Lees beslist de gebruiksaanwijzing en de
montage-instructies voordat u uw afwasautomaat plaatst, installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.
9Typeplaatje
10Bedieningsveld
11Reservoir voor regenereerzout
12Zeefcombinatie
13Vier stelvoeten
Algemeen
Bedieningsveld (10)
14Aan - toets
15Uit - toets
16Controlelampjes voor watertoevoer en waterafvoer, zout en naspoelmiddel
17Programmanummers en programmanamen
18Programmatoetsen en controlelampjes van de programmatoetsen
Attentie:
Voordat het apparaat wordt afgeleverd,
wordt het gedeelte met de programmanummers en programmanamen met
een beschermfolie afgeplakt.
^ Trek de beschermfolie er af.
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Zorg ervoor dat de verpakking kan
Deze afwasautomaat voldoet aan de
voorgeschreven veiligheidsbepalin
gen.
Door ondeskundig gebruik kunnen
personen echter letsel oplopen en
kan er materiële schade ontstaan.
Lees deze gebruiksaanwijzing daar
om eerst aandachtig door voordat u
dit apparaat in gebruik neemt. Dat is
veiliger voor uzelf en u voorkomt
daarmee schade aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig.
-
-
Efficiënt gebruik
Deze afwasautomaat is uitsluitend
bestemd voor huishoudelijk ge-
bruik.
Gebruik deze afwasautomaat uit-
sluitend voor het afwassen van
huishoudservies.
Het gebruik voor andere doeleinden en
het aanbrengen van veranderingen aan
het apparaat is ontoelaatbaar en kan
gevaarlijk zijn. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor
schade die is ontstaan door gebruik
voor andere doeleinden dan hier aan
gegeven of door een foutieve bedie
ning.
-
-
Bij de levering
Controleer vóórdat het apparaat
wordt geplaatst, of het zichtbaar
beschadigd is.
Is dat het geval, neem het dan in geen
geval in gebruik. Een afwasautomaat
die beschadigd is kan uw veiligheid in
gevaar brengen.
worden hergebruikt.
Bij plaatsing en installatie
Neem bij plaatsing en aansluiting
van de afwasautomaat de mon-
tage-instructies in acht.
U moet na plaatsing van de auto
maat zonder problemen bij het
stopcontact kunnen komen.
Voor de stabiliteit van de afwas
automaat is het noodzakelijk dat
onder of in te bouwen afwasautomaten
uitsluitend worden geplaatst onder een
doorlopend werkblad dat is vastgeschroefd aan de kasten die ernaast
staan.
De afwasautomaat mag niet onder
een kookplaat worden geïnstalleerd. Een kookplaat straalt voor een
deel hoge temperaturen af waardoor de
afwasautomaat beschadigd zou kunnen raken.
Om dezelfde reden mag de afwasauto
maat niet direct naast warmteproducerende apparaten worden geplaatst die
niet standaard tot de keukenuitrusting
behoren.
Wanneer de afwasautomaat wordt
geïnstalleerd mag deze niet op het
elektriciteitsnet zijn aangesloten.
Controleer of de elektrische waar
den van uw huisinstallatie (span
ning, frequentie en zekering) overeenkomen met de gegevens op het type
plaatje.
-
-
-
-
-
-
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De elektrische veiligheid van deze
afwasautomaat is alleen dan ge
waarborgd als hij wordt aangesloten op
een aardingssysteem dat volgens de
geldende veiligheidsvoorschriften is
geïnstalleerd.
Laat de huisinstallatie bij twijfel door
een vakman/vakvrouw controleren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor
den gesteld voor schade die is ont
staan door een ontbrekende of bescha
digde aarddraad (bijv. een elektrische
schok).
Dit apparaat mag uitsluitend door
een vakman/vakvrouw op een
niet-stationaire locatie (bijvoorbeeld
een boot of camper) worden ingebouwd en aangesloten. Hierbij moet
aan alle voorwaarden voor een veilig
gebruik worden voldaan.
Een afwasautomaat die bescha-
digd is kan uw veiligheid in gevaar
brengen. Stel het apparaat meteen buiten werking wanneer het beschadigd is
en neem contact op met uw leverancier
of met de Technische Dienst van Miele
Nederland B.V.
De kunststof behuizing van de Wa
terproofventielen bevat een elek
trisch onderdeel. Dompel de behuizing
niet in vloeistof!
In de watertoevoerslang bevinden
zich spanningsvoerende delen.
Knip de slang daarom niet door, ook al
is hij te lang!
Gebruik geen verlengsnoer. Dit in
verband met gevaar voor overver
hitting en daarmee voor brand.
-
-
-
-
In het dagelijks gebruik
Gebruik geen oplosmiddelen in de
spoelruimte.
Dit in verband met explosiegevaar.
Drink geen water uit de spoelruim
te, want dit water is geen drinkwa
ter!
-
-
-
Adem geen poedervormige reini
gingsmiddelen in! Slik geen reini
gingsmiddelen in! Reinigingsmiddelen
kunnen brandwonden in neus, mond en
keel veroorzaken. Ga direct naar de
dokter wanneer u reinigingsmiddelen
hebt ingeademd of ingeslikt.
Ga niet op de geopende deur van
de afwasautomaat zitten of staan,
want als u dat doet kan het apparaat
kantelen. Daarbij kunt u letsel oplopen
of kan het apparaat beschadigd raken.
Heeft u een afwasautomaat met
een bestekkorf, kunt u het bestek
het beste in de bestekkorf plaatsen met
de grepen beneden en met de scherpe
kant boven. Dan wordt het bestek mak
kelijker schoon en droog.
Wanneer u daardoor echter kans loopt
om zich aan de scherpe kant van de
messen en de punten van de vorken te
verwonden, dan kunt u het bestek het
beste met de grepen boven en met de
scherpe kant beneden plaatsen.
Gebruik uitsluitend reinigingsmid
delen voor huishoudafwasautomaten.
Gebruik geen reinigingsmiddelen voor
de handafwas!
Gebruik uitsluitend naspoelmidde
len voor huishoudafwasautomaten!
-
-
-
-
-
-
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik uitsluitend het speciale
grofkorrelige regenereerzout of an
dere zuivere ingedampte zouten.
Gebruik in geen geval andere soorten
zout, bijv. keukenzout of strooizout.
Deze soorten zout bevatten soms niet
in water op te lossen deeltjes die een
nadelig effect kunnen hebben op de
werking van de ontharder.
Reinig geen kunststof vaatwerk in
de afwasautomaat dat niet hittebe
stendig is zoals wegwerpbakjes of
wegwerpbestek.
Dit soort vaatwerk kan door de hoge
temperaturen vervormen.
Wees extra voorzichtig met apparaten met vrijliggend verwarmingselement (afhankelijk van het model)
Zorg ervoor dat u een vrijliggend
verwarmingselement tijdens een
programma-onderbreking of direct na afloop van een afwasprogramma niet aanraakt. U kunt zich daaraan verbranden.
Kunststof servies kan smelten of
vlam vatten wanneer het met het
verwarmingselement in aanraking komt.
Plaats kunststof servies daarom altijd in
het bovenrek wanneer u niet zeker weet
of het hittebestendig is.
Zorg ervoor dat kleine stukken servies
goed niet op het het verwarmingsele
ment kunnen vallen door ze zwaarder
te maken of vast te zetten.
-
Als er kinderen in huis zijn
Zorg ervoor dat kleine kinderen
niet met de afwasautomaat spelen
of de automaat bedienen.
Wanneer zij dit doen bestaat het gevaar
dat ze zich in het apparaat opsluiten
8
Zorg ervoor dat kinderen niet met
-
-
-
reinigingsmiddelen in aanraking
kunnen komen.
Reinigingsmiddelen kunnen brandwon
den in mond en keel veroorzaken of tot
verstikking leiden.
Ga direct naar de dokter wanneer uw
kind reinigingsmiddel binnengekregen
heeft.
Om te voorkomen dat kinderen met
het reinigingsmiddel in aanraking
kunnen komen, kunt u het middel beter
pas dán toevoegen vlak voordat
programma start.
Vergrendel de deur bovendien met de
kinderbeveiliging (afhankelijk van het
model).
Laat kinderen niet bij de afwasautomaat
komen als deze geopend is.
Er zouden nog resten reinigingsmiddelen in de afwasautomaat aanwezig kunnen zijn.
Om te voorkomen dat kinderen met
het reinigingsmiddel in aanraking
kunnen komen, moet u het volgende in
de gaten houden.
Wanneer u de extra functie "Voorkeuze"
gebruikt (afhankelijk van het model),
moet u ervoor zorgen dat het doseer
bakje voor het reinigingsmiddel droog
is. Reinigingsmiddel gaat in een vochtig doseerbakje klonteren en wordt mis
schien niet volledig weggespoeld.
