Miele K 5324 iF User Manual [nl]

Gebruiks- en montageaanwijzing
Inbouwkoelkast met vriesvak K 5324 iF
Lees in elk geval de ge­bruiksaanwijzing voor u het toestel opstelt, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
nl-BE
M.-Nr. 07 832 830
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................4
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................6
Hoe kunt u energie besparen? ......................................11
Toestel in- en uitschakelen .........................................12
Bij langdurige afwezigheid ..........................................13
De juiste temperatuur .............................................14
...indekoelzone .................................................14
...inhetvriesvak .................................................14
Temperatuur instellen ..............................................15
Temperatuurindicator ..............................................15
Regelaar voor het instellen van de vochtigheid en de temperatuur in de
groentebak.......................................................15
Superkoelen .....................................................16
De koelzone goed gebruiken .......................................17
Verschillende koelgedeelten .........................................17
Levensmiddelen die niet geschikt zijn om te koelen .......................17
Levensmiddelen juist bewaren .......................................18
Fruit en groenten................................................18
Onverpakte dierlijke en plantaardige levensmiddelen ..................18
Levensmiddelen die rijk zijn aan eiwitten .............................18
Vlees .........................................................18
De binnenruimte indelen ...........................................19
De legplaten verplaatsen............................................19
De rekken en flessenrekken aan de binnenkant van de deur verplaatsen .....19
Worst- en kaaslade ................................................19
Invriezen en bewaren..............................................20
Diepvriesproducten bewaren ........................................20
Zelf levensmiddelen invriezen ........................................20
Hou bij het invriezen rekening met het volgende .......................20
Verpakken.....................................................21
Hoe de levensmiddelen in het toestel plaatsen ........................21
Ingevroren levensmiddelen ontdooien .................................21
IJsblokjes maken ..................................................22
Dranken snel koelen ...............................................22
Inhoud
Ontdooien .......................................................23
Koelzone ........................................................23
Vriesvak .........................................................23
Reinigen ........................................................25
Binnenruimte, toebehoren ...........................................25
Openingen voor luchttoevoer en -afvoer ................................25
Deurdichting .....................................................26
Wat gedaan als...?..............................................27
Waar bepaalde geluiden vandaan komen .............................29
Technische Dienst van Miele/garantie ................................30
Elektrische aansluiting ............................................31
Opmerkingen omtrent de montage ..................................32
Plaats van opstelling ...............................................32
Klimaatklasse ..................................................32
Ventilatie ........................................................32
Voor u het toestel inbouwt ...........................................32
Inbouwafmetingen ................................................33
Het veranderen van de draairichting van de deur ......................34
Toesteldeur ......................................................34
Deur van het vriesvak ..............................................35
Toestel inbouwen.................................................36
Inbouw in een muurscheiding ........................................36
Gewicht van de meubeldeur .........................................36
Toestel inbouwen..................................................38
Meubeldeur bevestigen.............................................39
Beschrijving van het toestel
a Vriesvak
b Hoofdschakelaar, toets voor het in-
stellen van de temperatuur, toets voor "Super koelen" en binnenverlich­ting
c Legplaten
d Worst- en kaaslade *
e Gootje en
afvoeropening voor het dooiwater
f Ventilatieopening met regelaar voor
het instellen van de vochtigheid en de temperatuur
g Fruit- en groentebak
4
h Eierhouder
i Lichtcontactschakelaar
j Botervak
k Flessenhouder *
l Rek/flessenrek
* afhankelijk van het model
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
­volledig gebruikt voor de toekomstige
­recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
-
de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg ervoor dat de buisleidingen van de compressor geen schade oplopen voordat het toestel terdege wordt geborgen. Zo vermijdt u dat er koelmid del uit het koelcircuit of olie uit de com pressor in het milieu terechtkomt.
-
-
-
Zorg er ook voor dat het toestel kinder veilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
-
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik voor andere doeleinden is niet
Dit toestel voldoet aan de voorge schreven veiligheidsvoorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toe stel.
Voor u het toestel in gebruik neemt, moet u de gebruiksaanwijzing aan dachtig lezen. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid, de installatie, het gebruik en het on derhoud van uw toestel. Dat is vei liger voor uzelf en u voorkomt scha de aan het toestel.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Het toestel is uitsluitend bedoeld
~
voor gebruik in het huishouden en gelijkaardige omgevingen zoals
in winkels, kantoren en gelijkaardige werkomgevingen
-
-
toegelaten en kan gevaarlijk zijn. De fa brikant is niet aansprakelijk voor scha de die werd veroorzaakt doordat het toestel voor andere doeleinden werd
-
gebruikt of verkeerd werd bediend.
Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden of hun onervarenheid of gebrek aan
­kennis niet in staat zijn om het toestel
veilig te bedienen, mogen dit toestel al leen onder het toezicht of de
­begeleiding van een verantwoordelijk
iemand gebruiken.
-
Kinderen in het huishouden
Kinderen mogen het toestel alleen
~
maar gebruiken wanneer hun de bedie­ning ervan zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Kinderen moe­ten de eventuele risico's van een foutie­ve bediening kunnen beseffen.
Hou kinderen die in de buurt van het
~
toestel komen in het oog. Laat kinderen niet met het toestel spelen.
-
-
-
op boerderijen
door klanten in hotels, motels, bed-and-breakfasts en andere typische woonomgevingen.
Gebruik het toestel uitsluitend voor huishoudelijke doeleinden: om levens middelen te koelen en te bewaren, om diepvriesproducten te bewaren, om verse levensmiddelen in te vriezen en om ijsblokjes te maken.
6
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het toestel wordt
~
geplaatst, of het zichtbaar beschadigd is. Is dat het geval, neem het dan in geen geval in gebruik. Een beschadigd toestel kan uw veiligheid in gevaar brengen!
Is de aansluitkabel beschadigd, laat
~
deze dan vervangen door een vakman of vakvrouw die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's voor wie het toestel ge bruikt.
Dit toestel bevat het koelmiddel iso
~
butaan (R600a), een natuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het is niet schadelijk voor de ozonlaag en draagt niet bij tot het broeikaseffect. Het gebruik van dit mi­lieuvriendelijke koelmiddel veroorzaakt wel een lichte verhoging van het werkingsgeluid. Naast werkingsgeluiden van de compressor kunnen er ook stromingsgeluiden te ho­ren zijn die afkomstig zijn van het koelcircuit. Dat is jammer genoeg niet te vermijden, maar heeft geen invloed op de prestaties van het toestel. Let er bij het transporteren en het op stellen van het toestel op dat geen en kel onderdeel van het koelcircuit be schadigd raakt. Wegspattend koelmid del kan tot oogletsels leiden! Bij beschadiging:
- vermijd open vuur of ontstekingsbronnen,
- trek de stekker uit het stopcontact,
- verlucht het vertrek waarin het
toestel staat gedurende enkele minu
ten, en
- neem contact op met de dienst
-
-
-
-
Herstellingen aan huis
van Miele.
Hoe meer koelmiddel er in een toe
~
stel zit, hoe groter de ruimte moet zijn waarin het toestel wordt opgesteld. Bij een eventueel lek kan er in een te kleine ruimte een brandbaar mengsel van gas en lucht ontstaan. Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m heid koelmiddel is aangegeven op het
­typeplaatje in het toestel.
