met PerfectFresh-zone
en DynaCool
K 14827 SD
K 14827 SD ed/cs (-1)
Lees in elk geval de gebruiksaanwijzing voor u het toestel opstelt,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en
u voorkomt schade aan het toestel.
nl-BE
M.-Nr. 09 559 290
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................5
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................8
Hoe kunt u energie besparen? ......................................16
Het toestel in- en uitschakelen ......................................18
Vóór het eerste gebruik .............................................18
Reiniging en onderhoud ..........................................18
Het toestel bedienen ...............................................18
Het toestel inbouwen..............................................64
Beschrijving van het toestel
a Aan-uitsensortoets
b Sensortoets voor "Super koelen"
c Sensortoets voor het instellen van de
temperatuur (X voor kouder)
d Controlelampje van de vergrendeling
(brandt wanneer de vergrendeling
ingeschakeld is)
e Temperatuurindicator
f Koelsymbool
g Sensortoets voor het instellen van de
temperatuur (Y voor warmer)
h Uitschakelsensortoets voor het waar
schuwingssignaal
(brandt wanneer het deuralarm actief
is)
i Actieve-koolfilterlampje
(brandt wanneer de actievekoolfilters moeten worden
vervangen)
-
5
Beschrijving van het toestel
a Ventilator
b Plafondverlichting
c Boter- en kaasvak
d Universele box
e Eierhouder/opdienset
f Flessenrek
g Cassette met actieve-koolfilters
h Legplaat
i Flessenrek
j Flessenhouder
k Gootje en afvoeropening voor het
dooiwater
l Droogvak van de PerfectFresh-zone
m Regelaar voor het instellen van de
luchtvochtigheid in de vochtvakken
n Vochtvakken van de PerfectFresh-
zone
6
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functioneren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde behandeling kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het
milieu. Verwijder het afgedankte appa
raat dan ook nooit met het gewone af
val.
-
-
-
-
-
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
-
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
–
uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus
sen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor
schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter
letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees deze gebruiks- en montageaanwijzing daarom eerst aan
dachtig door voordat u het toestel in gebruik neemt. U vindt er
belangrijke opmerkingen omtrent opstelling, veiligheid, gebruik
en onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade
aan het toestel.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat
deze opmerkingen niet in acht werden genomen.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan
wie het toestel eventueel na u gebruikt!
-
Juist gebruik
Dit toestel is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
~
gelijkaardige omgevingen.
Dit toestel is niet bestemd voor gebruik buiten.
-
Gebruik het toestel uitsluitend in huishoudelijke context voor het
~
koelen van levensmiddelen.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het toestel is niet geschikt voor het bewaren en koelen van
~
geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of andere
gelijkaardige stoffen of producten die ten grondslag liggen aan de
EU-richtlijn 93/42/EEG betreffende medische hulpmiddelen. Ver
keerd gebruik van het toestel kan leiden tot aantasting of bederf van
de bewaarde producten. Bovendien is het toestel niet geschikt voor
gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen.
Miele is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt
door een ander gebruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve
bediening.
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk-
~
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn
dit toestel veilig te bedienen, moeten bij de bediening in het oog
worden gehouden.
Deze personen mogen het toestel zonder toezicht bedienen, maar
alleen wanneer hun de bediening van het toestel zo uitgelegd is dat
ze het veilig kunnen bedienen. Ze moeten de eventuele risico's van
een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
-
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het toestel
~
worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het toestel zonder toezicht be
~
dienen, maar alleen wanneer hun de bediening ervan zo uitgelegd
is dat ze het toestel veilig kunnen bedienen. Ze moeten de eventue
le risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
Kinderen mogen het toestel niet zonder toezicht reinigen of onder
~
houden.
Hou kinderen die in de buurt van het toestel komen in het oog.
~
Laat kinderen nooit met het toestel spelen.
-
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gevaar voor verstikking! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen
~
in verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken
en daardoor verstikken. Hou kinderen uit de buurt van verpakkings
materiaal.
Technische veiligheid
Het koelmiddelcircuit heeft een controle op lekkage doorstaan.
~
Het toestel voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften en de
relevante EU-richtlijnen.
Dit toestel bevat het koelmiddel isobutaan (R600a), een natuurlijk
~
gas dat het milieu weinig belast maar wel brandbaar is. Het is niet
schadelijk voor de ozonlaag en draagt niet bij tot het broeikaseffect.
Het gebruik van dit milieuvriendelijke koelmiddel veroorzaakt wel
een lichte verhoging van de werkingsgeluiden. Naast
werkingsgeluiden van de compressor kunnen er ook stromingsgeluiden te horen zijn die afkomstig zijn van het koelcircuit. Dat is jammer
genoeg niet te vermijden, maar heeft geen invloed op de prestaties
van het toestel.
Let er bij het transporteren en het inbouwen/opstellen van het toestel
op dat geen enkel onderdeel van het koelcircuit beschadigd raakt.
Wegspattend koelmiddel kan tot oogletsels leiden!
Bij beschadiging:
-
–
Vermijd open vuur of ontstekingsbronnen,
–
koppel het toestel los van het elektriciteitsnet,
–
verlucht gedurende enkele minuten het vertrek waarin het toestel
staat en
–
neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Hoe meer koelmiddel er in een toestel zit, hoe groter de ruimte
~
moet zijn waarin het toestel wordt opgesteld. Bij een eventueel lek
kan er in een te kleine ruimte een brandbaar mengsel van gas en
lucht ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m
hoeveelheid koelmiddel is aangegeven op het typeplaatje in het toe
stel.
De aansluitgegevens (zekering, frequentie en spanning) op het
~
typeplaatje van het toestel moeten absoluut overeenstemmen met
deze van het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan uw toestel.
Vergelijk deze gegevens voordat u het toestel aansluit. Vraag bij
twijfel inlichtingen aan een elektricien.
De elektrische veiligheid van dit toestel wordt enkel gewaarborgd
~
als het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsysteem. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat de elektrische installatie
bij twijfel door een elektricien controleren.
3
groot zijn. De
-
Is de aansluitkabel beschadigd, laat dan een nieuwe installeren
~
door een vakman of vakvrouw die door Miele erkend is. Zo vermijdt
u risico's voor wie het toestel gebruikt.
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
~
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Gebruik deze niet om het
toestel aan te sluiten op het elektriciteitsnet.
Wanneer er vocht in aanraking komt met onderdelen van het toe
~
stel die onder spanning staan of de netaansluiting, kan dat een kort
sluiting veroorzaken.
Gebruik het toestel daarom niet in een ruimte die wordt blootgesteld
aan vocht of waterspatten (bijv. garage, washok enz.).
Dit toestel mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip)
~
worden gebruikt.
-
-
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Een beschadigd toestel kan uw veiligheid in gevaar brengen.
~
Controleer of het toestel zichtbaar beschadigd is. Een beschadigd
toestel mag u nooit in gebruik nemen.
Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet het
~
toestel van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Het toestel is pas
van het elektriciteitsnet losgekoppeld wanneer aan een van deze
voorwaarden is voldaan:
De zekeringen in uw zekeringkast zijn uitgeschakeld of
–
de schroefzekeringen in uw zekeringkast zijn helemaal uitge
–
draaid of
– de stekker is uit het stopcontact getrokken.
Trek bij aansluitkabels met een stekker niet aan de kabel maar
aan de stekker om het toestel los te koppelen van het elektriciteitsnet.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of
~
herstellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's
ontstaan. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zijn.
-
Het recht op garantie vervalt wanneer het toestel door een klan-
~
tendienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat ze ten
~
volle voldoen aan de eisen qua veiligheid. Defecte onderdelen mo
gen enkel worden vervangen door originele Miele-wisselstukken.
12
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Veilig gebruik
Het toestel is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse
~
(bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en
bovengrens moeten worden gerespecteerd.
De klimaatklasse is vermeld op het typeplaatje aan de binnenzijde
van het toestel. Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat
de compressor gedurende een lange tijd stilstaat, zodat het toestel
de vereiste temperatuur niet kan aanhouden.
De luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen mogen niet worden af
~
gedekt of afgesloten.
Als deze openingen afgedekt zijn, kan er geen goede luchtcirculatie
plaatsvinden. Het energieverbruik stijgt en schade aan onderdelen
kan niet worden uitgesloten.
Als u in het toestel of in de toesteldeur vet- of oliehoudende le-
~
vensmiddelen bewaart, dient u ervoor te zorgen dat eventueel uitlopend vet of uitlopende olie niet in contact komt met de
kunststofonderdelen van het toestel.
Er kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan, zodat die
barst of scheurt.
Bewaar geen explosieve stoffen en geen producten met brand
~
bare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het toestel. Ontvlambare
gasmengsels kunnen worden ontstoken door elektrische componen
ten. Gevaar voor brand en ontploffing!
Gebruik geen elektrische toestellen in het toestel (bijv. om softijs
~
te maken). Er kunnen vonken ontstaan. Gevaar voor ontploffing!
Plaats dranken met een hoog alcoholpercentage enkel rechtop
~
en goed afgesloten in de koelzone. Gevaar voor ontploffing!
-
-
-
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als u levensmiddelen eet die te lang bewaard werden, bestaat er
~
gevaar voor voedselvergiftiging.
De bewaarduur is afhankelijk van diverse factoren, zoals de vers
heid en kwaliteit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop
ze worden bewaard. Let op de houdbaarheidsdatum en de
bewaarinstructies van de fabrikant van de levensmiddelen!
-
Gebruik alleen origineel Miele-toebehoren. Worden er andere on
~
derdelen gemonteerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op ga
rantie en/of de productaansprakelijkheid.
Voor roestvrijstalen toestellen geldt het volgende:
Kleef geen herkleefbare notes (post-its), doorzichtige plakband,
~
ondoorzichtige plakband of andere kleefmiddelen op het gecoate
oppervlak van de toesteldeur. De coating zou daardoor beschadigd
raken en de beschermende werking tegen vuil verliezen.
De hoogwaardige oppervlaktecoating van de toesteldeur is ge-
~
voelig voor krassen. Zelfs een magneet kan krassen veroorzaken.
-
Reiniging en onderhoud
Behandel de deurdichting niet met olie of vet.
~
Daardoor wordt de deurdichting na verloop van tijd poreus.
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderde
~
len die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen en ontdooien van het toestel nooit een
stoomreiniger.
-
-
Gebruik geen voorwerpen met scherpe punt of rand om
~
–
rijm- en ijslagen te verwijderen
–
en levensmiddelen los te wrikken.
Als u dat doet, beschadigt u de koelelementen en functioneert het
toestel niet meer correct.
14
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Plaats nooit elektrische verwarmingstoestellen of kaarsen in het
~
toestel om het te ontdooien. De kunststof zou beschadigd raken.
Gebruik geen ontdooisprays of producten om ijs te verwijderen.
~
Die kunnen immers explosieve gassen vormen, ze kunnen oplos
middelen of drijfgassen bevatten die de kunststof aantasten of ze
kunnen de gezondheid schaden.
Wat met een afgedankt toestel?
Vernietig het deurslot van uw toestel als u het afdankt.
