Miele G1534, G2534 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing
Afwasautomaat
Lees beslist de gebruiksaanwijzing en de montage-instructies voordat u uw afwas­automaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u vermijdt schade aan het toestel.
M.-Nr. 07 533 210
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................5
Het toestel in één oogopslag..........................................5
Bedieningspaneel ..................................................6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................7
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu ......................12
Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal .............................12
Uw toestel afdanken ...............................................12
Spaarzaam afwassen ..............................................13
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt ..................14
Het openen van de deur ............................................14
Het sluiten van de deur .............................................14
Kinderslot........................................................14
Voor het eerste gebruik hebt u nodig: ..................................15
Waterhardheid weergeven ..........................................15
Externe waterontharder .............................................16
Regenereerzout doseren ............................................17
Controlelampje voor het bijvullen van zout ..............................18
Naspoelmiddel....................................................19
Het doseren van naspoelmiddel ......................................19
Controlelampje voor het naspoelmiddel ................................20
Het instellen van de hoeveelheid te doseren naspoelmiddel ................21
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen .....................22
Vaatwerk en bestek die niet geschikt zijn voor de afwasautomaat ............23
Bovenrek ........................................................24
Uitneembaar inzetrek met spijlen ...................................24
Kopjesrek .....................................................25
Steunbeugel (afhankelijk van het model) .............................25
Universele beugel...............................................26
Het verstellen van de bovenste korf .................................27
Onderste korf .....................................................28
Comfortinzet ...................................................28
Flessenhouder .................................................29
Bestek ..........................................................30
Besteklade (afhankelijk van het model) ..............................30
Bestekkorf (afhankelijk van het model)...............................31
2
Inhoud
Bediening .......................................................32
Reinigingsmiddelen ................................................32
Het doseren van reinigingsmiddel.....................................33
Afwasautomaat inschakelen .........................................34
Programma kiezen.................................................34
Een programma starten .............................................34
Resttijdweergave op het display ......................................35
Controlelampje GlassCare...........................................35
Weergave programmaverloop........................................35
Einde van het programma ...........................................35
Afwasautomaat uitschakelen .........................................36
Vaatwerk uit de afwasautomaat halen ..................................36
Programma onderbreken............................................36
Van programma wisselen ...........................................36
Extra functies ....................................................37
Extra functies .....................................................37
Turbo.........................................................37
Combi-tabletten ................................................37
Startuitstel .......................................................38
Fabrieksinstellingen ................................................40
Automatic aanpassen ..............................................41
Reiniging en onderhoud ...........................................42
Spoelruimte reinigen ...............................................42
Het reinigen van de deurdichting en de deur ............................42
Voorzijde van het toestel reinigen .....................................42
Zeefcombinatie in de spoelruimte controleren ...........................43
Zeefcombinatie reinigen ............................................43
Sproeiarmen reinigen ..............................................45
Wat gedaan als ....................................................46
Technische storingen ..............................................46
Storingen in de watertoevoer/waterafvoer ...............................48
Algemene problemen met de afwasautomaat............................49
Geluiden ........................................................51
Onbevredigend resultaat............................................52
3
Inhoud
Storingen verhelpen ..............................................55
De filter in de watertoevoer reinigen ...................................55
Het reinigen van de afvoerpomp en de terugslagklep .....................56
Service-afdeling ..................................................57
Reparaties.....................................................57
Programma-actualisering (Update) .................................57
Voor testinstituten .................................................57
Programmaoverzicht ..............................................58
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ................................62
Elektrische aansluiting ............................................63
Wateraansluiting .................................................64
Het Waterproof-systeem van Miele ....................................64
Watertoevoer .....................................................64
Waterafvoer ......................................................65
Technische gegevens .............................................66
4
Het toestel in één oogopslag
Beschrijving van het toestel
a Bovenste sproeiarm (niet zichtbaar)
b Besteklade (afhankelijk van het mo
del)
c Bovenste korf
d Middelste sproeiarm
e Luchttoevoer voor het drogen
(afhankelijk van het model)
f Onderste sproeiarm
g Filter
-
h Typeplaatje
i Kinderbeveiliging in de deurgreep
(niet zichtbaar)
j Reservoir voor naspoelmiddel
k Tweevaksdoseerbakje voor reini
gingsmiddel
l Reservoir voor regenereerzout
-
5
Beschrijving van het toestel
Bedieningspaneel
a Programma's met controlelampjes b # Care - aanduiding
c Tijdsaanduiding
d Controlelampje(s) voor extra functies
e Weergave programmaverloop
f K-toets (Aan/Uit-toets)
In deze gebruiksaanwijzing worden verschillende modellen van afwasautoma ten beschreven. Deze modellen worden in de gebruiksaanwijzing als volgt aangeduid: bijvoorbeeld: G 1422, G 1502, G 1522 etc. = G 1XXX
G 2422, G 2522 etc. = G 2XXX
g Controle-/gebreklampjes
h Start/Stop-toets met controlelampje
i Startuitsteltoets met
controlelampje
j Toets voor extra functies
k Programmatoets
-
De aanduidingen G 1XXX en G 2XXX hebben altijd betrekking op het type plaatje. Het typeplaatje bevindt zich aan de rechterzijkant van de deur.
