Lees in elk geval de gebruiksaanwijzing voor u het toestel opstelt,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en
u voorkomt schade aan het toestel.
nl-BE
M.-Nr. 07 733 940
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................4
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................7
Hoe kunt u energie besparen? ......................................12
Toestel in- en uitschakelen .........................................13
Bij langdurige afwezigheid ..........................................13
De juiste temperatuur .............................................14
Het toestel inbouwen..............................................39
Beschrijving van het toestel
a Aan-uittoets
b Toets voor het instellen van de tem
peratuur
c Temperatuurindicator
d Toets en controlelampje voor "Super
-
koelen"
e Toets en controlelampje voor de dy
namische koeling ("DynaCool")
-
4
a Ventilator
b Boter- en kaasvak
c Eierhouder
d Legplaat
e Flessenrek
f Rek/flessenrek
g Gootje en afvoeropening voor het
dooiwater
h Fruit- en groentebakken
Beschrijving van het toestel
5
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
-
Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
–
uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg ervoor dat de buisleidingen van
de compressor geen schade oplopen
voordat het toestel terdege wordt
geborgen. Zo vermijdt u dat er koelmid
del uit het koelcircuit of olie uit de com
pressor in het milieu terechtkomt.
Zorg er ook voor dat het toestel kinder
veilig wordt bewaard voor u het laat
wegbrengen.
6
-
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorge
schreven veiligheidsvoorschriften.
Door ondeskundig gebruik kunnen
gebruikers echter letsel oplopen en
kan er schade optreden aan het toe
stel.
Voor u het toestel in gebruik neemt,
moet u de gebruiksaanwijzing aan
dachtig lezen. U vindt er belangrijke
opmerkingen omtrent de plaatsing,
de installatie, het gebruik en het on
derhoud van uw toestel. Dat is vei
liger voor uzelf en u voorkomt scha
de aan het toestel.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en
geef ze door aan wie het toestel
eventueel na u gebruikt.
-
-
-
Juist gebruik
Gebruik het toestel uitsluitend voor
~
huishoudelijke doeleinden, om levens
middelen te koelen en te bewaren.
Gebruik voor andere doeleinden is niet
toegelaten en kan gevaarlijk zijn. De fa
brikant is niet verantwoordelijk voor
schade die wordt veroorzaakt door een
ander gebruik dan wat hier wordt ver
meld of door foutieve bediening.
Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden
of hun onervarenheid of gebrek aan
kennis niet in staat zijn om het toestel
veilig te bedienen, mogen dit toestel alleen onder het toezicht of de
begeleiding van een verantwoordelijk
iemand gebruiken.
Kinderen in het huishouden
Kinderen mogen het toestel alleen
~
maar gebruiken wanneer hen de bediening ervan zo uitgelegd is dat ze het
veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutie
ve bediening kunnen beseffen.
-
-
-
-
Hou kinderen die in de buurt van het
~
toestel komen in het oog. Let op dat
kinderen niet met het toestel spelen
door bijv. aan de toesteldeur te gaan
hangen.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het toestel wordt
~
geplaatst, of het zichtbaar beschadigd
is. Is dat het geval, neem het dan in
geen geval in gebruik.
Een beschadigd toestel kan uw veilig
heid in gevaar brengen!
Is het aansluitsnoer beschadigd,
~
laat het dan vervangen door een vak
man die door Miele erkend is. Zo ver
mijdt u risico's voor wie het toestel ge
bruikt.
Dit toestel bevat het koelmiddel iso
~
butaan (R600a), een natuurlijk gas dat
het milieu weinig belast, maar wel
brandbaar is. Het is niet schadelijk voor
de ozonlaag en draagt niet bij tot het
broeikaseffect. Het gebruik van dit milieuvriendelijke koelmiddel veroorzaakt
wel een lichte verhoging van het
werkingsgeluid. Naast de
werkingsgeluiden van de compressor
kunnen er stromingsgeluiden in het volledige koelcircuit voorkomen. Dat is
jammer genoeg niet te vermijden, maar
heeft geen invloed op de prestaties van
het toestel. Let er bij het transporteren
en het opstellen van het toestel op dat
geen enkel onderdeel van het
koelcircuit beschadigd raakt.
Wegspattend koelmiddel kan tot
oogletsels leiden!
Bij beschadiging:
- vermijd open vuur of
ontstekingsbronnen,
- trek de stekker uit het stopcontact,
- verlucht het vertrek waarin het
toestel staat, en
- verwittig de Technische
Dienst van Miele.
-
-
-
-
Hoe meer koelmiddel er in een toe
~
stel zit, hoe groter de ruimte moet zijn
waarin het toestel wordt opgesteld. Bij
een eventueel lek kan er in een te
kleine ruimte een brandbaar mengsel
van gas en lucht ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek
minstens 1 m
heid koelmiddel is aangegeven op het
typeplaatje in het toestel.
Een veilige werking van het toestel
~
is alleen dan gewaarborgd als het toe
stel overeenkomstig de gebruiksaanwij
-
zing gemonteerd en aangesloten werd.
Vergelijk zeker eerst de aansluitge-
~
gevens (spanning en frequentie) op het
typeplaatje met die van uw huisinstallatie. Sluit daarna pas uw toestel aan.
Deze gegevens dienen absoluut overeen te stemmen. Anders treedt er schade op aan uw toestel. Vraag bij twijfel
inlichtingen aan uw elektricien.
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
~
geen verlengsnoeren of
stopcontactenblokken om het toestel
aan te sluiten. Die bieden niet voldoen
de veiligheidsgaranties. Er bestaat on
der meer gevaar voor oververhitting.
3
groot zijn. De hoeveel
-
-
-
-
-
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De elektrische veiligheid van het
~
toestel is alleen gewaarborgd als het
wordt aangesloten op een volgens de
voorschriften geïnstalleerd aardsys
teem. Het is heel belangrijk dat aan
deze fundamentele veiligheidsvoor
waarde is voldaan. Laat de elektrische
installatie in uw woning bij twijfel door
een elektricien controleren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk ge
steld worden voor schade die werd ver
oorzaakt doordat de aardleiding onder
broken was of gewoon ontbrak (bijv.
elektrische schokken).
Installatiewerken, onderhouds-
~
werken en reparaties mogen alleen
worden uitgevoerd door vakmensen die
door de fabrikant erkend zijn.