Een veilige werking van het toestel
~
­is alleen dan gewaarborgd als het toe
stel overeenkomstig de gebruiksaanwij­zing gemonteerd en aangesloten werd.
Voor u het toestel aansluit, moet u
~
eerst de aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje verge­lijken met die van uw elektrische instal­latie. Deze gegevens dienen absoluut over­een te stemmen. Anders treedt er scha­de op aan uw toestel. Vraag bij twijfel inlichtingen aan een elektricien.
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
~
geen verlengkabels of stopcontactenblokken om het toestel aan te sluiten. Die bieden niet voldoen de veiligheidsgaranties. Er bestaat on
­der andere gevaar voor oververhitting.
3
groot zijn. De hoeveel
-
-
-
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De elektrische veiligheid van het
~
toestel is alleen gewaarborgd als het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsys teem. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoor waarde is voldaan. Laat de elektrische installatie in uw woning in geval van twijfel door een elektricien controleren. De fabrikant kan niet aansprakelijk ge steld worden voor schade die werd ver oorzaakt doordat de aardleiding onder broken was of gewoon ontbrak. Er be staat in dat geval onder andere gevaar voor elektrische schokken.
Installatie-, onderhouds- en
~
herstellingswerken mogen alleen wor­den uitgevoerd door vakmensen die door de fabrikant erkend zijn. Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of herstellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk kan worden gesteld.
-
-
-
-
Tijdens installatie-, onderhouds- en
~
herstellingswerken moet het toestel van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Het toestel is pas stroomloos indien aan een van deze voorwaarden werd vol daan:
De stekker van het toestel is uitge
trokken. Trek daarbij niet aan de kabel, wel aan de stekker.
­De desbetreffende zekering in de
­zekeringenkast is uitgeschakeld.
Laat defecte onderdelen enkel
~
vervangen door originele Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
Als u het toestel niet op een vaste
~
plaats installeert, bijv. op een schip, laat dit karwei dan enkel uitvoeren door vakmensen. Die moeten ervoor zorgen dat u het toestel veilig kunt gebruiken.
-
-
Laat u het toestel tijdens de ga
~
rantieperiode herstellen, dan mag dat enkel gebeuren door een technicus die door de fabrikant erkend is. Anders is er bij schade achteraf geen aanspraak meer op garantie.
8
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Veilig gebruik
Bewaar geen explosieve stoffen of
~
producten met brandbare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het toestel. Als de thermostaat wordt ingeschakeld, kun nen er vonken ontstaan. Die kunnen ontvlambare mengsels tot ontploffing brengen.
Gebruik geen elektrische toestellen
~
in het toestel (bijv. om softijs te ma ken). Er kunnen vonken ontstaan. Ont ploffingsgevaar!
Plaats dranken met een hoog alco
~
holpercentage enkel rechtop en goed afgesloten in de koelzone. Ontploffingsgevaar!
Raak bevroren levensmiddelen niet
~
met natte handen aan. Uw handen zou­den kunnen vastvriezen. U kunt zich verwonden!
Steek nooit ijsblokjes en ijslolly's,
~
met name waterijsjes, in de mond wan­neer u ze net uit het vriesvak hebt ge­haald. Door de zeer lage temperatuur van het ijs kunnen uw lippen of tong vastvrie zen. U kunt zich verwonden!
Gedeeltelijk of volledig ontdooide le
~
vensmiddelen mogen niet opnieuw wor den ingevroren. Verbruik deze levensmiddelen zo snel mogelijk, want de levensmiddelen ver liezen hun voedingswaarde en beder ven. Ontdooide levensmiddelen kunt u opnieuw invriezen nadat u ze hebt ge kookt of gebraden.
-
-
-
-
-
-
-
-
Bewaar in het vriesvak geen blikjes
~
en flessen met koolzuurhoudende
­dranken of vloeistoffen die kunnen be
vriezen. De blikjes of flessen kunnen uit elkaar springen. U kunt zich verwonden en er kan scha de ontstaan.
Als u flessen snel in het vriesvak
~
wenst te koelen, moet u ze uiterlijk na 1 uur weer uit het vriesvak halen. De flessen kunnen ontploffen. U kunt zich verwonden en er kan schade ontstaan.
Als u levensmiddelen eet die te lang
~
bewaard werden, bestaat er gevaar voor voedselvergiftiging. De bewaarduur is afhankelijk van di­verse factoren, zoals de versheid en kwaliteit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop ze worden be­waard. Hou rekening met de bewaartips en de houdbaarheidsdata van de fabrikant van de levensmid­delen.
Gebruik geen voorwerpen met een
~
scherpe punt of rand om
rijm- en ijslagen te verwijderen,
vastgevroren bakjes voor ijsblokjes en levensmiddelen los te wrikken.
-
-
Als u dat doet, beschadigt u de koelelementen en functioneert het toe stel niet meer correct.
Plaats nooit elektrische verwar
~
mingstoestellen of kaarsen in het toe stel om het te ontdooien. De kunststof zou beschadigd raken.
-
-
-
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik geen ontdooisprays of
~
producten om ijs te verwijderen. Die kunnen immers explosieve gassen vormen en kunnen oplosmiddelen of drijfgassen bevatten die de kunststof aantasten. Ook zijn ze mogelijk schade lijk voor de gezondheid.
Behandel de deurdichting niet met
~
olie of vet. Daardoor wordt de deurdichting na ver loop van tijd poreus.
Als u in het toestel of in de deur vet-
~
of oliehoudende levensmiddelen be waart, dient u ervoor te zorgen dat eventueel uitlopend vet of uitlopende olie niet in contact komt met de kunststofonderdelen. Er kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan, zodat die barst of scheurt.
Dek de luchttoevoeropening in de
~
sokkel en de luchtafvoeropening boven in de ombouwkast niet af. Als die openingen afgedekt zijn, kan er geen goede luchtcirculatie plaatsvin den. Het stroomverbruik stijgt en scha de aan onderdelen kan niet worden uit gesloten.
Het toestel is geconstrueerd voor
~
een bepaalde klimaatklasse (bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens moeten worden gerespecteerd. De klimaatklasse staat vermeld op het typeplaatje dat binnen in het toestel aangebracht is. Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat de compressor gedurende een lange tijd stilstaat, zodat het toestel de vereiste temperatuur niet kan aan houden.
-
-
-
-
Gebruik voor het ontdooien en reini
~
gen van het toestel in geen geval een stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met on derdelen van het toestel die onder spanning staan en zo een kortsluiting
­veroorzaken.
Wat met een afgedankt toe stel?
-
Vernietig het knip- of vergrendelslot
~
van uw toestel wanneer u het afdankt. Op die manier voorkomt u dat spelende kinderen zich in het toestel opsluiten, wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het
~
koelcircuit, bijv. door
– koelmiddelkanalen van het
verdampsysteem open te prikken,
– buizen te knikken,
– oppervlaktecoatings weg te krassen.
Als er koelmiddel uit spuit, kan dat oogletsels veroorzaken.
