voor de koel-vriescombinatie
met PerfectFresh-zone
KF 680 i-1
KF 680 i-2
Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw apparaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.
temperatuur in de koelzone
(Boven: warmer; beneden: kouder)
d Temperatuuraanduiding van de
koelzone
e Controlelampje van de vergrendeling
f Temperatuuraanduiding van de
diepvrieszone
g Toetsen voor het instellen van de
temperatuur in de diepvrieszone
(Boven: warmer; beneden: kouder)
h Aan/Uit - toets van de diepvrieszone
i Superfrost - toets met controlelampje
j Zoemer - toets
5
Algemeen
k Boter- en kaasvak
l Plateaus
m Eiervak
n Binnenverlichting
o Groenten- en fruitladen
p Fleshouder *
q Deurvak voor flessen
r Gootje voor het dooiwater en
afvoeropening voor het dooiwater
s Droogtevak PerfectFresh-zone
t Regelaar voor het instellen van de
luchtvochtigheid in het vochtvak
u Vochtvak PerfectFresh-zone
v Diepvriesladen met diepvrieskalen-
der
w Markeersysteem voor ingevroren
levensmiddelen
*afhankelijk van het model
6
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
omdat dit het milieu relatief weinig be
last en kan worden hergebruikt.
Door hergebruik van verpakkingsmate
riaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
-
Het afdanken van het apparaat
Afgedankte elektrische en elektroni
sche apparaten bevatten meestal nog
waardevolle materialen.
Ze bevatten echter ook schadelijke
stoffen die nodig zijn geweest om de
apparaten goed en veilig te laten functi
oneren.
Wanneer u uw oude apparaat bij het
gewone huisafval doet, kunnen deze
stoffen mens en milieu schaden.
Doe het apparaat daarom in geen geval bij het gewone huisafval, maar lever
het in bij het inzameldepot van uw gemeente.
-
-
Let erop dat de buisleidingen van uw
apparaat niet worden beschadigd,
wanneer dit wordt weggebracht om op
vakkundige wijze en zonder het milieu
al te veel schade te berokkenen te wor
den verschroot. Dan kan men er zeker
van zijn dat koelmiddelen die zich in
het koelsysteem bevinden en de olie
die zich in de compressor bevindt niet
in het milieu terechtkomen.
Neem ook de aanwijzingen in het
hoofdstuk: "Veiligheidsinstructies en
waarschuwingen" in acht.
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Deze koel-vriescombinatie voldoet
aan de voorgeschreven veiligheids
bepalingen. Door ondeskundig ge
bruik kunnen personen echter letsel
oplopen en kan er materiële schade
ontstaan.
Lees deze gebruiksaanwijzing daar
om eerst aandachtig door voordat u
dit apparaat voor het eerst gebruikt.
Hierin vindt u belangrijke instructies
met betrekking tot de inbouw, de
veiligheid, het gebruik en het onder
houd van het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en
geef deze door aan de eventuele
volgende eigenaar van de koelvriescombinatie.
-
-
-
-
Efficiënt gebruik
Deze koel-vriescombinatie is uitsluitend bestemd voor huishoude-
lijk gebruik.
Gebruik deze koel-vriescombinatie
uitsluitend voor het koelen en be
waren van levensmiddelen, voor het
bewaren van diepvriesproducten, voor
het invriezen en bewaren van verse le
vensmiddelen en voor het bereiden van
ijs.
Gebruik voor andere doeleinden is on
toelaatbaar en kan gevaarlijk zijn.
De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor schade die is ontstaan door ge
bruik voor andere doeleinden dan hier
aangegeven of door een foutieve be
diening.
-
-
-
-
-
Dit apparaat bevat het koelmiddel
isobutaan (R600a). Dit is een na
tuurlijk gas dat het milieu weinig belast,
maar wel brandbaar is.
Het gas is niet schadelijk voor de ozon
laag en verhoogt het broeikaseffect
niet, maar het gebruik van dit koelmid
del heeft er wel toe geleid dat het ap
paraat meer lawaai maakt wanneer het
aanstaat.
Behalve de geluiden van de compres
sor kunnen er dan in het hele koelsys
teem stromingsgeluiden optreden.
Deze effecten zijn helaas niet te vermijden, maar hebben geen negatieve
invloed op de capaciteit van het apparaat.
Let er bij het transport en bij de plaatsing van het apparaat op dat er geen
onderdelen van het koelsysteem worden beschadigd. Vrijkomend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken.
Wordt het koelsysteem toch beschadigd:
–
vermijd dan open vuur of andere
brandhaarden,
–
trek de stekker uit het stopcontact,
–
lucht het vertrek waar het apparaat
staat enkele minutenlang door
–
en neem contact op met de Tech
nische Dienst.
-
-
-
-
-
-
-
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Hoe meer koelmiddel een koel-
vriescombinatie bevat, des te gro
ter moet het vertrek zijn waarin het ap
paraat wordt opgesteld.
Wanneer het vertrek te klein is kan zich
bij een eventuele lek een brandbaar
mengsel van gas en lucht vormen.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek
minstens 1 m
3
groot zijn.
De hoeveelheid koelmiddel die het ap
paraat bevat staat op het typeplaatje in
de binnenkant van het apparaat.
Voordat u uw koel-vriescombinatie
aansluit dient u altijd de aansluitge
gevens (zekering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van
het elektriciteitsnet te vergelijken.
Deze moeten beslist overeenkomen,
omdat de koel-vriescombinatie anders
beschadigd raakt.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van de
koel-vriescombinatie is uitsluitend
gegarandeerd als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol
gens de geldende veiligheidsbepalin
gen is geïnstalleerd.
Het is zeer belangrijk dat aan deze fun
damentele veiligheidsvoorwaarde is
voldaan. Laat de huisinstallatie bij twij
fel door een vakman/vakvrouw controle
ren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor
den gesteld voor schade die wordt ver
oorzaakt door een ontbrekende of be
schadigde aarddraad (bijv. een
elektrische schok).
Een veilig gebruik van de koel-
-
-
vriescombinatie is alleen dan ge
garandeerd, wanneer het apparaat
wordt gemonteerd en aangesloten vol
gens de instructies die in de gebruiks
aanwijzing staan.
Wanneer dit apparaat op een
niet-stationaire locatie (bijv. op een
boot of in een camper) moet worden
geplaatst, mag het uitsluitend door een
vakman/vakvrouw worden ingebouwd
en aangesloten. Hierbij moet aan alle
voorwaarden voor een veilig gebruik
worden voldaan.
Installatie- en onderhoudswerk-
zaamheden als ook reparaties mo-
gen alleen door erkende vakmensen
worden uitgevoerd.
Ondeskundig uitgevoerde installatie- en
onderhoudswerkzaamheden, als ook
ondeskundig uitgevoerde reparaties
kunnen groot gevaar opleveren voor de
gebruiker waarvoor de fabrikant niet
aansprakelijk is.
Er staat alleen dan geen elek
trische spanning op de koel-vries-
combinatie als aan één van de volgen
-
de voorwaarden is voldaan:
–
-
als de hoofdschakelaar van de huis
installatie is uitgeschakeld,
–
of als de stekker uit het stopcontact
is getrokken.
Trek daarbij aan de stekker en niet
aan de aansluitkabel.
-
-
-
-
-
-
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De koel-vriescombinatie mag niet
via een verlengsnoer op het elektri
citeitsnet worden aangesloten.
Met verlengsnoeren kan een veilig ge
bruik van het apparaat niet worden ge
waarborgd in verband met het gevaar
voor oververhitting.
-
Gebruik
Raak ingevroren levensmiddelen
niet met natte handen aan.
Doet u dat wel, dan zouden uw handen
vast kunnen vriezen en zou u zich kun
nen verwonden.
Gebruik geen elektrische appara-
ten in dit apparaat, bijv. voor het
maken van ijs.
Doet u dat wel, kunnen er vonken ontstaan en bestaat er gevaar voor een explosie.
Nuttig ijsblokjes en ijslolly’s, vooral
waterijsjes, nooit meteen nadat u
ze uit de diepvrieszone heeft gehaald.
Door de zeer lage temperatuur van
deze producten zouden uw lippen en
tong kunnen vastvriezen en zou u zich
kunnen verwonden.
Vries geheel of gedeeltelijk ont
dooide levensmiddelen niet op
nieuw in. Bereid deze levensmiddelen
zo snel mogelijk omdat ze anders aan
voedingswaarde verliezen en beder
ven.
Ontdooide levensmiddelen die al ge
kookt en gebraden zijn kunnen wel op
nieuw worden ingevroren.
-
-
-
-
-
-
Bewaar geen stoffen in de koel-
-
-
vriescombinatie die drijfgassen of
andere verstuivingsmiddelen bevatten.
Wanneer de thermostaat wordt inge
schakeld kunnen vonken ontstaan.
Deze kunnen licht ontvlambare produc
ten tot explosie brengen.
Plaats dranken met een hoog alco
holpercentage alleen rechtop en
altijd goed gesloten in de koelzone in
verband met explosiegevaar.
Bewaar geen blikjes en flessen in
de diepvrieszone die koolzuurhou
dende dranken bevatten of vloeistoffen
die kunnen bevriezen.
De blikjes en flessen kunnen in dat geval uit elkaar springen, u zou zich kunnen verwonden en er zou schade kunnen ontstaan.
Haal flessen die u in de diepvries-
zone hebt gelegd om snel te koelen er na maximaal één uur weer uit.
Doet u dat niet, dan kunnen ze uit
elkaar springen, zou u zich kunnen
verwonden en zou er schade kunnen
ontstaan.
Wanneer u levensmiddelen eet die
te lang zijn bewaard, loopt u het ri
sico voedselvergiftiging op te doen.
De bewaartijd hangt van vele factoren
af, zoals de versheid en kwaliteit van de
levensmiddelen en de temperatuur
waarop ze worden bewaard.
Neem de bewaartips van de levensmid
delenfabrikanten in acht en houd in de
gaten tot welke datum de levensmid
delen uiterlijk houdbaar zijn.
-
-
-
-
-
-
-
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik geen scherpe voorwerpen
om
rijp- en ijslagen te verwijderen
–
en vastgevroren ijsbakjes en/of
–
vastgevroren levensmiddelen los te
wrikken.