Door ondeskundig uitgevoerde
installatie-, onderhouds- of
reparatiewerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan
waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk
kan worden gesteld.
-
-
-
Tijdens installatie-, onderhouds- en
~
reparatiewerken moet het toestel van
het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn.
Het toestel is pas stroomloos indien aan
een van deze voorwaarden werd vol
daan:
De stekker van het toestel is uitge
–
trokken.
Trek daarbij niet aan het snoer, wel
aan de stekker.
De zekering op uw elektrische instal
–
latie is uitgeschakeld.
Laat defecte onderdelen enkel
~
vervangen door originele
Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u
zeker dat ze ten volle voldoen aan de
eisen die Miele qua veiligheid stelt.
Als u het toestel niet op een vaste
~
plaats installeert, bijv. op een schip,
laat dit karwei dan enkel uitvoeren door
vakmensen. Die moeten ervoor zorgen
dat u het toestel veilig kunt gebruiken.
-
-
-
Laat u het toestel tijdens de ga
~
rantieperiode herstellen, dan mag dat
enkel gebeuren door een technicus die
door de fabrikant erkend is. Anders is
er bij schade achteraf geen aanspraak
meer op waarborg.
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Efficiënt gebruik
Bewaar geen explosieve stoffen en
~
geen producten met brandbare drijf
gassen (bijv. spuitbussen) in het toe
stel. Als de thermostaat wordt inge
schakeld, kunnen er vonken ontstaan.
Die kunnen ontvlambare mengsels tot
ontploffing brengen.
Gebruik geen elektrische toestellen
~
in het toestel (bijv. om softijs te ma
ken). Er kunnen vonken ontstaan. Ont
ploffingsgevaar!
Plaats dranken met een hoog alco
~
holpercentage enkel rechtop en goed
afgesloten in de koelzone.
Ontploffingsgevaar!
Als u levensmiddelen eet die te lang
~
bewaard werden, bestaat er gevaar
voor voedselvergiftiging.
De bewaarduur is afhankelijk van diverse factoren, zoals de versheid en
kwaliteit van de levensmiddelen en de
temperatuur waarop ze worden bewaard. Hou rekening met de
bewaarinstructies en de
verbruikstermijnen van de fabrikant van
de levensmiddelen.
Gebruik geen voorwerpen met een
~
scherpe punt of rand om
–
rijm- en ijslagen te verwijderen,
–
vastgevroren levensmiddelen los te
maken.
Als u dat doet, beschadigt u de
koelelementen en functioneert het toe
stel niet meer correct.
-
-
-
-
-
Gebruik geen ontdooisprays of
~
producten om ijs te verwijderen.
Die kunnen immers explosieve gassen
vormen, ze kunnen oplosmiddelen of
drijfgassen bevatten die de kunststof
aantasten of ze kunnen de gezondheid
schaden.
Behandel de deurdichting niet met
~
olie of vet.
Daardoor wordt de deurdichting na ver
loop van tijd poreus.
Als u in het toestel of in de deur vet-
~
of oliehoudende levensmiddelen be
waart, dient u ervoor te zorgen dat
eventueel uitlopend vet of uitlopende
olie niet in contact komt met de
kunststofonderdelen.
Er kunnen spanningsscheuren in de
kunststof ontstaan, zodat die barst of
scheurt.
Dek de ventilatieroosters van het
~
toestel niet af.
Als die openingen afgedekt zijn, kan er
geen goede luchtcirculatie plaatsvinden. Het stroomverbruik stijgt en scha
de aan onderdelen kan niet worden uit
gesloten.
Het toestel is geconstrueerd voor
~
een bepaalde klimaatklasse (bereik van
de kamertemperatuur) waarvan de
onder- en bovengrens gerespecteerd
moeten worden. De klimaatklasse is
vermeld op het typeplaatje aan de bin
nenzijde van het toestel.
Een te lage kamertemperatuur heeft tot
-
gevolg dat de compressor gedurende
een lange tijd stilstaat, zodat het toestel
de vereiste temperatuur niet kan aan
houden.
-
-
-
-
-
-
-
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik in geen geval een stoomrei
~
niger om het toestel te reinigen.
De stoom kan op stroomvoerende on
derdelen van het toestel terechtkomen
en een kortsluiting veroorzaken.
-
Wat met een afgedankt
toestel?
Vernietig het knip- of vergrendelslot
~
van uw oud toestel als u het toestel af
dankt.
Op die manier voorkomt u dat spelende
kinderen zich in het toestel opsluiten,
wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het
~
koelcircuit, bijv. door
– koelmiddelkanalen van het
verdampsysteem open te prikken;
– buizen te knikken;
– oppervlaktecoatings weg te krassen.
Als er koelmiddel uit spuit, kan dat
oogletsels veroorzaken.
-
-
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die ontstaan is doordat
deze veiligheidsrichtlijnen niet in
acht werden genomen.
11
Hoe kunt u energie besparen?
normaal energieverbruikverhoogd energieverbruik
OpstellenIn een verluchtbare ruimte.In een gesloten, niet te verluchten
Beschermd tegen directe
zonnestraling.
Niet naast een warmtebron (verwar
mingselement, fornuis).
Bij een ideale kamertemperatuur van
20 °C.
Temperatuurinstelling
Thermostaat
"niveaugetallen"
(regeling in niveaus)
Laat warme gerechten en dranken
eerst buiten het toestel afkoelen.
Levensmiddelen goed verpakt of
goed afgedekt inladen.
Leg ingevroren producten in de
koelzone om ze te ontdooien.
Doe de vakken niet te vol zodat de
lucht kan circuleren.
van 0,5 cm.
ruimte
Bij directe zonnestraling.
Naast een warmtebron (verwar
mingselement, fornuis).
Bij een hogere omgevingstempera
tuur.
Bij een hoge instelling: Hoe lager de
temperatuur in het vriesvak, hoe ho
ger het energieverbruik!
Bij toestellen met een winterschake
ling moet u erop letten dat die scha
kelaar bij temperaturen boven 16
resp. 18 °C uitgeschakeld is.
De deur vaak en langdurig openen =
koudeverlies
Wanneer alles door elkaar ligt, moet
u lang zoeken en blijft de deur lang
openstaan.
Warme gerechten in het toestel doen
de compressor langdurig werken
(het toestel probeert harder te
koelen).