Na afloop van het afwasprogramma
zouden kinderen met deze resten reini
gingsmiddel in aanraking kunnen ko
men wanneer de deur van de afwas
automaat geopend is.
-
u het
-
-
-
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Ter voorkoming van materiële
schade
Doseer geen poedervormig of
vloeibaar reinigingsmiddel in het
reservoir voor naspoelmiddel, want dan
gaat het reservoir kapot.
Doseer geen poedervormig of
vloeibaar reinigingsmiddel in het
reservoir voor het regenereerzout, want
dan gaat de ontharder kapot.
Gebruik geen reinigingsmiddelen
die voor bedrijfsafwasautomaten of
industriereinigers bestemd zijn.
Doet u dat wel kan er materiële schade
ontstaan en kunnen er hevige chemische reacties optreden (bijv. een knalgasreactie).
Het Miele-Waterproofsysteem biedt
een betrouwbare bescherming tegen waterschade, maar wel op de volgende voorwaarden:
– Het apparaat moet volgens de
voorschriften geïnstalleerd zijn.
–
Wanneer er duidelijk sprake is van
schade moet het apparaat worden
gerepareerd, resp. moeten onderde
len worden vervangen.
–
De kraan moet bij langere afwezig
heid (bijv. vakantie) worden dichtge
draaid.
-
Bij reparaties en onderhoud
Reparaties mogen uitsluitend door
vakmensen worden uitgevoerd.
Door ondeskundige reparaties kan de
gebruiker grote risico’s lopen.
Bij onderhoudswerkzaamheden
dient u altijd de spanning van het
apparaat te halen.
Schakel daartoe de automaat uit en trek
daarna de stekker uit het stopcontact of
schakel de hoofdschakelaar van de
elektrische huisinstallatie uit.
Bij het afdanken van de afwasautomaat
Maak afgedankte apparaten on-
bruikbaar. Trek de stekker uit het
stopcontact en knip de aansluitkabel
door.
Om te voorkomen dat kinderen zich in
het apparaat opsluiten moet u de sluithaak van het deurslot verwijderen door
de 2 kruiskopschroeven los te draaien.
Zorg ervoor dat de afwasautomaat op
milieuvriendelijke wijze kan worden af
gedankt.
Wanneer de veiligheidsinstructies
niet worden opgevolgd kan de fabri
kant niet verantwoordelijk worden
-
gesteld voor schade die daar even
tueel het gevolg van is.
-
-
-
9
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
omdat dit het milieu relatief weinig be
last en kan worden hergebruikt.
Hergebruik van het verpakkingsmateri
aal vermindert de afvalproductie en het
gebruik van grondstoffen.
De vakhandelaar neemt de verpakking
terug.
-
Het afdanken van het apparaat
Apparaten die u afdankt, bevatten nog
waardevolle stoffen/materialen.
Zet uw apparaat daarom niet zomaar
bij het grofvuil, maar informeer ook hiervoor bij de gemeente naar mogelijkheden voor hergebruik van het materiaal
(bijv. schrootverwerking).
Zorg ervoor dat kinderen niet bij het afgedankte apparaat kunnen komen. Zie
hiervoor hoofdstuk: "Veiligheidsinstruc
ties en waarschuwingen", paragraaf:
"Bij het afdanken van de afwasauto
maat".
-
Economisch afwassen
Deze afwasautomaat werkt uiterst
water- en energiebesparend.
U kunt nog spaarzamer te werk gaan,
indien u de volgende adviezen opvolgt:
Sluit de afwasautomaat aan op warm
^
water, als u een moderne warmwa-
-
terinstallatie heeft.
Hoewel er bij alle spoelgangen warm
water wordt gebruikt,
- wordt er minder primaire energie
verbruikt,
- is de CO2-uitstoot bij de stroomopwekking minder,
- bespaart u nog meer kosten
- en duurt het spoelen minder lang.
Bij elektrisch verwarmde installaties
is het echter aan te bevelen om de
afwasautomaat op koud water aan
te sluiten.
^ Benut de volledige beladingscapaci-
teit van de rekken zonder de afwas-
automaat te overladen.
^
Kies een afwasprogramma dat past
bij het soort vaatwerk en de mate van
vervuiling.
10
^
Gebruik voor energiezuinig afwassen
het programma "Spaar"!
^
Houdt u aan de doseeradviezen op
de verpakking van het afwasmiddel.
^
Gebruik 2/3 van de aangegeven hoe
veelheid reinigingsmiddel, wanneer
de rekken maar half beladen zijn.
-
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Wat u voor het eerste gebruik
nodig heeft
ca. 2 l water;
–
ca. 2 kg regenereerzout;
–
reinigingsmiddel voor huishoudaf-
–
wasautomaten;
naspoelmiddel voor huishoudafwas-
–
automaten.
Iedere afwasautomaat wordt in de
fabriek op zijn werking getest.
Als gevolg van deze tests blijft er
water in het apparaat achter. Dit water betekent niet dat het apparaat
eerder door een andere consument
is gebruikt.
11
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Het openen van de deur
^ Trek aan de deurgreep.
Wanneer de deur wordt geopend terwijl
de automaat in gebruik is, worden alle
functies automatisch onderbroken.
Hoe u de deur van de afwasautomaat zonder frontpaneel kunt openen, kunt u lezen in de montageaanwijzing.
Het sluiten van de deur
Schuif de rekken naar binnen.
^
Klap de deur omhoog en druk hem
^
dicht totdat hij vastklikt.
12
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Waterontharder
Om goede reinigingsresultaten te berei
ken heeft de afwasautomaat zacht
(kalkarm) water nodig.
Bij hard water ontstaat er witte kalkaan
slag op het vaatwerk en op de wanden
van de spoelruimte.
Water met een waterhardheid van
4° dH (0,7 mmol/l) en hoger moet daar
om worden onthard. Daar wordt in de
ingebouwde waterontharder automa
tisch voor gezorgd.
Bedenk dat
– de waterontharder regenereerzout
nodig heeft
– en dat de afwasautomaat precies
moet worden geprogrammeerd naar
de hardheid van uw water.
^ Informeer bij het plaatselijke waterlei-
dingbedrijf wat voor hardheidsgraad
uw water precies heeft.
Programmeer bij een variërende waterhardheid (bijv. 8 - 17 °dH) altijd de
hoogste waarde (in dit voorbeeld
17 °dH).
-
Het programmeren van de waterhardheid
-
Vanuit de fabriek is een waterhard
heid van 14 - 16 °dH (2,5 - 2,9 mmol/l)
-
geprogrammeerd
Wanneer deze waterhardheid overeen
komt met de hardheid van uw eigen
water, hoeft u dit hoofdstuk niet verder
te lezen.
Wanneer uw water echter een andere
hardheid heeft, moet u deze via de
toetsen van het bedieningsveld pro
grammeren.
Daarbij gaan iedere keer nadat u op
een toets hebt gedrukt weer andere
controlelampjes knipperen en branden.
Voor de programmering zijn echter alleen die controlelampjes van belang
die in de volgende stappen worden genoemd.
U kunt het programmeren te allen tijde zonder problemen afbreken en
van voren af aan beginnen, wanneer
u de afwasautomaat met de Uit toets (o) uitschakelt.
-
-
-
Bij een eventuele reparatie is het voor
de monteur makkelijk om de hardheid
van uw water te weten.
^
Noteer daarom de hardheid van uw
water:
Waterhardheid:
°dH
13
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
1. Open de deur.
^
2. Schakel de afwasautomaat met
^
de Uit - toets (o) uit.
3. Druk op de toetsen a en c, blijf
^
erop drukken en schakel tegelijk
de afwasautomaat met de
Aan - toets (g) in.
4. Laat alle toetsen weer los.
^
De controlelampjes "Zout" en b gaan
knipperen.
Is dat niet het geval, begin dan nog
eens van voren af aan.
^ 5. Druk op toets b.
Controlelampje b gaat uit en controle-
lampje "Zout" gaat knipperen.
Instelling van de waterhardheden
1 °dH - 12 °dH
Brandt één van de controlelampjes
naast de toetsen a - e, dan geeft dat
aan welke waterhardheid is ingesteld.
Zie tabel 1.
Tabel 1:
°dHmmol/ltoets
1 - 40,2 - 0,7a
5 - 60,9 - 1,1b
71,3c
8 - 101,4 - 1,8d
11 - 122,0 - 2,2e
Wanneer deze waterhardheid overeenkomt met de hardheid van uw water,
^ schakel de afwasautomaat dan met
de Uit - toets uit.
