Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing
voor u uw toestel installeert en in
gebruik neemt.
Zo zorgt u voor uw veiligheid
en vermijdt u schade aan uw toestel.
Deze Miele-afwasautomaat is een pro
fessionele afwasautomaat met lading
langs voren. Hij werkt volgens het vers
-watersysteem. De programma’s zijn
heel kort. Daardoor is dit toestel ge
schikt voor gebruik in pensions en
horecabedrijven.
Dit toestel is uitgerust met een water
ontharder.
-
-
-
-
3
Page 4
Beschrijving van het toestel
a Toets aan/uit (I-0)
b Deuropener
c Display
d Controlelampje "Startuitstel"
(zie "Speciale functies programmeren")
e Controlelampje "Drogen"
f Controlelampje "Programmastart"
g Starttoets
h Toets "Drogen"
i Omschakeltoets voor display
"Bereikte temperatuur" of "Afgelopen
afwastijd"
j Optische interface
(bedoeld voor de Technische Dienst)
k Controlelampje "Afwasmiddel (vloei-
baar) toevoegen" (enkel bij extern
aangesloten doseermodule - speciale uitvoering)
l Controlelampje "Naspoelmiddel toe-
voegen"
m Controlelampje "Regenereerzout toe-
voegen"
n Controlelampje "Storing watertoe
voer / -afvoer"
o Display programmaverloop
p Programmakiezer
-
4
Page 5
Beschrijving van het toestel
a Aansluiting voor doseringsmodule
(doseerpomp voor vloeibaar afwas
middel) - op de achterzijde -
b Filterset
c Reservoir voor regenereerzout
(waterontharder)
d Doseerbakje voor poedervormig af
-
wasmiddel
e Reservoir voor naspoelmiddel
(met doseerregeling)
-
5
Page 6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Personen die door hun fysieke,
Dit toestel voldoet aan de voorge
schreven veiligheidsvoorschriften.
Door ondeskundig gebruik kunnen
gebruikers echter letsel oplopen en
kan er schade optreden aan het toe
stel.
Voor u het toestel in gebruik neemt,
moet u de gebruiksaanwijzing aan
dachtig lezen.
U vindt er belangrijke opmerkingen
omtrent de plaatsing, de installatie,
het gebruik en het onderhoud van
uw toestel. Dat is veiliger voor uzelf
en u vermijdt schade aan het toe
stel.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en
geef ze door aan wie het toestel
eventueel na u gebruikt.
-
-
Juist
gebruik
Gebruik deze bedrijfs-
~
afwasautomaat uitsluitend voor het gebruik dat is aangegeven in deze ge
bruiksaanwijzing. Andere toepassingen
zijn niet toegelaten en kunnen gevaar
lijk zijn, net als aanpassingen en veran
deringen aan het toestel.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade die werd veroorzaakt doordat
het toestel voor andere doeleinden
werd gebruikt of verkeerd werd be
diend.
-
-
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden
of hun onervarenheid of gebrek aan
kennis niet in staat zijn om het toestel
veilig te bedienen, mogen dit toestel al
-
leen onder het toezicht of de
begeleiding van een verantwoordelijk
iemand gebruiken.
-
-
-
De personen die het toestel bedie
~
nen, moeten regelmatig geïnstrueerd
worden. Personen die niet geïnstrueerd
zijn, mogen de bedrijfsafwasautomaat
niet bedienen.
De speciale inzetstukken mogen al
~
leen maar volgens de voorschriften gebruikt worden.
Technische veiligheid
Controleer vóórdat de bedrijfsafwas-
~
automaat wordt geplaatst, of deze
zichtbaar beschadigd is. Is dat het geval, neem de bedrijfsafwasautomaat
dan in geen geval in gebruik. Een bedrijfsafwasautomaat die beschadigd is
kan uw veiligheid in gevaar brengen.
De elektrische veiligheid van het
~
toestel is alleen dan gewaarborgd als
het wordt aangesloten op een volgens
de voorschriften geïnstalleerd aardsys
teem. Het is heel belangrijk dat aan
deze fundamentele veiligheidsvoor
waarde is voldaan. In geval van twijfel
dient u uw installatie door een vakman
of vakvrouw te laten nakijken.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade die werd veroorzaakt doordat
de aardleiding onderbroken was of ge
woon ontbrak. Er zijn elektrische schok
ken mogelijk.
-
-
-
-
-
-
-
6
Page 7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Volg de aanduidingen voor de in
~
stallatie in de gebruiksaanwijzing en in
stallatiehandleiding.
Vergelijk zeker eerst de aansluitge
~
gevens (spanning en frequentie) op het
typeplaatje met die van uw huisinstalla
tie. Sluit daarna pas uw toestel aan.
Deze gegevens dienen absoluut over
een te stemmen. Anders treedt er scha
de op aan uw toestel. Vraag bij twijfel
inlichtingen aan uw elektricien.
Een beschadigd toestel kan uw vei
~
ligheid in gevaar brengen. Schakel het
toestel onmiddellijk uit en neem contact
op met de Technische Dienst van
Miele, een erkende Miele-handelaar of
een correct gekwalificeerde vakman/vakvrouw.
Installatiewerken, onderhouds-
~
werken en reparaties mogen alleen
worden uitgevoerd door vakmensen die
door de fabrikant erkend zijn.
Door ondeskundig uitgevoerde
installatie-, onderhouds- of
reparatiewerken kunnen er voor de ge
bruiker aanzienlijke risico's ontstaan
waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk
kan worden gesteld.
-
-
-
Koppel het toestel los van het elek
~
triciteitsnet wanneer het onderhouden
wordt (toestel uitschakelen, de stekker
uittrekken of de zekering wegnemen of
uitschakelen).
-
-
-
Gebruik uw toestel enkel in inge
~
bouwde toestand. Enkel dan is een vei
lige werking gewaarborgd.
Open in geen geval de ommanteling
~
van het toestel. Wanneer u aan
sluitingen onder spanning aanraakt of
de elektrische en mechanische con
structie wijzigt, kan dat voor u gevaar
opleveren. Het kan ook tot storingen in
de werking van het toestel leiden.
Defecte onderdelen mogen enkel
~
worden vervangen door originele Miele-
-vervangstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
~
geen stopcontactenblokken of verlengsnoeren om het toestel aan te sluiten.
Die bieden niet voldoende veiligheids
garanties. Er bestaat onder meer ge
vaar voor oververhitting.
-
-
-
-
-
-
-
Als het aansluitsnoer beschadigd is,
~
moet een door de fabrikant erkende
vakman een speciaal aansluitsnoer in
stalleren.
Het toestel mag alleen door de
~
Technische Dienst van Miele, een door
Miele erkende handelaar of een correct
gekwalificeerde vakman/vakvrouw in
gebruik genomen, onderhouden en ge
repareerd worden.
-
-
7
Page 8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Tijdens installatie-, onderhouds- en
~
reparatiewerken moet het toestel van
het stroomnet losgekoppeld zijn. Het
toestel is pas stroomloos als aan een
van deze voorwaarden is voldaan:
De zekeringen op uw elektrische in
–
stallatie zijn uitgeschakeld.
De schroefzekeringen op uw elek
–
trische installatie zijn helemaal uitge
draaid.
De stekker is uit het stopcontact ge
–
trokken.
Trek bij toestellen met stekker niet
aan het snoer maar aan de stekker
om het toestel los te koppelen van
het stroomnet.
-
-
-
Efficiënt gebruik
Pas op bij het gebruik van vloeibare
~
hulpmiddelen en additieven! Het gaat
deels om bijtende en irriterende stoffen.
Gebruik in geen geval organische oplosmiddelen - daardoor bestaat er o.a.
explosiegevaar!
Respecteer de van kracht zijnde
veiligheidsregels. Draag een veilig
heidsbril en handschoenen! Bij alle
chemische hulpmiddelen moet u de
veiligheidsaanwijzingen van de fabri
kant volgen!
Het water in de spoelruimte is geen
~
drinkwater!
-
-
Gebruik alleen geschikte reinigings
~
middelen voor bedrijfsafwasautomaten.
Verkeerde spoelmiddelen kunnen scha
de aan de bedrijfsafwasautomaat en
het spoelgoed veroorzaken.
Bij reinigingsmiddelen in poeder
~
vorm moet u vermijden om stof in te
ademen!
Als spoelmiddelen worden ingeslikt,
kunnen ze brandwonden in mond en
keel veroorzaken of tot verstikking lei
den.
Voorafgaande behandelingen (bijv.
~
met reinigingsmiddelen), maar ook be
paalde vervuilingen en enkel spoelmiddelen kunnen schuim veroorzaken.
Schuim kan het resultaat van de reiniging verminderen.
Hou er rekening mee dat wijzigingen
~
in de samenstelling, bewaaromstandigheden enz. die de producent van de
chemicaliën niet meegedeeld heeft, de
kwaliteit van de reiniging kunnen aantasten.
