Miele K 14827 SD, K 14827 SD ed, K 14827 SD cs, K 14827 SD cs-1 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing en montage handleiding
Koelkast
-
met PerfectFresh-zone en DynaCool K 14827 SD K 14827 SD ed/cs (-1)
nl-BE
M.-Nr. 09 559 290
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................5
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................8
Hoe kunt u energie besparen? ......................................16
Het toestel in- en uitschakelen ......................................18
Vóór het eerste gebruik .............................................18
Reiniging en onderhoud ..........................................18
Het toestel bedienen ...............................................18
Instelmodus ......................................................19
Toetsgeluid in-/uitschakelen .......................................19
Vergrendeling in-/uitschakelen .....................................20
Bij langdurige afwezigheid ..........................................21
De juiste temperatuur .............................................22
...indekoelzone en in de Perfect-Fresh-zone ..........................22
Automatische temperatuurverdeling (DynaCool) .........................22
Temperatuur instellen ..............................................22
Mogelijke instelwaarden voor de temperatuur .........................23
Temperatuur in de PerfectFresh-zone instellen...........................23
Temperatuurindicator ..............................................24
De lichtsterkte van de temperatuurindicator wijzigen ...................24
Waarschuwingssignaal ............................................25
Deuralarm vroeger uitschakelen ......................................25
Deuralarm inschakelen .............................................25
Super koelen ....................................................26
De functie Super koelen ............................................26
Levensmiddelen in de koelzone bewaren .............................27
Verschillende koelgedeelten .........................................27
Niet geschikt voor de koelkast.........................................28
Waarop moet u letten wanneer u levensmiddelen koopt .....................28
Levensmiddelen juist bewaren .......................................28
Onverpakte dierlijke en plantaardige levensmiddelen ..................28
Levensmiddelen in de PerfectFresh-zone bewaren .....................29
Bewaartemperatuur ................................................29
Luchtvochtigheid ..................................................29
Levensmiddelen bewaren in de vakken van de PerfectFresh-zone ...........29
Droog vak .....................................................29
Vochtig vak ....................................................30
Inhoud
De binnenruimte indelen ...........................................33
De legplaten verplaatsen............................................33
Tweedelige legplaat ...............................................33
Opdienset/flessenrek verplaatsen .....................................34
Universele box ....................................................35
De flessenhouder verschuiven .......................................35
Automatisch ontdooien............................................36
Koelzone en PerfectFresh-zone.......................................36
Reiniging en onderhoud ...........................................37
Binnenruimte, toebehoren ...........................................38
Toesteldeur, zijwanden .............................................39
Ventilatieopeningen ................................................40
Deurdichting .....................................................40
Achterzijde – metalen rooster ........................................40
Actieve-koolfilters ................................................42
Actieve-koolfilters vervangen.........................................42
Actieve-koolfilters later vervangen ..................................42
Wat gedaan als...?..............................................44
Waar bepaalde geluiden vandaan komen .............................46
Service After Sales van Miele/garantie ...............................47
Duur en voorwaarden van de garantie ...............................47
Informatie voor handelaars.........................................48
Demo-functie .....................................................48
Elektrische aansluiting ............................................49
Opstelinstructies .................................................50
Side-by-side opstelling .............................................50
Opstelplaats......................................................50
Klimaatklasse ..................................................51
Luchttoevoer en -afvoer.............................................51
Toestel met bijgeleverde wandafstandhouders ..........................51
Toestel opstellen ..................................................52
Toestel nivelleren ..................................................52
Toesteldeur ondersteunen...........................................52
Afmetingen van het toestel ..........................................53
De draairichting van de deur veranderen .............................54
Inhoud
Toesteldeur uitlijnen ..............................................63
Voor toestellen met een in de hoogte verstelbare toesteldeur
(roestvrijstalen toestellen) .........................................63
Het toestel inbouwen..............................................64
Beschrijving van het toestel
a Aan-uitsensortoets
b Sensortoets voor "Super koelen"
c Sensortoets voor het instellen van de
temperatuur (X voor kouder)
d Controlelampje van de vergrendeling
(brandt wanneer de vergrendeling ingeschakeld is)
e Temperatuurindicator
f Koelsymbool
g Sensortoets voor het instellen van de
temperatuur (Y voor warmer)
h Uitschakelsensortoets voor het waar
schuwingssignaal (brandt wanneer het deuralarm actief is)
i Actieve-koolfilterlampje
(brandt wanneer de actieve­koolfilters moeten worden vervangen)
-
5
Beschrijving van het toestel
a Ventilator
b Plafondverlichting
c Boter- en kaasvak
d Universele box
e Eierhouder/opdienset
f Flessenrek
g Cassette met actieve-koolfilters
h Legplaat
i Flessenrek
j Flessenhouder
k Gootje en afvoeropening voor het
dooiwater
l Droogvak van de PerfectFresh-zone
m Regelaar voor het instellen van de
luchtvochtigheid in de vochtvakken
n Vochtvakken van de PerfectFresh-
zone
6
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio­neren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde be­handeling kunnen deze stoffen schade­lijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte appa raat dan ook nooit met het gewone af val.
-
-
-
-
-
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige
-
recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af­danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees deze gebruiks- en montageaanwijzing daarom eerst aan dachtig door voordat u het toestel in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent opstelling, veiligheid, gebruik en onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze opmerkingen niet in acht werden genomen.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt!
-
Juist gebruik
Dit toestel is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
~
gelijkaardige omgevingen. Dit toestel is niet bestemd voor gebruik buiten.
-
Gebruik het toestel uitsluitend in huishoudelijke context voor het
~
koelen van levensmiddelen. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het toestel is niet geschikt voor het bewaren en koelen van
~
geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of andere gelijkaardige stoffen of producten die ten grondslag liggen aan de EU-richtlijn 93/42/EEG betreffende medische hulpmiddelen. Ver keerd gebruik van het toestel kan leiden tot aantasting of bederf van de bewaarde producten. Bovendien is het toestel niet geschikt voor gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen. Miele is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander gebruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bediening.
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk-
~
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn dit toestel veilig te bedienen, moeten bij de bediening in het oog worden gehouden. Deze personen mogen het toestel zonder toezicht bedienen, maar alleen wanneer hun de bediening van het toestel zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Ze moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
-
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het toestel
~
worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het toestel zonder toezicht be
~
dienen, maar alleen wanneer hun de bediening ervan zo uitgelegd is dat ze het toestel veilig kunnen bedienen. Ze moeten de eventue le risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
Kinderen mogen het toestel niet zonder toezicht reinigen of onder
~
houden.
Hou kinderen die in de buurt van het toestel komen in het oog.
~
Laat kinderen nooit met het toestel spelen.
-
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gevaar voor verstikking! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen
~
in verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en daardoor verstikken. Hou kinderen uit de buurt van verpakkings materiaal.
Technische veiligheid
Het koelmiddelcircuit heeft een controle op lekkage doorstaan.
~
Het toestel voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften en de relevante EU-richtlijnen.
Dit toestel bevat het koelmiddel isobutaan (R600a), een natuurlijk
~
gas dat het milieu weinig belast maar wel brandbaar is. Het is niet schadelijk voor de ozonlaag en draagt niet bij tot het broeikaseffect. Het gebruik van dit milieuvriendelijke koelmiddel veroorzaakt wel een lichte verhoging van de werkingsgeluiden. Naast werkingsgeluiden van de compressor kunnen er ook stromingsgelui­den te horen zijn die afkomstig zijn van het koelcircuit. Dat is jammer genoeg niet te vermijden, maar heeft geen invloed op de prestaties van het toestel. Let er bij het transporteren en het inbouwen/opstellen van het toestel op dat geen enkel onderdeel van het koelcircuit beschadigd raakt. Wegspattend koelmiddel kan tot oogletsels leiden! Bij beschadiging:
-
Vermijd open vuur of ontstekingsbronnen,
koppel het toestel los van het elektriciteitsnet,
verlucht gedurende enkele minuten het vertrek waarin het toestel staat en
neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Hoe meer koelmiddel er in een toestel zit, hoe groter de ruimte
~
moet zijn waarin het toestel wordt opgesteld. Bij een eventueel lek kan er in een te kleine ruimte een brandbaar mengsel van gas en lucht ontstaan. Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m hoeveelheid koelmiddel is aangegeven op het typeplaatje in het toe stel.
De aansluitgegevens (zekering, frequentie en spanning) op het
~
typeplaatje van het toestel moeten absoluut overeenstemmen met deze van het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan uw toestel. Vergelijk deze gegevens voordat u het toestel aansluit. Vraag bij twijfel inlichtingen aan een elektricien.
De elektrische veiligheid van dit toestel wordt enkel gewaarborgd
~
als het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstal­leerd aardsysteem. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamente­le veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat de elektrische installatie bij twijfel door een elektricien controleren.
3
groot zijn. De
-
Is de aansluitkabel beschadigd, laat dan een nieuwe installeren
~
door een vakman of vakvrouw die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's voor wie het toestel gebruikt.
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
~
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Gebruik deze niet om het toestel aan te sluiten op het elektriciteitsnet.
Wanneer er vocht in aanraking komt met onderdelen van het toe
~
stel die onder spanning staan of de netaansluiting, kan dat een kort sluiting veroorzaken. Gebruik het toestel daarom niet in een ruimte die wordt blootgesteld aan vocht of waterspatten (bijv. garage, washok enz.).
Dit toestel mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip)
~
worden gebruikt.
-
-
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Een beschadigd toestel kan uw veiligheid in gevaar brengen.
~
Controleer of het toestel zichtbaar beschadigd is. Een beschadigd toestel mag u nooit in gebruik nemen.
Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet het
~
toestel van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Het toestel is pas van het elektriciteitsnet losgekoppeld wanneer aan een van deze voorwaarden is voldaan:
De zekeringen in uw zekeringkast zijn uitgeschakeld of
de schroefzekeringen in uw zekeringkast zijn helemaal uitge
draaid of
– de stekker is uit het stopcontact getrokken.
Trek bij aansluitkabels met een stekker niet aan de kabel maar aan de stekker om het toestel los te koppelen van het elektrici­teitsnet.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of
~
herstellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen al­leen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zijn.
-
Het recht op garantie vervalt wanneer het toestel door een klan-
~
tendienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat ze ten
~
volle voldoen aan de eisen qua veiligheid. Defecte onderdelen mo gen enkel worden vervangen door originele Miele-wisselstukken.
12
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Veilig gebruik
Het toestel is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse
~
(bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens moeten worden gerespecteerd. De klimaatklasse is vermeld op het typeplaatje aan de binnenzijde van het toestel. Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat de compressor gedurende een lange tijd stilstaat, zodat het toestel de vereiste temperatuur niet kan aanhouden.
De luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen mogen niet worden af
~
gedekt of afgesloten. Als deze openingen afgedekt zijn, kan er geen goede luchtcirculatie plaatsvinden. Het energieverbruik stijgt en schade aan onderdelen kan niet worden uitgesloten.
Als u in het toestel of in de toesteldeur vet- of oliehoudende le-
~
vensmiddelen bewaart, dient u ervoor te zorgen dat eventueel uitlo­pend vet of uitlopende olie niet in contact komt met de kunststofonderdelen van het toestel. Er kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan, zodat die barst of scheurt.