Wanneer vloeistoffen in de koelzone
verdampen en condenseren, leidt
dat tot verlies van het koelvermogen.
Een ijslaag vermindert de overdracht
van de koude aan de in te vriezen le
vensmiddelen en doet het stroom
verbruik stijgen.
-
-
-
-
-
-
-
12
Toestel in- en uitschakelen
Vóór het eerste gebruik
De roestvrijstalen deur en lijsten op de
rekken en legplaten (en eventueel ook
de zijwanden) zijn van een folie voor
zien om ze bij het transport te bescher
men.
Trek de beschermfolie pas weg na
^
het opstellen of inbouwen.
Wrijf de roestvrijstalen deur onmid
^
dellijk na het afnemen van de be
schermfolie in met het bijgeleverde
onderhoudsmiddel voor roestvrij
staal.
Belangrijk! Het onderhoudsmiddel
voor roestvrij staal zorgt voor een
duurzame film die voorkomt dat het
roestvrij staal snel vuil wordt.
^ Reinig de binnenruimte en het toebe-
horen. Gebruik daarvoor lauw water.
Wrijf daarna alles droog met een
doek.
^
Reinig de zijwanden met een voch
tige, schone doek. Wrijf deze vervol
gens droog met een zachte doek.
Laat het toestel na het transport
ca. 1/2 tot 1 uur staan voor u het
aansluit. Dit is zeer belangrijk voor
de latere werking!
-
-
-
-
Toestel inschakelen
Druk op de aan-uittoets, zodat de
^
temperatuurindicator aangaat.
Het toestel begint te koelen en de tem
peratuurindicator geeft de gewenste
temperatuur aan.
De binnenverlichting gaat branden als
de deur geopend wordt.
Toestel uitschakelen
^ Druk zo vaak op de aan-uittoets tot de
temperatuurindicator uitgaat.
De koeling is uitgeschakeld.
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd
niet gebruikt, gaat u als volgt te werk:
^
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit het stopcontact,
^
reinig het toestel en
^
laat de toesteldeur op een kier staan
om geurvorming te vermijden.
-
Als het toestel bij langdurige afwe
zigheid wordt uitgeschakeld maar
niet gereinigd, bestaat er gevaar
voor schimmelvorming als de deur
gesloten blijft.
-
13
De juiste temperatuur
Bij het bewaren van levensmiddelen is
de juiste temperatuurinstelling zeer be
langrijk. Levensmiddelen bederven snel
door de aanwezigheid van micro-orga
nismen. Dat proces kan door de juiste
bewaartemperatuur worden verhinderd
of vertraagd. De temperatuur beïn
vloedt de groeisnelheid van de micro
-organismen. Hoe lager de tempera
tuur, hoe langzamer dit proces ver
loopt.
De temperatuur in het toestel stijgt
als u vaak en gedurende lange tijd
–
de toesteldeur opent,
– hoe meer levensmiddelen er worden
bewaard,
– als de verse levensmiddelen warm
zijn,
– als de omgevingstemperatuur van
het toestel hoog is.
Het toestel is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse (bereik
van de kamertemperatuur) waarvan
de onder- en bovengrens
gerespecteerd moeten worden.
-
-
-
-
-
Temperatuur instellen
-
Druk zo vaak op de toets voor het in
^
stellen van de temperatuur tot de ge
wenste temperatuur op de tempera
tuurindicator wordt weergegeven.
De eerste keer dat u erop drukt, wordt
de temperatuur die u het laatst hebt in
gesteld, knipperend weergegeven.
De temperatuurwaarde wijzigt in
stijgende zin. Als de instelling 9 °C is
bereikt, keert de temperatuurindicator
terug naar 1 °C.
Temperatuurindicator
De temperatuurindicator op het bedieningspaneel geeft altijd de ge-wenste temperatuur aan.
De temperatuur kan als volgt worden
ingesteld:
van 1 °C tot 9 °C.
-
-
-
-
...indekoelzone
We raden een koeltemperatuur van
5°Caan in het midden van het toestel.
14
Superkoel en DynaCool gebruiken
De functie Superkoel
Met de functie Superkoel wordt de koel
zone zeer snel op de koudste waarde
afgekoeld (afhankelijk van de kamer
temperatuur).
Superkoel inschakelen
De functie Superkoel is met name aan
te bevelen als u grote hoeveelheden
verse levensmiddelen of dranken snel
wenst af te koelen.
^ Druk op de Superkoel-toets zodat het
controlelampje brandt.
De temperatuur in het toestel daalt,
want het toestel werkt met het maximale koelvermogen.
Superkoel uitschakelen
De functie Superkoel schakelt zich au
tomatisch na ca. 6 uur uit. Het controle
lampje gaat uit en het toestel werkt
weer met het normale koelvermogen.
Om energie te sparen, kunt u de functie
Superkoel zelf uitschakelen zodra de
levensmiddelen of dranken koud ge
noeg zijn.
-
-
-
DynaCool m
Zonder de dynamische koeling
(DynaCool) ontstaan verschillende
koelgedeelten in de koelzone ten ge
volge van de natuurlijke luchtcirculatie
(de koude, zware lucht daalt naar het
onderste gedeelte). Als u levensmid
delen in het toestel plaatst, kunt u re
kening houden met deze verschillende
koelgedeelten (zie rubriek "Koelzone
goed gebruiken").
Als u echter een grote hoeveelheid
gelijkaardige levensmiddelen wenst te
bewaren (bijv. voor een feestje), kunt u
met de dynamische koeling voor alle
schappen een relatief gelijkmatige temperatuur verkrijgen, zodat alle levensmiddelen in de koelzone ongeveer
even sterk worden gekoeld.
De temperatuur kan nog steeds worden
ingesteld met de temperatuurregelaar.
De dynamische koeling moet bovendien worden ingeschakeld bij
– een hoge kamertemperatuur (vanaf
ca. 30 °C) en
–
een hoge luchtvochtigheid.
Dynamische koeling inschakelen
-
-
-
^
Druk op de Superkoel-toets zodat het
controlelampje uitgaat.
De koeling van het toestel werkt weer
met het normale vermogen.
^
Druk op de toets voor de dynamische
koeling m, zodat het controlelampje
brandt.