Doet u dat wel, dan beschadigt u de
vriesplaten en functioneert de koelvriescombinatie niet meer.
Plaats wanneer u wilt ontdooien
nooit elektrische verwarmingsap
paraten of kaarsen in de koel-vriescom
binatie.
Doet u dat wel, dan raakt het kunststof
beschadigd.
Gebruik geen ontdooisprays of
andere middelen om te ontdooien.
Deze kunnen explosieve gassen vormen, ze kunnen oplosmiddelen of
drijfgassen bevatten die het kunststof
beschadigen of ze kunnen schadelijk
zijn voor de gezondheid.
-
De koel-vriescombinatie is gecon
strueerd voor een bepaalde kli
maatklasse. Een klimaatklasse is een
kamertemperatuurbereik waarbinnen
de temperatuur zich moet bewegen en
waar deze niet boven of onder mag lig
gen. De klimaatklasse van uw koelvriescombinatie staat aangegeven op
het typeplaatje aan de binnenkant van
uw apparaat.
Een te lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de koel-vriescombinatie
voor langere tijd afslaat zodat het appa
raat de vereiste temperatuur niet kan
aanhouden.
Gebruik voor het ontdooien en rei-
nigen van de koel-vriescombinatie
nooit een stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met
delen van het apparaat die onder
spanning staan en zo kortsluiting
veroorzaken.
-
-
-
-
Behandel de deurdichtingen niet
met olie of vet.
Doet u dat wel, dan worden de deur
dichtingen in de loop van de tijd po
reus.
Sluit de luchttoevoeropening in de
sokkel en de luchtafvoeropening
boven in de kastombouw niet af.
Wanneer deze roosters geblokkeerd
zijn kan er geen goede luchtgeleiding
plaatsvinden, waardoor het stroomver
bruik stijgt en bepaalde onderdelen van
de koel-vriescombinatie beschadigd
kunnen raken.
-
-
-
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wat te doen wanneer u het
apparaat afdankt
Voorkom dat kinderen zich bij het
spelen insluiten en in levensgevaar
komen.
Haal de stekker uit het stopcontact
en maak de aansluitkabel onbruik
baar.
Beschadig geen delen van het
koelsysteem, bijv. door
koelmiddelkanalen van de vriespla
–
ten open te prikken;
– buisleidingen om te buigen;
– beschermende lagen af te krabben.
Wanneer er koelmiddel uit spuit kan dat
oogletsel veroorzaken.
Wanneer de veiligheidsinstructies
niet worden opgevolgd kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden
gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
-
-
12
Het besparen van energie
Normaal energieverbruikTe hoog energieverbruik
Plaatsing van het apparaat In ruimten waar kan worden ge
Temperatuurinstelling
in standen
Temperatuurinstelling
in graden
(Digitale weergave)
Dagelijks gebruikOpen de deur alleen wanneer dat
ventileerd
Op een plaats waar de zon niet di
rect op kan schijnen
Niet naast een warmtebron (ver
warming, fornuis)
Bij een kamertemperatuur van ca.
20 °C
Instelling van één van de middel
ste standen: 2 of 3.
Vak voor wijnflessen: 8 tot 12 °CBij apparaten met winterschake
Koelzone: 4 tot 5 °C
0° zone: ca. 0 °C
Diepvrieszone: - 18 °C
nodig is en dan nog zo kort mogelijk.
Leg de levensmiddelen bij het inruimen meteen op de goede plek.
Laat warme levensmiddelen en
dranken eerst afkoelen.
Leg de levensmiddelen alleen af
gedekt of verpakt in het apparaat.
Leg ingevroren producten in de
koelzone wanneer ze moeten ont
dooien.
Plaats de levensmiddelen niet te
dicht op elkaar zodat de lucht tus
sen de levensmiddelen kan circu
leren.
-
-
In gesloten ruimten waar niet kan
worden geventileerd
Op een plaats waar de zon direct
op kan schijnen
Naast een warmtebron (verwar
ming, fornuis)
Bij een hogere omgevingstempe
ratuur
Hoe hoger de stand, hoe lager de
temperatuur, des te hoger het
energieverbruik
ling: schakel bij omgevingstempe
raturen lager dan 16 °C de winter
schakeling uit.
De temperatuur in het apparaat
wordt hoger naarmate de deur vaker wordt geopend en de deur
langer geopend blijft.
Moet u lang zoeken, dan stijgt de
temperatuur.
Zijn de levensmiddelen nog warm,
moet de motor langer werken om
de vereiste temperatuur te berei
ken.
-
Wanneer vloeibare stoffen in de
koelzone condenseren neemt de
koelcapaciteit af.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
13
Het besparen van energie
Normaal energieverbruikTe hoog energieverbruik
OntdooienOntdooi het diepvriesgedeelte
wanneer er een ijslaag van 1 cm
in zit.
Een ijslaag in het diepvries
gedeelte bemoeilijkt het invriezen
en bewaren van producten in dit
gedeelte. Daardoor stijgt het
stroomverbruik.
-
14
Het in- en uitschakelen van de koel-vriescombinatie
Voor het eerste gebruik
Reinig de binnenkant van de koel-
^
vriescombinatie en de toebehoren.
Gebruik daarvoor lauwwarm water
met een beetje reinigingsmiddel.
Wrijf daarna alles met een doek
^
droog.
Laat het apparaat nadat u het hebt
geplaatst eerst ca.
voordat u het aansluit. Dat is voor
een goede werking van de koelvriescombinatie zeer belangrijk.
1
/2tot 1 uur staan
Het inschakelen van de koelvriescombinatie
De koelzone en de diepvrieszone kunnen los van elkaar worden ingeschakeld, zodat u niet alletwee de zones gelijk in gebruik hoeft te nemen.
De PerfectFresh-zone wordt tegelijk
met de koelzone ingeschakeld.
Diepvrieszone
Druk op de Aan/Uit - toets van de
^
diepvrieszone.
In de temperatuuraanduiding van de
diepvrieszone gaan er streepjes
branden.
Er gaat een zoemer.
De diepvrieszone begint te koelen.
Voordat u voor de eerste keer levens-
middelen in de diepvrieszone legt kunt
u deze zone het beste een paar uur laten voorkoelen.
Het uitschakelen van de zoemer
Koelzone / PerfectFresh-zone
^
Druk op de Aan/Uit - toets van de
koelzone / PerfectFresh-zone.
In de temperatuuraanduiding van de
koelzone gaan er streepjes branden.
De koelzone begint te koelen.
Wanneer de deur wordt geopend, gaat
de binnenverlichting aan.
^
Druk op de Zoemer - toets.
De zoemer houdt op.
In de temperatuuraanduiding blijven de
streepjes knipperen totdat de inge
stelde temperatuur is bereikt.
-
15
Het in- en uitschakelen van de koel-vriescombinatie
Koude-accu
Leg de koude-accu in de bovenste
diepvrieslade of op het diepvriespla
teau.
Na ca. 24 uur bereikt de koude-accu
zijn maximale koelcapaciteit.
-
Het uitschakelen van de koelvriescombinatie
Druk op de Aan/Uit - toets.
^
De temperatuuraanduiding laat niets
meer zien.
De koeling is uitgeschakeld.
Is dat niet het geval, dan is de vergrendeling ingeschakeld!
Vergrendeling
Met de vergrendeling kunt u voorkomen
dat het apparaat per ongeluk wordt uitgeschakeld.
Het inschakelen van de vergrendeling
^
Druk op de Zoemer - toets en blijf
erop drukken.
^
Druk daarbij nog op de Superfrost toets en blijf ca. 3 seconden op bei
de toetsen drukken totdat het contro
lelampje van de vergrendeling d in
de temperatuuraanduiding brandt en
er een pieptoon klinkt.
-
Het opheffen van de vergrendeling
Neem daarvoor dezelfde stappen als
^
bij het inschakelen van de vergren
deling.
Het controlelampje van de vergrende
ling d in de temperatuuraanduiding
gaat uit.
Het apparaat kan te allen tijde weer
worden uitgeschakeld.
Bij langere afwezigheid
Wanneer u de koel-vriescombinatie vrij
lange tijd niet meer gebruikt,
^ schakel het apparaat dan uit;
^ trek de stekker uit het stopcontact;
^ ontdooi de diepvrieszone;
^ reinig het apparaat en
^ laat de deuren van het apparaat iets
openstaan om te voorkomen dat er
luchtjes ontstaan.
Wordt het apparaat in zulke gevallen
wel uitgeschakeld, maar niet gerei
nigd en niet opengezet, bestaat het
gevaar dat zich schimmel vormt.
-
-
-
-
Het apparaat kan pas dan worden uit
geschakeld wanneer de vergrendeling
weer is opgeheven!
16
-
De juiste temperatuur
Het is voor de houdbaarheid van de le
vensmiddelen zeer belangrijk dat de
juiste temperatuur wordt ingesteld.
Door micro-organismen bederven de
levensmiddelen erg snel. De tempera
tuur beïnvloedt de snelheid waarmee
de micro-organismen groeien. Hoe la
ger de temperatuur, des te langer het
duurt voordat de levensmiddelen be
derven.
Wanneer u voor het bewaren van le
vensmiddelen de juiste temperatuur in
stelt kunt u daarmee bederf voorkomen
of vertragen.
De temperatuur in het apparaat wordt
hoger, naarmate
– de deur van het apparaat vaker
wordt geopend en de deur langer
geopend blijft;
– er meer levensmiddelen worden op-
geslagen;
– de temperatuur van de net opgesla-
gen levensmiddelen hoger is;
–
de omgevingstemperatuur hoger is.
Dit apparaat is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse. Een kli
maatklasse is een temperatuurbe
reik, waarbinnen de kamertempera
tuur zich moet bewegen en waar
deze niet boven of onder mag lig
gen.
-
-
-
-
-
-
-
. . . in de koelzone en in de Per
-
fectFresh-zone
Daarom adviseren wij voor de koelzone
een koeltemperatuur van 5 °C.
In de PerfectFresh-zone wordt de tem
peratuur automatisch geregeld en ligt
om en nabij de 0 °C.
