Lees in elk geval de gebruiksaanwijzing voor u het toestel opstelt,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf
u vermijdt schade aan het toestel.
a Toets aan/uit voor de vrieszone
b Superfrost-toets en controlelampje
c Alarmlampje voor de vrieszone
d Temperatuurindicator voor de vries
zone
e Temperatuurknop voor de vrieszone
f Superkoeling-controlelampje
g Temperatuurindicator voor de koelzo
ne
h Temperatuurknop voor de koelzone
en Superkoeling-toets
i Toets aan/uit voor de koelzone
-
4
Beschrijving van het toestel
a Lichtcontactschakelaar
b Ventilator voor automatische
dynamische koeling (DynaCool)
c Binnenverlichting
d Legplaat
e Flessenrek *
f Vochtigheidsregelaar voor fruit- en
groentebak
g Fruit-, groentebak
h Vriesladen, gedeeltelijk met
vrieskalender
i Plint (met daarachter een ventilatie
rooster)
j Rek
k Sensor voor de koelzone
l Gootje en
opening voor het dooiwater
m Flessenrek
* naargelang het model
-
5
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
-
de handelaar bij wie u het kocht
–
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg ervoor dat de buisleidingen van
de compressor geen schade oplopen
voordat het toestel terdege wordt
geborgen. Zo vermijdt u dat er koelmid
del uit het koelcircuit of olie uit de com
pressor in het milieu terechtkomt.
-
-
-
Zorg er ook voor dat het toestel kinder
veilig wordt bewaard voor u het laat
wegbrengen.
Hou bij het afdanken van uw oud toe
stel ook rekening met de gelijknamige
rubriek in de "Opmerkingen omtrent uw
veiligheid".
6
-
-
Opmerkingen over uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorge
schreven veiligheidsvoorschriften.
Bij ondeskundig gebruik kan de ge
bruiker gevaar lopen en kan er
schade optreden aan het toestel.
Lees dus aandachtig de tekst die
hier volgt voor u het toestel in ge
bruik neemt. U vindt er belangrijke
tips over uw veiligheid, de installatie,
het gebruik en het onderhoud van
uw toestel. Zo beschermt u zichzelf
en vermijdt u schade aan het appa
raat.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig
en geef ze door aan wie het toestel
eventueel na u gebruikt!
Deskundig gebruik
Gebruik het toestel uitsluitend in
het huishouden om levensmiddelen te koelen en te bewaren en om
diepgevroren levensmiddelen te bewaren, verse levensmiddelen in te vriezen
en ijs te bereiden.
Elk ander gebruik is niet toegelaten en
kan gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor schade die wordt
veroorzaakt door een ander gebruik
dan wat hier wordt vermeld of door fou
tieve bediening.
-
-
-
-
Technische veiligheid
Dit toestel bevat het koelmiddel
isobutaan (R600a), een natuurlijk
gas met hoge milieugeschiktheid, maar
brandbaar. Het is niet schadelijk voor
de ozonlaag en heeft geen negatieve
invloed op het broeikaseffect. Het ge
bruik van dit milieuvriendelijke koelmid
del veroorzaakt wel een lichte verho
ging van het werkingsgeluid. Naast de
werkingsgeluiden van de compressor
kunnen er stromingsgeluiden in het vol
ledige koelcircuit optreden. Deze ef
fecten zijn jammer genoeg niet te ver
mijden, maar hebben geen invloed op
de prestaties van het toestel.
Let er bij het transporteren en het opstellen van het toestel op dat geen enkel onderdeel van het koelcircuit beschadigd raakt. Koelmiddel dat naar
buiten spuit, kan tot oogletsels leiden!
Bij beschadiging:
- Vermijd open vuur of
ontstekingsbronnen,
- trek de stekker uit het stopcontact,
- verlucht het lokaal waarin het toestel
staat, gedurende enkele minuten,
en
- verwittig de klanten-
dienst.
-
Hoe meer koelmiddel er in een toe
stel zit, des te groter de ruimte
moet zijn waarin het toestel wordt opge
steld. Bij een eventueel lek kan er in te
kleine ruimtes een brandbaar
gas-/luchtmengsel ontstaan.
Per 8 gr koelmiddel moet de ruimte
minstens 1 m
heid koelmiddel is aangegeven op het
typeplaatje in het toestel.
3
groot zijn. De hoeveel
-
-
-
-
-
-
-
-
-
7
Opmerkingen over uw veiligheid
Vergelijk zeker eerst de aansluitge
gevens (spanning en frequentie)
op het typeplaatje met die van uw huis
installatie. Sluit daarna pas uw toestel
aan.
Deze gegevens dienen absoluut over
een te stemmen. Anders treedt er scha
de op aan uw toestel. Vraag bij twijfel
inlichtingen aan uw installateur.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien u het op een aardsysteem aan
sluit, dat volgens de voorschriften werd
geïnstalleerd. Het is heel belangrijk dat
deze fundamentele veiligheidsvoorziening voorhanden is. Laat de elektrische
installatie in uw woning bij twijfel door
een vakman controleren.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade die werd veroorzaakt doordat
de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak. Er zijn elektrische schokken mogelijk.
Een veilige werking van het toestel
is enkel gewaarborgd als het toe
stel overeenkomstig de gebruiksaanwij
zing wordt gemonteerd en aangesloten.
Indien u dit toestel niet op een vas
te plaats installeert, bijv. op een
schip, laat dit karwei dan enkel uitvoe
ren door vakmensen. Die moeten
ervoor zorgen dat u het toestel veilig
kunt gebruiken.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Installatie-, onderhouds- en
herstelwerken mogen enkel wor
den uitgevoerd door gekwalificeerde
vakmensen.
Door ondeskundige installatie-,
onderhouds- en herstelwerken kunnen
er niet te onderschatten risico’s ont
staan voor de gebruiker. Daarvoor kan
de fabrikant niet aansprakelijk worden
gesteld.
Het toestel is pas stroomloos in
dien aan een van deze voorwaar
den werd voldaan:
de stekker van het toestel uit het
–
stopcontact getrokken is.
Trek niet aan de aansluitkabel, maar
aan de stekker om het toestel los te
koppelen van het stroomnet.
– de zekeringen van uw huisinstallatie
zijn uitgeschakeld.
– De schroefzekering van de elek-
trische installatie er helemaal uit gedraaid is.
Gebruik uit veiligheidsoverwegin
gen geen verlengsnoeren om het
toestel aan te sluiten.
Die bieden niet voldoende veiligheids
garanties. Er bestaat onder meer ge
vaar voor oververhitting.
-
-
-
-
-
-
-
8
Opmerkingen over uw veiligheid
Bediening
Raak bevroren levensmiddelen niet
aan met natte handen. Uw handen
zouden kunnen vastvriezen. Gevaar
voor verwondingen!
Gebruik geen elektrische appara
ten in het toestel (bijvoorbeeld een
ijsmachine).
Er kunnen vonken optreden.
Explosiegevaar !
Neem nooit ijsblokjes en ijs op een
stokje, met name waterijs, in de
mond als het net uit de vrieszone werd
gehaald.