-
-
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
-
-
-
10
Hoe kunt u energie besparen?
normaal energieverbruik verhoogd energieverbruik
Opstellen In een verluchtbare ruimte. In een gesloten, niet te verluchten
Beschermd tegen directe zonnestraling.
Niet naast een warmtebron (verwar mingselement, fornuis).
Bij een ideale kamertemperatuur van 20 °C.
Temperatuurinstelling Thermostaat "niveaugetallen" (regeling in niveaus)
Temperatuurinstelling Thermostaat "graadaanduidingen" (digitaal scherm)
Gebruik De deur alleen maar zo kort mogelijk
Ontdooien Ontdooi het vriesvak bij een ijslaag
Bij een gemiddelde instelling van 2 tot 3.
Keldervak van 8 tot 12 °C
Koelvak van 4 tot 5 °C
PerfectFresh-zone bijna 0 °C
Vriesvak -18 °C
Wijnbewaarzone van 10 tot 12 °C
openen.
Levensmiddelen goed gesorteerd inladen.
Laat warme gerechten en dranken eerst buiten het toestel afkoelen.
Levensmiddelen goed verpakt of goed afgedekt inladen.
Leg ingevroren producten in de koelzone om ze te ontdooien.
Doe de vakken niet te vol zodat de lucht kan circuleren.
van 0,5 cm.
ruimte
Bij directe zonnestraling.
Naast een warmtebron (verwar
­mingselement, fornuis).
Bij een hogere omgevingstempera tuur.
Bij een hoge instelling: Hoe lager de temperatuur in het vriesvak, hoe ho ger het energieverbruik!
Bij toestellen met een winterschake ling moet u erop letten dat die scha kelaar bij temperaturen boven 16 resp. 18 °C uitgeschakeld is.
De deur vaak en langdurig openen = koudeverlies
Wanneer alles door elkaar ligt, moet u lang zoeken en blijft de deur lang openstaan.
Warme gerechten in het toestel doen de compressor langdurig werken (het toestel probeert harder te koelen).
Wanneer vloeistoffen in de koelzone verdampen en condenseren, leidt dat tot verlies van het koelvermogen.
Een ijslaag vermindert de overdracht van de koude aan de in te vriezen le vensmiddelen en doet het stroom verbruik stijgen.
-
-
-
-
-
-
-
11
Toestel in- en uitschakelen
Vóór het eerste gebruik
Verwijder de transportbeveiliging van
^
het toestel en doe ze weg.
Reinig de binnenruimte en het toebe
^
horen. Gebruik daarvoor lauw water. Wrijf daarna alles droog met een doek.
Laat het toestel na het transport ca. 1/2 tot 1 uur staan voor u het aansluit. Dit is zeer belangrijk voor de latere werking!
Druk zo vaak op de toets voor het in
^
stellen van de temperatuur p tot het lampje voor de gewenste tempera
­tuur aangaat.
Het toestel begint te koelen. Het lampje knippert zolang de gewenste tempera­tuur niet bereikt is. We raden 4°Caan als temperatuurin- stelling.
Toestel uitschakelen
-
-
Toestel inschakelen
^
Schakel het toestel in via de hoofd schakelaar. Het toestel is ingescha keld wanneer de "0" niet meer zicht baar is.
De binnenverlichting gaat aan als de deur wordt geopend.
12
^
Schakel het toestel uit via de hoofd schakelaar. Het toestel is uitgescha
-
-
keld wanneer de "0" zichtbaar is.
De koeling en de binnenverlichting zijn
-
nu uitgeschakeld.
-
-
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd niet gebruikt, gaat u als volgt te werk:
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit het stopcontact,
^
ontdooi het vriesvak,
^
reinig het toestel en
^
laat de toesteldeur op een kier staan
^
om geurvorming te vermijden.
Toestel in- en uitschakelen
Als het toestel bij langdurige afwe zigheid wordt uitgeschakeld maar niet gereinigd, bestaat er gevaar voor schimmelvorming als de deur gesloten blijft.
-
13
De juiste temperatuur
Bij het bewaren van levensmiddelen is een juiste temperatuurinstelling zeer belangrijk. Levensmiddelen bederven snel door de aanwezigheid van micro
-organismen. Dat proces kan door de juiste bewaartemperatuur worden verhinderd of vertraagd. De tempera tuur beïnvloedt de groeisnelheid van de micro-organismen. Hoe lager de tem peratuur, hoe langzamer dit proces ver loopt.
De temperatuur in het toestel stijgt
als u vaak en gedurende lange tijd
de toesteldeur opent,
– hoe meer levensmiddelen er worden
bewaard,
– als de verse levensmiddelen warm
zijn,
– als de omgevingstemperatuur van
het toestel hoog is. Het toestel is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse (bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens moeten worden gerespecteerd.
-
-
-
...indekoelzone
We raden een koeltemperatuur van 4°Caan in het midden van het toestel.
Let echter op het volgende:
klassieke bad- of huisthermometers
meten vaak zeer onnauwkeurig. Ge bruik bij voorkeur een elektronische temperatuurmeter.
Meet niet de luchttemperatuur in het
toestel, want dit geeft geen informa tie over de temperatuur van de le vensmiddelen.
-
Gedurende de meetperiode dient u
de deur van de koelkast zo weinig mogelijk te openen, want er stroomt telkens warme lucht in het toestel.
...inhetvriesvak
Om verse levensmiddelen in te vriezen en ze langdurig te bewaren, is een tem­peratuur van -18 °C vereist. Bij die tem­peratuur komt de groei van micro-orga­nismen in hoge mate tot stilstand. Zo­dra de temperatuur boven -10 °C stijgt, begint de ontbinding door de micro-or­ganismen. De levensmiddelen kunnen dan minder lang worden bewaard. Daarom mogen geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen pas opnieuw worden ingevroren nadat u ze hebt ver werkt (door ze te koken of braden). Door de hoge temperaturen worden de meeste micro-organismen gedood.
-
-
-
-
Als u de koeltemperatuur wenst te con troleren:
^
zet een glas water met een thermo meter in het midden van het toestel.
Na ca. 24 uur kunt u de koeltempera tuur in uw toestel bij benadering afle zen.
14
-
-
-
-
De juiste temperatuur
Temperatuur instellen
U kunt de temperatuur instellen met de toets voor het instellen van de tempera tuur p.
^ Druk zo vaak op de toets voor het in-
stellen van de temperatuur p tot het lampje voor de gewenste tempera­tuur aangaat.
Bij het instellen wijzigt de temperatuur ononderbroken. Als 2 °C is bereikt, keert de temperatuurindicator terug naar 8 °C.
Temperatuurindicator
Regelaar voor het instellen van de vochtigheid en de temperatuur in de groentebak
-
De temperatuur en de vochtigheid in de groentebak kunt u instellen met de re gelaar boven de groentebak.
Regelaar sluiten
^ Schuif de regelaar voor het instellen
van de vochtigheid en de tempera­tuur naar links.
Omdat de regelaar gesloten is, wordt het in de groentebak warmer en stijgt de luchtvochtigheid.