15
Superkoel en DynaCool gebruiken
Dynamische koeling uitschakelen
Omdat het energieverbruik iets
toeneemt wanneer de dynamische
koeling is ingeschakeld, dient u de dy
namische koeling in normale omstan
digheden weer uit te schakelen.
Druk op de toets voor de dynamische
^
koeling m, zodat het controlelampje
uitgaat.
Wanneer de deur wordt geopend,
wordt de ventilator automatisch
tijdelijk uitgeschakeld!
-
-
16
Verschillende koelgedeelten
Door de natuurlijke luchtcirculatie is de
temperatuur in de koelzone niet overal
gelijk. De koude, zware lucht daalt naar
het onderste gedeelte van het toestel.
Gebruik de verschillende koelgedeelten
wanneer u levensmiddelen in het toe
stel plaatst!
Dit is een toestel met dynamische
koeling waarbij er in het toestel een
gelijkmatige temperatuur heerst
wanneer de ventilator draait. Tussen
de verschillende koelgedeelten zijn
er minder uitgesproken temperatuurverschillen.
Warmste gedeelte
Het warmste gedeelte van de koelzone
bevindt zich bovenaan aan de deur.
Gebruik dat gedeelte bijv. om boter te
bewaren, zodat ze gemakkelijk smeerbaar blijft, en voor kaas, zodat hij zijn
aroma niet verliest.
Koudste gedeelte
Het koudste gedeelte van de koelzone
bevindt zich direct boven de fruit- en
groentebakken.
Gebruik dit gedeelte voor alle gevoe
lige en snel bederfbare levensmid
delen, zoals:
–
vis, vlees, gevogelte,
-
-
-
De koelzone goed gebruiken
kaas en andere producten op basis
–
van verse melk,
in folie verpakte, bereide groenten en
–
in het algemeen alle verse levens
middelen waarvan de minimale
houdbaarheidsdatum is gebaseerd
op een bewaartemperatuur van min
stens 4 °C.
Bewaar geen explosieve stoffen en
geen producten met brandbare drijf
gassen (bijv. spuitbussen) in het
toestel. Ontploffingsgevaar!
Sterke drank met een hoog alcoholpercentage enkel rechtop en goed
afgesloten in het toestel plaatsen.
Als u in het toestel of in de deur vetof oliehoudende levensmiddelen bewaart, dient u ervoor te zorgen dat
eventueel uitlopend vet of uitlopende olie niet in contact komt met de
kunststofonderdelen.
Er kunnen spanningsscheuren in de
kunststof ontstaan, zodat die barst
of scheurt.
De levensmiddelen mogen niet te
gen de achterwand komen. Ze kun
nen anders aan de achterwand vast
vriezen.
-
-
-
-
-
-
–
worst, kant-en-klaargerechten,
–
gebak en gerechten met eieren of
slagroom
–
vers deeg, taart-, pizza- quichedeeg,
Plaats de levensmiddelen niet te
dicht tegen elkaar zodat er gemak
kelijk lucht tussen kan circuleren.
Dek de ventilator op de achterwand
niet af - die is belangrijk voor het
koelvermogen!
-
17
De koelzone goed gebruiken
Levensmiddelen die zeker niet
gekoeld mogen worden
Niet alle levensmiddelen kunnen in de
koelkast bewaard worden. Daartoe be
horen onder andere:
fruit en groenten die gevoelig zijn
–
voor koude, zoals bananen,
avocado’s, papaja’s, passievruchten,
aubergines, paprika’s, tomaten en
augurken
fruit dat nog verder moet rijpen,
–
aardappelen,
–
– harde kazen (parmezaan).
Waarop moet u letten wanneer
u levensmiddelen koopt
De belangrijkste voorwaarde om levensmiddelen lang te kunnen bewaren,
is hun versheid. Dat is van het grootste
belang voor de bewaartijd van de producten. De koelketen mag indien mogelijk niet onderbroken worden. Let er
bijv. op dat de levensmiddelen niet te
lang in een warme auto blijven liggen.
Wanneer het verouderings- of
bederfproces ingezet is, kan dat niet
meer ongedaan gemaakt worden. Een
onderbreking van de koeling geduren
de twee uur zet het bederf al in gang.
-
Levensmiddelen juist bewaren
Levensmiddelen moet u altijd goed ver
pakt of goed afgedekt bewaren. Zo ver
mijdt u dat de levensmiddelen vreemde
geuren opnemen of gaan uitdrogen.
Tegelijk voorkomt u de overdracht van
eventuele bacteriën. Een correcte
instelling van de temperatuur en een
aangepaste hygiëne vertragen de
vermenigvuldiging van bacteriën zoals
salmonella.
Fruit en groenten
Fruit en groenten kunt u wel onverpakt
in de fruit- en groentebakken bewaren.
Hou er echter rekening mee dat niet
alle fruit- en groentesoorten samen in
één bak bewaard kunnen worden.
Enerzijds worden er geurtjes en
smaken overgedragen (worteltjes bijv.
nemen snel de smaak en geur van uien
over), anderzijds geven heel wat levensmiddelen een natuurlijk gas
(ethyleen) vrij waarop andere levensmiddelen heel gevoelig reageren zodat
ze sneller slecht worden.
–
Voorbeelden van fruit en groenten
die veel gas vrijgeven:
Voorbeeld : broccoli mag u niet sa
men met appels bewaren omdat ap
pels veel gas vrijgeven en broccoli
daar zeer gevoelig op reageert. Het
gevolg is dat u de broccoli minder
lang kunt bewaren dan eigenlijk mo
gelijk is.
Onverpakte dierlijke en plantaardige
levensmiddelen
Onverpakte dierlijke en plantaardige levensmiddelen moet u van elkaar scheiden. Als de levensmiddelen samen bewaard moeten worden, dan moeten ze
in elk geval verpakt zijn. Op die manier
voorkomt u dat er microbiologische veranderingen optreden.
-
-
Vlees
Bewaar vlees onverpakt. (Folie en reci
piënten openen.) De uitdroging van het
vleesoppervlak remt de kiemvorming af
en zorgt daardoor voor een betere
houdbaarheid. Verschillende vlees
soorten mogen niet rechtstreeks met el
kaar in contact komen, maar moeten al
tijd door een verpakking worden ge
scheiden. Daardoor wordt vroegtijdige
bederving door kiemoverdracht verme
den.
-
-
-
-
-
-
-
Levensmiddelen die rijk zijn aan
eiwitten
Merk op dat levensmiddelen die rijk zijn
aan eiwitten sneller bederven.