Door de zeer lage temperatuur van het
ijs kunnen de lippen of de tong vastvriezen. Gevaar voor verwondingen!
Let op dat kinderen niet met het
toestel spelen, bijv. in de vrieslade
gaan zitten of aan de toesteldeur gaan
hangen.
Gedeeltelijk of volledig ontdooide
levensmiddelen mogen niet opnieuw worden ingevroren. Verbruik
deze levensmiddelen zo snel mogelijk,
want de levensmiddelen verliezen hun
voedingswaarde en bederven. Ont
dooide levensmiddelen kunt u opnieuw
invriezen nadat u ze heeft gekookt of
gebraden.
Bewaar geen explosieve stoffen en
geen producten met brandbare
drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het
toestel. Als de thermostaat inschakelt,
kunnen er vonken ontstaan. Die kunnen
ontvlambare mengsels tot ontploffing
brengen.
-
-
Plaats alcohol van hoog percenta
ge enkel rechtop en perfect dicht
afgesloten in de koelzone.
Gevaar voor ontploffing!
Bewaar geen blikjes en flessen met
koolzuurhoudende dranken of met
vloeistoffen die kunnen bevriezen, in de
vrieszone. De blikjes of flessen kunnen
ontploffen.
Gevaar voor verwondingen en
beschadiging!
Als u flessen snel in de vrieszone
wenst te koelen, dient u ze uiterlijk
na één uur weer uit de vrieszone te ha
len. De flessen kunnen ontploffen. Gevaar voor verwondingen en beschadiging!
Als u levensmiddelen eet die te
lang werden bewaard, bestaat er
gevaar voor voedselvergiftiging.
De bewaarduur is afhankelijk van diverse factoren, zoals de versheidgraad,
de kwaliteit van de levensmiddelen en
de bewaartemperatuur. Hou rekening
met de bewaarinstructies en de
verbruikstermijnen van de fabrikant van
de levensmiddelen!
Gebruik geen voorwerpen met
scherpe punt of rand om
–
rijm- en ijslagen te verwijderen,
–
vastgevroren ijsschalen en levens
middelen los te wrikken.
Daardoor beschadigt u de
koelgenerator en werkt het toestel niet
meer goed.
Plaats om te ontdooien nooit elek
trische verwarmingstoestellen of
kaarsen in het toestel.
De kunststof zou beschadigd raken.
-
-
-
-
9
Opmerkingen over uw veiligheid
Gebruik geen ontdooisprays of
ijsverwijderingsproducten.
Ze kunnen explosieve gassen vormen,
oplos- of drijfmiddelen bevatten die de
kunststof kunnen beschadigen, of
schadelijk zijn voor de gezondheid.
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet.
Daardoor wordt de deurdichting na ver
loop van tijd poreus.
Als u in de koelzone vet- of
oliehoudende levensmiddelen be
waart, dient u ervoor te zorgen dat
eventueel uitlopend vet of olie niet in
contact komt met kunststof onderdelen.
Plaats geen spijsolie in de deur van de
koelkast.
Er kunnen spanningsbarsten ontstaan
in de kunststof van de deur.
Dek de ventilatieroosters van het
toestel niet af.
Daardoor is een perfecte luchtafvoer
niet meer verzekerd. Het stroomverbruik stijgt en schade aan onderdelen kan niet worden uitgesloten.
Het toestel is voorzien voor een be
paalde klimaatklasse (kamertem
peratuurbereik), waarvan de grens
waarden moeten worden nageleefd. De
klimaatklasse is vermeld op het type
plaatje in het toestel.
Een lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de compressor gedurende
lange tijd niet werkt, zodat het toestel
de vereiste temperatuur niet kan aan
houden.
-
-
-
-
-
Gebruik om het toestel te ontdooi
en en schoon te maken in geen ge
val een stoomreiniger.
De stoom kan bij onderdelen van het
toestel komen, die onder spanning
staan. Zo kan er kortsluiting optreden.
Uw oud toestel afdanken
-
-
Vernietig het knip- of vergrendelslot
van uw oude koelkast/diepvriezer
als u het toestel afdankt.
Op die manier voorkomt u dat spelende
kinderen zichzelf in het toestel opslui
ten, wat levensgevaarlijk kan zijn.
Maak afgedankte toestellen on-
bruikbaar. Trek de stekker uit het
stopcontact en knip het aansluitsnoer
door.
Beschadig geen onderdelen van
het koelcircuit, bijv. door
– koelmiddelkanalen van de verdam-
per open te steken
– buizen te knikken.
–
oppervlaktebekledingen weg te
krassen.
Naar buiten spuitend koelmiddel kan
oogletsels veroorzaken.
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die ontstaan is doordat
deze veiligheidsrichtlijnen niet in
acht werden genomen.
-
-
-
10
Hoe spaart u stroom?
normaal stroomverbruikhoger stroomverbruik
Opstellenin een geventileerd vertrekin een gesloten, niet geventileerd
niet rechtstreeks door de zon
beschenen
niet naast een warmtebron (radia
tor, fornuis)
bij een ideale omgevingstempera
tuur van ca. 20 °C
Temperatuurinstelling
thermostaat met getallen
(regeling in stappen)
Temperatuurinstelling
thermostaat "tot op de
graad nauwkeurig"
(digitale aanduiding)
Gebruikdoe de toesteldeur enkel even
Ontdooienlaat het vriesvak ontdooien als de
bij een gemiddelde stand van de
knop van 2 tot 3.
keldervak van 8 tot 12 °C
koelvak van 4 tot 5 °C
PerfectFresh-zone om en bij de 0
°C
vriesvak -18 °C
open als dat nodig is
de levensmiddelen goed sorteren
voor u ze in het toestel plaatst
warme spijs en drank eerst buiten
het toestel laten afkoelen
zet de levensmiddelen degelijk
verpakt of goed afgedekt in het
toestel
leg diepvrieswaar om te ontdooien
in de koelruimte
leg of zet niet te veel levensmid
delen in de zones of vakken; zo
kan de lucht circuleren
ijslaag een paar centimeter dik is
geworden
vertrek
wel rechtstreeks door de zon
beschenen
wel naast een warmtebron (radia
tor, fornuis)
bij een hoge omgevingstempera
tuur
bij een hoge stand van de knop:
hoe lager de temperatuur in het
toestel, hoe hoger het stroomver
bruik!
Let op! Bij toestellen met winter
schakeling zet u de schakelaar bij
omgevingstemperaturen hoger
dan 16 °C uit!
als u de toesteldeur vaak en lang
openzet = koudeverlies
wanorde = lang zoeken zodat de
toesteldeur lang open blijft
warme spijzen in het toestel doen
de compressor langer draaien om
de temperatuur te doen zakken
als vloeistof in de koelruimte ver
dampt en condenseert, veroor
zaakt dat koudeverlies
-
door een ijslaag wordt de koude
slechter aan de levensmiddelen
afgegeven en stijgt het stroomver
bruik
-
-
-
-
-
-
-
11
Toestel in- en uitschakelen
Vóór het eerste gebruik
Verwijder de transportbeveiligingen
^
van het toestel en doe ze weg.