Wanneer u een andere waterhardheid
wilt programmeren,
^ druk dan op de toets die de water-
hardheid aangeeft die overeenkomt
met de hardheid van uw water.
Zie tabel 1.
De controlelampjes "Zout" en b gaan
knipperen.
^
Druk tweemaal op toets f.
De controlelampjes "Zout" en f gaan
knipperen.
^
Schakel de afwasautomaat met de
Uit - toets uit.
14
De geprogrammeerde waterhardheid is
nu opgeslagen.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Instelling van de waterhardheden
13 °dH - 70 °dH
Druk op toets f.
^
Het controlelampje f gaat branden.
Brandt één van de controlelampjes
naast de toetsen a - e, dan geeft dat
aan welke waterhardheid is ingesteld.
Zie tabel 2.
Wanneer deze waterhardheid overeenkomt met de hardheid van uw water,
^ schakel de afwasautomaat dan met
de Uit - toets uit.
Wanneer u een andere waterhardheid
wilt programmeren,
^
druk dan op de toets die de water
hardheid aangeeft die overeenkomt
met de hardheid van uw water.
Zie tabel 2.
-
Het controleren van de geprogrammeerde waterhardheid
Wanneer u wilt controleren welke water
hardheid is geprogrammeerd,
herhaal dan de stappen 1 tot en met
^
5.
Wanneer één van de controlelampjes
a - e gaat branden, dan is er een wa
terhardheid tussen de 1 °dH en 12 °dH
ingesteld. Zie tabel 1.
Gaat er géén controlelampje branden,
dan is er een waterhardheid tussen de
13 °dH en 70 °dH ingesteld.
^ Druk dan op toets f.
Het controlelampje f gaat branden.
Bovendien gaat één van de controle-
lampjes a - e branden. Dit lampje
geeft aan welke waterhardheid tussen
de 13 °dH en 70 °dH is ingesteld.
Zie tabel 2.
^ Schakel de afwasautomaat met de
Uit - toets uit.
-
-
De controlelampjes "Zout" en b gaan
knipperen.
^
Druk tweemaal op toets f.
De controlelampjes "Zout" en f gaan
knipperen.
^
Schakel de afwasautomaat met de
Uit - toets uit.
De geprogrammeerde waterhardheid is
nu opgeslagen.
15
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Het doseren van regenereerzout
Als de hardheid van uw water
steeds onder de 4 °dH
ligt, hoeft u geen zout
moet dan echter wel de afwasauto
maat programmeren naar de hard
heid van uw water.
Wanneer u het zoutreservoir voor de
eerste
vullen, vul het dan eerst met ca. 2 l
water. Zo kan het zout oplossen.
Nadat u de afwasautomaat in gebruik hebt genomen zit er altijd genoeg water in het reservoir.
,
vloeibaar reinigingsmiddel in het reservoir voor het regenereerzout,
want dan gaat de ontharder kapot.
,
grofkorrelige regenereerzout.
Gebruik in geen geval andere soor
ten zout, bijv. keukenzout of strooi
zout. Deze soorten zout bevatten
soms niet in water op te lossen deel
tjes die een nadelig effect kunnen
hebben op de werking van de ont
harder.
keer met regenereerzout wilt
Doseer geen poedervormig of
Gebruik uitsluitend het speciale
(= 0,7 mmol/l)
te doseren. U
Haal het onderrek uit de spoelruimte
^
en draai de dop van het zoutreservoir
open.
Vul het zoutreservoir voordat u het
^
apparaat voor de eerste keer ge
-
-
-
-
-
-
bruikt met ca. 2 l water.
^ Plaats een trechter in de opening van
het zoutreservoir en doseer dan zoveel zout in het zoutreservoir totdat
het vol is.
In het zoutreservoir kan afhankelijk
van het soort zout max. 2 kg.
Terwijl u zout in het reservoir doseert
loopt er water over de rand van het re
servoir.
^
Verwijder de zoutresten die zich rond
het zoutreservoir bevinden en schroef
de dop weer op het zoutreservoir.
^
Start direct daarna het programma
"Voorspoelen" zodat eventueel ge
morste zoutresten kunnen worden
verdund en daarna weggepompt.
-
-
-
16
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Controlelampje "Zout"
Zolang het controlelampje "Zout" op het
bedieningsveld niet brandt, zit er nog
genoeg zout in het reservoir.
^ Vul zout bij zodra het controlelampje
"Zout" gaat branden.
Zie paragraaf: "Het doseren van regenereerzout".
Het is mogelijk dat het controlelampje
nog korte tijd blijft branden, nadat u
zout hebt bijgevuld.
Het lampje gaat uit, zodra zich een
zoutconcentratie heeft gevormd die
hoog genoeg is.
Attentie
Het controlelampje "Zout" gaat ook
branden wanneer er geen regenereer
zout in het reservoir zit doordat de
hardheid van uw water onder de 4 °dH
ligt.
Dat het lampje brandt heeft in dit geval
niets te betekenen!
Het controlelampje "Zout" zal in de toe
komst door de Technische Dienst wor
den gebruikt om de afwasprogramma’s
te updaten en in het geheugen van uw
afwasautomaat op te slaan.
Vandaar dat achter het controlelampje
"Zout" PC staat ("Programm Correction").
Zie hoofdstuk: "Technische Dienst".
-
-
-
17
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Naspoelmiddel
Naspoelmiddel is nodig om ervoor te
zorgen dat het water tijdens het drogen
als een film van het vaatwerk afloopt en
het vaatwerk na het spoelen droogt
zonder dat het vlekken gaat vertonen.
Het naspoelmiddel wordt in het reser
voir voor naspoelmiddel gedoseerd en
bij het naspoelen in de ingestelde hoe
veelheid automatisch toegevoegd.
Doseer alleen naspoelmiddel
,
voor huishoudafwasautomaten in het
naspoelmiddelreservoir.
Doseer in geen geval
delen voor afwasautomaten of reinigingsmiddelen voor de handafwas
in het naspoelmiddelreservoir, want
dan gaat het reservoir kapot.
reinigingsmid-
-
Het doseren van naspoelmiddel
-
^ Open het klepje van het naspoelmid-
delreservoir door het gele palletje in
de richting van de pijl te drukken.
18
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Controlelampje "Naspoelmiddel"
Doseer zoveel naspoelmiddel totdat
^
het in het zeefje in de vulopening
zichtbaar is.
In het naspoelmiddelreservoir kan
ca. 130 ml.
^ Sluit het klepje en wel zo dat het dui-
delijk vastklikt.
Is het klepje niet goed gesloten dan
kan er tijdens het spoelen water in het
naspoelmiddelreservoir lopen.
Zolang het controlelampje "Naspoel
middel" op het bedieningsveld niet
brandt, zit er nog genoeg naspoelmid
del in het reservoir.
Wanneer het controlelampje "Naspoelmiddel" in het bedieningsveld gaat
branden zit er nog een reserve in voor
2 - 3 afwasbeurten.
^
Vul op tijd naspoelmiddel bij.
-
-
^
Veeg eventueel gemorst naspoelmid
del goed weg om bij de volgende af
wasbeurt sterke schuimvorming te
voorkomen.
-
-
19
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Het instellen van de hoeveelheid te doseren naspoelmiddel
De te doseren hoeveelheid naspoelmiddel is met behulp van de keuzeknop instelbaar. Men kan kiezen tussen
6 standen.
Vanuit de fabriek is de keuzeknop (zie
pijl) op stand 3 ingesteld. Er wordt dan
per programma ca. 3 ml naspoelmiddel
verbruikt. Deze stand wordt geadviseerd.
Vertoont het vaatwerk vlekken:
^
zet de keuzeknop dan op een hogere
stand.
Vertoont het vaatwerk strepen of sluiers:
^
zet de keuzeknop dan op een lagere
stand.
20
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Waar u bij het inruimen van
serviesgoed en bestek op
moet letten
Verwijder de ergste etensresten van
^
het vaatwerk.
Het is niet nodig om het vaatwerk van
te voren onder stromend water af te
spoelen!
Was vaatwerk met as, zand,
,
was, smeervet of verf niet in de af
wasautomaat. As wordt niet opge
lost, maar in de spoelruimte ver
deeld. Door was, smeervet en verf
raakt de afwasautomaat beschadigd.
U kunt ieder stuk servies in principe
overal in de rekken inruimen.
Neem daar echter de volgende tips bij
in acht.
^ Plaats serviesgoed en bestek zo dat
het niet tegen of op elkaar ligt.
-
-
-
Let erop dat de sproeiarmen niet
^
door te hoog of door de rekken
heenstekend vaatwerk worden ge
blokkeerd. U kunt dit controleren
door de sproeiarmen een keer met
de hand rond te draaien.