Let bij het gebruik van reinigings
~
middelen en speciale producten altijd
op de aanwijzingen van de producent
van de reiniger. Gebruik de verschil
lende reinigingsmiddelen alleen voor
de door de producent voorziene toe
passingen, om schade aan materiaal
en sterke chemische reacties (bijv.
knalgas) te vermijden.
-
-
-
-
-
-
-
-
8
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De bedrijfsafwasautomaat is
~
ontworpen om alleen maar met water
en toegevoegde reinigingsmiddelen te
werken. Het toestel mag niet met orga
nische oplosmiddelen gebruikt worden.
Dat kan o.a. tot explosiegevaar leiden
(opmerking: er zijn veel organische op
losmiddelen waarbij er geen explosie
gevaar bestaat, maar waarbij andere
problemen kunnen voorkomen, bijv.
aantasting van onderdelen in rubber en
kunststof).
Dat de fabrikant van het toestel be
~
paalde chemische hulpmiddelen (zoals
reiniger) aanbeveelt, betekent niet dat
hij verantwoordelijk is voor de invloed
van die chemische hulpmiddelen op
het materiaal van de te spoelen stukken. Hou er rekening mee dat wijzigingen in de samenstelling, bewaaromstandigheden enz. die de producent
van de chemicaliën niet meegedeeld
heeft, de kwaliteit van de reiniging kunnen aantasten.
Er mogen geen noemenswaardige
~
resten van oplosmiddelen en zuren,
meer bepaald zoutzuren en chloride
houdende oplossingen, in de spoel
ruimte terechtkomen wanneer u de te
spoelen stukken in het toestel plaatst.
Ook geen stoffen die metalen corrode
ren!
Van oplosmiddelen mogen er in combi
natie met de vervuiling (meer bepaald
bij gevarenklasse A1) alleen maar spo
ren aanwezig zijn.
-
-
-
-
De bedrijfsafwasautomaat mag
~
evenmin als de onmiddellijke omgeving
ervan met een waterslang of een hoge
drukreiniger afgespoeld en schoonge
maakt worden.
Let erop dat de roestvrije buitenbe
~
kleding niet in contact komt met oplos
singen/dampen die zoutzuur bevatten.
Dat om corrosie te vermijden.
Wanneer werkzaamheden aan het
~
leidingwaternet zijn uitgevoerd moet de
watertoevoerleiding naar het toestel
worden ontlucht.
Anders kunnen onderdelen van de wa
tertoevoer beschadigd raken.
Laat u het toestel tijdens de ga-
~
rantieperiode herstellen, dan mag dat
enkel gebeuren door een technicus die
door de fabrikant erkend is. Anders is
er bij schade achteraf geen aanspraak
meer op waarborg.
Wanneer de deur open staat, ga
~
daar dan niet op zitten of staan. De bedrijfsafwasautomaat zou kunnen kan
telen of beschadigd raken.
Wanneer u scherpe en puntige voor
~
werpen in het toestel laadt, moet u erop
letten u niet te verwonden. Plaats de
voorwerpen zo dat ze geen verwondin
gen kunnen veroorzaken.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
9
Page 10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Houd rekening met de hoge tempe
~
raturen in het toestel (afhankelijk van de
instelling). Als u de deur opent, kunt u
zich verbranden! De manden en de
inzetstukken moeten eerst afkoelen.
Giet nadien eventuele waterresten uit
holle stukken in de spoelruimte weg.
Raak de verwarmingselementen of
~
de verwarmde delen aan de onderkant
van spoelruimte niet aan als u de deur
tijdens of na een programma opent.
Zelfs enkele minuten nadat het pro
gramma beëindigd is, kunt u zich daar
nog aan verbranden.
Alle schalen, bakjes en dergelijke
~
moeten geleegd worden vóórdat ze in
het toestel worden geplaatst.
-
-
Deskundige plaatsing
Als u dit toestel niet op een vaste
~
plaats installeert, bijv. op een schip,
laat dit karwei dan enkel uitvoeren door
vakmensen. Die moeten ervoor zorgen
dat u het toestel veilig kunt gebruiken.
Het toestel mag niet worden opge
~
steld in ruimtes waar ontploffingsgevaar
mogelijk is of er vriestemperaturen kun
nen voorkomen.
-
Kinderen in de omgeving
Hou kinderen die in de buurt van het
~
toestel komen in het oog. Laat kinderen
nooit met het toestel spelen.
Kinderen mogen het toestel alleen
~
maar gebruiken wanneer hen de bedie
ning ervan zo uitgelegd is dat ze het
veilig kunnen bedienen. Kinderen moe
ten de eventuele risico's van een foutie
ve bediening kunnen beseffen.
Zorg ervoor dat kleine kinderen niet
~
met de bedrijfsafwasautomaat spelen
of de automaat bedienen. Wanneer zij
dit doen bestaat het gevaar dat ze zich
in de bedrijfsafwasautomaat opsluiten.
Toebehoren
Alleen toebehoren dat Miele uitdruk-
~
kelijk heeft goedgekeurd, mag worden
gemonteerd of ingebouwd. Worden er
andere onderdelen gemonteerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op
waarborg en/of productaansprakelijkheid.
Er mag alleen toebehoren van Miele
~
voor het bedoelde gebruik aangesloten
worden. Voor informatie over de
artikelaanduiding van het toebehoren
neemt u contact op met Miele.
-
-
-
10
Page 11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het afdanken van de
bedrijfsafwasautomaat
Uit veiligheidsoverwegingen - en om
~
het milieu te beschermen - verwijdert u
alle spoelmiddelresten. Volg daarbij de
veiligheidsvoorschriften (veiligheidsbril
en handschoenen gebruiken!).
Verwijder de deurgrendel of maak hem
onbruikbaar zodat kinderen zich niet in
het toestel kunnen opsluiten. Breng het
toestel vervolgens naar een
reglementair recyclagecentrum.
Bij machines met een tanksysteem
moet eerst het water in de tank worden
afgevoerd.
Wanneer de veiligheidsinstructies
niet worden opgevolgd, kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden
gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
11
Page 12
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische appa
raten bevatten vaak nog waardevolle ma
terialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functioneren en
de veiligheid van het apparaat nodig wa
ren. Als u het apparaat bij het gewone af
val doet of bij verkeerde behandeling
kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor
de gezondheid en het milieu. Verwijder
het afgedankte apparaat dan ook nooit
met het gewone afval.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal. Door
te recycleren wordt er dan ook minderverspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken
van uw oud toestel, neem dan contact op
met
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen, dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde verzamel- en sorteerter
rein. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
-
-
-
–
de handelaar bij wie u het kocht
of
–
de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
–
uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intussen
kindveilig wordt bewaard voor u het laat
wegbrengen.
12
Page 13
Voordat u de automaat in gebruik neemt
Hou rekening met volgende punten
voor u het toestel in gebruik neemt!
Uitvoerige opmerkingen omtrent de
afzonderlijke punten vindt u in de
overeenkomstige rubrieken.
De objecten keurig plaatsen!
Al de af te wassen oppervlakken die
nen voor de waterstralen goed bereik
baar te zijn. Bedekte vlakken worden
niet schoon.
Laat de sproeiarmen niet door voor
werpen blokkeren!
-
-
-
De waterontharder voorbereiden.
De waterontharder dient u nauwkeurig
in te stellen naar gelang van de hard
heid van het u geleverde water.
Het reservoir voor regenereerzout dient
u eerst met water en daarna met rege-nereerzout te vullen.
Indien u het reservoir onver-
,
hoeds met reinigingsmiddel vult,
gaat de waterontharder stuk!
Reservoir voor vloeibaar middel vullen.
,
Indien u dit reservoir voor vloei
baar middel onverhoeds met reini
gingsmiddel vult (zelfs met vloeibaar
reinigingsmiddel of product voor af
was met de hand) wordt het reser
voir vernietigd!
Gebruik enkel reinigingsmiddel voor
speciale afwasautomaten!
Gebruik nooit reinigingsmiddel voor
huishoudelijke vaatwassers!
-
-
-
-
-
Voldoende reinigingsmiddel doseren.
Hou rekening met de doseertips op de
verpakking van het reinigingsmiddel.
Doseert u te weinig, dan kan het resul
taat teleurstellen!
Naar gelang van de soort van het reinigingsmiddel en van het gekozen programma dient u anders te doseren.
Hou dus absoluut rekening met de
doseertips in het programmaoverzicht.
Het reinigingseffect van het middel kan
variëren. Bent u er niet tevreden over,
neem dan eens een geschikt middel
van een ander goed merk. Doe daarna
pas een beroep op de Technische
Dienst van Miele.
Hou de filterset op de bodem van de
spoelruimte alsook de sproeiarmen
steeds proper!
Het is absoluut nodig dat u die gere
geld nakijkt en eventueel schoonmaakt.