~
Op die manier voorkomt u dat spelende kinderen zich in het toestel
opsluiten, wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het koelcircuit, bijv. door
~
– koelmiddelkanalen van het verdampsysteem open te prikken,
– buizen te knikken,
– oppervlaktecoatings weg te krabben,
-
Wegspattend koelmiddel kan tot oogletsels leiden.
15
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal energieverbruikVerhoogd energieverbruik
Opstellen/wachten In een verluchte ruimte.In een gesloten, niet-
verluchte ruimte.
Thermostaatinstelling
Beschermd tegen
rechtstreekse zonnestralen.
Niet naast een warmtebron
(verwarmingselement,
fornuis).
Bij een ideale kamertempera
tuur van ongeveer 20 °C.
Dek de luchttoevoerope
ningen niet af. Verwijder re
gelmatig het stof van de
luchttoevoeropeningen.
Verwijder minstens 1 keer
per jaar het stof van de compressor en het metalen rooster (warmtewisselaar) aan de
achterzijde van het toestel.
Koelzone 4 tot 5 °CBij een hoge instelling:
Bij rechtstreekse
zonnestralen.
Naast een warmtebron
(verwarmingselement,
fornuis).
Bij een hogere omgevings
temperatuur.
Als de luchttoevoerope
ningen afgedekt zijn of on
der het stof zitten.
Wanneer er zich stof heeft
opgehoopt op de compressor en het metalen rooster
(warmtewisselaar).
Hoe lager de temperatuur in
de zones, hoe hoger het
energieverbruik!
-
-
-
16
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal energieverbruikVerhoogd energieverbruik
GebruikLaat de schuifladen, legplaten
en rekken zoals ze waren toen
het toestel werd geleverd.
Open de deur alleen indien
nodig en altijd zo kort moge
lijk.
Schik de levensmiddelen in
het toestel.
Neem een koeltas mee wan
neer u boodschappen doet en
leg de levensmiddelen snel in
het toestel.
Plaats levensmiddelen die u
uit het toestel haalt altijd zo
snel mogelijk terug, voordat ze
te veel opwarmen.
Laat warme gerechten en
dranken eerst buiten het toestel afkoelen.
Plaats levensmiddelen goed
verpakt of goed afgedekt in
het toestel.
Leg ingevroren producten in
de koelzone om ze te ontdooi
en.
-
-
Als u de deur vaak en langdu
rig opent, treedt er koudever
lies op en stroomt er warme
omgevingslucht naar binnen.
Het toestel probeert te koelen
en de compressor werkt lang
durig.
Warme gerechten en levens
middelen die opgewarmd zijn
tot buitentemperatuur,
brengen warmte in het toestel.
Het toestel probeert te koelen
en de compressor werkt langdurig.
Wanneer vloeistoffen in de
koelzone verdampen en
condenseren, leidt dat tot ver
lies van het koelvermogen.
-
-
-
-
-
-
Doe de vakken niet te vol zo
dat de lucht kan circuleren.
-
17
Het toestel in- en uitschakelen
Vóór het eerste gebruik
Beschermfolie
De roestvrijstalen randen en roestvrij
stalen houders in het toestel zijn voor
zien van een beschermfolie.
Bij een roestvrijstalen toestel zijn ook de
buitenoppervlakken voorzien van een
beschermfolie.
Trek de beschermfolie pas weg nadat
^
u het toestel op zijn plaats hebt opge
steld.
Reiniging en onderhoud
^ Wrijf de roestvrijstalen randen en de
roestvrijstalen houders in het toestel
onmiddellijk na het afnemen van de
beschermfolie in met het bijgeleverde
Miele-onderhoudsmiddel voor roestvrij staal.
^ Wrijf bij roestvrijstalen toestellen ook
de zijwanden onmiddellijk na het afnemen van de beschermfolie in met
het bijgeleverde Mieleonderhoudsmiddel voor roestvrij
staal.
De toesteldeuren hebben een speci
ale coating, die bestand is tegen vuil.
Wrijf deze niet in met het Mieleonderhoudsmiddel voor roestvrij
staal!
-
-
^
Actieve-koolfilters
-
^
Het toestel bedienen
U kunt dit toestel bedienen door de
sensortoetsen aan te raken.
Het toestel inschakelen
-
^
Het toestel begint te koelen en de bin
nenverlichting brandt wanneer de deur
wordt geopend.
Belangrijk! Telkens als u het Mieleonderhoudsmiddel voor roestvrij staal
aanbrengt, brengt u een water- en
vuilafstotende beschermende film
aan!
Reinig de binnenruimte en het toebe
horen. Gebruik daarvoor lauw water.
Wrijf daarna alles droog met een doek.
Plaats de bijgeleverde actievekoolfilters in de cassette en plaats de
cassette op een van de legplaten in
de koelzone
(zie "Actieve-koolfilters").
Raak zo vaak de aan-uittoets aan tot
de temperatuurindicator aangaat.
-
-
18
Om zeker te zijn dat de temperatuur
laag genoeg is, dient u het toestel en
kele uren te laten voorkoelen voordat u
voor het eerst levensmiddelen in het
toestel plaatst.
-
Het toestel uitschakelen
Het toestel in- en uitschakelen
Lichtsterkte van de tempera
tuurindicator wijzigen (zie ru
briek "De juiste temperatuur")
d
-
-
Raak zo vaak de aan-uittoets aan tot
^
de temperatuurindicator en alle lamp
jes uitgaan.
De binnenverlichting gaat uit. De
koeling is uitgeschakeld. (Als dit niet
het geval is, is de vergrendeling
ingeschakeld!)
Instelmodus
Bepaalde instellingen van het toestel
kunt u alleen in de instelmodus wijzigen.
Informatie over hoe u het toestel in de
instelmodus zet en hoe u de instellingen wijzigt vindt u in de rubrieken in
kwestie.
Overzicht van de beschikbare functies
in de instelmodus:
Het toestel in de instelmodus
zetten of de instelmodus verla
ten
Toetsgeluid in-/uitschakelen
(zie rubriek "Het toestel in- en
uitschakelen")
Bevestigen dat de actievekoolfilters vervangen zijn (zie
"Actieve-koolfilters")
Vergrendeling in-/uitschakelen
(zie rubriek "Het toestel in- en
uitschakelen")
c
-
b
^
u
Temperatuur in de PerfectFreshzone instellen (zie rubriek "De
-
juiste temperatuur")
Wanneer het toestel in de
instelmodus staat, wordt het deur
alarm automatisch onderdrukt. Zo
dra de deur wordt gesloten, wordt
het deuralarm weer geactiveerd.
Toetsgeluid in-/uitschakelen
Als u niet wilt dat er een geluid weerklinkt telkens als u een toets aanraakt,
kunt u het toetsgeluid uitschakelen.
^ Raak de toets X aan en laat uw vin-
ger erop rusten.
^
Terwijl uw vinger op de toets X rust,
raakt u één keer de aan-uittoets aan.
^
Hou uw vinger nog 5 seconden op
de toets X tot op de temperatuurindi
cator c wordt weergegeven.
^
Raak opnieuw zo vaak de toets X
aan tot b wordt weergegeven op de
temperatuurindicator.
^
Raak ter bevestiging de aan-uittoets
aan.
§
-
-
-
19
Het toestel in- en uitschakelen
U kunt nu instellen of het toetsgeluid
^
moet uitgeschakeld of ingeschakeld
zijn. Raak hiertoe de toets X aan.
b0: het toetsgeluid is uitgeschakeld
b1: het toetsgeluid is ingeschakeld
b -: terug naar het menu
De geselecteerde instelling brandt con
stant en de nieuwe instelling knippert.
Nadat u een nieuwe instelling hebt
^
gekozen, raakt u ter bevestiging de
aan-uittoets aan.
Raak zo vaak de toets X aan tot c
^
wordt weergegeven op de tempera
tuurindicator.
^ Raak de aan-uittoets aan.
U hebt de instelmodus verlaten.
Vergrendeling in-/uitschakelen
Met de vergrendeling kunt u het toestel
beveiligen, zodat het niet ongewenst
wordt uitgeschakeld.
Raak opnieuw zo vaak de toets X
^
aan tot u wordt weergegeven op de
temperatuurindicator.
Raak ter bevestiging de aan-uittoets
^
aan.
U kunt nu instellen of de vergrende
^
ling moet uitgeschakeld of ingescha
keld zijn. Raak hiertoe de toets X
aan.
u0: de vergrendeling is ingescha
keld
u1: de vergrendeling is ingeschakeld
-
u -: terug naar het menu
De geselecteerde instelling brandt constant en de nieuwe instelling knippert.
^ Nadat u een nieuwe instelling hebt
gekozen, raakt u ter bevestiging de
aan-uittoets aan.
^ Raak zo vaak de toets X aan tot c
wordt weergegeven op de temperatuurindicator.
^ Raak de aan-uittoets aan.
-
-
-
^
Raak de toets X aan en laat uw vin
ger erop rusten.
^
Terwijl uw vinger op de toets X rust,
raakt u één keer de aan-uittoets aan.
^
Hou uw vinger nog 5 seconden op
de toets X tot op de temperatuurindi
cator c wordt weergegeven.
20
U hebt de instelmodus verlaten.
Als de vergrendeling ingeschakeld is,
brandt het controlelampje van de ver
grendeling
tor.
-
X op de temperatuurindica
-
-
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd
niet gebruikt:
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit of schakel de des
^
betreffende zekering in uw
zekeringenkast uit,
reinig het toestel en
^
laat de toesteldeur op een kier staan
^
om geurvorming te vermijden.
Het toestel in- en uitschakelen
-
Als het toestel bij langdurige af
wezigheid wordt uitgeschakeld maar
niet gereinigd, bestaat er gevaar
voor schimmelvorming als de deur
gesloten blijft.
-
21
De juiste temperatuur
Bij het bewaren van levensmiddelen is
de juiste temperatuurinstelling zeer be
langrijk. Levensmiddelen bederven snel
door de aanwezigheid van micro-orga
nismen. Dat proces kan door de juiste
bewaartemperatuur worden verhinderd
of vertraagd. De temperatuur beïn
vloedt de groeisnelheid van de microorganismen. Hoe lager de temperatuur,
hoe langzamer dit proces verloopt.
De temperatuur in het toestel stijgt
als u vaak en gedurende lange tijd
–
de toesteldeur opent,
– hoe meer levensmiddelen er worden
bewaard,
– als de verse levensmiddelen warm
zijn,
– als de omgevingstemperatuur van
het toestel hoog is.
Het toestel is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse (bereik
van de kamertemperatuur) waarvan
de onder- en bovengrens
gerespecteerd moeten worden.
-
...indekoelzone en in de
Perfect-Fresh-zone
We raden een koeltemperatuur van
4°Caan in het midden van het toestel.
In de PerfectFresh-zone wordt de tem
peratuur automatisch geregeld tussen
0en3°C.
-
Automatische
-
temperatuurverdeling
(DynaCool)
Als de koeling inschakelt, schakelt het
toestel automatisch ook de ventilator in.
Op die manier wordt de koelte gelijk
matig verdeeld in de koelzone, zodat
de levensmiddelen in de koelkast alle
maal ongeveer met dezelfde tempera
tuur worden gekoeld.
Temperatuur instellen
De temperatuur kunt u met de twee
toetsen naast de temperatuurindicator
instellen.
