Lees absoluut de gebruiks- en montageaanwijzing voor u het toestel
opstelt, installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
M.-Nr. 09 760 620nl-BE
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................5
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................8
Hoe kunt u energie besparen? ......................................16
Toestel in- en uitschakelen .........................................18
temperatuurinsteltoetsen voor de
koelzone
(X voor kouder; Y voor warmer)
f Sensortoetsen/symbolen voor het in-
stellen van de luchtvochtigheid in de
MasterFresh-lade
(sensortoetsen/symbolen links: hoge
luchtvochtigheid;
sensortoetsen/symbolen rechts: lage
luchtvochtigheid)
g Aan-uittoets voor de functie
"Super koelen"
h Sensortoets voor het temperatuur-
/deuralarm (alleen zichtbaar wanneer
het temperatuur-/deuralarm geactiveerd is)
5
Beschrijving van het toestel
a Boter- en kaasvak
b Legplaat
c Rek
d Ver uittrekbare lade
e Bedieningspaneel
f Tuimelschakelaar voor het in- en
uitschakelen van het complete
toestel
g Speciale filters voor de luchtvochtig-
heid in de MasterFresh-laden
h MasterFresh-laden
6
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal gekozen dat door het milieu wordt verdragen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof gespaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk containerpark. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functioneren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde behandeling kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het
milieu. Verwijder het afgedankte apparaat dan ook nooit met het gewone afval.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalingen.
Een verkeerd gebruik kan nochtans tot lichamelijk letsel en materiële schade leiden.
Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig
door, voordat u het toestel in gebruik neemt. Daarin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de montage, de veiligheid,
het gebruik en het onderhoud. Dit is in het belang van uw veiligheid en voorkomt schade aan het toestel.
Wanneer deze niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding zodat u deze kunt
doorgeven aan een eventuele volgende bezitter.
,
Gevaar voor letsel!
Het toestel is zeer zwaar en kan wanneer de deur open staat,
naar voren hellen. Hou de toesteldeur gesloten tot het toestel ingebouwd is en volgens de gebruiks- en montageaanwijzing in de
inbouwnis is vastgezet.
Juist gebruik
Dit toestel is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
~
gelijkaardige omgevingen.
Het is niet bestemd voor gebruik buiten.
Gebruik het toestel uitsluitend in huishoudelijke context voor het
~
koelen en bewaren van levensmiddelen.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het toestel is niet geschikt voor het bewaren en koelen van
~
geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of andere
gelijkaardige stoffen of producten die ten grondslag liggen aan de
richtlijn betreffende medische hulpmiddelen. Door een verkeerd gebruik van het toestel kunnen producten worden beschadigd of kunnen bederven. Bovendien is het toestel ook niet geschikt voor gebruik in explosieve omgevingen.
Miele is niet verantwoordelijk voor schade die werd veroorzaakt
doordat het toestel voor andere doeleinden werd gebruikt of verkeerd werd bediend.
Personen die op grond van hun fysieke of psychische
~
gesteldheid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van het toestel
niet in staat zijn het toestel veilig te bedienen, mogen ze alleen onder toezicht bedienen of wanneer ze worden geïnstrueerd door
iemand die het apparaat kent.
Ze moeten het mogelijke gevaar van een verkeerde bediening kunnen herkennen en begrijpen.
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het toestel
~
worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het toestel zonder toezicht ge-
~
bruiken, maar alleen als ze weten hoe het toestel werkt en wat voor
gevaar zij lopen wanneer ze het fout bedienen.
Kinderen mogen het toestel niet zonder toezicht reinigen of on-
~
derhouden.
Hou kinderen die in de buurt van het toestel komen in het oog.
~
Zorg ervoor dat ze nooit met het toestel spelen.
Ter hoogte van de scharnieren van de toesteldeur is er gevaar
~
voor verwondingen. Hou kinderen weg van de scharnieren!
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Risico op verstikking! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in
~
verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en
daardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten
het bereik van kinderen.