-
-
13
Page 14
De toesteldeur openen en sluiten
De deur openen a
Duw de deuropener tot de aanslag
^
in, grijp tegelijk in de greeplijst en
trek de deur open.
Tijdens een afwasprogramma mag u de
deur enkel in dringende gevallen open
maken. Bv. als er objecten staan te
rammelen of het programma via een
foutaanduiding onderbroken werd. Zie
"Het programma afbreken".
Raak de weerstanden tijdens of
,
na een programma niet aan wan
neer u de deur openmaakt. Zelfs en
kele minuten na het programma kan
u zich daar nog steeds aan verbranden.
-
-
De deur sluiten
Klap de deur omhoog en duw ze ste
^
vig dicht tot u een klik hoort. Duw in
tussen de deuropener niet in.
-
-
-
14
Page 15
De waterontharder
Om kalkafzetting op de objecten en in
het toestel tegen te gaan, dient het wa
ter waarmee wordt afgewassen, te wor
den onthard.
Deze taak kan de ingebouwde water
ontharder pas behoorlijk vervullen als
1. de ontharder juist is ingesteld
(geprogrammeerd) en
2. het reservoir voor regenereerzout
gevuld is.
Bij zeer lage waterhardheid - minder
dan 4° d (Duitse) of 7° f (Franse hard
heid) of 0,7 mmol/liter - hoeft u geen re
genereerzout toe te voegen.
In de fabriek werd de ontharder op
een waterhardheid van 19° d
(Duitse) of 34° f (Franse hardheid) of
3,4 mmol/liter ingesteld.
Wijkt de hardheid van het u geleverde water daarvan af (ook bij minder dan 4° d of 7° f hardheid? Ver
ander dan de fabrieksmatige instel
ling via de toetsen op het paneel.
Raadpleeg intussen de regeltabel
op volgende bladzijde.
-
-
-
-
Bij een eventuele tussenkomst van de
technische dienst achteraf maakt u het
de technicus makkelijker als u de wa
terhardheid kent.
Vul hier de waterhardheid in:
^
°d
of° f.
-
-
Vraag uw waterbedelingsmaatschappij
hoe hard het u geleverde water is.
Kies bij schommelende waterhardheid
(bv. tussen 8 en 17° d of 14 en 31° f)
steeds de hoogste waarde. In dit voor
beeld: 17° d resp. 31° f.
Belangrijk!
De ingebouwde ontharder kan u instel
len van 1° tot 60° d of van 2 tot 108° f.
Bij toestellen zonder ontharder
werd in de fabriek de waarde "0" ingesteld. Bij deze toestellen mag de
waarde "0" niet worden gewijzigd.
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
16
Page 17
De waterontharder instellen
Schakel de afwasautomaat uit.
^
Zet de programmakiezer op
^
f "STOP".
Druk op de toetsen 4 en 6, blijf
^
erop drukken en schakel tegelijk via
de hoofdschakelaar I-0 het toestel in.
In het display verschijnt de huidige
programmatoestand "P...".
Het controlelampje p / 6 brandt.
Druk 1x op toets 3. In het display
^
ziet u nu "E01" (programmeerniveau
1).
^ Draai de programmakiezer 6 scha-
kelstappen naar rechts (stand
"6 uur").
In het display verschijnt het getal
"19". Dit is de waterhardheid in Duitse
graden of °d die in de fabriek werd
ingesteld).
De waterontharder
^ Druk zo vaak of zo lang op toets 4
tot de gewenste hardheidsgraad (in
° d) in het display opduikt. Na "60"
volgt weer de "0".
^
Druk op toets 6. "SP" verschijnt. "SP"
staat voor speichern = opslaan.
^
Druk nog eens op toets 6.Dege
wenste waarde wordt opgeslagen.
Het display wordt gedoofd.
De afwasautomaat is klaar voor ge
bruik.
-
-
17
Page 18
De waterontharder
Regenereerzout toevoegen
Gebruik enkel zuiver, door indamping
gewonnen zout ofwel speciaal regenereerzout, bij voorkeur met grove korrel
(ca.1à4mm). Gebruik in geen geval
ander zout, bv. tafel- of strooizout. Zo’n
zout kan namelijk bestanddelen bevat
ten, die niet in water oplosbaar zijn. Dat
kan de werking van de ontharder in het
gedrang brengen!
Voor u de eerste keer zout toevoegt,
dient u het reservoir met ca. 2,5 liter
-
water te vullen.
-
Het reservoir kan ca. 2,5 kg zout bevat
ten.
Zo u het zoutreservoir onver
,
hoeds met reinigingsmiddel vult,
gaat de ontharder onherroepelijk
stuk!
Wees dus zeker dat u het pak zout
ter hand neemt voor u het zoutreservoir vult.
^ Neem de onderste korf uit het toestel.
^ Draai de schroefdop van het zoutre-
servoir af.
-
-
^ Zet de trechter op de vulopening.
^ Giet het reservoir vol regenereerzout.
Bij het toevoegen van zout loopt er
water over.
^ Maak de schroefdraad van het zout-
reservoir vrij van restjes zout.
^
Draai de schroefdop goed dicht.
^
Kies dadelijk daarna het programma
D (AFSPOELEN). Zo wordt de over
gelopen pekel verdund en wegge
spoeld.
Wordt het programmaverloop na de
start van het programma D (AF
SPOELEN) enkele minuten ver
traagd, dan is er geen sprake van
een storing. Die tijd is nodig om de
ontharder te regenereren.
-
-
-
-
18
Page 19
Aanduiding van het zoutpeil
^ Voeg regenereerzout toe zodra het
controlelampje k "regenereerzout
toevoegen" b begint te branden.
De ontharder wordt tijdens het programmaverloop vanzelf geregenereerd.
Intussen brandt het controlelampje ka in het display van het programmaverloop.
De waterontharder
19
Page 20
Toepassingen
De objecten schikken
Vooraf wegruimen
Maak de af te wassen objecten eerst
^
leeg voor u ze in de automaat zet.
Restjes zuur en oplosmiddel,
,
vooral zoutzuur en chloride, mogen
niet in de kuip terechtkomen.
Hou hiermee rekening
De af te wassen objecten zo schik
^
ken dat het water alle vlakken om
spoelt. Enkel dan kunnen ze schoon
worden!
^ Leg de af te wassen objecten niet in
elkaar. Ze mogen elkaar niet bedekken.
^ Plaats holle recipiënten als kopjes,
glazen, kookpannen e.d. met de opening naar onder in de passende inzetten. Zo kan het water er vrij in- en
uitgespoeld worden.
^
Objecten met een diepe bodem zo
schuin mogelijk plaatsen, zodat het
water er goed kan aflopen.
^
Hoge, slanke holle recipiënten zoveel
mogelijk in het midden van de korf
zetten. Daar worden ze door de
sproeistralen beter bereikt.
^
Wordt op het opklapbaar rek in de
bovenste korf klein vaatwerk ge
plaatst, dan mag daaronder geen
groot vaatwerk komen.
Bv. dessertschoteltjes horen thuis op
het opklapbaar rek, kopjes eronder.
Niet omgekeerd.
-
-
-
Let erop dat de toevoertrechter voor
^
de sproeiarm in het midden van de
bovenste korf niet wordt bedekt.
De sproeiarmen mogen niet door te
^
hoge of naar beneden hangende ob
jecten worden geblokkeerd. Test dat
even door ze te laten draaien.
In de bovenste korf
klein, licht en delicaat vaatwerk als
^
kopjes, schoteltjes, glazen, des
sertschoteltjes e.d. Ook licht, tegen
bepaalde temperaturen bestand
kunststof vaatwerk.
In de onderste korf
^ groter en zwaarder vaatwerk als bor-
den, kookpannen, schotels e.d. In
geen geval lichte glazen met een
dunne wand. Daarvoor is er een speciale inzet of onderste korf vereist.
Bestek
^
los, ongesorteerd, in de vakjes voor
het bestek, met het hecht naar onde
ren toe.
Kies bijkomende korven en inzetten
volgens de te verrichten taken.
Op de volgende bladzijden vindt u
enkele voorbeelden om de vaat te
schikken.
-
-
-
20
Page 21
Toepassingen
Voorbeelden:
Bovenste korf O 881
voor 20 kopjes en 24 schoteltjes ofwel
voor 20 kopjes en 12 dessertbordjes.
Aparte bovenste en onderste korven
Lafette voor bovenste korf O 889
voor diverse inzetten, bv. containers
voor bestek en glazen.
Onderste korf U 880
met 2 halve inzetten E 216 elk voor 15
borden van Ø 240 mm en 2 bestekko
kers E 165 voor divers bestek.
Onderste korf U 880
met volledige inzet E 884 voor 20 grote
-
borden of 10 dienbladen.
21
Page 22
Toepassingen
Glazenset GG/F-GL
Bovenste korf O 882
voor 27 glazen met Ø 65 mm.