Reinig het inwendige van het toestel
^
en het toebehoren. Gebruik daarvoor
lauw water; wrijf daarna alles droog
met een doek.
Laat het toestel na het transport ca.
1/2 tot 1 uur staan voor u het aansluit. Dit is zeer belangrijk voor de
latere werking!
Het toestel inschakelen
De koelzone en de vrieszone kunnen
afzonderlijk worden in- en uitgescha
keld, zodat u indien gewenst ook
slechts één gedeelte kunt inschakelen.
-
de deur van de koelzone wordt geo
pend.
-
Vrieszone
Druk op de toets aan/uit voor de
^
vrieszone.
Het lampje van de temperatuurindicator
voor de vrieszone gaat aan.
Het alarmlampje voor de vrieszone gaat
aan. Het gaat uit wanneer het in de
vrieszone koud genoeg is.
Om zeker te zijn dat de temperatuur
laag genoeg is, dient u het toestel enkele uren te laten voorkoelen voor u
voor het eerst levensmiddelen in het
toestel plaatst.
Toestel uitschakelen
^
Druk op de betreffende toets aan/uit.
De temperatuurindicatoren gaan uit.
De koeling is uitgeschakeld.
Koelzone
^
Druk op de toets aan/uit voor de koel
zone.
Het lampje van de temperatuurindicator
voor de koelzone gaat aan.
De koelzone begint te koelen en de bin
nenverlichting wordt ingeschakeld als
12
-
-
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd
niet gebruikt:
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit het stopcontact,
^
ontdooi de vrieszone, maak het toe
^
stel schoon en
laat de toesteldeuren op een kier
^
staan om geurvorming te vermijden.
Wanneer het toestel bij langdurige
afwezigheid wordt uitgeschakeld
maar niet gereinigd, bestaat er gevaar voor schimmelvorming als de
deuren gesloten blijven.
Toestel in- en uitschakelen
-
13
De juiste temperatuur
De juiste temperatuurinstelling is zeer
belangrijk voor het bewaren van levens
middelen. Levensmiddelen bederven
snel ten gevolge van micro-organis
men, wat door de juiste bewaartempe
ratuur kan worden verhinderd of ver
traagd. De temperatuur beïnvloedt de
groeisnelheid van de micro-organis
men. Hoe lager de temperatuur, hoe
langzamer dit proces verloopt.
De temperatuur in het toestel stijgt
als u vaak en gedurende lange tijd
–
de toesteldeur opent,
– hoe meer levensmiddelen er worden
bewaard,
– hoe warmer de verse levensmid-
delen zijn,
– hoe hoger de omgevingstemperatuur
van het toestel is.
Het toestel is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse. Een klimaatklasse is een kamertemperatuurbereik, waarbinnen de temperatuur zich moet bewegen en waar
deze niet boven of onder mag lig
gen.
-
-
-
-
-
. . . in de koelzone
We adviseren een koeltemperatuur in
het midden van het toestel van 4 °C.
cator kunt u de temperatuur in de koel
zone controleren.
Als de kleur van de temperatuurindica
tor groen is en als "ok" zichtbaar is, ligt
de temperatuur onder 4 °C.
Als de temperatuurindicator wit is, ligt
de temperatuur boven 4 °C.
Automatische temperatuurverdeling
(DynaCool)
Als de koeling wordt ingeschakeld,
schakelt het toestel automatisch ook de
ventilator in. Op die manier wordt de
koelte gelijkmatig verdeeld in de koelzone, zodat de levensmiddelen in de
koelzone allemaal ongeveer bij dezelfde temperatuur worden gekoeld.
. . . in de vrieszone
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en ze langdurig te bewaren, is een temperatuur van -18 °C vereist. Bij deze
temperatuur komt de groei van micro-
-organismen in hoge mate tot stilstand.
Zodra de temperatuur boven -10 °C
stijgt, begint de ontbinding door de mi
cro-organismen; de levensmiddelen
kunnen minder lang worden bewaard.
Daarom mogen geheel of gedeeltelijk
ontdooide levensmiddelen pas opnieuw
worden ingevroren nadat ze werden
verwerkt (koken of braden).
-
-
-
Temperatuurindicator
(afhankelijk van het model)
Aan de binnenzijde van het toestel, in
het koudste gedeelte van de koelzone,
bevindt zich een temperatuurindicator.
Aan de hand van deze temperatuurindi
14
Door de hoge temperaturen worden de
meeste micro-organismen gedood.
-
Temperatuur in de
koel-/vrieszone instellen
De temperatuur in de koel- en vrieszo
ne kunt u met de betreffende
temperatuurknop instellen.
De juiste temperatuur
Controleer of de levensmiddelen ge
-
deeltelijk of volledig ontdooid zijn.
Als dit het geval is, verwerkt u de le
vensmiddelen (koken of braden)
voor u ze weer invriest.
-
-
Druk enkele keren op de betreffende
^
temperatuurknop tot het gewenste
lampje van de temperatuurindicator
brandt.
Temperatuurindicator
Het brandende lampje geeft de ingestelde temperatuur aan.
Het lampje knippert tot de ingestelde
temperatuur in het toestel bereikt is.
Temperatuuralarm
Als de temperatuur in de vrieszone te
laag is, gaat het alarmlampje voor de
vrieszone aan.
Het alarmlampje gaat mogelijk ook aan
–
als bij het herschikken en uitnemen
van ingevroren levensmiddelen te
veel warme kamerlucht binnen
stroomt.
–
als u een grote hoeveelheid
levensmiddelen vers invriest.
Zodra het ingestelde temperatuurbereik
in de vrieszone is bereikt, gaat het
alarmlampje uit.
-
Temperatuur- en vochtigheids
regelaar voor de groentelade
De temperatuur en de vochtigheid in de
groentebak kunt u instellen met de re
gelaar boven de groentebak.
Regelaar sluiten
^ Schuif de temperatuur- en
vochtigheidsregelaar naar rechts.
Omdat de regelaar gesloten is, wordt
het in de groentebak warmer en stijgt
de luchtvochtigheid.
Door de hogere luchtvochtigheid blijft
verse groente gedurende een be
paalde bewaartijd zeer knapperig en
vers.
Regelaar openzetten
^
Schuif de temperatuur- en
vochtigheidsregelaar naar links.
Omdat de regelaar open staat, kan de
koude lucht in de groentebak zakken.
In de groentebak wordt het kouder en
de luchtvochtigheid daalt.
Door de lagere temperatuur kan de
groente langer worden bewaard.
-
-
15
-
Koelzone goed gebruiken
Verschillende koelgedeelten
Door de natuurlijke luchtcirculatie is de
temperatuur in de koelzone niet overal
gelijk. De koude, zware lucht daalt naar
het onderste gedeelte van het toestel.
Gebruik de verschillende koelgedeelten
als u levensmiddelen in het toestel
plaatst!
Koudste gedeelte van de koelzone
Het koudste gedeelte van de koelzone
bevindt zich direct boven de
groenteschalen.
