Miele KF 1801 Vi, KF 1811 Vi, KF 1901 Vi, KF 1911 Vi User Manual [nl]

Montage- en gebruiksaanwijzing Koel-vriescombinatie
Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw toestel.
M.-Nr. 09 760 920nl-BE
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................5
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................8
Hoe kunt u energie besparen? ......................................18
Toestel in- en uitschakelen .........................................20
Bij langdurige afwezigheid ..........................................23
De juiste temperatuur .............................................24
...indekoelzone en in de MasterFresh-vakken .........................24
Automatische temperatuurverdeling (DynaCool) .........................24
Temperatuur in de koel-/vrieszone instellen .............................25
Mogelijke temperatuurinstellingen.....................................25
Temperatuureenheid (Fahrenheit/Celsius) ..............................26
Waarschuwingssignaal ............................................28
Super koelen en Superfrost gebruiken ...............................30
Levensmiddelen in de koelzone bewaren .............................32
Verschillende koelgedeelten .........................................32
Niet geschikt voor de koelkast........................................34
Waarop moet u letten wanneer u levensmiddelen koopt ...................34
Levensmiddelen juist bewaren .......................................34
Levensmiddelen in de MasterFresh-zone bewaren .....................35
Levensmiddelen bewaren in de MasterFresh-vakken ...................35
2
Inhoud
Binnenruimte indelen .............................................38
Legplaten verplaatsen ..............................................38
Rekken/flessenrekken aan de binnenkant van de deur verplaatsen...........39
Legplaat boven de MasterFresh-lade verwijderen ........................40
Grote vriesmand met scheidingswand .................................41
Invriezen en bewaren..............................................42
Maximaal invriesvermogen ..........................................42
Wat gebeurt er als verse levensmiddelen worden ingevroren? ..............42
Diepvriesproducten bewaren ........................................42
Zelf levensmiddelen invriezen ........................................43
Ingevroren levensmiddelen ontdooien...................................44
Automatisch ontdooien............................................47
Reiniging en onderhoud ...........................................48
Binnenruimte, toebehoren ...........................................48
Speciale filters voor de luchtvochtigheid................................50
Indicator voor het vervangen van de waterfilter ..........................58
Waterfiltervervanging bevestigen .....................................60
Een externe waterfilter gebruiken .....................................60
Waar bepaalde geluiden vandaan komen .............................61
Service After Sales/garantie ........................................62
Duur en voorwaarden van de garantie ...............................62
Gegevens voor testinstellingen .....................................63
3
Inhoud
Vaste wateraansluiting ............................................64
Informatie over de vaste wateraansluiting ...............................64
Vaste wateraansluiting voorzien ......................................65
Roestvrij stalen slang op het toestel monteren ...........................67
Elektrische aansluiting ............................................68
Vloer van de inbouwnis .............................................71
Kasten/inbouw naast en boven het toestel ..............................71
Luchttoevoer en -afvoer.............................................71
Side-by-side-opstelling .............................................71
Openingshoek van de toesteldeur beperken ............................73
Afmetingen van de toesteldeur (openingshoek 90°) .......................74
Afmetingen van de toesteldeur (openingshoek 115°) ......................74
Het toestel inbouwen..............................................77
Gereedschap en toebehoren dat u nodig hebt...........................77
Gewicht van de frontpanelen.........................................78
Inbouw in een scheidingswand .......................................78
Op het einde van het keukenblok .....................................78
De inbouwnis uitlijnen ..............................................79
Inbouwnis controleren ..............................................79
Inbouwnis klaarmaken ..............................................80
MontagemateriaalMontagemateriaal ................................80
Kantelbeveiliging ...............................................81
Alternatieve kantelbeveiliging monteren..............................83
Toestel in de nis schuiven ...........................................84
Het toestel in de nis bevestigen ......................................86
Montage van het frontpaneel voorbereiden .............................88
Frontpaneel bevestigen en waterpas zetten .............................90
Afdekkingen bevestigen ............................................92
Sokkellijst bevestigen ..............................................93
Luchtscheider bevestigen ...........................................94
4
Beschrijving van het toestel
a Thermometertoets
b Sensortoets voor de koelzone
c Sensortoets voor het linker
MasterFresh-vak
d Sensortoets voor het rechter
MasterFresh-vak
e Sensortoets voor de vrieszone
f Temperatuurdisplay met
temperatuurinsteltoetsen voor de koelzone/vrieszone (X voor kouder; Y voor warmer)
g Instellen van de luchtvochtigheid in
de MasterFresh-lade (links: hoge luchtvochtigheid; rechts: lage luchtvochtigheid)
h Aan-uittoets voor de functie
"Super koelen"/"Superfrost"
i Aan-uittoets voor de ijsblokjesmaker
(alleen zichtbaar als u eerst de sen­sortoets voor de vrieszone hebt aan­geraakt)
j Uitschakeltoets voor het
waarschuwingssignaal van het temperatuur-/deuralarm (alleen zicht­baar wanneer het waarschuwingssignaal weerklinkt)
k Indicator voor het vervangen van de
waterfilter
5
Beschrijving van het toestel
a Boter- en kaasvak
b Legplaat
c Rek
d Zwevende lade
e Bedieningspaneel
f Speciale filter voor de luchtvochtig
heid in de MasterFresh-vakken
6
g Tuimelschakelaar om het hele toestel
in- en uit te schakelen
h MasterFresh-vakken
i Ijsblokjesautomaat
j Waterfilter
k Kleine vriesmand
-
l Grote vriesmand
m Bak voor ijsblokjes
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof gespaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het ge wone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk containerpark. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio­neren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde be­handeling kunnen deze stoffen schade lijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte appa raat dan ook nooit met het gewone af val.