Onderste korf U 880
met 2 halve glazeninzetten E 205 voor
telkens 14 glazen met Ø 65 mm.
22
Page 23
De bovenste korf verstellen
Toepassingen
Deze korf kan u op 3 niveaus met tel
kens een verschil van 2,5 cm verstellen.
In de fabriek wordt de korf in de mid
delste stand geplaatst.
Volgens de stand van de bovenste korf
kan u in de korven bv. borden plaatsen
met de volgende diameter.
Voorbeeld bovenste korf O 881
maximumdiameter van
bovenste
korf in
... stand
bovenste16,5 cm24 * cm
middelste19 cm24 * cm
onderste21,5 cm24 * cm
* in de inzet E 216. Voor borden tot 30
cm C gebruikt u beter inzet E 888.
Om de bovenste korf te verstellen:
de borden in cm
bovenste
korf
onderste
-
-
korf
^
De bovenste korf tot aan de aanslag
naar voren trekken en van de rails
wegtillen.
^
Het wieltjesblok aan beide zijden van
de korf met een sleutel van 7 mm af
schroeven en volgens uw wens re
gelen.
-
-
23
Page 24
Toepassingen
Niet geschikt voor afwas in de
afwasautomaat
Bestek met houten of hoornen hecht.
–
Houten of kunststof broodplankjes.
–
Voorwerpen als bv. oude messen
–
waarvan het lemmet en het hecht
aaneengekleefd zijn.
Voorwerpen met artistieke waarde.
–
Tinnen of koperen voorwerpen.
–
Kunststof voorwerpen die niet tegen
–
hitte bestand zijn.
Hou hiermee rekening
– Aluminium of zilveren voorwerpen
kunnen verkleuren.
– Op het glazuur aangebrachte motie-
ven kunnen na verschillende afwasbeurten verbleken.
– Glazen kunnen na lang gebruik
troebel worden.
Wij bevelen u aan
–
heel waardevolle glazen verder met
de hand af te wassen en
–
er u bij de aanschaf van nieuw vaat
werk en bestek van te verzekeren dat
het in de afwasautomaat kan worden
afgewassen.
24
-
Page 25
Naspoelmiddel toevoegen
Naspoelmiddel dient u te doseren om
het water tijdens het drogen als een film
van de vaat te laten aflopen. Dan
droogt die na het spoelen ook vlotter.
U giet het naspoelmiddel in het reser
voir. Volgens de ingestelde hoeveel
heid wordt het daarna automatisch ge
doseerd tijdens het programmadeel
"Naspoelen". Het reservoir kan ca. 125
ml bevatten.
In het programma "BIERGLAZEN"
wordt er zonder naspoelmiddel en
met koud water nagespoeld.
Zo u in het reservoir voor na-
,
spoelmiddel onverhoeds reinigingsmiddel giet (zelfs vloeibaar), gaat
het reservoir zeker stuk!
Gebruik enkel naspoelmiddel voor
speciale reinigingsautomaten!
-
-
-
Naspoelmiddel toevoegen
Zodra het controlelampje H "naspoelmiddel toevoegen" aangaat, dient u het
reservoir met naspoelmiddel bij te vullen.
^ Zet de toesteldeur horizontaal open.
^
Druk de toets op het deksel van het
naspoelmiddelreservoir in de richting
van de pijl tot het deksel openspringt.
25
Page 26
Naspoelmiddel toevoegen
Stop met gieten zodra het naspoel
^
middel aan het zeefje van de vulopening zichtbaar wordt.
^ Doe het deksel stevig dicht tot u een
klik hoort. Anders kan er tijdens het
programma water in het reservoir binnendringen.
^ Veeg gemorst middel goed weg. Zo
vermijdt u te overvloedig schuim in
het daaropvolgende programma.
Het deksel blijft altijd dicht. Doe het en
kel open om naspoelmiddel bij te vul
len!
-
-
De dosering van het
naspoelmiddel instellen
De doseerknop (zie pijl) in de vulopening kan u instellen van 1 tot 6. In de fabriek werd de dosering van naspoel-middel op 3 (= 3 ml) ingesteld.
^ Draai de knop op een hogere stand
indien er vlekken op de objecten verschijnen.
^ Indien er een film of sluier te voor-
-
schijn komt, draai de doseerknop
dan op een lagere
stand.
^
Vul pas naspoelmiddel bij als u op
het bedieningspaneel het controle
lampje H weer ziet aangaan.
26
-
Page 27
Gebruik enkel afwasmiddel voor
,
speciale afwasautomaten. Geen
middel voor huishoudmodellen!
Afwasmiddel kan u in poedervorm via
het bakje voor poedervormig afwasmid
del toevoegen. U kan het ook vloeibaar
laten doseren via de doseringsmodule
(dit is mits toeslag verkrijgbaar - zie
"Opmerking" op de volgende bladzij
de).
Wordt er niet vloeibaar gedoseerd, giet
dan voor elk programma (behalve D
AFSPOELEN) poedervormig afwasmiddel in het daartoe voorziene bakje.
Zie ook de opmerkingen in het programmaoverzicht.
-
Afwasmidddel toevoegen
-
Giet het afwasmiddel in vakje II.
^
Dosering: ca. 3 g per liter; dit komt
overeen met ca. 20 g per reinigingsbeurt.
In het programmadeel "reinigen" vloeit
er ca. 7 l water naar binnen.
Hou rekening met eventueel afwijkende
aanwijzingen van de afwasmiddelfabrikant!
^
Duw de vergrendelknop (zie pijl) van
het deksel van het bakje naar voren.
Het deksel springt open. Na een pro
gramma staat het steeds open.
^ Doe het deksel van het bakje dicht.
Door speciale verontreinigingen zijn
er soms andere samenstellingen voor
afwasmiddel en additief vereist. In
deze gevallen kan de Technische
Dienst van Miele u advies verlenen.
-
27
Page 28
Afwasmidddel toevoegen
U kan het toestel op verzoek ook
met een "doseerpomp voor vloei
baar afwasmiddel" (doseringsmodu
le G 60) laten uitrusten. De pomp
wordt extern aangesloten.
Om de doseersystemen te laten ont
luchten en de dosering in te stellen,
raadpleegt u het best de rubriek
"Speciale functies programmeren".
Bij de doseringsmodule vindt u een
aparte montagehandleiding.
-
-
-
De doseersystemen onderhouden
Om te garanderen dat er steeds foutloos gedoseerd wordt, dient u de systemen geregeld te laten onderhouden.
Vertrouw deze taak enkel toe aan een
degelijk opgeleide vakman of aan de
Technische Dienst van Miele.
Ga voorzichtig om met vloeibare
,
middelen / additieven! Die bevatten
deels bijtende en prikkelende stof
fen!
Hou terdege rekening met de veilig
heidsvoorschriften!
Gelieve een veiligheidsbril en hand
schoenen te dragen!
-
-
-
Om de twee jaar
Vervang de doseerslangen in de dose
ringsmodule.
28
-
Page 29
Een programma kiezen
Laat de keus van het programma af
hangen van de soort objecten en van
de mate waarin die vuil zijn.
In het overzicht van de programma’s
op de volgende bladzijden vindt u de
programma’s alsook de toepassingen
ervan beschreven.
-
29
Page 30
Overzicht van de programma’s
Programma’sToepassingenAfwasmiddel
(niet bij vloeibare dosering)
Hou rekening
met de aanwijzingen
van de fabrikant!
D
AFSPOELEN
,
BIERGLAZEN
o
GLAZEN
s
KORT
G
UNIVERSEEL
n
UNIVERSEEL
PLUS
F
INTENSIEF
6
WEGPOMPEN
Om erg vuile objecten af te spoelen.
Bv. om het vuil vooraf te verwijderen. Ofwel
om te vermijden dat het aandroogt indien een
compleet afwasprogramma nog niet de moei
te loont.
Speciaal programma voor bierglazen.
De glazen drogen na afloop van het program
ma niet door hun eigen warmte. Ze dienen
eventueel nog met de hand te worden afge
droogd.
Speciaal glazenprogramma.20 g in het vakje voor
Snel programma voor niet erg vuil vaatwerk.20 g in het vakje voor
Voor normaal vuil vaatwerk.20 g in het vakje voor
Voor normaal vuil vaatwerk.
De afwastemperatuur ligt hoger om zetmeel
houdende
Voor erg vuil vaatwerk.
Door een intensieve voorspoelbeurt met koud
water kan reeds heel wat vuil verwijderd wor
den.
Om het sop weg te pompen zo het program
ma bv. onderbroken werd
(de programmakiezer staat op f "STOP").
spijsresten te verwijderen.