6
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deze afwasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalin gen. Door ondeskundig gebruik kun nen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan de koffieautomaat. Lees deze gebruiksaanwijzing daar om eerst aandachtig door voordat u dit toestel in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u vermijdt schade aan de afwasautomaat. Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Deze afwasautomaat is uitsluitend
~
bestemd voor huishoudelijk gebruik. Gebruik deze afwasautomaat uitslui­tend voor het afwassen van huishoud­servies. Het gebruik voor andere doel­einden en het aanbrengen van veran­deringen aan het toestel is ontoelaat­baar en kan gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die werd veroorzaakt doordat het toestel voor andere doeleinden werd gebruikt of verkeerd werd be diend.
-
Kinderen in het huishouden
Hou kinderen die in de buurt van het
~
­toestel komen in het oog. Laat kinderen
­nooit met het toestel spelen. Wanneer
zij dit doen bestaat het gevaar dat ze zich in het toestel opsluiten.
-
Kinderen mogen de afwasautomaat
~
alleen maar gebruiken wanneer hen de bediening ervan zo uitgelegd is dat ze de afwasmachine veilig kunnen bedie nen. Kinderen moeten de eventuele risi co's van een foutieve bediening kunnen beseffen.
Zorg ervoor dat kinderen niet met
~
reinigingsmiddelen in aanraking kun­nen komen. Reinigingsmiddelen kun­nen brandwonden in mond en keel ver­oorzaken of tot verstikking leiden. Laat kinderen niet bij de afwasautomaat komen als deze geopend is. Er zouden nog resten reinigingsmiddel in de af­wasautomaat aanwezig kunnen zijn. Ga direct naar de dokter wanneer uw kind reinigingsmiddel binnengekregen heeft.
-
-
Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om het toestel veilig te bedienen, mogen dit toestel al leen onder het toezicht of de begeleiding van een verantwoordelijk iemand gebruiken.
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het toestel wordt
~
geplaatst, of het zichtbaar beschadigd is. Is dat het geval, neem het dan in geen geval in gebruik. Een afwasauto maat die beschadigd is kan uw veilig heid in gevaar brengen.
De afwasautomaat mag alleen via
~
een 2-polige stekker met aarding op het elektriciteitsnet worden aangeslo ten. De stekker mag niet worden afgeknipt en vast aangesloten. U moet na plaatsing van de automaat zonder problemen bij het stopcontact kunnen komen.
Wanneer zich in de buurt van de af-
~
wasautomaat een elektrisch toestel be­vindt, let er dan op dat de stekker van dit toestel niet schuilgaat achter de af­wasautomaat. Daar de inbouwkast niet altijd diep genoeg is kan er druk op de stekker ontstaan, wat het risico op over­verhitting en daarmee op brand ver­hoogt.
De afwasautomaat mag niet onder
~
een kookplaat worden geïnstalleerd. Een kookplaat straalt voor een deel hoge temperaturen af waardoor de af wasautomaat beschadigd zou kunnen raken. Om dezelfde reden mag de af wasautomaat niet direct naast warmte producerende apparaten worden ge plaatst die niet standaard tot de keukenuitrusting behoren.
-
-
-
-
-
-
-
De afwasautomaat mag pas dan op
~
het elektriciteitsnet worden aangeslo ten, nadat hij is geplaatst en geïnstal leerd.
Controleer of de elektrische waar
~
den van uw huisinstallatie (spanning, frequentie en zekering) overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje.