-
-
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige
­recyclage van dat toestel. Dat bevat
­trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdan ken van uw oud toestel, neem dan con tact op met
de handelaar bij wie u het kocht
of
de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus­sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
-
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalingen. Een verkeerd gebruik kan nochtans tot lichamelijk letsel en mate riële schade leiden.
Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door, voordat u het toestel in gebruik neemt. Daarin vindt u be langrijke instructies met betrekking tot de montage, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Dit is in het belang van uw veilig heid en voorkomt schade aan het toestel.
Wanneer deze niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprake­lijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding zodat u deze kunt doorgeven aan een eventuele volgende bezitter.
,
Gevaar voor letsel! Het toestel is zeer zwaar en kan wanneer de deur open staat, naar voren hellen. Hou de toesteldeuren gesloten tot het toestel ingebouwd is en volgens de gebruiks- en montageaanwijzing in de inbouwnis is vastgezet.
-
-
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Juist gebruik
Dit toestel is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
~
gelijkaardige omgevingen. Het is niet bestemd voor gebruik buiten.
Gebruik het toestel uitsluitend voor huishoudelijke doeleinden: om
~
levensmiddelen te koelen en te bewaren, om diepvriesproducten te bewaren, om verse levensmiddelen in te vriezen en om ijsblokjes te maken. Elk ander gebruik is niet toegelaten.
Het toestel is niet geschikt voor het bewaren en koelen van
~
geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of andere gelijkaardige stoffen of producten die ten grondslag liggen aan de richtlijn betreffende medische hulpmiddelen. Door een verkeerd ge­bruik van het toestel kunnen producten worden beschadigd of be­derven. Bovendien is het toestel ook niet geschikt voor gebruik in explosieve omgevingen. Miele is niet verantwoordelijk voor schade die werd veroorzaakt doordat het toestel voor andere doeleinden werd gebruikt of ver­keerd werd bediend.
Personen die op grond van hun fysieke of psychische
~
gesteldheid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van het toestel niet in staat zijn het toestel veilig te bedienen, mogen ze alleen on der toezicht bedienen of wanneer ze worden geïnstrueerd door iemand die het apparaat kent. Ze moeten het mogelijke gevaar van een verkeerde bediening kun nen herkennen en begrijpen.
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het toestel
~
worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het toestel zonder toezicht ge
~
bruiken, maar alleen als ze weten hoe het toestel werkt en wat voor gevaar zij lopen wanneer ze het fout bedienen.
Kinderen mogen het toestel niet zonder toezicht reinigen of on
~
derhouden.
Hou kinderen die in de buurt van het toestel komen in het oog.
~
Zorg ervoor dat ze nooit met het toestel spelen.
Ter hoogte van de scharnieren van de toesteldeuren is er gevaar
~
voor verwondingen. Hou kinderen weg van de scharnieren!
Levensgevaar! Als u de scheidingswand in de grote vriesmand
~
verwijdert, hou er dan rekening mee dat kinderen op het idee kun­nen komen om in de vriesmand te kruipen!
Risico op verstikking! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in
~
verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en daardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten het bereik van kinderen.
-
-
10
Technische veiligheid
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het koelmiddelcircuit is op lekkage gecontroleerd. Het toestel vol
~
doet aan de geldende veiligheidsvoorschriften en de relevante EU
-richtlijnen.