De zone voor gevoelige levensmid
delen is afhankelijk van het model
- volledig onderaan tussen de zijdelings
aangebrachte pijl en de legplaat er
onder of
- tussen twee pijlen
aangegeven.
-
-
Gebruik dit gedeelte voor alle gevoelige en snel bederfbare levensmiddelen, zoals:
– vis, vlees, gevogelte,
– worst, kant-en-klaar gerechten,
– gebak en gerechten met eieren of
slagroom
– vers deeg, taart-, pizza- quichedeeg,
–
kaas en andere producten op basis
van verse melk,
–
in folie verpakte, bereide groenten en
algemeen alle verse levensmiddelen
waarvan de minimale houdbaar
heidsdatum gebaseerd is op een be
waartemperatuur van minstens 4 °C.
-
Warmste gedeelte van de koelzone
Het warmste gedeelte van de koelzone
bevindt zich bovenaan aan de deur.
Gebruik dit gedeelte bijv. om boter te
bewaren, zodat ze gemakkelijk smeerbaar blijft, en voor kaas, zodat hij zijn
aroma niet verliest.
Plaats geen explosieve stoffen en
geen producten met brandbare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het toe
stel. Gevaar voor ontploffingen!
Alcohol van hoog percentage enkel
rechtop en perfect dicht afgesloten
in het toestel plaatsen.
Als u in de koelzone vet- of
oliehoudende levensmiddelen be
waart, dient u ervoor te zorgen dat
eventueel uitlopend vet of olie niet in
contact komt met kunststof onderde
len. Plaats geen spijsolie in de deur
van de koelkast.
Er kunnen spanningsbarsten ont
staan in de kunststof van de deur.
-
-
-
-
16
De levensmiddelen mogen niet te
gen de achterwand komen. Ze kun
nen anders aan de achterwand vast
vriezen.
-
-
Levensmiddelen die niet
geschikt zijn om te koelen
Niet alle levensmiddelen zijn geschikt
om in de koelzone te worden bewaard.
Daartoe behoren onder andere:
Voor koude gevoelig fruit en
–
groenten
– Fruit dat nog verder moet rijpen
– Aardappelen
Koelzone goed gebruiken
Fruit en groenten
Fruit en groenten kunt u echter onver
pakt in de groenteschalen bewaren. U
dient er wel op te letten dat sommige
soorten groenten een natuurlijk gas af
scheiden, dat verouderingsprocessen
versnelt. Sommige groente- en fruit
soorten reageren zeer gevoelig op dit
natuurlijk gas. Daarom mogen niet alle
soorten groenten en fruit samen in één
schaal worden bewaard.
Voorbeelden van vruchten die veel
natuurlijk gas afscheiden:
appelen, abrikozen, peren, nectarines,
perziken, pruimen, avocado’s en vijgen.
-
-
-
– Harde kazen (parmezaan)
Levensmiddelen juist bewaren
Bewaar de levensmiddelen enkel in de
verpakking of goed afgedekt. Zo vermijdt u dat de levensmiddelen vreemde
geuren opnemen, gaan uitdrogen en
eventuele bacteriën overdragen. Bij
een correcte instelling van de tempera
tuur en een aangepaste hygiëne wordt
de vermenigvuldiging van bacteriën zo
als salmonella vertraagd.
Voorbeelden van fruit en groenten
die zeer gevoelig reageren op het natuurlijk gas van andere soorten fruit
en groenten:
Met de functie Superkoeling wordt de
koelzone zeer snel op de koudste waar
de afgekoeld (afhankelijk van de ka
mertemperatuur).
Superkoeling inschakelen
De functie Superkoeling is met name
aan te bevelen als u grote hoeveelhe
den verse levensmiddelen of dranken
snel wenst af te koelen.
^ Druk enkele keren op de
temperatuurknop tot het
Superkoeling-controlelampje aangaat.
De temperatuur in het toestel daalt,
want het toestel werkt met het maximale koelvermogen.
Superkoeling uitschakelen
De functie Superkoeling wordt automa
tisch na ca. 6 uur uitgeschakeld. Het
controlelampje gaat uit en het toestel
werkt weer met normaal koelvermogen.
-
-
Wat gebeurt er als verse
levensmiddelen worden
ingevroren?
Verse levensmiddelen moeten zo snel
mogelijk volledig worden doorvroren,
zodat de voedingswaarde, de
vitamines, het uitzicht en de smaak be
houden blijven.
Hoe langzamer de levensmiddelen wor
den doorvroren, des te meer vloeistof er
uit elke cel naar de tussenruimten loopt.
De cellen krimpen.
Tijdens het ontdooien kan slechts een
deel van de voordien vrijgekomen vloeistof teruglopen naar de cellen.
In de praktijk betekent dit dat de
levensmiddelen heel veel vocht verliezen. Dit kunt u zelf vaststellen, doordat
er zich tijdens het ontdooien een grote
waterplas rond het levensmiddel vormt.
Als het levensmiddel snel werd
doorvroren, heeft de celvloeistof minder
tijd om uit de cellen naar de tussenruimten te lopen. De cellen krimpen
veel minder.
Tijdens het ontdooien kan de slechts
geringe hoeveelheid vloeistof die naar
de tussenruimten was gelopen,
terugkeren naar de cellen, zodat het
vochtverlies zeer gering is. Er vormt
zich slechts een kleine waterplas!
-
-
18
Superkoeling en Superfrost gebruiken
Functie SuperFrost
Om levensmiddelen optimaal in te vrie
zen, dient u vóór het invriezen van ver
se levensmiddelen de functie Super
Frost in te schakelen.
Uitzonderingen:
Als u reeds ingevroren levensmid
–
delen plaatst.
Als u dagelijks slechts maximaal 2 kg
–
levensmiddelen plaatst.
SuperFrost inschakelen
De functie SuperFrost dient u 6 uur
vóór het plaatsen van de in te vriezen
levensmiddelen in te schakelen. Als u
het maximale invriesvermogen wenst
te gebruiken, dient u 24 uur vooraf de
functie SuperFrost in te schakelen!
-
-
SuperFrost uitschakelen
De functie Superfrost wordt automa
tisch uitgeschakeld zodra de levens
middelen helemaal bevroren zijn. Dit is
afhankelijk van de hoeveelheid
ingebrachtelevensmiddelen (bij een
kleine hoeveelheid wordt is dit al na en
kele uren het geval, bij een grote hoe
veelheid kan het tot twee dagen duren).
Het controlelampje gaat uit en het toe
stel werkt weer met normaal,
energiesparend koelvermogen.
Om energie te sparen, kunt u de functie
Superfrost zelf uitschakelen zodra er
een constante temperatuur van minstens -18 °C in de vrieszone bereikt is.
^ Druk op de Superfrost-toets, zodat
het controlelampje uitgaat.
De koeling van het toestel werkt weer
met normaal vermogen.
-
-
-
-
-
^
Druk op de Superfrost-toets, zodat
het Superfrost-controlelampje aan
gaat.
De temperatuur in de vrieszone daalt
omdat het toestel met het hoogst
mogelijke koelvermogen in de vries
zone werkt.