De elektrische veiligheid van deze
~
afwasautomaat wordt enkel gewaar borgd als het toestel op een aardsys teem aangesloten is dat volgens de voorschriften geïnstalleerd is. Deze veiligheidsinrichting moet aanwezig zijn. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw controle­ren. De fabrikant kan niet aansprakelijk ge­steld worden voor schade die werd ver­oorzaakt doordat de aardleiding onder­broken was of gewoon ontbrak (bijv. elektrische schokken).
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
~
geen ongeschikte stopcontactenblokken of ongeschikte verlengsnoeren om de afwasautomaat aan te sluiten. Die bieden niet voldoen de veiligheidsgaranties. Er bestaat on der meer gevaar voor oververhitting.
-
-
-
-
-
-
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als u het toestel niet op een vaste
~
plaats installeert, bijv. op een schip, laat dit karwei dan enkel uitvoeren door vakmensen. Hierbij moet aan alle voor waarden voor een veilig gebruik wor den voldaan.
Het kunststof omhulsel van de wa
~
teraansluiting bevat een elektrisch on derdeel. Dompel de behuizing niet in vloeistof!
In de watertoevoerslang bevinden
~
zich spanningsvoerende delen. De wa terafvoerslang mag niet worden inge kort.
Het Miele-Waterproofsysteem biedt
~
een betrouwbare bescherming tegen waterschade, maar wel op de volgende voorwaarden:
– Het toestel moet volgens de voor-
schriften geïnstalleerd zijn.
– Wanneer er duidelijk sprake is van
schade moet het toestel worden ge­repareerd, resp. moeten onderdelen worden vervangen.
De kraan moet bij langere afwezig heid (bijv. vakantie) worden dichtge draaid.
Het Waterproofsysteem functioneert ook wanneer de afwasautomaat is uit geschakeld. De automaat moet dan wel op het elektriciteitsnet zijn aangesloten.
-
-
-
-
-
-
Een afwasautomaat die beschadigd
~
is kan uw veiligheid in gevaar brengen. Stel het toestel meteen buiten werking wanneer het beschadigd is en neem
­contact op met uw leverancier of met de Technische Dienst van Miele.
Door ondeskundig uitgevoerde re
~
paraties kunnen er niet te onderschat ten risico's ontstaan voor de gebruiker. Daarvoor kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld. Reparaties mag u uit sluitend laten uitvoeren door vakmen
­sen die door Miele erkend zijn. Anders
is er bij schade achteraf geen aan spraak meer op garantie.
Laat defecte onderdelen enkel
~
vervangen door originele Miele-ver­vangstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
Bij onderhoudswerkzaamheden
~
dient u altijd de spanning van het toe­stel te halen. Schakel daartoe de auto­maat uit en trek daarna de stekker uit het stopcontact of schakel de hoofd schakelaar van de elektrische huisin stallatie uit.
-
Wanneer de aansluitkabel is be
~
schadigd, moet hij door een speciaal voor deze afwasautomaten vervaar digde kabel worden vervangen. Neem contact op met de Miele-vakhandelaar of met de Technische Dienst van Miele. Om veiligheidsredenen mag het snoer alleen door een door Miele erkende vakman/vakvrouw of door de Tech nische Dienst van Miele worden vervangen.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deskundige plaatsing
Neem bij plaatsing en aansluiting
~
van de afwasautomaat de montage-in structies in het montageschema in acht.
Om een perfecte werking te waar
~
borgen, dient u het toestel waterpas op te stellen.
Voor de stabiliteit van de afwasauto
~
maat is het noodzakelijk dat onder of in te bouwen afwasautomaten uitsluitend worden geplaatst onder een doorlo pend werkblad dat is vastgeschroefd aan de kasten die ernaast staan.
Wilt u van een vrijstaande afwasau-
~
tomaat een onderbouwafwasautomaat maken, vervang het sokkelpaneel dan door een sokkelpaneel dat hoort bij onderbouwafwasautomaten. Gebruik daarvoor de daarbij horende ombouw­set. Doet u dat niet, loopt u het risico zich aan uitstekende metalen onderdelen te verwonden.
-
-
-
Efficiënt gebruik
Gebruik geen oplosmiddelen in de
~
spoelruimte. Dit in verband met explo siegevaar.