. . . in de diepvrieszone
Stel, wanneer u verse levensmiddelen
wilt invriezen en ingevroren levensmid
delen lange tijd wilt bewaren, een tem
peratuur in van -18 °C.
Bij deze temperatuur wordt de groei
van micro-organismen voor het grootste
gedeelte gestopt.
Zodra de temperatuur boven de
-10 °C stijgt begint het bederf door de
micro-organismen en zijn de levensmiddelen minder lang houdbaar.
Daarom mogen geheel of gedeeltelijk
ontdooide levensmiddelen pas weer
worden ingevroren wanneer ze eerst
verwerkt zijn, d.w.z. eerst gekookt of
gebraden zijn. Door de hoge tempera
turen worden de meeste micro-organis
men gedood.
-
-
-
-
-
-
17
De juiste temperatuur
Het instellen van de tempera
tuur in de koel- en diepvries
-
-
zone
De temperatuur in de koelzone en in de
diepvrieszone kunt u instellen met be
hulp van de beide toetsen rechts en
links naast de temperatuuraandui
dingen.
Wanneer u op de bovenste toets
–
drukt gaat de temperatuur omhoog
en wordt het warmer.
– Wanneer u op de onderste toets
drukt gaat de temperatuur omlaag en
wordt het kouder.
De temperatuur die u instelt knippert in
de temperatuuraanduiding van de desbetreffende zone.
Wanneer u op de temperatuurtoetsen
drukt dan ziet u in de temperatuuraan
duiding van de desbetreffende zone
het volgende veranderen:
–
Wanneer u voor het eerst drukt, dan
knippert in de temperatuuraandui
ding de temperatuurwaarde die u
het laatst heeft ingesteld.
-
-
-
-
Ongeveer 5 seconden nadat u voor het
laatst op een temperatuurtoets heeft
gedrukt, verschijnt in de temperatuur
aanduiding automatisch de tempera
tuurwaarde die op dat moment in de
koelzone of diepvrieszone heerst.
Wanneer u een andere temperatuur
heeft ingesteld, controleer dan de tem
peratuuraanduiding na ca. 6 uur wan
neer de koel-vriescombinatie lang
niet vol is en na ca. 24 uur wanneer
het apparaat wel vol is.
Pas dan is de echte temperatuur be
reikt.
Is de temperatuur na deze tijd te hoog
of te laag, stel dan opnieuw een andere
temperatuur in.
Mogelijke temperatuurinstellingen
De temperatuur is instelbaar
– in de koelzone van 4 °C tot 9 °C
– in de diepvrieszone van -14 °C tot
-28 °C.
Of de laagste temperatuur wordt bereikt
is afhankelijk van de plaats waar de
koel-vriescombinatie is opgesteld en de
omgevingstemperatuur. Wanneer de
omgevingstemperatuur hoog is, dan is
het mogelijk dat de laagste temperatuur
niet wordt bereikt.
-
-
-
-
-
–
Vanaf de tweede keer dat u drukt
verandert de temperatuurwaarde in
stappen van 1 °C.
–
Wanneer u op de toets blijft drukken,
verandert de temperatuurwaarde
continu.
18
De juiste temperatuur
Het instellen van de tempera
-
tuur in de PerfectFresh-zone
In de PerfectFresh-zone wordt de tem
peratuur automatisch op ca. 0 °C ge
houden.
Wilt u het echter warmer of kouder heb
ben, bijv. bij het koelen en bewaren van
vis, kunt u de temperatuur veranderen.
^ Druk ca. 7 seconden op de Zoemer -
toets totdat in de temperatuuraandui-
b
ding van de koelzone een "
de temperatuuraanduiding van de
diepvrieszone een "0" verschijnt.
Met de beide toetsen rechts naast de
temperatuuraanduiding van de diepvrieszone kunt u nu de temperatuur
veranderen.
" en in
-
-
De temperatuur wordt gewijzigd in
waarden van -5 tot +5.
Deze waarden worden aangegeven in
de temperatuuraanduiding van de
diepvrieszone.
Eén waarde komt overeen met ca. 0,5
tot 1 °C.
Staat er een "-" voor de waarde, dan
wordt de temperatuur met de desbe
treffende waarde lager.
Druk kort op de Zoemer - toets om de
^
instelmodus te verlaten.
De nieuwe temperatuur wordt door het
apparaat overgenomen.
Bevindt het apparaat zich ca. 5 minuten in de instelmodus zonder dat
er op een toets wordt gedrukt, dan
wordt de instelmodus automatisch
uitgeschakeld!
-
–
Wanneer u op de bovenste toets
drukt gaat de temperatuur omhoog
en wordt het warmer.
–
Wanneer u op de onderste toets
drukt gaat de temperatuur omlaag en
wordt het kouder.
19
De juiste temperatuur
Temperatuuraanduidingen
De temperatuuraanduidingen op het
bedieningspaneel geven bij normaal
gebruik de temperatuur in het midden
van de koelzone én die van de minst
koele plek in de diepvrieszone aan.
Liggen de temperaturen in het appa
raat niet in het bereik dat in de tempe
ratuuraanduidingen mogelijk is, d.w.z.
liggen ze voor de koelzone niet tussen
0 °C en 19 °C en liggen ze voor de
diepvrieszone niet onder de 0 °C, dan
brandt er in de temperatuuraanduidin
gen alleen een streep.
De temperatuuraanduidingen gaanknipperen, wanneer
– er een andere temperatuur wordt in-
gesteld,
– de temperatuur in het apparaat een
paar graden is gestegen, wat wijst
op een koudeverlies.
Dit koudeverlies is geen probleem wanneer dit is ontstaan doordat u:
-
-
-
De lichtsterkte van de temperatuur
aanduidingen
De lichtsterkte van de temperatuuraan
duidingen is zwak wanneer het appa
raat wordt afgeleverd.
Zodra er een deur wordt geopend, een
instelling wordt veranderd of er sprake
is van een alarmtoestand, dan branden
de temperatuuraanduidingen ca. 1 mi
nuut met zeer grote lichtsterkte.
U kunt de lichtsterkte van de tempera
tuuraanduidingen veranderen:
Sterker: Druk op de Zoemer - toets,
–
blijf erop drukken en druk tegelijk op
de bovenste toets naast de temperatuuraanduiding van de diepvrieszone.
– Zwakker: Druk op de Zoemer - toets,
blijf erop drukken en druk tegelijk op
de onderste toets naast de temperatuuraanduiding van de diepvrieszone.
-
-
-
-
-
–
de deur van het apparaat een keer
vrij lang geopend houdt, bijv. om een
grote hoeveelheid producten in het
apparaat te leggen of er uit te halen;
–
verse levensmiddelen invriest.
Is de temperatuur in de diepvrieszone
vrij lange tijd hoger dan -18 °C, contro
leer dan of de ingevroren levensmid
delen geheel of gedeeltelijk zijn ont
dooid.
Is dat het geval, verbruik deze levens
middelen dan zo snel mogelijk.
20
-
-
-
-
De zoemer
Waarschuwingssysteem
Dit apparaat is uitgerust met een waar
schuwingssysteem waarmee wordt
voorkomen dat de temperatuur in de
diepvrieszone ongemerkt stijgt.
Wanneer de temperatuur te veel stijgt
gaat er een zoemer.
Tegelijk gaat de temperatuuraanduiding
van de diepvrieszone knipperen.
Of het apparaat een temperatuur te
hoog vindt is afhankelijk van de inge
stelde temperatuur.
De zoemer gaat en de temperatuuraan
duiding van de diepvrieszone gaat
knipperen wanneer:
– u de diepvrieszone inschakelt;
– u een vrij grote hoeveelheid levens-
middelen invriest;
– er teveel warme lucht uit het vertrek
het apparaat binnenstroomt, bijv.
wanneer u producten in de diepvrieszone legt of hersorteert of er
producten uithaalt en de deur daarbij
vrij lange tijd openhoudt;
–
de stroom vrij lang uitgevallen is ge
weest.
-
-
Het inschakelen van het waar
schuwingssysteem
Het waarschuwingssysteem hoeft niet
te worden ingeschakeld, want het is al
automatisch klaar voor gebruik.
Het voortijdig uitschakelen van
de zoemer
Zodra de ingestelde temperatuur in de
diepvrieszone is bereikt houdt de zoe
mer op en brandt de temperatuuraan
duiding constant.
Wanneer de zoemer u hindert dan kunt
u deze voortijdig uitschakelen.
^ Druk op de Zoemer - toets.
De zoemer houdt op.
De temperatuuraanduiding blijft zolang
knipperen totdat de alarmtoestand is
beëindigd.
Daarna brandt de temperatuuraandui
ding constant.
-
-
-
-
Vanaf dat moment is het waarschu
wingssysteem weer klaar voor gebruik.
-
21
De functie "Superkoeling"
Het gebruik van de superkoe
-
ling
Met behulp van de functie "Superkoe
ling" daalt de temperatuur in de koelzo
ne zeer snel tot ongeveer 2 °C.
Het gebruik van de superkoeling is
vooral dan aan te raden, wanneer u
grote hoeveelheden verse levensmid
delen of drank opslaat en snel wilt laten
afkoelen.
Het inschakelen van de superkoeling
^ Druk op de Superkoeling - toets.
Het controlelampje boven deze toets
gaat branden.
De koelcapaciteit van de koelzone is
maximaal. Daardoor daalt de temperatuur in het apparaat.
-
-
Om energie te besparen kunt u de su
perkoeling zelf uitschakelen zodra de
levensmiddelen of dranken koel ge
noeg zijn.
Druk op de Superkoeling - toets.
^
Het controlelampje boven deze toets
gaat uit.
De koelcapaciteit van de koelzone is
weer normaal.
-
-
Het uitschakelen van de superkoeling
De superkoeling wordt automatisch na
ca. 6 uur uitgeschakeld.
Het controlelampje boven de Superkoe
ling - toets gaat uit.
De koelcapaciteit van de koelzone is
weer normaal.
22
-
De functie "Superfrost"
Wat gebeurt er bij het invriezen
van verse levensmiddelen?
Verse levensmiddelen moeten zo snel
mogelijk tot in de kern worden ingevro
ren. Alleen zo blijven voedingswaarde,
vitaminen, vorm en smaak behouden.