-
20 g in het vakje voor
afwasmiddel
-
-
afwasmiddel
afwasmiddel
afwasmiddel
20 g in het vakje voor
-
afwasmiddel
20 g in het vakje voor
afwasmiddel
-
-
30
Page 31
Overzicht van de programma’s
Programmaverloop
1.
spaarzaam
voorspoe
len
voorspoe
-
2.
len
3.
reinigen4.spaarzaam
-
tussendoor
spoelen
X
50°C/1’
1)
X
50°C/1’
1)
XX
55°C/1’
1)
XX
55°C/2’
1)
XX
60°C/3’
1)
4.
spoelen
tussendoor
I
5.
spoelen
tussendoor
2)
II
X
X(X)X
X(X)X
(X)X
X(X)X
X(X)X
6.
na
-
spoelen
—/1’
3)
50°C/1’
1)
60°C/1’
1)
60°C/1’
1)
60°C/1’
1)
7.
drogen
(bijkomen
de functie)
(X)
(X)
(X)
(X)
(X)
-
XXX
65°C/3’
1)
X = aflopende programmadelen (met reinigingstemperatuur en tijd waarin die temperatuur op een
constant peil wordt gehouden)
1)
Voor wijzigingen aan de temperatuur en aan de tijd waarin die constant wordt gehouden, zie
"Speciale functies programmeren"
Opmerking: om vaatwerk met spijsresten te reinigen, programmeert u bij voorkeur op 60 °C.
2)
Om "spoelen tussendoor II" erbij te kiezen: zie "Speciale functies programmeren".
3)
Zonder naspoelmiddel en met koud water.
X(X)X
60°C/1’
(X)
1)
31
Page 32
In- en uitschakelen
Inschakelen
Sluit de toesteldeur.
^
Draai de waterkraan open zo die nog
^
dicht staat.
^ Druk de toets I-0 in.
Staat de programmakiezer in de positie
f "STOP", dan wordt in het display een
punt verlicht.
Na de start van het programma worden
al de andere programma’s geblok
keerd. Indien de programmakiezer
daarna op een ander programma wordt
gezet, wordt de aanduiding in het display gedoofd. De tijd of temperatuur
wordt weer zichtbaar zodra u de programmakiezer weer op het programma
draait, dat aan de gang is.
-
Een programma starten
^ Draai de programmakiezer naar links
of rechts op het gewenste programma.
In het display ziet u de reinigingstem
peratuur van het gekozen program
ma. Bij D (AFSPOELEN) en 6 (WEG
POMPEN) is dat niet het geval.
^
Kies evt. de extra functie 3 (DRO
GEN). Zie "Extra functie kiezen".
^
Druk op de toets "Start" 6. In het dis
play wordt nu de duur van het geko
zen programma in minuten aange
duid (oplopend).
Het controlelampje naast de toets
"Start" gaat aan.
32
-
-
-
^ Met de toets 4 schakelt u tijdens
het programmaverloop over en weer
tussen "verstreken programmaduur"
en "bereikte temperatuur".
Hebt u gekozen voor "verstreken pro
grammaduur"? Dan wordt tijdens het
opwarmen in de programmadelen "Rei
nigen" en "Naspoelen" in het display
toch de te bereiken temperatuur aange
duid.
-
-
-
-
-
Page 33
In- en uitschakelen
Van programma veranderen
Indien u nog niet op de toets "Start"
hebt gedrukt, kan u een verkeerd geko
zen programma nog als volgt wijzigen.
In het andere geval raadpleegt u de ru
briek "Een programma onderbreken".
Draai de programmakiezer op het
^
gewenste programma.
Kies eventueel opnieuw de extra
^
functie 3 (DROGEN). Zie "Extra
functie kiezen".
Druk op de toets "Start" 6.
^
Extra functie kiezen
U kan de volgende extra functie kiezen:
^ 3 DROGEN
Meteen na de keus van een programma kan u de extra functie "Drogen"
erbij kiezen. Dat gaat evenwel niet op
voor D "AFSPOELEN" en 6 "WEGPOMPEN". Het drogen duurt 10 minuten. De verwarming wordt afwisselend in- en uitgeschakeld. Het totale
programma duurt dus wat langer.
Einde van het programma
Zodra er in het display van het pro
grammaverloop geen controlelampje
meer brandt en het start-controlelampje
6 uitgaat, is het programma afgelopen.
In het midden van het display verschijnt
een "0".
Met de toets 4 kan u de totale pro
grammaduur of de bereikte tempera
tuur opvragen.
Uitschakelen
Druk de toets I-0 in en laat die uit
^
springen.
-
-
-
-
Display van het programmaverloop
Het controlelampje van het programma
deel dat aan de gang is, wordt tijdens
het programmaverloop verlicht.
kRegenereren
IVoorspoelen
lReinigen
m / H Tussen- / naspoelen
cDrogen (extra functie)
-
33
Page 34
In- en uitschakelen
Een programma onderbreken
Is het programma reeds begonnen, on
derbreek het dan enkel bij dringende
noodzaak. Bv. wanneer de objecten
rammelen.
Draai de programmakiezer op f.
^
Het programma wordt na ca. 2 se
conden afgebroken.
Maak de toesteldeur open via a.
^
Voorzichtig! De te reinigen ob
,
jecten kunnen heet zijn. U kan zich
daaraan verbranden.
^ Schik de objecten stabieler. Neem
eventueel maatregelen tegen
infecties; trek handschoenen aan.
^ Voeg opnieuw reinigingsmiddel
(poeder) toe indien dat vereist is.
^ Sluit de toesteldeur.
^ Kies het programma 6 (WEGPOM-
PEN). Het sop wordt weggepompt.
^
Kies en start het programma op
nieuw.
-
-
-
-
34
Page 35
Speciale functies programmeren
Elke wijziging aan fabrieksmatige in
stellingen dient u bij een eventuele
tussenkomst van de technische
dienst kenbaar te maken.
Vul die wijziging a.u.b. in het vakje
"Ingestelde waarde:
1. Koudwatertoevoer van: "toevoer
nominaal aantal liters water" naar
"idem+1l".
De hoeveelheid toegevoerd water kan u
per watertoevoer met 1 l (max. 9,5 l)
verhogen. Ga als volgt te werk:
^ Draai de programmakiezer op
f "STOP".
-
in.
2. Spoelen tussendoor II kiezen
Om het effect van het tussenspoelen
nog te verbeteren, kan u bij alle
programma’s (behalve D AFSPOELEN)
het bijkomende programmadeel "Tus
senspoelen II" programmeren.
Draai de programmakiezer op
^
f "STOP".
Schakel het toestel uit.
^
Druk op de toetsen 4 en 6, blijf
^
erop drukken en schakel tegelijk het
toestel via de hoofdschakelaar I-0 in.
In het display verschijnt de huidige
programmastatus "P ...". Het controlelampje p / 6 gaat aan.
-
^ Schakel het toestel uit.
^ Druk op de toetsen 4 en 6, blijf
erop drukken en schakel tegelijk het
toestel via de hoofdschakelaar I-0 in.
In het display verschijnt de huidige
programmastatus "P ...". Het controlelampje p / 6 gaat aan.
^
Druk 1x op toets 3. In het display
verschijnt nu "E01" (1ste program
meerniveau).
^
Draai de programmakiezer op D.
In het display verschijnt "10" of "11".
"10" = nominale waterhoeveelheid
"11" = nominale waterhoeveelheid +1l
^
Druk op toets 4: de "10" verandert
in "11" of omgekeerd.
^
Druk op toets 6. "SP" (= "speichern"
of opslaan) verschijnt.
^
Druk nog eens op toets 6.
De wijziging wordt opgeslagen.
Ingestelde waarde:
^ Druk 1x op toets 3. In het display
verschijnt nu "E01" (1ste programmeerniveau).
^ Draai de programmakiezer op o.In
het display verschijnt "30" of "31".
"30" = zonder tussenspoelen II.
"31" = met tussenspoelen II.
^
Druk op toets 4: de "30" verandert
-
in "31" of omgekeerd.
^
Druk op toets 6. "SP" (= "speichern"
of opslaan) verschijnt.
^
Druk nog eens op toets 6.
De wijziging wordt opgeslagen.
Ingestelde waarde:
35
Page 36
Speciale functies programmeren
3. Startuitstel activeren en tijd van
het startuitstel invoeren
Ingestelde waarde:
De start van een programma kan u in
stappen van 30 minuten uitstellen tot
maxium 9 uur en 30 minuten.
Kies startuitstel enkel bij universele
en intensieve programma’s. In de
korte programma’s is er geen goed
reinigingsresultaat gewaarborgd. Er
is immers kans dat het vuil langer op
de objecten aandroogt.
a) Het startuitstel activeren
^ Plaats de programmakiezer op
f "STOP".
^ Schakel het toestel uit.
^ Druk op de toetsen 4 en 6, blijf
erop drukken en schakel tegelijk
toestel via de hoofdschakelaar I-0 in.
In het display verschijnt de huidige
programmastatus "P ...". Het controlelampje p / 6 gaat aan.