-
-
19
Binnenruimte aanpassen
Legplaten verplaatsen
U kunt de legplaten verplaatsen over
eenkomstig de hoogte van de te koelen
levensmiddelen.
Til de legplaat op en zwenk ze om
^
laag om ze uit te nemen.
Plaats de legplaat met de achterrand
^
omhoog op de gewenste plaats.
De achterrand moet omhoog staan,
anders kunnen de levensmiddelen
tegen de achterwand komen en be
vriezen.
-
-
-
Flessenrek
(naar gelang van het model)
In de flessenrek kunnen flessen veilig
worden geplaatst en gestapeld.
Om te voorkomen dat de flessenrek
wegglijdt, haakt u hem achteraan vast
aan de gewenste legplaat.
Legplaten/flessenrekken
verplaatsen
Schuif de legplaten/flessenrekken
^
omhoog en neem ze langs voor uit.
Plaats de legplaten/flessenrekken op
^
een willekeurige plaats in het toestel.
Let erop dat ze juist en stevig op de
verhogingen zitten.
20
Invriezen en bewaren
Maximaal invriesvermogen
Om de levensmiddelen zo snel mogelijk
tot in de kern in te vriezen, mag het
maximale invriesvermogen niet worden
overschreden. Het maximale invriesver
mogen binnen 24 uur is vermeld op het
typeplaatje "Invriesvermogen ...kg/24
u".
Diepvriesvoedsel bewaren
Als u diepvriesvoedsel wenst te bewa
ren, controleert u tijdens de aankoop in
de winkel
– de verpakking op beschadiging,
– de houdbaarheidsdatum en
– de koelzonetemperatuur van de
winkeldiepvries. Als de
koelzonetemperatuur warmer is dan
-18 °C, wordt de houdbaarheid van
het diepvriesvoedsel korter.
^ Koop diepvriesvoedsel pas op het
einde van het winkelen, en transporteer het in krantenpapier of in een
koelzak.
^
Plaats het diepvriesvoedsel onmid
dellijk in het toestel.
Gedeeltelijk of volledig ontdooid
voedsel niet opnieuw invriezen. Pas
nadat u de levensmiddelen heeft
verwerkt (koken of braden), kunt u
ze opnieuw invriezen.
-
-
Zelf levensmiddelen invriezen
Gebruik om in te vriezen enkel verse le
vensmiddelen die in perfecte staat
verkeren!
-
Hou hiermee rekening vóór het
invriezen
Volgende levensmiddelen zijn ge
–
schikt om in te vriezen:
vers vlees, gevogelte, wild, vis,
groenten, kruiden, onbewerkt fruit,
zuivelproducten, bakkerijproducten,
voedselresten, eigeel, eiwit en talrijke
kant-en-klaargerechten.
– Volgende levensmiddelen zijn niet
geschikt om in te vriezen:
wijndruiven, bladsalade, radijsjes,
ramenas, zure room, mayonaise, volledige eieren in de schaal, uien, volledige onbewerkte appelen en peren.
– Om de kleur, de smaak, het aroma
en de vitamine C te behouden, moeten groenten vóór het invriezen wor
den geblancheerd. Doe de groenten
in porties gedurende 2 - 3 minuten in
kokend water. Daarna de groenten
uitnemen en snel in koud water af
koelen. De groeten laten uitdruppen.
–
Mager vlees is beter geschikt om in
te vriezen dan vet vlees en kan veel
langer worden bewaard.
–
Plaats telkens een folie uit kunststof
tussen koteletten, steaks, schnitzels
enz. Zo vermijdt u dat ze tot één blok
samen vriezen.
-
-
-
-
21
Invriezen en bewaren
Onbewerkte levensmiddelen en ge
–
blancheerde groenten vóór het in
vriezen niet kruiden en zouten, scho
tels slechts lichtjes kruiden en
zouten. Sommige kruiden verande
ren hun smaakintensiteit tijdens het
invriezen.
Warme schotels of dranken eerst bui
–
ten het toestel laten afkoelen, om te
voorkomen dat reeds bevroren le
vensmiddelen gedeeltelijk ontdooien
en dat het stroomverbruik stijgt.
Noteer de inhoud en de invriesdatum
^
-
-
-
-
op de verpakking.
-
Voor de levensmiddelen in het toestel
worden geplaatst
Als u meer dan 2 kg verse levens
^
middelen dient in te vriezen, dient u
-
enige tijd vooraf de functie Super
Frost in te schakelen (zie "SuperFrost
gebruiken").
In het toestel plaatsen
-
-
Verpakken
^ Vries per portie in.
Geschikte verpakking
- Kunststoffolie
- Buisfolie uit polyethyleen
- Aluminiumfolie
- Diepvriesdozen
Ongeschikte verpakking
- Pakpapier
- Perkamentpapier
- Cellofaan
- Vuilniszakjes
- Gebruikte winkelzakjes
^
Druk de lucht goed uit de verpak
king.
^
Sluit de verpakking dicht af met
- elastiekjes
- kunststofclips
- touw of
- koudebestendige kleefband.
Zakjes en buisfolie uit polyethyleen
kunt u ook met een folielasapparaat
dichtlassen.
U kunt de levensmiddelen overal in de
vrieszone invriezen, bij voorkeur echter
in de bovenste vriesladen.
Voor een goede luchtcirculatie is het
belangrijk dat de vriesladen tot aan
de aanslag zijn ingeschoven!
Plaats grote hoeveelheden rechtstreeks
op de roosters, omdat de levensmiddelen daar zeer snel en dus degelijk
worden ingevroren. Daartoe kunt u alle
vriesladen, behalve de onderste, uit
nemen.
^
Plaats de levensmiddelen naast el
kaar op de bodem van de vriesladen
-
of op de roosters in de vrieszone, zo
dat de levensmiddelen zo snel moge
lijk tot in de kern worden ingevroren.
^
Leg de pakken droog in het toestel
om te vermijden dat ze aan elkaar of
aan het toestel vastvriezen.
In te vriezen levensmiddelen mogen
niet in aanraking komen met reeds
ingevroren levensmiddelen, zodat
deze niet ontdooien.
-
-
-
-
22
Vrieskalender
De vrieskalender op de vrieslade geeft
de gebruikelijke bewaartijd aan voor
verschillende soorten levensmiddelen,
op voorwaarde dat ze vers in het toe
stel worden geplaatst.
-
Invriezen en bewaren
Gedeeltelijk of volledig ontdooid
voedsel niet opnieuw invriezen. Pas
nadat u de levensmiddelen heeft
verwerkt (koken of braden), kunt u
ze opnieuw invriezen.
Bij in de handel verkrijgbare diepvries
producten is de bewaarduur aangege
ven op de verpakking.
Ingevroren voedsel ontdooien
Ingevroren voedsel kunt u op verschil
lende manieren ontdooien
– in de microgolfoven,
– in de gewone oven met de werkwijze
"hete lucht" of "ontdooien",
– bij kamertemperatuur,
– in de koelkast (de afgegeven koude
van de geplaatste levensmiddelen
wordt gebruikt om de levensmid-
delen te koelen),
–
in de stoomoven.