Hoe langzamer de levensmiddelen in
vriezen, des meer vocht komt er uit
iedere cel vrij. Dit vocht komt in de tus
senruimten terecht.
De cellen gaan krimpen.
Wanneer de levensmiddelen ontdooien
komt slechts een deel van het vocht dat
eerder vrijkwam in de cellen terug.
Praktisch betekent dit dat de levensmiddelen veel vocht verliezen. Dat ziet
u aan de grote waterplas die zich om
de levensmiddelen vormt wanneer
deze ontdooien.
Wanneer de levensmiddelen snel helemaal invriezen, heeft het vocht minder
tijd om uit de cellen vrij te komen en in
de tussenruimten terecht te komen.
De cellen krimpen veel minder.
Wanneer de levensmiddelen ontdooien
kan de kleine hoeveelheid vocht die
vrijgekomen is naar de cellen terugke
ren. Dat betekent dat de levensmid
delen weinig vocht verliezen. Er vormt
zich slechts een kleine waterplas om de
levensmiddelen wanneer deze ontdooi
en!
-
-
-
Het gebruik van de superfrost
Met behulp van de functie "Superfrost"
kunt u verse levensmiddelen optimaal
invriezen. De superfrost moet u al vóór
het invriezen van verse levensmiddelen
inschakelen.
De superfrost schakelt u niet in:
wanneer u reeds ingevroren levens
–
middelen in de diepvrieszone legt;
-
-
wanneer u dagelijks slechts max.
–
2 kg verse levensmiddelen in de
diepvrieszone legt.
Het inschakelen van de superfrost
De superfrost moet u inschakelen
4 - 6 uur voordat u de in te vriezen le
vensmiddelen in de diepvrieszone legt.
Wilt u gebruik maken van de maximalevriescapaciteit, schakel de superfrost
dan 24 uur van te voren in.
^ Druk op de Superfrost - toets.
Het controlelampje boven deze toets
gaat branden.
De koelcapaciteit van de diepvrieszone
is maximaal. Daardoor daalt de tempe
ratuur in de diepvrieszone.
Het uitschakelen van de superfrost
De superfrost wordt automatisch na ca.
-
30 tot 60 uur uitgeschakeld, afhankelijk
van de hoeveelheid levensmiddelen die
in de diepvrieszone zijn gelegd.
Het controlelampje boven de Superfrost
- toets gaat uit.
De koelcapaciteit van de diepvrieszone
is weer normaal.
-
-
-
23
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen
in folie verpakte, voorgesneden
Gedeelten met verschillende
temperaturen
Door de natuurlijke luchtcirculatie ont
staan er in de koelzone gedeelten met
verschillende temperaturen.
Maak daar bij het inruimen van de le
vensmiddelen gebruik van.
De koude, zware lucht zakt in het on
derste gedeelte van het apparaat.
Minst koele gedeelte van de koelzone
Het minst koele gedeelte van de koel
zone bevindt zich helemaal bovenin tegen de deur.
Gebruik dit gedeelte voor het opslaan
van boter zodat deze smeerbaar blijft
en voor kaas zodat deze zijn aroma niet
verliest.
–
groente en in het algemeen alle ver
-
-
-
-
se groenten waarvan de houdbaar
heidsdatum alleen geldt bij een tem
peratuur van minstens 4°C.
Bewaar geen stoffen in het apparaat
die drijfgassen of andere verstui
vingsmiddelen bevatten.
Dit in verband met explosiegevaar.
Plaats dranken met een hoog alco
holpercentage alleen rechtop en al
tijd goed gesloten in het apparaat in
verband met explosiegevaar.
Zet geen culinaire olie in de deur
van het apparaat.
Doet u dat wel, dan kunnen er
scheuren in het kunststof materiaal
van de deur ontstaan.
-
-
-
-
-
-
Koelste gedeelte van de koelzone
Normaal bevindt het koelste gedeelte
van de koelzone zich direct boven de
groente- en fruitladen.
In dit apparaat bevindt het koelste ge
deelte zich echter in de vakken van de
PerfectFresh-zone.
Gebruik deze vakken voor alle levens
middelen die niet lang houdbaar zijn,
zoals:
–
vis, vlees, gevogelte;
–
worst, kant-en-klaar-gerechten;
–
levensmiddelen waar eieren of room
in zijn verwerkt;
–
alle soorten deeg;
–
melkproducten;
24
De levensmiddelen mogen niet met
de achterwand in aanraking komen,
want in dat geval kunnen ze eraan
vastvriezen.
-
PerfectFresh-zone
Temperaturen van 0 - 3°C leveren in
-
combinatie met een hoge luchtvochtig
heid optimale omstandigheden op voor
het bewaren van verse levensmiddelen.
Deze kunnen zo veel langer worden be
waard dan in een gewone koelzone.
De belangrijkste voorwaarde voor een
lange houdbaarheid van verse levens
middelen is echter de mate van vers
heid.
Let daarop bij het kopen van levens
middelen.
-
-
-
-
-
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen
In de PerfectFresh-zone wordt de tem
peratuur automatisch om en nabij de
0°C gehouden.
De vakken van de PerfectFresh-zone
De PerfectFresh-zone heeft twee vak
ken met een verschillende luchtvochtig
heid.
Maak daarvan gebruik bij het verdelen
van de levensmiddelen over de ver
schillende vakken.
Het droogtevak heeft een relatieve
–
luchtvochtigheid van ca. 45%.
– Het vochtvak heeft een regelaar
waarmee u de relatieve luchtvochtigheid van 45% tot 90% traploos kunt
instellen.
Schuif daartoe de regelaar op de gewenste relatieve luchtvochtigheid.
Let er echter op dat de luchtvochtigheid ook afhangt van het vochtigheidsgehalte van de opgeslagen levensmiddelen en van de frequentie waarmee
het droogtevak of vochtvak geopend
wordt.
Het instellen van een lage relatieve
luchtvochtigheid ,
^
Schuif de regelaar van het vochtvak
helemaal naar links ,.
Er ontstaat een relatieve luchtvochtig
heid van ca. 45%.
Het vak is nu geschikt voor het bewa
ren van minder houdbare levensmid
delen zoals verse vis, schaaldieren,
vlees, gevogelte, worst, zuivelproduc
ten en gemengde salades.
-
-
-
-
-
-
Bewaar deze levensmiddelen, be
halve vlees, verpakt of in een bakje.
Het instellen van een hoge relatieve
luchtvochtigheid -
Schuif de regelaar van het vochtvak
^
helemaal naar rechts -.
Er ontstaat een relatieve luchtvochtig
heid van ca. 90%.
Het vak is nu geschikt voor het bewa
ren van verse levensmiddelen zoals
groenten, kropsla, kruiden, champig
nons, kool en fruit voorzover het niet om
zuidvruchten gaat.
Bewaar deze levensmiddelen alleen
onverpakt in het vak.
Haal de levensmiddelen ca. 30 - 60
minuten voordat u gaat eten uit de
PerfectFresh-zone.
Aroma en smaak komen pas bij kamertemperatuur tot hun recht.
Voor de koelzone ongeschikte
levensmiddelen
Niet alle levensmiddelen zijn geschikt
om in de koelzone te worden bewaard.
Hiertoe behoren:
–
Koudegevoelig fruit en koudegevoe
lige groenten zoals bananen, avoca
do’s, papaja’s, passievruchten, au
bergines, paprika, tomaten en
komkommers
–
Fruit dat nog niet rijp is
-
-
-
-
-
-
-
25
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen
Aardappels
–
Parmezaanse kaas
–
Levensmiddelen afdekken of
niet?
Bewaar levensmiddelen alleen afge
dekt of verpakt.
Zo voorkomt u dat er levensmiddelen
luchtjes vrijkomen en op andere levens
middelen worden overgebracht. Tevens
voorkomt u dat de levensmiddelen uit
drogen en dat mogelijk aanwezige bac
teriën zich verspreiden.
Wanneer u de juiste temperatuur instelt
en de koelzone regelmatig reinigt vermeerderen bacteriën zoals salmonella’s
zich minder snel.
Groenten en fruit
Groenten en fruit kunnen echter onverpakt in de groente- en fruitladen worden bewaard.
U moet er echter rekening mee houden
dat sommige groentesoorten natuurlijke
gassen afscheiden, wat bederf in de
hand werkt. Enkele groente- en fruit
soorten reageren bijzonder gevoelig op
deze natuurlijke gassen. Daarom mo
gen niet alle groente- en fruitsoorten sa
men in één lade worden bewaard.
Voorbeelden van vruchten die veel
natuurlijke gassen afscheiden:
Appels, abrikozen, peren, nectarines,
perziken, pruimen, avocado’s en vijgen.
-
-
-
-
-
Voorbeelden van groenten en fruit
die erg gevoelig reageren op gassen
van andere groente- en fruitsoorten:
Bewaar onverpakte dierlijke en plant
aardige levensmiddelen apart van el
kaar.
Moeten deze levensmiddelen bij elkaar
worden bewaard, verpak ze dan in
ieder geval. Daarmee voorkomt u dat er
microbiologische veranderingen optreden en er ziektekiemen ontstaan.
Eiwitrijke levensmiddelen
Hoe meer eiwit levensmiddelen bevatten, des te sneller bederven ze.
Dat betekent dat schaaldieren sneller
bederven dan vis en dat vis weer snel
ler bederft dan vlees.
Vlees
Bewaar vlees met een lagere lucht
vochtigheid.
Is het vlees verpakt of zit het in een
bakje, open dan verpakking of bakje.
Het oppervlak van het vlees wordt dan
sneller droog, de kans dat zich ziekte
kiemen vormen wordt dan kleiner en
het vlees is dan langer houdbaar.
Er zijn bepaalde vleessoorten die niet
onverpakt bij elkaar kunnen worden be
waard. Gebeurt dat wel dan dragen de
vleessoorten ziektekiemen over en be
derft het vlees eerder dan nodig is.
-
-
-
-
-
-
-
-
26
Het indelen van de binnenruimte
Plateaus
De plateaus kunt u in hoogte verstellen
zodat er producten van verschillende
hoogte kunnen worden neergezet /
neergelegd.
Trek het plateau naar voren totdat u
^
weerstand voelt, til het aan de voor
kant op en haal het eruit.
