MIELE K 12023 S-3 User Manual [nl]

Gebruiks- en montagehandleiding Koelapparaat
Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw appa­raat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat.
nl-NL M.-Nr. 09 552 320
Inhoud
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen......................................................... 4
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................ 12
Energie besparen ................................................................................................13
Beschrijving van het apparaat............................................................................ 15
K 12010 S-2, K 12012 S-2, K 12012 S-3 .............................................................. 15
K 12020 S-1, K 12023 S-2, K 12023 S-3 .............................................................. 16
K 12022 S-1, K 12024 S-3 .................................................................................... 17
Bedieningselement................................................................................................ 18
Het apparaat in- en uitschakelen....................................................................... 19
Apparaat inschakelen............................................................................................ 19
Het apparaat uitschakelen .................................................................................... 19
Bij langdurige afwezigheid .................................................................................... 19
De juiste temperatuur ......................................................................................... 20
. . . in de koelzone ................................................................................................. 20
. . . in het vriesvak.................................................................................................. 21
Temperatuur instellen ............................................................................................ 21
Winterschakeling................................................................................................. 22
Lage kamertemperaturen ...................................................................................... 22
Het inschakelen van de winterschakeling ........................................................ 22
Het uitschakelen van de winterschakeling ....................................................... 22
Optimaal invriezen................................................................................................. 23
Het inschakelen van de winterschakeling ........................................................ 23
Het uitschakelen van de winterschakeling ....................................................... 23
Levensmiddelen in de koelzone bewaren......................................................... 24
Gedeelten met verschillende temperaturen .......................................................... 24
Niet geschikt voor de koelzone ............................................................................. 25
Waar u in de winkel al op moet letten ................................................................... 25
Levensmiddelen juist bewaren.............................................................................. 25
De binnenruimte indelen..................................................................................... 26
De plateaus verplaatsen........................................................................................ 26
Tweedelige plateaus.............................................................................................. 26
Deurvak/flessenvak verplaatsen............................................................................ 26
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen (afhankelijk van het model) .27
Het vriesvak........................................................................................................... 27
Wat gebeurt er bij het invriezen van verse levensmiddelen? ................................ 27
Diepvriesproducten bewaren ................................................................................ 28
Inhoud
Zelf levensmiddelen invriezen ............................................................................... 28
Dranken snel koelen.............................................................................................. 31
Het bereiden van ijsblokjes ................................................................................... 31
Ontdooien............................................................................................................. 32
Reiniging en onderhoud...................................................................................... 35
Opmerkingen over het reinigingsmiddel ............................................................... 35
Het apparaat voor reiniging voorbereiden............................................................. 36
Binnenkant en toebehoren reinigen....................................................................... 36
Front en zijkanten reinigen..................................................................................... 37
Ventilatieopeningen reinigen ................................................................................. 37
De compressor en het metalen rooster aan de achterkant reinigen ..................... 37
Deurdichting reinigen ............................................................................................ 38
Het apparaat na de reiniging in gebruik nemen .................................................... 38
Nuttige tips........................................................................................................... 39
Oorzaken van geluiden ....................................................................................... 44
Service en garantie ............................................................................................. 45
Elektrische aansluiting........................................................................................ 46
Tips voor het plaatsen van het apparaat........................................................... 47
Plaats van opstelling ............................................................................................. 47
Klimaatklasse ........................................................................................................ 48
Luchttoevoer en luchtafvoer.................................................................................. 48
Koelapparaat met wandafstandhouders ............................................................... 48
Apparaat plaatsen ................................................................................................. 49
Het apparaat in een keukenblok inbouwen........................................................... 50
Afmetingen van het apparaat ................................................................................ 51
Draairichting van deur veranderen .................................................................... 52
De draairichting van de deur van het vriesvak wijzigen ........................................ 53
Het verplaatsen van de deurgrepen ...................................................................... 54
Het Apparaat onder een werkblad inbouwen ................................................... 56

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadiging van het apparaat tot gevolg hebben.
Lees deze gebruiks- en montageaanwijzing daarom aandachtig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. In de gebruiks- en montageaanwijzing vindt u belangrijke instructies met betrekking tot inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud.
Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan doordat de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet in acht zijn genomen.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.