Schaal- en schelpdieren bederven dus
sneller dan vis, terwijl vis sneller bederft
dan vlees.
19
De binnenruimte indelen
De legplaten verplaatsen
U kunt de legplaten in overeenstem
ming met de hoogte van de te koelen
levensmiddelen verplaatsen:
Til de legplaat eventjes op en trek ze
^
iets naar voren. Schuif ze met de uit
sparing over de steunribben en ver
plaats ze naar boven of naar onde
ren.
De achterste boord van de legplaat
moet naar boven wijzen zodat de le
vensmiddelen niet tegen de achter
wand rusten en daaraan kunnen vast
vriezen.
Schuifstoppen voorkomen dat de
legplaten ongewild uit het toestel getrokken worden.
-
-
-
-
-
-
Tweedelige legplaat
Om hoge waren, zoals hoge flessen of
recipiënten, te kunnen plaatsen, is er
een tweedelige legplaat, waarvan u het
voorste deel voorzichtig onder het ach
terste deel kunt schuiven:
-
plaatst u de twee houders links en
^
rechts op de steunribben op de ge
wenste hoogte,
en schuift u de glazen platen na el
^
kaar in het toestel.
De glazen plaat met de
aanslagboord moet achteraan liggen!
Rek/flessenrek verplaatsen
^ Schuif het rek/flessenrek naar boven
en haal het uit het toestel.
^ Plaats het rek/flessenrek op de ge-
wenste plaats weer in het toestel.
Zorg er daarbij voor dat het goed op
de verhogingen wordt vastgedrukt.
-
-
^
til voorzichtig de achterste helft van
de glazen legplaat omhoog.
^
til gelijktijdig de voorste helft van de
glazen plaat lichtjes op en schuif die
vervolgens voorzichtig onder de ach
terste helft.
Om de halve glazen platen te ver
plaatsen,
^
neemt u de twee halve glazen platen
uit het toestel,
20
-
-
De binnenruimte indelen
Fruit- en groentebakken
De fruit- en groentebakken zijn op te
lescopische rails gemonteerd en kun
nen helemaal uit het toestel getrokken
worden om ze te vullen of leeg te ma
ken en om ze te reinigen.
Trek de schalen helemaal uit het toe
^
stel en neem ze langs boven weg.
Schuif de telescopische rails vervol
gens weer naar binnen. Zo vermijdt
u schade!
Om de bakken op hun plaats te zetten,
^ legt u ze op de telescopische rails
die helemaal uitgetrokken zijn a.De
telescopische rails moeten vooraan
tegen de voorzijde van de bak
komen b!
-
-
-
-
De flessenhouder verschuiven
(afhankelijk van het model)
U kunt de flessenhouder naar rechts of
naar links verschuiven. Daardoor zitten
de flessen beter vast als de deur wordt
geopend en gesloten.
-
De flessenhouder kan helemaal worden
weggenomen (bijv. om hem te reini
gen):
Schuif daarvoor de voorste rand van
^
de flessenhouder omhoog en klik
hem uit het toestel.
-
^
Schuif de bak in het toestel c.
21
Automatisch ontdooien
De koelzone ontdooit automatisch.
Terwijl de compressor draait, kunnen er
rijp en waterpareltjes worden gevormd
op de achterzijde van de koelzone. Die
hoeft u niet te verwijderen omdat ze au
tomatisch verdampen door de warmte
van de compressor.
Het dooiwater loopt via een gootje en
een afvoeropening naar een
verdampsysteem aan de achterzijde
van het toestel.
Zorg ervoor dat het dooiwater altijd
ongehinderd kan weglopen. Hou
met het oog daarop het gootje en de
afvoeropening schoon.
-
22
Gebruik nooit reinigingsmiddelen die
zand, schuurmiddelen, soda, zuren
of chloorverbindingen bevatten. Ge
bruik ook geen chemische oplos
middelen.
Ook ongeschikt zijn zogenaamde
schuurmiddelen die "vrij zijn van
schuurmiddelen", want die veroorza
ken matte vlekken.
Gebruik voor het onderhoud van de
roestvrijstalen deur een geschikt on
derhoudsmiddel voor roestvrij staal
(verkrijgbaar bij de Service After
Sales van Miele).
Zorg ervoor dat er geen water in de
elektronische besturing of de verlichting komt.
-
Reiniging en onderhoud
Haal de gekoelde levensmiddelen uit
^
het toestel en bewaar ze op een
koele plaats.
-
-
-
Neem alle onderdelen die uit het toe
^
stel genomen kunnenworden uit het
toestel om ze te reinigen.
Buitenwanden, binnenruimte,
toebehoren
Reinig het toestel minstens 1 keer per
^
maand met lauw water en wat hand
afwasmiddel.
Reinig alle onderdelen met de hand.
^
^ Reinig het gootje en de afvoerope-
ning voor het dooiwater regelmatig
met een wattenstaafje of iets dergelijks, zodat het dooiwater altijd ongehinderd kan weglopen.
-
-
Er mag geen reinigingswater door
de afvoeropening voor het dooiwater
lopen.
Gebruik geen stoomreiniger. De
stoom kan terechtkomen op onder
delen van het toestel die onder
spanning staan en zo kortsluiting
veroorzaken.
Het typeplaatje in het toestel mag niet
worden verwijderd.
De informatie op dit plaatje is belang
rijk in geval van een storing!
Vóór het reinigen
^
Schakel het toestel uit en trek de
stekker uit het stopcontact.
^ Veeg de buitenwanden en het toebe-
horen na de reiniging af met een
doek die met schoon water is vochtig
gemaakt. Wrijf vervolgens alles droog
met een doek. Laat de deur van het
-
-
toestel korte tijd openstaan.
^
Reinig de roestvrijstalen deur met
een geschikt reinigingsmiddel voor
roestvrij staal.
^
Wrijf de roestvrijstalen deur na elke
reiniging in met een geschikt onder
houdsmiddel voor roestvrij staal!
Het is belangrijk dat de roestvrijsta
len deur na elke reiniging met een
onderhoudsmiddel voor roestvrij
staal wordt behandeld. Dat be
schermt de roestvrijstalen opper
vlakken en voorkomt dat ze snel
weer vuil worden.