Let erop dat kleine stukken servies
^
goed niet door de spijlen van de rek
ken vallen.
Leg dit soort servies zoals dekseltjes daarom in de besteklade of de
bestekkorf.
Levensmiddelen zoals wortels, to
maten of ketchup kunnen natuurlijke
kleurstoffen bevatten.
Door deze stoffen kunnen kunststof
vaatwerk en kunststof onderdelen
ervan verkleuren, wanneer zij in ruime mate met het vaatwerk in de automaat terechtkomen.
Deze verkleuring heeft echter geen
invloed op de stabiliteit van kunststof vaatwerk.
-
-
-
-
^
Plaats het serviesgoed om het goed
schoon te krijgen zo in de rekken, dat
het water er aan alle kanten bij kan.
^
Plaats al het serviesgoed zo, dat het
stevig staat.
^
Plaats hol serviesgoed zoals kopjes,
glazen en kommen met de openin
gen naar beneden in de rekken.
^
Plaats hoog, smal, hol serviesgoed
niet in de hoeken van de rekken,
maar zoveel mogelijk in het midden
ervan. Het water kan er dan beter bij.
^
Plaats servies met een diepe bodem
zoveel mogelijk schuin in het rek, zo
dat het water eraf kan lopen.
Wanneer u het vaatwerk inruimt dan
kunnen er etens- en drankresten op
de binnenkant van de deur van de
afwasautomaat terechtkomen. Dit
gedeelte hoort niet tot de spoelruim
-
te en wordt dus niet afgespoeld. Ver
wijder dus gemorste etensresten
voordat u de deur sluit.
-
-
-
21
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Bovenrek
Plaats in het bovenrek klein, licht en
teer serviesgoed zoals glazen, kopjes,
schoteltjes en dessertschaaltjes.
U kunt er ook een plat steelpannetje in
plaatsen.
Kopjesrek
Klap het kopjesrek omhoog om hoog
serviesgoed te kunnen inruimen.
Steun
Leg erg lang bestek zoals soeplepels,
pollepels en lange messen dwars aan
de voorkant van het bovenrek.
22
Om serviesgoed gemakkelijk te kunnen
inruimen en er gemakkelijk weer uit te
kunnen halen kunt u de steun omklap
pen naar het midden van het bovenrek.
-
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Het verstellen van het bovenrek
(afhankelijk van het model)
Om in het boven- of onderrek meer
plaats te krijgen voor hoger servies
goed kunt u het bovenrek in hoogte
verstellen. U kunt kiezen tussen 3 stan
den met een verschil van telkens ca.
2 cm.
U kunt het bovenrek ook schuin plaat
sen, nl. met één kant hoog en met één
kant laag.
Let er echter op dat u het rek zonder
problemen in de spoelruimte kan schui
ven.
^ Trek het bovenrek naar buiten.
-
-
Afhankelijk van de stand van het bo
venrek kunt u bijv. borden met de vol
gende doorsneden in de rekken plaat
sen.
Afwasautomaat met besteklade
Stand
van het
bovenrek
boven1530
midden1728
onder1926
Afwasautomaat met bestekkorf
Zonder verstelling bovenrek
Bord-Ø in het bovenrek: 23 cm
Bord-Ø in het onderrek: 28 cm
bord-Ø in cm
bovenrekonderrek
-
-
-
^
Trek de hendels aan de zijkanten van
het bovenrek naar boven.
^
Zet het bovenrek in de gewenste po
sitie.
^
Laat de hendels weer vastklikken.
-
23
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Onderrek
Plaats in het onderrek groot en zwaar
serviesgoed zoals borden, platte scho
tels, pannen en schalen.
U kunt ook schoteltjes, ontbijt- of des
sertschoteltjes in het onderrek zetten.
Plaats geen fijn glaswerk in het onder
rek. Daarvoor is een apart inzetrek
noodzakelijk.
Afwasautomaat met besteklade
Hoogte-indicator
-
-
-
Met de beugel aan het bovenrek kunt u
zien hoe hoog het serviesgoed in het
onderrek mag zijn, zonder dat de middelste sproeiarm daar tegenaan komt.
Afwasautomaat met bestekkorf
24
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Fleshouder
(afhankelijk van het model)
Op de fleshouder kunt u smal serviesgoed plaatsen zoals een melk- of babyfles.
U kunt de fleshouder op de wit gemarkeerde plaatsen in het onderrek zetten.
Plaats de houder niet in de hoeken,
want het water kan dan niet in de binnenkant van de fles komen en de fles
wordt zo niet goed schoon.
25
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Bestek
Bestekkorf
^ Plaats het bestek ongesorteerd en
met de grepen beneden in de vakjes
van de bestekkorf.
Het water kan er dan beter bij.
Wanneer u daardoor echter kans
,
loopt om zich aan de scherpe kant
van de messen en de punten van de
vorken te verwonden, dan kunt u het
bestek het beste met de grepen bo
ven en met de scherpe kant bene
den plaatsen.
Plaats kleine lepels in de speciale le
^
pelsegmenten aan weerszijden van
de bestekkorf.
-
-
-
26
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Speciale bestekhouder voor de be
stekkorf
In de bijgevoegde bestekhouder kunt u
sterk vervuilde lepels en/of vorken
plaatsen.
De lepels en/of vorken liggen niet op el
kaar maar worden in deze houder naast
elkaar opgehangen. Daardoor kan het
water er beter bij.
^ Plaats de bestekhouder als dat nodig
is op de bestekkorf.
-
-
Plaats de lepels en/of vorken in de
^
bestekhouder met de grepen beneden.
Verdeel het bestek gelijkmatig over
de houder.
27
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Besteklade (SC)
Leg de lepels met de grepen tussen de
Wanneer u messen, vorken en lepels
apart in de besteklade legt, kunt u ze er
na het afwasprogramma makkelijker uithalen en opbergen.
Leg de messen met de snijkanten en
de vorken met de tanden tussen de opstaande kammen. Leg de lepels daarentegen met de grepen tussen de opstaande kammen.
opstaande kammen. De lepelbladen
liggen dan tussen de getande kammen,
zodat ook de laatste waterdruppel er
zonder problemen af kan lopen.
Lang bestek zoals sauslepels, taart
scheppen, pollepels en lange messen
kunt u in het dieper gelegen gedeelte in
het midden van de besteklade leggen.
De bovenste sproeiarm mag niet
door te hoog vaatwerk (bijv. een
taartschep) worden geblokkeerd.
Het inzetstuk van de besteklade is uit
neembaar.
28
-
-
Wanneer de lepels niet met de grepen
tussen de opstaande kammen passen,
leg ze dan met de grepen op de getan
de kammen.
Let er daarbij op dat de lepelbladen
rechtop staan, zodat al het water eraf
kan lopen.
-
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Serviesgoed en bestek die niet
geschikt zijn voor de afwas
-
automaat
Serviesgoed en bestek die óf hele
–
maal óf voor een deel uit hout be
staan drogen uit en worden lelijk.
Bovendien houdt de lijm niet in de af
wasautomaat. Het gevolg daarvan is
dat houten grepen los kunnen raken.
Kunstvoorwerpen, antieke vazen of
–
glazen met decoraties zijn niet be
stand tegen de afwasautomaat.
Voorwerpen van niet hittebestendig
–
kunststof kunnen vervormen.
– Voorwerpen van koper, messing, tin
en aluminium kunnen verkleuren of
dof worden.
– Kleurdecoraties op het glazuur kun-
nen na vele afwasbeurten verbleken.
– Teer glaswerk en kristallen voor-
werpen kunnen na een tijd dof wor-
den.
Wij raden u aan:
–
Koop serviesgoed en bestek van ma
teriaal dat geschikt is om in een af
wasautomaat te worden afgewassen.
-
-
-
-
Let verder op het volgende:
Zilver dat met zilverpoets is behandeld
kan na afloop van het afwasprogramma
nog vochtig zijn doordat het water er
niet als een film afloopt. Het zilver moet
dan met een doek worden afgedroogd.
Daarentegen is zilver dat in zilverpoets
is ondergedompeld in de regel wel
droog. Het zilver kan echter beslaan.
Zilver kan verkleuren wanneer het in
aanraking komt met levensmiddelen die
zwavel bevatten, bijv. eigeel, uien,
mayonaise, mosterd, peulvruchten, vis,
pekelsaus van vis en marinades.
Aluminium serviesgoed zoals
,
vetfilters mag niet worden afgewassen met bijtende alkalische reinigingsmiddelen die in bedrijfsafwasautomaten of industriereinigers worden gebruikt.
Gebeurt dat wel dan kan er materiële schade ontstaan. In het ergste geval bestaat het gevaar dat er hevige
chemische reacties optreden die tot
een explosie kunnen leiden (bijv.
een knalgasreactie).