Dit toestel bevat het koelmiddel isobutaan (R600a), een natuurlijk
~
gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het be schadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet. Maar het gebruik van dit milieuvriendelijk koelmiddel heeft wel gelei d tot meer lawaai als het toestel aanstaat. Er kunnen afgezien van de geluiden van de compressor stromingsgeluiden in het hele koelcircuit optreden. Deze effecten zijn helaas niet te vermijden, maar hebben geen invloed op de capaciteit van het toestel. Let er bij het transport en bij de inbouw/plaatsing op dat geen on­derdelen van het koelcircuit worden beschadigd. Vrijkomend koel­middel kan oogletsel veroorzaken! In geval van beschadiging:
– vermijd open vuur of ontstekingsbronnen,ontkoppel het toestel
van het elektriciteitsnet,verlucht gedurende enkele minuten het vertrek waarin het toestel staat en
– neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
-
-
-
-
Hoe meer koelmiddel er in een toestel voorhanden is, hoe groter
~
het vertrek moet zijn waar het toestel wordt opgesteld. In te kleine vertrekken kan zich bij lekkage een brandbaar mengsel van gas en lucht vormen. De kamer moet per 8 g koelmiddel minstens 1 m veelheid koelmiddel staat op het typeplaatje binnenin het toestel.
De aansluitgegevens (zekering, frequentie en spanning) op het
~
typeplaatje van het toestel moeten absoluut overeenstemmen met deze van het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan uw toestel. Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elek tricien.
3
groot zijn. De hoe
-
-
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De elektrische veiligheid van het toestel is uitsluitend gegaran
~
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Laat de elektrische installatie bij twijfel door een elektricien inspecteren.
Is de aansluitkabel beschadigd, laat dan een nieuwe installeren
~
door een vakman of vakvrouw die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's voor wie het toestel gebruikt.
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
~
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Dit in verband met gevaar voor oververhitting.
Wanneer er vocht terechtkomt op onderdelen van het toestel die
~
onder spanning staan of de aansluitkabel, kan dat een kortsluiting veroorzaken. Plaats het toestel daarom nooit in vochtige vertrekken zoals garage of waskeuken waar gevaar dreigt door spatwater.
Dit toestel mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip)
~
worden gebruikt.
Controleer voordat het toestel wordt geplaatst, of het zichtbaar
~
beschadigd is. Een beschadigd toestel mag niet worden geplaatst en niet in gebruik worden genomen.
-
-
Gebruik uw toestel enkel in ingebouwde toestand. Enkel dan is
~
een veilige werking gewaarborgd.
Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet het
~
toestel van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Dit is pas het ge val wanneer:
de zekeringen in uw zekeringkast zijn uitgeschakeld of
de schroefzekeringen in uw zekeringkast zijn helemaal uitge draaid of
12
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
als de aansluitkabel van het elektriciteitsnet losgekoppeld is.
Trek bij aansluitkabels met een stekker niet aan de kabel maar aan de stekker om het toestel los te koppelen van het elektrici teitsnet.
Door ondeskundig uitgevoerde installaties, onderhoudswerken of
~
herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's ontstaan voor de gebruiker. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zijn.
Het recht op garantie vervalt wanneer het toestel door een
~
klantendienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat deze ten
~
volle voldoen aan de eisen qua veiligheid. Defecte onderdelen mo­gen alleen door originele Miele-wisselstukken worden vervangen.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaat door een ver-
~
keerde vaste wateraansluiting.
-
De aansluiting op de vaste wateraansluiting en alle herstellingen
~
aan de ijsblokjesmaker mogen enkel door een vakman of vakvrouw die door Miele erkend is worden uitgevoerd.
De ijsblokjesmaker is niet geschikt om op de warmwaterleiding te
~
worden aangesloten.
De vaste wateraansluiting mag niet worden uitgevoerd als het
~
toestel elektrisch aangesloten is.
Raak nooit de beweegbare delen van het uitwerpmechanisme
~
van de ijsblokjesmaker of het verwarmingselement van de ijsblokjesmaker aan. U zou zich kunnen verwonden.
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Efficiënt gebruik
Het toestel is bestemd voor een bepaalde klimaatklasse (kamer
~
temperatuur), waarvan de grenzen moeten worden aangehouden. De klimaatklasse is vermeld op het typeplaatje aan de binnenruimte van het toestel. Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat de compressor voor langere tijd afslaat, zodat het toestel de vereiste temperatuur niet kan aanhouden.
De luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen mogen niet afgedekt of
~
afgesloten worden. Een goede luchtgeleiding is dan niet meer gewaarborgd. Een hoger energieverbruik en schade aan onderdelen kunnen niet worden uit­gesloten.