Bewaar geen explosieve stoffen en geen producten met brand
~
bare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het toestel. Ontvlambare gasmengsels kunnen worden ontstoken door elektrische componen ten. Gevaar voor brand en ontploffing!
Gebruik geen elektrische toestellen in het toestel (bijv. om softijs
~
te maken). Er kunnen vonken ontstaan. Gevaar voor ontploffing!
Plaats dranken met een hoog alcoholpercentage enkel rechtop
~
en goed afgesloten in de koelzone. Gevaar voor ontploffing!
-
-
-
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als u levensmiddelen eet die te lang bewaard werden, bestaat er
~
gevaar voor voedselvergiftiging. De bewaarduur is afhankelijk van diverse factoren, zoals de vers heid en kwaliteit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop ze worden bewaard. Let op de houdbaarheidsdatum en de bewaarinstructies van de fabrikant van de levensmiddelen!
-
Gebruik alleen origineel Miele-toebehoren. Worden er andere on
~
derdelen gemonteerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op ga rantie en/of de productaansprakelijkheid.
Voor roestvrijstalen toestellen geldt het volgende:
Kleef geen herkleefbare notes (post-its), doorzichtige plakband,
~
ondoorzichtige plakband of andere kleefmiddelen op het gecoate oppervlak van de toesteldeur. De coating zou daardoor beschadigd raken en de beschermende werking tegen vuil verliezen.
De hoogwaardige oppervlaktecoating van de toesteldeur is ge-
~
voelig voor krassen. Zelfs een magneet kan krassen veroorzaken.
-
Reiniging en onderhoud
Behandel de deurdichting niet met olie of vet.
~
Daardoor wordt de deurdichting na verloop van tijd poreus.
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderde
~
len die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen en ontdooien van het toestel nooit een stoomreiniger.
-
-
Gebruik geen voorwerpen met scherpe punt of rand om
~
rijm- en ijslagen te verwijderen
en levensmiddelen los te wrikken.
Als u dat doet, beschadigt u de koelelementen en functioneert het toestel niet meer correct.
14
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Plaats nooit elektrische verwarmingstoestellen of kaarsen in het
~
toestel om het te ontdooien. De kunststof zou beschadigd raken.
Gebruik geen ontdooisprays of producten om ijs te verwijderen.
~
Die kunnen immers explosieve gassen vormen, ze kunnen oplos middelen of drijfgassen bevatten die de kunststof aantasten of ze kunnen de gezondheid schaden.
Wat met een afgedankt toestel?
Vernietig het deurslot van uw toestel als u het afdankt.
~
Op die manier voorkomt u dat spelende kinderen zich in het toestel opsluiten, wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het koelcircuit, bijv. door
~
– koelmiddelkanalen van het verdampsysteem open te prikken,
– buizen te knikken,
– oppervlaktecoatings weg te krabben,
-
Wegspattend koelmiddel kan tot oogletsels leiden.
15
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal energieverbruik Verhoogd energieverbruik
Opstellen/wachten In een verluchte ruimte. In een gesloten, niet-
verluchte ruimte.
Thermostaatinstel­ling
Beschermd tegen rechtstreekse zonnestralen.
Niet naast een warmtebron (verwarmingselement, fornuis).
Bij een ideale kamertempera tuur van ongeveer 20 °C.
Dek de luchttoevoerope ningen niet af. Verwijder re gelmatig het stof van de luchttoevoeropeningen.
Verwijder minstens 1 keer per jaar het stof van de com­pressor en het metalen roos­ter (warmtewisselaar) aan de achterzijde van het toestel.
Koelzone 4 tot 5 °C Bij een hoge instelling:
Bij rechtstreekse zonnestralen.
Naast een warmtebron (verwarmingselement, fornuis).
Bij een hogere omgevings
­temperatuur.
Als de luchttoevoerope
­ningen afgedekt zijn of on
­der het stof zitten.
Wanneer er zich stof heeft opgehoopt op de compres­sor en het metalen rooster (warmtewisselaar).
Hoe lager de temperatuur in de zones, hoe hoger het energieverbruik!
-
-
-
16
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal energieverbruik Verhoogd energieverbruik
Gebruik Laat de schuifladen, legplaten
en rekken zoals ze waren toen het toestel werd geleverd.
Open de deur alleen indien nodig en altijd zo kort moge lijk.
Schik de levensmiddelen in het toestel.
Neem een koeltas mee wan neer u boodschappen doet en leg de levensmiddelen snel in het toestel.
Plaats levensmiddelen die u uit het toestel haalt altijd zo snel mogelijk terug, voordat ze te veel opwarmen.
Laat warme gerechten en dranken eerst buiten het toe­stel afkoelen.
Plaats levensmiddelen goed verpakt of goed afgedekt in het toestel.
Leg ingevroren producten in de koelzone om ze te ontdooi en.
-
-
Als u de deur vaak en langdu rig opent, treedt er koudever lies op en stroomt er warme omgevingslucht naar binnen. Het toestel probeert te koelen en de compressor werkt lang durig.
Warme gerechten en levens middelen die opgewarmd zijn tot buitentemperatuur, brengen warmte in het toestel. Het toestel probeert te koelen en de compressor werkt lang­durig.
Wanneer vloeistoffen in de koelzone verdampen en condenseren, leidt dat tot ver lies van het koelvermogen.
-
-
-
-
-
-
Doe de vakken niet te vol zo dat de lucht kan circuleren.
-
17
Het toestel in- en uitschakelen
Vóór het eerste gebruik
Beschermfolie
De roestvrijstalen randen en roestvrij stalen houders in het toestel zijn voor zien van een beschermfolie. Bij een roestvrijstalen toestel zijn ook de buitenoppervlakken voorzien van een beschermfolie.
Trek de beschermfolie pas weg nadat
^
u het toestel op zijn plaats hebt opge steld.
Reiniging en onderhoud
^ Wrijf de roestvrijstalen randen en de
roestvrijstalen houders in het toestel onmiddellijk na het afnemen van de beschermfolie in met het bijgeleverde Miele-onderhoudsmiddel voor roest­vrij staal.
^ Wrijf bij roestvrijstalen toestellen ook
de zijwanden onmiddellijk na het af­nemen van de beschermfolie in met het bijgeleverde Miele­onderhoudsmiddel voor roestvrij staal. De toesteldeuren hebben een speci ale coating, die bestand is tegen vuil. Wrijf deze niet in met het Miele­onderhoudsmiddel voor roestvrij staal!
-
-
^
Actieve-koolfilters
-
^
Het toestel bedienen
U kunt dit toestel bedienen door de sensortoetsen aan te raken.
Het toestel inschakelen
-
^
Het toestel begint te koelen en de bin nenverlichting brandt wanneer de deur wordt geopend.
Belangrijk! Telkens als u het Miele­onderhoudsmiddel voor roestvrij staal aanbrengt, brengt u een water- en vuilafstotende beschermende film aan!
Reinig de binnenruimte en het toebe horen. Gebruik daarvoor lauw water. Wrijf daarna alles droog met een doek.
Plaats de bijgeleverde actieve­koolfilters in de cassette en plaats de cassette op een van de legplaten in de koelzone (zie "Actieve-koolfilters").
Raak zo vaak de aan-uittoets aan tot de temperatuurindicator aangaat.
-
-
18
Om zeker te zijn dat de temperatuur laag genoeg is, dient u het toestel en kele uren te laten voorkoelen voordat u voor het eerst levensmiddelen in het toestel plaatst.
-
Het toestel uitschakelen
Het toestel in- en uitschakelen
Lichtsterkte van de tempera tuurindicator wijzigen (zie ru briek "De juiste temperatuur")
d
-
-
Raak zo vaak de aan-uittoets aan tot
^
de temperatuurindicator en alle lamp jes uitgaan.
De binnenverlichting gaat uit. De koeling is uitgeschakeld. (Als dit niet het geval is, is de vergrendeling ingeschakeld!)
Instelmodus
Bepaalde instellingen van het toestel kunt u alleen in de instelmodus wijzi­gen.
Informatie over hoe u het toestel in de instelmodus zet en hoe u de instel­lingen wijzigt vindt u in de rubrieken in kwestie.
Overzicht van de beschikbare functies in de instelmodus:
Het toestel in de instelmodus zetten of de instelmodus verla ten
Toetsgeluid in-/uitschakelen (zie rubriek "Het toestel in- en uitschakelen")
Bevestigen dat de actieve­koolfilters vervangen zijn (zie "Actieve-koolfilters")
Vergrendeling in-/uitschakelen (zie rubriek "Het toestel in- en uitschakelen")
c
-
b
^
u
Temperatuur in de PerfectFresh­zone instellen (zie rubriek "De
-
juiste temperatuur")
Wanneer het toestel in de instelmodus staat, wordt het deur alarm automatisch onderdrukt. Zo dra de deur wordt gesloten, wordt het deuralarm weer geactiveerd.
Toetsgeluid in-/uitschakelen
Als u niet wilt dat er een geluid weer­klinkt telkens als u een toets aanraakt, kunt u het toetsgeluid uitschakelen.
^ Raak de toets X aan en laat uw vin-
ger erop rusten.
^
Terwijl uw vinger op de toets X rust, raakt u één keer de aan-uittoets aan.
^
Hou uw vinger nog 5 seconden op de toets X tot op de temperatuurindi cator c wordt weergegeven.
^
Raak opnieuw zo vaak de toets X aan tot b wordt weergegeven op de temperatuurindicator.
^
Raak ter bevestiging de aan-uittoets aan.
§
-
-
-
19
Het toestel in- en uitschakelen
U kunt nu instellen of het toetsgeluid
^
moet uitgeschakeld of ingeschakeld zijn. Raak hiertoe de toets X aan.
b0: het toetsgeluid is uitgeschakeld b1: het toetsgeluid is ingeschakeld b -: terug naar het menu
De geselecteerde instelling brandt con stant en de nieuwe instelling knippert.
Nadat u een nieuwe instelling hebt
^
gekozen, raakt u ter bevestiging de aan-uittoets aan.
Raak zo vaak de toets X aan tot c
^
wordt weergegeven op de tempera tuurindicator.
^ Raak de aan-uittoets aan.
U hebt de instelmodus verlaten.
Vergrendeling in-/uitschakelen
Met de vergrendeling kunt u het toestel beveiligen, zodat het niet ongewenst wordt uitgeschakeld.
Raak opnieuw zo vaak de toets X
^
aan tot u wordt weergegeven op de temperatuurindicator.
Raak ter bevestiging de aan-uittoets
^
aan.
U kunt nu instellen of de vergrende
^
­ling moet uitgeschakeld of ingescha
keld zijn. Raak hiertoe de toets X aan. u0: de vergrendeling is ingescha keld u1: de vergrendeling is ingeschakeld
-
u -: terug naar het menu
De geselecteerde instelling brandt con­stant en de nieuwe instelling knippert.
^ Nadat u een nieuwe instelling hebt
gekozen, raakt u ter bevestiging de aan-uittoets aan.
^ Raak zo vaak de toets X aan tot c
wordt weergegeven op de tempera­tuurindicator.
^ Raak de aan-uittoets aan.
-
-
-
^
Raak de toets X aan en laat uw vin ger erop rusten.
^
Terwijl uw vinger op de toets X rust, raakt u één keer de aan-uittoets aan.
^
Hou uw vinger nog 5 seconden op de toets X tot op de temperatuurindi cator c wordt weergegeven.
20
U hebt de instelmodus verlaten.