Adem geen poedervormige reini
~
gingsmiddelen in! Slik geen reinigings middelen in! Reinigingsmiddelen kun nen brandwonden in neus, mond en
­keel veroorzaken. Ga direct naar de
dokter wanneer u een reinigingsmiddel hebt ingeademd of ingeslikt.
Laat de deur van de automaat niet
~
onnodig openstaan. U zou zich daar aan kunnen stoten.
Wanneer de deur open staat, ga
~
daar dan niet op zitten of staan. Doet u dat wel, dan kan het toestel kantelen. Daarbij kunt u letsel oplopen of kan het toestel beschadigd raken.
Gebruik uitsluitend reinigingsmidde-
~
len voor huishoudafwasautomaten. Ge­bruik geen reinigingsmiddelen voor de handafwas! Gebruik uitsluitend naspoel­middelen voor huishoudafwasautomaten!
-
-
-
-
-
10
Gebruik geen reinigingsmiddelen
~
die voor bedrijfsafwasautomaten of in dustriereinigers bestemd zijn. Doet u dat wel kan er materiële schade ont staan en kunnen er hevige chemische reacties optreden (bijv. een knalgasre actie).
Doseer geen poedervormig of vloei
~
baar reinigingsmiddel in het reservoir voor naspoelmiddel. Hierdoor kan het reservoir immers kapotgaan.
-
-
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Giet het afwasmiddel (ook vloeibaar
~
afwasmiddel) niet in het reservoir voor het regenereerzout. Het afwasmiddel beschadigt het onthardingssysteem.
Gebruik uitsluitend het speciale
~
grofkorrelige regenereerzout of andere zuivere ingedampte zouten. Gebruik in geen geval andere soorten zout, bijv. keukenzout of strooizout. Deze soorten zout bevatten soms niet in water op te lossen deeltjes die een nadelig effect kunnen hebben op de werking van de ontharder.
Heeft u een afwasautomaat met een
~
bestekkorf, kunt u het bestek het beste in de bestekkorf plaatsen met de gre­pen beneden en met de scherpe kant boven. Dan wordt het bestek makke­lijker schoon en droog. Wanneer u daardoor echter kans loopt om zich aan de scherpe kant van de messen en de punten van de vorken te verwonden, dan kunt u het bestek het beste met de grepen boven en met de scherpe kant beneden plaatsen.
Toebehoren
Alleen toebehoren dat Miele uitdruk
~
kelijk heeft goedgekeurd, mag worden gemonteerd of ingebouwd. Worden er andere onderdelen gemonteerd of in gebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of productaansprakelijk heid.
-
-
Wat met een afgedankte afwas automaat?
Maak het deurslot onbruikbaar zo
~
dat kinderen zich niet in het toestel kun nen opsluiten. Verwijder hiertoe de sluithaak van het deurslot.
Wanneer de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd, kan de fa­brikant niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die daar even­tueel het gevolg van is.
-
-
-
-
Reinig geen kunststof vaatwerk in
~
de afwasautomaat dat niet hittebesten dig is zoals wegwerpbakjes of wegwerpbestek. Dit soort vaatwerk kan door de hoge temperaturen vervormen.
Wanneer u de extra functie "Startuit
~
stel" gebruikt (afhankelijk van het mo del), moet u ervoor zorgen dat het do seerbakje voor het reinigingsmiddel droog is. Reinigingsmiddel gaat in een vochtig doseerbakje klonteren en wordt misschien niet volledig weggespoeld.
-
-
-
-
11
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het wegdoen van het verpak
-
kingsmateriaal
De verpakking beschermt het toestel tegen transportschade. Er werd milieu vriendelijk en recycleerbaar verpak kingsmateriaal gekozen.
Het gaat om de volgende soorten mate riaal:
Buitenverpakking:
Golfkarton van 100 %
kringloopmateriaal, andere mogelijkheid: stretchfolie/wikkelfolie van polyethy­leen (PE)
– Kunststofomsnoeringsbanden van
polypropyleen (PP)
Binnenverpakking:
– Expansieve polystyreen (EPS) zon-
der toevoeging van chloor of fluor
– Bodem, deksellijst en steunlijsten van
onbehandeld hout van bosteeltkundig beheerde bossen
Beschermingsfolie van polyethyleen (PE)
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Uw vakhandelaar neemt de verpakking te rug of geeft u informatie over de dichtstbijzijnde mogelijkheid voor teruggave.