Als u in het toestel of in de deur vet- of oliehoudende levensmid-
~
delen bewaart, dient u ervoor te zorgen dat eventueel uitlopend vet of uitlopende olie niet in contact komt met de kunststofonderdelen. Daardoor kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan die dan breekt of scheurt.
Bewaar geen explosieve stoffen en geen producten met brand-
~
bare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het toestel. Door de elek­trische onderdelen kunnen explosieve gasmengsels ontsteken en brand of explosies veroorzaken.
-
Gebruik geen elektrische toestellen in het toestel (bijv. om softijs
~
te maken). Door vonkvorming ontstaat explosiegevaar.
Bewaar geen blikjes en flessen met koolzuurhoudende dranken
~
of met vloeistoffen die kunnen bevriezen in de vrieszone. De blikjes of flessen kunnen barsten. U zou zich kunnen verwonden en er zou schade kunnen ontstaan.
14
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als u flessen snel in de vrieszone wilt koelen, dient u ze uiterlijk
~
na één uur weer uit de vrieszone te halen. Anders zullen ze ontplof fen waardoor u zich zou kunnen verwonden en er schade zou kunnenontstaan.
Raak bevroren levensmiddelen en onderdelen van metaal niet
~
met natte handen aan. De handen kunnen vastvriezen en u zou zich kunnen verwonden.
Neem nooit ijsblokjes en ijslolly's, met name waterijsjes, in de
~
mond als u ze net uit de vrieszone hebt gehaald. Door de zeer lage temperatuur van het ijs kunnen de lippen of de tong vastvriezen en u zou zich kunnen verwonden.
Geheel of gedeeltelijk ingevroren levensmiddelen niet opnieuw in-
~
vriezen. De levensmiddelen verliezen aan voedingswaarde of be­derven, verbruik ze dus zo snel mogelijk. Gekookte of gebraden ont­dooide levensmiddelen kunt u opnieuw invriezen.
-
Als u levensmiddelen eet die te lang bewaard zijn, bestaat er ge-
~
vaar voor voedselvergiftiging. De bewaarduur is afhankelijk van diverse factoren, zoals de vers­heid, de kwaliteit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop ze worden bewaard. Let op de houdbaarheidsdatum en op de bewaarinstructies van de fabrikant van de levensmiddelen.
Deactiveer nooit de indicator voor het vervangen van de
~
waterfilter! Zo voorkomt u dat u eventueel ziek wordt!
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat
~
garantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen ge monteerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of productaansprakelijkheid.
-
15
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Reiniging en onderhoud
Behandel de deurdichting niet met olie of vet.
~
Daardoor wordt de deurdichting na verloop van tijd poreus.
De stoom van een stoomreiniger kan in aanraking komen met de
~
len die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen en ontdooien van het toestel nooit een stoomreiniger.
Gebruik geen voorwerpen met scherpe punt of rand om
~
rijm- en ijslagen te verwijderen
– vastgevroren bakjes voor ijsblokjes en levensmiddelen los te wrik-
ken.
Daardoor beschadigt u de koelelementen en functioneert het toestel niet meer correct.
Plaats nooit elektrische verwarmingstoestellen of kaarsen in het
~
toestel om het te ontdooien. De kunststof zou beschadigd raken.
Gebruik geen ontdooisprays of producten om ijs te verwijderen.
~
Deze kunnen immers explosieve gassen vormen, bevatten mogelijk oplos- of drijfmiddelen die de kunststof aantasten of zijn mogelijk schadelijk voor de gezondheid.
-
16
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wat met het oude toestel
Vernietig het deurslot van uw toestel als u het afdankt.
~
Op die manier voorkomt u dat spelende kinderen zichzelf in het toestel opsluiten, wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het koelcircuit, bijv. door
~
koelmiddelkanalen van het verdampsysteem open te prikken,
buizen te knikken,
oppervlaktecoatings weg te krabben.
Als er koelmiddel naar buiten spuit, kan dat oogletsels veroorzaken.
17
Hoe kunt u energie besparen?
Opstellen/onder houden
Temperatuur­instelling
Normaal energieverbruik
In een verluchte ruimte. In een gesloten,
-
Beschermd tegen rechtstreekse zonnestralen.
Niet naast een warmtebron (verwarmingselement, for nuis).
Bij een ideale kamertempe ratuur van 20 °C.
Dek de luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen niet af.Verwijder regelmatig het stof van de luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen.
Koelzone 4 tot 5 °C Bij een lage temperatuur-
MasterFresh-zone dicht bij 1,5 °C
Vrieszone -18 °C
Verhoogd energieverbruik
niet-verluchte ruimte.
Bij directe zonnestraling.