Als de vergrendeling ingeschakeld is, brandt het controlelampje van de ver
­grendeling
tor.
-
X op de temperatuurindica
-
-
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd niet gebruikt:
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit of schakel de des
^
betreffende zekering in uw zekeringenkast uit,
reinig het toestel en
^
laat de toesteldeur op een kier staan
^
om geurvorming te vermijden.
Het toestel in- en uitschakelen
-
Als het toestel bij langdurige af wezigheid wordt uitgeschakeld maar niet gereinigd, bestaat er gevaar voor schimmelvorming als de deur gesloten blijft.
-
21
De juiste temperatuur
Bij het bewaren van levensmiddelen is de juiste temperatuurinstelling zeer be langrijk. Levensmiddelen bederven snel door de aanwezigheid van micro-orga nismen. Dat proces kan door de juiste bewaartemperatuur worden verhinderd of vertraagd. De temperatuur beïn vloedt de groeisnelheid van de micro­organismen. Hoe lager de temperatuur, hoe langzamer dit proces verloopt.
De temperatuur in het toestel stijgt
als u vaak en gedurende lange tijd
de toesteldeur opent,
– hoe meer levensmiddelen er worden
bewaard,
– als de verse levensmiddelen warm
zijn,
– als de omgevingstemperatuur van
het toestel hoog is. Het toestel is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse (bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens gerespecteerd moeten worden.
-
...indekoelzone en in de Perfect-Fresh-zone
We raden een koeltemperatuur van 4°Caan in het midden van het toestel.
In de PerfectFresh-zone wordt de tem peratuur automatisch geregeld tussen 0en3°C.
-
Automatische
-
temperatuurverdeling (DynaCool)
­Als de koeling inschakelt, schakelt het
toestel automatisch ook de ventilator in. Op die manier wordt de koelte gelijk matig verdeeld in de koelzone, zodat de levensmiddelen in de koelkast alle maal ongeveer met dezelfde tempera tuur worden gekoeld.
Temperatuur instellen
De temperatuur kunt u met de twee toetsen naast de temperatuurindicator instellen.
Door het aanraken van de
toets X: daalt de temperatuur toets Y: stijgt de temperatuur.
Tijdens het instellen wordt de insteltemperatuur knipperend weerge geven.
Volgende wijzigingen zijn in de tempe ratuurindicator merkbaar als u de toet sen aanraakt:
Eén keer drukken: de laatst gekozen temperatuurwaarde wordt knippe rend weergegeven.
Telkens als u nogmaals drukt: De temperatuurwaarde verandert in stappen van 1 °C.
-
-
-
-
-
-
-
22
De juiste temperatuur
Uw vinger op de toets laten rusten:
De temperatuurwaarde wijzigt ononderbroken. Wanneer de hoogste of laagste tem peratuurwaarde is bereikt, gaat de toets X of Y uit.
Ongeveer 5 seconden nadat u de laatste keer op de toets hebt gedrukt, geeft de temperatuurindicator automa tisch de gemiddelde effectieve tempe ratuur weer die momenteel in het toe stel heerst.
Als u de temperatuur heeft gewijzigd, controleert u de temperatuurindicator na ca. 6 uur als er weinig voedsel in
het toestel zit en na ca. 24 uur als het toestel volledig gevuld is. Pas dan is
de gekozen temperatuur werkelijk inge­steld. Als de temperatuur na die tijd nog te hoog of te laag is, stelt u de tem­peratuur opnieuw in.
Mogelijke instelwaarden voor de temperatuur
De temperatuur kan als volgt worden ingesteld: 3 °C tot 9 °C.
Het bereiken van de laagste tempera tuur is afhankelijk van de opstelplaats en van de omgevingstemperatuur. Bij een hoge omgevingstemperatuur kan de laagste temperatuur niet altijd wor den bereikt.
-
-
-
-
bewaren, dan kunt u de temperatuur lichtjes wijzigen.
-
Raak de toets X aan en laat uw vin
^
ger erop rusten.
-
Terwijl uw vinger op de toets X rust,
^
raakt u één keer de aan-uittoets aan.
^ Hou uw vinger nog 5 seconden op
de toets X tot op de temperatuurindi­cator c wordt weergegeven.
^ Raak opnieuw zo vaak de toets X
aan tot § wordt weergegeven op de temperatuurindicator.
^ Raak ter bevestiging de aan-uittoets
aan.
^
U kunt nu de temperatuur in de Per fectFresh-zone wijzigen. Raak hiertoe de toets X aan: U kunt kiezen uit de standen 1 tot 9:
§1: laagste temperatuur
§9: hoogste temperatuur
§ -: terug naar het menu
De geselecteerde instelling brandt con stant en de nieuwe instelling knippert.
-
-
-
Temperatuur in de PerfectFresh-zone instellen
In de PerfectFresh-zone wordt de tem peratuur automatisch tussen 0 en 3 °C gehouden. Als u het toch warmer of kouder wenst, omdat u bijv. vis wenst te
-
^
Nadat u een nieuwe instelling hebt gekozen, raakt u ter bevestiging de aan-uittoets aan.
^
Raak zo vaak de toets X aan tot c wordt weergegeven op de tempera tuurindicator.
-
23
De juiste temperatuur
Raak de aan-uittoets aan.
^
U hebt de instelmodus verlaten.
De voorinstelling van de tempera tuur in de PerfectFresh-zone is bij §
5. Bij een instelling van §1bis §4 worden eventueel negatieve tempe raturen bereikt. Levensmiddelen kunnen bevriezen!
-
-
Temperatuurindicator
De temperatuurindicator in het bedie ningspaneel toont bij een normale wer king de gemiddelde temperatuur in de koelzone.
De temperatuurindicator knippert als
– de temperatuur zich binnen het mo-
gelijke bereik van de temperatuurin­dicator bevindt (0 °C tot 19 °C).
– een andere temperatuur wordt inge-
steld.
De lichtsterkte van de temperatuur­indicator wijzigen
U kunt de lichtsterkte van de tempera tuurindicator aanpassen aan de lichtverhoudingen van de omgeving.
-
Hou uw vinger nog 5 seconden op
^
de toets X tot op de temperatuurindi cator c wordt weergegeven.
Raak opnieuw zo vaak de toets X
^
aan tot d wordt weergegeven op de temperatuurindicator.
Raak ter bevestiging de aan-uittoets
^
aan.
U kunt nu de lichtsterkte van de tem
^
peratuurindicator wijzigen. Raak hier toe de toets X aan: d0: maximale lichtsterkte
-
d1: verminderde lichtsterkte d -: terug naar het menu
De geselecteerde instelling brandt con­stant en de nieuwe instelling knippert.
^ Nadat u een nieuwe instelling hebt
gekozen, raakt u ter bevestiging de aan-uittoets aan.
^ Raak zo vaak de toets X aan tot c
wordt weergegeven op de tempera­tuurindicator.
^
Raak de aan-uittoets aan.
U hebt de instelmodus verlaten.
-
-
-
-
^
Raak de toets X aan en laat uw vin ger erop rusten.
^
Terwijl uw vinger op de toets X rust, raakt u één keer de aan-uittoets aan.
24
-
Waarschuwingssignaal
Het systeem is met een waarschu wingssysteem uitgerust om energieverliezen bij een openstaande deur te vermijden en om de ingevroren levensmiddelen tegen warmte te be schermen.
Als de toesteldeur langer dan ca. 2 minuten open blijft staan, weerklinkt het waarschuwingssignaal.
De uitschakeltoets voor het waarschu wingssignaal licht rood op en het koelsymbool knippert.
Zodra de deur wordt gesloten, stopt het waarschuwingssignaal en gaan de visuele signalen uit.
-
-
-
Deuralarm vroeger uitschakelen
Als de toesteldeur langer open moet blijven en het waarschuwingssignaal u stoort, kunt u het waarschuwingssig naal vroeger uitschakelen.
Raak de uitschakeltoets voor het
^
waarschuwingssignaal aan. Het waarschuwingssignaal wordt uit geschakeld. De uitschakeltoets voor het waar­schuwingssignaal blijft branden en het koelsymbool blijft knipperen tot de deur wordt gesloten.
-
Deuralarm inschakelen
Het waarschuwingssysteem wordt auto­matisch weer ingeschakeld zodra de toesteldeur gesloten wordt. Het moet niet extra worden ingeschakeld.
-
25
Super koelen
De functie Super koelen
Met de functie "Super koelen" wordt de koelzone zeer snel op de koudste waar de afgekoeld (afhankelijk van de ka mertemperatuur).
Super koelen inschakelen
De functie "Super koelen" is vooral aan te bevelen als u grote hoeveelheden verse levensmiddelen of dranken snel wenst af te koelen.
^ Raak de toets voor "Super koelen"
aan, zodat deze geel oplicht.
De temperatuur in het toestel daalt, want het toestel werkt met het maxi­male koelvermogen.
-
-
Super koelen uitschakelen
De functie "Super koelen" schakelt zich automatisch na ca. 6 uur uit. Het toestel werkt weer met het normale koelvermo gen.
Om energie te sparen, kunt u de functie "Super koelen" zelf uitschakelen zodra de levensmiddelen of dranken koud ge noeg zijn.
^
Raak de toets voor "Super koelen" aan, zodat het gele licht wordt ge dimd.
De koeling van het toestel werkt weer met het normale vermogen.
26
-
-
-
Levensmiddelen in de koelzone bewaren
Verschillende koelgedeelten
Door de natuurlijke luchtcirculatie is de temperatuur in de koelzone niet overal gelijk. De koude, zware lucht daalt naar het onderste gedeelte van de koelzone. Gebruik de verschillende koelgedeelten wanneer u levensmiddelen in het toe stel plaatst!
Dit is een toestel met een automa tische dynamische koeling, waarbij er in het toestel een gelijkmatige temperatuur heerst wanneer de ven tilator draait. Daardoor zijn er tussen de verschillende koelgedeelten min­der uitgesproken temperatuurver­schillen.
Warmste gedeelte
Het warmste gedeelte van de koelzone bevindt zich bovenaan aan de toestel­deur. Gebruik dit gedeelte bijv. om bo­ter te bewaren, zodat ze gemakkelijk smeerbaar blijft, en voor kaas, zodat die zijn aroma niet verliest.
Koudste gedeelte
Het koudste gedeelte van de koelzone bevindt zich vlak boven de Perfect Fresh-zone. In de vakken van de Per fectFresh-zone zijn de temperaturen nog lager.
Gebruik het koudste gedeelte van de koelzone en de PerfectFresh-zone voor alle delicate en snel bederfbare levens middelen zoals:
vis, vlees, gevogelte,
-
-
-
-
-
gebak en gerechten met eieren of
slagroom,
vers deeg, taart-, pizza- en quiche
deeg,
kaas en andere producten op basis
van melk,
in folie verpakte, bereide groenten en
alle verse levensmiddelen waarvan de minimale houdbaarheidsdatum is gebaseerd op een bewaartempera tuur van minstens 4 °C.
Bewaar geen explosieve stoffen en geen producten met brandbare drijf­gassen (bijv. spuitbussen) in het toestel. Ontploffingsgevaar!
Sterke drank met een hoog alcohol­percentage mag u uitsluitend recht­op en goed afgesloten in het toestel plaatsen.
Als u in het toestel of in de deur vet­of oliehoudende levensmiddelen be waart, dient u ervoor te zorgen dat eventueel uitlopend vet of uitlopen de olie niet in contact komt met de kunststofonderdelen. Er kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan, zodat die barst of scheurt.