Verantwoord gebruik

Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk of vergelijk-
baar gebruik. Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor gebruik binnenshuis.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor het koelen en bewaren
van levensmiddelen, voor het bewaren van diepvriesproducten, voor het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen en voor het be­reiden van ijs. Gebruik voor andere doeleinden is ontoelaatbaar en kan gevaarlijk zijn.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat is niet geschikt voor het koelen en bewaren van me-
dicijnen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten en andere stoffen en producten die vallen onder de richtlijn voor medische hulpmiddelen. Wordt het apparaat daar wel voor gebruikt, dan kan dat tot kwali­teitsverlies en zelfs tot bederf van de opgeslagen producten leiden. Dit apparaat mag ook niet worden gebruikt in explosiegevoelige ruimtes. Miele is niet verantwoordelijk voor schade die is ontstaan door ge­bruik voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door een fou­tieve bediening.
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid,
hun onervarenheid of gebrek aan kennis van het apparaat niet in staat zijn om het veilig te bedienen, mogen het alleen gebruiken als ze onder toezicht staan. Ze mogen het apparaat alleen dan zonder toezicht gebruiken, als ze instructies hebben gekregen over het gebruik en de risico's van het gebruik.

Wanneer er kinderen in huis zijn

Kinderen onder de acht jaar mogen alleen in de buurt van het ap-
paraat komen als ze constant onder toezicht staan.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het apparaat alleen zonder toe-
zicht gebruiken als ze weten hoe ze dit veilig moeten bedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een onjuiste bediening.
Kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht reinigen of on-
derhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer deze zich in de buurt van het
apparaat bevinden. Laat ze nooit met het apparaat spelen.
Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten het bereik van kin-
deren in verband met verstikkingsgevaar.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Technische veiligheid

Het koelsysteem is op lekken gecontroleerd. Het apparaat voldoet
aan de desbetreffende veiligheidsvoorschriften en de geldende EU­richtlijnen.
Dit apparaat bevat het koelmiddel isobutaan (R600a). Dit is een
natuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het gas is niet schadelijk voor de ozonlaag en versterkt het broeikas­effect niet, maar het gebruik van dit koelmiddel heeft er wel toe ge­leid dat het apparaat meer lawaai maakt wanneer het aanstaat. Be­halve de geluiden van de compressor kunnen er dan in het hele koel­systeem stromingsgeluiden optreden. Deze effecten zijn helaas niet te vermijden, maar hebben geen nega­tieve invloed op de capaciteit van het apparaat. Let er bij het transport en bij de plaatsing van het apparaat op dat er geen onderdelen van het koelsysteem worden beschadigd. Vrijko­mend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken! Wordt het koelsysteem toch beschadigd:
– vermijd dan open vuur of andere brandhaarden,
– trek de stekker uit het stopcontact,
– lucht het vertrek waarin het apparaat staat gedurende enkele mi-
nuten en
– neem contact op met Miele.
Hoe meer koelmiddel een koelapparaat bevat, des te groter moet
het vertrek zijn waarin dit koelapparaat wordt geplaatst. Wanneer het vertrek te klein is, kan zich bij een eventueel lek een brandbaar mengsel van gas en lucht vormen. Per 8 g koelmiddel moet het ver­trek minstens 1 m3 groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel staat op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Vergelijk voordat u het apparaat aansluit de aansluitgegevens (ze-
kering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen zodat het appa­raat niet beschadigd raakt. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van het apparaat is uitsluitend gegaran-
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol­gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Dit fundamentele veiligheidssysteem moet aanwezig zijn. Laat de elektrische installatie bij twijfel door een vakman/vakvrouw inspecteren.
Het apparaat kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als
het op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een
door Miele erkende vakman/vakvrouw worden vervangen om gevaar voor de gebruiker te voorkomen.
Meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren bieden niet vol-
doende veiligheid (brandgevaar). Gebruik deze niet voor het aanslui­ten van het apparaat op het elektriciteitsnet.
Wanneer er vocht op spanningsvoerende delen of de elektriciteits-
kabel komt, kan dat kortsluiting veroorzaken. Gebruik het apparaat daarom niet in ruimtes waar met water wordt gespetterd (bijv. gara­ge, waskeuken etc.).
Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
Beschadigingen aan het apparaat kunnen uw veiligheid in gevaar
brengen. Controleer het apparaat op zichtbare beschadigingen. Een beschadigd apparaat mag niet in gebruik worden genomen.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet het
apparaat spanningsvrij zijn. Dit is het geval als:
– de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
– de schroefzekeringen van de elektrische aansluiting er geheel zijn
uitgedraaid of
– de stekker uit het stopcontact is getrokken. Trek daarbij aan de
stekker en niet aan de aansluitkabel.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repa-
ratiewerkzaamheden kan de gebruiker ernstig gevaar lopen. Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door een door Miele geautoriseerde vakman/vakvrouw worden uitge­voerd.
Garantieclaims komen te vervallen als het apparaat niet door
Miele-technici wordt gerepareerd.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze Miele-onderdelen kunnen wij ga­randeren, dat zij volledig aan onze veiligheidseisen voldoen.