-
-
-
Uw toestel afdanken
Oude elektrische en elektronische toe stellen bevatten vaak nog waardevol materiaal. Ze bevatten echter ook
­schadelijke stoffen die noodzakelijk wa
ren voor hun werking en beveiliging. Als deze stoffen in het restafval terecht
­komen of verkeerd worden behandeld,
kunnen ze schade berokkenen aan de menselijke gezondheid en het milieu. Geef het afgedankte toestel dan ook nooit mee met het gewone huisvuil.
Breng het toestel liever naar het dichtst­bijzijnde gemeentelijk containerpark. Vraag meer informatie bij uw Miele-han­delaar.
Zorg er ook voor dat het toestel kindveilig wordt bewaard voor u het wegbrengt.
Alle kunststofonderdelen van het toestel zijn gemarkeerd met een internationaal erkend symbool. Daardoor kan bij het afdanken van het toestel het kunststofafval correct worden geschei den voor milieuvriendelijke recyclage.
-
-
-
-
12
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Spaarzaam afwassen
Deze afwasautomaat werkt uiterst water- en energiebesparend. U kunt nog spaarzamer te werk gaan, indien u de volgende adviezen opvolgt:
Het is mogelijk om de afwasautomaat
^
op warm water aan te sluiten. Bijzon der geschikt is een warmwateraan sluiting bij een energetisch gunstige warmwaterbereiding, bijv. zonne-energie met circulatieleiding. Bij elektrisch verwarmde installaties is het echter aan te bevelen om uw toestel op koud water aan te sluiten.
^ Benut de volledige beladingscapaci-
teit van de korven zonder de afwas­automaat te overladen.
^ Kies een afwasprogramma dat past
bij het soort vaatwerk en de mate van vervuiling.
-
-
^ Gebruik het programma "Energie
Spaar"!
^
Houd u aan de doseeradviezen op de verpakking van het reinigingsmid del.
^
Wanneer u poedervormig of vloei baar reinigingsmiddel gebruikt en de korven maar half beladen zijn, kunt u de hoeveelheid reinigingsmiddel met
1
/3reduceren.
-
-
13
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Het openen van de deur
^ Pak de deur bij de deurgreep en
druk het deurslot naar boven.
Wanneer de deur wordt geopend terwijl de afwasautomaat in gebruik is, worden alle functies automatisch onderbroken.
Het sluiten van de deur
^ Schuif de korven naar binnen.
Kinderslot
Met het kinderslot kunt u voorkomen dat kinderen de deur van de wasauto­maat opendoen.
^ Schuif het schuifje onder de deur-
greep naar rechts om de deur te ver­grendelen.
^ Schuif het schuifje naar links om de
deur te ontgrendelen.
^
Sluit de deur totdat deze vastklikt.
14
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Voor het eerste gebruik hebt u nodig:
ca. 2 l water,
ca. 2 kg regenereerzout,
reinigingsmiddel voor huishoudaf
wasautomaten,
naspoelmiddel voor huishoudafwas
automaten.
Iedere afwasautomaat wordt in de fa briek op zijn werking getest. Als gevolg van deze tests blijft er wa­ter in het toestel achter. Dit betekent niet dat het toestel eerder door een andere consument is gebruikt.
Deze afwasautomaat is uitgerust met een sensorontharder. Daarmee wordt de waterontharder automatisch op de plaatselijke waterhardheid afgesteld.
-
Waterhardheid weergeven
Nadat uw afwasautomaat op uw water leiding is aangesloten en minstens één programma heeft doorlopen, kunt u de waterhardheid laten weergeven die de sensorontharder gemeten heeft. Deze waarde wordt in °d aangegeven en kan afhankelijk van de waterkwaliteit
­schommelen.
Schakel daartoe de afwasautomaat
^
uit met de toets K.
Hou de toets "Start/Stop" ingedrukt en
^
-
schakel tegelijkertijd de afwasauto maat in via de toets K. Hou de toets "Start/Stop" minstens 4 seconden ingedrukt, totdat het con­trolelampje "Start/Stop" gaat branden.
Als dit niet het geval is, begint u op­nieuw.
^ Druk 6 keer op de startuitsteltoets.
Het controlelampje van de startuitstel­toets knippert 6 keer kort in een inter­val.
-
-
De gemeten waterhardheid in °d wordt aangegeven op het display in de cijferreeks na "p".
^
Schakel de afwasautomaat uit met de toets K.