De levensmiddelen mogen niet te gen de achterwand komen. Ze kun
­nen anders aan de achterwand vast
vriezen.
-
-
-
-
-
-
-
worst, kant-en-klaargerechten,
27
Levensmiddelen in de koelzone bewaren
Waarop moet u letten wanneer u
Plaats de levensmiddelen niet te dicht tegen elkaar zodat er gemak kelijk lucht tussen kan circuleren. Dek de ventilator op de achterwand niet af. Die is belangrijk voor het koelvermogen!
Niet geschikt voor de koelkast
Niet alle levensmiddelen kunnen in de koelkast bij temperaturen onder 5 °C be waard worden, doordat ze gevoelig zijn voor koude. Augurken bijv. worden glazig, aubergines bitter en aardappelen zoet. Tomaten en sinaasappelen verlie­zen hun aroma en de schil van citrus­vruchten wordt hard.
Onder andere de volgende levensmid­delen zijn gevoelig voor koude:
– ananas, avocado's, bananen,
granaatappels, mango's, meloenen, papaja's, passievruchten, citrusvruchten (zoals citroenen, sinaasappels, mandarijnen, grapefruit),
fruit dat nog verder moet rijpen,
aubergines, augurken, aardappels, paprika, tomaten, courgettes,
harde kazen (parmezaan).
levensmiddelen koopt
­De belangrijkste voorwaarde om levens
middelen lang te kunnen bewaren, is hun versheid. Dat is van het grootste belang voor de bewaartijd van de producten. De koelketen mag indien mogelijk niet on derbroken worden. Let er bijv. op dat de levensmiddelen niet te lang in een warme auto blijven liggen. Wanneer het
-
verouderings- of bederfproces ingezet is, kan dat niet meer ongedaan gemaakt worden. Een onderbreking van de koeling gedurende twee uur zet het be derf al in gang.
Levensmiddelen juist bewaren
Normaal mag u levensmiddelen alleen verpakt of goed afgedekt in de koelzo­ne bewaren (voor de PerfectFresh-zone zijn er uitzonderingen). Zo vermijdt u dat de levensmiddelen vreemde geu­ren opnemen of gaan uitdrogen. Tege­lijk voorkomt u de overdracht van even­tuele bacteriën. Een correcte instelling van de temperatuur en een aangepaste hygiëne vertragen de vermenigvuldig ing van bacteriën zoals salmonella.
Onverpakte dierlijke en plantaardige levensmiddelen
-
-
-
-
28
Onverpakte dierlijke en plantaardige le vensmiddelen moet u van elkaar schei den. Als de levensmiddelen samen be waard moeten worden, moeten ze in elk geval verpakt zijn. Op die manier voor komt u dat er microbiologische veran deringen optreden.
-
-
-
-
-
Levensmiddelen in de PerfectFresh-zone bewaren
In de PerfectFresh-zone worden levens middelen op een lagere temperatuur bewaard dan in een conventionele koelzone. Bovendien kan de luchtvoch tigheid in het vak zo worden geregeld dat deze ideaal is voor de bewaarde le vensmiddelen.
Op deze manier worden optimale be waaromstandigheden gecreëerd. De levensmiddelen blijven veel langer vers en de smaak en vitamines blijven be houden.
-
-
Bewaartemperatuur
In de PerfectFresh-zone wordt de tem­peratuur automatisch geregeld en vari­eert deze van 0 tot 3 °C. Voor levens­middelen die ongevoelig zijn voor kou­de, is dat de optimale bewaartempera­tuur. De levensmiddelen blijven daar aanzienlijk langer vers dan in de con­ventionele koelzone omdat de bederfprocessen bij die temperatuur trager verlopen.
Om levensmiddelen goed te kunnen bewaren, is het van essentieel be lang dat ze zich in goede staat be vinden wanneer u ze in het toestel legt!
-
-
Luchtvochtigheid
De hoogte van de luchtvochtigheid in het PerfectFresh-vak is afhankelijk van
het vochtigheidsgehalte van de bewaarde levensmiddelen en
U kunt de luchtvochtigheid in het
­PerfectFresh-vak regelen met de schuifregelaar.
­Hoe meer de luchtvochtigheid in het
vak overeenstemt met de vochtigheid
­van het levensmiddel, hoe langer ze
knapperig en vers blijven. Het watergehalte van het levensmiddel blijft immers grotendeels bewaard.
Levensmiddelen bewaren in de vakken van de PerfectFresh­zone
De PerfectFresh-zone is in twee zones opgedeeld: het droge vak en het voch­tige vak (aantal afhankelijk van het mo­del).
Droog vak
In het droge vak heerst een relatief lage luchtvochtigheid. Die stemt ongeveer overeen met de luchtvochtigheid die ook in de koelzone heerst. In het droge vak is het daardoor kouder.
Het droge vak is geschikt voor het bewaren van heel delicate levens middelen, zoals verse vis, schaal- en schelpdieren, vlees, gevogelte, worst, zuivelproducten en delicate salades.
Merk op dat levensmiddelen die rijk zijn aan eiwitten sneller bederven. Schaal- en schelpdieren bederven dus sneller dan vis, terwijl vis sneller bederft dan vlees.
-
de hoeveelheid bewaarde levensmiddelen.
29
Levensmiddelen in de PerfectFresh-zone bewaren
Bewaar die levensmiddelen alleen af gedekt of verpakt. Uitzondering: vlees (De uitdroging van
het vleesoppervlak remt de kiemvor ming af en zorgt daardoor voor een be tere houdbaarheid. Verschillende vlees soorten mogen niet rechtstreeks met el kaar in contact komen, maar moeten al tijd door een verpakking worden gescheiden. Daardoor wordt vroegtijdige bederving door kiemoverdracht vermeden.)
Vochtig vak
U kunt de luchtvochtigheid in het voch­tige vak regelen met de schuifregelaar.
Stel de schuifregelaar daartoe op de gewenste relatieve luchtvochtigheid: instelling . = hoge luchtvochtigheid. De schuifregelaar sluit de openingen naar het vak en de aanwezige lucht­vochtigheid blijft gehandhaafd. De hoogte van de luchtvochtigheid hangt daarbij in grote mate af van de soort en de hoeveelheid van de bewaarde le vensmiddelen.
Hou er rekening mee dat de hoge luchtvochtigheid alleen bereikt wordt en invloed op de levensmiddelen kan heb ben wanneer die niet verpakt zijn of in
een luchtdoorlatende verpakking zit ten.
Bij een hoge luchtvochtigheid . is het vak aangewezen voor het bewa ren van vers geoogste producten, zoals groente, sla, kruiden, kool en inheems fruit.
-
-
-
-
Instelling , = lage luchtvochtigheid. De schuifregelaar opent de openingen naar het vak en de aanwezige lucht vochtigheid kan wegstromen. Als de schuifregelaar op een lage
­luchtvochtigheid , is ingesteld, stemt
­de luchtvochtigheid ongeveer overeen
­met die van de koelzone. Bij deze in
­stelling is het kouder in dit vak.
Bij een lage luchtvochtigheid ,
heersen er dezelfde omstandighe den als in het droge vak.
Neem de levensmiddelen ca. 30 - 60 minuten voor u ze gaat ge­bruiken, uit de PerfectFresh-zone. Pas bij kampertemperatuur ontplooien het aroma en de smaak zich.
Mogen alle levensmiddelen sa­men worden bewaard?
Leg niet alle levensmiddelen samen in één vak. Sommige levensmiddelen tonen zich geen goede partners! Ener zijds worden er geurtjes en smaken overgedragen (wortels nemen bijv. snel de smaak en geur van uien over), an derzijds geven heel wat levensmid
­delen een natuurlijk gas (ethyleen) vrij
waarop andere levensmiddelen heel
-
gevoelig reageren zodat ze sneller slecht worden.
-
-
-
-
-
-
30
Levensmiddelen in de PerfectFresh-zone bewaren
Voorbeelden van fruit en groenten die veel gas vrijgeven:
appelen, abrikozen, peren, nectarines, perziken, pruimen, avocado's, vijgen, bosbessen, meloenen, bonen.
Voorbeelden van fruit en groenten die zeer gevoelig reageren op het na tuurlijke gas van andere soorten fruit en groenten:
kiwi's, broccoli, bloemkool, spruiten, mango's, honingmeloenen, appels, abrikozen, augurken, tomaten, peren, nectarines, perziken.
Voorbeeld: broccoli mag u niet samen met appels bewaren omdat appels veel gas vrijgeven en broccoli daar zeer ge­voelig op reageert. Het gevolg is dat u de broccoli minder lang kunt bewaren dan eigenlijk mogelijk is.
-
31
Levensmiddelen in de PerfectFresh-zone bewaren
Als u niet tevreden bent over het resultaat van het bewaren van uw levens middelen (bijv. wanneer de levensmiddelen al na korte bewaartijd slap en verlept zijn), neem dan de volgende opmerkingen in acht:
Bewaar alleen verse levensmiddelen. De toestand van de levensmiddelen wan
^
neer u ze in het toestel legt, is van essentieel belang om ze vers te kunnen hou den.
Reinig de PerfectFresh-zone voordat u de levensmiddelen erin legt.
^
Laat zeer vochtige levensmiddelen uitdruppen voordat u ze in het toestel legt.
^
Bewaar geen levensmiddelen die gevoelig zijn voor koude in de PerfectFesh-
^
zone (zie "Niet geschikt voor de koelkast").
Hou ermee rekening dat niet alle levensmiddelen samen kunnen worden be
^
waard (zie "Mogen alle levensmiddelen samen worden bewaard?").
^ Kies het juiste PerfectFresh-vak om levensmiddelen te bewaren (hoge of lage
luchtvochtigheid).
^ Bewaar levensmiddelen onverpakt in het PerfectFresh-vak met hoge luchtvoch-
tigheid. Een hoge luchtvochtigheid in de PerfectFresh-zone wordt alleen dankzij de vochtigheid van de bewaarde levensmiddelen bereikt. Als de luchtvochtigheid toch eens niet hoog genoeg is, bijv. wanneer u weinig levensmiddelen bewaart, kunt u de luchtvochtigheid bijv. met een natte spons verhogen.
-
-
-
-
^
Als u vindt dat de temperatuur in de PerfectFresh-zone te hoog of te laag is, probeert u om deze via de koelzone te regelen door daar de temperatuur een beetje (1 tot 2 °C) te wijzigen. Ten laatste wanneer er zich ijskristallen op de bodem van de PerfectFresh-zone vormen, moet de temperatuur worden verhoogd, omdat de levensmiddelen an ders schade oplopen door de koude.
^
Als er zich te veel water op de bodem van de PerfectFresh-zone bevindt, droogt u deze met een doek. Laat de levensmiddelen eventueel uitdruppen voordat u ze in het toestel bewaart of leg ze eventueel op een rooster op de bodem van de PerfectFresh-zone, zodat het vocht kan wegsijpelen.
32
-
De binnenruimte indelen
De legplaten verplaatsen
U kunt de legplaten in overeenstem ming met de hoogte van de te koelen levensmiddelen verplaatsen:
Til de legplaat eventjes op en trek ze
^
iets naar voren. Schuif ze met de uit sparing over de steunribben en ver plaats ze naar boven of naar onde ren.