Door het aanraken van de
toets X:daalt de temperatuur
toets Y:stijgt de temperatuur.
Tijdens het instellen wordt de
insteltemperatuur knipperend weerge
geven.
Volgende wijzigingen zijn in de tempe
ratuurindicator merkbaar als u de toet
sen aanraakt:
–
Eén keer drukken: de laatst gekozentemperatuurwaarde wordt knippe
rend weergegeven.
–
Telkens als u nogmaals drukt:
De temperatuurwaarde verandert in
stappen van 1 °C.
-
-
-
-
-
-
-
22
De juiste temperatuur
Uw vinger op de toets laten rusten:
–
De temperatuurwaarde wijzigt
ononderbroken.
Wanneer de hoogste of laagste tem
peratuurwaarde is bereikt, gaat de
toets X of Y uit.
Ongeveer 5 seconden nadat u de
laatste keer op de toets hebt gedrukt,
geeft de temperatuurindicator automa
tisch de gemiddelde effectieve tempe
ratuur weer die momenteel in het toe
stel heerst.
Als u de temperatuur heeft gewijzigd,
controleert u de temperatuurindicator
na ca. 6 uur als er weinig voedsel in
het toestel zit en na ca. 24 uur als het
toestel volledig gevuld is. Pas dan is
de gekozen temperatuur werkelijk ingesteld. Als de temperatuur na die tijd
nog te hoog of te laag is, stelt u de temperatuur opnieuw in.
Mogelijke instelwaarden voor de
temperatuur
De temperatuur kan als volgt worden
ingesteld: 3 °C tot 9 °C.
Het bereiken van de laagste tempera
tuur is afhankelijk van de opstelplaats
en van de omgevingstemperatuur. Bij
een hoge omgevingstemperatuur kan
de laagste temperatuur niet altijd wor
den bereikt.
-
-
-
-
bewaren, dan kunt u de temperatuur
lichtjes wijzigen.
-
Raak de toets X aan en laat uw vin
^
ger erop rusten.
-
Terwijl uw vinger op de toets X rust,
^
raakt u één keer de aan-uittoets aan.
^ Hou uw vinger nog 5 seconden op
de toets X tot op de temperatuurindicator c wordt weergegeven.
^ Raak opnieuw zo vaak de toets X
aan tot § wordt weergegeven op de
temperatuurindicator.
^ Raak ter bevestiging de aan-uittoets
aan.
^
U kunt nu de temperatuur in de Per
fectFresh-zone wijzigen. Raak hiertoe
de toets X aan: U kunt kiezen uit de
standen 1 tot 9:
§1: laagste temperatuur
§9: hoogste temperatuur
§ -: terug naar het menu
De geselecteerde instelling brandt con
stant en de nieuwe instelling knippert.
-
-
-
Temperatuur in de
PerfectFresh-zone instellen
In de PerfectFresh-zone wordt de tem
peratuur automatisch tussen 0 en 3 °C
gehouden. Als u het toch warmer of
kouder wenst, omdat u bijv. vis wenst te
-
^
Nadat u een nieuwe instelling hebt
gekozen, raakt u ter bevestiging de
aan-uittoets aan.
^
Raak zo vaak de toets X aan tot c
wordt weergegeven op de tempera
tuurindicator.
-
23
De juiste temperatuur
Raak de aan-uittoets aan.
^
U hebt de instelmodus verlaten.
De voorinstelling van de tempera
tuur in de PerfectFresh-zone is bij §
5. Bij een instelling van §1bis §4
worden eventueel negatieve tempe
raturen bereikt. Levensmiddelen
kunnen bevriezen!
-
-
Temperatuurindicator
De temperatuurindicator in het bedie
ningspaneel toont bij een normale wer
king de gemiddelde temperatuur in de
koelzone.
De temperatuurindicator knippert als
– de temperatuur zich binnen het mo-
gelijke bereik van de temperatuurindicator bevindt (0 °C tot 19 °C).
– een andere temperatuur wordt inge-
steld.
De lichtsterkte van de temperatuurindicator wijzigen
U kunt de lichtsterkte van de tempera
tuurindicator aanpassen aan de
lichtverhoudingen van de omgeving.
-
Hou uw vinger nog 5 seconden op
^
de toets X tot op de temperatuurindi
cator c wordt weergegeven.
Raak opnieuw zo vaak de toets X
^
aan tot d wordt weergegeven op de
temperatuurindicator.
Raak ter bevestiging de aan-uittoets
^
aan.
U kunt nu de lichtsterkte van de tem
^
peratuurindicator wijzigen. Raak hier
toe de toets X aan:
d0: maximale lichtsterkte
-
d1: verminderde lichtsterkte
d -: terug naar het menu
De geselecteerde instelling brandt constant en de nieuwe instelling knippert.
^ Nadat u een nieuwe instelling hebt
gekozen, raakt u ter bevestiging de
aan-uittoets aan.
^ Raak zo vaak de toets X aan tot c
wordt weergegeven op de temperatuurindicator.
^
Raak de aan-uittoets aan.
U hebt de instelmodus verlaten.
-
-
-
-
^
Raak de toets X aan en laat uw vin
ger erop rusten.
^
Terwijl uw vinger op de toets X rust,
raakt u één keer de aan-uittoets aan.
24
-
Waarschuwingssignaal
Het systeem is met een waarschu
wingssysteem uitgerust om
energieverliezen bij een openstaande
deur te vermijden en om de ingevroren
levensmiddelen tegen warmte te be
schermen.
Als de toesteldeur langer dan ca.
2 minuten open blijft staan, weerklinkt
het waarschuwingssignaal.
De uitschakeltoets voor het waarschu
wingssignaal licht rood op en het
koelsymbool knippert.
Zodra de deur wordt gesloten, stopt het
waarschuwingssignaal en gaan de
visuele signalen uit.
-
-
-
Deuralarm vroeger
uitschakelen
Als de toesteldeur langer open moet
blijven en het waarschuwingssignaal u
stoort, kunt u het waarschuwingssig
naal vroeger uitschakelen.
Raak de uitschakeltoets voor het
^
waarschuwingssignaal aan.
Het waarschuwingssignaal wordt uit
geschakeld.
De uitschakeltoets voor het waarschuwingssignaal blijft branden en
het koelsymbool blijft knipperen tot
de deur wordt gesloten.
-
Deuralarm inschakelen
Het waarschuwingssysteem wordt automatisch weer ingeschakeld zodra de
toesteldeur gesloten wordt. Het moet
niet extra worden ingeschakeld.
-
25
Super koelen
De functie Super koelen
Met de functie "Super koelen" wordt de
koelzone zeer snel op de koudste waar
de afgekoeld (afhankelijk van de ka
mertemperatuur).
Super koelen inschakelen
De functie "Super koelen" is vooral aan
te bevelen als u grote hoeveelheden
verse levensmiddelen of dranken snel
wenst af te koelen.
^ Raak de toets voor "Super koelen"
aan, zodat deze geel oplicht.
De temperatuur in het toestel daalt,
want het toestel werkt met het maximale koelvermogen.
-
-
Super koelen uitschakelen
De functie "Super koelen" schakelt zich
automatisch na ca. 6 uur uit. Het toestel
werkt weer met het normale koelvermo
gen.
Om energie te sparen, kunt u de functie
"Super koelen" zelf uitschakelen zodra
de levensmiddelen of dranken koud ge
noeg zijn.
^
Raak de toets voor "Super koelen"
aan, zodat het gele licht wordt ge
dimd.
De koeling van het toestel werkt weer
met het normale vermogen.
26
-
-
-
Levensmiddelen in de koelzone bewaren
Verschillende koelgedeelten
Door de natuurlijke luchtcirculatie is de
temperatuur in de koelzone niet overal
gelijk. De koude, zware lucht daalt naar
het onderste gedeelte van de koelzone.
Gebruik de verschillende koelgedeelten
wanneer u levensmiddelen in het toe
stel plaatst!
Dit is een toestel met een automa
tische dynamische koeling, waarbij
er in het toestel een gelijkmatige
temperatuur heerst wanneer de ven
tilator draait. Daardoor zijn er tussen
de verschillende koelgedeelten minder uitgesproken temperatuurverschillen.
Warmste gedeelte
Het warmste gedeelte van de koelzone
bevindt zich bovenaan aan de toesteldeur. Gebruik dit gedeelte bijv. om boter te bewaren, zodat ze gemakkelijk
smeerbaar blijft, en voor kaas, zodat
die zijn aroma niet verliest.
Koudste gedeelte
Het koudste gedeelte van de koelzone
bevindt zich vlak boven de Perfect
Fresh-zone. In de vakken van de Per
fectFresh-zone zijn de temperaturen
nog lager.
Gebruik het koudste gedeelte van de
koelzone en de PerfectFresh-zone voor
alle delicate en snel bederfbare levens
middelen zoals:
–
vis, vlees, gevogelte,
-
-
-
-
-
gebak en gerechten met eieren of
–
slagroom,
vers deeg, taart-, pizza- en quiche
–
deeg,
kaas en andere producten op basis
–
van melk,
in folie verpakte, bereide groenten en
–
alle verse levensmiddelen waarvan
de minimale houdbaarheidsdatum is
gebaseerd op een bewaartempera
tuur van minstens 4 °C.
Bewaar geen explosieve stoffen en
geen producten met brandbare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het
toestel.
Ontploffingsgevaar!
Sterke drank met een hoog alcoholpercentage mag u uitsluitend rechtop en goed afgesloten in het toestel
plaatsen.
Als u in het toestel of in de deur vetof oliehoudende levensmiddelen be
waart, dient u ervoor te zorgen dat
eventueel uitlopend vet of uitlopen
de olie niet in contact komt met de
kunststofonderdelen.
Er kunnen spanningsscheuren in de
kunststof ontstaan, zodat die barst
of scheurt.
De levensmiddelen mogen niet te
gen de achterwand komen. Ze kun
nen anders aan de achterwand vast
vriezen.
-
-
-
-
-
-
-
–
worst, kant-en-klaargerechten,
27
Levensmiddelen in de koelzone bewaren
Waarop moet u letten wanneer u
Plaats de levensmiddelen niet te
dicht tegen elkaar zodat er gemak
kelijk lucht tussen kan circuleren.
Dek de ventilator op de achterwand
niet af. Die is belangrijk voor het
koelvermogen!
Niet geschikt voor de koelkast
Niet alle levensmiddelen kunnen in de
koelkast bij temperaturen onder 5 °C be
waard worden, doordat ze gevoelig zijn
voor koude. Augurken bijv. worden
glazig, aubergines bitter en aardappelen
zoet. Tomaten en sinaasappelen verliezen hun aroma en de schil van citrusvruchten wordt hard.
Onder andere de volgende levensmiddelen zijn gevoelig voor koude:
middelen lang te kunnen bewaren, is hun
versheid. Dat is van het grootste belang
voor de bewaartijd van de producten. De
koelketen mag indien mogelijk niet on
derbroken worden. Let er bijv. op dat de
levensmiddelen niet te lang in een warme
auto blijven liggen. Wanneer het
-
verouderings- of bederfproces ingezet is,
kan dat niet meer ongedaan gemaakt
worden. Een onderbreking van de
koeling gedurende twee uur zet het be
derf al in gang.