Veilig gebruik

Het apparaat is voor een bepaalde klimaatklasse (kamertempera-
tuur) geconstrueerd waarvan de grenzen niet mogen worden over­schreden. De klimaatklasse staat aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant van uw apparaat. Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat de compressor langer afslaat, zodat het apparaat de vereiste temperatuur niet kan aanhouden.
Zorg dat de ventilatieopeningen niet afgedekt of afgesloten wor-
den. Een goede luchtgeleiding is dan niet meer gewaarborgd. Het energieverbruik neemt toe en schade aan onderdelen kan niet wor­den uitgesloten.
Het bovenblad van dit apparaat heeft een kunststof rand. Zorg er-
voor dat hier geen vet of olie op komt. De kunststof kan dan breken of scheuren.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Indien u vet- of oliehoudende levensmiddelen in het apparaat of
de deur van het apparaat bewaart, voorkom dan dat evt. vrijkomend vet of olie in aanraking komt met kunststof onderdelen van het appa­raat. Hierdoor kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan waardoor deze knapt of scheurt.
Bewaar geen explosieve stoffen en geen producten met brandba-
re drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het apparaat. Door de elektrische onderdelen kunnen explosieve gasmengsels ontsteken en brand of explosies veroorzaken.
Gebruik geen elektrische apparaten in dit apparaat, bijv. voor het
maken van softijs. Hierdoor kunnen vonken ontstaan, wat leidt tot explosiegevaar.
Bewaar geen blikjes en flessen in de diepvrieszone die koolzuur-
houdende dranken bevatten of vloeistoffen die kunnen bevriezen. De blikjes en flessen kunnen uit elkaar springen, u zou zich kunnen ver­wonden en er zou schade kunnen ontstaan.
Haal flessen die u in de diepvrieszone heeft gelegd om snel te
koelen er na maximaal één uur weer uit. De blikjes en flessen kunnen uit elkaar springen, u zou zich kunnen verwonden en er zou schade kunnen ontstaan.
Raak ingevroren levensmiddelen en metalen onderdelen niet met
natte handen aan om letsel aan uw handen te voorkomen.
Nuttig ijsblokjes en ijslolly's, vooral waterijsjes, nooit meteen nadat
u ze uit het vriesvak heeft gehaald om letsel aan lippen en tong te voorkomen.
Vries geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen niet op-
nieuw in. Gebruik deze levensmiddelen zo snel mogelijk omdat ze anders aan voedingswaarde verliezen en bederven. Als ontdooide le­vensmiddelen worden gekookt of gebraden kunnen ze wel opnieuw worden ingevroren.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wanneer u levensmiddelen eet die te lang zijn bewaard, loopt u
het risico om voedselvergiftiging op te lopen. De bewaartijd hangt van vele factoren af, zoals de versheid en kwali­teit van de levensmiddelen en de bewaartemperatuur. Neem de be­waartips en de uiterste houdbaarheidsdatum van de levensmid­delenfabrikanten in acht.
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen.

