien de inge
stelde temperatuur te warm en wel
doordat:
de deur van de diepvrieszone vaak
–
open en dicht is gedaan;
er ineens grote hoeveelheden verse
–
levensmiddelen zijn ingevroren;
de ventilatieroosters zijn geblok
–
keerd.
Wanneer het euvel verholpen is dan
brandt de temperatuuraanduiding van
de diepvrieszone constant en houdt de
zoemer op.
. . . er in de temperatuuraanduidingen
een streep brandt of knippert?
Controleer de temperatuuraanduidingen ca. 6 uur nadat u het apparaat
hebt ingeschakeld.
De temperatuuraanduiding van de koel
zone kan alleen temperaturen tussen
de 0°C en de 19°C aangeven. De tem
peratuuraanduiding van de diepvries
zone kan alleen temperaturen van on
der de 0°C aangegeven. Liggen de
temperaturen in het apparaat daar
buiten, dan laten de aanduidingen al
leen een streep zien.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
^
Reinig de diepvrieszone.
Door een dikke ijslaag vermindert de
koelcapaciteit waardoor het stroomver
bruik stijgt.
32
. . . in een temperatuuraanduiding
"F0" tot "F5" verschijnt?
-
Er is sprake van een storing.
^
Neem contact op met de Technische
Dienst van Miele Nederland B.V.
Nuttige tips
. . . in een temperatuuraanduiding
een "nA" verschijnt?
De stroom is de afgelopen dagen of
uren uitgevallen geweest, waardoor de
temperatuur in de diepvrieszone te
sterk is gestegen.
Druk op de Zoemer - toets, zolang
^
"
nA
" brandt.
In de temperatuuraanduiding verschijnt
de hoogste temperatuur die tijdens de
stroomuitval in de diepvrieszone is ge
meten.
Controleer of de levensmiddelen ge
^
heel of gedeeltelijk zijn ontdooid.
Is dat het geval, verwerk de levensmiddelen dan door ze te koken of te
braden, voordat u ze weer invriest.
De hoogste temperatuur wordt ca. 1 minuut aangegeven. Daarna verschijnt in
de temperatuuraanduiding weer de
temperatuur die op dat moment in de
diepvrieszone heerst.
-
-
. . . de binnenverlichting in de koelzo
ne niet meer functioneert?
Controleer of de deur van de koelzo
^
ne vrij lange tijd geopend is geweest.
De verlichting wordt na ca. 15 minuten
automatisch uitgeschakeld.
Is dat niet het geval, dan is het gloei
lampje kapot.
Trek de stekker uit het stopcontact of
^
schakel de hoofdschakelaar van de
elektrische huisinstallatie uit.
^ Druk de zijkanten van de lampafdek-
king naar elkaar toe.
-
-
-
. . . het controlelampje van de super
koeling of dat van de superfrost niet
brandt, terwijl het apparaat wel
werkt?
Het controlelampje is defect.
^
Naam contact op met de Technische
Dienst.
. . . het apparaat niet kan worden uit
geschakeld?
De vergrendeling is ingeschakeld.
^
-
-
Maak de lampafdekking los.
^
Licht de afdekking er aan de achter
kant uit.
^
Draai het gloeilampje uit de fitting en
vervang het.
Aansluitgegevens van het lampje:
220 - 240 V, max. 25 W, fitting E 14
-
33
Nuttige tips
Draai het nieuwe gloeilampje in de fit
^
ting. Let er bij het indraaien op dat de
dichting goed vast zit.
Hang de lampafdekking er aan de
^
achterkant weer in.
^ Laat de afdekking aan de zijkanten
weer vastklikken.
. . . de bodem van de koelzone nat is?
De afvoeropening voor het dooiwater is
verstopt.
-
^ Reinig het gootje en de afvoerope-
ning voor het dooiwater.
Kunt u een storing ook met boven
genoemde tips niet verhelpen, roep
dan de hulp in van de Technische
Dienst.
Open als het mogelijk is de deuren
van het apparaat niet vóórdat de
storing is verholpen. Zo houdt u het
koudeverlies zo gering mogelijk.
34
-
Technische Dienst
Neem bij storingen die u niet zelf kunt
verhelpen contact op met
uw Miele-handelaar
–
of
met de Technische Dienst van Miele
–
Nederland B.V.
De telefoonnummers van diverse afde
lingen en het adres van Miele Neder
land B.V. vindt u op de achterzijde van
deze gebruiksaanwijzing.
Geef bij het inschakelen van de Techni
sche Dienst altijd het type en het num
mer van het apparaat door.
Beide gegevens vindt u op het typeplaatje in de binnenruimte van het apparaat.
Voor informatie over het Miele ServiceVerzekering Certificaat kunt u zich
wenden tot uw Miele-vakhandelaar of
de bijgevoegde folder raadplegen.
-
-
-
-
35
Elektrische aansluiting
Dit apparaat mag alleen door een er
kend elektricien op het elektriciteitsnet
worden aangesloten.