Levensmiddelen juist bewaren
Normaal mag u levensmiddelen alleen
verpakt of goed afgedekt in de koelzone bewaren (voor de PerfectFresh-zone
zijn er uitzonderingen). Zo vermijdt u
dat de levensmiddelen vreemde geuren opnemen of gaan uitdrogen. Tegelijk voorkomt u de overdracht van eventuele bacteriën. Een correcte instelling
van de temperatuur en een aangepaste
hygiëne vertragen de vermenigvuldig
ing van bacteriën zoals salmonella.
Onverpakte dierlijke en plantaardige
levensmiddelen
-
-
-
-
28
Onverpakte dierlijke en plantaardige le
vensmiddelen moet u van elkaar schei
den. Als de levensmiddelen samen be
waard moeten worden, moeten ze in elk
geval verpakt zijn. Op die manier voor
komt u dat er microbiologische veran
deringen optreden.
-
-
-
-
-
Levensmiddelen in de PerfectFresh-zone bewaren
In de PerfectFresh-zone worden levens
middelen op een lagere temperatuur
bewaard dan in een conventionele
koelzone. Bovendien kan de luchtvoch
tigheid in het vak zo worden geregeld
dat deze ideaal is voor de bewaarde le
vensmiddelen.
Op deze manier worden optimale be
waaromstandigheden gecreëerd. De
levensmiddelen blijven veel langer vers
en de smaak en vitamines blijven be
houden.
-
-
Bewaartemperatuur
In de PerfectFresh-zone wordt de temperatuur automatisch geregeld en varieert deze van 0 tot 3 °C. Voor levensmiddelen die ongevoelig zijn voor koude, is dat de optimale bewaartemperatuur. De levensmiddelen blijven daar
aanzienlijk langer vers dan in de conventionele koelzone omdat de
bederfprocessen bij die temperatuur
trager verlopen.
Om levensmiddelen goed te kunnen
bewaren, is het van essentieel be
lang dat ze zich in goede staat be
vinden wanneer u ze in het toestel
legt!
-
-
Luchtvochtigheid
De hoogte van de luchtvochtigheid in
het PerfectFresh-vak is afhankelijk van
–
het vochtigheidsgehalte van de
bewaarde levensmiddelen en
U kunt de luchtvochtigheid in het
PerfectFresh-vak regelen met de
schuifregelaar.
Hoe meer de luchtvochtigheid in het
vak overeenstemt met de vochtigheid
van het levensmiddel, hoe langer ze
knapperig en vers blijven. Het
watergehalte van het levensmiddel blijft
immers grotendeels bewaard.
Levensmiddelen bewaren in de
vakken van de PerfectFreshzone
De PerfectFresh-zone is in twee zones
opgedeeld: het droge vak en het vochtige vak (aantal afhankelijk van het model).
Droog vak
In het droge vak heerst een relatief lage
luchtvochtigheid. Die stemt ongeveer
overeen met de luchtvochtigheid die
ook in de koelzone heerst. In het droge
vak is het daardoor kouder.
–
Het droge vak is geschikt voor het
bewaren van heel delicate levens
middelen, zoals verse vis, schaal- en
schelpdieren, vlees, gevogelte,
worst, zuivelproducten en delicate
salades.
Merk op dat levensmiddelen die rijk zijn
aan eiwitten sneller bederven.
Schaal- en schelpdieren bederven dus
sneller dan vis, terwijl vis sneller bederft
dan vlees.
-
–
de hoeveelheid bewaarde
levensmiddelen.
29
Levensmiddelen in de PerfectFresh-zone bewaren
Bewaar die levensmiddelen alleen af
gedekt of verpakt.
Uitzondering: vlees (De uitdroging van
het vleesoppervlak remt de kiemvor
ming af en zorgt daardoor voor een be
tere houdbaarheid. Verschillende vlees
soorten mogen niet rechtstreeks met el
kaar in contact komen, maar moeten al
tijd door een verpakking worden
gescheiden. Daardoor wordt
vroegtijdige bederving door
kiemoverdracht vermeden.)
Vochtig vak
U kunt de luchtvochtigheid in het vochtige vak regelen met de schuifregelaar.
Stel de schuifregelaar daartoe op de
gewenste relatieve luchtvochtigheid:
instelling . = hoge luchtvochtigheid.
De schuifregelaar sluit de openingen
naar het vak en de aanwezige luchtvochtigheid blijft gehandhaafd. De
hoogte van de luchtvochtigheid hangt
daarbij in grote mate af van de soort en
de hoeveelheid van de bewaarde le
vensmiddelen.
Hou er rekening mee dat de hoge
luchtvochtigheid alleen bereikt wordt en
invloed op de levensmiddelen kan heb
ben wanneer die niet verpakt zijn of in
een luchtdoorlatende verpakking zit
ten.
–
Bij een hoge luchtvochtigheid . is
het vak aangewezen voor het bewa
ren van vers geoogste producten,
zoals groente, sla, kruiden, kool en
inheems fruit.
-
-
-
-
Instelling , = lage luchtvochtigheid.
De schuifregelaar opent de openingen
naar het vak en de aanwezige lucht
vochtigheid kan wegstromen.
Als de schuifregelaar op een lage
luchtvochtigheid , is ingesteld, stemt
de luchtvochtigheid ongeveer overeen
met die van de koelzone. Bij deze in
stelling is het kouder in dit vak.
Bij een lage luchtvochtigheid ,
–
heersen er dezelfde omstandighe
den als in het droge vak.
Neem de levensmiddelen ca.
30 - 60 minuten voor u ze gaat gebruiken, uit de PerfectFresh-zone.
Pas bij kampertemperatuur
ontplooien het aroma en de smaak
zich.
Mogen alle levensmiddelen samen worden bewaard?
Leg niet alle levensmiddelen samen in
één vak. Sommige levensmiddelen
tonen zich geen goede partners! Ener
zijds worden er geurtjes en smaken
overgedragen (wortels nemen bijv. snel
de smaak en geur van uien over), an
derzijds geven heel wat levensmid
delen een natuurlijk gas (ethyleen) vrij
waarop andere levensmiddelen heel
-
gevoelig reageren zodat ze sneller
slecht worden.
-
-
-
-
-
-
30
Levensmiddelen in de PerfectFresh-zone bewaren
Voorbeelden van fruit en groenten
die veel gas vrijgeven:
Voorbeeld: broccoli mag u niet samen
met appels bewaren omdat appels veel
gas vrijgeven en broccoli daar zeer gevoelig op reageert. Het gevolg is dat u
de broccoli minder lang kunt bewaren
dan eigenlijk mogelijk is.
-
31
Levensmiddelen in de PerfectFresh-zone bewaren
Als u niet tevreden bent over het resultaat van het bewaren van uw levens
middelen (bijv. wanneer de levensmiddelen al na korte bewaartijd slap en
verlept zijn), neem dan de volgende opmerkingen in acht:
Bewaar alleen verse levensmiddelen. De toestand van de levensmiddelen wan
^
neer u ze in het toestel legt, is van essentieel belang om ze vers te kunnen hou
den.
Reinig de PerfectFresh-zone voordat u de levensmiddelen erin legt.
^
Laat zeer vochtige levensmiddelen uitdruppen voordat u ze in het toestel legt.
^
Bewaar geen levensmiddelen die gevoelig zijn voor koude in de PerfectFesh-
^
zone
(zie "Niet geschikt voor de koelkast").
Hou ermee rekening dat niet alle levensmiddelen samen kunnen worden be
^
waard (zie "Mogen alle levensmiddelen samen worden bewaard?").
^ Kies het juiste PerfectFresh-vak om levensmiddelen te bewaren (hoge of lage
luchtvochtigheid).
^ Bewaar levensmiddelen onverpakt in het PerfectFresh-vak met hoge luchtvoch-
tigheid.
Een hoge luchtvochtigheid in de PerfectFresh-zone wordt alleen dankzij de
vochtigheid van de bewaarde levensmiddelen bereikt.
Als de luchtvochtigheid toch eens niet hoog genoeg is, bijv. wanneer u weinig
levensmiddelen bewaart, kunt u de luchtvochtigheid bijv. met een natte spons
verhogen.
-
-
-
-
^
Als u vindt dat de temperatuur in de PerfectFresh-zone te hoog of te laag is,
probeert u om deze via de koelzone te regelen door daar de temperatuur een
beetje (1 tot 2 °C) te wijzigen.
Ten laatste wanneer er zich ijskristallen op de bodem van de PerfectFresh-zone
vormen, moet de temperatuur worden verhoogd, omdat de levensmiddelen an
ders schade oplopen door de koude.
^
Als er zich te veel water op de bodem van de PerfectFresh-zone bevindt, droogt
u deze met een doek. Laat de levensmiddelen eventueel uitdruppen voordat u
ze in het toestel bewaart of leg ze eventueel op een rooster op de bodem van
de PerfectFresh-zone, zodat het vocht kan wegsijpelen.
32
-
De binnenruimte indelen
De legplaten verplaatsen
U kunt de legplaten in overeenstem
ming met de hoogte van de te koelen
levensmiddelen verplaatsen:
Til de legplaat eventjes op en trek ze
^
iets naar voren. Schuif ze met de uit
sparing over de steunribben en ver
plaats ze naar boven of naar onde
ren.
De achterste boord van de legplaat
moet naar boven wijzen zodat de le
vensmiddelen niet tegen de achter
wand rusten en daaraan kunnen vast
vriezen.
Schuifstoppen voorkomen dat de
legplaten ongewild uit het toestel getrokken worden.
-
-
-
-
-
-
Tweedelige legplaat
Om hoge waren, zoals hoge flessen of
recipiënten, te kunnen plaatsen, is er
een tweedelige legplaat, waarvan u het
voorste deel voorzichtig onder het ach
terste deel kunt schuiven:
Om de tweedelige legplaats te ver
plaatsen,
neemt u de twee halve glazen platen
^
uit het toestel,
-
^ plaatst u de twee houders links en
rechts op de steunribben op de gewenste hoogte,
^ en schuift u de glazen platen na el-
kaar in het toestel.
De glazen plaat met de
aanslagboord moet achteraan liggen!
-
-
^
til voorzichtig de achterste helft van
de glazen legplaat omhoog.
^
til gelijktijdig de voorste helft van de
glazen plaat lichtjes op en schuif die
vervolgens voorzichtig onder de ach
terste helft.
-
33
De binnenruimte indelen
Schuifladen van de Perfect
-
Fresh-zone
De schuifladen van de PerfectFresh-zo
ne zijn op telescopische rails gemon
teerd en kunnen helemaal uit het toestel
getrokken worden om ze te vullen of
leeg te maken en om ze te reinigen.
Trek de schuifladen tot de aanslag uit
^
het toestel en neem ze langs boven
weg.
Schuif de telescopische rails vervol
gens weer naar binnen. Zo vermijdt
u schade!
^ Trek het deksel tussen de
schuifladen voorzichtig iets naar voren en neem het naar beneden weg.
^ Om het deksel weer op zijn plaats te
zetten, plaatst u het van onderen
naar boven in de steunen. Schuif het
dan naar achteren tot het vastklikt.
Om de schuiflade op zijn plaats te zetten,
-
-
Opdienset/flessenrek
verplaatsen
Neem de hangschalen langs boven
-
^
uit het roestvrijstalen frame.