Technische veiligheid
Het koelmiddelcircuit is op lekkage gecontroleerd. Het toestel vol-
~
doet aan de geldende veiligheidsvoorschriften en de relevante EUrichtlijnen.
Dit toestel bevat het koelmiddel isobutaan (R600a), een natuurlijk
~
gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.
Maar het gebruik van dit milieuvriendelijk koelmiddel heeft wel geleid tot meer lawaai als het toestel aanstaat. Er kunnen afgezien van
de geluiden van de compressor stromingsgeluiden in het hele
koelcircuit optreden. Deze effecten zijn helaas niet te vermijden,
maar hebben geen invloed op de capaciteit van het toestel.
Let er bij het transport en bij de inbouw/plaatsing op dat geen onderdelen van het koelcircuit worden beschadigd. Vrijkomend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken!
In geval van beschadiging:
– vermijd open vuur of ontstekingsbronnen,
– ontkoppel het toestel van het elektriciteitsnet,
– verlucht gedurende enkele minuten het vertrek waarin het toestel
staat en
– neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Hoe meer koelmiddel er in een toestel voorhanden is, hoe groter
~
het vertrek moet zijn waar het toestel wordt opgesteld. In te kleine
vertrekken kan zich bij lekkage een brandbaar mengsel van gas en
lucht vormen.
De kamer moet per 8 g koelmiddel minstens 1 m
veelheid koelmiddel staat op het typeplaatje binnenin het toestel.
De aansluitgegevens (zekering, frequentie en spanning) op het
~
typeplaatje van het toestel moeten absoluut overeenstemmen met
deze van het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan uw toestel.
Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van het toestel is uitsluitend gegaran-
~
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Laat de elektrische
installatie bij twijfel door een elektricien inspecteren.
Is de aansluitkabel beschadigd, laat dan een nieuwe installeren
~
door een vakman of vakvrouw die door Miele erkend is. Zo vermijdt
u risico's voor wie het toestel gebruikt.
3
groot zijn. De hoe-
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
~
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Dit in verband met gevaar
voor oververhitting.
Wanneer er vocht terechtkomt op onderdelen van het toestel die
~
onder spanning staan of de aansluitkabel, kan dat een kortsluiting
veroorzaken.
Plaats het toestel daarom nooit in vochtige vertrekken zoals garage
of waskeuken waar gevaar dreigt door spatwater.
Dit toestel mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip)
~
worden gebruikt.
Controleer voordat het toestel wordt geplaatst, of het zichtbaar
~
beschadigd is. Een beschadigd toestel mag niet worden geplaatst
en niet in gebruik worden genomen.
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik uw toestel enkel in ingebouwde toestand. Enkel dan is
~
een veilige werking gewaarborgd.
Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet het
~
toestel van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Dit is pas het geval wanneer:
– de zekeringen in uw zekeringkast zijn uitgeschakeld of
– de schroefzekeringen in uw zekeringkast zijn helemaal uitge-
draaid of
– als de aansluitkabel van het elektriciteitsnet losgekoppeld is.
Trek bij aansluitkabels met een stekker niet aan de kabel maar
aan de stekker om het toestel los te koppelen van het elektriciteitsnet.
Door ondeskundig uitgevoerde installaties, onderhoudswerken of
~
herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's ontstaan voor
de gebruiker. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen
alleen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend
zijn.
Het recht op garantie vervalt wanneer het toestel door een
~
klantendienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat deze ten
~
volle voldoen aan de eisen qua veiligheid. Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-wisselstukken worden vervangen.
12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Efficiënt gebruik
Het toestel is bestemd voor een bepaalde klimaatklasse (kamer-
~
temperatuur), waarvan de grenzen moeten worden aangehouden.
De klimaatklasse is vermeld op het typeplaatje aan de binnenruimte
van het toestel. Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat
de compressor voor langere tijd afslaat, zodat het toestel de vereiste
temperatuur niet kan aanhouden.
De luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen mogen niet afgedekt of
~
afgesloten worden.
Een goede luchtgeleiding is dan niet meer gewaarborgd. Een hoger
energieverbruik en schade aan onderdelen kunnen niet worden uitgesloten.
Als u in het toestel of in de deur vet- of oliehoudende levensmid-
~
delen bewaart, dient u ervoor te zorgen dat eventueel uitlopend vet
of uitlopende olie niet in contact komt met de kunststofonderdelen.
Daardoor kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan die
dan breekt of scheurt.
Bewaar geen explosieve stoffen en geen producten met brand-
~
bare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het toestel. Door de elektrische onderdelen kunnen explosieve gasmengsels ontsteken en
brand of explosies veroorzaken.
Gebruik geen elektrische toestellen in het toestel (bijv. om softijs
~
te maken). Door vonkvorming ontstaat
explosiegevaar.
Plaats dranken met een hoog alcoholpercentage enkel rechtop
~
en goed afgesloten in de koelzone. Er is ontploffingsgevaar!
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als u levensmiddelen eet die te lang bewaard zijn, bestaat er ge-
~
vaar voor voedselvergiftiging.
De bewaarduur is afhankelijk van diverse factoren, zoals de versheid, de kwaliteit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop
ze worden bewaard. Let op de houdbaarheidsdatum en op de
bewaarinstructies van de fabrikant van de levensmiddelen.
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat
~
garantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemonteerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of
productaansprakelijkheid.
Reiniging en onderhoud
Behandel de deurdichting niet met olie of vet.
~
Daardoor wordt de deurdichting na verloop van tijd poreus.
De stoom van een stoomreiniger kan in aanraking komen met de-
~
len die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen en ontdooien van het toestel nooit een
stoomreiniger.
Gebruik geen voorwerpen met scherpe punt of rand om
~
– rijm- en ijslagen te verwijderen
– vastgevroren bakjes voor ijsblokjes en levensmiddelen los te wrik-
ken.
Daardoor beschadigt u de koelelementen en functioneert het toestel
niet meer correct.
Plaats nooit elektrische verwarmingstoestellen of kaarsen in het
~
toestel om het te ontdooien. De kunststof zou beschadigd raken.
Gebruik geen ontdooisprays of producten om ijs te verwijderen.
~
Deze kunnen immers explosieve gassen vormen, bevatten mogelijk
oplos- of drijfmiddelen die de kunststof aantasten of zijn mogelijk
schadelijk voor de gezondheid.
14
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wat met het oude toestel
Vernietig het deurslot van uw toestel als u het afdankt.
~
Op die manier voorkomt u dat spelende kinderen zichzelf in het
toestel opsluiten, wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het koelcircuit, bijv. door
~
– koelmiddelkanalen van het verdampsysteem open te prikken,
– buizen te knikken,
– oppervlaktecoatings weg te krabben.
Als er koelmiddel naar buiten spuit, kan dat oogletsels veroorzaken.
15
Hoe kunt u energie besparen ?
Opstellen/
onderhouden
Temperatuurinstelling
Normaal
energieverbruik
In een verluchte ruimte.In een gesloten,
Beschermd tegen
rechtstreekse zonnestralen.
Niet naast een warmtebron
(verwarmingselement, fornuis).
Bij een ideale kamertemperatuur van 20 °C.
Dek de luchttoevoer- en
luchtafvoeropeningen niet
af. Verwijder regelmatig het
stof van de luchttoevoer- en
luchtafvoeropening.
Koelzone 4 tot 5° CBij een lage temperatuur-
MasterFresh-zone dicht bij
1,5°C
Verhoogd
energieverbruik
niet-verluchte ruimte.
Bij directe zonnestraling.
Naast een warmtebron (verwarmingselement, fornuis).
Bij een hoge
kamertemperatuur.
Als de luchttoevoer- en
luchtafvoeropeningen afgedekt zijn of onder het stof zitten.
instelling: hoe lager de
koel-/vrieszonetemperatuur,
hoe hoger het energieverbruik!