^
Druk 1x op toets 3. In het display
verschijnt nu "E01" (1ste program
meerniveau).
het
-
b) De tijd van het startuitstel in
voeren
De duur van het startuitstel (30 min. 9 uur en 30 min.) dient u voor elke programmastart opnieuw in te stellen.
Na de programmakeus - zie "Inscha
^
kelen" - dient u op de toets 4 te
drukken of te blijven drukken tot de
gewenste tijd wordt aangeduid. Het
controlelampje "Startuitstel" gaat aan.
Nadat u op de toets "Start" 6 hebt ge
drukt, wordt de duur van het uitstel afgeteld tot wanneer het programma automatisch van start gaat.
-
-
-
-
^
Draai de programmakiezer op 6.
In het display verschijnt "80" of "81".
"80" = geen startuitstel.
"81" = wel startuitstel.
^
Druk op toets 4: de "80" verandert
in "81" of omgekeerd.
^
Druk op toets 6. "SP" (= "speichern"
of opslaan) verschijnt.
^
Druk nog eens op toets 6.
De wijziging wordt opgeslagen.
36
Page 37
Speciale functies programmeren
4. Het doseersysteem "Doseringsmo
dule G 60 of C 60" (mits toeslag ver
krijgbare uitvoering) ontluchten en
de dosering instellen
Zet de doseerschakelaar aan de do
^
seringsmodule op "10" (enkel bij do
seringsmodule C 60).
Draai de programmakiezer op
^
f "STOP".
Schakel het toestel uit.
^
Druk op de toetsen 4 en 6, blijf
^
erop drukken en schakel tegelijk het
toestel via de hoofdschakelaar I-0 in.
In het display verschijnt de huidige
programmastatus "P ...". Het controlelampje p / 6 gaat aan.
^ Druk 2x op toets 3. In het display
verschijnt nu "E02" (2de programmeerniveau).
Het doseersysteem ontluchten:
^ Draai de programmakiezer op D.
In het display verschijnt "do1".
^
Druk 90 seconden op toets 4.
Het doseersysteem is ontlucht.
Indien er enkel moet worden ontlucht:
^
Schakel het toestel via toets I-0 uit.
^
Meteen daarna: het programma D
(AFSPOELEN) starten.
Daarmee worden producten die na
het ontluchten eventueel in de kuip
vloeiden, verdund en weggespoeld.
De dosering instellen:
-
-
De dosering stelt u in volgens de
gegevens van de fabrikant van het
afwasmiddel.
-
-
Het toestel heeft in het programmadeel
"reinigen" 7 l water nodig.
Voorbeeld:
De fabrikant stelt voor 4 ml reinigings
middel per liter water te doseren.
7lx4ml/l = 28 ml.
2 ml per 1 sec. doseertijd.
Programmeer dus op 14 seconden.
^ Draai de programmakiezer op ,.In
het display verschijnt de ingestelde
doseertijd in seconden, bv. "10".
^ Druk of blijf drukken op toets 4 tot
het getal "14" verschijnt. Doseertijd
14 sec. per 28 ml. Zie voorbeeld hierboven. De doseertijd / -hoeveelheid
is ingesteld.
Na wijziging van een of van alle gegevens:
^
Druk op toets 6. "SP" (= "speichern"
of opslaan) verschijnt.
^
Druk nog eens op toets 6. De wijzi
ging wordt opgeslagen.
Ingestelde waarde:
Werd ook het doseersysteem ontlucht?
^
Start het programma D AFSPOELEN.
Daarmee worden producten die na
het ontluchten evt. in de kuip zijn ge
vloeid, verdund en weggespoeld.
-
-
-
37
Page 38
Speciale functies programmeren
5. Wijziging aan de temperatuur en/of
aan de tijd waarin die constant wordt
gehouden in de programmadelen
"reinigen" en "naspoelen"
Noteer elke wijziging aan de tempe
ratuur en/of aan de tijd waarin die
constant wordt gehouden, in de
daartoe voorziene kolom van de ru
briek "Programmaoverzicht".
De in de fabriek ingestelde reinigings-
en naspoeltemperaturen alsook de tijd
waarin die constant worden gehouden,
vindt u in het programmaoverzicht.
Via deze speciale functie kan u deze
temperaturen van 30 tot 70 °C en de
tijden van 1 tot 10 minuten variëren.
Om vaat met spijsresten te reinigen,
stelt u bij voorkeur 60 °C in.
In het programma , (BIERGLAZEN)
kan u geen naspoeltemperatuur instellen of wijzigen.
^
Plaats de programmakiezer op
f "STOP". Enkel in deze stand wordt
het programmeerniveau aangeduid.
-
-
Temperatuur voor "reinigen":
Druk 3x op de toets 3. "E03" (3de
^
programmeerniveau) verschijnt in het
display.
Draai de programmakiezer op het te
^
wijzigen programma. In het display
verschijnt de huidige waarde achter
de °C.
Druk of blijf drukken op toets 4 tot
^
de gewenste waarde verschijnt.
De tijd waarin de temperatuur con
stant blijft bij "reinigen":
^ Plaats de programmakiezer op
f "STOP". Enkel in deze stand wordt
het programmeerniveau aangeduid.
^ Druk nog eens op toets 3.
"E04" (4de programmeerniveau) verschijnt in het display. Daarna:
^ Draai de programmakiezer weer op
het te wijzigen programma. In het
display verschijnt de huidige waarde
achter min.
^
Druk op toets 4 tot de gewenste
waarde wordt aangeduid.
-
^
Schakel het toestel uit.
^
Druk op de toetsen 4 en 6, blijf
erop drukken en schakel tegelijk het
toestel via de hoofdschakelaar I-0 in.
In het display verschijnt de huidige
programmastatus "P ...". Het controle
lampje p / 6 gaat aan.
38
-
Page 39
Speciale functies programmeren
Temperatuur bij "naspoelen":
Plaats de programmakiezer op
^
f "STOP". Enkel in deze stand wordt
het programmeerniveau aangeduid.
Druk nog eens op toets 3.
^
"E05" (5de programmeerniveau) ver
schijnt in het display. Daarna:
Draai de programmakiezer weer op
^
het te wijzigen programma. In het
display verschijnt de huidige waarde
achter °C.
Druk of blijf drukken op toets 4 tot
^
de gewenste waarde verschijnt.
De tijd waarin de temperatuur con
stant blijft bij "naspoelen":
Plaats de programmakiezer op
^
f "STOP". Enkel in deze stand wordt
het programmeerniveau aangeduid.
-
Druk nog eens op toets 3.
^
"E06" (6de programmeerniveau) ver
schijnt in het display. Daarna:
Draai de programmakiezer weer op
^
het te wijzigen programma. In het
display verschijnt de huidige waarde
achter min.
Druk op toets 4 tot de gewenste
^
waarde wordt aangeduid.
Na wijziging van een of van alle gegevens:
^ Druk op toets 6. "SP" (= "speichern"
of opslaan) verschijnt.
^ Druk nog eens op toets 6. De wijzi-
ging wordt opgeslagen.
-
-
39
Page 40
Speciale functies programmeren
Druk op toets 6. Nu verschijnt "SP".
6. Zoemer
Met deze speciale functie kan u een
zoemsignaal van maximum 30 secon
den lang programmeren. Het signaal
kan het volgende melden:
einde van het programma = constant
–
zoemsignaal
foutmelding = de zoemer weerklinkt
–
om de seconde
Zet de programmakiezer op f
^
STOP.
Schakel het toestel uit.
^
^ Hou de toetsen 4 en 6 ingedrukt
en schakel het toestel tegelijk via de
hoofdschakelaar I-0 in.
In het display verschijnt de huidige
programmastand "P...".
Het controlelampje p / 6 wordt verlicht.
^
Druk nog eens op toets 6. De wijzi
^
-
ging wordt nu opgeslagen.
Ingestelde waarde:
Opmerking:
De zoemer kan voortijdig uitgeschakeld
worden als
u de programmakiezer op f STOP
–
zet of
er een stroomonderbreking plaats
–
vond, bv. door de toesteldeur open
en dicht te doen.
-
-
^ Druk 1 keer op toets 3; nu ver-
schijnt "E01" (programmeerniveau 1)
in het display.
^
Draai de programmakiezer 9 scha
kelstappen naar rechts (stand
"9 uur").
In het display verschijnt een getal
van "90" tot "93".
"90" = zoemer uitgeschakeld
"91" = aanduiding van het einde
van het programma
(standaardinstelling)
"92" = foutaanduiding
"93" = aanduiding van al de func-
ties (einde van het pro-
gramma; fout).
^
Druk op toets 4 tot de gewenste
functie wordt aangeduid.
40
-
Page 41
Speciale functies programmeren
7. Al de gewijzigde parameters op de
oorspronkelijke fabrieksmatige in
stellingen terugzetten.
Plaats de programmakiezer op
^
f "STOP".