Schuif het roestvrijstalen frame naar
^
omhoog en neem dat langs voren
weg.
Plaats het roestvrijstalen frame op
^
een willekeurige plaats in het toestel.
Zorg er daarbij voor dat het goed op
de verhogingen vast gedrukt wordt.
^ Sommige roestvrijstalen houders kun-
nen gemakkelijker worden verwijderd
en teruggeplaatst als u de roestvrij
stalen houder samen met de achter
ste boord vastpakt en langs boven
verwijdert.
-
-
^
legt u het op de telescopische rails
die helemaal uitgetrokken zijn a.De
telescopische rails moeten vooraan
tegen de voorzijde van de schuiflade
komen b!
^
Schuif de schuiflade in het toestel c.
34
^
Plaats de hangschalen in het roest
vrijstalen frame.
U kunt de hangschalen helemaal uit de
opdienset halen om ze te vullen of leeg
te maken en ze dan weer op hun plaats
zetten.
Op die manier kunt u de hangschalen
ook samen met de levensmiddelen di
rect op de tafel plaatsen.
-
-
De binnenruimte indelen
Universele box
(volgens het model)
In de universele box kunnen levensmid
delen bewaard en ook opgediend wor
den.
De universele box bestaat uit een diepe
schaal a en een platte schaal b - beide schalen kunnen als hangschalen in
het roestvrijstalen frame geplaatst worden.
Wanneer u de universele box wilt gebruiken om levensmiddelen op te dienen,
De flessenhouder verschuiven
U kunt de flessenhouder naar rechts of
naar links verschuiven. Daardoor zitten
de flessen goed vast als de deur wordt
geopend en gesloten.
De flessenhouder kan helemaal
weggenomen worden (bijv. om hem te
reinigen):
Schuif daarvoor de voorste rand van
^
de flessenhouder omhoog en klik
hem uit het toestel.
^
plaatst u de platte schaal b in het
roestvrijstalen frame en gebruikt u de
diepe schaal als deksel a.
Zo kunt u de universele box helemaal
uit de houder nemen en hem samen
met de levensmiddelen direct op de ta
fel plaatsen.
-
35
Automatisch ontdooien
Koelzone en PerfectFreshzone
De koel- en PerfectFresh-zone ontdooi
en automatisch.
Terwijl de compressor draait, kunnen er
rijm en waterpareltjes op de achterzijde
van de koel- en PerfectFresh-zone ont
staan. Die hoeft u niet te verwijderen
omdat ze automatisch verdampen door
de warmte van de compressor.
Het dooiwater loopt via een gootje en
een afvoerbuis naar een
verdampsysteem aan de achterzijde
van het toestel.
Zorg ervoor dat het dooiwater altijd
ongehinderd kan weglopen. Hou
met het oog daarop het gootje en de
afvoeropening voor het dooiwater
schoon.
-
-
36
Reiniging en onderhoud
Zorg ervoor dat er geen water in de
elektronische besturing of de ver
lichting terechtkomt.
Er mag geen reinigingswater door
de afvoeropening voor het dooiwater
lopen.
Gebruik geen stoomreiniger. Stoom
kan terechtkomen op onderdelen
van het toestel die onder spanning
staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Het typeplaatje in het toestel mag niet
worden verwijderd.
De informatie op dit plaatje is belangrijk in geval van een storing!
De roestvrijstalen toesteldeuren hebben een speciale coating, die bestand is tegen vuil.
Wrijf deze niet in met het onderhoudsmiddel voor roestvrij staal. Als
u dat zou doen, zijn er strepen zicht
baar!
Gebruik voor de reiniging en het on
derhoud van de andere roestvrijsta
len oppervlakken van het toestel het
Miele-onderhoudsmiddel voor roest
vrij staal (verkrijgbaar via de Service
After Sales van Miele).
-
-
Dit onderhoudsmiddel bevat
materiaalvriendelijke stoffen. In te
genstelling tot een reinigingsmiddel
voor roestvrij staal bevat het geen
polijststoffen. Met het Mieleonderhoudsmiddel voor roestvrij
staal kunt u vuil behoedzaam verwij
deren. Telkens als u het aanbrengt,
brengt u bovendien een water- en
vuilafstotende beschermende film
aan.
Om schade aan de oppervlakken te
voorkomen, mogen de volgende mid
delen niet worden gebruikt om de oppervlakken te reinigen:
– reinigingsmiddelen die soda, ammo-
niak, zuur of chloor bevatten,
– kalkoplossende reinigingsmiddelen,
– schurende reinigingsproducten, zo-
als schuurpoeder, schuurmelk,
poetsstenen,
–
-
-
-
reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
–
reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal,
–
afwasmiddelen voor de afwasauto
maat,
–
ovensprays,
–
glasreinigers,
–
schurende harde sponsen en bor
stels (bijv. schuursponsen),
-
-
-
-
-
–
speciale "wondersponsen",
–
scherpe metaalschrapers!
37
Reiniging en onderhoud
Vóór het reinigen
Schakel het toestel uit.
^
Trek de stekker uit of schakel de des
^
betreffende zekering in uw
zekeringkast uit.
Haal de gekoelde levensmiddelen uit
^
het toestel en bewaar ze op een
koele plaats.
Om de flessenrekken/opdiensets in
^
de binnendeur te reinigen, kunt u de
rekken uit de roestvrijstalen houders
nemen.
Om het roestvrijstalen gedeelte van het
deksel van het boter- en kaasvak (bovenaan de binnendeur) te verwijderen,
gaat u als volgt te werk:
^ Haal het boter- en kaasvak uit het
toestel.
^ Open het deksel van het boter- en
kaasvak.
Het roestvrijstalen gedeelte zit goed
vastgeklemd op het kunststofdeksel.
Om het los te maken, moet u vol
doende kracht gebruiken!
-
Verwijder de schuifladen van de Per
^
fectFresh-zone en het
schuifladedeksel (zie "De binnen
-
ruimte indelen – Schuifladen van de
PerfectFresh-zone").
Neem de scheidingsplaat met beide
^
handen vast en trek ze uit.
^ Neem alle andere onderdelen die uit
het toestel genomen kunnen worden
uit het toestel om ze te reinigen.
Binnenruimte, toebehoren
^ Reinig het toestel regelmatig (min-
stens 1 keer per maand).
Laat vuil niet aankoeken. Verwijder
het onmiddellijk.
De binnenruimte en het toebehoren
reinigt u het best met lauw water
waarin u een beetje handafwasmid
del doet.
-
-
-
^
Maak langs één kant van het deksel
het roestvrijstalen gedeelte van het
deksel los (1.).
^
Druk de witte kunststofknoppen uit
de uitsparingen (2.).
38
De volgende onderdelen mogen wor
den gereinigd in de afwasautomaat:
–
het botervlootje, de eiervakjes
(elk afhankelijk van het model meege
leverd)
–
de rekken/opdiensets in de
binnendeur (zonder de roestvrijstalen
houders)
-
-
Reiniging en onderhoud
het boter- en kaasvak
–
(zonder het roestvrijstalen gedeelte)
De roestvrijstalen houders en het
roestvrijstalen gedeelte van het
boter- en kaasvak van de binnendeur
mogen niet worden gereinigd in de
afwasautomaat!
De temperatuur van het gekozen af
wasprogramma mag maximaal 55 °C
bedragen!
Kunststofonderdelen kunnen in de af
wasautomaat verkleuren door contact
met bepaalde natuurlijke kleurstoffen,
bijv. in wortels, tomaten en ketchup.
Deze verkleuring heeft geen invloed
op de stabiliteit van de desbetreffende onderdelen.
^ Reinig de legplaten, de schuifladen,
het schuifladedeksel en de
scheidingsplaat met de hand. Deze
mogen niet worden gereinigd in de
afwasautomaat!
^
Reinig het gootje en de afvoerope
ning voor het dooiwater regelmatig
met een wattenstaafje of iets derge
lijks, zodat het dooiwater ongehin
derd kan weglopen.
^
Ga na de reiniging met een doek die
met schoon water is vochtig gemaakt
over de binnenruimte en het toebeho
ren. Wrijf vervolgens alles droog met
een doek.
Laat de deuren van het toestel korte
tijd openstaan.
^
Verwijder eventueel vuil op de roest
vrijstalen houders en het roestvrijsta
len gedeelte van het boter- en kaas
-
-
-
vak met het Miele-onderhoudsmiddel
voor roestvrij staal.
Wrijf deze in elk geval na elke reini
^
ging in met het Mieleonderhoudsmiddel voor roestvrij staal
met het oog op onderhoud.
Dat beschermt de roestvrijstalen op
pervlakken en voorkomt dat ze snel
weer vuil worden!
Toesteldeur, zijwanden
Vuil op de toesteldeur en de zij
wanden verwijdert u het best onmid
dellijk.
Als het vuil er langere tijd op inwerkt,
kan het soms niet meer worden verwijderd en kunnen de oppervlakken
verkleuren of wijzigingen ondergaan.
Alle oppervlakken zijn gevoelig voor
krassen.
Alle oppervlakken kunnen verkleuren of wijzigingen ondergaan wan
neer ze in contact komen met onge
-
schikte reinigingsmiddelen.
^
Reinig de oppervlakken met een
schone sponsdoek, handafwasmid
del en warm water.
U kunt om te reinigen ook een scho
ne, vochtige microvezeldoek zonder
reinigingsmiddel gebruiken.
^
Ga na de reiniging met een doek die
met schoon water is vochtig gemaakt
over deze oppervlakken. Wrijf vervol
-
-
gens alles droog met een zachte
doek.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
39
Reiniging en onderhoud
Voor roestvrijstalen toestellen geldt
bovendien het volgende:
Toesteldeur
–
De toesteldeur is veredeld met een
hoogwaardige oppervlaktecoating.
Deze biedt bescherming tegen vuil en
vergemakkelijk het reinigen.
Behandel de toesteldeuren niet met
– een reinigingsmiddel voor roestvrij
staal:
Als u dat zou doen, raakt de coating
beschadigd!
– het Miele-onderhoudsmiddel voor
roestvrij staal:
Als u dat zou doen, zijn er strepen
zichtbaar!
– Zijwanden
^ Verwijder vuil met het Miele-
onderhoudsmiddel voor roestvrij
staal.
^ Wrijf de zijwanden in elk geval na
elke reiniging in met het Miele-
onderhoudsmiddel voor roestvrij
staal.
Dit onderhoudsmiddel bevat
materiaalvriendelijke stoffen. In te
genstelling tot een reinigingsmiddel
voor roestvrij staal bevat het geen
polijststoffen. Telkens als u het aan
brengt, brengt u een water- en
vuilafstotende beschermende film
aan. Dit beschermt de roestvrijstalen
oppervlakken en het voorkomt dat de
oppervlakken weer gauw vuil wor
den!
-
-
Ventilatieopeningen
Reinig de ventilatieopeningen regel
^
matig met een borsteltje of stofzuiger.
Wanneer er zich stof ophoopt, neemt
het energieverbruik toe.
Deurdichting
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet. Anders wordt ze na ver
loop van tijd poreus.