Door de hogere luchtvochtigheid blij­ven verse groenten gedurende een be­paalde bewaartijd zeer knapperig en vers.
-
De temperatuurindicator geeft altijd de gewenste temperatuur weer.
^
De temperatuur kan als volgt worden ingesteld: van 2 °C tot 8 °C.
Het lampje knippert zolang de ge wenste temperatuur niet bereikt is.
Regelaar openzetten
^
Schuif de regelaar voor het instellen van de vochtigheid en de tempera tuur naar rechts.
Omdat de regelaar openstaat, kan de
-
koude lucht in de groentebak zakken. In de groentebak wordt het kouder en de luchtvochtigheid daalt.
Door de lagere temperatuur kunnen groenten langer worden bewaard.
-
15
Superkoelen
Met deze functie wordt de koelzone erg gauw tot haar koudste temperatuur af gekoeld. Deze hangt af van de omge vingstemperatuur.
Superkoelen inschakelen
Het verdient aanbeveling het Superkoe len in te schakelen vooral indien u grote hoeveelheden vers geplaatste levens middelen of drank vlug wenst te koelen.
^ Druk op de toets voor het Superkoe-
len tot het controlelampje erbij aan­gaat.
-
-
-
Superkoelen uitschakelen
De functie Superkoelen valt automa tisch na ca. 6 uur uit. Het controlelamp je gaat uit en het toestel werkt weer met zijn normaal koelvermogen.
Om stroom te sparen, kan u het Super
­koelen ook zelf uitschakelen zodra de
levensmiddelen of de drank koel ge noeg zijn.
Druk op de toets voor het Superkoe
^
len zodat het controlelampje erbij uit gaat.
De koeling van uw toestel werkt nu weer op zijn normaal vermogen.
-
-
-
-
-
-
De temperatuur in het toestel zakt daar het met het hoogst mogelijke koelvermogen werkt.
16
Verschillende koelgedeelten
Door de natuurlijke luchtcirculatie is de temperatuur in de koelzone niet overal gelijk. De koude, zware lucht daalt naar het onderste gedeelte van het toestel. Gebruik de verschillende koelgedeelten wanneer u levensmiddelen in het toe stel plaatst!
-
De koelzone goed gebruiken
Bewaar geen explosieve stoffen en geen producten met brandbare drijf gassen (bijv. spuitbussen) in het toestel. Ontploffingsgevaar!
Sterke drank met een hoog alcohol percentage enkel rechtop en perfect afgesloten in het toestel plaatsen.
-
-
Warmste gedeelte
Het warmste gedeelte van de koelzone bevindt zich bovenaan aan de deur. Gebruik dat gedeelte bijv. om boter te bewaren, zodat ze gemakkelijk smeer baar blijft, en voor kaas, zodat hij zijn aroma niet verliest.
Koudste gedeelte
Het koudste gedeelte van de koelzone bevindt zich direct boven de groente­bak.
Gebruik dit gedeelte voor alle gevoe­lige en snel bederfbare levensmid­delen, zoals:
vis, vlees, gevogelte,
worst, kant-en-klaargerechten,
gebak en gerechten met eieren of slagroom
vers deeg, taart-, pizza- quichedeeg,
kaas en andere producten op basis van verse melk,
Als u in het toestel of in de deur vet­of oliehoudende levensmiddelen be waart, dient u ervoor te zorgen dat eventueel uitlopend vet of uitlopen
-
de olie niet in contact komt met de kunststofonderdelen. Er kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan, zodat die barst of scheurt.
De levensmiddelen mogen niet te­gen de achterwand komen. Ze kun­nen anders aan de achterwand vast­vriezen.
Levensmiddelen die niet geschikt zijn om te koelen
Niet alle levensmiddelen zijn geschikt om in de koelzone te worden bewaard. Daartoe behoren onder andere:
Voor koude gevoelig fruit en groenten, zoals bananen, avocado’s, papaja’s, passievruchten, aubergi nes, paprika, tomaten en augurken
-
-
-
in folie verpakte, bereide groenten en in het algemeen alle verse levens middelen waarvan de minimale houdbaarheidsdatum is gebaseerd op een bewaartemperatuur van min stens 4 °C.
Fruit dat nog verder moet rijpen
­–
Aardappelen
Harde kazen (parmezaan)
-
17
De koelzone goed gebruiken
Levensmiddelen juist bewaren
Levensmiddelen moet u altijd goed ver pakt of goed afgedekt bewaren. Zo ver mijdt u dat de levensmiddelen vreemde geuren opnemen of gaan uitdrogen en dat eventuele bacteriën overdragen worden. Bij een correcte instelling van de temperatuur en een aangepaste hy giëne wordt de vermenigvuldiging van bacteriën zoals salmonella vertraagd.
Fruit en groenten
Fruit en groenten kunt u echter onver pakt in de groentebak bewaren. U dient er wel op te letten dat sommige soorten groenten een natuurlijk gas afscheiden dat verouderingsprocessen versnelt. Sommige groente- en fruitsoorten rea­geren zeer gevoelig op dit natuurlijke gas. Daarom mogen niet alle soorten groenten en fruit samen in één bak wor­den bewaard.
Voorbeelden van vruchten die veel natuurlijk gas afscheiden:
appelen, abrikozen, peren, nectarines, perziken, pruimen, avocado’s en vijgen.
Voorbeelden van fruit en groenten die zeer gevoelig reageren op het na tuurlijke gas van andere soorten fruit en groenten:
-
Onverpakte dierlijke en plantaardige levensmiddelen
-
-
Onverpakte dierlijke en plantaardige le vensmiddelen scheiden. Als de levens middelen samen bewaard moeten wor den, dan moeten ze in elk geval ver pakt zijn. Op die manier voorkomt u dat
-
er microbiologische veranderingen op treden.
Levensmiddelen die rijk zijn aan eiwitten
Hou er rekening mee dat levensmid delen die rijk zijn aan eiwitten sneller bederven. Schaal- en schelpdieren bederven dus sneller dan vis, terwijl vis sneller bederft dan vlees.
Vlees
Bewaar vlees onverpakt. (Folie en reci­piënten openen.) De uitdroging van het vleesoppervlak remt de kiemvorming af en zorgt daardoor voor een betere houdbaarheid. Verschillende vlees soorten mogen niet rechtstreeks met el kaar in contact komen, maar moeten al tijd door een verpakking worden ge scheiden. Daardoor wordt een vroegtijdige bederving door
-
kiemoverdracht vermeden.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
kiwi, broccoli, bloemkool, spruiten, mango’s, meloen, appelen, abrikozen, augurken, tomaten, peren, nectarines en perziken.
18
De binnenruimte indelen
De legplaten verplaatsen
U kunt legplaten verplaatsen om de positie af te stemmen op de hoogte van de levensmiddelen:
Trek de legplaat naar voren en zwenk
^
ze omlaag om ze uit te nemen.
Plaats de legplaat met de achterrand
^
omhoog opnieuw op de gewenste plaats. De achterrand moet omhoog staan, anders kunnen de levensmiddelen tegen de achterwand komen en be vriezen.
-
De rekken en flessenrekken aan de binnenkant van de deur verplaatsen
^ Schuif de rekken/flessenrekken om-
hoog en neem ze langs voor uit.