Reiniging en onderhoud

Behandel de deurdichting niet met olie of vet om te voorkomen
dat deze in de loop van de tijd poreus wordt.
Gebruik voor het ontdooien en reinigen van het apparaat nooit een
stoomreiniger, aangezien stoom in aanraking kan komen met span­ningsvoerende delen van het apparaat en zo kortsluiting kan veroor­zaken.
Spitse of scherpe voorwerpen beschadigen de koelelementen
waardoor het apparaat niet meer functioneert. Gebruik daarom geen spitse of scherpe voorwerpen, om
– rijp- en ijslagen te verwijderen
– en vastgevroren ijsbakjes en/of vastgevroren levensmiddelen los
te wrikken.
Plaats wanneer u wilt ontdooien nooit elektrische verwarmingsap-
paraten of kaarsen in het apparaat om te voorkomen dat de kunst­stof beschadigd raakt.
Gebruik geen ontdooisprays of andere middelen om te ontdooien.
Deze kunnen explosieve gassen vormen, oplosmiddelen of drijfgas­sen bevatten die de kunststof beschadigen of schadelijk zijn voor de gezondheid.
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Transport

Het apparaat moet altijd rechtop en in de transportverpakking
worden vervoerd.
Het apparaat is erg zwaar. Vraag daarom iemand u te helpen bij
het vervoeren van het apparaat, anders bestaat er gevaar voor be­schadiging.

Wat te doen wanneer u het apparaat afdankt

Maak het slot onbruikbaar om te voorkomen dat kinderen in het
apparaat ingesloten kunnen raken en in levensgevaar komen.
Vrijkomend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken. Beschadig
daarom geen onderdelen van het koelsysteem, bijv. door
– koelmiddelkanalen van de verdamper open te prikken,
– buisleidingen om te buigen,
– coatings af te krabben.

Symbool op de compressor (afhankelijk van het model)

Deze waarschuwing is alleen voor de recycling van belang. Bij normaal gebruik bestaat er geen gevaar!
Het is levensgevaarlijk, de olie in de compressor in te slikken of in
te ademen.
11

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu

Verpakkingsmateriaal weg­gooien
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpak­kingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belas­ting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling.
Door hergebruik van verpakkingsmateri­aal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking over het algemeen terug.

Het afdanken van het apparaat

Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten meestal nog waarde­volle materialen. Ze bevatten echter ook stoffen, mengsels en onderdelen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de ge­zondheid en het milieu. Doe uw oude apparaat daarom nooit bij het gewone huisafval.
Lever het in bij een gemeentelijk inza­meldepot voor elektrische en elektroni­sche apparatuur, bij uw vakhandelaar of bij Miele. U bent wettelijk zelf verant­woordelijk voor het wissen van eventue­le persoonlijke gegevens op het af te danken apparaat.
12
Let erop dat de buisleidingen van uw apparaat niet worden beschadigd, tot­dat het op vakkundige en milieuvriende­lijke wijze wordt verschroot. Alleen dan kunt u er zeker van zijn dat de koelmiddelen in het koelsysteem en de olie in de compressor niet in het mili­eu terechtkomen.
Het afgedankte apparaat moet tot die tijd buiten het bereik van kinderen wor­den opgeslagen. Zie voor meer informa­tie hierover het hoofdstuk: "Veiligheids­instructies en waarschuwingen" van de gebruiksaanwijzing.