Schakel het toestel uit.
^
Druk op de toetsen 4 en 6, blijf
^
erop drukken en schakel tegelijk het
toestel via de hoofdschakelaar I-0 in.
In het display verschijnt de huidige
programmastatus "P ...". Het controle
lampje p / 6 gaat aan.
Druk 7x op toets 3. In het display
^
verschijnt nu "E07" (7de programmeerniveau).
^ Draai de programmakiezer in om het
even welke stand, behalve "STOP".
In het display verschijnt "00" of "PP".
"00" = fabrieksmatige instelling (er
vond geen herprogrammering van de
electronic plaats).
"PP" = Er vond een herprogrammering van de electronic plaats.
-
Had u de instelling van de water
hardheid voor de ontharder reeds
aangepast? Dan werd die nu terug
gezet op de oorspronkelijke fa
brieksmatige regeling (19° Duitse /
34° Franse hardheid). U dient die
dus opnieuw aan de plaatselijke wa
terhardheid aan te passen.
-
-
-
-
-
^
Zodra "PP" verschijnt, drukt u op toets
4. "PP" verandert in "00".
^
Druk op toets 6. "SP" (= "speichern"
of opslaan) verschijnt.
^
Druk nog eens op toets 6.
De gewijzigde waarden worden in de
oorspronkelijk stand teruggezet.
41
Page 42
Reiniging en onderhoud van het toestel
De filters in de kuip reinigen
Zonder filters mag u nooit afwas
,
sen!
De filterset op de bodem van de kuip
dient u regelmatig na te kijken. Als het
nodig is, dient u ze ook te reinigen.
Voorzichtig!
,
U kan zich kwetsen aan glasscherven.
De grove filter schoonmaken
-
Neem de microfijne filter door twee
^
linkse draaien uit. Pak hem daartoe
vast aan de twee staafjes.
^
Knijp de staafjes samen, neem de gro
ve filter uit en maak hem schoon.
^
Steek de filter terug. Let erop dat hij
goed op zijn plaats zit.
De vlakke zeef en de microfijne filter
schoonmaken
^
Neem de grove filter eruit.
^
Neem ook de fijne filter uit zo er een
aanwezig is; die zit tussen de grove en
de microfijne filter.
42
-
^
Neem hem samen met de vlakke zeef
uit.
^
Maak de filters schoon.
^
Plaats de filterset in omgekeerde
volgorde terug. Zet de vlakke zeef
keurig effen op de bodem van de
kuip.
Page 43
Reiniging en onderhoud van het toestel
De sproeiarmen schoonmaken
Er kunnen zich resten vastzetten in de
sproeikoppen. Kijk de sproeiarmen dus
geregeld na, bv. om de 6 maand.
Duw de resten met een spits voor
^
werp door de sproeikoppen naar bin
nen. Spoel de sproeiarmen onder
stromend water goed uit.
Daartoe dient u de sproeiarmen af te
nemen:
Schroef de bovenste sproeiarm af.
^
Schroef de middelste sproeiarm
^
(aan de bovenste korf) af. Draai daarvoor de gekartelde moer los.
Opmerking:
De gekartelde moer heeft linkse
schroefdraad. Om de moer los te
schroeven, draait u ze met de
sproeiarm naar rechts.
-
-
De restjes in de onderste sproeiarm
kan u vlotter uitspoelen indien u het
sluitkapje opent.
^ Draai het sluitkapje in de richting van
de pijl open. Draai het na de reiniging weer stevig dicht.
^ Kijk na of de sproeiarmen na het rei-
nigen vlot ronddraaien.
^
Neem de onderste korf uit.
^
Trek de onderste sproeiarm om
hoog.
-
43
Page 44
Reiniging en onderhoud van het toestel
De afvoerpomp en de terug
-
slagklep reinigen
Staat er nog water in de kuip na afloop
van een programma, dan werd dat niet
weggepompt. De oorzaak daarvan kan
zijn dat voorwerpen de afvoerpomp of
de terugslagklep blokkeren. Die objec
ten kan u makkelijk verwijderen:
Neem de filterset uit de kuip.
^
^ Zwenk de sluitbeugel voor de terug-
slagklep weg.
Onder de terugslagklep zit de afvoer
pomp (zie pijl).
-
^ Kijk na of er geen voorwerpen de af-
voerpomp blokkeren voor u de terugslagklep terugplaatst.
^ Plaats de teugslagklep keurig terug.
Zet ze weer met de sluitbeugel vast.
-
^
Trek de terugslagklep naar boven toe
af. Spoel ze onder stromend water
goed schoon.
44
Page 45
Reiniging en onderhoud van het toestel
De filters in de watertoevoer
reinigen
Ter bescherming van het toevoerventiel
zitten in de schroefkoppeling van de
toevoerslang filters. Zijn die vuil, dan
dient u die te reinigen. Anders loopt er
te weinig water in de kuip.
Het kunststof omhulsel van de
,
wateraansluiting bevat een elek
trisch onderdeel. Dat mag u niet
onderdompelen in vloeistof!
Om de filter schoon te maken:
^ Maak het toestel stroomloos: schakel
het toestel uit en trek de stekker uit
het stopcontact. U kan ook de smeltstoppen uitschakelen.
^ Draai de waterkraan dicht en schroef
het watertoevoerventiel los.
-
Let erop dat u de schroefkoppeling
^
niet schuin op de waterkraan draait.
Draai de waterkraan open.
^
Indien er water lekt, draai dan de
schroefkoppeling steviger aan.
Het bedieningspaneel reinigen
Wis dat enkel met een vochtige doek
^
af. U kan het ook schoonmaken met
een courant afwasmiddel voor kunst
stof. U kan ook een geschikt en
goedgekeurd desinfectiemiddel ge
bruiken.
Gebruik geen schuurmiddel. Af-
,
wasmiddel voor glazen oppervlakken of voor universeel gebruik is
eveneens uit den boze!
Wegens de samenstelling van dat
middel kan er aanzienlijke schade
ontstaan op kunststof oppervlakken.
De voorzijde van het toestel
reinigen
-
-
^
Maak de grote (1) en de fijne (2) zeef
schoon of vervang ze eventueel.
^
Breng het filtertje met de dichting
weer aan. Zit de dichting wel juist?
^
De voorzijde behandelt u met een
middel dat voor het onderhoud van
keukenvoorzijden geschikt is.
,
Reinigingsmiddelen die ammo
niak bevatten, nitro- of kunstharsver
dunningen mag u niet gebruiken!
-
-
45
Page 46
Eventuele kleine storingen
Indien er zich eens storingen voordoen
in de werking van uw toestel, kan u die
in vele gevallen zelf ongedaan maken.
Laat uit veiligheidsoverwegingen liever
bevoegde vaklui aan elektrische onder
delen werken!
Storingen / eventuele oorzaken
De automaat gaat niet van start
De toesteldeur is niet goed dicht.
–
De stekker zit niet goed in het stop
–
contact.
– De smeltveiligheden zijn defect.
Even na de programmastart knippert
het controlelampje p 6
(foutcode in het display: F..E).
– De waterkranen staan nog dicht.
– De zeven in de watertoevoerslang
zijn vuil.
-
Zet de programmakiezer op
^
f "STOP" (de foutcode wordt ge
wist).
Maak de fout ongedaan.
^
Laat het water wegpompen, start het
^
programma opnieuw. Zie programma
"WEGPOMPEN" en "Inschakelen".
Het water in de kuip wordt niet warm;
het programma duurt te lang.
Deze automaat is uitgerust met een
thermoschakelaar die terug kan worden
ingeschakeld. Hierdoor wordt de ver
warming bij oververhitting uitgeschakeld. Er kan oververhitting voorkomen
zo de weerstanden worden afgedekt
door grote objecten of indien de filters
in de kuip verstopt zijn.
^ De oorzaak van het defect opheffen.
^ De sokkelplaat afnemen. Zie rubriek
"Elektrische aansluiting".
-
-
– De waterdruk is onvoldoende.
^
De programmakiezer op f "STOP"
draaien (de foutcode wordt gewist).
^
De automaat uitschakelen (toets I-0).
^
De waterkranen opendraaien en/of
de zeven schoonmaken. Zie "Reini
ging en onderhoud".
^
De automaat weer inschakelen en het
programma opnieuw starten.
Het afwasprogramma is te vroeg af
gelopen, het controlelampje p 6
knippert (foutcode in display: F A).
–
De afvoerslang vertoont een knik.
–
De afvoerpomp is verstopt.
46
-
-
^
De gele knop aan de thermoschake
laar indrukken. Die bevindt zich links
op de kunststof afdekking.
-
Page 47
Eventuele kleine storingen
Wordt de verwarming vaak zo uitge
schakeld, neem dan absoluut contact
op met de Technische Dienst van
Miele.