-
–
Wanneer u teer glaswerk per se in de
afwasautomaat wilt afwassen doe dat
dan uitsluitend bij lage temperaturen.
Zie programma-overzicht.
De kans dat het glaswerk dof wordt
is dan kleiner.
–
Blijf bijzonder waardevolle glazen
met de hand afwassen.
29
Bediening
Reinigingsmiddelen
Gebruik uitsluitend reinigings
,
middelen voor huishoudafwasautomaten.
U kunt poedervormige of vloeibare
^
reinigingsmiddelen of reinigingsta
bletten gebruiken.
Neem bij het doseren van het reini
gingsmiddel de aanwijzingen in acht
die op de verpakking staan.
Doseer poedervormige of vloeibare
^
reinigingsmiddelen in de reinigings
middelvakjes.
^ Leg reinigingstabletten alleen in reini-
gingsmiddelvakje II, als de fabrikant
van deze tabletten dat adviseert.
Geeft de fabrikant het advies om de
reinigingstabletten in de bestekkorf te
leggen, leg ze dan in plaats daarvan
aan de binnenkant van de deur of direct in de spoelruimte. De tabletten
lossen dan beter op.
-
-
-
-
De fabrikanten van reinigingsmiddelen
geven op hun verpakkingen de totale
hoeveelheid reinigingsmiddel aan die
voor een programma nodig is.
Gebruik wanneer uw afwasautomaat
^
vol beladen is voor de volgende
programma’s minstens 30 ml reini
gingsmiddel:
- "Intensief";
- "Universeel extra";
- "Universeel";
- "Normaal";
- "Spaar".
Geeft de fabrikant een grotere hoe
veelheid aan, gebruik dan deze grotere hoeveelheid.
Wanneer u minder reinigingsmiddel
gebruikt dan is geadviseerd, is het
mogelijk dat de vaat niet goed
schoon wordt.
-
-
30
Het doseren van reinigingsmiddel
Bediening
Adem geen poedervormig reini
,
gingsmiddel in! Slik geen reinigings
middel in! Reinigingsmiddelen kun
nen brandwonden in neus, mond en
keel veroorzaken. Ga direct naar de
dokter wanneer u een reinigingsmid
del hebt ingeademd of ingeslikt.
Zorg ervoor dat kinderen niet met
reinigingsmiddelen in aanraking
kunnen komen.
Laat kinderen daarom niet bij de af
wasautomaat komen als deze geo
pend is. Er zouden nog resten reinigingsmiddel in de afwasautomaat
aanwezig kunnen zijn.
Bovendien kunt u het reinigingsmiddel beter pas dán toevoegen vlak
voordat u het programma start.
Neem daarom in ieder geval de aanwijzingen met betrekking tot het doseren van reinigingsmiddel in acht.
Deze staan in het programma-over
zicht aan het einde van de gebruiks
aanwijzing.
-
-
-
-
-
-
-
Open het klepje van het reinigings
^
middeldoseerbakje door het knopje
opzij te drukken.
Na afloop van een afwasprogramma is
het klepje van het reinigingsmiddelbakje altijd geopend.
-
-
Doseerhulp
In vakje I kan maximaal 20 m en
in vakje II kan maximaal 70 ml reini
gingsmiddel.
In vakje II zijn markeringen aange
bracht om het doseren makkelijker te
maken: 20, 25, 30. Wanneer de deur
90° geopend is geven deze streepjes in
ml aan hoeveel reinigingsmiddel er on
geveer in zit.
-
-
-
^
Doseer het reinigingsmiddel in de
vakjes en sluit het klepje van het do
seerbakje.
^
Sluit ook het pak reinigingsmiddel om
te voorkomen dat het middel aan rei
nigingskracht verliest.
-
-
31
Bediening
Het kiezen van een programma
Laat de keuze voor een programma
steeds afhangen van het soort vaat
werk en de mate waarin dat is vervuild.
-
In de meeste gevallen zult u het pro
gramma "Universeel" of "Universeel ex
tra" kiezen.
Deze programma’s zijn optimaal bere
kend voor de dagelijkse afwas.
In het programma-overzicht aan het
einde van deze gebruiksaanwijzing zijn
de programma’s beschreven en de toe
passingsmogelijkheden ervan.
-
-
-
-
32
Bediening
Het inschakelen van de afwasautomaat
Draai de waterkraan open indien
^
deze nog gesloten is.
Open de deur.
^
Controleer of de sproeiarmen vrij
^
kunnen draaien en niet worden ge
blokkeerd.
^ Druk op de Aan - toets (14).
Het controlelampje "Aan" (14) gaat
branden.
Het starten van een programma
Neem bij het kiezen van een pro
^
gramma het programma-overzicht
aan het einde van de gebruiksaanwij
zing in acht.
Druk op de toets (18) van het door u
^
gewenste programma.
Nu gaat het controlelampje branden
van de programmatoets waar u op hebt
gedrukt.
^ Sluit de deur.
Het programma start.
Breek een programma niet voortijdig
af, want daardoor kunnen belangrijke programmafases (bijv. het regenereren in het volgende programma)
worden overgeslagen!
-
-
33
Bediening
Het uitschakelen van de afwasautomaat
Open de deur na afloop van het pro
^
gramma op een kier om te controle
ren of het programma beëindigd is.
Het controlelampje van de programma
toets gaat uit.
Zolang dit controlelampje nog
brandt is het desbetreffende pro
gramma nog niet beëindigd.
Sluit de deur weer zodat de auto
maat het programma kan afmaken.
^ Druk op de Uit - toets (15).
Het controlelampje "Aan" (14) gaat uit.
De afwasautomaat verbruikt stroom
zolang hij niet met de Uit - toets is
uitgeschakeld.
-
-
U kunt nu het vaatwerk uit de automaat
halen.
Zie paragraaf: "Het uitruimen van de af
-
wasautomaat".
Om beschadigingen aan kwets
,
bare werkbladen door waterdamp te
voorkomen kunt u de deur na afloop
van een programma het beste óf he
lemaal opendoen óf gesloten hou
den totdat u het vaatwerk uit de au
tomaat haalt. Laat de deur in ieder
geval niet op een kier staan.
Draai veiligheidshalve de kraan dicht
wanneer de afwasautomaat langere tijd
niet wordt gebruikt, bijvoorbeeld in de
vakantietijd.
-
-
-
-
-
34
Bediening
Wisseling van programma
Zolang u de deur na het kiezen van een
programma nog niet heeft gesloten,
kunt u als volgt van programma wisse
len:
Druk op de toets (18) van het door u
^
gewenste programma.
Sluit de deur.
^
Het programma start.
Wanneer het door u in eerste instantie
gekozen programma al is gestart, kunt
u als volgt van programma wisselen:
^ Open de deur.
^ Druk op de Uit - toets (15).
^ Druk op de Aan - toets (14).
^ Druk op de toets (18) van het door u
gewenste programma.
^ Sluit de deur.
Het programma start.
-
Het onderbreken van een programma
Het afwasprogramma wordt onderbro
ken, zodra u de deur opendoet.
Wanneer u de deur weer dichtdoet,
gaat het programma daar verder, waar
het is onderbroken.
Wanneer het water in de afwas-
,
automaat heet is, loopt u het risico
om zich te verbranden.
Wanneer u de deur beslist moet
openen, doe dat dan zeer voorzich
tig.
Laat de deur voordat u die weer sluit
ca. 20 seconden op een kier staan,
zodat de temperatuur zich in de
spoelruimte kan verdelen.
Druk de deur daarna stevig dicht,
totdat hij vastklikt.
-
-
Attentie:
Is het klepje van het reinigingsmid
deldoseerbakje al geopend, is het
niet meer mogelijk om van program
ma te wisselen.
-
-
35
Bediening
Het uitruimen van de afwasautomaat
Heet serviesgoed breekt snel!
^
Laat het serviesgoed daarom na het
uitschakelen van de automaat zo
lang in de afwasautomaat afkoelen,
totdat u het goed kunt vastpakken.
Wanneer u de deur na het uitschake
^
len van de automaat helemaal opent,
koelt het vaatwerk sneller af.
Ruim eerst het onderrek, dan het bo
^
venrek en tenslotte de besteklade uit,
wanneer deze aanwezig is.
Zo voorkomt u dat er druppels van
het bovenrek of van de besteklade
op het vaatwerk in het onderrek val-
len.
-
-
36
Controleer regelmatig - ongeveer
2 tot 3 keer per jaar - de algehele
toestand van uw afwasautomaat.
De kans op storingen is daardoor
geringer.