-
-
-
-
23
Reiniging en onderhoud
Ventilatieroosters
Reinig de ventilatieroosters
^
regelmatig met een borsteltje of stof
zuiger. Wanneer er zich stof ophoopt,
neemt het energieverbruik toe.
Deurdichting
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet. Anders wordt ze na ver
loop van tijd poreus.
Reinig de deurdichting regelmatig uit
sluitend met schoon water en wrijf ze
daarna grondig droog met een doek.
-
-
Achterzijde - metalen rooster
Minstens 1 keer per jaar moet het stof
worden verwijderd van het metalen
rooster aan de achterzijde van het toestel (warmtewisselaar). Wanneer er zich
stof ophoopt, neemt het energieverbruik toe.
Na het reinigen
Plaats alle onderdelen in het toestel.
^
Steek de stekker in het stopcontact
^
en schakel het toestel in.
Schakel de functie "Super koelen"
^
een tijdje in, zodat het toestel snel
koud wordt.
Leg de levensmiddelen in het toestel
^
en sluit de deur.
Let er bij het reinigen van het meta
len rooster op dat u geen kabels of
andere componenten aftrekt, knikt of
beschadigt.
24
-
Herstellingen aan elektrische toe
stellen mag u enkel en alleen door
een vakman laten uitvoeren. Door
ondeskundig uitgevoerde reparaties
kunnen er niet te onderschatten risi
co's voor de gebruiker ontstaan.
Volgende storingen kunt u echter zelf
verhelpen:
-
Wat gedaan als...?
Controleer of het metalen rooster
^
(warmtewisselaar) aan de achterzijde
van het toestel niet onder het stof zit.
De toesteldeur werd vaak geopend.
^
-
Ga na of de toesteldeur goed sluit.
^
...debinnenverlichting in de koelzo
ne niet meer werkt?
Brandt de temperatuurindicator?
^
-
Wat gedaan als...
. . . het toestel niet koelt?
^ Controleer of het toestel ingescha-
keld is. De temperatuurindicator moet
branden.
^ Controleer of de stekker van het toe-
stel goed in het stopcontact zit.
^ Controleer of de zekering op uw elek-
trische installatie uitgeschakeld is.
Als dit het geval is, doet u een beroep op de Technische Dienst van
Miele.
...detemperatuur in de koelzone te
laag is?
^
Stel de temperatuur warmer in.
^
De functie "Super koelen" is nog inge
schakeld. Die functie schakelt na 6
uur automatisch uit.
...deinschakelfrequentie en
inschakelduur van de compressor
toenemen?
^
Controleer of de ventilatieroosters
niet afgedekt zijn of onder het stof zit
ten.
Als dit het geval is, dan is de
gloeilampdefect:
Trek de stekker uit of schakel de
^
zekering op uw elektrische installatie
uit.
^
Neem de lampafdekking a vooraan
-
vast en haak ze achteraan uit.
^
Draai de gloeilamp b eruit en ver
vang ze.
Aansluitgegevens van de gloeilamp:
220 - 240 V, fitting E 14.
Het vereiste vermogen (Watt) leest u
van de defecte gloeilamp af.
-
^
Plaats de lampafdekking a terug.
-
25
Wat gedaan als...?
...debodem van de koelzone nat
is?
De afvoeropening voor het dooiwater zit
verstopt.
Reinig het gootje en de opening voor
^
het dooiwater.
Als u de storing niet kunt verhelpen
aan de hand van deze aanwijzingen,
dient u een beroep te doen op de
Technische Dienst van Miele.
Om het koudeverlies zo beperkt mo
gelijk te houden, opent u indien mo
gelijk de deur van het toestel niet tot
de storing verholpen is.
-
-
26
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Heel normale geluidenWaar komen ze vandaan?
Brrrrr...Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har
Blubb, blubb....Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door
Klik....U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
Sssrrrrr....Bij toestellen met verschillende zones of bij No-Frostmodellen
Bedenk echter dat motor- en stromingsgeluiden in de koelingskringloop niet te
vermijden zijn!
der worden terwijl de motor ingeschakeld wordt.
de buisjes vloeit.
-
schakelt.
kan u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnen
ruimte van het toestel.
-
-
Geluid waaraan u vlot kan
verhelpen
Geklepper, gerammel, gerinkelHet toestel staat niet waterpas: Stel het toestel waterpas.
Waar komt het vandaan en wat kan u ertegen
doen?
Schroef de voetjes in of uit het toestel of leg iets onder het toestel.
Het toestel raakt andere toestellen of meubels aan: Schuif het
toestel van de meubels of andere toestellen weg.
Laden, korven of legplaten trillen of knellen: Controleer de uit
neembare onderdelen en zet ze eventueel opnieuw op hun
plaats.
Flessen of recipiënten raken elkaar: Schuif de flessen of reci
piënten wat uit elkaar.
De snoerhouder hangt nog tegen de achterzijde van het toe
stel: Neem de snoerhouder weg.
-
-
-
27
Technische Dienst van Miele/garantie
Neem in geval van storingen die u zelf
niet kan verhelpen, contact op met
uw Miele-handelaar
^
of
de Technische Dienst van Miele.
^
Het adres en de telefoonnummers van
onze Technische Dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het type- en het
machinenummer van uw toestel op.
Deze gegevens vindt u op het type
plaatje binnen in het toestel.
Duur en voorwaarden van de
garantie
De duur van de garantie bedraagt
2 jaar.
Meer informatie over de garantievoorwaarden kan u bekomen op onze site
of per telefoon bij Miele. Zie keerzijde
van deze gebruiksaanwijzing.
-
28
Dit toestel wordt aansluitklaar geleverd,
is dus voorzien van snoer en stekker.
Het apparaat is geschikt om te worden
aangesloten op eenfasige stroom
220 - 240 V, 50 Hz. Dit toestel mag en
kel op een degelijk geaard stopcontact
worden aangesloten.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomscha
kelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
U dient smeltveiligheden van 10 A te
voorzien.
Plaats het stopcontact naast of vlakbij
het toestel. Dat dient vlot toegankelijk te
zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren om het
toestel op het stroomnet aan te sluiten.
Die waarborgen niet de nodige veiligheid. Er is risico van oververhitting.
-
Elektrische aansluiting
-
Sluit uw toestel niet aan op stroomomzetters die bij apart werkende stroomvoorziening worden gebruikt, bv. bij
zonne-energie. Bij het inschakelen van
uw toestel kunnen er anders span
ningspieken optreden waardoor het
voor uw veiligheid wordt uitgeschakeld.