15
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Externe waterontharder
Is de afwasautomaat op een externe waterontharder aangesloten die met zout wordt geregenereerd, dan moet u voor een optimaal reinigingsresultaat toch de waterhardheid instellen.
Stel de waterontharder van de afwasau tomaat af op de waterhardheid die uw externe waterontharder levert. Weet u niet wat de waterhardheid van uw externe waterontharder is, stel dan een waterhardheid in van 8 °d (1,4 mmol/l) in.
^ Schakel daartoe de afwasautomaat
uit met de toets K.
^ Hou de toets "Start/Stop" ingedrukt en
schakel tegelijkertijd de afwasauto­maat in via de toets K. Hou de toets "Start/Stop" minstens 4 seconden ingedrukt, totdat het con­trolelampje "Start/Stop" gaat branden.
Als dit niet het geval is, begint u op­nieuw.
De instelde waterhardheid in °d wordt aangegeven op het display in de cijferreeks na "p".
Kies met de toets "Start/Stop" de
^
waarde die hoort bij de hardheid van uw water. Bij iedere druk op de toets ziet u een
­grotere hoeveelheid. Na de hoogste
waterhardheid begint het tellen weer van voren af aan.
Schakel de afwasautomaat uit met de
^
toets K.
Zodra de afwasautomaat niet langer op een externe ontharder is aange­sloten, selecteert u de waarde P0.
^
Druk 2 keer op de startuitsteltoets.
Het controlelampje van de startuitstel toets knippert 2 keer kort in een inter val.
16
-
-
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Regenereerzout doseren
Om goede reinigingsresultaten te be reiken heeft de afwasautomaat zacht (kalkarm) water nodig. Bij hard water ontstaat er witte kalkaanslag op het vaatwerk en op de wanden van de spoelruimte. Water met een waterhardheid van 4 °dH (0,7 mmol/l) en hoger moet daar om worden onthard. Daar wordt in de ingebouwde waterontharder automa tisch voor gezorgd. De waterontharder is geschikt voor een waterhardheid tot 70 °d (12,6 mmol/l). De waterontharder heeft wel regene­reerzout nodig.
Doseer ook regenereerzout als u multifunctionele reinigingsmiddelen gebruikt. Zo garandeert u een opti­maal reinigingsresultaat en een duurzame werking van de onthar­der. Als u de functie "Combi"-tabletten kiest is er dig.
2
/3of3/4minder zout no-
-
-
Ligt de hardheid van uw water steeds onder de 4 °d
(= 0,7 mmol/l), dan hoeft u geen zout te doseren. Het controlelampje
voor het bijvullen van zout wordt in dat geval automatisch uitgescha keld.
-
Belangrijk! Wanneer u het zoutreser voir voor de eerste keer met regene reerzout wilt vullen, vul het dan eerst met ca. 2 l water. Zo kan het zout oplossen. Nadat u de afwasauto maat in gebruik hebt genomen zit er altijd genoeg water in het reservoir.
Doseer geen poedervormig of
,
vloeibaar reinigingsmiddel in het re­servoir voor het regenereerzout, want dan gaat de ontharder kapot.
,
Gebruik uitsluitend het speciale grofkorrelige regenereerzout of an dere zuivere ingedampte zouten. Gebruik in geen geval andere soorten zout. Die bevatten soms niet in water op te lossen deeltjes die een nadelig effect kunnen hebben op de werking van de ontharder.
-
-
-
-
-
17
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Haal de onderste korf uit de spoel
^
ruimte en draai de dop van het zout reservoir open.
Iedere keer wanneer u de dop van het zoutreservoir opendraait loopt er water of zout over de rand van het reservoir. Draai de dop er daarom alleen maar af om zout bij te vullen.
Vul het zoutreservoir voordat u het
^
toestel voor de eerste keer gebruikt met ca. 2 l water.
Controlelampje voor het
-
-
bijvullen van zout
Vul na afloop van een programma
^
zout bij wanneer het controlelampje "Zout" brandt.
Het is mogelijk dat het controlelampje nog korte tijd blijft branden nadat u zout hebt bijgevuld. Het lampje gaat uit zo dra zich een zoutconcentratie heeft ge vormd die hoog genoeg is.
Het controlelampje voor het bijvullen van zout is uitgeschakeld wanneer u de afwasautomaat op een waterhardheid van minder dan 4 °d (= 0,7 mmol/l) hebt ingesteld.