Dit apparaat is voorzien van een aan
sluitkabel en een stekker met randaar
de, geschikt voor aansluiting op 50 Hz
220 - 240 V.
Dit apparaat mag uitsluitend worden
aangesloten op een contactdoos met
randaarde.
Het is het beste wanneer de contact
doos zich naast het apparaat bevindt
en u er gemakkelijk bij kunt.
Dit apparaat mag uitsluitend op een
huisinstallatie worden aangesloten die
volgens NEN 1010 is geïnstalleerd.
De installatiegroep dient met een
10 A-zekering te worden gezekerd.
In de EU-richtlijnen geeft men ter verhoging van de veiligheid het advies om
de huisinstallatie van een aardlekschakelaar te voorzien.
-
-
-
-
Het is niet toegestaan het apparaat met
een verlengsnoer op het elektriciteitsnet
aan te sluiten.
Met verlengsnoeren kan een veilig ge
bruik van het apparaat namelijk niet
worden gewaarborgd in verband met
het gevaar voor oververhitting.
Moet er aan de aansluiting op het elek
triciteitsnet of aan de aansluitkabel iets
worden veranderd dan mag dat uitslui
tend door een erkend bedrijf gebeuren.
36
-
-
-
Tips voor het plaatsen van het apparaat
Zet geen apparaten op de koel
-vriescombinatie die warmte af
geven, zoals broodroosters of mag
netrons. Doet u dat wel dan wordt er
onnodig veel energie verbruikt.
Plaats van opstelling
Kies geen plaats direct naast een for
nuis, een verwarming of in de buurt van
een raam waar de zon direct door heen
kan schijnen.
Hoe hoger de omgevingstemperatuur
is, des te langer de koel-vriescombina
tie staat te ronken en des te hoger het
stroomverbruik is.
Geschikt is een droge ruimte waar kan
worden geventileerd.
Klimaatklasse
De koel-vriescombinatie is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse.
Een klimaatklasse is een kamertemperatuurbereik waarbinnen de temperatuur zich moet bewegen en waar deze
niet boven of onder mag liggen.
De klimaatklasse van uw kast staat aan
gegeven op het typeplaatje aan de bin
nenkant van uw apparaat.
KlimaatklasseKamertemperatuur
SN
N
ST
T
+10 °C tot +32 °C
+16 °C tot +32 °C
+18 °C tot +38 °C
+18 °C tot +43 °C
-
-
-
-
Luchttoevoer en luchtafvoer
De lucht aan de achterwand van de
koel-vriescombinatie wordt warm.
Daarom zijn een goede luchttoevoer en
luchtafvoer noodzakelijk. Om die reden
mogen de ventilatieroosters niet ge
blokkeerd zijn en moeten ze bovendien
regelmatig stofvrij worden gemaakt.
Transportbeveiliging van het
handvaten
Wanneer u de deuren voor het eerst
opendoet, gaan de handvaten van de
transportstand over in de gebruiks-
stand.
Dit is door een klik te horen.
Ze staan daarna iets meer van het apparaat af dan daarvoor.
Het plaatsen van het apparaat
^ Haal eerst de kabelhouder van de
achterkant van het apparaat af.
^ Controleer of alle delen aan de ach-
terwand van het apparaat nergens
tegenaan kunnen komen.
Buig eventueel in de weg zittende
delen voorzichtig weg.
^
Schuif het apparaat voorzichtig op de
daarvoor bestemde plaats.
-
Een te lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de koel-vriescombinatie
voor langere tijd afslaat.
Dat heeft weer tot gevolg dat de tempe
raturen in het apparaat te hoog zijn.
-
37
Tips voor het plaatsen van het apparaat
Het stellen van het apparaat
Stel het apparaat stevig en waterpas
^
via de stelvoeten met de bijgevoegde
steeksleutel.
38
Het veranderen van de draairichting van de deur
Het apparaat wordt geleverd met
rechtsscharnierende deuren. Moeten
de deuren linksscharnierend zijn, ver
ander dan de draairichting van de deu
ren.
-
-
^ Open de bovenste deur, laat hem iets
zakken en licht hem eruit.
Let daarbij op de afstandsschijf b.
^ Open de onderste deur.
^ Maak het sokkelpaneel a met een
schroevendraaier los, haal het naar
voren en verwijder het.
^
Maak de afdekking b met de schroe
vendraaier los en sluit de deur van
het apparaat.
^
Draai schroef c eruit.
^
Trek de deurscharnier d met de la
gerbout e naar beneden en verwij
der hem.
^
Open de onderste deur, laat hem iets
zakken en licht hem eruit.
^
Laat de bovenste deur g gesloten,
trek de lagerbout f naar beneden en
verwijder de bout.
^ Draai de bovenste lagerbout a er
met de inbus van de bijgevoegde
steeksleutel uit en draai hem er aan
de andere kant weer in.
^
Wissel de afdekking g in het midden
-
van het apparaat en de scharnier
haak d. Doe daartoe het volgende:
Draai de schroeven h eruit, trek de
afdekking g en de scharnierhaak d
eraf, draai ze allebei 180° en zet ze
-
-
er aan de andere kant weer op en
schroef ze vast.