Naast een warmtebron (verwarmingselement, for
­nuis).
Bij een hoge
­kamertemperatuur.
Als de luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen afge­dekt zijn of onder het stof zit­ten.
instelling: hoe lager de koel-/vrieszonetemperatuur, hoe hoger het energieverbruik!
-
18
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal energieverbruik
Gebruik Laat de schuifladen, legplaten
en rekken zoals ze waren toen het toestel werd geleverd.
Open de toesteldeur alleen indien nodig en altijd zo kort mogelijk.
Schik de levensmiddelen in het toestel.
Neem een koeltas mee wan neer u boodschappen doet en leg de levensmiddelen snel in het toestel.
Plaats levensmiddelen die u uit het toestel haalt altijd zo snel mogelijk terug, voordat ze te veel opwarmen.
Laat warme gerechten en dranken eerst buiten het toestel afkoelen.
-
Verhoogd energieverbruik
Deur vaak en lang openen be tekent koudeverlies en instroom van warme omgevingslucht. Het toestel heeft tijd nodig om de tempe ratuur te verlagen en de com pressor moet langer werken.
Warme gerechten en levens middelen die opgewarmd zijn tot buitentemperatuur, bren­gen warmte in het toestel. Het toestel probeert te koelen en de compressor werkt lang­durig.
-
-
-
-
Levensmiddelen goed verpakt of goed afgedekt inladen.
Leg ingevroren producten in de koelzone om ze te ontdooi en.
Doe de vakken niet te vol zo dat de lucht kan circuleren.
-
Wanneer vloeistoffen in de koelzone verdampen en condenseren, leidt dat tot verlies van het koelvermogen.
-
19
Toestel in- en uitschakelen
Vóór het eerste gebruik
Reinig de binnenruimte en het toebe
^
horen. Gebruik daarvoor lauw water. Wrijf daarna alles droog met een doek.
Als het toestel liggend is getrans porteerd, laat u het toestel na het transport ca. 8 uur staan voordat u het aansluit. Dit is zeer belangrijk voor de latere werking!
-
Om zeker te zijn dat de temperatuur
­laag genoeg is, dient u het toestel
enkele uren te laten voorkoelen voordat u voor het eerst levensmid delen in het toestel plaatst. Pas wanneer de temperatuur in de vrieszone laag genoeg is (minstens
-18 °C) plaatst u levensmiddelen in de vrieszone.
-
Toestel inschakelen
^ Open de bovenste toesteldeur.
^ Druk op de tuimelschakelaar.
Van voren af gezien bevindt de tuimel­schakelaar zich aan de rechterkant, on­der het bedieningspaneel.
Alle toestelzones worden altijd sa men in- of uitgeschakeld.
Het toestel begint te koelen en de bin nenverlichting schakelt in als de toesteldeur wordt geopend.
-
-
Let op: Het toestel is niet van het elektriciteitsnet losgekoppeld wan neer u het via de tuimelschakelaar uitschakelt!
-
Toestel bedienen
U kunt dit toestel bedienen door de sensortoetsen aan te raken (te selecte­ren).
Onthou het volgende:
– Een sensortoets met een witte kleur
geeft aan dat u deze kunt selecte ren (d.w.z. aanraken).
Een sensortoets met een gele kleur geeft aan dat deze is geselecteerd.
^
Raak de thermometertoets aan, zodat deze geel oplicht.
-
Ook brandt de thermometertoets op het bedieningspaneel.
20
Toestel in- en uitschakelen
de luchtvochtigheid in de
MasterFresh-vakken instellen,
de ijsblokjesautomaat inschakelen.
Op het bedieningspaneel ziet u nu de sensortoetsen voor de vier toestelzones: de koelzone, het linker MasterFresh-vak, het rechter MasterFresh-vak en de vrieszone.
Rechts op het bedieningspaneel ziet u de aan-uittoets voor de ijsblokjesautomaat (alleen zichtbaar als u eerst de sensortoets voor de vrieszone hebt aangeraakt).
Als de ijsblokjesautomaat actief is, heeft de sensortoets een gele kleur.
Als u de instellingen van het toestel wilt wijzigen (bijv. temperatuur instellen),
^
raakt u de sensortoets voor de toestelzone aan waarvoor u de instel lingen wilt wijzigen.
Meer informatie vindt u in de desbetref fende rubrieken.
Als u een toestelzone wilt deselecteren,
raakt u de sensortoets voor de
^
geselecteerde toestelzone aan, zodat deze wit oplicht. U kunt ook direct een andere sensortoets aanraken.
Als u naar de normale modus wilt gaan,
^ raakt u de thermometertoets aan, zo-
dat deze wit oplicht.