Zet het plateau met de achterkant
^
naar boven op de gewenste plek,
haal de voorkant omhoog en schuif
het plateau naar binnen.
De opstaande rand moet naar boven
wijzen zodat de levensmiddelen niet
met de achterwand in aanraking kunnen komen en eraan vastvriezen.
-
Tweedelig plateau (afhankelijk
van het model)
Wanneer u hoge producten in het apparaat wilt plaatsen kunt u gebruik maken van een plateau dat uit twee delen
bestaat. Het voorste gedeelte kan worden verwijderd waardoor op het plateau
daaronder hoge producten kunnen wor
den neergezet / neergelegd.
Deurvakken
^
Schuif de deurvakken naar boven en
haal ze eruit.
Fleshouder
De fleshouder kunt u naar rechts of
links verschuiven.
Daardoor staan de flessen steviger als
u de deur van het apparaat opent en
sluit.
Vakken van de PerfectFreshzone
Wanneer u producten in een Perfect
^
Fresh-zonevak wilt leggen of er pro
ducten uit wilt halen, trek het vak dan
helemaal naar buiten, pak het aan de
achterkant vast, til het iets omhoog
en haal het eruit.
^ Wanneer u het vak weer terug wilt
zetten, leg het dan op de helemaal
naar buiten getrokken rails a. De
rails moeten aan de voorkant tegen
-
de voorkant van het vak aankomen
b!
^
Schuif het vak naar binnen c.
-
-
^
Zet de deurvakken er op de ge
wenste plaats weer in.
Zorg er daarbij voor dat ze goed
vastklikken.
-
27
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen
Maximale vriescapaciteit
Levensmiddelen kunnen het best zo
snel mogelijk tot in de kern worden in
gevroren. Daarvoor is het noodzakelijk
dat de maximale vriescapaciteit niet
wordt overschreden.
De maximale vriescapaciteit binnen 24
uur vindt u op het typeplaatje "Vriesca
paciteit ..... kg/24 h".
-
Het bewaren van diepvriespro
ducten
Wilt u diepvriesproducten bewaren,
^
controleer dan al vóórdat u ze koopt:
– de verpakking op eventuele bescha-
digingen;
– de uiterste houdbaarheidsdatum van
de diepvriesproducten en
– de temperatuur van de diepvrieskist
in de winkel.
Komt deze boven de -18 °C, dan zijn
de diepvriesproducten niet zo lang
houdbaar als wanneer de tempera
tuur -18 °C is.
^
Haal de diepvriesproducten uit de
diepvrieskist als u alle andere bood
schappen al in uw wagentje hebt lig
gen en vervoer ze in krantenpapier of
in een koeltas.
^
Leg de diepvriesproducten thuis di
rect in de diepvrieszone.
Vries geheel of gedeeltelijk ont
dooide levensmiddelen niet opnieuw
in. Pas nadat u deze levensmidde
len hebt gekookt of gebraden kunt u
ze opnieuw invriezen.
-
-
-
-
Het invriezen en bewaren van
verse levensmiddelen
Gebruik voor het invriezen alleen verse
levensmiddelen waar geen rotte plek
ken in zitten!
Waar u daarbij op moet letten:
-
-
-
-
Geschikt om in te vriezen zijn:
–
vers vlees, gevogelte, wildbraad, vis,
groenten, kruiden, vers fruit, zuivel
producten, brood en banket, kliekjes,
eigeel, eiwit en vele
kant-en-klaarproducten.
– Niet geschikt om in te vriezen zijn:
druiven, kropsla, radijs, rammenas,
zure room, mayonaise, hele eieren in
de schaal, uien, hele appels en peren.
– Om kleur, smaak, aroma en vitamine
C te behouden kunt u groenten en
fruit het beste voor het invriezen
blancheren.
Breng daartoe een pan water aan de
kook, voeg het voedsel daar portie
gewijs aan toe, laat het daar 2-3 mi
nuten in liggen, haal het eruit, laat
het snel in koud water afkoelen en
laat het uitlekken.
–
Mager vlees is beter geschikt om te
worden ingevroren dan vet vlees en
kan aanmerkelijk langer worden be
waard.
–
Leg tussen koteletten, biefstukjes,
schnitzels enz. telkens een stukje
huishoudfolie. Zo voorkomt u dat
stukken vlees aan elkaar vastvriezen.
-
-
-
-
-
28
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen
Kruid en zout verse levensmiddelen
–
en geblancheerde groente vóór het
invriezen niet.
Kruid en zout reeds bereide ge
rechten voor het invriezen slechts
licht. Sommige kruiden veranderen
de smaakintensiteit van de ge
rechten.
Laat warme gerechten en dranken
–
eerst buiten het apparaat afkoelen.
Doet u dat niet dan beginnen reeds
ingevroren levensmiddelen te ont
dooien en wordt er meer stroom ver
bruikt dan nodig is.
Doe een sticker op de verpakking
^
met inhoud en invriesdatum.
-
-
Vóórdat u de verse levensmiddelen
in de diepvrieszone legt
Wanneer u meer dan 2 kg verse le
^
vensmiddelen heeft, schakel dan een
tijdje vóórdat u deze in de diepvries
zone legt de functie "Superfrost" in.
Zie hoofdstuk: "De functie "Super
frost"".
-
-
Het wegleggen van de verse levens
middelen in de diepvrieszone
-
-
-
-
Het verpakken van de verse levensmiddelen
^ Vries de levensmiddelen per portie
in.
Geschikte verpakking
- kunststof folie
- diepvrieszakken van polyethyleen
- aluminiumfolie
- diepvriesbakje
Ongeschikte verpakking
- pakpapier
- braadpapier
- cellofaan
- afvalzakken
- gebruikte plastic zakken
^
Druk de lucht uit de verpakking.
^
Sluit de verpakking goed af met:
- elastiekjes
- kunststof klipjes
- touwtjes of
- koudebestendig plakband.
Zakken en diepvrieszakken van poly
ethyleen kunt u ook met een sealapparaat afsluiten.
De levenmiddelen kunnen overal in de
diepvrieszone worden ingevroren, bij
voorkeur in de bovenste diepvriesladen.
Vrij grote hoeveelheden kunnen het beste direct op de vriesplaten worden gelegd, daar de levensmiddelen daar bijzonder snel worden ingevroren zonder
dat dat ten koste gaat van de kwaliteit.
In dit geval moeten één of meer diepvriesladen uit het apparaat worden ge
haald.
In iedere diepvrieslade en op iedere
vriesplaat kan maximaal 25 kg wor
den gelegd.
^
Leg de in te vriezen producten over
de hele breedte op de bodem van de
diepvriesladen of op de vriesplaten
van de diepvrieszone, zodat ze zo
snel mogelijk tot in de kern worden
ingevroren.
-
-
-
29
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen
Zorg ervoor dat het materiaal waarin
^
de in te vriezen producten zijn ver
pakt droog is, zodat de producten
niet aan elkaar of aan de bodem van
de diepvriesladen vastvriezen.
-
Zorg ervoor dat in te vriezen levens
middelen niet tegen reeds ingevro
ren levensmiddelen aan komen te
liggen.
Gebeurt dat wel dan kunnen reeds
ingevroren levensmiddelen gaan
ontdooien.
-
-
Diepvrieskalender
De diepvrieskalender die zich op de
diepvriesladen bevindt geeft de gebruikelijke bewaartijd aan van verschillende soorten levensmiddelen, als ze
vers worden opgeslagen.
Bij de in de handel verkrijgbare diepvriesproducten is de op de verpakking
aangegeven uiterste houdbaarheidsdatum beslissend.
Markeersysteem voor ingevro
-
ren levensmiddelen
Een manier om de bewaartijd van de le
vensmiddelen in de gaten te houden is
het markeersysteem voor ingevroren
levenmiddelen.
Op iedere diepvrieslade zitten 2 plaket
ten met een wieltje. Op dit wieltje zijn
de maanden weergegeven met 1 - 12.
Schuif de plaketten vanaf de rand
^
van de diepvrieslade op de geleide
rail.
Met de plaketten geeft u aan om wat
voor soort product het gaat en met de
wieltjes het tijdstip waarop u het product hebt opgeslagen.
Het ontdooien van ingevroren
producten
Dat kunt u doen
– in de magnetron;
–
in de oven bij het verwarmingssys
teem "Hetelucht" of "Ontdooien";
–
bij kamertemperatuur;
–
in de koelzone.
Platte stukken vlees en vis kunnen
gedeeltelijk ontdooid in een hete braad
pan worden gelegd.
-
Fruit kan bij kamertemperatuur zowel in
de verpakking als ook in een afgedekte
schaal ontdooien.
-
-
-
30
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen
Groente kan in het algemeen in bevro
ren toestand aan kokend water worden
toegevoegd of in heet vet worden ge
stoofd. De kooktijd is iets korter dan bij
verse groente.
Vries geheel of gedeeltelijk ontdooi
de levensmiddelen niet opnieuw in.
Pas nadat u deze levensmiddelen
hebt gekookt of gebraden kunt u ze
opnieuw invriezen.
-
-
Het bereiden van ijsblokjes
(Afhankelijk van het model met bakje
met boutje)
^ Druk het boutje naar beneden en vul
het bakje voor ijsblokjes met water.
Overtollig water stroomt door een
opening weg.
Het snelkoelen van dranken
Schakel om dranken snel te koelen de
superkoeling in en leg de dranken in de
koelzone.
Wanneer u flessen drank toch in de
diepvrieszone legt, haal ze daar dan na
maximaal één uur weer uit.
Doet u dat niet dan springen de flessen
uit elkaar.
Diepvriesplateau
Op het diepvriesplateau kunt u kleinere
producten invriezen, niet alleen fruit en
groenten maar ook kruiden, zonder dat
dat ten koste gaat van de kwaliteit.
De producten blijven in vorm en de
kans dat ze aan elkaar vastvriezen is
klein.
^
Druk het boutje naar boven om het
bakje te sluiten en zet het op de bo
dem van de diepvrieszone.
Wanneer het bakje is vastgevroren, ge
bruik dan een stomp voorwerp, bijv.
een lepelsteel om het los te maken.