De achterste boord van de legplaat moet naar boven wijzen zodat de le vensmiddelen niet tegen de achter wand rusten en daaraan kunnen vast vriezen.
Schuifstoppen voorkomen dat de legplaten ongewild uit het toestel ge­trokken worden.
-
-
-
-
-
-
Tweedelige legplaat
Om hoge waren, zoals hoge flessen of recipiënten, te kunnen plaatsen, is er een tweedelige legplaat, waarvan u het voorste deel voorzichtig onder het ach terste deel kunt schuiven:
Om de tweedelige legplaats te ver plaatsen,
neemt u de twee halve glazen platen
^
uit het toestel,
-
^ plaatst u de twee houders links en
rechts op de steunribben op de ge­wenste hoogte,
^ en schuift u de glazen platen na el-
kaar in het toestel. De glazen plaat met de aanslagboord moet achteraan lig­gen!
-
-
^
til voorzichtig de achterste helft van de glazen legplaat omhoog.
^
til gelijktijdig de voorste helft van de glazen plaat lichtjes op en schuif die vervolgens voorzichtig onder de ach terste helft.
-
33
De binnenruimte indelen
Schuifladen van de Perfect
-
Fresh-zone
De schuifladen van de PerfectFresh-zo ne zijn op telescopische rails gemon teerd en kunnen helemaal uit het toestel getrokken worden om ze te vullen of leeg te maken en om ze te reinigen.
Trek de schuifladen tot de aanslag uit
^
het toestel en neem ze langs boven weg.
Schuif de telescopische rails vervol gens weer naar binnen. Zo vermijdt u schade!
^ Trek het deksel tussen de
schuifladen voorzichtig iets naar vo­ren en neem het naar beneden weg.
^ Om het deksel weer op zijn plaats te
zetten, plaatst u het van onderen naar boven in de steunen. Schuif het dan naar achteren tot het vastklikt.
Om de schuiflade op zijn plaats te zet­ten,
-
-
Opdienset/flessenrek verplaatsen
Neem de hangschalen langs boven
-
^
uit het roestvrijstalen frame.
Schuif het roestvrijstalen frame naar
^
omhoog en neem dat langs voren weg.
Plaats het roestvrijstalen frame op
^
een willekeurige plaats in het toestel. Zorg er daarbij voor dat het goed op de verhogingen vast gedrukt wordt.
^ Sommige roestvrijstalen houders kun-
nen gemakkelijker worden verwijderd en teruggeplaatst als u de roestvrij stalen houder samen met de achter ste boord vastpakt en langs boven verwijdert.
-
-
^
legt u het op de telescopische rails die helemaal uitgetrokken zijn a.De telescopische rails moeten vooraan tegen de voorzijde van de schuiflade komen b!
^
Schuif de schuiflade in het toestel c.
34
^
Plaats de hangschalen in het roest vrijstalen frame.
U kunt de hangschalen helemaal uit de opdienset halen om ze te vullen of leeg te maken en ze dan weer op hun plaats zetten. Op die manier kunt u de hangschalen ook samen met de levensmiddelen di rect op de tafel plaatsen.
-
-
De binnenruimte indelen
Universele box
(volgens het model)
In de universele box kunnen levensmid delen bewaard en ook opgediend wor den.
De universele box bestaat uit een diepe schaal a en een platte schaal b - bei­de schalen kunnen als hangschalen in het roestvrijstalen frame geplaatst wor­den.
Wanneer u de universele box wilt ge­bruiken om levensmiddelen op te die­nen,
De flessenhouder verschuiven
U kunt de flessenhouder naar rechts of naar links verschuiven. Daardoor zitten
­de flessen goed vast als de deur wordt
­geopend en gesloten.
De flessenhouder kan helemaal weggenomen worden (bijv. om hem te reinigen):
Schuif daarvoor de voorste rand van
^
de flessenhouder omhoog en klik hem uit het toestel.
^
plaatst u de platte schaal b in het roestvrijstalen frame en gebruikt u de diepe schaal als deksel a.
Zo kunt u de universele box helemaal uit de houder nemen en hem samen met de levensmiddelen direct op de ta fel plaatsen.
-
35
Automatisch ontdooien
Koelzone en PerfectFresh­zone
De koel- en PerfectFresh-zone ontdooi en automatisch.
Terwijl de compressor draait, kunnen er rijm en waterpareltjes op de achterzijde van de koel- en PerfectFresh-zone ont staan. Die hoeft u niet te verwijderen omdat ze automatisch verdampen door de warmte van de compressor.
Het dooiwater loopt via een gootje en een afvoerbuis naar een verdampsysteem aan de achterzijde van het toestel.
Zorg ervoor dat het dooiwater altijd ongehinderd kan weglopen. Hou met het oog daarop het gootje en de afvoeropening voor het dooiwater schoon.
-
-
36
Reiniging en onderhoud
Zorg ervoor dat er geen water in de elektronische besturing of de ver lichting terechtkomt.
Er mag geen reinigingswater door de afvoeropening voor het dooiwater lopen.
Gebruik geen stoomreiniger. Stoom kan terechtkomen op onderdelen van het toestel die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Het typeplaatje in het toestel mag niet worden verwijderd. De informatie op dit plaatje is belang­rijk in geval van een storing!
De roestvrijstalen toesteldeuren heb­ben een speciale coating, die be­stand is tegen vuil. Wrijf deze niet in met het onder­houdsmiddel voor roestvrij staal. Als u dat zou doen, zijn er strepen zicht baar!
Gebruik voor de reiniging en het on derhoud van de andere roestvrijsta len oppervlakken van het toestel het Miele-onderhoudsmiddel voor roest vrij staal (verkrijgbaar via de Service After Sales van Miele).
-
-
Dit onderhoudsmiddel bevat materiaalvriendelijke stoffen. In te genstelling tot een reinigingsmiddel voor roestvrij staal bevat het geen polijststoffen. Met het Miele­onderhoudsmiddel voor roestvrij staal kunt u vuil behoedzaam verwij deren. Telkens als u het aanbrengt, brengt u bovendien een water- en vuilafstotende beschermende film aan.
Om schade aan de oppervlakken te voorkomen, mogen de volgende mid delen niet worden gebruikt om de op­pervlakken te reinigen:
– reinigingsmiddelen die soda, ammo-
niak, zuur of chloor bevatten,
– kalkoplossende reinigingsmiddelen,
– schurende reinigingsproducten, zo-
als schuurpoeder, schuurmelk, poetsstenen,
-
-
-
reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
reinigingsmiddelen voor roestvrij staal,
afwasmiddelen voor de afwasauto maat,
ovensprays,
glasreinigers,
schurende harde sponsen en bor stels (bijv. schuursponsen),
-
-
-
-
-
speciale "wondersponsen",
scherpe metaalschrapers!
37
Reiniging en onderhoud
Vóór het reinigen
Schakel het toestel uit.
^
Trek de stekker uit of schakel de des
^
betreffende zekering in uw zekeringkast uit.
Haal de gekoelde levensmiddelen uit
^
het toestel en bewaar ze op een koele plaats.
Om de flessenrekken/opdiensets in
^
de binnendeur te reinigen, kunt u de rekken uit de roestvrijstalen houders nemen.
Om het roestvrijstalen gedeelte van het deksel van het boter- en kaasvak (bo­venaan de binnendeur) te verwijderen, gaat u als volgt te werk:
^ Haal het boter- en kaasvak uit het
toestel.
^ Open het deksel van het boter- en
kaasvak.
Het roestvrijstalen gedeelte zit goed vastgeklemd op het kunststofdeksel. Om het los te maken, moet u vol doende kracht gebruiken!
-
Verwijder de schuifladen van de Per
^
fectFresh-zone en het schuifladedeksel (zie "De binnen
-
ruimte indelen – Schuifladen van de PerfectFresh-zone").
Neem de scheidingsplaat met beide
^
handen vast en trek ze uit.
^ Neem alle andere onderdelen die uit
het toestel genomen kunnen worden uit het toestel om ze te reinigen.
Binnenruimte, toebehoren
^ Reinig het toestel regelmatig (min-
stens 1 keer per maand).
Laat vuil niet aankoeken. Verwijder het onmiddellijk.
De binnenruimte en het toebehoren reinigt u het best met lauw water waarin u een beetje handafwasmid del doet.
-
-
-
^
Maak langs één kant van het deksel het roestvrijstalen gedeelte van het deksel los (1.).
^
Druk de witte kunststofknoppen uit de uitsparingen (2.).
38
De volgende onderdelen mogen wor den gereinigd in de afwasautomaat:
het botervlootje, de eiervakjes (elk afhankelijk van het model meege leverd)
de rekken/opdiensets in de binnendeur (zonder de roestvrijstalen houders)
-
-
Reiniging en onderhoud
het boter- en kaasvak
(zonder het roestvrijstalen gedeelte)
De roestvrijstalen houders en het roestvrijstalen gedeelte van het boter- en kaasvak van de binnendeur mogen niet worden gereinigd in de afwasautomaat!
De temperatuur van het gekozen af wasprogramma mag maximaal 55 °C bedragen! Kunststofonderdelen kunnen in de af wasautomaat verkleuren door contact met bepaalde natuurlijke kleurstoffen, bijv. in wortels, tomaten en ketchup. Deze verkleuring heeft geen invloed op de stabiliteit van de desbetreffen­de onderdelen.
^ Reinig de legplaten, de schuifladen,
het schuifladedeksel en de scheidingsplaat met de hand. Deze mogen niet worden gereinigd in de afwasautomaat!
^
Reinig het gootje en de afvoerope ning voor het dooiwater regelmatig met een wattenstaafje of iets derge lijks, zodat het dooiwater ongehin derd kan weglopen.
^
Ga na de reiniging met een doek die met schoon water is vochtig gemaakt over de binnenruimte en het toebeho ren. Wrijf vervolgens alles droog met een doek. Laat de deuren van het toestel korte tijd openstaan.
^
Verwijder eventueel vuil op de roest vrijstalen houders en het roestvrijsta len gedeelte van het boter- en kaas
-
-
-
vak met het Miele-onderhoudsmiddel voor roestvrij staal.
Wrijf deze in elk geval na elke reini
^
ging in met het Miele­onderhoudsmiddel voor roestvrij staal met het oog op onderhoud. Dat beschermt de roestvrijstalen op pervlakken en voorkomt dat ze snel weer vuil worden!
Toesteldeur, zijwanden
Vuil op de toesteldeur en de zij
­wanden verwijdert u het best onmid
dellijk. Als het vuil er langere tijd op inwerkt, kan het soms niet meer worden ver­wijderd en kunnen de oppervlakken verkleuren of wijzigingen onder­gaan.
Alle oppervlakken zijn gevoelig voor krassen. Alle oppervlakken kunnen verkleu­ren of wijzigingen ondergaan wan neer ze in contact komen met onge
-
schikte reinigingsmiddelen.
^
Reinig de oppervlakken met een schone sponsdoek, handafwasmid del en warm water. U kunt om te reinigen ook een scho ne, vochtige microvezeldoek zonder
­reinigingsmiddel gebruiken.
^
Ga na de reiniging met een doek die met schoon water is vochtig gemaakt over deze oppervlakken. Wrijf vervol
-
-
gens alles droog met een zachte doek.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
39
Reiniging en onderhoud
Voor roestvrijstalen toestellen geldt bovendien het volgende:
Toesteldeur
De toesteldeur is veredeld met een hoogwaardige oppervlaktecoating. Deze biedt bescherming tegen vuil en vergemakkelijk het reinigen.