^ Plaats de rekken/flessenrekken op
een willekeurige plaats in het toestel. Let erop dat ze juist en stevig op de verhogingen zitten.
Worst- en kaaslade
Om iets in de lade te plaatsen of eruit te nemen, heft u de lade iets op en trekt u ze uit. U kunt de lade ook naar rechts of naar links verschuiven.
Als u de hoogte van de lade wenst aan te passen, kunt u de legplaten onderling verwisselen.
Om de lade volledig uit het toestel te nemen om ze bijvoorbeeld te reinigen:
neemt u de lade en de legplaat uit,
^
^ schuift u de geleidingsrails van de
lade rechts of links van de legplaat naar omlaag.
De flessenhouder verschuiven
(afhankelijk van het model)
U kunt de flessenhouder naar rechts of naar links verschuiven. Daardoor zitten de flessen goed vast als de deur wordt geopend en gesloten.
19
Invriezen en bewaren
Het vriesvak gebruiken
Gebruik het vriesvak om
diepvriesproducten te bewaren,
ijsblokjes en consumptie-ijs te ma
ken,
kleine hoeveelheden levensmiddelen
in te vriezen.
-
Diepvriesproducten bewaren
Als u diepvriesproducten wenst te be waren, controleert u tijdens de aankoop in de winkel
– de verpakking op beschadigingen,
– de houdbaarheidsdatum en
– de temperatuur in de koelruimte van
de winkeldiepvries. Als die tempera­tuur hoger is dan -18 °C, vermindert de houdbaarheid van de diepvries­producten.
^ Koop diepvriesproducten pas op het
einde van het winkelen, en transpor teer ze in krantenpapier of in een koelzak.
^
Plaats de diepvriesproducten onmid dellijk in het vriesvak.
Gedeeltelijk of volledig ontdooide le vensmiddelen niet opnieuw invrie zen. Pas nadat u de levensmiddelen heeft verwerkt (koken of braden), kunt u ze opnieuw invriezen.
-
-
-
-
Zelf levensmiddelen invriezen
Vries uitsluitend verse levensmiddelen in perfecte staat in!
Hou bij het invriezen rekening met het volgende
Onderstaande levensmiddelen kun
nen ingevroren worden: vers vlees, gevogelte, wild, vis, groenten, kruiden, onbewerkt fruit, zuivelproducten, bakkerijproducten, voedselresten, eigeel, eiwit en talrijke kant-en-klaargerechten.
– Volgende levensmiddelen zijn niet
geschikt om in te vriezen: wijndruiven, bladsalade, radijzen, rammenas, zure room, mayonaise, volledige eieren in de schaal, uien, volledige onbewerkte appelen en pe­ren.
– Om de kleur, de smaak, het aroma
en de vitamine C te behouden, moe­ten groenten voor het invriezen wor­den geblancheerd. Doe de groenten in porties gedurende2-3minuten in kokend water. Neem de groenten daarna uit het water en koel ze snel
­in koud water af. Laat de groenten
uitdruppen.
Mager vlees is beter geschikt om in te vriezen dan vet vlees en kan veel langer worden bewaard.
Plaats telkens een folie uit kunststof tussen koteletten, steaks, schnitzels enz. Zo vermijdt u dat ze tot één blok samen vriezen.
-
20
Invriezen en bewaren
Rauwe levensmiddelen en geblan
cheerde groenten voor het invriezen niet kruiden en zouten, schotels slechts lichtjes kruiden en zouten. Bij sommige kruiden verandert tijdens het invriezen de smaakintensiteit.
Laat warme schotels of dranken
eerst buiten het toestel afkoelen om te voorkomen dat reeds bevroren le vensmiddelen gedeeltelijk ontdooien en dat het stroomverbruik stijgt.
Verpakken
Vries per portie in.
^
Geschikte verpakking
- Kunststoffolie
- Buisfolie uit polyethyleen
- Aluminiumfolie
- Diepvriesdozen
Ongeschikte verpakking
- Pakpapier
- Perkamentpapier
- Cellofaan
- Vuilniszakjes
- Gebruikte winkelzakjes
^
Druk de lucht goed uit de verpak king.
^
Sluit de verpakking goed af met
- elastiekjes
- kunststofclips
- touw of
- koudebestendige kleefband.
Zakjes en buisfolie uit polyethyleen kunt u ook met een folielasapparaat dichtlassen.
Hoe de levensmiddelen in het toestel
-
plaatsen
Leg de levensmiddelen naast elkaar
^
op de bodem van het vriesvak, zodat ze zo snel mogelijk tot in de kern wor den ingevroren.
Leg de levensmiddelen droog in het
^
toestel om te vermijden dat ze aan el
­kaar of aan het toestel vastvriezen.
In te vriezen levensmiddelen mogen niet in aanraking komen met reeds ingevroren levensmiddelen. Anders zouden deze ontdooien.
-
-
Ingevroren levensmiddelen ontdooien
Ingevroren levensmiddelen kunt u op verschillende manieren ontdooien
– in de microgolfoven,
– in de gewone oven met de werkwijze
"hete lucht" of "ontdooien",
bij kamertemperatuur,
in de koelkast (de koude die de inge
-
vroren levensmiddelen afgeven, wordt gebruikt om te koelen),
in de stoomoven.
Platte stukken vlees en vis kunnen licht ontdooid in een hete pan worden gelegd.
Fruit kan bij kamertemperatuur in de verpakking of in een afgedekte schotel worden ontdooid.
-
^
Noteer de inhoud en de invriesdatum op de verpakking.
21
Invriezen en bewaren
Groenten kunnen algemeen in bevro
ren toestand in het kokende water wor den gedaan of in heet vet worden ge stoofd. Wegens de gewijzigde celstructuur is de bereidingstijd iets korter dan bij verse groenten.
Gedeeltelijk of volledig ontdooide le vensmiddelen niet opnieuw invrie zen. Pas nadat u de levensmiddelen heeft verwerkt (koken of braden), kunt u ze opnieuw invriezen.
-
-
-
IJsblokjes maken
Vul het bakje voor ijsblokjes voor drie vierden met water en plaats het op de bodem van een lade.
Gebruik een stomp voorwerp, bijv. een lepelsteel, om een vastgevroren bakje voor ijsblokjes los te maken.
De ijsblokjes komen gemakkelijk los uit het bakje als u het kort onder stromend water houdt.
Dranken snel koelen
-
Als u flessen in het vriesvak plaatst om ze snel te koelen, dient u de flessen ui terlijk na 1 uur weer uit het vriesvak te nemen, anders zullen de flessen ontploffen!
-
-
22
Ontdooien
Koelzone
Terwijl de compressor draait, kunnen er rijp en waterpareltjes op de achterzijde van de koelzone ontstaan. Deze dient u niet te verwijderen, want de koelzone wordt automatisch ontdooid.
Het dooiwater loopt via een gootje en een afvoeropening naar een verdampsysteem aan de achterzijde van het toestel.
Zorg ervoor dat het dooiwater altijd ongehinderd kan weglopen. Hou met het oog daarop het gootje en de afvoeropening schoon.