Het reinigen van de zeven in de
spoelruimte
Reiniging en onderhoud
Op de bodem van de spoelruimte be
vindt zich een zeefcombinatie. Deze
zeefcombinatie houdt het ergste vuil te
gen dat in het afwaswater zit. Op deze
manier wordt voorkomen dat het vuil in
het circulatiesysteem en via de sproeiarmen weer in de spoelruimte terechtkomt.
Zonder zeven mag niet worden
,
afgewassen!
De zeven kunnen door in de loop van
de tijd door het vuil verstopt raken.
Controleer de zeefcombinatie daarom
regelmatig - ongeveer 2 tot 3 keer per
jaar - en reinig de combinatie indien no
dig.
^
Schakel eerst de afwasautomaat uit.
-
-
Ontgrendel de zeefcombinatie door
^
de greep naar rechts te draaien.
^ Verwijder de zeefcombinatie.
-
^
Ontdoe de zeefcombinatie van grove
resten.
^
Spoel de combinatie onder stromend
water goed af.
Gebruik daarbij eventueel een
borstel.
37
Reiniging en onderhoud
Om de binnenkant van het tuitvormige
gedeelte van de zeefcombinatie te reinigen moet u de sluiting opendoen.
Plaats de zeefcombinatie zo terug,
^
dat ze plat tegen de bodem van de
spoelruimte aanligt.
^ Doe dat door de gele vergrendeling
naar achteren te trekken.
^ Reinig alle delen met een afwasbor-
stel onder stromend water.
^ Doe daarna de sluiting dicht.
De vergrendeling moet daarbij vast-
klikken.
^ Vergrendel de zeefcombinatie door
de greep van rechts naar links te
draaien.
,
De zeefcombinatie moet goed
zijn geplaatst en vergrendeld.
Is dat niet het geval, dan is het mogelijk dat de grove resten in het circulatiesysteem terechtkomen en dat
het systeem verstopt raakt.
38
Reiniging en onderhoud
Het reinigen van de sproeiarmen
Het is mogelijk dat er etensresten vast
gaat zitten in de sproeikoppen en de la
gering van de sproeiarmen.
Controleer de sproeiarmen derhalve re
gelmatig - ongeveer 2 tot 3 keer per
jaar.
Schakel de afwasautomaat eerst uit.
^
Verwijder de sproeiarmen als volgt:
Trek (indien aanwezig) de besteklade
^
naar buiten.
^ Druk de bovenste
hoog, zodat de tanden in elkaar grijpen en schroef de sproeiarm er af.
sproeiarm om-
Trek het onderrek naar buiten.
^
-
-
^ Trek de onderste
en haal hem er af.
sproeiarm omhoog
^
Druk de middelste
(a), zodat de tanden in elkaar grij
pen en schroef de sproeiarm er af
(b).
sproeiarm iets op
^
Druk de etensresten in de sproeikop
pen met een scherp voorwerp naar
-
binnen.
^
Spoel de sproeiarmen onder stromend water goed af.
^
Zet de sproeiarmen weer terug en
controleer of ze makkelijk ronddraai
en.
-
-
39
Reiniging en onderhoud
Het reinigen van de spoelruimte
Wanneer u altijd de juiste hoeveelheid
reinigingsmiddel gebruikt houdt u daar
mee automatisch de spoelruimte
schoon.
Wanneer zich echter toch kalk of vet
heeft afgezet, kunt u deze aanslag met
een speciaal reinigingsmiddel verwijde
ren. Deze speciale reinigingsmiddelen
zijn in de handel te verkrijgen.
Het reinigen van de deurdichting en de deur
^ Neem de deurdichtingen regelmatig
met een vochtige doek af en verwijder de etensresten.
^ Veeg gemorste etens- en drankresten
van de zijkanten van de deur van de
afwasautomaat af.
Deze gedeelten horen niet bij de
spoelruimte en de waterstralen kunnen daar niet bijkomen.
Het reinigen van het bedieningsveld
^
Reinig het bedieningsveld alleen met
een vochtige doek.
Het reinigen van het front van
de afwasautomaat
Reinig het front met een voor keuken
^
fronten geschikt reinigingsmiddel.
Neem een houten front alleen af met
^
een vochtige zeem en wrijf het daar
na met een doek droog.
Reinig een front van roestvrij staal
^
met een vochtige doek met wat
handafwasmiddel of een nietschurend reinigingsmiddel voor
roestvrij staal.
^ Om te voorkomen dat het paneel
weer snel vuil wordt, bijv. door
vingerafdrukken, kunt u na het reinigen een middel gebruiken dat geschikt is voor het onderhoud van
roestvrij staal.
Een goed middel is Neoblank, verkrijgbaar bij de afdeling Onderdelen
van Miele Nederland B.V.
,
Gebruik geen schoonmaakmiddelen met ammonia of nitraat- en
kunstharsverdunningen.
Deze middelen kunnen het opper
vlak beschadigen.
-
-
-
,
Gebruik geen schuurmiddelen
en ook geen glas- of allesreinigers,
want deze kunnen het oppervlak
door hun chemische samenstelling
flink beschadigen.
40
Nuttige tips
De meeste problemen die zich bij het dagelijkse gebruik voordoen kunt u zelf op
lossen.
Doordat u dan geen beroep hoeft te doen op de Technische Dienst, bespaart u
tijd en kosten!
Het nu volgende overzicht kan u helpen om de oorzaken van een probleem te vin
den en uit de wereld te helpen. Vergeet echter niet:
Reparaties mogen uitsluitend door vakmensen worden uitgevoerd.
,
Door ondeskundige reparaties kan de gebruiker grote risico’s lopen.
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
De afwasautomaat start
niet.
De automaat stopt met
afwassen.
De deur is niet goed gesloten.
De stekker zit niet in het
stopcontact.
De zekering is niet geactiveerd.
De afwasautomaat is niet
ingeschakeld.
Er is geen programma gekozen.
De zekering is niet geacti
veerd.
Druk de deur goed dicht.
Stop de stekker in het
stopcontact.
Activeer de zekering
(min. zekering zie typeplaatje).
Druk op de toets Aan toets.
Kies een programma.
Druk op de toets van het
door u gewenste programma.
-
Activeer de zekering
(min. zekering zie typeplaatje).
-
-
41
Nuttige tips
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Kort na de start van het
programma stopt de au
tomaat met afwassen.
Na de start van het programma brandt de optische functiecontrole
niet.
-
Probleem bij de watertoevoer.
Wanneer u de deur opendoet ziet u dat het controlelampje "Watertoevoer/
-afvoer" op het bedieningsveld aan het knippe
ren is.
De lichtgeleider is niet
goed gemonteerd.
Schakel, voordat u het
probleem gaat oplossen,
eerst de afwasautomaat
uit.
Draai de kraan hele
–
maal open.
Controleer het zeefje in
–
de watertoevoer en reinig het indien nodig.
Zie hoofdstuk: "Het ver-
-
helpen van storingen".
Het Waterproof-systeem
heeft zich gemeld.
– Neem contact op met
de Technische Dienst
van Miele Nederland
B.V.
Monteer de lichtgeleider
goed.
Zie montage-instructies,
hoofdstuk: "Het monteren
van een afdekplaat onder
het werkblad."
-
42
Nuttige tips
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
De automaat stopt met
afwassen.
Probleem bij de watertoevoer.
Wanneer u de deur opendoet ziet u dat het controlelampje "Watertoevoer/
-afvoer" op het bedieningsveld aan het knippe
ren is.
Schakel, voordat u het
probleem gaat oplossen,
eerst de afwasautomaat
uit.
Draai de kraan hele
–
maal open.
Controleer het zeefje in
–
de watertoevoer en reinig het indien nodig.
Zie hoofdstuk: "Het ver-
-
helpen van storingen".
De druk bij de water-
–
aansluiting is lager dan
0,3 bar.
Neem contact op met
de installateur.
-
Probleem bij de waterafvoer.
Misschien zit er water in
de spoelruimte.
Wanneer u de deur opendoet ziet u dat het controlelampje "Watertoevoer/
-afvoer" op het bedieningsveld aan het knippe
ren is.
– Reinig de zeefcombina-
tie.
Zie hoofdstuk: "Reiniging en onderhoud".
– Reinig de afvoerpomp.
Zie hoofdstuk: Het verhelpen van storingen".
–
Reinig de terugslag-
klep.
Zie hoofdstuk: "Het verhelpen van storingen".
–
Verwijder de knikken in
de afvoerslang.
43
Nuttige tips
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Wanneer u na afloop van
het afwasprogramma de
deur opent, ziet u dat de
controlelampjes naast
de programmatoetsen 1
tot en met 5 aan het
knipperen zijn.
Er kan sprake zijn van een
technische storing.
Schakel de afwasauto-
–
maat uit.