Reinig de deurdichting regelmatig
^
uitsluitend met schoon water en wrijf
ze daarna grondig droog met een
doek.
Achterzijde – metalen rooster
Minstens 1 keer per jaar moet het stof
worden verwijderd van het metalen
rooster aan de achterzijde van het toestel (warmtewisselaar). Wanneer er zich
stof ophoopt, neemt het energieverbruik toe.
Let er bij het reinigen van het meta
len rooster op dat u geen kabels of
andere componenten aftrekt, knikt of
beschadigt.
-
-
-
-
40
Na het reinigen
Schuif de scheidingsplaat in totdat u
^
hoort dat ze vastklikt.
Plaats alle onderdelen in het toestel.
^
Steek de stekker van het toestel weer
^
in het stopcontact of schakel de des
betreffende zekering in uw
zekeringkast weer in, en schakel het
toestel weer in.
Schakel de functie "Super koelen"
^
een tijdje in, zodat het toestel snel
koud wordt.
^ Leg de levensmiddelen in het toestel
en sluit de deur.
Reiniging en onderhoud
-
41
Actieve-koolfilters
Om de 6 maanden wordt u gevraagd
om de actieve-koolfilters te vervangen.
Als het actieve-koolfilterlampje rood op
licht, moeten de actieve-koolfilters wor
den vervangen.
Actieve-koolfilters vervangen
^ Trek de cassette voor de actieve-
koolfilters langs boven uit.
Om te bevestigen dat u de filters hebt
vervangen,
-
raakt u ca. 2 seconden het actieve-
^
-
koolfilterlampje aan.
Het actieve-koolfilterlampje gaat uit en
de teller wordt opnieuw in gesteld.
Actieve-koolfilters later vervangen
Nieuwe actieve-koolfilters kunt u bestel
len bij uw Miele-handelaar. U kunt de
actieve-koolfilters ook later vervangen.
Als het rode actieve-koolfilterlampje u
stoort, kunt u het vroeger uitschakelen:
^ raak ca. 2 seconden het actieve-
koolfilterlampje aan.
-
^
Verwijder de beide actieve-koolfilters
en plaats de nieuwe filters met de af
geronde rand eerst in de cassette.
^
Plaats de cassette in het midden op
de achterste boord van de legplaat,
zodat deze vastzit.
42
Het actieve-koolfilterlampje gaat uit.
-
Actieve-koolfilters
Als u de actieve-koolfilters later hebt
vervangen en het actievekoolfilterlampje niet meer brandt, moet
de teller via de instelmodus opnieuw
worden ingesteld:
Raak de toets X aan en laat uw vin
^
ger erop rusten.
^ Terwijl uw vinger op de toets X rust,
raakt u één keer de aan-uittoets aan.
^ Hou uw vinger nog 5 seconden op
de toets X tot op de temperatuurindicator c wordt weergegeven.
^ Raak opnieuw zo vaak de toets X
aan tot ^ wordt weergegeven op de
temperatuurindicator.
Tip:
Als er zich levensmiddelen met een
zeer sterke geur (bijv. kruidenkaas) be
vinden in het toestel,
plaatst u de cassette met de actieve-
–
koolfilters op de legplaat waarop
deze levensmiddelen zich bevinden,
vervangt u de actieve-koolfilters in
–
-
dien nodig eerder (stel in dat geval
de teller opnieuw in),
plaatst u extra actieve-koolfilters (met
–
cassette) in het toestel.
Actieve-koolfilters en cassettes zijn
verkrijgbaar bij uw Miele-handelaar of
de Technische Dienst van Miele.
-
-
^
Raak ter bevestiging de aan-uittoets
aan.
^
Raak zo vaak de toets X aan tot ^2
wordt weergegeven op de tempera
tuurindicator.
^
Raak ter bevestiging ca. 2 seconden
de aan-uittoets aan.
De teller wordt opnieuw ingesteld.
^
Raak zo vaak de toets X aan tot c
wordt weergegeven op de tempera
tuurindicator.
^
Raak de aan-uittoets aan.
U hebt de instelmodus verlaten.
-
-
43
Wat gedaan als...?
Herstellingen aan elektrische toe
stellen mag u enkel en alleen door
een vakman of vakvrouw laten uit
voeren. Door ondeskundig uitge
voerde herstellingen kunnen er niet
te onderschatten risico's voor de ge
bruiker ontstaan.
Wat gedaan als...
...detemperatuur in de koelzone te
-
-
-
laag is?
Stel een hogere temperatuur in.
^
De functie "Super koelen" is nog inge
^
schakeld. Deze functie schakelt na
-
6 uur automatisch uit.
. . er een waarschuwingssignaal
weerklinkt?
-
. . . het toestel niet koelt?
Controleer of het toestel ingescha
^
keld is. De temperatuurindicator moet
branden.
^ Controleer of de stekker van het toe-
stel goed in het stopcontact zit.
^ Controleer of de desbetreffende ze-
kering in uw zekeringkast is
gesprongen, omdat er een probleem
is met het toestel, de elektrische
spanning in uw huis of een ander toestel.
Neem contact op met een elektricien
of de Service After Sales van Miele.
. . . het toestel niet koelt maar de tem
peratuurindicator brandt?
De demo-functie is geactiveerd. Die
stelt handelaars in staat het toestel zon
der ingeschakelde koeling te
presenteren. Voor privégebruik hebt u
deze instelling niet nodig.
^
Schakel de demo-functie uit (zie ru
briek "Informatie voor handelaars Demo-functie").
-
-
De toesteldeur staat langer dan
ca. 2 minuten open!
Doe de toesteldeur dicht!
^
...deinschakelfrequentie en
inschakelduur van de compressor
toenemen?
^ Controleer of de ventilatieopeningen
niet afgedekt zijn of onder het stof zitten.
^ Controleer of het metalen rooster
(warmtewisselaar) aan de achterzijde
van het toestel niet onder het stof zit.
^
De toesteldeur werd vaak geopend
of er werden grote hoeveelheden le
-
vensmiddelen in het toestel ge
plaatst.
^
Ga na of de toesteldeur goed sluit.
-
...decompressor constant werkt?
Om energie te besparen schakelt de
compressor bij een gering
koudeverbruik op een laag toerental
over. Daardoor wordt de werkingstijd
van de compressor verlengd.
-
-
44
Wat gedaan als...?
...debinnenverlichting niet meer
werkt?
Stond de toesteldeur gedurende
^
lange tijd open? De verlichting scha
kelt automatisch uit als de deur
ca. 15 minuten geopend is gebleven.
Is dat niet het geval, dan is de binnen
verlichting defect.
Neem contact op met de dienst Her
^
stellingen aan huis van Miele.
De LED-verlichting mag alleen door de
dienst Herstellingen aan huis van Miele
worden hersteld en vervangen. Onder
de afdekking bevinden zich onderdelen
die onder spanning staan. U kunt zich
verwonden en er kan schade ontstaan!
De afdekking mag niet worden afgenomen! Er ontstaat gevaar als de afdekking beschadigd of verwijderd is
door beschadiging van het toestel Opgepast! Kijk nooit met optische
instrumenten (een vergrootglas of
iets dergelijks) in de straal van de la
ser (laserstraling 1M)!
. . . het actieve-koolfilterlampje rood
is?
^
Vervang de actieve-koolfilters.
-
-
-
...opdetemperatuurindicator "dn"
wordt weergegeven?
De demomodus is geactiveerd.
Neem contact op met de dienst Her
^
stellingen aan huis van Miele.
...uhettoestel niet kunt uitscha
kelen?
De vergrendeling is ingeschakeld.
...debodem van de koelzone nat
is?
De afvoeropening voor het dooiwater zit
verstopt.
^ Reinig het gootje en de afvoerope-
ning voor het dooiwater.
Als u de storing niet kunt verhelpen
aan de hand van de bovenstaande
informatie, neemt u contact op met
de dienst Herstellingen aan huis van
Miele.
Om het koudeverlies zo beperkt mo
gelijk te houden, laat u indien moge
lijk de deur van het toestel dicht tot
de storing verholpen is.
-
-
-
-
Bestel eventueel nieuwe actievekoolfilters bij uw Miele-handelaar.
...opdetemperatuurindicator "_F"
verschijnt?
Er zit een storing in het toestel. Neem
contact op met de dienst Herstellingen
aan huis van Miele.
45
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Heel normale geluidenWaar komen ze vandaan?
Brrrrr...Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har
der worden terwijl de motor ingeschakeld wordt.
Blubb, blubb....Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door
de buisjes vloeit.
Klik....U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
schakelt.
Sssrrrrr....Bij toestellen met verschillende zones of bij No-Frostmodellen
kan u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnen
ruimte van het toestel.
Krak....Wanneer het materiaal in uw toestel uitzet kan men gekraak ho
ren.
Bedenk echter dat motor- en stromingsgeluiden in de koelingskringloop niet te
vermijden zijn!
-
-
-
-
Geluid waaraan u vlot kan
verhelpen
Geklepper, gerammel, gerinkelHet toestel staat niet waterpas: Stel het toestel waterpas.
Waar komt het vandaan en wat kan u ertegen
doen?
Schroef de voetjes in of uit het toestel of leg iets onder het toestel.
Het toestel raakt andere toestellen of meubels aan: Schuif het
toestel van de meubels of andere toestellen weg.
Laden, korven of legplaten trillen of knellen: Controleer de uit
neembare onderdelen en zet ze eventueel opnieuw op hun
plaats.
Flessen of recipiënten raken elkaar: Schuif de flessen of reci
piënten wat uit elkaar.
De snoerhouder hangt nog tegen de achterzijde van het toe
stel: Neem de snoerhouder weg.
46
-
-
-
Service After Sales van Miele/garantie
Neem bij storingen die u niet zelf kunt
oplossen contact op met
uw Miele-handelaar
–
of
de Service After Sales van Miele.
–
Het telefoonnummer van de dienst
Herstellingen aan huis van Miele
vindt u op de achterzijde van deze
gebruiksaanwijzing.
Wanneer u op onze dienst Herstellin
gen aan huis een beroep doet, geef
dan altijd het toesteltype en -nummer
op. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje in de binnenruimte van het
toestel
Duur en voorwaarden van de
garantie
Er is 2 jaar garantie.
Voor meer informatie over de garantievoorwaarden in uw land neemt u con
tact op via het telefoonnummer van de
dienst "Consumentenbelangen" van
N.V. Miele België:
Het telefoonnummer van de dienst
"Consumentenbelangen" vindt u op
de achterzijde van deze gebruiks
aanwijzing.
-
-
-
47
Informatie voor handelaars
Demo-functie
Met de demo-functie kan het toestel
worden uitgestald in de winkel of op
een beurs. Het toestel kan dan worden
bediend en de binnenverlichting werkt
maar de compressor blijft uitgescha
keld.
Demo-functie activeren/
deactiveren
^ Schakel het toestel in.
^ Raak de toets X aan en laat uw vin-
ger erop rusten.
Terwijl uw vinger op de toets X rust,
raakt u één keer de aan-uittoets aan.
-
U kunt nu instellen of de demo-
^
functie moet uitgeschakeld of inge
schakeld zijn. Raak hiertoe de toets
X aan.
n0: Demo-functie is uitgeschakeld
n1: Demo-functie is ingeschakeld
n –: terug naar het menu
De huidige instelling brandt constant en
de nieuwe instelling knippert.