Vriesvak
Het vriesvak ontdooit niet automatisch, want de ingevroren levensmiddelen mogen niet ontdooien.
Bij normale werking worden er na ver loop van tijd rijp en ijs op het oppervlak van het verdampsysteem gevormd. Daardoor vermindert de koudeafgifte en stijgt het stroomverbruik.
Schraap de rijp- of ijslagen niet weg omdat het oppervlak van het verdampsysteem anders bescha digd kan raken. Het toestel functioneert dan niet meer.
Ontdooi het vriesvak geregeld, maar ui­terlijk als er zich een ijslaag van ca. 1 cm dik heeft gevormd. Doe dat bij voor­keur als het toestel weinig of geen be­vroren levensmiddelen bevat.
Vóór het ontdooien
-
-
^
Neem de levensmiddelen uit het vriesvak en wikkel ze in verschillende lagen krantenpapier of in een deken.
^
Bewaar de levensmiddelen op een koele plaats tot het vriesvak weer ge bruiksklaar is.
-
23
Ontdooien
Ontdooien
Ontdooien moet snel gebeuren. Hoe langer u de ingevroren levensmid delen bij kamertemperatuur be waart, des te korter wordt de houd baarheid ervan.
Schakel het toestel uit en trek de
^
stekker uit het stopcontact.
Laat de deur van het vriesvak open.
^
Zuig het dooiwater op met een
^
spons.
U kunt het ontdooien versnellen door op een onderlegger een pot met heet (niet kokend) water in het vriesvak te plaatsen. In dat geval laat u de deur tijdens het ontdooien gesloten, zodat de warmte niet kan ontsnappen.
Plaats nooit elektrische verwar­mingstoestellen of kaarsen in het toestel om het te ontdooien. De kunststof zou beschadigd raken.
-
-
Na het ontdooien
Reinig het toestel en wrijf het droog.
^
Er mag geen reinigingswater door de afvoeropening voor het dooiwater lo
-
pen.
Sluit het toestel weer aan en schakel
^
het in.
Leg de levensmiddelen weer in het
^
vriesvak.
-
Gebruik geen ontdooisprays of producten om ijs te verwijderen. Die kunnen immers explosieve gassen vormen, oplos- of drijfmiddelen be vatten, of de gezondheid schaden.
24
-
-
Gebruik nooit reinigingsmiddelen die zand, schuurmiddelen, soda, zuren of chloorverbindingen bevatten. Ge bruik ook geen chemische oplos middelen. Ook ongeschikt zijn zogenaamde schuurmiddelen die "vrij zijn van schuurmiddelen", want die veroorza ken matte vlekken.
Zorg ervoor dat er geen water in de temperatuurregelaar of de ver lichting komt.
Er mag geen reinigingswater door de afvoeropening voor het dooiwater lopen.
Gebruik geen stoomreiniger. De stoom kan terechtkomen op onder­delen van het toestel die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Het typeplaatje in het toestel mag niet worden verwijderd. De informa tie op dit plaatje is belangrijk in ge val van een storing.
-
Vóór het reinigen
^
Schakel het toestel uit en trek de stekker uit het stopcontact of schakel de desbetreffende zekering uit.
Reinigen
Neem alle onderdelen die kunnen
^
worden uitgenomen uit het toestel om het gemakkelijker te kunnen reinigen.
-
-
Binnenruimte, toebehoren
De binnenruimte en het toebehoren rei nigt u het best met lauw water waarin u een beetje afwasmiddel doet. Reinig
­alle onderdelen met de hand.
Reinig de koelzone minstens 1 keer
^
per maand en het vriesvak na elke ontdooiing.
Reinig het gootje en de afvoerope
^
ning voor het dooiwater regelmatig met een wattenstaafje of iets derge­lijks, zodat het dooiwater altijd onge­hinderd kan weglopen.
^ Ga na de reiniging met een doek die
u hebt vochtig gemaakt met schoon water over de binnenruimte en het toebehoren en wrijf vervolgens alles droog met een doek. Laat de deur van het toestel korte tijd openstaan.
-
Openingen voor luchttoevoer
-
en -afvoer
^
Reinig alle openingen voor luchttoe voer en -afvoer regelmatig met een borsteltje of een stofzuiger. Wanneer er zich stof ophoopt, neemt het ener gieverbruik toe.
-
-
-
-
^
Haal de gekoelde levensmiddelen uit het toestel en bewaar ze op een koele plaats.
^
Ontdooi het vriesvak.
25
Reinigen
Deurdichting
Behandel de deurdichting niet met olie of vet. Anders wordt ze na ver loop van tijd poreus.
-
Reinig de deurdichting regelmatig uit sluitend met schoon water en wrijf ze daarna grondig droog met een doek.
-
Na het reinigen
Plaats alle onderdelen in het toestel.
^
Steek de stekker van het toestel weer
^
in het stopcontact en schakel het toe­stel weer in.
^ Leg de levensmiddelen in het toestel
en sluit de deur.
26
Herstellingen aan elektrische toe stellen mag u enkel en alleen door een vakman of vakvrouw laten uit voeren. Door ondeskundig uitge voerde herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's voor de ge bruiker ontstaan.
Wat gedaan als...
. . . het toestel niet koelt?
Controleer of het toestel ingescha
^
keld is. De temperatuurindicator moet branden.
Wat gedaan als...?
...deinschakelfrequentie en
-
-
-
inschakelduur van de compressor toenemen?
Controleer of de luchttoevoeropening
^
onderaan in de sokkel van de kast en
-
-
de luchtafvoeropening bovenaan in de ombouwkast afgesloten of ver stopt zijn.
De toesteldeur en de deur van het
^
vriesvak werden vaak geopend of er werden grote hoeveelheden verse le vensmiddelen ingevroren.
Controleer of de toesteldeur goed
^
sluit.
-
-
^ Controleer of de stekker van het toe-
stel goed in het stopcontact zit.
^ Controleer of de desbetreffende ze-
kering in uw zekeringenkast uitge­schakeld is. Als dit het geval is, neemt u contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
...detemperatuur in de koelzone te laag is?
^
Stel een hogere temperatuur in.
^
Controleer of de deur van het vries vak goed gesloten is.
^
De functie "Super koelen" is nog inge schakeld. Die functie schakelt na 6 uur automatisch uit.
^
Werd een grote hoeveelheid levens middelen in één keer ingevroren? Omdat de compressor daardoor zeer lang werkt, daalt de temperatuur in de koelzone automatisch. Daarom mag u niet meer dan 2 kg levensmid delen per keer invriezen.
^ Controleer of er zich in het vriesvak
een dikke rijplaag heeft gevormd. Als dat het geval is, moet u het vriesvak ontdooien.
...deingevroren levensmiddelen ontdooien omdat het in het vriesvak te warm is?
^ Is de kamertemperatuur lager dan
die waarvoor uw toestel ontworpen is?
-
-
Verhoog de kamertemperatuur.
De compressor schakelt minder vaak in
-
als de kamertemperatuur te laag ligt. Daardoor kan het in het vriesvak te warm worden.
...delevensmiddelen vastgevroren zijn?