Platte stukken vlees en vis kunnen
ontdooid in een hete pan worden ge
legd.
Fruit kan bij kamertemperatuur in de
verpakking of in een afgedekte schotel
worden ontdooid.
-
-
-
IJsblokjes maken
(afhankelijk van het model)
Vul de ijsblokjesbak voor drie vierden
met water en plaats ze op de bodem
van de vrieslade.
Gebruik een stomp voorwerp, bijv. een
lepelsteel, om een vastgevroren
ijsblokjesbak los te maken.
^ De ijsblokjes komen gemakkelijk los
uit de bak als u de bak kort onder
stromend water houdt.
Dranken snel koelen
Als u flessen in de vrieszone plaatst om
ze snel te koelen, dient u de flessen ui-terlijk na één uur weer uit te nemen,
anders zullen de flessen ontploffen!
Groenten kunnen over het algemeen in
bevroren toestand in het kokende water
worden gedaan of in heet vet worden
gestoofd. Wegens de gewijzigde
celstructuur is de bereidingstijd iets
korter dan bij verse groenten.
23
Ontdooien
Koelzone
Terwijl de compressor draait, kunnen er
rijp en waterpareltjes worden gevormd
op de achterzijde van de koelzone.
Deze dient u niet te verwijderen, want
de koelzone wordt automatisch ont
dooid.
Het dooiwater loopt via een gootje en
afvoeropening voor het dooiwater naar
een verdampsysteem aan de achterzij
de van het toestel.
Zorg ervoor dat het dooiwater altijd
ongehinderd kan weglopen, door
het gootje en de afvoeropening voor
het dooiwater schoon te houden.
-
Vrieszone
De vrieszone ontdooit niet automatisch,
want de ingevroren levensmiddelen
mogen niet ontdooien.
Bij normale werking zetten er zich na
verloop van tijd rijp en ijs op de
koelelementen af. Daardoor vermindert
de koudeafgifte en stijgt het stroomver
bruik.
Schraap de rijp- of ijslagen niet weg
omdat de koelelementen anders be
schadigd kunnen worden.
Het toestel functioneert dan niet
meer.
Ontdooi de vrieszone regelmatig, maar
uiterlijk als er zich een ijslaag van ca. 1
cm dik heeft gevormd. Doe dat bij voor
keur als het toestel weinig of geen be
vroren waren bevat.
-
-
Vóór het ontdooien
Schakel ca. 4 uur vóór het ontdooien
^
de functie Superfrost in. Daardoor
krijgen de reeds ingevroren levens
middelen een extra koudereserve en
kunnen ze dus iets langer bij kamer
temperatuur worden bewaard.
Neem de bevroren waren uit het toe
^
stel en wikkel ze in meerdere lagen
krantenpapier of in een deken.
Bewaar ze op een koele plek tot de
vrieszone opnieuw bedrijfsklaar is.
Neem alle vriesladen behalve de
^
middelste uit de vrieszone. De middelste schuiflade moet het dooiwater
opvangen!
Ontdooien
Ontdooien moet snel gebeuren. Hoe
langer u de ingevroren levensmiddelen bij kamertemperatuur bewaart, des te korter wordt de houdbaarheid van de ingevroren levensmiddelen.
-
^
Schakel het toestel uit en trek de
stekker uit het stopcontact.
^
Laat de deur van de vrieszone open.
U kunt het ontdooien versnellen door
twee potten met heet (niet kokend) wa
ter op onderleggers in het toestel te
plaatsen.
-
-
-
-
-
24
Ontdooien
Plaats nooit elektrische verwar
mingstoestellen of kaarsen in het
toestel om het te ontdooien. De
kunststof zou beschadigd raken.
Gebruik geen ontdooisprays of
producten om ijs te verwijderen. Die
kunnen immers explosieve gassen
vormen, oplos- of drijfmiddelen be
vatten, of de gezondheid schaden.
Na het ontdooien
Ledig de middelste vrieslade.
^
^ Neem het resterende dooiwater in de
vrieszone met een spons of een doek
op.
^ Reinig de vrieszone en droog ze.
^ Sluit de deur van de vrieszone en
schakel het toestel in.
De temperatuurindicatoren gaan aan.
^ Schakel de functie Superfrost in, zo-
dat het toestel snel koud wordt. Het
controlelampje gaat aan.
-
-
-
^
Schuif de vriesladen met de ingevro
ren levensmiddelen in de vrieszone
zodra de temperatuur in de vrieszone
laag genoeg is.
^
Zodra er een constante temperatuur
van minstens -18 °C in de vrieszone
is bereikt, schakelt u de functie
Superfrost uit door op de Superfrost
toets te drukken.
Het controlelampje gaat uit.
-
-
25
Reinigen
Gebruik nooit reinigingsmiddel dat
zand, schuurmiddel, soda of zuur
bevat en gebruik geen chemische
oplosmiddelen.
Ook ongeschikt zijn zogenaamde
schuurmiddelen die "vrij zijn van
schuurmiddelen", want ze veroorza
ken matte vlekken.
Zorg ervoor dat er geen water in de
temperatuurregelaar, de verlichting
of de ventilatieroosters terecht komt.
Er mag geen reinigingswater door
het afvoergat voor het dooiwater lopen.
Gebruik geen stoomreiniger. De
stoom kan op stroomvoerende onderdelen van het toestel terecht
komen en een kortsluiting veroorzaken.
Het typeplaatje in het toestel mag
niet worden verwijderd. De informa
tie op dit plaatje is belangrijk in ge
val van een storing!
Voor het reinigen
om het gemakkelijker te kunnen reini
gen.
Buitenwanden, binnenruimte,
toebehoren
Reinig de koelzone minstens één
^
-
keer per maand en de vrieszone na
elke ontdooiing.
Was alle onderdelen met de hand af.
^
Reinig de goot en de afvoerbuis voor
^
het dooiwater regelmatig met een
staafje of iets dergelijks, zodat het
dooiwater altijd ongehinderd kan
weglopen.
^ Veeg de buitenwanden, de binnen-
ruimte en het toebehoren na de reiniging af met schoon water en droog
alles met een doek. Laat de deuren
van het toestel gedurende korte tijd
geopend.
Luchttoevoer- en
afvoeropeningen
-
-
^
Reinig alle luchttoevoer- en -afvoer
openingen regelmatig met een
penseel of stofzuiger. Stofafzettingen
verhogen het energieverbruik.
-
-
^
Schakel het toestel uit door op de
toets aan/uit te drukken, en trek de
stekker uit het stopcontact.
^
Haal het gekoelde materiaal uit het
toestel en bewaar het op een koele
plaats.
^
Ontdooi de vrieszone.
^
Neem alle onderdelen die kunnen
worden uitgenomen, uit het toestel
26
Achterzijde - metalen rooster
Minstens één keer per jaar moet het
stof worden verwijderd van het metalen
rooster aan de achterzijde van het toe
stel (warmtewisselaar). Stofafzettingen
verhogen het energieverbruik!