Nadat u een nieuwe instelling hebt
^
gekozen, raakt u ter bevestiging de
aan-uittoets aan.
Raak zo vaak de toets X aan tot P
^
wordt weergegeven op de temperatuurindicator.
^ Raak de aan-uittoets aan.
U hebt de instelmodus verlaten.
De demo-functie is geactiveerd of gedeactiveerd.
-
^
Raak 4 keer de toets X aan. Bij de
5e keer raakt u de toets X aan en laat
u uw vinger op de toets rusten totdat
op de temperatuurindicator P ver
schijnt.
^
Raak opnieuw zo vaak de toets X
aan totdat n wordt weergegeven op
de temperatuurindicator.
^
Raak ter bevestiging de aan-uittoets
aan.
48
-
Elektrische aansluiting
Het toestel wordt aansluitklaar geleverd
voor wisselstroom van 50 Hz,
220 – 240 V.
De zekering moet minstens 10 A bedra
gen.
Het toestel moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact dat volgens
de voorschriften is geïnstalleerd. De
elektrische installatie moet uitgevoerd
zijn overeenkomstig de plaatselijke
voorschriften.
Het toestel moet in geval van nood snel
kunnen worden losgekoppeld van het
elektriciteitsnet. Daarom moet het stopcontact gemakkelijk toegankelijk zijn.
Het mag zich dus niet achter het toestel
bevinden.
Als het stopcontact na de inbouw niet
meer toegankelijk is, moet in de installatie een scheidingsinrichting voor elke
pool voorhanden zijn. Als stroomonderbrekers kunnen schakelaars worden
gebruikt met een contactopening van
minstens 3 mm. Denk hierbij bijvoor
beeld aan LS-schakelaars, zekeringen
en contactsluiters (EN 60335).
De stekker en de aansluitkabel van het
toestel mogen niet de achterzijde van
het toestel raken. Anders kunnen de
stekker en de aansluitkabel bescha
digd raken door trillingen van het toe
stel. Dat kan een kortsluiting veroorza
ken.
-
-
-
-
Aansluiting via een verlengkabel is niet
toegestaan, aangezien verlengkabels
niet voldoende veiligheidsgaranties bie
den. Er bestaat onder andere gevaar
voor oververhitting.
Het toestel mag niet op gelijkstroomwisselstroommutators worden aange
sloten, die bijvoorbeeld bij stroomvoorziening op zonne-energie worden
gebruikt.
In dat geval kunnen er zich bij het in
schakelen van het toestel spannings
pieken voordoen, die ertoe kunnen lei
den dat het toestel wordt uitgeschakeld
om veiligheidsredenen. De elektronische besturing kan beschadigd raken!
De stekker van de aansluitkabel van het
toestel mag niet worden vervangen
door een energiebesparende stekker
(bijv. van het merk SavaPlug). Hierdoor
wordt de energietoevoer naar het toestel verminderd en wordt het toestel te
warm.
Als de aansluitkabel moet worden
vervangen, dan mag dat alleen worden
uitgevoerd door een erkende vakman
of vakvrouw die op de hoogte is van
elektriciteitsaansluitingen.
-
-
-
-
-
-
Ook andere toestellen mogen niet wor
den aangesloten op stopcontacten die
zich bevinden achter het toestel.
-
49
Opstelinstructies
Gebruik geen warmteproducerende
toestellen op het toestel, zoals een
mini-oven, een kooktoestel met twee
kookzones of een broodrooster. Het
toestel kan in brand vliegen. Gevaar
voor brand!
Side-by-side opstelling
Principieel mogen koelkasten en diep
vriezers niet onmiddellijk naast ("sideby-side") andere modellen worden op
gesteld, om condenswater en daaruit
resulterende schade te vermijden.
Deze koelkast kan echter onmiddellijk
naast ("side-by-side") bepaalde modellen worden opgesteld die over een ingeschuimde zijwandverwarming beschikken!
Vraag aan uw Miele-handelaar welke combinaties met uw toestel mogelijk zijn!
^
Verbind de twee toestellen op basis
van de gebruiksaanwijzing die bij het
combinatiemodel is meegeleverd.
Opstelplaats
Kies geen plaats direct naast een for
nuis, een verwarming of in de omge
ving van een venster met directe inval
van zonnestralen. Hoe hoger de omge
vingstemperatuur, hoe langer de com
pressor moet werken, waardoor er
meer stroom wordt verbruikt.
Een droge, ventileerbare ruimte is ge
schikt.
-
-
-
Het stopcontact moet gemakkelijk
–
toegankelijk zijn in geval van nood.
Het mag zich dus niet achter het toe
stel bevinden.
De stekker en de aansluitkabel van
–
het toestel mogen niet de achterzijde
van het toestel raken. Anders kunnen
deze beschadigd raken door tril
lingen van het toestel.
-
-
-
Ook andere toestellen mogen niet
–
worden aangesloten op
stopcontacten die zich bevinden
achter het toestel.
Belangrijk! Bij een hoge luchtvochtigheid kan het vocht condenseren
en zich afzetten op de
buitenoppervlakken van het toestel.
Dat condenswater kan leiden tot corrosie van de buitenwanden van het
toestel.
Om dat te voorkomen, is het aanbevolen het toestel op te stellen in een
ruimte die droog is en/of airco heeft.
Controleer na het opstellen dat de
toesteldeur goed sluit, dat de
luchttoevoer- en luchtafvoerope
ningen niet afgedekt zijn en dat het
toestel werd opgesteld zoals be
schreven.
-
-
-
-
-
Neem de volgende opmerkingen in
acht bij het opstellen van het toestel:
50
Opstelinstructies
Klimaatklasse
Het toestel is geconstrueerd voor een
bepaalde klimaatklasse (bereik van de
kamertemperatuur) waarvan de onderen bovengrens gerespecteerd moeten
worden. De klimaatklasse is vermeld op
het typeplaatje aan de binnenzijde van
het toestel.
KlimaatklasseKamertemperatuur
SN
N
ST
T
van +10 °C tot +32 °C
van +16 °C tot +32 °C
van +16 °C tot +38 °C
van +16 °C tot +43 °C
Een te lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de compressor gedurende
lange tijd niet werkt. Dit kan tot hogere
temperaturen in het toestel leiden!
Luchttoevoer en -afvoer
De lucht aan de achterwand van het
toestel wordt opgewarmd. De ventilatieroosters mogen daarom niet worden afgedekt, zodat een goede luchttoevoer
en -afvoer verzekerd is.
Bovendien moet het stof regelmatig van
de ventilatieroosters worden verwijderd.
Toestel met bijgeleverde
wandafstandhouders
Als er wandafstandhouders zijn
meegeleverd bij uw toestel, moeten
deze worden gebruikt om ervoor te
zorgen dat het opgegeven energie
verbruik wordt gerealiseerd. Wan
neer de wandafstandhouders ge
monteerd zijn, neemt de
toesteldiepte toe met ca. 35 mm.
Worden de wandafstandhouders
niet gebruikt, dan brengt dat de
goede werking van het toestel niet in
het gedrang. Wel stijgt het energie
verbruik van dit toestel in geringe
mate als een kleinere afstand tot de
wand wordt gebruikt.
-
-
-
-
^
Monteer de wandafstandhouders bo
venaan links en rechts op de achter
zijde van het toestel.
-
-
51
Opstelinstructies
Toestel opstellen
Verwijder eerst de kabelhouder aan
^
de achterzijde van het toestel.
Controleer of de onderdelen aan de
^
achterwand van het toestel nergens
tegenaan kunnen komen. Buig ze zo
nodig de andere kant op.
Schuif het toestel voorzichtig op de
^
daartoe voorziene plaats.
Plaats het toestel met de
^
wandafstandhouders (indien gemon
teerd) of met de achterwand vlak te
gen de keukenwand.
Toestel nivelleren
Bij een roestvrijstalen toestel
Stel de achterste regelvoetjes af via
^
-
-
de stelassen a. Gebruik hiertoe een
steeksleutel b.
Draai de stelas naar rechts om het
toestel achteraan omhoog te
brengen.
Toesteldeur ondersteunen
^
Nivelleer het toestel met de voorste
regelvoetjes. Gebruik hiertoe de bij
geleverde steeksleutel.
52
-
^
Draai in elk geval het regelvoetje c
uit tot het op de vloer rust. Draai het
regelvoetje vervolgens nog eens 90°
uit.
Afmetingen van het toestel
Opstelinstructies
ABC
K 14827 SD
K 14827 SD ed/cs (-1)
* Afmeting zonder gemonteerde wandafstandhouders. Worden de bijgeleverde
wandafstandhouders gebruikt, dan neemt de toesteldiepte toe met 35 mm.
1850 mm600 mm630 mm*
53
De draairichting van de deur veranderen
Om de draairichting van de deur te
veranderen, hebt u het volgende ge
reedschap nodig:
Voer het veranderen van de draai
richting van de deur altijd met twee
personen uit.
-
Deurgreep afnemen:
-
Als u aan de deurgreep a trekt,
^
schuift het zijgedeelte van de deurgreep b naar achteren.
^ Trek het zijgedeelte van de deur-
greep b krachtig naar achteren toe
uit de geleiding.
^ Draai nu de 4 schroeven (TX 15) op
het bevestigingsplaatje los en neem
de greep af.
54
^ Maak de afdekplaatjes aan de an-
dere zijde los en plaats ze op de vrij
gekomen gaten.
-
De draairichting van de deur veranderen
Deurdemper afnemen:
De deurdemper bevindt zich aan de
onderkant van de toesteldeur.
Open de toesteldeur.
^
^ Verwijder de afscherming a van de
deurdemper: plaats langs boven een
sleufschroevendraaier in de uitsparingen en trek geleidelijk en voorzichtig de afscherming los.
Let erop dat u de deurdichting niet
beschadigt.
Als de deurdichting beschadigd is,
kan de toesteldeur mogelijk niet correct wordt gesloten en wordt het toe
stel niet voldoende gekoeld!
Plaats de beveiliging b (meegele
^
verd bij het toestel) op de
deurdemper c.
Als de beveiliging geplaatst is, kan het
scharnier niet dichtklappen. U mag de
beveiliging pas weer verwijderen wan
neer dit wordt vermeld!
Verwijder met een sleufschroeven
^
draaier voorzichtig de afdekking d
van opzij.
Kantel het toestel indien nodig met
^
een tweede persoon wat naar ach
teren.
^ Druk de bout e van onderen af naar
boven toe eruit.
De verbinding tussen de deurdemper
en het toestel is nu los.
-
-
-
-
^
Schuif de afscherming a in de rich
ting van het toestel en laat ze daar
tussen de deur en het toestel han
gen.
^
Neem de afscherming a weg.
-
-
55
De draairichting van de deur veranderen
Schuif de beugel f zo ver mogelijk
^
in de richting van de kant van de
greep en draai de schroeven g op
de deurdemper los.
^ Schuif de deurdemper met behulp
van een sleufschroevendraaier zo ver
mogelijk in de richting van de kant
van de greep en verwijder deze van
opzij.
^ Leg de deurdemper opzij.
Draairichting van de toesteldeur ver
anderen:
Neem de levensmiddelen uit de
deurrekken.