^
Trek het lagerbusje c vanonder uit
de scharnierhaak d en zet het busje
er van boven weer in.
-
39
Het veranderen van de draairichting van de deur
Haal het afstandsstuk f er met een
^
schroevendraaier af en zet het aan
de andere kant weer vast.
Licht de stoppen i uit de lagerbus
^
jes in de deuren van het apparaat en
stop ze er aan de andere kant weer
in.
Klik de afdekkingen l er aan de
^
voorkant af en haal ze weg.
Schroef het handvat j er af.
^
Plaats het handvat j en de stoppen
^
k aan de andere kant.
^ Schuif de afdekkingen l op het ap-
paraat en let er op dat ze goed vastklikken.
^ Hang de bovenste deur van het ap-
paraat in de lagerbout a (let daarbij
op de afstandsschijf b) en sluit de
deur van het apparaat.
^ Schuif de middelste lagerbout e van
onderen door de scharnierhaak d in
de bovenste deur van het apparaat.
^
Controleer of de bovenste deur goed
zit. Stel de deur indien nodig via de
sleufgaten in de scharnierhaak d.
^
Hang de onderste deur van het ap
paraat in de scharnierhaak d en sluit
de deur.
In de volgende afbeelding is de on
derste deur niet gesloten. Zo kunnen
wij beter laten zien hoe u te werk
moet gaan.
-
^ Draai het deurscharnier b 180°, trek
de lagerbout a eruit en zet deze er
omgekeerd weer in.
^ Monteer beide onderdelen in de la-
gersteun f. Schuif daartoe de lagerbout a door de lagersteun f in het
deurscharnier b, draai het deurscharnier naar binnen, schuif het omhoog en monteer het met schroef c
voor.
^
Stel de onderste deur van het appa
raat via het sleufgat in de lagersteun
-
-
f ten opzichte van de ommanteling
van het apparaat. Draai schroef c
daarna stevig aan.
^
Schuif het sokkelpaneel d erop en
druk het aan totdat het vastklikt.
^
Plaats de afdekking e aan de voor
kant in het sokkelpaneel terwijl de
deur nog open is en klik de afdekking
aan de achterkant vast.
-
-
40
Het inbouwen van de koel-diepvriescombinatie
Het apparaat kan in ieder keukenblok
worden ingebouwd. Wilt u de hoogte
van het apparaat aanpassen aan de
hoogte van het keukenblok, dan kunt u
boven het apparaat een extra kast a
aanbrengen.
Voor de luchtafvoer moet aan de ach
terkant van het apparaat een luchtaf
-
voerkanaal van minstens 50 mm diepte
worden geplaatst.
De luchtafvoeropening onder het pla
fond moet minstens 300 cm
2
bedragen,
-
zodat de warme lucht ongehinderd kan
worden afgevoerd.
Is dat niet het geval, dan moet het ap
paraat meer presteren, wat meer
stroom vergt.
De luchttoevoer- en luchtafvoerope
ningen mogen niet worden afgedekt
of geblokkeerd.
Bovendien moeten ze regelmatig
stofvrij worden gemaakt.
Bij een ombouw met keukenkasten die
voldoen aan de norm (diepte max.
580 mm) kan het apparaat direct naast
de keukenkast worden geplaatst. De
deur van het apparaat b steekt dan
aan de zijkant 34 mm en in het midden
van het apparaat 51 mm uit ten opzich
te van het front van de keukenkast.
Daardoor kan de deur zonder problemen worden geopend en gesloten.
Wanneer het apparaat naast een muur
c wordt opgesteld, is tussen wand en
apparaat aan de kant van de scharnieren een afstand van minstens 36 mm
vereist, zodat de deur van het apparaat
met het handvat helemaal open kan.
Wanneer u uw apparaat aan de daarnaast staande keukenmeubelen d wilt
bevestigen of afstandslijsten tussen ap
paraat en muur wilt aanbrengen, denk
dan aan het volgende:
^
Controleer of de deuren van het ap
paraat nadat ze bevestigd zijn nog
goed open kunnen.
^
Er mag binnen het vlak met de roos
ters niet worden geboord, daar dan
ingeschuimde onderdelen kunnen
worden beschadigd.
^
Maat A is afhankelijk van de grootte
van de diepvrieszone. Lees de juiste
maat uit de volgende tabel af.
-
-
41
Het inbouwen van de koel-diepvriescombinatie
Diepvries-
laden
2660
3850
41040
Bevestig het apparaat met parker
^
schroeven aan de keukenmeubelen.
De schroeven mogen er niet dieper
dan 10 mm worden ingeschroefd.
Maat A in mm
-
42
43
Wijzigingen voorbehouden / 0703
KF 7562 S-1, KF 7564 S-1, KF 7662 S-1
Dit papier bestaat uit 100 % chloorvrij gebleekte cellulose en is dus minder belastend voor het milieu.
M.-Nr. 05 925 860 / V00
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.