-
Technische dienst
Slaagt u er ondanks deze opmerkingen
niet in de storing zelf te verhelpen, ver
wittig dan de Technische Dienst van
Miele. Geef dan a.u.b. ook de foutcode
"F ..." (te zien in het display) op.
Het adres en telefoonnumer van onze
technische dienst vindt u op de rugzij
de van deze gebruiksaanwijzing.
^ Wanneer u een beroep doet op onze
technische dienst, geef dan a.u.b.
altijd het type en het nummer van uw
toestel op.
Beide gegevens vindt u op het typeplaatje terug. Zie rubriek "Elektrische
aansluiting".
-
-
47
Page 48
Opstellen
Hou rekening met het bijgevoegde
installatieplan!
In de omgeving van het toestel
,
mogen enkel meubelen worden ge
bruikt voor professionele toepas
singen. Er is anders beschadiging
door condensatiewater mogelijk.
Het toestel moet stabiel en waterpas
staan. Oneffenheden op de vloer werkt
u weg door de 4 voetjes te verdraaien.
Daarmee kan u de machine ook in de
hoogte regelen.
Uw automaat heeft volgende opstelmogelijkheden:
– Vrijstaand
– Naast meubelen / toestellen of in
een nis:
Die nis moet dan minstens 60 cm
breed en 60 cm diep zijn.
– Ingebouwd onder een doorlopend
werkblad / afdruipvlak:
-
-
Doe de toesteldeur open.
^
^ Draai de linker en rechter bevesti-
gingsschroef met een schroevendraaier uit.
^ Trek het deksel ca. 5 mm naar voren
en neem het naar boven toe af.
De ruimte voor inbouw moet minstens
60 cm breed, 60 cm diep en 82 cm
hoog zijn. Daartoe moet u het deksel
van de machine afnemen.
Ga als volgt te werk:
48
Page 49
Opstellen
De automaat gelijk zetten en vast
schroeven
Om de stabiliteit van het toestel veilig te
stellen, dient u
het toestel gelijk te zetten en
–
het met behulp van schroeven tegen
–
het werkblad te bevestigen.
Doe de toesteldeur open. Bevestig
^
het toestel links en rechts via de
gaatjes in de voorste lijst met schroe
ven aan het doorlopende werkblad.
Spuit bij ingebouwde machines de
^
voegen tussen het toestel en de kasten of toestellen ernaast niet met siliconen dicht. Anders wordt de circulatiepomp niet terdege geventileerd.
Afhankelijk van de inbouwtoestand kan
u bij de Technische Dienst van Miele
volgende montagesets verkrijgen:
– Afdekplaat (werkbladbescherming)
De onderkant van het werkblad wordt
door een roestvrijstalen plaat tegen be
schadigingen door waterdamp be
schermd.
-
-
-
-
–
Montageset bekledingsraam
De voorzijde van het toestel kan wor
den bekleed met een plaat die past bij
de voorzijde van de kasten ernaast.
Bij het bekledingsraam vindt u een
aparte montagehandleiding.
-
49
Page 50
Elektrische aansluiting
Vertrouw alle werk dat met de
,
elektrische aansluiting te maken
heeft, enkel toe aan een erkend
elektricien.
Dit toestel dient te worden aangeslo
–
ten op de aarding.
Het verdient bovendien aanbeveling
–
het toestel op een verliesstroomscha
kelaar van 30 mA aan te sluiten.
Zo u de aansluitleiding vervangt,
–
dient u een origineel Miele-vervang
stuk te gebruiken. Ofwel een ge
schikte leiding met een
kabelschoen.
– De technische gegevens vindt u op
het typeplaatje of stroomschema terug.
De machine mag u enkel laten werken
op de spanning, frequentie en smeltveiligheden die op het typeplaatje zijn
vermeld.
Er kan worden omgeschakeld volgens
de omschakeltekening en het stroomschema.
De omschakeltekening en het typeplaatje zitten op de rugzijde van de
machine en op de kunststof afdekking
achter de sokkelplaat.
-
-
-
De sokkelplaat en de kunststof af
dekking afnemen:
-
-
Het toestel stroomloos maken.
,
^ Neem de sokkelplaat aan beide zij-
den vast, trek ze ietwat naar boven
a en neem ze naar voren weg b.
^ Maak de kunststof afdekking los door
2 schroeven (links en rechts) c uit te
draaien.
Vervolgens:
-
^
De kunststof afdekking en de sokkel
plaat in omgekeerde volgorde mon
teren.
Raadpleeg ook het bijgevoegde in
stallatieplan!
-
-
-
-
Het stroomschema is bevestigd op de
binnenzijde van de kunststof afdekking.
50
De equipotentiële leiding aansluiten
Voor de aansluiting van de equipoten
tiële leiding is er op de achterzijde van
het toestel een schroef (8) voorzien.
-
Page 51
De watertoevoer aansluiten
Het water in de afwasautomaat
,
is geen drinkwater!
Sluit het toestel volgens de plaatse
–
lijke voorschriften aan op de waterlei
ding.
Het toestel is uitgerust met een
–
terugstroombeveiliging.
De waterdruk (aan de aftapkraan)
–
moet tussen 50 en 1000 kPa (ofwel
tussen 0,5 en 10 bar) liggen.
Is de druk lager dan 200 kPa, dan
wordt de watertoevoertijd automatisch verlengd.
Zo de waterdruk niet tussen 50 en
1000 kPa ligt, kan u van de Technische Dienst de nodige inlichtingen
ontvangen over te treffen maatregelen. Het is mogelijk dat het controlelampje p / 6 aangaat en de
foutcode "F2E" in het display verschijnt.
Wateraansluiting
Tussen toestel en afsluitkraan brengt
–
u een ca. 1,7 m lange drukslang met
10 mm binnenwerkse C en
3/4"-schroefkoppeling aan. Om die
slang te verlengen, is er een 1,5 m
-
lange slang met metalen omhulsel
-
verkrijgbaar. Die weerstaat een druk
van 140 bar. Het zeefje in de
schroefkoppeling mag u niet verwij
deren.
Monteer de bijgeleverde grote zeef
–
tussen afsluitkraan en toevoerslang
(afb. zie "Reiniging en onderhoud,
watertoevoer").
-
–
Het toestel is enkel voorzien voor
aansluiting op koud of warm water
tot max. 70 °C.
–
Neem voor de aansluiting een afsluit
kraan met 3/4"-schroefkoppeling. De
kraan moet vlot bereikbaar zijn; u
dient de watertoevoer immers af te
sluiten als het toestel niet werkt.
-
,
De toevoerslang mag u niet
inkorten noch beschadigen.
Raadpleeg ook het bijgevoegde in
stallatieplan!
-
51
Page 52
Wateraansluiting
De waterafvoer aansluiten
In de afvoer van de machine is een
–
terugslagklep ingebouwd zodat er
via de afvoerslang geen vuil water in
de machine kan terugstromen.
Sluit de automaat bij voorkeur aan op
–
een gescheiden, ter plaatse te in
stalleren afvoersysteem.
Is dat niet voorhanden, dan verdient
het aanbeveling aan te sluiten op
een dubbele sifon. Deze sifon is bij
de technische dienst van Miele ver
krijgbaar.
De plaatselijke aansluiting dient, van
de onderkant van het toestel gemeten, tussen 30 en 100 cm hoog te
liggen.
Zo de aansluiting lager ligt dan
30 cm, leg de afvoerslang dan in een
bocht van minstens 30 cm hoog.
Het afvoersysteem moet minstens
16 liter per minuut kunnen afvoeren.
-
-
– Het toestel is uitgerust met een ca.
1,4 m lange, buigzame afvoerslang
met 22 mm binnenwerkse diameter.
Voor de aansluiting zijn slangklem
men bijgeleverd. Deze slang mag u
niet inkorten.
–
Er zijn langere afvoerslangen (tot
4 m) leverbaar.
–
De afvoerslang mag hoogstens 4 m
lang zijn.
Raadpleeg ook het bijgevoegde in
stallatieplan!
52
-
-
Page 53
Technische gegevens
Hoogte85 (82 cm)
Breedte60 cm
Diepte60 cm
Spanningzie typeplaatje
Aansluitwaardezie typeplaatje
Smeltveilighedenzie typeplaatje
Lengte aansluitsnoerca. 1,8 m
Waterdruk50 - 1000 kPa (0,5 - 10 bar)
Koud- of warmwateraansluitingtot maximum 70 °C
Opvoerhoogte0,3 tot 1 m
Afvoerlengtetot max. 4 m
Lengte toevoerslangca. 1,7 m
Lengte afvoerslangca. 1,4 m
Geluidsemissie in dB (A):
Geluidssterkteniveau LpA<70 (vrijstaand)
<70 (ingebouwd)
Verkregen labelsVDE, radio-ontstoring
535455
Page 54
Page 55
Page 56
Wijzigingen voorbehouden / 3108
M.-Nr. 05 272 602 / 01
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.