^ Sluit de toesteldeur.
^ Neem de afdekking a af. Schuif ze
hiertoe van achteren naar voren en
haal ze er vervolgens langs boven af.
^ Haal de afdekking b er langs boven
af.
-
56
Waarschuwing! Zodra u hieronder
de lagersteun verwijdert, zit de toe
steldeur los!
^
Draai de schroeven d in de boven
ste lagersteun c los en trek de lager
steun langs boven af.
^
Neem de toesteldeur voorzichtig
langs boven af en zet ze even opzij.
^
Maak de afdekking e los door voor
zichtig langs onderen een sleuf
schroevendraaier in de uitsparing te
plaatsen.
^
Verwijder de afdekking e en het be
vestigingsonderdeel f.
-
-
-
-
-
-
De draairichting van de deur veranderen
Maak het bevestigingsonderdeel f
^
los van de afdekking e. Schuif het
hiertoe wat naar links en neem het
vervolgens langs voren af.
Draai het bevestigingsonderdeel f
^
180°.
Plaats de afdekking e van voren af
^
op het bevestigingsonderdeel f en
schuif ze naar rechts. Het opschrift
moet leesbaar zijn.
Neem de afdekking g af, draai ze
^
180° en plaats ze van opzij aan de
andere zijde.
^ Plaats de afdekking e samen met
het bevestigingsonderdeel f van
opzij aan de andere zijde.
^
Neem de stop h uit de deurlagerbus
in de toesteldeur en plaats de stop
aan de andere zijde.
57
De draairichting van de deur veranderen
Lageronderdeel verplaatsen
Belangrijk! Het roestvrijstalen toe
stel is uitgerust met een toestel
deur die in de hoogte verstelbaar
is.
Hou ermee rekening dat de aanwij
zingen voor het verplaatsen van
het lageronderdeel verschillen!
Vanaf het punt "Toesteldeur
plaatsen" zijn de aanwijzingen op
nieuw identiek voor alle toestellen.
A. voor toestellen zonder een in de
hoogte verstelbare toesteldeur
(wit toestel)
-
Verwijder de afdekking g en plaats
^
ze op de gaten aan de andere kant.
-
-
-
Schroef de lagersteun f aan de an
^
dere zijde vast. Gebruik daartoe uit
sluitend de beide buitenste langwer
pige gaten. Laat de middelste
schroef achterwege. Zo kunt u later
via de buitenste langwerpige gaten
de deur van het toestel uitlijnen!
Belangrijk! Draai het regelvoetje c
^
aan de lagerbout a er helemaal in.
Plaats de volledige lagerbout a met
^
het schijfje b en het regelvoetje c
terug. Belangrijk! De nok op de lagerbout moet opnieuw naar achteren
wijzen.
B. voor toestellen met een in de
hoogte verstelbare toesteldeur
(roestvrijstalen toestel)
-
-
-
^
Trek de volledige lagerbout a met
het schijfje b en het regelvoetje c
langs boven uit.
^
Neem de stop d weg.
^
Draai de schroeven e los en verwij
der de lagersteun f.
^
Schroef het lageronderdeel h van de
lagersteun f, draai het 180° en
schroef het in het gat van de lager
steun aan de andere zijde.
^
Plaats de stop d in het andere gat.
58
-
^
Draai de stifttap d met behulp van
de bijgeleverde inbussleutel gedeel
telijk uit door één toer te draaien.
^
-
Draai de volledige lagerbout a met
het schijfje b en het regelvoetje c
langs boven uit.
^
Neem de stop e weg.
-
De draairichting van de deur veranderen
Draai de schroeven f los en verwij
^
der de lagersteun g.
Schroef het lageronderdeel i van de
^
lagersteun g, draai het 180° en
schroef het in het gat van de lager
steun aan de andere zijde.
Plaats de stop e in het andere gat.
^
Draai de stifttap d met behulp van
^
de bijgeleverde inbussleutel nu volle
dig uit.
Draai de stifttap d aan de andere
^
kant in de lagersteun tot deze aan de
buitenkant op één lijn ligt met de la
gersteun.
Binnen in het gat voor de lagerbout
moet het uiteinde zo ver uitsteken dat
later de geleiding van de lagerbout
erop kan worden geplaatst (zie volgende afbeelding).
^ Verwijder de afdekking h en plaats
ze op de gaten aan de andere kant.
Schroef de lagersteun g aan de an
^
dere zijde vast. Gebruik daartoe uit
sluitend de beide buitenste langwer
pige gaten. Laat de middelste
-
-
schroef achterwege. Zo kunt u later
via de buitenste langwerpige gaten
de deur van het toestel uitlijnen.
Belangrijk! Draai het regelvoetje c
^
aan de lagerbout a er helemaal in.
-
^ Plaats de volledige lagerbout a (in-
clusief het schijfje b en het
regelvoetje c) met de geleiding op
het uiteinde van de stifttap en draai
deze vervolgens in.
-
-
-
^
Draai de stifttap d vast.
59
De draairichting van de deur veranderen
Toesteldeur plaatsen
Plaats de toesteldeur langs boven op
^
de lagerbout c.
Sluit de toesteldeur.
^
^ Plaats de lagersteun c aan de an-
dere zijde en bevestig hem met de
schroeven d.
^ Plaats de afdekkingen a en b aan
de andere zijde.
^ Lijn de toesteldeur via de buitenste
langwerpige gaten in de onderste lagersteun uit ten opzichte van de be
huizing van het toestel. Draai de
schroeven vervolgens vast.
Deurdemper plaatsen:
Maak de afdekking a los van de
^
afscherming b en plaats ze 180° ge
draaid terug aan de andere zijde.
^ Plaats de deurdemper in de toestel-
-
deur. Begin vanaf de kant van het
toestel.
-
60
^
Schuif de deurdemper met behulp
van een sleufschroevendraaier zo ver
mogelijk in de richting van de kant
van het toestel.
De draairichting van de deur veranderen
De schroefgaten links en rechts moeten
exact overeenstemmen.
Schroef de deurdemper eerst aan de
^
kant van het toestel vast, en vervol
gens aan de kant van de greep c.
Schuif deze daarbij nogmaals krach
tig in de richting van de kant van het
toestel.
^ Hang de afscherming b op de beu-
gel d.
^ Trek de beugel d naar de lagersteun
toe en plaats de bout e zo van boven af dat het vierkant in de uitsparing zit.
-
-
Plaats de afscherming b van boven
^
af op de deurdemper. Duw deze
eerst onderaan en vervolgens boven
aan vast.
^ Sluit de toesteldeur.
-
^
Plaats de afdekking f. Zorg hierbij
dat deze vergrendelt.
Zorg ervoor dat de afdekking f goed
vastzit, zodat de deur zonder proble
men sluit en de bout goed geplaatst is.
^
Neem de beveiliging g weg.
-
61
De draairichting van de deur veranderen
Deurgreep opnieuw monteren:
Let er in elk geval op dat het
Hou in elk geval rekening met de
volgende aanwijzingen voor de be
vestiging van de deurgreep, want bij
foutieve montage raakt de deurdich
ting beschadigd.
^ Schroef de deurgreep met de twee
voorste schroeven b eerst losjes aan
de andere zijde.
-
-
zijgedeelte van de deurgreep d
tijdens het openen van de deur niet
in aanraking komt met de deurdich
ting. De deurdichting zou na verloop
van tijd beschadigd raken!
Mocht dit het geval zijn,
lijn het bevestigingsplaatje c nog
^
maals uit met de stifttappen a tot het
bevestigingsplaatje en het
zijgedeelte van de deurgreep d de
gewenste hoek hebben en de dich
ting tijdens het openen van de deur
niet meer wordt geraakt.
-
-
-
Het bevestigingsplaatje c moet zo op
de deurbehuizing liggen dat, wanneer
de deur gesloten is, het bevestigings
plaatje gelijk ligt met de buitenwand
van het toestel.
Als dit niet het geval is,
^
draait u de twee vooraf gemonteerde
stifttappen a met een inbussleutel in
tot het bevestigingsplaatje c de ge
wenste hoek heeft.
^
Draai de 4 schroeven b goed vast.
^
Schuif het zijgedeelte van de deur
greep d vanaf de zijkant van het toe
stel op de geleiding van het bevesti
gingsplaatje tot het hoorbaar vast
klikt.
62
-
-
-
-
-
-
Toesteldeur uitlijnen
U kunt de toesteldeur nadien via de
buitenste langwerpige gaten in de on
derste lagersteun uitlijnen ten opzichte
van de behuizing van het toestel:
In de volgende afbeelding wordt de
toesteldeur niet gesloten weergege
ven, zodat u de procedure beter kunt
volgen.
De toesteldeur kan achteraf via de bui
tenkant van de onderste lagersteun in
de hoogte worden versteld:
^ Draai de stifttap a met behulp van
de bijgeleverde inbussleutel helemaal uit door één toer te draaien.
-
^
Lijn de toesteldeur uit door de lager
steun naar links of rechts te verschui
ven.
^
Draai de schroeven b vervolgens
vast. De schroef a hoeft niet op
nieuw te worden ingeschroefd.
-
-
^
Verstel de lagerbout in de hoogte
met behulp van de bijgeleverde
-
steeksleutel.
Deur verhogen:
Draai naar rechts.
Deur verlagen:
Draai naar links.
^
Draai de stifttap vast.
De lagerbout zit weer vast.
63
Het toestel inbouwen
* Bij toestellen met gemonteerde
wandafstandhouders neemt de
toesteldiepte toe met ca. 35 mm.
a Opzetkast
b Toestel
c Koelkast
d Wand
Het toestel kan in elk kastenrij worden
ingebouwd. Om het toestel even hoog
te laten komen als de kasten, kan bo
ven het toestel een opzetkast a wor
-
-
den geplaatst.
Met het oog op de aan- en afvoer van
de lucht moet er langs de achterzijde
van het toestel een afvoerkanaal van
minimum 50 mm diep voorzien worden,
over de hele breedte van de opzetkast.
De diameter van de verluchting onder
het plafond moet minstens 300 cm
2
be
dragen zodat de opgewarmde lucht on
gehinderd kan wegstromen. In het an
dere geval moet de compressor harder
werken waardoor het stroomverbruik
toeneemt.
De verluchtingsopeningen mogen
niet afgedekt of afgesloten worden.
Bovendien moeten ze geregeld gereinigd worden.
Bij inbouw met keukenkasten met
genormaliseerde afmetingen
(maximumdiepte van 580 mm) kan het
toestel rechtstreeks naast de keuken
kast worden opgesteld. De toesteldeur
staat dan op 34 mm* verwijderd aan de
zijkant en steekt 55 mm* uit ten opzich
te van de voorkant van de keukenkast.
Op deze manier kan de toesteldeur
zonder problemen worden geopend en
gesloten.
-
-
-
646566
Als u het toestel opstelt naast eenwand d is aan de kant van de schar
-
nieren tussen de wand d en het toestel
b een afstand van ca. 55 mm vereist.
Dit zorgt ervoor dat de deur helemaal
kan worden geopend.
67
Wijzigingen voorbehouden / 0313
K 14827 SD, K 14827 SD ed/cs (-1)
M.-Nr. 09 559 290 / 01
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.