Maak de levensmiddelen los met een stomp voorwerp, bijv. een lepelsteel.
-
27
Wat gedaan als...?
. . . het vriesvak een dikke ijslaag ver toont?
Controleer of de deur van het vries
^
vak goed sluit.
Ontdooi en reinig het vriesvak.
^
Een dikke ijslaag vermindert het koel vermogen, waardoor het stroomver bruik stijgt.
...debinnenverlichting in de koelzo ne niet meer werkt?
Zit de lichtcontactschakelaar vastge
^
klemd?
Als dit niet het geval is, is de gloeilamp defect:
^ Trek de stekker uit of schakel de
desbetreffende zekering in uw zekeringenkast uit.
-
-
-
...debodem van de koelzone nat
­is?
De afvoeropening voor het dooiwater zit verstopt.
Reinig het gootje en de afvoerope
^
ning voor het dooiwater.
Als u de storing niet kunt verhelpen aan de hand van de bovenstaande
-
informatie, neemt u contact op met de dienst Herstellingen aan huis van
­Miele.
Om het koudeverlies zo beperkt mo­gelijk te houden, laat u indien moge­lijk de deur van het toestel dicht tot de storing verholpen is.
-
^
Neem de lampafdekking vast en trek ze naar achteren weg.
^
Draai de gloeilamp uit en vervang ze.
Aansluitgegevens van de gloeilamp: 220-240 V, fitting E 14. Het vereiste vermogen (watt) leest u van de defecte gloeilamp af.
^
Draai de nieuwe gloeilamp in en zet de afdekking weer vast.
28
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Heel normale geluiden Waar komen ze vandaan?
Brrrrr... Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har
Blubb, blubb.... Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door
Klik.... U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
Sssrrrrr.... Bij toestellen met verschillende zones of bij No-Frostmodellen
Bedenk echter dat motor- en stromingsgeluiden in de koelingskringloop niet te vermijden zijn!
der worden terwijl de motor ingeschakeld wordt.
de buisjes vloeit.
-
schakelt.
kan u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnen ruimte van het toestel.
-
-
Geluid waaraan u vlot kan verhelpen
Geklepper, gerammel, gerinkel Het toestel staat niet waterpas: Stel het toestel waterpas.
Waar komt het vandaan en wat kan u ertegen doen?
Schroef de voetjes in of uit het toestel of leg iets onder het toe­stel.
Het toestel raakt andere toestellen of meubels aan: Schuif het toestel van de meubels of andere toestellen weg.
Laden, korven of legplaten trillen of knellen: Controleer de uit neembare onderdelen en zet ze eventueel opnieuw op hun plaats.
Flessen of recipiënten raken elkaar: Schuif de flessen of reci piënten wat uit elkaar.
De snoerhouder hangt nog tegen de achterzijde van het toe stel: Neem de snoerhouder weg.
-
-
-
29
Technische Dienst van Miele/garantie
Neem in geval van storingen die u zelf niet kan verhelpen, contact op met
uw Miele-handelaar
^
of
de Technische Dienst van Miele.
^
Het adres en de telefoonnummers van onze Technische Dienst vindt u op de rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet, geef dan a.u.b. altijd het type- en het machinenummer van uw toestel op. Deze gegevens vindt u op het type plaatje binnen in het toestel.
Duur en voorwaarden van de garantie
De duur van de garantie bedraagt 2 jaar.
Meer informatie over de garantievoor­waarden kan u bekomen op onze site of per telefoon bij Miele. Zie keerzijde van deze gebruiksaanwijzing.
-
30
Dit toestel wordt aansluitklaar geleverd, is dus voorzien van snoer en stekker. Het apparaat is geschikt om te worden aangesloten op eenfasige stroom 220 - 240 V, 50 Hz. Dit toestel mag en kel op een degelijk geaard stopcontact worden aangesloten.
Om de veiligheid te verhogen, verdient het aanbeveling een verliesstroomscha kelaar met een uitschakelstroom van 30 mA voor het toestel te schakelen.
U dient smeltveiligheden van 10 A te voorzien.
Plaats het stopcontact naast of vlakbij het toestel. Dat dient vlot toegankelijk te zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren om het toestel op het stroomnet aan te sluiten. Die waarborgen niet de nodige veilig­heid. Er is risico van oververhitting.
-
Elektrische aansluiting
-
Sluit uw toestel niet aan op stroomom­zetters die bij apart werkende stroom­voorziening worden gebruikt, bv. bij zonne-energie. Bij het inschakelen van uw toestel kunnen er anders span ningspieken optreden waardoor het voor uw veiligheid wordt uitgeschakeld. Daardoor kan de elektronische bestu ring echter schade oplopen!
Gebruik uw toestel ook niet met zoge heten stroomsparende stekkers. Daardoor wordt de stroomtoevoer naar het toestel immers beperkt zodat het toestel te warm wordt.
Dient het aansluitsnoer te worden vervangen, dan mag dat enkel worden uitgevoerd door een erkend elektricien.
-
-
-
31
Opmerkingen omtrent de montage
Ventilatie
Zolang het toestel niet ingebouwd is, kan het nog kantelen!
Plaats van opstelling
Kies geen plaats vlak naast een fornuis, een radiator of bij een venster vlak in de zon. Hoe hoger de kamertempera tuur oploopt, hoe langer de compressor draait en hoe meer stroom er wordt ver bruikt. Geschikt is een droog, degelijk geventileerd vertrek.
Klimaatklasse
Dit toestel is geschikt voor een be­paalde klimaatklasse of categorie van omgevingstemperatuur. Die tempera­tuur dient binnen zekere grenzen te blij­ven. De klimaatklasse vindt u terug op het typeplaatje binnen in het toestel.
Klimaatklasse Kamertemperatuur
SN
N
ST
T
Lagere kamertemperaturen doen de compressor langer stilstaan. Dat kan de temperatuur in het toestel doen stijgen. Zo kan diepvrieswaar zelfs eventueel lichtjes gaan ontdooien.
+10 °C tot +32 °C +16 °C tot +32 °C +18 °C tot +38 °C +18 °C tot +43 °C
Tegen de rugzijde van het toestel wordt de lucht verwarmd. Daarom moet de in bouwkast een degelijke luchttoevoer en
-afvoer mogelijk maken. Dan is een on berispelijke ventilatie gewaarborgd. Bij Miele-keukenmeubelen is dat reeds voorzien.
-
Voor de luchtcirculatie dient u aan de
­achterzijde van het toestel een kanaal
van minstens 50 mm diep te voorzien.
De lucht wordt via de sokkel van de keukenkast toegevoerd. De doorsnede van dat luchtcirculatiekanaal moet min­stens 200 cm lucht ongehinderd circuleren. Anders gaat de compressor meer draaien, wat het stroomverbruik opvoert.
Dek de luchttoevoer- en luchtafvoer­openingen niet af. Maak die ook ge­regeld stofvrij.
Voor u het toestel inbouwt
^
Verwijder eerst de bevestigingslijst, de afdichtingsband en het overige toebehoren uit het toestel en van de achterzijde.
^
Verwijder de snoerhouder van de achterzijde van het toestel.