U kunt de volgende keer
weer gewoon afwassen.
Wanneer de controlelampjes na afloop van het
afwasprogramma echter
weer gaan knipperen, is
er sprake van een technische storing.
Neem contact op met
–
de Technische Dienst.
44
Nuttige tips
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Er is in de spoelruimte
een kleppend geluid te
horen.
Er is in de spoelruimte
een klepperend geluid te
horen.
Er is in de waterleiding
een kleppend geluid te
horen.
De sproeiarm slaat tegen
een stuk servies aan.
In de spoelruimte zijn er
stukken serviesgoed aan
het klepperen.
Dit wordt waarschijnlijk
veroorzaakt door de bevestiging of diameter van
de waterleiding.
Onderbreek het programma en verplaats het stuk
servies dat de sproeiarm
in de weg zit.
Onderbreek het programma en plaats de stukken
servies zo stevig dat ze
niet meer klepperen.
Dit heeft geen negatief effect op de werking van de
automaat.
Vraag de installateur.
45
Nuttige tips
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Het vaatwerk is niet
schoon.
Het vaatwerk is niet op de
juiste wijze in de rekken
geplaatst. De waterstralen konden er niet bij.
De opening van de watertoevoerbuis voor de middelste sproeiarm was geblokkeerd, waardoor er te
weinig water in deze
sproeiarm is gestroomd.
Het programma is niet
krachtig genoeg.
Er is te weinig reinigingsmiddel gedoseerd.
De sproeiarmen zijn door
te hoog serviesgoed geblokkeerd geweest.
De sproeikoppen van de
sproeiarmen zijn verstopt.
De zeefcombinatie in de
spoelruimte is niet schoon
of niet goed geplaatst.
Als gevolg daarvan kunnen ook de sproeikoppen
verstopt zijn.
De terugslagklep is in geopende toestand geblok
keerd.
Neem de aanwijzingen in
het hoofdstuk: "Het inruimen van serviesgoed en
bestek" in acht.
Plaats het servies in het
achterste gedeelte van
het bovenrek zo, dat het
de opening van de buis
niet kan blokkeren.
Kies een krachtiger programma.
Zie: "Programma-over
zicht" aan het einde van
deze gebruiksaanwijzing.
Gebruik meer reinigingsmiddel.
Zie hoofdstuk:"Bediening".
Plaats het servies anders
en draai de sproeiarmen
een keer met de hand.
Reinig de sproeikoppen.
Zie hoofdstuk: "Reiniging
en onderhoud".
Reinig de zeefcombinatie
of plaats deze goed.
Reinig de sproeikoppen.
Zie hoofdstuk: "Reiniging
en onderhoud".
Reinig de afvoerpomp of
-
de terugslagklep.
Zie hoofdstuk: "Het verhelpen van storingen".
-
46
Nuttige tips
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Het vaatwerk wordt niet
droog of er zitten vlekken op de glazen en het
bestek.
Het serviesgoed en bestek zijn wit uitgeslagen.
Glazen zijn wit geworden.
Aanslag is te verwijderen.
Op glazen en bestek blijven strepen achter.
Glazen zijn blauw uitgeslagen. Aanslag is met
de hand te verwijderen.
Er is te weinig of helemaal geen naspoelmiddel gedoseerd.
Het vaatwerk is er te
vroeg uitgehaald.
Er is te weinig naspoelmiddel gedoseerd.
Er zit geen zout in het
zoutreservoir.
De dop van het zoutreservoir is niet goed dichtgedraaid of zit er scheef op.
De waterontharder is op
een te lage stand geprogrammeerd.
Er zijn reinigingstabletten
gebruikt die ook de func
tie hebben van naspoel
middel en/of zout.
Er is teveel naspoelmiddel gedoseerd.
-
Doseer (meer) naspoelmiddel.
Zie hoofdstuk: "Wanneer u
het apparaat voor het
eerst in gebruik neemt".
Haal het vaatwerk er later
uit.
Zie hoofdstuk: "Bediening".
Doseer meer naspoelmiddel.
Zie hoofdstuk: "Wanneer u
het apparaat voor het
eerst in gebruik neemt".
Doseer regenereerzout.
Zie hoofdstuk: "Wanneer u
het apparaat voor het
eerst in gebruik neemt’.
Zet de dop er recht op en
draai hem goed dicht.
Programmeer de ontharder op een hogere stand.
Zie hoofdstuk: "Wanneer u
het apparaat voor het
eerst in gebruik neemt’.
Gebruik een reinigingsta
-
blet zonder meervoudige
functie of een normaal
poedervormig reinigings
middel.
Doseer minder naspoelmiddel.
Zie hoofdstuk: "Wanneer u
het apparaat voor het
eerst in gebruik neemt".
-
-
47
Nuttige tips
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Glazen worden dof en
verkleuren. Aanslag is
niet te verwijderen.
Er zit nog thee of lippenstift op het servies.
Kunststof stukken vaatwerk zijn verkleurd.
Er zitten roestvlekken op
sommige stukken bestek.
Deze glazen kunnen niet
in de automaat worden afgewassen.
De temperatuur van het
gekozen programma is te
laag geweest.
De bleekwerking van het
reinigingsmiddel is te gering geweest.
Mogelijke oorzaak daarvan zijn natuurlijke kleurstoffen in bijv. wortels, tomaten en ketchup. De
hoeveelheid reinigingsmiddel of de bleekwerking ervan zijn voor deze
stoffen te gering geweest.
De dop van het zoutreservoir is niet goed dichtgedraaid of zit er scheef op.
Deze stukken bestek zijn
niet voldoende bestand
tegen roest.
Na het doseren van het
regenereerzout hebt u niet
het programma: "Voor
spoelen" gestart. Er zijn
zoutresten in het gewone
afwasproces terechtgeko
men.
-
De schade aan de glazen
is onherroepelijk.
Koop glazen die wel geschikt zijn voor de afwasautomaat.
Kies een programma met
een hogere temperatuur.
Gebruik een ander reini
gingsmiddel.
Gebruik een grotere hoeveelheid reinigingsmiddel.
Zie hoofdstuk:"Bediening".
Vaatwerk dat al verkleurd
is krijgt zijn oorspronkelijke kleur niet terug.
Zet de dop er recht op en
draai hem goed dicht.
Het enige wat u kunt doen
is bestek kopen dat wel
geschikt is.
Na het doseren van rege
nereerzout moet u het
programma: "Voorspoe
len" starten.
-
-
-
-
48
Nuttige tips
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Het klepje van het reinigingsmiddeldoseerbakje gaat niet goed dicht.
In het reinigingsmiddeldoseerbakje zijn na de
afwas resten reinigingsmiddel achtergebleven.
Na afloop van het afwasprogramma zit er water
in de spoelruimte.
Er zijn resten reinigingsmiddel vast blijven zitten
die de sluiting blokkeren.
Het reinigingsmiddeldoseerbakje was nog vochtig toen het middel werd
gedoseerd.
De zeefcombinatie in de
spoelruimte is verstopt.
De afvoerpomp of de terugslagklep is geblokkeerd.
Er zit een knik in de afvoerslang.
Verwijder de resten.
Doseer het reinigingsmiddel alleen wanneer het
bakje droog is.
Voordat u het probleem
gaat oplossen moet u
eerst:
de afwasautomaat
–
met de Uit - toets uit
schakelen.
Reinig de combinatie.
Zie hoofdstuk: "Reiniging
en onderhoud".
Reinig de afvoerpomp of
de terugslagklep.
Zie hoofdstuk: "Het verhelpen van storingen".
Haal de knik eruit.
-
49
Het verhelpen van storingen
Het reinigen van het zeefje in
de schroefkoppeling van de
watertoevoer
Om de watertoevoerslang tegen veront
reinigingen in het water te beschermen
is in de schroefkoppeling een zeefje in
gebouwd.
Wanneer het zeefje vuil is dan loopt er
te weinig water in de spoelruimte.
De kunststof behuizing van de
,
Waterproofventielen bevat een elek
trisch onderdeel.
Dompel dit niet in vloeistof.
Tip
Is uw ervaring dat uw water veel bezinksel bevat raden wij u aan een grote
zeef in de schroefkoppeling van de watertoevoer aan te brengen.
Zo’n zeefje is leverbaar onder
M.- Nr.: 75577.
^ Haal de stroom van de afwasauto-
maat door eerst het apparaat uit te
schakelen en daarna de stekker uit
het stopcontact te halen of de hoofd
schakelaar van de huisinstallatie uit
de schakelen.
^
Draai de waterkaan dicht
^
en schroef de toevoerslang van de
kraan af.
-
-
-
Pak het rubberen dichtingsringetje uit
^
de schroefkoppeling.