Daardoor kan de elektronische bestu
ring echter schade oplopen!
Gebruik uw toestel ook niet met zoge
heten stroomsparende stekkers.
Daardoor wordt de stroomtoevoer naar
het toestel immers beperkt zodat het
toestel te warm wordt.
Dient het aansluitsnoer te worden
vervangen, dan mag dat enkel worden
uitgevoerd door een erkend elektricien.
-
-
-
29
Opstelinstructies
Plaats geen warmteproducerende
toestellen, zoals een broodrooster of
microgolfoven, op het toestel. Hier
door stijgt het energieverbruik!
Side-by-side opstelling
Principieel mogen koelkasten en diep
vriezers niet onmiddellijk naast
("side-by-side") andere modellen wor
den opgesteld, om condenswater en
daaruit resulterende schade te ver
mijden.
Deze koelkast kan echter onmiddellijk
naast ("side-by-side") bepaalde modellen worden opgesteld die over een ingeschuimde zijwandverwarming beschikken!
-
-
-
Klimaatklasse
Het toestel is geconstrueerd voor een
bepaalde klimaatklasse. Een klimaat
klasse is een kamertemperatuurbereik
waarbinnen de temperatuur zich moet
bewegen en waar deze niet boven of
onder mag liggen. De klimaatklasse is
vermeld op het typeplaatje aan de bin
nenzijde van het toestel.
KlimaatklasseKamertemperatuur
SN
N
ST
T
van +10 °C tot +32 °C
van +16 °C tot +32 °C
van +16 °C tot +38 °C
van +16 °C tot +43 °C
Een te lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de compressor gedurende
lange tijd niet werkt. Dit kan tot hogere
temperaturen in het toestel leiden!
-
-
Vraag aan uw Miele-handelaar welke combinaties met uw toestel mogelijk zijn!
^ Verbind de twee toestellen op basis
van de handleiding die bij het
combinatiemodel is gevoegd.
Opstelplaats
Kies geen plaats direct naast een for
nuis, een verwarming of in de omge
ving van een venster met directe inval
van zonnestralen. Hoe hoger de omge
vingstemperatuur, hoe langer de com
pressor moet werken, waardoor er
meer stroom wordt verbruikt.
Een droge, ventileerbare ruimte is ge
schikt.
30
-
Luchttoevoer en -afvoer
De lucht aan de achterwand van het toestel wordt opgewarmd. De ventilatieroosters mogen daarom niet worden afgedekt, zodat een goede luchttoevoer
en -afvoer verzekerd is.
Bovendien moet het stof regelmatig van
de ventilatieroosters worden verwijderd.
-
-
-
-
Toestel opstellen
Verwijder eerst de kabelhouder aan
^
de achterzijde van het toestel.
Controleer of de onderdelen aan de
^
achterwand van het toestel nergens
tegenaan kunnen komen. Buig ze zo
nodig de andere kant op.
Schuif het toestel voorzichtig op de
^
daartoe voorziene plaats.
Plaats het toestel met de achterwand
^
vlak tegen de keukenwand.
Toestel nivelleren
Opstelinstructies
Stel de achterste regelvoetjes af via
^
de stelassen a. Gebruik hiertoe een
steeksleutel b.
Draai de stelas naar rechts om het
toestel achteraan omhoog te
brengen.
^
Nivelleer het toestel met de
regelvoetjes en de bijgeleverde
steeksleutel.
^
Draai het regelvoetje c in de lager
steun uit om de toesteldeur te
ondersteunen.
-
31
Opstelinstructies
Afmetingen van het toestel
ABC
K 12820 SD ed1.850 mm600 mm630 mm
32
De draairichting van de deur veranderen
Het toestel wordt geleverd met een
rechtsscharnierende deur. Als de deur
linksscharnierend moet zijn, moet u de
draairichting van de deur veranderen.
Om de draairichting van de deur te
veranderen, hebt u het volgende ge
reedschap nodig:
een kruiskopschroevendraaier,
–
een sleufschroevendraaier,
–
torx-schroevendraaiers in verschil
–
lende groottes,
een steeksleutel.
–
Voer het veranderen van de draairichting van de deur altijd met twee
personen uit.
Deurgreep afnemen:
-
Draai nu de 4 schroeven (Torx 15) op
^
het bevestigingsplaatje los en neem
de greep af.
Maak de afdekplaatjes aan de an
^
dere zijde los en plaats ze op de vrij
-
gekomen gaten.
-
-
^
Als u aan de deurgreep a trekt,
schuift het zijgedeelte van de deur
greep b naar achteren.
^
Trek het zijgedeelte van de deur
greep b krachtig naar achteren toe
uit de geleiding.
-
-
33
De draairichting van de deur veranderen
Draairichting van de toesteldeur ver
anderen:
Neem de levensmiddelen uit de
deurrekken!
Doe de toesteldeur dicht.
^
^ Neem de afdekking a af. Schuif ze
hiertoe van achteren naar voren en
haal ze er vervolgens langs boven af.
^ Haal de afdekking b er langs boven
af.
Maak het bevestigingsonderdeel f
^
-
los van de afdekking e. Schuif het
hiertoe wat naar links en neem het
vervolgens langs voren af.
Draai het bevestigingsonderdeel f
^
180°.
Plaats de afdekking e van voren af
^
op het bevestigingsonderdeel f en
schuif ze naar rechts. Het opschrift
moet leesbaar zijn.
Neem de afdekking g af, draai ze
^
180° en plaats ze aan de andere zij
de.
^ Plaats de afdekking e samen met
het bevestigingsonderdeel f aan de
andere zijde.
-
Waarschuwing! Zodra u hieronder
de lagersteun verwijdert, zit de toe
steldeur los!
^
Draai de schroeven d in de boven
ste lagersteun c los en trek de lager
steun langs boven af.
^
Neem de toesteldeur voorzichtig
langs boven af en zet ze even opzij.
^
Maak met behulp van een schroe
vendraaier langs boven de afdekking
e los en neem ze samen met het be
vestigingsonderdeel f af. Ga hierbij
voorzichtig te werk.
34
-
-
-
-
-
De draairichting van de deur veranderen
^ Neem de stop h uit de deurlagerbus
in de toesteldeur en plaats de stop
aan de andere zijde.