Behandel de toesteldeuren niet met – een reinigingsmiddel voor roestvrij staal: Als u dat zou doen, raakt de coating beschadigd! – het Miele-onderhoudsmiddel voor roestvrij staal: Als u dat zou doen, zijn er strepen zichtbaar!
– Zijwanden
^ Verwijder vuil met het Miele-
onderhoudsmiddel voor roestvrij staal.
^ Wrijf de zijwanden in elk geval na
elke reiniging in met het Miele-
onderhoudsmiddel voor roestvrij staal. Dit onderhoudsmiddel bevat materiaalvriendelijke stoffen. In te genstelling tot een reinigingsmiddel voor roestvrij staal bevat het geen polijststoffen. Telkens als u het aan brengt, brengt u een water- en vuilafstotende beschermende film aan. Dit beschermt de roestvrijstalen oppervlakken en het voorkomt dat de oppervlakken weer gauw vuil wor den!
-
-
Ventilatieopeningen
Reinig de ventilatieopeningen regel
^
matig met een borsteltje of stofzuiger. Wanneer er zich stof ophoopt, neemt het energieverbruik toe.
Deurdichting
Behandel de deurdichting niet met olie of vet. Anders wordt ze na ver loop van tijd poreus.
Reinig de deurdichting regelmatig
^
uitsluitend met schoon water en wrijf ze daarna grondig droog met een doek.
Achterzijde – metalen rooster
Minstens 1 keer per jaar moet het stof worden verwijderd van het metalen rooster aan de achterzijde van het toe­stel (warmtewisselaar). Wanneer er zich stof ophoopt, neemt het energiever­bruik toe.
Let er bij het reinigen van het meta len rooster op dat u geen kabels of andere componenten aftrekt, knikt of beschadigt.
-
-
-
-
40
Na het reinigen
Schuif de scheidingsplaat in totdat u
^
hoort dat ze vastklikt.
Plaats alle onderdelen in het toestel.
^
Steek de stekker van het toestel weer
^
in het stopcontact of schakel de des betreffende zekering in uw zekeringkast weer in, en schakel het toestel weer in.
Schakel de functie "Super koelen"
^
een tijdje in, zodat het toestel snel koud wordt.
^ Leg de levensmiddelen in het toestel
en sluit de deur.
Reiniging en onderhoud
-
41
Actieve-koolfilters
Om de 6 maanden wordt u gevraagd om de actieve-koolfilters te vervangen.
Als het actieve-koolfilterlampje rood op licht, moeten de actieve-koolfilters wor den vervangen.
Actieve-koolfilters vervangen
^ Trek de cassette voor de actieve-
koolfilters langs boven uit.
Om te bevestigen dat u de filters hebt vervangen,
-
raakt u ca. 2 seconden het actieve-
^
-
koolfilterlampje aan.
Het actieve-koolfilterlampje gaat uit en de teller wordt opnieuw in gesteld.
Actieve-koolfilters later vervangen
Nieuwe actieve-koolfilters kunt u bestel len bij uw Miele-handelaar. U kunt de actieve-koolfilters ook later vervangen.
Als het rode actieve-koolfilterlampje u stoort, kunt u het vroeger uitschakelen:
^ raak ca. 2 seconden het actieve-
koolfilterlampje aan.
-
^
Verwijder de beide actieve-koolfilters en plaats de nieuwe filters met de af geronde rand eerst in de cassette.
^
Plaats de cassette in het midden op de achterste boord van de legplaat, zodat deze vastzit.
42
Het actieve-koolfilterlampje gaat uit.
-
Actieve-koolfilters
Als u de actieve-koolfilters later hebt vervangen en het actieve­koolfilterlampje niet meer brandt, moet de teller via de instelmodus opnieuw worden ingesteld:
Raak de toets X aan en laat uw vin
^
ger erop rusten.
^ Terwijl uw vinger op de toets X rust,
raakt u één keer de aan-uittoets aan.
^ Hou uw vinger nog 5 seconden op
de toets X tot op de temperatuurindi­cator c wordt weergegeven.
^ Raak opnieuw zo vaak de toets X
aan tot ^ wordt weergegeven op de temperatuurindicator.
Tip:
Als er zich levensmiddelen met een zeer sterke geur (bijv. kruidenkaas) be vinden in het toestel,
plaatst u de cassette met de actieve-
koolfilters op de legplaat waarop deze levensmiddelen zich bevinden,
vervangt u de actieve-koolfilters in
-
dien nodig eerder (stel in dat geval de teller opnieuw in),
plaatst u extra actieve-koolfilters (met
cassette) in het toestel.
Actieve-koolfilters en cassettes zijn verkrijgbaar bij uw Miele-handelaar of de Technische Dienst van Miele.
-
-
^
Raak ter bevestiging de aan-uittoets aan.
^
Raak zo vaak de toets X aan tot ^2 wordt weergegeven op de tempera tuurindicator.
^
Raak ter bevestiging ca. 2 seconden de aan-uittoets aan.
De teller wordt opnieuw ingesteld.
^
Raak zo vaak de toets X aan tot c wordt weergegeven op de tempera tuurindicator.
^
Raak de aan-uittoets aan.
U hebt de instelmodus verlaten.
-
-
43
Wat gedaan als...?
Herstellingen aan elektrische toe stellen mag u enkel en alleen door een vakman of vakvrouw laten uit voeren. Door ondeskundig uitge voerde herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's voor de ge bruiker ontstaan.
Wat gedaan als...
...detemperatuur in de koelzone te
-
-
-
laag is?
Stel een hogere temperatuur in.
^
De functie "Super koelen" is nog inge
^
schakeld. Deze functie schakelt na
-
6 uur automatisch uit.
. . er een waarschuwingssignaal weerklinkt?
-
. . . het toestel niet koelt?
Controleer of het toestel ingescha
^
keld is. De temperatuurindicator moet branden.
^ Controleer of de stekker van het toe-
stel goed in het stopcontact zit.
^ Controleer of de desbetreffende ze-
kering in uw zekeringkast is gesprongen, omdat er een probleem is met het toestel, de elektrische spanning in uw huis of een ander toe­stel. Neem contact op met een elektricien of de Service After Sales van Miele.
. . . het toestel niet koelt maar de tem peratuurindicator brandt?
De demo-functie is geactiveerd. Die stelt handelaars in staat het toestel zon der ingeschakelde koeling te presenteren. Voor privégebruik hebt u deze instelling niet nodig.
^
Schakel de demo-functie uit (zie ru briek "Informatie voor handelaars ­Demo-functie").
-
-
De toesteldeur staat langer dan ca. 2 minuten open!
Doe de toesteldeur dicht!
^
...deinschakelfrequentie en inschakelduur van de compressor toenemen?
^ Controleer of de ventilatieopeningen
niet afgedekt zijn of onder het stof zit­ten.
^ Controleer of het metalen rooster
(warmtewisselaar) aan de achterzijde van het toestel niet onder het stof zit.
^
De toesteldeur werd vaak geopend of er werden grote hoeveelheden le
-
vensmiddelen in het toestel ge plaatst.
^
Ga na of de toesteldeur goed sluit.
-
...decompressor constant werkt?
Om energie te besparen schakelt de compressor bij een gering koudeverbruik op een laag toerental over. Daardoor wordt de werkingstijd van de compressor verlengd.
-
-
44
Wat gedaan als...?
...debinnenverlichting niet meer werkt?
Stond de toesteldeur gedurende
^
lange tijd open? De verlichting scha kelt automatisch uit als de deur ca. 15 minuten geopend is gebleven.
Is dat niet het geval, dan is de binnen verlichting defect.
Neem contact op met de dienst Her
^
stellingen aan huis van Miele.
De LED-verlichting mag alleen door de dienst Herstellingen aan huis van Miele worden hersteld en vervangen. Onder de afdekking bevinden zich onderdelen die onder spanning staan. U kunt zich verwonden en er kan schade ontstaan!
De afdekking mag niet worden afge­nomen! Er ontstaat gevaar als de af­dekking beschadigd of verwijderd is door beschadiging van het toestel ­Opgepast! Kijk nooit met optische instrumenten (een vergrootglas of iets dergelijks) in de straal van de la ser (laserstraling 1M)!
. . . het actieve-koolfilterlampje rood is?
^
Vervang de actieve-koolfilters.
-
-
-
...opdetemperatuurindicator "dn" wordt weergegeven?
De demomodus is geactiveerd.
­Neem contact op met de dienst Her
^
stellingen aan huis van Miele.
...uhettoestel niet kunt uitscha kelen?
De vergrendeling is ingeschakeld.
...debodem van de koelzone nat is?
De afvoeropening voor het dooiwater zit verstopt.
^ Reinig het gootje en de afvoerope-
ning voor het dooiwater.
Als u de storing niet kunt verhelpen aan de hand van de bovenstaande informatie, neemt u contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
Om het koudeverlies zo beperkt mo gelijk te houden, laat u indien moge lijk de deur van het toestel dicht tot de storing verholpen is.
-
-
-
-
Bestel eventueel nieuwe actieve­koolfilters bij uw Miele-handelaar.
...opdetemperatuurindicator "_F" verschijnt?
Er zit een storing in het toestel. Neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
45
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Heel normale geluiden Waar komen ze vandaan?
Brrrrr... Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har
der worden terwijl de motor ingeschakeld wordt.
Blubb, blubb.... Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door
de buisjes vloeit.
Klik.... U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
schakelt.
Sssrrrrr.... Bij toestellen met verschillende zones of bij No-Frostmodellen
kan u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnen ruimte van het toestel.
Krak.... Wanneer het materiaal in uw toestel uitzet kan men gekraak ho
ren.
Bedenk echter dat motor- en stromingsgeluiden in de koelingskringloop niet te vermijden zijn!
-
-
-
-
Geluid waaraan u vlot kan verhelpen
Geklepper, gerammel, gerinkel Het toestel staat niet waterpas: Stel het toestel waterpas.
Waar komt het vandaan en wat kan u ertegen doen?
Schroef de voetjes in of uit het toestel of leg iets onder het toe­stel.
Het toestel raakt andere toestellen of meubels aan: Schuif het toestel van de meubels of andere toestellen weg.
Laden, korven of legplaten trillen of knellen: Controleer de uit neembare onderdelen en zet ze eventueel opnieuw op hun plaats.
Flessen of recipiënten raken elkaar: Schuif de flessen of reci piënten wat uit elkaar.
De snoerhouder hangt nog tegen de achterzijde van het toe stel: Neem de snoerhouder weg.
46
-
-
-
Service After Sales van Miele/garantie
Neem bij storingen die u niet zelf kunt oplossen contact op met
uw Miele-handelaar
of
de Service After Sales van Miele.
Het telefoonnummer van de dienst Herstellingen aan huis van Miele vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u op onze dienst Herstellin gen aan huis een beroep doet, geef dan altijd het toesteltype en -nummer op. Beide gegevens vindt u op het ty­peplaatje in de binnenruimte van het toestel
Duur en voorwaarden van de garantie
Er is 2 jaar garantie.
Voor meer informatie over de garantie­voorwaarden in uw land neemt u con tact op via het telefoonnummer van de dienst "Consumentenbelangen" van N.V. Miele België:
Het telefoonnummer van de dienst "Consumentenbelangen" vindt u op de achterzijde van deze gebruiks aanwijzing.