De nieuwe instellingen worden opge­slagen.
Ook als u de thermometertoets niet aanraakt, schakelt de elektronische be sturing na enige tijd over naar de nor
-
male modus.
-
-
-
De aangeraakte sensortoets licht geel op. Afhankelijk van de geselecteerde toestelzone kunt u nu een aantal sen sortoetsen op het bedieningspaneel aanraken.
Afhankelijk van de geselecteerde toestelzone kunt u nu
de temperatuur instellen,
de functies "Super koelen"/"Super frost" selecteren,
-
Toestel uitschakelen
-
^
Druk op de tuimelschakelaar.
De koeling en de binnenverlichting wor den uitgeschakeld.
-
21
Toestel in- en uitschakelen
Andere instellingen
Andere instellingen kunt u wijzigen ter wijl het toestel in de instelmodus staat.
Wanneer het toestel in de instelmodus staat, kunt u bepaalde toestelfuncties selecteren en de instellingen voor deze functies wijzigen. Deze worden be schreven in de desbetreffende rubrie ken.
Overzicht van de selecteerbare toestelfuncties in de instelmodus:
Toestelfunctie Weerge
Toestel in de instelmodus zetten of de instelmodus verlaten
Temperatuureenheid kiezen (zie rubriek "De juiste temperatuur")
Geen functie geselecteerd ;
Toetsgeluid in-/uitschake len (zie rubriek "Toestel in­en uitschakelen")
Geen functie geselecteerd ^
-
-
-
­geven tekst
;
=
Toetsgeluid in-/uitschakelen
Als u niet wilt dat er een geluid
­weerklinkt telkens als u een sensortoets aanraakt, kunt u het toetsgeluid uit schakelen.
Raak de thermometertoets aan, zodat
^
deze geel oplicht.
^ Raak de sensortoets voor de koelzo-
ne aan, zodat deze geel oplicht.
^ Onthou de positie van de toets X,
maar raak deze toets nog niet aan!
^ Raak de thermometertoets aan tot
deze wit oplicht en alle andere toetsen uitgaan.
^
Plaats een vinger op de positie van de toets X en laat uw vinger op de toets rusten.
^
Terwijl uw vinger op de toets X rust, raakt u 1 keer de thermometertoets aan.
-
22
Toestel in- en uitschakelen
Hou uw vinger nog 4 seconden op
^
de toets X, tot de toetsen c en Y op lichten.
Raak zo vaak de toets X aan tot b
^
wordt weergegeven op het tempera tuurdisplay.
Raak opnieuw de thermometertoets
^
aan.
U kunt nu instellen of het toetsgeluid
^
moet uitgeschakeld of ingeschakeld zijn. Raak hiertoe de toets X aan.
= 0: toetsgeluid is uitgeschakeld = 1: toetsgeluid is ingeschakeld = –: terug naar het menu
^ Nadat u een instelling hebt geselec-
teerd, raakt u ter bevestiging de thermometertoets aan.
^ Raak zo vaak de toets X aan tot ;
wordt weergegeven op het tempera­tuurdisplay.
Bij langdurige afwezigheid
­Als u het toestel gedurende lange tijd
niet gebruikt, gaat u als volgt te werk:
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit of schakel de des
^
betreffende zekering in uw zekeringkast uit,
-
draai de waterkraan dicht (enkele
^
uren voordat u het toestel uitscha kelt),
maak de bak voor ijsblokjes leeg,
^
reinig het toestel,
^
^ vervang de waterfilter,
^ laat de toesteldeuren op een kier
staan om geurvorming te vermijden.
Als het toestel bij langdurige afwe­zigheid wordt uitgeschakeld maar niet gereinigd, bestaat er gevaar voor schimmelvorming als de toesteldeuren gesloten blijven.
-
-
^
Raak de thermometertoets aan.
U hebt de instelmodus verlaten.
Wanneer het toestel in de instelmodus staat, wordt het deur alarm automatisch onderdrukt. Zo dra de toesteldeur wordt gesloten, wordt het deuralarm weer geacti veerd.
-
-
-
23
De juiste temperatuur
Bij het bewaren van levensmiddelen is een juiste temperatuurinstelling zeer belangrijk. Levensmiddelen bederven snel ten gevolge van micro-organismen. Door de juiste bewaartemperatuur te gebruiken kan dit proces echter worden voorkomen of vertraagd. De temperatuur beïnvloedt de groeisnelheid van de micro-organismen. Hoe lager de tem peratuur, hoe langzamer dit proces ver loopt.