^ Trek het zeefje met een combinatie-
of punttang eruit en reinig het.
^ Zet het zeefje en het rubberen dich-
tingsringetje er weer in. Let er daarbij
op of ze allebei goed zitten!
^ Schroef de wartel van de watertoe-
voerslang weer aan de waterkraan.
Let er daarbij op dat wartel en kraan
precies op elkaar passen.
-
^
Draai de waterkaan open.
Komt er water vrij dan hebt u de wartel
en de kraan niet stevig genoeg aan el
kaar vastgeschroefd of de wartel
scheef aan de kraan geschroefd.
^
Zet de watertoevoerslang recht,
schroef de wartel recht op de kraan
en schroef wartel en kraan stevig
vast.
-
50
Het verhelpen van storingen
Het reinigen van de afvoer
-
pomp en de terugslagklep
Is het water na afloop van een pro
gramma niet weggepompt, dan kan dat
verschillende oorzaken hebben.
Het is mogelijk dat de afvoer door vet
aanslag verstopt is geraakt.
Om vetaanslag te voorkomen kunt u de
afvoer het beste 1 x per 2 maanden
met een machinereiniger behandelen.
Hoe u dat moet doen kunt u op de ver
pakking lezen.
Een andere mogelijkheid is dat be
paalde voorwerpen de afvoerpomp of
de terugslagklep blokkeren.
Deze kunt u makkelijk verwijderen.
^ Haal de zeefcombinatie uit de spoel-
ruimte.
Zie hoofdstuk: "Reiniging en onderhoud", paragraaf: "Het reinigen van
de zeven in de spoelruimte".
^ Schep het water uit de spoelruimte.
-
-
-
-
Open de afsluitbeugel voor de terug
^
slagklep.
-
51
Het verhelpen van storingen
Til de terugslagklep omhoog, verwij
^
der de klep en spoel hem onder
stromend water goed af.
^ Verwijder alle voorwerpen die de te-
rugslagklep blokkeren.
Onder de terugslagklep bevindt zich de
afvoerpomp (zie pijl).
^ Verwijder alle voorwerpen die de af-
voerpomp blokkeren. Let erop dat
glassplinters bijzonder moeilijk zijn te
zien.
Draai daartoe het loopwiel van de afvoerpomp met de hand.
^ Zet de terugslagklep weer zorgvuldig
op zijn plaats en sluit de afsluitbeugel.
52
Technische Dienst
Reparaties
Mocht u een opgetreden storing on
^
danks bovenstaande tips niet zelf
kunnen verhelpen, neem dan contact
op met:
de Miele-vakhandel of
–
de Technische Dienst van
–
Miele Nederland B.V.
Het adres en diverse telefoonnummers
vindt u op de achterzijde van deze ge
bruiksaanwijzing.
Als u de Technische Dienst inscha
^
kelt, geef dan het model en het nummer van de afwasautomaat op.
Beide gegevens vindt u op het typeplaatje aan de zijkant van de deur.
-
Programma-actualisering
Reinigingsmiddelen, afwasgewoonten
en afwasvoorschriften zullen in de toe
komst veranderingen ondergaan.
De spoel- en afwasprogramma’s zullen
daaraan moeten worden aangepast.
-
De Technische Dienst zal in de toekomst in staat zijn het afwasprogramma
te updaten en in het Novotronic-geheugen van uw afwasautomaat op te slaan.
-
Dit zal gebeuren via het met de pijl aan
gegeven controlelampje (PC = Pro
gramme Correction).
Miele zal zelf aangeven wanneer de
programma’s kunnen worden geactuali
seerd.
-
-
-
53
Extra toebehoren
Voor een nog efficiënter gebruik van de afwasautomaat
Wanneer u ...hebt u nodig ...
...flessen wilt afwassen,
bijv. melk- of babyflessen
...glazen met een lange steel
wilt afwassen
...naast het gewone bestek wat
kleiner bestek wilt afwassen,
bijv. kleine lepeltjes, gebakvorkjes
...een fleshouder
...een glazenrek
dat in het bovenrek wordt geplaatst
...een extra bestekkorfje
dat in het onderrek wordt geplaatst
54
Instructies voor vergelijkende onderzoeken
Onderzoeksnorm:EN 50242
StandaardprogrammaSpaar
voor vergelijkende onderzoeken (energielabel):
Tip:Wanneer het programma Universeel extra 55 °
voor normaal vervuild vaatwerk wordt gebruikt, zijn de
reinigings- en droogresultaten beter, duurt het
programma korter maar wordt er meer energie verbruikt.
Beladingscapaciteit:12 couverts
Hoeveelheid reinigings-30 g alleen
middel:
Hoeveelheid naspoel-Stand 3 (ca. 3 ml)
middel:
in vakje II.
Afwasautomaat met bestekkorf
Bestekhouder:Plaats de bijgevoegde bestekhouder op de bestek-
korf. Zie hoofdstuk: "Het inruimen van serviesgoed en
bestek".
Plaats theelepeltjes rechts en links in de lepelsegmenten van de bestekkorf.
Plaats dessertlepels aan de rechter- en linkerkant van
de bestekhouder.
Plaats soeplepels aan de achterkant van de
bestekhouder.
Plaats vorken aan de voorkant van de bestekhouder.
55
Instructies voor vergelijkende onderzoeken
Bovenrek
Onderrek
56
Instructies voor vergelijkende onderzoeken
Afwasautomaat met besteklade
Bovenrek
Onderrek
Besteklade
57
Programma-overzicht
ProgrammaToepassingReinigings
middel
Vakje
II
1) 2)
Spaar
Normaal 50 °Voor licht tot normaal vervuild vaatwerk
Intensief 75 °Voor normaal vervuilde potten, pannen en ander normaal ver-
VoorspoelenVoor het voorspoelen van vaatwerk dat pas op een later tijdstip
1) Standaardprogramma voor het energielabel
2) Programma met een sterk verlengde, geruisloze droogfase
Voor normaal vervuild vaatwerk
Bijzonder energiebesparend programma door lange werkingstijd
bij lage temperatuur
met etensresten die niet zijn aangekoekt
Met een kortere reinigingstijd
Voor normaal vervuild vaatwerk
met aangekoekte etensresten
Met een langere reinigingstijd
vuild vaatwerk met aangekoekte etensresten
Doseer voor zeer sterk vervuild vaatwerk 120% reinigingsmiddel
in vakje I.
wordt afgewassen, bijv. als de afwasautomaat nog niet vol is.
Ook geschikt voor het verwijderen van zoutresten nadat er zout
is gedoseerd.
(Reinigen)
100 %
100 %
100 %
100 %
-
58
Voor-
spoelen
12
Programma-overzicht
ProgrammaverloopVerbruikDuur
Energie kWhWaterh:min
ReinigenTussen-
45 °
spoelen
X
XX
Na-
spoelen
55 °
DrogenWater
koud
(15 °C)
X1,050,6152:592:48
Water
warm
(55 °C)
LiterWater
koud
(15 °C)
Water
warm
(55 °C)
X
50 °
X
55 °
XX
55 °
X
75 °
X0,060,0650:110:11
Bij een volle belading moet u voor het programma "Spaar", "Normaal", "Universeel", "Universeel extra"
en "Intensief" minstens 30 ml reinigingsmiddel gebruiken. Geeft de fabrikant een grotere hoeveelheid
aan, dan moet u deze grotere hoeveelheid gebruiken.
Doseer voor het programma "Intensief" nog eens 5-7 ml extra in vakje I.
De genoemde waarden zijn volgens EN 50242 berekend. De waarden kunnen in de praktijk door wis
selende omstandigheden duidelijk variëren.
XX
65 °
XX
65 °
XX
65 °
XX
75 °
X1,20,6131:101:03
X1,20,6131:351:17
X1,250,7172:031:45
X1,71,2152:222:04
-
59
Transport
Let wanneer u de afwasautomaat wilt
transporteren, bijv. bij een verhuizing,
op het volgende:
Ruim de afwasautomaat uit.
–
Maak alle losse onderdelen vast, bijv.
–
slangen, kabels, bestekkorf en on
derrek.
Transporteer de afwasautomaat
–
rechtop.
Alleen in uitzonderingsgevallen mag
de automaat op zijn rug worden ge
transporteerd.
De afwasautomaat mag niet op zijn
kant of op de deur liggend worden
getransporteerd, omdat er dan resten water uit kunnen lopen.
De resten water kunnen in de elektrische besturing terechtkomen en zo
storingen veroorzaken.
-
-
606162
63
Wijzigingen voorbehouden / G634 Plus / 0603
M.-Nr. 05 714 331 / V00
Dit papier bestaat uit 100% chloorvrij gebleekte cellulose en is dus minder belastend voor het milieu.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.