Trek de afdekking a naar voren toe
^
af.
Trek de afdekking b af.
^
^ Draai het regelvoetje aan de lager-
bout c er helemaal in.
^ Kantel het toestel met zijn tweeën
voorzichtig naar achteren toe en trek
de lagerbout c er eerst naar onderen toe en vervolgens naar voren toe
uit. Vergeet de scharnierbus d niet.
^ Draai de schroeven e los en verwij-
der de lagersteun f.
^
Neem met behulp van een schroe
vendraaier de veerklem i onderaan
uit de toesteldeur en plaats ze aan
de andere zijde.
^
Verwijder de afdekking g en plaats
ze op de gaatjes aan de andere kant.
^
Draai de schroef van het
lageronderdeel h op de lagersteun
-
f wat los. Draai het in het tegenover
liggende gat van de lagersteun f en
draai de schroef vervolgens weer
vast.
-
35
De draairichting van de deur veranderen
Schroef de lagersteun f aan de an
^
dere zijde vast. Gebruik daartoe uit
sluitend de beide buitenste langwer
pige gaten. Laat de schroef in het
midden achterwege. Zo kunt u later
via de buitenste langwerpige gaten
de deur van het toestel uitlijnen.
^ Plaats de afdekking b op haar
plaats.
^ Kantel het toestel met zijn tweeën
voorzichtig naar achteren toe en
plaats aan de linkerkant de lagerbout
c van onderen af in de lagersteun
f. De inkeping op de lagersteun
wijst hierbij naar voren.
-
-
Plaats de lagersteun c aan de an
^
dere zijde en bevestig hem met de
-
schroeven d.
Daartoe steekt u vooraf eventueel de
schroefgaten door of gebruikt u een
elektrische schroevendraaier.
^ Plaats de afdekkingen a en b aan
de andere zijde.
^ Lijn de toesteldeur via de langwer-
pige gaten in de onderste lagersteun
uit ten opzichte van de behuizing van
het toestel. Draai de schroeven vervolgens vast.
-
^
Plaats de scharnierbus d op de la
gerbout c.
^
Duw links de afdekking a op haar
plaats. Zorg ervoor dat u aan beide
kanten een klik hoort.
^
Plaats de toesteldeur van boven af
op de lagerbout c.
^
Sluit de toesteldeur.
36
-
De draairichting van de deur veranderen
Deurgreep opnieuw monteren:
Hou in elk geval rekening met de
volgende aanwijzingen voor de be
vestiging van de deurgreep, want bij
foutieve montage raakt de deurdich
ting beschadigd.
^ Schroef de deurgreep met de twee
voorste schroeven b eerst losjes in
aan de andere zijde.
Let er in elk geval op dat het
zijgedeelte van de deurgreep d
-
tijdens het openen van de deur niet
in aanraking komt met de deurdich
ting. De deurdichting zou na verloop
-
van tijd beschadigd raken!
Mocht dit het geval zijn,
lijn het bevestigingsplaatje c nog
^
maals uit met de stifttappen a tot het
bevestigingsplaatje en het
zijgedeelte van de deurgreep d de
gewenste hoek hebben en de dich
ting tijdens het openen van de deur
niet meer wordt geraakt.
-
-
-
Het bevestigingsplaatje c moet zo op
de deurbehuizing liggen dat, wanneer
de deur gesloten is, het bevestigings
plaatje gelijk ligt met de buitenwand
van het toestel.
Als dit niet het geval is,
^
draait u de twee vooraf gemonteerde
stifttappen a met een inbussleutel in
tot het bevestigingsplaatje c de ge
wenste hoek heeft.
^
Draai de 4 schroeven b goed vast.
^
Schuif het zijgedeelte van de deur
greep d vanaf de zijkant van het toe
stel op de geleiding van het bevesti
gingsplaatje tot het hoorbaar vast
klikt.
-
-
-
-
-
-
37
Toesteldeur uitlijnen
U kunt de toesteldeur nadien via de
buitenste langwerpige gaten in de on
derste lagersteun uitlijnen ten opzichte
van de behuizing van het toestel:
In de volgende afbeelding wordt de
toesteldeur niet gesloten weergege
ven, zodat u de procedure beter
kunt volgen.
^ Verwijder de middelste schroef a
van de lagersteun.
-
-
^ Draai beide buitenste schroeven b
een beetje uit.
^
Lijn de toesteldeur uit door de lager
steun naar links of rechts te verschui
ven.
^
Draai de schroeven b vervolgens
vast. De schroef a hoeft niet op
nieuw te worden ingeschroefd.
38
-
-
-
a Opzetkast
b Toestel
c Koelkast
d Wand
Het toestel inbouwen
werken waardoor het stroomverbruik
toeneemt.
De verluchtingsopeningen mogen
niet afgedekt of afgesloten worden.
Bovendien moeten ze geregeld ge
reinigd worden.
Bij inbouw met keukenkasten met
genormaliseerde afmetingen
(maximumdiepte van 580 mm) kan het
toestel rechtstreeks naast de keuken
kast worden opgesteld. De toesteldeur
staat dan op 34 mm verwijderd aan de
zijkant en steekt 55 mm uit ten opzichte
van de voorkant van de keukenkast. Op
deze manier kan de toesteldeur zonder
problemen worden geopend en gesloten.
Als u het toestel opstelt naast eenwand d is aan de kant van de schar-
nieren tussen de wand d en het toestel
b een afstand van ca. 55 mm vereist.
Dit zorgt ervoor dat de deur helemaal
kan worden geopend.
-
-
Het toestel kan in elk kastenrij worden
ingebouwd. Om het toestel even hoog
te laten komen als de kasten, kan bo
ven het toestel een opzetkast a wor
-
-
den geplaatst.
Met het oog op de aan- en afvoer van
de lucht moet er langs de achterzijde
van het toestel een afvoerkanaal van
minimum 50 mm diep voorzien worden,
over de hele breedte van de opzetkast.
De diameter van de verluchting onder
het plafond moet minstens 300 cm
2
be
dragen zodat de opgewarmde lucht on
gehinderd kan wegstromen. In het an
-
dere geval moet de compressor harder
-
-
39
Wijzigingen voorbehouden / 5109
K 12820 SD edt
M.-Nr. 07 733 940 / 01
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.