De temperatuur in het toestel stijgt
als u vaak en gedurende lange tijd
de toesteldeuren opent,
– hoe meer levensmiddelen er worden
bewaard,
– als de verse levensmiddelen warm
zijn,
– als de omgevingstemperatuur van
het toestel hoog is. Het toestel is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse (bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens gerespecteerd moeten worden.
-
Automatische temperatuur verdeling (DynaCool)
Als de koeling inschakelt, schakelt het toestel automatisch ook de ventilator in. Op die manier wordt de koelte gelijk matig verdeeld in de koelzone, zodat de levensmiddelen allemaal ongeveer op dezelfde temperatuur worden ge koeld.
-
...indevrieszone
Om verse levensmiddelen in te vriezen en ze langdurig te bewaren, is een tem peratuur van -18 °C vereist. Bij die tem­peratuur komt de groei van micro-organismen in hoge mate tot stil­stand. Zodra de temperatuur boven
-10 °C stijgt, begint de ontbinding door de micro-organismen. De levensmid­delen kunnen dan minder lang worden bewaard. Daarom mogen geheel of ge­deeltelijk ontdooide levensmiddelen pas opnieuw worden ingevroren nadat u ze hebt verwerkt (door ze te koken of braden). Door de hoge temperaturen worden de meeste micro-organismen gedood.
-
-
-
-
...indekoelzone en in de MasterFresh-vakken
Voor de koelzone raden we een koel temperatuur van 4°Caan.
In de MasterFresh-vakken wordt de temperatuur automatisch geregeld en bedraagt de temperatuur ongeveer 1,5 °C.
24
-
De juiste temperatuur
Temperatuur in de koel-/vrieszone instellen
De temperatuur in de koel- en de vries zone kunt u los van elkaar instellen.
Raak de thermometertoets aan, zodat
^
deze geel oplicht.
^ Raak de sensortoets voor de koelzo-
ne of de vrieszone aan, zodat deze geel oplicht.
^ De temperatuur kunt u met de
toetsen aan weerszijden van het temperatuurdisplay instellen.
Temperatuur instellen:
Als de laagste of hoogste instelbare temperatuur is bereikt, gaat respectie velijk de sensortoets X of Y uit.
-
Het temperatuurdisplay op het be dieningspaneel geeft altijd de ge wenste temperatuur weer.
Als u de temperatuur hebt gewijzigd, controleert u deze na ca. 6 uur als er
weinig voedsel in het toestel zit en na ca. 24 uur als het toestel volledig ge vuld is. Pas dan heeft het toestel de
gekozen temperatuur werkelijk bereikt. Als de temperatuur na die tijd te hoog of te laag is, stelt u een andere tempe­ratuur in.
Mogelijke temperatuurinstellingen
De temperatuur kan als volgt worden ingesteld:
– In de koelzone: van 2 °C tot 8 °C.
In de vrieszone: van -14 °C tot
-24 °C.
-
-
-
-
Toets X aanraken: lagere temperatuur
instellen
Toets Y aanraken: hogere temperatuur
instellen
Tijdens het instellen wordt de insteltemperatuur knipperend weerge geven.
Toets 1 keer aanraken = De temperatuurwaarde wijzigt in stappen van 1 °C.
Vinger laten rusten op de toets = De temperatuurwaarde wijzigt ononderbroken.
-
De tijd die nodig is om de laagste temperatuur te bereiken, is afhanke lijk van de opstelplaats en van de omgevingstemperatuur. Bij een hoge omgevingstemperatuur kan de laagste temperatuur niet altijd wor den bereikt.
-
-
25
De juiste temperatuur
Temperatuureenheid (Fahrenheit/Celsius)
De temperatuur kan in Celsius of Fahrenheit worden weergegeven.
Raak de thermometertoets aan, zodat
^
deze geel oplicht.
^ Raak de sensortoets voor de koelzo-
ne aan, zodat deze geel oplicht.
^ Onthou de positie van de toets X ,
maar raak deze toets nog niet aan!
^ Raak de thermometertoets aan totdat
deze wit oplicht en alle andere toetsen uitgaan.
^
Plaats een vinger op de positie van de toets X en laat uw vinger op de toets rusten.
Raak zo vaak de toets X aan tot
^
wordt weergegeven op het tempera tuurdisplay.
Raak opnieuw de thermometertoets
^
aan.
Raak de toets X aan om Fahrenheit
^
of Celsius als temperatuureenheid in te stellen: †0: Fahrenheit als temperatuur-e
enheid
†1: Celsius als temperatuur-
eenheid
-: terug naar het menu
^ Nadat u een van de instellingen hebt
gekozen, raakt u ter bevestiging de thermometertoets aan.