-
-
-
47
Informatie voor handelaars
Demo-functie
Met de demo-functie kan het toestel worden uitgestald in de winkel of op een beurs. Het toestel kan dan worden bediend en de binnenverlichting werkt maar de compressor blijft uitgescha keld.
Demo-functie activeren/ deactiveren
^ Schakel het toestel in.
^ Raak de toets X aan en laat uw vin-
ger erop rusten. Terwijl uw vinger op de toets X rust, raakt u één keer de aan-uittoets aan.
-
U kunt nu instellen of de demo-
^
functie moet uitgeschakeld of inge schakeld zijn. Raak hiertoe de toets X aan.
n0: Demo-functie is uitgeschakeld n1: Demo-functie is ingeschakeld n –: terug naar het menu
De huidige instelling brandt constant en de nieuwe instelling knippert.
Nadat u een nieuwe instelling hebt
^
gekozen, raakt u ter bevestiging de aan-uittoets aan.
Raak zo vaak de toets X aan tot P
^
wordt weergegeven op de tempera­tuurindicator.
^ Raak de aan-uittoets aan.
U hebt de instelmodus verlaten.
De demo-functie is geactiveerd of ge­deactiveerd.
-
^
Raak 4 keer de toets X aan. Bij de 5e keer raakt u de toets X aan en laat u uw vinger op de toets rusten totdat op de temperatuurindicator P ver schijnt.
^
Raak opnieuw zo vaak de toets X aan totdat n wordt weergegeven op de temperatuurindicator.
^
Raak ter bevestiging de aan-uittoets aan.
48
-
Elektrische aansluiting
Het toestel wordt aansluitklaar geleverd voor wisselstroom van 50 Hz, 220 – 240 V.
De zekering moet minstens 10 A bedra gen.
Het toestel moet worden aangesloten op een geaard stopcontact dat volgens de voorschriften is geïnstalleerd. De elektrische installatie moet uitgevoerd zijn overeenkomstig de plaatselijke voorschriften.
Het toestel moet in geval van nood snel kunnen worden losgekoppeld van het elektriciteitsnet. Daarom moet het stop­contact gemakkelijk toegankelijk zijn. Het mag zich dus niet achter het toestel bevinden.
Als het stopcontact na de inbouw niet meer toegankelijk is, moet in de instal­latie een scheidingsinrichting voor elke pool voorhanden zijn. Als stroomonder­brekers kunnen schakelaars worden gebruikt met een contactopening van minstens 3 mm. Denk hierbij bijvoor beeld aan LS-schakelaars, zekeringen en contactsluiters (EN 60335).
De stekker en de aansluitkabel van het toestel mogen niet de achterzijde van het toestel raken. Anders kunnen de stekker en de aansluitkabel bescha digd raken door trillingen van het toe stel. Dat kan een kortsluiting veroorza ken.
-
-
-
-
Aansluiting via een verlengkabel is niet toegestaan, aangezien verlengkabels niet voldoende veiligheidsgaranties bie den. Er bestaat onder andere gevaar
­voor oververhitting.
Het toestel mag niet op gelijkstroom­wisselstroommutators worden aange sloten, die bijvoorbeeld bij stroom voorziening op zonne-energie worden gebruikt. In dat geval kunnen er zich bij het in schakelen van het toestel spannings pieken voordoen, die ertoe kunnen lei den dat het toestel wordt uitgeschakeld om veiligheidsredenen. De elektro­nische besturing kan beschadigd ra­ken! De stekker van de aansluitkabel van het toestel mag niet worden vervangen door een energiebesparende stekker (bijv. van het merk SavaPlug). Hierdoor wordt de energietoevoer naar het toe­stel verminderd en wordt het toestel te warm.
Als de aansluitkabel moet worden vervangen, dan mag dat alleen worden uitgevoerd door een erkende vakman of vakvrouw die op de hoogte is van elektriciteitsaansluitingen.
-
-
-
-
-
-
Ook andere toestellen mogen niet wor den aangesloten op stopcontacten die zich bevinden achter het toestel.
-
49
Opstelinstructies
Gebruik geen warmteproducerende toestellen op het toestel, zoals een mini-oven, een kooktoestel met twee kookzones of een broodrooster. Het toestel kan in brand vliegen. Gevaar voor brand!
Side-by-side opstelling
Principieel mogen koelkasten en diep vriezers niet onmiddellijk naast ("side­by-side") andere modellen worden op gesteld, om condenswater en daaruit resulterende schade te vermijden.
Deze koelkast kan echter onmiddellijk naast ("side-by-side") bepaalde model­len worden opgesteld die over een in­geschuimde zijwandverwarming be­schikken!
Vraag aan uw Miele-handelaar wel­ke combinaties met uw toestel mo­gelijk zijn!
^
Verbind de twee toestellen op basis van de gebruiksaanwijzing die bij het combinatiemodel is meegeleverd.
Opstelplaats
Kies geen plaats direct naast een for nuis, een verwarming of in de omge ving van een venster met directe inval van zonnestralen. Hoe hoger de omge vingstemperatuur, hoe langer de com pressor moet werken, waardoor er meer stroom wordt verbruikt. Een droge, ventileerbare ruimte is ge schikt.
-
-
-
Het stopcontact moet gemakkelijk
toegankelijk zijn in geval van nood. Het mag zich dus niet achter het toe stel bevinden.
De stekker en de aansluitkabel van
het toestel mogen niet de achterzijde van het toestel raken. Anders kunnen deze beschadigd raken door tril lingen van het toestel.
-
-
-
Ook andere toestellen mogen niet
worden aangesloten op stopcontacten die zich bevinden achter het toestel.
Belangrijk! Bij een hoge luchtvoch­tigheid kan het vocht condenseren
en zich afzetten op de buitenoppervlakken van het toestel. Dat condenswater kan leiden tot cor­rosie van de buitenwanden van het toestel. Om dat te voorkomen, is het aanbe­volen het toestel op te stellen in een ruimte die droog is en/of airco heeft. Controleer na het opstellen dat de toesteldeur goed sluit, dat de luchttoevoer- en luchtafvoerope ningen niet afgedekt zijn en dat het toestel werd opgesteld zoals be schreven.
-
-
-
-
-
Neem de volgende opmerkingen in acht bij het opstellen van het toestel:
50
Opstelinstructies
Klimaatklasse
Het toestel is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse (bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder­en bovengrens gerespecteerd moeten worden. De klimaatklasse is vermeld op het typeplaatje aan de binnenzijde van het toestel.
Klimaatklasse Kamertemperatuur
SN
N
ST
T
van +10 °C tot +32 °C van +16 °C tot +32 °C van +16 °C tot +38 °C van +16 °C tot +43 °C
Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat de compressor gedurende lange tijd niet werkt. Dit kan tot hogere temperaturen in het toestel leiden!
Luchttoevoer en -afvoer
De lucht aan de achterwand van het toestel wordt opgewarmd. De ventilatie­roosters mogen daarom niet worden af­gedekt, zodat een goede luchttoevoer en -afvoer verzekerd is. Bovendien moet het stof regelmatig van de ventilatieroosters worden verwijderd.
Toestel met bijgeleverde wandafstandhouders
Als er wandafstandhouders zijn meegeleverd bij uw toestel, moeten deze worden gebruikt om ervoor te zorgen dat het opgegeven energie verbruik wordt gerealiseerd. Wan neer de wandafstandhouders ge monteerd zijn, neemt de toesteldiepte toe met ca. 35 mm. Worden de wandafstandhouders niet gebruikt, dan brengt dat de goede werking van het toestel niet in het gedrang. Wel stijgt het energie verbruik van dit toestel in geringe mate als een kleinere afstand tot de wand wordt gebruikt.
-
-
-
-
^
Monteer de wandafstandhouders bo venaan links en rechts op de achter zijde van het toestel.
-
-
51
Opstelinstructies
Toestel opstellen
Verwijder eerst de kabelhouder aan
^
de achterzijde van het toestel.
Controleer of de onderdelen aan de
^
achterwand van het toestel nergens tegenaan kunnen komen. Buig ze zo nodig de andere kant op.
Schuif het toestel voorzichtig op de
^
daartoe voorziene plaats.
Plaats het toestel met de
^
wandafstandhouders (indien gemon teerd) of met de achterwand vlak te gen de keukenwand.
Toestel nivelleren
Bij een roestvrijstalen toestel
Stel de achterste regelvoetjes af via
^
-
-
de stelassen a. Gebruik hiertoe een steeksleutel b. Draai de stelas naar rechts om het toestel achteraan omhoog te brengen.
Toesteldeur ondersteunen
^
Nivelleer het toestel met de voorste regelvoetjes. Gebruik hiertoe de bij geleverde steeksleutel.
52
-
^
Draai in elk geval het regelvoetje c uit tot het op de vloer rust. Draai het regelvoetje vervolgens nog eens 90° uit.
Afmetingen van het toestel
Opstelinstructies
ABC
K 14827 SD K 14827 SD ed/cs (-1)
* Afmeting zonder gemonteerde wandafstandhouders. Worden de bijgeleverde wandafstandhouders gebruikt, dan neemt de toesteldiepte toe met 35 mm.
1850 mm 600 mm 630 mm*
53
De draairichting van de deur veranderen
Om de draairichting van de deur te veranderen, hebt u het volgende ge reedschap nodig:
Voer het veranderen van de draai richting van de deur altijd met twee personen uit.
-
Deurgreep afnemen:
-
Als u aan de deurgreep a trekt,
^
schuift het zijgedeelte van de deur­greep b naar achteren.
^ Trek het zijgedeelte van de deur-
greep b krachtig naar achteren toe uit de geleiding.
^ Draai nu de 4 schroeven (TX 15) op
het bevestigingsplaatje los en neem de greep af.
54
^ Maak de afdekplaatjes aan de an-
dere zijde los en plaats ze op de vrij gekomen gaten.
-
De draairichting van de deur veranderen
Deurdemper afnemen:
De deurdemper bevindt zich aan de onderkant van de toesteldeur.
Open de toesteldeur.
^
^ Verwijder de afscherming a van de
deurdemper: plaats langs boven een sleufschroevendraaier in de uitspa­ringen en trek geleidelijk en voorzich­tig de afscherming los.
Let erop dat u de deurdichting niet beschadigt. Als de deurdichting beschadigd is, kan de toesteldeur mogelijk niet cor­rect wordt gesloten en wordt het toe stel niet voldoende gekoeld!
Plaats de beveiliging b (meegele
^
verd bij het toestel) op de deurdemper c.
Als de beveiliging geplaatst is, kan het scharnier niet dichtklappen. U mag de beveiliging pas weer verwijderen wan neer dit wordt vermeld!
Verwijder met een sleufschroeven
^
draaier voorzichtig de afdekking d van opzij.
Kantel het toestel indien nodig met
^
een tweede persoon wat naar ach teren.
^ Druk de bout e van onderen af naar
­boven toe eruit.
De verbinding tussen de deurdemper en het toestel is nu los.
-
-
-
-
^
Schuif de afscherming a in de rich ting van het toestel en laat ze daar tussen de deur en het toestel han gen.
^
Neem de afscherming a weg.
-
-
55
De draairichting van de deur veranderen
Schuif de beugel f zo ver mogelijk
^
in de richting van de kant van de greep en draai de schroeven g op de deurdemper los.