Energie besparen

Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik
Plaatsing en on­derhoud
Temperatuur­instelling
In goed geventileerde ruim­tes.
Niet direct blootgesteld aan zonnestralen.
Niet naast een warmtebron (verwarming, fornuis).
Bij een ideale omgevings­temperatuur van ca. 20 °C.
Dek ventilatieroosters niet af en maak ze regelmatig stof­vrij.
Compressor en metalen rooster (warmtewisselaar) aan de achterwand van het apparaat worden minstens 1x per jaar stofvrij gemaakt.
Stel één van de middelste standen in: 2 of 3.
In gesloten, niet geventileer­de ruimtes.
Direct blootgesteld aan zon­nestralen.
Naast een warmtebron (ver­warming, fornuis)
Bij een hoge omgevingstem­peratuur.
Als ventilatieroosters zijn af­gedekt of vol zitten met stof.
Als de compressor en het metalen rooster (warmtewis­selaar) op de achterwand van het apparaat vol zitten met stof.
Bij lage temperatuurinstel­ling: hoe lager de tempera­tuur in de koel- resp. diep­vrieszone, hoe hoger het energieverbruik.
Bij apparaten met winter­schakeling: let erop dat deze bij kamertemperaturen hoger dan 18°C uitgeschakeld is.
13
Energie besparen
Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik
Gebruik Plaats de laden, plateaus en
vakken zoals bij levering.
Open de deur alleen indien dat nodig is en zo kort mo­gelijk. Leg de levensmidde­len bij het inruimen meteen op de goede plek.
Neem een koeltas mee als u gaat winkelen en zet uw le­vensmiddelen snel in het ap­paraat. Zet voedingsmiddelen die u uit het apparaat heeft ge­haald zo snel mogelijk weer terug, voordat ze te veel op­warmen. Laat warme gerechten en dranken eerst buiten het ap­paraat afkoelen.
Leg de levensmiddelen al­leen afgedekt of verpakt in het apparaat.
Leg ingevroren levensmid­delen in de koelzone wan­neer ze moeten ontdooien.
De deur vaak en lang ope­nen betekent koudeverlies en instroom van warme lucht in het apparaat. Het appa­raat gaat koelen. De com­pressor moet langer werken.
Als levensmiddelen nog warm of op omgevingstem­peratuur zijn wanneer ze in het apparaat worden gelegd, ontstaat er warme lucht in het apparaat. Het apparaat gaat koelen. De compressor moet langer werken.
Wanneer vloeibare stoffen in de koelzone condenseren, neemt de koelcapaciteit af.
Zorg ervoor dat vakken en laden niet te zwaar worden beladen, zodat de lucht kan circuleren.
Ontdooien Ontdooi het vriesvak wan-
neer er een ijslaag van maxi­maal 0,5 cm in zit.
14
Als de luchtcirculatie af­neemt, wordt de koelcapaci­teit minder.
Een ijslaag bemoeilijkt het invriezen en bewaren van le­vensmiddelen.

Beschrijving van het apparaat

K 12010 S-2, K 12012 S-2, K 12012 S-3

a
Vriesvak (afhankelijk van het model)
b
Plateau (aantal afhankelijk van het model)
c
Gootje voor het dooiwater en afvoeropening voor het dooiwater
d
Fruit- en groentevak
e
Boter- en kaasvak
f
Deurvak met eierhouder
g
Aan/Uit-schakelaar en temperatuurregelaar, binnenverlichting en winterschake­ling (afhankelijk van het model)
h
Deurvak voor flessen
15
Beschrijving van het apparaat

K 12020 S-1, K 12023 S-2, K 12023 S-3

a
Plateau
b
Gootje voor het dooiwater en afvoeropening voor het dooiwater
c
Groente- en fruitvakken
d
Boter- en kaasvak
e
Deurvak met eierhouder
f
Half deurvak (afhankelijk van het model)
g
Aan/Uit-schakelaar en temperatuurregelaar, binnenverlichting en winterschake­ling (afhankelijk van het model)
h
Deurvak voor flessen
16

K 12022 S-1, K 12024 S-3

a
Vriesvak
Beschrijving van het apparaat
b
Plateau (aantal afhankelijk van het model)
c
Gootje voor het dooiwater en afvoeropening voor het dooiwater
d
Groente- en fruitvakken
e
Boter- en kaasvak
f
Deurvak met eierhouder
g
Half deurvak (afhankelijk van het model)
h
Aan/Uit-schakelaar en temperatuurregelaar, binnenverlichting en winterschake­ling*
i
Deurvak voor flessen
17
Beschrijving van het apparaat

Bedieningselement

a
Aan/Uit-schakelaar en temperatuurregelaar
b
Tuimelschakelaar voor de winterschakeling (alleen bij apparaten met vriesvak)
c
Lichtcontactschakelaar
18
Loading...
+ 42 hidden pages