^
Let er bij het reinigen van het metalen
rooster op dat u geen kabels of an
dere componenten aftrekt, knikt of
beschadigt.
-
-
Deurdichting
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet. Anders wordt ze na ver
loop van tijd poreus.
Reinigen
-
Reinig de deurdichting regelmatig uit
sluitend met schoon water en droog ze
daarna grondig met een doek.
-
Na het reinigen
Plaats alle onderdelen in de koelzo
^
ne.
^ Plaats de levensmiddelen in de koel-
zone, sluit de toesteldeuren, steek de
stekker in het stopcontact en schakel
het toestel in.
^ Schakel de functie Superfrost in, zo-
dat de vrieszone snel koud wordt.
^ Plaats de ingevroren levensmiddelen
in de vrieszone zodra de temperatuur
in de vrieszone laag genoeg is.
^
Schakel de functie Superfrost uit door
op de Superfrost-toets te drukken.
-
27
Wat gedaan als . . . ?
Herstellingen aan elektrische toe
stellen mag u enkel en alleen door
een erkend vakman laten uitvoeren.
Door ondeskundig uitgevoerde her
stellingen kunnen er niet te onder
schatten risico’s ontstaan voor de
gebruiker.
Volgende storingen kunt u echter zelf
verhelpen:
Wat gedaan als . . .
. . . de koelzone of de vrieszone niet
koelt?
^ Ga na of de zone in kwestie is inge-
schakeld. De bijbehorende temperatuurindicator moet branden.
^ Ga na of de stekker van het toestel
goed in het stopcontact zit.
-
-
. . . de temperatuur in de koel- of
vrieszone te koud is?
Stel een hogere temperatuur in.
^
-
Ga na of de toesteldeuren correct ge
^
sloten zijn.
Werd een grote hoeveelheid levens
^
middelen in één keer ingevroren?
Omdat de compressor daardoor zeer
lang werkt, daalt de temperatuur in
de koelzone automatisch. Daarom
mag u nooit meer levensmiddelen in
één keer invriezen dan aangegeven
is op het typeplaatje.
^ Superkoeling is nog niet uitgescha-
keld. Dit gebeurt na 6 uur automatisch!
^ Superfrost is nog niet uitgeschakeld.
De functie zal na enige tijd automatisch worden uitgeschakeld!
-
-
^ Controleer of de zekering op uw elek-
trische installatie uitgeschakeld is.
Als dit het geval is, neemt u contact
met de Technische Dienst van Miele.
. . . de deur van de vrieszone niet ver
schillende keren na elkaar kan wor
den geopend?
Dit is geen storing. Door de zuigende
werking kunt u de deur pas na enige
tijd zonder extra moeite openen.
28
-
. . . de inschakelfrequentie en
inschakelduur van de compressor
toenemen?
^
Ga na of de ventilatieopeningen niet
afgedekt zijn of onder het stof zitten.
-
^
Ga na of het metalen rooster (warm
tewisselaar) aan de achterzijde van
het toestel niet onder het stof zit.
^
De toesteldeuren werden vaak geo
pend of er werden grote hoeveelhe
den verse levensmiddelen ingevro
ren.
^
Ga na of de toesteldeuren goed slui
ten.
-
-
-
-
-
Wat gedaan als . . . ?
. . . het ingevroren voedsel ontdooit
omdat het te warm is in de vrieszo
ne?
Ligt de kamertemperatuur lager dan
^
de kamertemperatuur waarvoor uw
toestel ontworpen is?
Verhoog de kamertemperatuur.
De compressor schakelt minder vaak in
als de kamertemperatuur te laag ligt.
Daardoor kan het te warm worden in de
vrieszone.
. . . de levensmiddelen vastgevroren
zijn?
Maak de levensmiddelen los met een
stomp voorwerp, bijv. een lepelsteel.
. . . de koelelementen een dikke ijslaag vertonen?
^ Ga na of de deur van de vrieszone
goed sluit.
-
Zodra de storingen zijn verholpen, gaat
het alarmlampje uit.
. . . het Superfrost-controlelampje of
het Superkoeling-controlelampje niet
brandt, maar de compressor draait?
Het controlelampje is defect. Neem
contact op met de Technische Dienst
van Miele.
. . . de binnenverlichting in de koelzo
ne niet meer werkt?
Zit de lichtcontactschakelaar vastge
^
klemd?
Als dit niet het geval is, is de gloeilamp
defect:
^ Trek de stekker uit of schakel de
zekering op uw elektrische installatie
uit.
-
-
^ Ontdooi de vrieszone en maak ze
schoon.
Een dikke ijslaag vermindert het koel
vermogen, waardoor het stroomver
bruik stijgt.
. . . na lange werking het alarmlampje
voor de vrieszone knippert?
De temperatuur in de vrieszone is te
hoog omdat
^
de deur van de vrieszone vaak werd
geopend of grote hoeveelheden ver
se levensmiddelen werden ingevro
ren.
^
de ventilatieroosters afgedekt waren.
-
-
-
^
Draai de schijf (1) tegen de richting
van de wijzers van de klok in en
neem de afdekking (2) naar onderen
toe af.
^
Vervang de gloeilamp.
Aansluitgegevens van de gloeilamp:
220 - 240 V, zie defecte gloeilamp
voor Watt-indicatie, E 14-fitting
^
Klap de afdekking terug naar boven
en draai de schijf met de wijzers van
de klok mee weer vast.
29
Wat gedaan als . . . ?
. . . de bodem van de koelzone nat is?
De afvoeropening voor het dooiwater zit
verstopt.
Reinig het gootje en de opening voor
^
het dooiwater.
Als u de storing niet kunt verhelpen
aan de hand van deze aanwijzingen,
dient u een beroep te doen op de
Technische Dienst van Miele.
Open de deuren niet zolang de sto
ring niet verholpen is, om het koude
verlies zo beperkt mogelijk te houden.
-
-
30
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Heel normale geluidenWaar komen ze vandaan?
Brrrrr...Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har
Blubb, blubb....Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door
Klik....U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
Sssrrrrr....Bij toestellen met verschillende zones of bij No-Frostmodellen
Bedenk echter dat motor- en stromingsgeluiden in de koelingskringloop niet te
vermijden zijn!
der worden terwijl de motor ingeschakeld wordt.
de buisjes vloeit.
-
schakelt.
kan u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnen
ruimte van het toestel.
-
-
Geluid waaraan u vlot kan
verhelpen
Geklepper, gerammel, gerinkelHet toestel staat niet waterpas: Stel het toestel waterpas.
Waar komt het vandaan en wat kan u ertegen
doen?
Schroef de voetjes in of uit het toestel of leg iets onder het toestel.
Het toestel raakt andere toestellen of meubels aan: Schuif het
toestel van de meubels of andere toestellen weg.
Laden, korven of legplaten trillen of knellen: Controleer de uit
neembare onderdelen en zet ze eventueel opnieuw op hun
plaats.
Flessen of recipiënten raken elkaar: Schuif de flessen of reci
piënten wat uit elkaar.
De snoerhouder hangt nog tegen de achterzijde van het toe
stel: Neem de snoerhouder weg.