^ Schuif de deurdemper met behulp
van een sleufschroevendraaier zo ver mogelijk in de richting van de kant van de greep en verwijder deze van opzij.
^ Leg de deurdemper opzij.
Draairichting van de toesteldeur ver anderen:
Neem de levensmiddelen uit de deurrekken.
^ Sluit de toesteldeur.
^ Neem de afdekking a af. Schuif ze
hiertoe van achteren naar voren en haal ze er vervolgens langs boven af.
^ Haal de afdekking b er langs boven
af.
-
56
Waarschuwing! Zodra u hieronder de lagersteun verwijdert, zit de toe steldeur los!
^
Draai de schroeven d in de boven ste lagersteun c los en trek de lager steun langs boven af.
^
Neem de toesteldeur voorzichtig langs boven af en zet ze even opzij.
^
Maak de afdekking e los door voor zichtig langs onderen een sleuf schroevendraaier in de uitsparing te plaatsen.
^
Verwijder de afdekking e en het be vestigingsonderdeel f.
-
-
-
-
-
-
De draairichting van de deur veranderen
Maak het bevestigingsonderdeel f
^
los van de afdekking e. Schuif het hiertoe wat naar links en neem het vervolgens langs voren af.
Draai het bevestigingsonderdeel f
^
180°.
Plaats de afdekking e van voren af
^
op het bevestigingsonderdeel f en schuif ze naar rechts. Het opschrift moet leesbaar zijn.
Neem de afdekking g af, draai ze
^
180° en plaats ze van opzij aan de andere zijde.
^ Plaats de afdekking e samen met
het bevestigingsonderdeel f van opzij aan de andere zijde.
^
Neem de stop h uit de deurlagerbus in de toesteldeur en plaats de stop aan de andere zijde.
57
De draairichting van de deur veranderen
Lageronderdeel verplaatsen
Belangrijk! Het roestvrijstalen toe stel is uitgerust met een toestel deur die in de hoogte verstelbaar is. Hou ermee rekening dat de aanwij zingen voor het verplaatsen van het lageronderdeel verschillen! Vanaf het punt "Toesteldeur plaatsen" zijn de aanwijzingen op nieuw identiek voor alle toestellen.
A. voor toestellen zonder een in de hoogte verstelbare toesteldeur (wit toestel)
-
Verwijder de afdekking g en plaats
^
ze op de gaten aan de andere kant.
-
-
-
Schroef de lagersteun f aan de an
^
dere zijde vast. Gebruik daartoe uit sluitend de beide buitenste langwer pige gaten. Laat de middelste schroef achterwege. Zo kunt u later via de buitenste langwerpige gaten de deur van het toestel uitlijnen!
Belangrijk! Draai het regelvoetje c
^
aan de lagerbout a er helemaal in.
Plaats de volledige lagerbout a met
^
het schijfje b en het regelvoetje c terug. Belangrijk! De nok op de la­gerbout moet opnieuw naar achteren wijzen.
B. voor toestellen met een in de hoogte verstelbare toesteldeur (roestvrijstalen toestel)
-
-
-
^
Trek de volledige lagerbout a met het schijfje b en het regelvoetje c langs boven uit.
^
Neem de stop d weg.
^
Draai de schroeven e los en verwij der de lagersteun f.
^
Schroef het lageronderdeel h van de lagersteun f, draai het 180° en schroef het in het gat van de lager steun aan de andere zijde.
^
Plaats de stop d in het andere gat.
58
-
^
Draai de stifttap d met behulp van de bijgeleverde inbussleutel gedeel telijk uit door één toer te draaien.
^
-
Draai de volledige lagerbout a met het schijfje b en het regelvoetje c langs boven uit.
^
Neem de stop e weg.
-
De draairichting van de deur veranderen
Draai de schroeven f los en verwij
^
der de lagersteun g.
Schroef het lageronderdeel i van de
^
lagersteun g, draai het 180° en schroef het in het gat van de lager steun aan de andere zijde.
Plaats de stop e in het andere gat.
^
Draai de stifttap d met behulp van
^
de bijgeleverde inbussleutel nu volle dig uit.
Draai de stifttap d aan de andere
^
kant in de lagersteun tot deze aan de buitenkant op één lijn ligt met de la gersteun. Binnen in het gat voor de lagerbout moet het uiteinde zo ver uitsteken dat later de geleiding van de lagerbout erop kan worden geplaatst (zie vol­gende afbeelding).
^ Verwijder de afdekking h en plaats
ze op de gaten aan de andere kant.
Schroef de lagersteun g aan de an
^
­dere zijde vast. Gebruik daartoe uit sluitend de beide buitenste langwer pige gaten. Laat de middelste
-
-
schroef achterwege. Zo kunt u later via de buitenste langwerpige gaten de deur van het toestel uitlijnen.
Belangrijk! Draai het regelvoetje c
^
aan de lagerbout a er helemaal in.
-
^ Plaats de volledige lagerbout a (in-
clusief het schijfje b en het regelvoetje c) met de geleiding op het uiteinde van de stifttap en draai deze vervolgens in.
-
-
-
^
Draai de stifttap d vast.
59
De draairichting van de deur veranderen
Toesteldeur plaatsen
Plaats de toesteldeur langs boven op
^
de lagerbout c.
Sluit de toesteldeur.
^
^ Plaats de lagersteun c aan de an-
dere zijde en bevestig hem met de schroeven d.
^ Plaats de afdekkingen a en b aan
de andere zijde.
^ Lijn de toesteldeur via de buitenste
langwerpige gaten in de onderste la­gersteun uit ten opzichte van de be huizing van het toestel. Draai de schroeven vervolgens vast.
Deurdemper plaatsen:
Maak de afdekking a los van de
^
afscherming b en plaats ze 180° ge draaid terug aan de andere zijde.
^ Plaats de deurdemper in de toestel-
-
deur. Begin vanaf de kant van het toestel.
-
60
^
Schuif de deurdemper met behulp van een sleufschroevendraaier zo ver mogelijk in de richting van de kant van het toestel.
De draairichting van de deur veranderen
De schroefgaten links en rechts moeten exact overeenstemmen.
Schroef de deurdemper eerst aan de
^
kant van het toestel vast, en vervol gens aan de kant van de greep c. Schuif deze daarbij nogmaals krach tig in de richting van de kant van het toestel.
^ Hang de afscherming b op de beu-
gel d.
^ Trek de beugel d naar de lagersteun
toe en plaats de bout e zo van bo­ven af dat het vierkant in de uitspa­ring zit.
-
-
Plaats de afscherming b van boven
^
af op de deurdemper. Duw deze eerst onderaan en vervolgens boven aan vast.
^ Sluit de toesteldeur.
-
^
Plaats de afdekking f. Zorg hierbij dat deze vergrendelt.
Zorg ervoor dat de afdekking f goed vastzit, zodat de deur zonder proble men sluit en de bout goed geplaatst is.
^
Neem de beveiliging g weg.
-
61
De draairichting van de deur veranderen
Deurgreep opnieuw monteren:
Let er in elk geval op dat het Hou in elk geval rekening met de volgende aanwijzingen voor de be vestiging van de deurgreep, want bij foutieve montage raakt de deurdich ting beschadigd.
^ Schroef de deurgreep met de twee
voorste schroeven b eerst losjes aan de andere zijde.
-
-
zijgedeelte van de deurgreep d
tijdens het openen van de deur niet
in aanraking komt met de deurdich
ting. De deurdichting zou na verloop
van tijd beschadigd raken!
Mocht dit het geval zijn,
lijn het bevestigingsplaatje c nog
^
maals uit met de stifttappen a tot het bevestigingsplaatje en het zijgedeelte van de deurgreep d de gewenste hoek hebben en de dich ting tijdens het openen van de deur niet meer wordt geraakt.
-
-
-
Het bevestigingsplaatje c moet zo op de deurbehuizing liggen dat, wanneer de deur gesloten is, het bevestigings plaatje gelijk ligt met de buitenwand van het toestel. Als dit niet het geval is,
^
draait u de twee vooraf gemonteerde stifttappen a met een inbussleutel in tot het bevestigingsplaatje c de ge wenste hoek heeft.
^
Draai de 4 schroeven b goed vast.
^
Schuif het zijgedeelte van de deur greep d vanaf de zijkant van het toe stel op de geleiding van het bevesti gingsplaatje tot het hoorbaar vast klikt.
62
-
-
-
-
-
-
Toesteldeur uitlijnen
U kunt de toesteldeur nadien via de buitenste langwerpige gaten in de on derste lagersteun uitlijnen ten opzichte van de behuizing van het toestel:
In de volgende afbeelding wordt de toesteldeur niet gesloten weergege ven, zodat u de procedure beter kunt volgen.
^ Verwijder de middelste schroef a
van de lagersteun.
^ Draai beide buitenste schroeven b
een beetje uit.
-
Voor toestellen met een in de hoogte
-
verstelbare toesteldeur (roestvrijstalen toestellen)
De toesteldeur kan achteraf via de bui tenkant van de onderste lagersteun in de hoogte worden versteld:
^ Draai de stifttap a met behulp van
de bijgeleverde inbussleutel hele­maal uit door één toer te draaien.
-
^
Lijn de toesteldeur uit door de lager steun naar links of rechts te verschui ven.
^
Draai de schroeven b vervolgens vast. De schroef a hoeft niet op nieuw te worden ingeschroefd.
-
-
^
Verstel de lagerbout in de hoogte met behulp van de bijgeleverde
-
steeksleutel. Deur verhogen: Draai naar rechts. Deur verlagen: Draai naar links.
^
Draai de stifttap vast. De lagerbout zit weer vast.
63
Het toestel inbouwen
* Bij toestellen met gemonteerde wandafstandhouders neemt de toesteldiepte toe met ca. 35 mm.
a Opzetkast
b Toestel
c Koelkast
d Wand
Het toestel kan in elk kastenrij worden ingebouwd. Om het toestel even hoog te laten komen als de kasten, kan bo ven het toestel een opzetkast a wor
-
-
den geplaatst.
Met het oog op de aan- en afvoer van de lucht moet er langs de achterzijde van het toestel een afvoerkanaal van minimum 50 mm diep voorzien worden, over de hele breedte van de opzetkast. De diameter van de verluchting onder het plafond moet minstens 300 cm
2
be dragen zodat de opgewarmde lucht on gehinderd kan wegstromen. In het an
­dere geval moet de compressor harder werken waardoor het stroomverbruik toeneemt.
De verluchtingsopeningen mogen niet afgedekt of afgesloten worden. Bovendien moeten ze geregeld ge­reinigd worden.
Bij inbouw met keukenkasten met genormaliseerde afmetingen (maximumdiepte van 580 mm) kan het toestel rechtstreeks naast de keuken
­kast worden opgesteld. De toesteldeur staat dan op 34 mm* verwijderd aan de zijkant en steekt 55 mm* uit ten opzich te van de voorkant van de keukenkast. Op deze manier kan de toesteldeur zonder problemen worden geopend en gesloten.
-
-
-
646566
Als u het toestel opstelt naast een wand d is aan de kant van de schar
-
nieren tussen de wand d en het toestel b een afstand van ca. 55 mm vereist. Dit zorgt ervoor dat de deur helemaal kan worden geopend.
67
Wijzigingen voorbehouden / 0313
K 14827 SD, K 14827 SD ed/cs (-1)
M.-Nr. 09 559 290 / 01
Loading...