16
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal
energieverbruik
GebruikLaat de schuifladen, legplaten
en rekken zoals ze waren toen
het toestel werd geleverd.
Open de toesteldeur alleen
indien nodig en altijd zo kort
mogelijk.
Schik de levensmiddelen in
het toestel.
Neem een koeltas mee wanneer u boodschappen doet en
leg de levensmiddelen snel in
het toestel.
Plaats levensmiddelen die u
uit het toestel haalt altijd zo
snel mogelijk terug, voordat ze
te veel opwarmen.
Laat warme gerechten en
dranken eerst buiten het
toestel afkoelen.
Verhoogd
energieverbruik
Deur vaak en lang openen betekent koudeverlies en
instroom van warme
omgevingslucht. Het toestel
heeft tijd nodig om de temperatuur te verlagen en de compressor moet langer werken.
Warme gerechten en levensmiddelen die opgewarmd zijn
tot buitentemperatuur, brengen warmte in het toestel.
Het toestel probeert te koelen
en de compressor werkt langdurig.
Levensmiddelen goed verpakt
of goed afgedekt inladen.
Leg ingevroren producten in
de koelzone om ze te ontdooien.
Doe de vakken niet te vol zodat de lucht kan circuleren.
Wanneer vloeistoffen in de
koelzone verdampen en
condenseren, leidt dat tot
verlies van het koelvermogen.
17
Toestel in- en uitschakelen
Vóór het eerste gebruik
^ Reinig de binnenruimte en het toebe-
horen. Gebruik daarvoor lauw water.
Wrijf daarna alles droog met een
doek.
Als het toestel liggend is getransporteerd, laat u het toestel na het
transport ca. 8 uur staan voordat u
het aansluit.
Dit is zeer belangrijk voor de latere
werking!
Om zeker te zijn dat de temperatuur
laag genoeg is, dient u het toestel
enkele uren te laten voorkoelen
voordat u voor het eerst levensmiddelen in het toestel plaatst.
Let op: Het toestel is niet van het
elektriciteitsnet losgekoppeld wanneer u het via de tuimelschakelaar
uitschakelt!
Toestel inschakelen
^ Open de deur van het toestel.
^ Druk op de tuimelschakelaar.
Van voren af gezien bevindt de tuimelschakelaar zich aan de rechterkant, onder het bedieningspaneel.
Alle toestelzones worden altijd samen in- of uitgeschakeld.
Het toestel begint te koelen en de binnenverlichting schakelt in als de
toesteldeur wordt geopend.
Ook brandt de thermometertoets op het
bedieningspaneel.
Toestel bedienen
U kunt dit toestel bedienen door de
sensortoetsen aan te raken (te selecteren).
Onthou het volgende:
– Een sensortoets met een witte kleur
geeft aan dat u deze kunt selecte-ren (d.w.z. aanraken).
– Een sensortoets met een gele kleur
geeft aan dat deze is geselecteerd.
^ Raak de thermometertoets aan, zodat
deze geel oplicht.
Op het bedieningspaneel ziet u nu de
sensortoetsen voor de drie
toestelzones: de koelzone, de bovenste
MasterFresh-lade en de onderste
MasterFresh-lade.
18
Toestel in- en uitschakelen
Als u de instellingen van het toestel wilt
wijzigen (bijv. temperatuur instellen),
^ raakt u de sensortoets voor de
toestelzone aan waarvoor u de instellingen wilt wijzigen.
De aangeraakte sensortoets licht geel
op. Afhankelijk van de geselecteerde
toestelzone kunt u nu een aantal sensortoetsen op het bedieningspaneel
aanraken.
Afhankelijk van de geselecteerde
toestelzone kunt u nu
– de temperatuur instellen,
– de functie "Super koelen" selecteren
of
– de luchtvochtigheid in de
MasterFresh-laden instellen.
Meer informatie vindt u in de desbetreffende rubrieken.