Wanneer het bakje even onder stro
mend water wordt gehouden laten de
ijsblokjes gemakkelijk los.
-
-
^
Leg de in te vriezen producten op het
diepvriesplateau.
-
^
Hang het diepvriesplateau in één van
de bovenste diepvriesladen.
^
Laat de producten 10 tot 12 uur ste
vig invriezen.
^
Hevel ze over in een diepvrieszak of
diepvriesbakje en leg ze in de diep
vriesladen.
-
-
31
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen
Het gebruik van de koude-accu
De koude-accu voorkomt dat de tem
peratuur in de diepvrieszone snel stijgt
wanneer de stroom is uitgevallen.
Leg de koude-accu in de bovenste
diepvrieslade direct op de levensmid
delen of op het diepvriesplateau.
Na ca. 24 uur bereikt de koude-accu
zijn maximale koelcapaciteit.
Leg de koude-accu wanneer de stroom
uitvalt direct op de levensmiddelen in
de bovenste lade om de levensmidde
len in ieder geval nog zo lang mogelijk
te kunnen bewaren.
Wanneer u verse levensmiddelen in de
diepvrieszone wilt leggen, gebruik de
koude-accu dan om een scheiding aan
te brengen tussen reeds ingevroren en
verse levensmiddelen, zodat de eerste
groep niet gaat ontdooien.
De koude-accu kan ook korte tijd worden gebruikt voor het koelen van levensmiddelen en dranken in een
koeltas.
-
-
-
32
Het ontdooien van de koel-vriescombinatie
Het ontdooien van de koelzone
en de PerfectFresh-zone
Terwijl de koel-vriescombinatie in wer
king is, kunnen zich aan de achterwand
van de koelzone en de PerfectFreshzone rijp en waterpareltjes vormen.
Deze hoeft u niet te verwijderen, want
de koelzone en de PerfectFresh-zone
worden automatisch ontdooid.
Het dooiwater loopt via het gootje voor
het dooiwater en via de afvoeropening
voor het dooiwater in het verdampings
systeem aan de achterkant van het ap
paraat.
Let erop dat het dooiwater altijd ongehinderd weg kan lopen.
Houd het gootje en de afvoeropening voor het dooiwater daarom
schoon.
-
Het ontdooien van de diep
vrieszone
De diepvrieszone ontdooit niet automa
tisch, daar de ingevroren levensmid
delen niet mogen ontdooien.
Wanneer het apparaat normaal in ge
bruik is, ontstaan er na verloop van tijd
rijp en ijs op de vriesplaten. Daardoor
wordt er minder kou afgegeven en
meer stroom verbruikt.
Krab de rijp- en ijslagen er niet af,
want dan beschadigt u de vriespla
ten en functioneert het apparaat niet
meer.
Ontdooi de diepvrieszone van tijd tot
tijd, echter in ieder geval zodra zich
een ca. 1 cm dikke ijslaag heeft gevormd.
Gebruik de gelegenheid wanneer er
weinig of geen producten in de diepvrieszone liggen.
-
-
-
-
-
^
Schakel ca. 4 uur voordat u de diep
vrieszone gaat ontdooien de super
frost in. Daardoor krijgen de reeds
opgeslagen ingevroren levensmid
delen een koudereserve en kunnen
dus iets langer bij kamertemperatuur
worden bewaard.
^
Haal de ingevroren producten uit de
diepvrieszone en leg de koude-accu
erop. Wikkel de producten in ver
schillende lagen krantenpapier of de
kens. Bewaar de ingevroren produc
ten op een koele plaats, totdat de
diepvrieszone weer klaar is voor ge
bruik.
-
-
-
-
-
-
-
33
Het ontdooien van de koel-vriescombinatie
Haal alle diepvriesladen uit de diep
^
vrieszone.
Handel het ontdooien zo snel moge
lijk af.
Hoe langer de ingevroren producten
bij kamertemperatuur worden be
waard, des te korter ze houdbaar
zijn.
Schakel de diepvrieszone met de
^
Aan/Uit - toets uit.
Laat de deur van de diepvrieszone
^
open.
^ Neem het dooiwater met een spons
op.
U kunt het ontdooien versnellen door
twee pannetjes op een onderzetter met
heet (niet kokend) water in de diepvrieszone te zetten.
Laat de deur van de diepvrieszone in
dit geval gesloten zodat de warmte niet
kan wegstromen.
-
-
-
Reinig de diepvrieszone en maak
^
deze droog.
Sluit de deur van de diepvrieszone
^
en schakel de diepvrieszone in.
Schakel de superfrost in zodat de
^
diepvrieszone snel koud wordt.
Het controlelampje gaat branden.
Schuif de diepvriesladen met de in
^
gevroren producten in de diepvries
zone zodra de temperatuur in deze
zone laag genoeg is.
Schakel de superfrost weer in.
^
Het controlelampje gaat uit.
-
-
Plaats wanneer u wilt ontdooien
nooit elektrische verwarmingsappa
raten of kaarsen in het apparaat.
Doet u dat wel, dan raakt het kunst
stof beschadigd.
Gebruik geen ontdooisprays of an
dere middelen om te ontdooien.
Deze kunnen explosieve gassen
vormen, ze kunnen oplosmiddelen
of drijfgassen bevatten die het
kunststof beschadigen of ze kunnen
schadelijk zijn voor de gezondheid.
34
-
-
-
Het reinigen van de koel-vriescombinatie
Gebruik nooit zand-, soda-, zuur- of
schuurmiddelhoudende reinigings
middelen of chemische oplosmid
delen.
Ongeschikt zijn ook zogenaamde
"schuurmiddelvrije" schuurmiddelen,
daar deze doffe plekken veroorza
ken.
Let erop dat er geen water in de
elektronica of in de verlichting te
rechtkomt.
-
-
-
-
Voor het reinigen
Schakel het apparaat uit door op bei
^
de Aan/Uit - toetsen te drukken.
Trek de stekker uit het stopcontact.
^
Haal de producten uit het apparaat
^
en bewaar ze op een koele plaats.
Ontdooi de diepvrieszone.
^
Haal alle toebehoren uit de koel-
^
vriescombinatie die kunnen worden
verwijderd.
-
Zorg ervoor dat er geen reinigings
water door de afvoeropening voor
het dooiwater loopt.
Gebruik geen stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met
delen van het apparaat die onder
spanning staan en zo kortsluiting
veroorzaken.
Het typeplaatje in de binnenruimte
van het apparaat mag niet worden
verwijderd. De gegevens zijn nodig
in het geval er een storing optreedt.
Het reinigen van de binnen-
-
ruimte en de toebehoren
^ Reinig de koelzone, de Perfect-
Fresh-zone en de toebehoren minstens één keer in de maand.
^ Reinig de diepvrieszone iedere keer
na het ontdooien.
^ Gebruik daarvoor lauwwarm water
met wat reinigingsmiddel.
^
Reinig de toebehoren met de hand
en niet in de afwasautomaat.
Het botervak kan wel in de afwas
automaat.
^
Reinig het gootje en de afvoerope
ning voor het dooiwater in de koelzo
ne regelmatig met een wattenstaafje
of iets dergelijks, zodat het dooiwater
altijd ongehinderd weg kan lopen.
^
Neem de binnenruimte en de toebe
horen na het reinigen met helder wa
ter af en maak alles met een doek
droog.
-
-
-
-
-
^
Laat de deuren van het apparaat kor
te tijd openstaan.
-
35
Het reinigen van de koel-vriescombinatie
Het reinigen van de luchttoe
-
voer- en luchtafvoeropeningen
Reinig de luchttoevoer- en luchtaf
^
voeropeningen regelmatig met een
kwast of een stofzuiger.
Wanneer er zich stof ophoopt wordt er
onnodig energie verbruikt.
Het reinigen van de deurdich
-
-
tingen
Behandel de deurdichtingen niet
met olie of vet. Doet u dat wel, dan
worden de deurdichtingen in de
loop van de tijd poreus.
^ Reinig de deurdichtingen regelmatig
alleen met helder water en wrijf ze
daarna met een doek grondig droog.
Na het reinigen
Plaats de toebehoren in de koelzone
^
en in de PerfectFresh-zone.
Leg de levensmiddelen in de koelzo
^
ne en in de PerfectFresh-zone.
Sluit de deuren van de koel-vries
^
combinatie.
Steek de stekker in het stopcontact.
^
Schakel de koelzone en diepvrieszo
^
ne in.
Schakel de superfrost in zodat de
^
diepvrieszone snel koud wordt.
Het controlelampje gaat branden.
^ Schuif de diepvriesladen met de in-
gevroren producten in de diepvries-
zone zodra de temperatuur in deze
zone laag genoeg is.
^ Schakel de superfrost weer uit.
Het controlelampje gaat uit.
-
-
-
36
Reparaties aan elektrische appara
ten mogen alleen door vakmensen
worden uitgevoerd. Wanneer dit niet
gebeurt dan kan de gebruiker grote
risico’s lopen.
Een aantal storingen kunt u echter zelf
verhelpen.
-
Nuttige tips
Controleer of u vergeten hebt om de
^
superkoeling of de superfrost uit te
schakelen.
In dat geval brandt het desbetreffen
de controlelampje.
. .. de koel-vriescombinatie vaker en
voor langere tijd aanslaat?
Controleer of:
^
-
Wat moet u doen,wanneer . . .
. .. de koelzone of de diepvrieszone
niet koelt?
^ Controleer of:
– de desbetreffende zone is ingescha-
keld. De daarbijbehorende temperatuuraanduiding moet branden.
– de stekker stevig in het stopcontact
zit;
– de hoofdschakelaar van de elek-
trische huisinstallatie is ingeschakeld.
Is dit wel het geval, neem dan contact
op met de Technische Dienst van Miele
Nederland B.V.
. .. de deur van de diepvrieszone niet
verschillende keren achter elkaar kan
worden geopend?
Dat is geen storing. Door de zuigende
werking kunt u de deur pas na enige
tijd zonder moeite openen.
de luchttoevoeropening onder in de
–
sokkel en de luchtafvoeropening bo
ven in de kastombouw zijn geblok
keerd en of er stof inzit;
– u de deur van de koelzone of de
diepvrieszone vaak open en dicht
heeft gedaan;
– er ineens grote hoeveelheden verse
levensmiddelen zijn ingevroren;
– de deuren van de koel-vriescombina-
tie goed sluiten;
– er zich op de vriesplaten een vrij dik-
ke ijslaag bevindt.