-
-
-
31
Technische dienst
Neem in geval van storingen die u zelf
niet kan verhelpen, contact op met
uw Miele-handelaar
^
of
de Technische Dienst van Miele.
^
Het adres en de telefoonnummers van
onze Technische Dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het type- en het
machinenummer van uw toestel op.
Deze gegevens vindt u op het type
plaatje binnen in het toestel.
-
32
Dit toestel wordt aansluitklaar geleverd,
is dus voorzien van snoer en stekker.
Het apparaat is geschikt om te worden
aangesloten op eenfasige stroom
220 - 240 V, 50 Hz. Dit toestel mag en
kel op een degelijk geaard stopcontact
worden aangesloten.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomscha
kelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
U dient smeltveiligheden van 10 A te
voorzien.
Plaats het stopcontact naast of vlakbij
het toestel. Dat dient vlot toegankelijk te
zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren om het
toestel op het stroomnet aan te sluiten.
Die waarborgen niet de nodige veiligheid. Er is risico van oververhitting.
-
Elektrische aansluiting
-
Sluit uw toestel niet aan op stroomomzetters die bij apart werkende stroomvoorziening worden gebruikt, bv. bij
zonne-energie. Bij het inschakelen van
uw toestel kunnen er anders span
ningspieken optreden waardoor het
voor uw veiligheid wordt uitgeschakeld.
Daardoor kan de elektronische bestu
ring echter schade oplopen!
Gebruik uw toestel ook niet met zoge
heten stroomsparende stekkers.
Daardoor wordt de stroomtoevoer naar
het toestel immers beperkt zodat het
toestel te warm wordt.
Dient het aansluitsnoer te worden
vervangen, dan mag dat enkel worden
uitgevoerd door een erkend elektricien.
-
-
-
33
Opstelinstructies
Plaats geen warmteproducerende
toestellen, zoals een broodrooster of
microgolfoven, op het toestel. Hier
door stijgt het energieverbruik!
Een te lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de compressor voor langere
tijd afslaat. Dit kan tot hogere tempera
-
turen in het toestel leiden!
Luchttoevoer en -afvoer
-
Als het toestel naast een ander
koel-/vriestoestel moet worden op
gesteld, moet een afstand van min
-
stens 2 cm worden aangehouden,
anders kan er condens optreden.
Gevaar voor beschadiging!
Opstelplaats
Kies geen plaats direct naast een fornuis, een verwarming of in de omgeving van een venster met directe inval
van zonnestralen. Hoe hoger de omgevingstemperatuur, hoe langer de compressor moet werken, waardoor er meer
stroom wordt verbruikt.
Een droge, ventileerbare ruimte is geschikt.
Klimaatklasse
Het toestel is geconstrueerd voor een
bepaalde klimaatklasse. Een klimaat
klasse is een kamertemperatuurbereik,
waarbinnen de temperatuur zich moet
bewegen en waar deze niet boven of
onder mag liggen. De klimaatklasse is
vermeld op het typeplaatje aan de bin
nenzijde van het toestel.
-
-
De lucht aan de achterwand van het
toestel wordt opgewarmd. De ventilatie
roosters mogen daarom niet worden af
gedekt, zodat een goede luchttoevoer
en -afvoer verzekerd is.
Bovendien moet het stof regelmatig van
de ventilatieroosters worden verwijderd.
Toestel opstellen
^ Verwijder eerst de kabelhouder aan
de achterzijde van het toestel.
^ Ga na of alle onderdelen aan de ach-
terwand van het toestel vrij zijn. Buig
eventueel vastzittende onderdelen
voorzichtig weg.
^ Schuif het toestel voorzichtig op de
daartoe voorziene plaats.
Toestel nivelleren
-
-
KlimaatklasseKamertemperatuur
SN
N
ST
T
34
+10 °C tot +32 °C
+16 °C tot +32 °C
+18 °C tot +38 °C
+18 °C tot +43 °C
^
Nivelleer het toestel met de
stelvoetjes stevig en waterpas.
Deurscharnier verplaatsen
Het toestel wordt geleverd met het
scharnier aan de rechterzijde. Als het
scharnier links moet staan, moet het
deurscharnier worden verplaatst.
Voer de verandering van het schar
nier altijd met twee personen uit.
Open de onderste toesteldeur.
^
Schroef het middelste deurlager f af
^
en neem de bovenste toesteldeur
langs onderen af (let op het moer
plaatje en de lagertap g).
Neem de stop h in het midden uit en
^
-
plaats hem in de tegenoverliggende
zijde.
Draai de bovenste lagertap i met
^
behulp van een schroefsleutel (maat
10) uit en plaats de lagertap in de te
genoverliggende zijde.
-
-
^
Verwijder het afdekplaatje a en
maak de plint b los met een schroe
vendraaier.
^
Draai de scharnierbout c met een
steeksleutel uit.
^
Zwenk de onderste toesteldeur
schuin naar voor en neem ze langs
onderen af.
^
Let op de deurlagerbus en de af
standsring d.
^
Open de bovenste toesteldeur.
^
Verwijder de afdekkappen e.
-
^
Steek de bovenste toesteldeur op de
bovenste lagertap j en laat de toe
steldeur geopend.
^
Steek het middelste deurlager f on
deraan in de bovenste toesteldeur
(let op het moerplaatje) en schroef
-
het deurlager vast.
Duw de bovenste deur zo goed mo
gelijk omhoog.
^
Plaats de afdekkappen e.
-
-
-
35
Deurscharnier verplaatsen
Hang de onderste toesteldeur in het
^
middelste deurlager k en sluit de
toesteldeur.
Duw nu de onderste deur zo goed
^
mogelijk omhoog en schuif de af
standsring en de deurlagerbus d
tussen lagerstoel en toesteldeur.
Steek de onderste scharnierbout c
^
langs onder door de lagerstoel, de
deurlagerbus en de afstandsring in
de toesteldeur, en schroef de schar
nierbout vast met een steeksleutel.
Schuif het afdekplaatje a in en ver
^
grendel de plint b.
-
-
Let erop dat u niet met het voorwerp
wegglijdt en het toesteloppervlak
beschadigt.
-
Draai de schroeven e aan de
^
greepzijde en in het midden los en
neem de greep f af.
Deurgrepen verplaatsen
^
Maak de afdekkappen a en b aan
de deurzijden los.
^
Plaats een geschikt voorwerp (bij
voorkeur uit hout of kunststof) in een
van de inkepingen c in de middelste
afdekplaat d en neem de afdekplaat
voorzichtig af.
^ Draai de schroeven g aan de tegen-
overliggende zijde los.
^
Plaats de greep op de tegenoverlig
gende zijde en schroef hem eerst zij
delings en dan in het midden vast h.
^
Steek de schroeven op de tegen
overliggende zijde i in.
^
Plaats de afdekkappen a en b aan
de deurzijden.
^
Zet de middelste afdekplaat d weer
vast.
-
-
-
363738
39
Wijzigingen voorbehouden / 4306
KF 5650 SD
M.-Nr. 06 984 580 / 00
nl-BE
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.