Als u een toestelzone wilt deselecteren,
^ raakt u opnieuw de sensortoets voor
de geselecteerde toestelzone aan,
zodat deze wit oplicht. U kunt ook direct een andere sensortoets aanraken.
Als u naar de normale modus wilt gaan,
^ raakt u de thermometertoets aan, zo-
dat deze wit oplicht.
De nieuwe instellingen worden opgeslagen.
Ook als u de thermometertoets niet
aanraakt, schakelt de elektronische besturing na enige tijd over naar de normale modus.
Toestel uitschakelen
^ Druk op de tuimelschakelaar.
De koeling en de binnenverlichting worden uitgeschakeld.
19
Toestel in- en uitschakelen
Andere instellingen
Andere instellingen kunt u wijzigen terwijl het toestel in de instelmodus staat.
Wanneer het toestel in de instelmodus
staat, kunt u bepaalde toestelfuncties
selecteren en de instellingen voor deze
functies wijzigen. Deze worden beschreven in de desbetreffende rubrieken.
Overzicht van de selecteerbare
toestelfuncties in de instelmodus:
ToestelfunctieWeerge-
geven
tekst
Toestel in de
instelmodus zetten of
de instelmodus verlaten
Temperatuureenheid
kiezen (zie rubriek "De
juiste temperatuur")
Geen functie geselecteerd
Toetsgeluid in-/uitschakelen (zie rubriek
"Toestel in- en uitschakelen")
;
†
;
=
Toetsgeluid in-/uitschakelen
Als u niet wilt dat er een geluid
weerklinkt telkens als u een sensortoets
aanraakt, kunt u het toetsgeluid uitschakelen.
^ Raak de thermometertoets aan, zodat
deze geel oplicht.
^ Raak de sensortoets voor de koelzo-
ne aan, zodat deze geel oplicht.
^ Onthou de positie van de toets X,
maar raak deze toets nog niet aan!
^ Raak de thermometertoets aan tot
deze wit oplicht en alle andere
toetsen uitgaan.
^ Plaats een vinger op de positie van
de toets X en laat uw vinger op de
toets rusten.
^ Terwijl uw vinger op de toets X rust,
raakt u 1 keer de thermometertoets
aan.
20
Toestel in- en uitschakelen
^ Hou uw vinger nog 4 seconden op
de toets X, tot de toetsen c en Y oplichten.
^ Raak zo vaak de toets X aan tot b
wordt weergegeven op het temperatuurdisplay.
^ Raak opnieuw de thermometertoets
aan.
^ U kunt nu instellen of het toetsgeluid
moet uitgeschakeld of ingeschakeld
zijn. Raak hiertoe de toets X aan.
= 0: toetsgeluid is uitgeschakeld
= 1: toetsgeluid is ingeschakeld
= –: terug naar het menu
^ Nadat u een instelling hebt geselec-
teerd, raakt u ter bevestiging de
thermometertoets aan.
^ Raak zo vaak de toets X aan tot ;
wordt weergegeven op het temperatuurdisplay.
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd
niet gebruikt, gaat u als volgt te werk:
^ schakel het toestel uit,
^ trek de stekker uit of schakel de des-
betreffende zekering in uw
zekeringkast uit,
^ reinig het toestel,
^ laat de toesteldeur op een kier staan
om geurvorming te vermijden.
Als het toestel bij langdurige afwezigheid wordt uitgeschakeld maar
niet gereinigd, bestaat er gevaar
voor schimmelvorming als de
toesteldeur gesloten blijft.
^ Raak de thermometertoets aan.
U hebt de instelmodus verlaten.
Wanneer het toestel in de
instelmodus staat, wordt het deuralarm automatisch onderdrukt. Zodra de toesteldeur wordt gesloten,
wordt het deuralarm weer geactiveerd.