Klopt dat, ontdooi dan de diepvries
zone.
. .. de ingevroren producten vastge
vroren zijn?
Maak de ingevroren producten met een
stomp voorwerp, bijv. met een lepel
steel los.
. .. er zich op de vriesplaten een vrij
dikke ijslaag bevindt?
-
-
-
-
-
. .. de temperatuur in de koelzone of
in de diepvrieszone te laag is?
^
Stel een hogere temperatuur in.
^
Controleer of de deur van de diep
vrieszone goed sluit.
^
Ontdooi de diepvrieszone.
^
Reinig de diepvrieszone.
-
37
Nuttige tips
Door een dikke ijslaag vermindert de
koelcapaciteit waardoor het stroomver
bruik stijgt.
. .. de zoemer gaat en de tempera
tuuraanduiding van de diepvrieszone
knippert?
De diepvrieszone is gezien de inge
stelde temperatuur te warm en wel
doordat:
de deur van de diepvrieszone vaak
–
open en dicht is gedaan;
er ineens grote hoeveelheden verse
–
levensmiddelen zijn ingevroren;
– de luchttoevoer- en luchtafvoerope-
ningen zijn geblokkeerd;
– de stroom een tijdje uitgevallen is ge-
weest.
Wanneer het euvel verholpen is dan
brandt de temperatuuraanduiding van
de diepvrieszone constant en houdt de
zoemer op.
. .. er in de temperatuuraanduidingen
een streep brandt of knippert?
^
Controleer de temperatuuraanduidin
gen ca. 6 uur nadat u het apparaat
hebt ingeschakeld.
-
-
. .. in een temperatuuraanduiding
-
"F0" tot "F5" verschijnt?
Er is sprake van een storing.
Neem contact op met de Technische
^
Dienst van Miele Nederland B.V.
. .. in een temperatuuraanduiding
een "nA" verschijnt?
De stroom is de afgelopen dagen of
uren uitgevallen geweest, waardoor de
temperatuur in de diepvrieszone te
sterk is gestegen.
Druk op de Zoemer - toets, zolang
^
"
nA
" brandt.
In de temperatuuraanduiding verschijnt
de hoogste temperatuur die tijdens de
stroomuitval in de diepvrieszone is gemeten.
^ Controleer of de levensmiddelen ge-
heel of gedeeltelijk zijn ontdooid.
Is dat het geval, verwerk de levens-
middelen dan door ze te koken of te
braden, voordat u ze weer invriest.
De hoogste temperatuur wordt ca. 1 mi
nuut aangegeven. Daarna verschijnt in
de temperatuuraanduiding weer de
temperatuur die op dat moment in de
diepvrieszone heerst.
-
De temperatuuraanduiding van de koel
zone kan doorgaans alleen temperatu
ren van 0°C tot 19°C aangeven en de
temperatuuraanduiding van de diep
vrieszone alleen temperaturen van on
der de 0°C.
Liggen de temperaturen daarbuiten
dan brandt er in de temperatuuraandui
dingen alleen een streep.
38
-
-
. .. het controlelampje van de super
-
koeling of dat van de superfrost niet
brandt, terwijl het apparaat wel
werkt?
Het controlelampje is defect.
^
Neem contact op met de Technische
Dienst.
-
Nuttige tips
. .. het apparaat niet kan worden uit
geschakeld?
De vergrendeling is ingeschakeld.
. .. de binnenverlichting in de koelzo
ne niet meer functioneert?
Controleer of de deur van de koelzo
^
ne vrij lange tijd geopend is geweest.
De verlichting wordt na ca. 15 minuten
automatisch uitgeschakeld.
Is dat niet het geval, dan is het gloei
lampje kapot.
^ Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de hoofdschakelaar van de
elektrische huisinstallatie uit.
-
-
-
-
Draai het nieuwe gloeilampje in de fit
^
ting. Let er bij het indraaien op dat de
dichting (3) goed vast zit.
Hang de lampafdekking er aan de
^
achterkant weer in.
^ Klik de afdekking aan de zijkanten
weer vast.
. .. de bodem van de koelzone nat is?
De afvoeropening voor het dooiwater is
verstopt.
^ Reinig het gootje en de afvoerope-
ning voor het dooiwater.
-
^
Druk de zijkanten van de lampafdek
king naar elkaar toe (1).
^
Klik de lampafdekking los.
^
Licht de afdekking er aan de achter
kant uit (2).
^
Draai het gloeilampje uit de fitting en
vervang het.
Aansluitgegevens van het lampje:
220 - 240 V, max. 25 W, fitting E 14
Kunt u een storing ook met boven
genoemde tips niet verhelpen, roep
dan de hulp in van de Technische
Dienst.
Open als het mogelijk is de deuren
van het apparaat niet vóórdat de
storing is verholpen. Zo houdt u het
koudeverlies zo gering mogelijk.
-
39
Geluiden en de oorzaken ervan
Heel normale geluidenWaar komen deze geluiden vandaan?
Brrrrr...Dit brommende geluid komt van de motor (compressor). Wan
neer de motor aanslaat klinkt dit geluid nog iets sterker.
Blubb, blubb....Deze klotsende, gorgelende of snorrende geluiden komen van
de koelvloeistof die door de leidingen stroomt.
Klik....Dit klikkende geluid is altijd te horen wanneer de thermostaat de
motor in- of uitschakelt.
Sssrrrrr....Dit ruisende geluid is te horen bij apparaten die over verschillen
de zones of over een no-frost-systeem beschikken en wordt ver
oorzaakt door de luchtstroming in de binnenruimte van het appa
raat.
Bedenk dat dit soort geluiden niet te vermijden zijn.
-
-
-
-
Geluiden die makkelijk te
verhelpen zijn
Klapperende en rammelende geluiden
Wat is de oorzaak van deze geluiden en wat kunt
u daartegen doen?
Het apparaat staat niet waterpas: Stel het apparaat met behulp
van een waterpas. Gebruik de stelvoeten onder het apparaat of
leg er iets onder.
Het apparaat komt tegen andere meubels of apparaten aan:
Schuif het apparaat een eindje weg.
Diepvriesvakken, plateaus of andere uitneembare onderde
len van het apparaat zitten niet goed op hun plaats: Zet ze
weer goed.
In het apparaat staan flessen of andere gebruiksvoorwerpen
tegen elkaar aan: Zorg ervoor dat ze niet meer tegen elkaar
aankomen.
De transportkabelhouder hangt nog aan de achterkant van
het apparaat: Verwijder de kabelhouder.
-
40
Neem bij storingen die u niet zelf kunt
verhelpen contact op met
uw Miele-handelaar
–
of
de afdeling Klantcontacten van Miele
–
Nederland B.V.
Telefoonnummer en adres van Miele
Nederland B.V. vindt u op de achterzij
de van deze gebruiksaanwijzing.
Afdeling Klantcontacten
-
Geef bij het inschakelen van de afde
ling Klantcontacten altijd het type en
het nummer van het apparaat door.
Beide gegevens vindt u op het typeplaatje in de binnenruimte van het apparaat.
Voor informatie over het Miele ServiceVerzekering Certificaat kunt u zich
wenden tot uw Miele-vakhandelaar of
de bijgevoegde folder raadplegen.
-
41
Elektrische aansluiting
Dit apparaat mag alleen door een er
kend elektricien op het elektriciteitsnet
worden aangesloten.
Dit apparaat is voorzien van een aan
sluitkabel en een stekker met randaar
de, geschikt voor aansluiting op 50 Hz
220 - 240 V.
Dit apparaat mag uitsluitend worden
aangesloten op een contactdoos met
randaarde.
Het is het beste wanneer de contact
doos zich naast het apparaat bevindt
en u er gemakkelijk bij kunt.
Dit apparaat mag uitsluitend op een
huisinstallatie worden aangesloten die
volgens NEN 1010 is geïnstalleerd.
De installatiegroep dient met een
10 A-zekering te worden gezekerd.
In de EU-richtlijnen geeft men ter verhoging van de veiligheid het advies om
de huisinstallatie van een aardlekschakelaar te voorzien.
-
-
-
-
Het is niet toegestaan het apparaat met
een verlengsnoer op het elektriciteitsnet
aan te sluiten.
Met verlengsnoeren kan een veilig ge
bruik van het apparaat namelijk niet
worden gewaarborgd in verband met
het gevaar voor oververhitting.
Moet er aan de aansluiting op het elek
triciteitsnet of aan de aansluitkabel iets
worden veranderd dan mag dat uitslui
tend door een erkend bedrijf gebeuren.
42
-
-
-
Een apparaat dat niet is ingebouwd
kan kantelen!
Plaats van opstelling
Kies geen plaats direct naast een for
nuis, een verwarming of in de buurt van
een raam waar de zon direct door heen
kan schijnen.
Hoe hoger de omgevingstemperatuur
is, des te langer het apparaat staat te
ronken en des te hoger het stroomver
bruik is.
Geschikt is een droge ruimte waar kan
worden geventileerd.
Klimaatklasse
Het apparaat is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse. Een klimaatklasse is een kamertemperatuurbereik waarbinnen de temperatuur zich
moet bewegen en waar deze niet boven of onder mag liggen.
De klimaatklasse van uw apparaat staat
aangegeven op het typeplaatje aan de
binnenkant van uw apparaat.
-
-
Montage-instructies
Luchttoevoer en luchtafvoer
De lucht aan de achterwand van het
apparaat wordt warm. Daarom moet de
inbouwkast voor het apparaat zodanig
zijn geconstrueerd dat een goede
luchttoevoer en luchtafvoer gewaar
borgd zijn. Bij Miele-keukens is daar
mee automatisch rekening gehouden.
Voor de luchtafvoer moet aan de ach
terkant van het apparaat een luchtaf
voerkanaal van minstens 50 mm diepte
worden geplaatst.
De lucht wordt via de sokkel van het
apparaat toegevoerd.