^ Raak zo vaak de toets X aan tot c
wordt weergegeven op het tempera­tuurdisplay.
-
^
Terwijl uw vinger op de toets X rust, raakt u 1 keer de thermometertoets aan.
^
Hou uw vinger nog 4 seconden op de toets X, tot de toetsen c en Y op lichten.
26
^
Raak de thermometertoets aan.
U hebt de instelmodus verlaten.
-
Wanneer het toestel in de instelmodus staat, wordt het deur alarm automatisch onderdrukt. Zo dra de deur wordt gesloten, wordt het deuralarm weer geactiveerd.
-
-
Temperatuurdisplay
De juiste temperatuur
Het temperatuurdisplay op het be dieningspaneel geeft altijd de ge wenste temperatuur weer.
Het temperatuurdisplay knippert als
een andere temperatuur wordt inge
steld,
de temperatuur in het toestel met
verschillende graden gestegen is, om koudeverlies aan te geven.
Een kortstondig koudeverlies vormt geen probleem als dit ontstaat doordat
– de deur van het toestel één keer ge-
durende lange tijd geopend blijft, bijv. om grote hoeveelheden levens­middelen te plaatsen of uit het toestel te halen,
– u verse levensmiddelen invriest.
Als de temperatuur in de vrieszone gedurende lange tijd warmer is dan
-18 °C, gaat u na of de ingevroren levensmiddelen gedeeltelijk of volle dig ontdooid zijn. In dit geval dient u deze levensmiddelen zo snel moge lijk te verbruiken!
-
-
-
-
-
27
Waarschuwingssignaal
Het toestel is voorzien van een waar schuwingssysteem, zodat de tempera tuur in het toestel niet ongemerkt kan stijgen. Ook wordt op die manier energieverlies vermeden als de deuren open blijven staan.
Waarschuwingssysteem in
-
-
schakelen
Het waarschuwingssysteem is altijd au tomatisch actief. Het moet niet afzon derlijk worden ingeschakeld.
-
Temperatuuralarm
Als de temperatuur in een van de toestelzones te warm wordt, knippert op het bedieningspaneel de sensor­toets voor de toestelzone in kwestie. Tegelijkertijd knippert de uitschakeltoets voor het waarschuwingssignaal.
Er weerklinkt een waarschuwingssignaal.
Als het de vrieszone is waarin de tem peratuur stijgt, geeft het temperatuur display de hoogste temperatuur weer die tijdens de temperatuurstijging in de vrieszone is opgetreden.
Het geluidssignaal en de visuele signa len worden bijvoorbeeld weergegeven
als bij het herschikken en uitnemen van ingevroren levensmiddelen te veel warme kamerlucht binnenstroomt.
-
-
Zodra de alarmtoestand beëindigd is, stopt het waarschuwingssignaal en
­gaat de uitschakeltoets voor het waarschuwingssignaal uit. De sensor toets voor de toestelzone in kwestie brandt weer constant.
Temperatuuralarm vroeger uit schakelen
Als het waarschuwingssignaal u stoort,
­kunt u het vroeger uitschakelen.
^ Raak de uitschakeltoets voor het
waarschuwingssignaal aan. Het waarschuwingssignaal wordt uit­geschakeld. De uitschakeltoets voor het waarschuwingssignaal blijft branden tot de alarmtoestand is beëindigd. De sensortoets voor de toestelzone in kwestie blijft knipperen tot de alarm­toestand beëindigd is.
Als de temperatuur in de vrieszone gedurende lange tijd warmer is dan
-18 °C, gaat u na of de ingevroren levensmiddelen gedeeltelijk of volle
-
dig ontdooid zijn. In dit geval dient u deze levensmiddelen zo snel moge lijk te verbruiken!
-
-
-
-
als u een grote hoeveelheid levens middelen invriest.
na een stroomonderbreking.
28
-
Deuralarm
Als de toesteldeuren langer dan 5 mi­nuten open blijven staan, weerklinkt een waarschuwingssignaal. De uitschakeltoets voor het waarschuwingssignaal brandt.
Zodra de toesteldeur in kwestie wordt gesloten, stopt het waarschuwingssignaal en gaat de uitschakeltoets voor het waarschuwingssignaal uit.
Deuralarm vroeger uitschake­len
Als het waarschuwingssignaal u stoort, kunt u het vroeger uitschakelen.
Waarschuwingssignaal
^ Raak de uitschakeltoets voor het
waarschuwingssignaal aan.
De uitschakeltoets voor het waarschuwingssignaal gaat uit en het waarschuwingssignaal stopt.
29
Loading...
+ 67 hidden pages