2
groot zijn. Dan kan de
-
-
32
^
Zie na of alle onderdelen aan de ach terzijde van het toestel vrij kunnen bewegen. Buig ze eventueel voor zichtig van mekaar weg.
-
-
Inbouwafmetingen
Toestel A [mm] B [mm]
K 5224 iF 874 876 + 4
K 5324 iF 1021 1021 + 7
K 5424 iF 1221 1225 + 4
33
Het veranderen van de draairichting van de deur
Voor u het toestel inbouwt, dient u na te gaan naar welke zijde de deur moet opengaan. Als de scharnieren links moeten staan, moet u ze verplaatsen.
Toesteldeur
Trek de afdekplaatjes af.
^
Draai de schroeven uit het toestel en
^
draai ze een stukje in de gaten aan de andere zijde. Voorzie een afstand van ca. 5 mm tussen het toestel en de kop van de schroef.
^ Draai de schroeven in de scharnieren
iets los a.
^
Schuif de deur naar buiten en neem ze naar voren toe af b.
34
^
Schroef de scharnieren van de toe steldeur, verplaats ze in diagonale richting op de toesteldeur om en schroef ze vast.
-
Het veranderen van de draairichting van de deur
Verplaats eerst het scharnier voor de deur van het vriesvak omdat u deze deur gemakkelijker kunt mon teren wanneer de toesteldeur weggenomen is.
Deur van het vriesvak
^ Trek de bout a uit de deur van het
vriesvak en neem de deur van het vriesvak weg b.
-
Draai de deur van het vriesvak 180°
^
en plaats ze op de bovenste bout a. Plaats de onderste bout b.
Toesteldeur monteren
^
Plaats de bovenste bout op de te genoverliggende zijde. Doe dit ook met het grendelstuk en de sluit­haak.
^
Sluit de vrije gaten met de bijgele verde stoppen af.
^
Hang de deur aan de voorgemon teerde schroeven a en schuif de
-
-
deur dan naar binnen b.
^
Draai de schroeven vast.
^
Sluit de vrije gaten met de afdek plaatjes af.
-
-
35
Toestel inbouwen
Alle montagestappen zijn beschre ven voor een toestel met rechts scharnierende deur. Als u de deur scharnieren links gemonteerd hebt, moet u daarmee bij de verschillende montagestappen rekening houden.
Inbouw in een muurscheiding
Als het toestel in een muurscheiding wordt ingebouwd, moet de achterzijde van de inbouwnis ter hoogte van het toestel worden afgedekt.
Gewicht van de meubeldeur
-
-
Inbouwnis nivelleren
-
Voordat u de meubeldeur monteert, dient u te controleren of de te monteren meubeldeur niet te veel weegt:
Maximaal gewicht
Toestel
K 5324 iF 13,5 kg
Gemonteerde meubeldeuren die meer wegen dan het maximaal toe gelaten gewicht kunnen tot bescha diging van de scharnieren leiden!
van de meubeldeur (in kg)
-
-
Voor u het toestel inbouwt, moet u de inbouwnis zorgvuldig nivelleren met een waterpas. De planken van de kast moeten in een hoek van 90° ten opzich­te van elkaar staan.
36
Toestel in gereedheid brengen
^ Schuif de bevestigingsstrip in de
gleuf a en schroef de bevestigings­strip stevig op het toestel b.
Toestel inbouwen
^ Steek het bevestigingsstuk onderaan
op het toestel.
^
Kort de boordband in volgens de hoogte van de nis.
^
Neem de afstandsstukken uit het toe behoren. Als de zijwanden van de nis 19 mm dik zijn, moet het bovenste deel met het opschrift "16" worden afgesneden met een schaar.
-
37
Toestel inbouwen
^ Klem de afstandsstukken op de
scharnieren.
Toestel inbouwen
^
Schuif het toestel in de inbouwnis. Let erop dat de aansluitkabel niet gekneld raakt wanneer u het toestel op zijn plaats schuift.
^ Schuif het toestel diep genoeg in de
inbouwnis, tot de bevestigingsstrip bovenaan (A) en de aanslag van het bevestigingsstuk onderaan (B) tegen de rand van het meubel komen en de scharnieren gelijk komen met de voorkant van het meubel (C, D).
^ Duw het toestel langs de scharnier-
kant tegen de wand. Als de afstand aan de scharnieren (C en D) verschil lend is, compenseert u het verschil door iets onder het toestel te plaatsen.
-
38
^ Schroef het toestel zijdelings a,bo-
venaan b en onderaan c op de nis vast.
^ Klem de afdekking d vast.
Toestel inbouwen
Meubeldeur bevestigen
^ Schroef de regelstrip van de toestel-
deur.
^
Steek de boordband a tussen het toestel en de nisbodem.
^
Maak de aanslag b los van het be vestigingsstuk.
-
^
Plaats het frontpaneel zo dat het bo venaan gelijk komt met de naastliggende frontpanelen
-
39
Toestel inbouwen
(A), en teken de bovenkant van de toesteldeur af op het frontpaneel (B).
Draai de regelbouten in de toestel
^
deur uit, zodat er een afstand van ca. 5,5 mm ontstaat.
-
^ Teken met een potlood dunnetjes
een middellijn (C) op de meubeldeur en plaats de regelstrip zo op de meu beldeur, dat de markering in de regelstrip op de middellijn ligt.
^
Als in de meubeldeur nog geen ga ten voorgeboord zijn, tekent u de boorgaten af en boort u met behulp van een boor van 2 mm gaten van ca. 12 mm diepte.
^
Schroef de regelstrip vast.
40
-
-
^
Hang de meubeldeur op de regelbouten a en schroef de blok keerschroeven handmatig in b.
-
Sluit de toesteldeur en controleer de
^
deurafstand ten opzichte van de naastliggende meubeldeuren. De deurafstand moet ca. 1 mm bedra­gen.
^ Plaats de meubeldeur op één lijn met
de naastliggende meubeldeuren: De hoogteaanpassing A verkrijgt u door de regelbouten a te verdraaien, de zijdelingse aanpas­sing B verkrijgt u door de meubel­deur te verschuiven en de diepteaanpassing door lichtjes tegen de meubeldeur te duwen of eraan te trekken.
Toestel inbouwen
^ Als de bevestigingsprofielen nog niet
op het toestel bevestigd zijn, beves­tigt u ze onderaan en zijdelings op de toesteldeur. Bij een grote toesteldeur gebruikt u aan de zijkant twee bevestigings- profielen. Als er geen gaten voorge­boord zijn, tekent u de boorgaten af en brengt u met een hamer en de bij­geleverde spijker op de markeringen kleine kuiltjes aan. Vervolgens draait u de schroeven in.
^
Draai de blokkeerschroeven vast.
41
Toestel inbouwen
^ Verbind de toesteldeur met de meu-
beldeur door schroeven door de be­vestigingsprofielen te draaien.
^
Bevestig de afdekkingen.
^ Steek de boordband in de spleet tus-
sen het toestel en de zijwand van de nis. (A= kant van het toestel, B = kant van de niswand)
42
43
Wijzigingen voorbehouden / 1210
K 5324 iF
M.-Nr. 07 832 830 / 00
Loading...