De doorsnede van de luchtafvoeropening moet minstens 200 cm
2
zodat de warme lucht ongehinderd kan
worden afgevoerd. Is dat niet het geval,
dan moet het apparaat meer presteren,
wat meer stroom vergt.
De luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen mogen niet worden afgedekt
of geblokkeerd.
Bovendien moeten ze regelmatig
stofvrij worden gemaakt.
-
-
-
-
bedragen,
KlimaatklasseKamertemperatuur
SN
N
ST
T
+10 °C tot +32 °C
+16 °C tot +32 °C
+18 °C tot +38 °C
+18 °C tot +43 °C
Een te lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat het apparaat voor langere
tijd afslaat. Dat heeft weer tot gevolg
dat de temperaturen in het apparaat te
hoog zijn.
Voordat u het apparaat in
-
bouwt
^
Haal de afdichtingsband en andere
toebehoren uit het apparaat en van
de achterwand van het apparaat.
^
Verwijder de kabelhouder van de
achterwand van het apparaat.
^
Controleer of de onderdelen aan de
achterwand van het apparaat ner
gens tegenaan kunnen komen. Buig
ze zo nodig de andere kant op.
-
43
Montage-instructies
Inbouw in een scheidingswand
Wanneer het apparaat in een schei
dingswand wordt ingebouwd moet de
achterkant van de inbouwnis van een
front worden voorzien.
-
44
Inbouwmaten
Deurafmetingen in mm
ApparaatDiepvrieszoneKoelzone
abc
KF 680 i-...5495321144
De spleet tussen de meubeldeuren
en de spleet tussen de deuren van
het apparaat moeten vlak tegen el
kaar aanliggen!
-
45
Het veranderen van de draairichting van de deur
Voordat u het apparaat inbouwt moet u
bepalen aan welke kant de deur van
het apparaat moet worden geopend.
Moet de deur linksscharnierend zijn,
dan moet u de draairichting van de
deur veranderen.
Deuren van het apparaat
Draai de buitenste schroef d in de
^
lagersteun c er met een kruiskop
schroevendraaier voor de helft uit en
draai de binnenste schroef er hele
maal uit.
Zo is het demonteren van de deur
van het apparaat eenvoudiger.
Doe de bovenste deur van het appa
^
raat iets open en schuif de deur aan
de bovenkant samen met de lager
steun c iets naar buiten zodat u de
lagersteun van de schroef af kunt ha
len. Til dan de deur iets op en haal
hem eraf.
-
-
-
-
-
^
Trek de afdekkingen a en b naar
voren en haal ze eraf.
^
Klap de bevestigingshaak f open
en schroef hem eraf.
Wanneer u het apparaat later in de
inbouwnis bevestigt, moet u de be
vestigingshaak er aan de andere
kant weer aanschroeven.
^
Druk de lagerafdekking e er met een
spits voorwerp in en verwijder de af
dekking.
46
-
^
Trek de bovenste lagersteun a en de
lagerbout b uit de deur van het ap
paraat, draai de lagersteun a 180°
en zet alles er aan de andere kant
-
weer aan. Let daarbij op de vulring
c.
-
Het veranderen van de draairichting van de deur
Haal de lagerafdekking g er met be
^
hulp van een spits voorwerp af.
Trek de lagerbout d eruit en haal de
^
onderste deur eraf.
Haal de stop j er met een schroe
^
vendraaier af.
Plaats de onderste lagerbout i sa
^
men met de vulring h aan de andere
kant.
^ Haal het afdekkapje k van de be-
vestigingshaak l en schroef de haak
eraf.
Wanneer u het apparaat later in de
inbouwnis bevestigt moet u de bevestigingshaak er aan de andere
kant weer inschroeven!
^
Schroef de middelste lagersteun e
eraf, draai hem 180° en schroef hem
er aan de andere kant weer aan.
Draai de buitenste schroef f er
slechts voor de helft weer in, zet de
lagersteun op het apparaat en schuif
hem naar binnen. Schroef de lager
steun dan met de binnenste schroef
vast.
^
Plaats de onderste deur van het ap
paraat op de lagerbout i en sluit de
deur.
^
Zet de lagerbout d erin.
Draai aan de bovenkant de buitenste
^
schroef l er helemaal uit en draai
hem er aan de andere kant voor de
helft weer in.
-
-
^
Plaats de bovenste deur van het ap
paraat op de lagerbout a, hang de
lagersteun op de voorgemonteerde
schroef b, schuif de steun naar bin
nen en schroef hem met de tweede
schroef c vast.
^
-
-
Controleer of beide deuren van het
apparaat goed zitten en stel ze
indien nodig.
Draai dan de schroeven in de lager
steunen vast.
^
Monteer alle afdekkingen en stop
pen.
-
-
-
-
47
Het veranderen van de draairichting van de deur
Vakken in de PerfectFreshzone
Trek de vakken helemaal naar buiten,
^
pak ze aan de achterkant vast, til ze
iets omhoog en haal ze eruit.
^ Trek de deksels van de vakken naar
voren en haal ze eruit a.
^ Schuif de deksels in de richting waar
de draairichting van de deur moet
komen b en zet ze weer op de rails.
Let erop dat de deksels van de vak
ken precies op de vakken passen.
-
^ Schuif de deksels in het apparaat c
tot de lagerpennen vastklikken.
^
Wanneer u de vakken weer terug wilt
zetten, leg ze dan op de helemaal
naar buiten getrokken rails a. De
rails moeten aan de voorkant tegen
de voorkant van de vakken aankomen b!
Schuif de vakken naar binnen c.
48
Het inbouwen van de koel-vriescombinatie
Alle stappen bij de montage worden
gedemonstreerd met een apparaat
met een rechtsscharnierende deur.
Hebt u de deurscharnieren naar
links verplaatst, houd daar dan bij
de montage rekening mee.
Het stellen van de inbouwkast
Voordat u het apparaat in
-
bouwt
^ Schuif opvulplaat a in de houder.
^ Verkort de afdichtingsband op nis-
hoogte en plak deze aan de kant van
het apparaat waar de deur wordt geopend.
^
Stel de inbouwkast voordat u het ap
paraat inbouwt heel precies met een
waterpas. De hoeken van de kast
moeten allemaal 90° zijn.
Stel de meubeldeuren met behulp
van de scharnieren.
^ Schroef opvulplaat met borstbouten
-
vast.
^
Open de afdekking aan beves
tigingshaak a en schroef de haak
eraf voor het geval u hem niet al hebt
verwijderd bij een eventueel veran
deren van de draairichting van de
deur.
-
-
49
Het inbouwen van de koel-vriescombinatie
Het inbouwen van het apparaat
Schuif het apparaat in de inbouwnis.
^
Let er daarbij op dat de aansluitkabel
niet ergens tussen beklemd raakt.
De afstand tussen de voorkant van
de kast en de ommanteling van het
apparaat moet 43 mm bedragen!
(detail X)
^
Schroef bevestigingshaak a vast,
indien dat nog niet is gebeurd.
^
Druk het apparaat dicht tegen de
kant waar de deur wordt geopend
(A), zodat de afdichtingsband stevig
wordt samengedrukt.
^
Schuif het apparaat zo ver naar bin
nen dat de voorkant van de lager
steunen evenwijdig loopt met de bo
dem van de inbouwkast (B) en de
voorkant van de opengeklapte be
vestigingshaak a evenwijdig loopt
met de meubelombouw.
50
^
Schroef het apparaat aan de kant
waar de scharnieren zitten boven en
in het midden aan de meubelkast
vast door
bij 19 mm dikke meubelwanden de
kortere schroeven 5 x 75 mm c en
-
-
-
-
de kleine afstandshulzen d in de
wanden te draaien;
bij 16 mm dikke meubelwanden de
langere schroeven 5 x 80 mm c en
de grote afstandshulzen d in de
wanden te draaien.
Het inbouwen van de koel-vriescombinatie
Schroef het apparaat aan de onder
^
kant aan de meubelkast vast door
korte schroeven van 4 x 14 mm b
door de onderste lagersteunen te
draaien en stevig vast te zetten.
Stel opvulplaat h parallel met de bo
^
venkant van de kast door de plaat te
verschuiven. De opvulplaat mag niet
naar voren steken!
Schroef het apparaat aan de boven
^
kant aan de meubelkast vast door
korte schroeven van 4 x 14 mm i
door de opvulplaat te draaien en ste
vig vast te zetten.
Het bevestigen van de front
plaat
-
-
-
-
^
Schroef bevestigingshaak e er weer
aan, wanneer dat nog niet is ge
beurd.
^
Schroef het apparaat aan de kant
waar de deur opengaat aan de meu
belwand vast door twee schroeven
van 4 x 14 mm door de bovenste be
vestigingshaak a te draaien en ste
vig vast te zetten en een schroef van
4 x 14 mm f door bevestigingshaak
e te draaien en stevig vast te zetten.
^
Klap bevestigingshaak a dicht en
klik afdekking g vast.
-
-
-
^
-
Maak de deurkoppelingsdelen a ter
hoogte van de handvatten met de
parkerschroeven 3,9 x 9,5 mm b aan
de deur van het apparaat vast. Be
vestig bij een grote deur een extra
deurkoppeling. Maak gebruik van de
voorgestanste gaten!
-
51
Het inbouwen van de koel-vriescombinatie
Doe de deuren helemaal open en
^
schuif glijstroken c in de deurkoppe
lingsdelen.
Maak de glijstroken met schroeven 4
^
x 14 mm d aan de meubeldeur vast.
Daarbij moet tot de buitenkant van de
meubeldeur een afstand d (= dikte
van de wand van de inbouwnis
+ 3 mm) worden aangehouden.
Let erop dat de glijstroken zich ongeveer in een hoek van 90° ten op
zichte van de voorkant van de deur
bevinden.
Stel de deurkoppelingen zo dat de
^
meubeldeur aan de kant van het
handvat in gesloten toestand niet tegen de kastwand aanligt.
Er moet een mininum afstand van1 mm worden aangehouden.
^ Sluit eventueel vrijgekomen gaten in
de deur van het apparaat met de bijgevoegde stoppen e af.
-
-
525354
55
Wijzigingen voorbehouden / 2706
KF 680 i-1, KF 680 i-2
M.-Nr. 05 741 992 / 03
nl-NL
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.