21
De juiste temperatuur
Bij het bewaren van levensmiddelen is
een juiste temperatuurinstelling zeer
belangrijk. Levensmiddelen bederven
snel ten gevolge van microorganismen. Door de juiste
bewaartemperatuur te gebruiken kan
dit proces echter worden voorkomen of
vertraagd. De temperatuur beïnvloedt
de groeisnelheid van de microorganismen. Hoe lager de temperatuur,
hoe langzamer dit proces verloopt.
De temperatuur in het toestel stijgt
– als u vaak en gedurende lange tijd
de toesteldeur opent,
– hoe meer levensmiddelen er worden
bewaard,
– als de verse levensmiddelen warm
zijn,
– als de omgevingstemperatuur van
het toestel hoog is.
Het toestel is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse (bereik
van de kamertemperatuur) waarvan
de onder- en bovengrens
gerespecteerd moeten worden.
Automatische temperatuurverdeling (DynaCool)
Als de koeling inschakelt, schakelt het
toestel automatisch ook de ventilator in.
Op die manier wordt de koelte gelijkmatig verdeeld in de koelzone, zodat
de levensmiddelen allemaal ongeveer
op dezelfde temperatuur worden gekoeld.
Temperatuur in de koelzone
instellen
^ Raak de thermometertoets aan, zodat
deze geel oplicht.
^ Raak de sensortoets voor de koelzo-
ne aan, zodat deze geel oplicht.
...indekoelzone en in de
MasterFresh-laden
Voor de koelzone raden we een koeltemperatuur van 4°Caan.
In de MasterFresh-laden wordt de temperatuur automatisch geregeld en bedraagt de temperatuur ongeveer 1,5°C.
22
^ De temperatuur kunt u met de
toetsen aan weerszijden van het
temperatuurdisplay instellen.
Temperatuur instellen:
Toets X : lagere temperatuur instellen
Toets Y : hogere temperatuur instellen
Tijdens het instellen wordt de
insteltemperatuur knipperend weergegeven.
De juiste temperatuur
– Toets 1 keer aanraken:
De temperatuurwaarde wijzigt in
stappen van 1 °C.
– Vinger laten rusten op de toets:
De temperatuurwaarde wijzigt
ononderbroken.
Als de laagste of hoogste instelbare
temperatuur is bereikt, gaat respectievelijk de sensortoets X of Y uit.
Het temperatuurdisplay op het bedieningspaneel geeft altijd de ge-wenste temperatuur weer.
Als u de temperatuur hebt gewijzigd,
controleert u deze na ca. 6 uur als er
weinig voedsel in het toestel zit en na
ca. 24 uur als het toestel volledig gevuld is. Pas dan heeft het toestel de
gekozen temperatuur werkelijk bereikt.
Als de temperatuur na die tijd te hoog
of te laag is, stelt u een andere temperatuur in.
Mogelijke
temperatuurinstellingen
De temperatuur kan als volgt worden
ingesteld:
– In de koelzone: van 2 °C tot 8 °C.
De tijd die nodig is om de laagste
temperatuur te bereiken, is afhankelijk van de opstelplaats en van de
omgevingstemperatuur. Bij een
hoge omgevingstemperatuur kan de
laagste temperatuur niet altijd worden bereikt.
Temperatuureenheid
(Fahrenheit/Celsius)
De temperatuur kan in Celsius of
Fahrenheit worden weergegeven.
^ Raak de thermometertoets aan, zodat
deze geel oplicht.
^ Raak de sensortoets voor de koelzo-
ne aan, zodat deze geel oplicht.
^ Onthou de positie van de toets X,
maar raak deze toets nog niet aan!
^ Raak de thermometertoets aan tot
deze wit oplicht en alle andere
toetsen uitgaan.
^ Plaats een vinger op de positie van
de toets X en laat uw vinger op de
toets rusten.
^ Terwijl uw vinger op de toets X rust,
raakt u 1 keer de thermometertoets
aan.
^ Hou uw vinger nog 4 seconden op
de toets X, tot de toetsen c en Y oplichten.
23
Loading...
+ 53 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.