Start direct daarna het program-
,
ma "Snel" zonder vaatwerk en zon­der de functie "Turbo", zodat eventu­eel gemorste zoutresten kunnen worden verdund en daarna wegge­pompt.
-
-
^
Plaats een trechter in de opening van het zoutreservoir en doseer dan zo veel zout in het zoutreservoir totdat het vol is. In het reservoir kan, afhan kelijk van het soort zout, tot 2 kg zout.
^
Verwijder de zoutresten die zich rond het zoutreservoir bevinden en schroef de dop weer stevig op het zoutreservoir.
^
Start direct daarna het programma "Snel" zonder vaatwerk en zonder de functie "Turbo", zodat eventueel ge morste zoutresten kunnen worden verdund en daarna weggepompt.
18
-
-
-
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Naspoelmiddel
Naspoelmiddel is nodig om ervoor te zorgen dat het water tijdens het drogen als een film van het vaatwerk afloopt en het vaatwerk na het spoelen droogt zonder dat het vlekken gaat vertonen. Het naspoelmiddel wordt in het reser voir voor naspoelmiddel gedoseerd en bij het naspoelen in de ingestelde hoe veelheid automatisch toegevoegd.
Doseer alleen naspoelmiddel
,
voor huishoudafwasautomaten in het naspoelmiddelreservoir. Doseer in geen geval reinigingsmiddelen voor afwasautomaten of reinigingsmid­delen voor de handafwas in het na­spoelmiddelreservoir, want dan gaat het reservoir kapot.
Een andere mogelijkheid is dat u
– azijn voor huishoudelijk gebruik
(maximaal 5 % zuur)
-
Het doseren van naspoelmid del
-
^ Zet de openingstoets op het deksel
van het naspoelmiddelreservoir in de richting van de pijl. De klep springt open.
-
of
vloeibaar citroenzuur (10%)
gebruikt. Het vaatwerk zal echter voch tiger zijn en meer vlekken vertonen dan wanneer u naspoelmiddel gebruikt.
,
U mag in geen geval azijn met een hoger zuurpercentage (bijv. azijnessence van 25 %) gebruiken. Daarbij kan de afwasautomaat be schadigd worden.
Als u uitsluitend met multifunctionele reinigingsproducten wilt reinigen, hoeft u geen naspoelmiddel te doseren.
-
-
19
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Doseer zoveel naspoelmiddel totdat
^
het in het zeefje in de vulopening zichtbaar is.
In het naspoelmiddelreservoir kan ca. 110 ml.
^ Sluit het klepje en wel zo dat het dui-
delijk vastklikt. Is het klepje niet goed gesloten dan kan er tijdens het spoe­len water in het naspoelmiddelreser­voir lopen.
Controlelampje voor het na
-
spoelmiddel
Wanneer het controlelampje "Naspoel middel" in het bedieningspaneel gaat branden zit er nog een reserve in voor 2 - 3 afwasbeurten.
Vul op tijd naspoelmiddel bij.
^
Wanneer u de functie "Combi" heeft ingeschakeld, dan gaat het controle lampje voor het naspoelmiddel niet branden. Zie rubriek "Bediening", pa ragraaf: "Extra functies".
-
-
-
^
Veeg eventueel gemorst naspoelmid del goed weg om bij de volgende af wasbeurt sterke schuimvorming te voorkomen.
20
-
-
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Druk 3x op de startuitsteltoets.
Het instellen van de hoeveel heid te doseren naspoelmiddel
Voor een optimaal resultaat kunt u de dosering van het naspoelmiddel aan passen.
Het te doseren naspoelmiddel is instel baar in hoeveelheden van ca. 0-6 ml. Vanuit de fabriek is een hoeveelheid van ca. 3 ml naspoelmiddel ingesteld. Deze hoeveelheid wordt geadviseerd.
Het gedoseerde naspoelmiddel kan door automatische aanpassing van het programma ‘Automatic’ hoger uitvallen dan de ingestelde waarde.
Vertoont het vaatwerk vlekken:
^ Stel een grotere hoeveelheid na-
spoelmiddel in.
Vertoont het vaatwerk strepen of slui­ers:
^ Stel een lagere hoeveelheid naspoel-
middel in.
^
-
Het controlelampje van de startuitstel toets knippert 3 keer kort in intervallen.
­In de tijdsaanduiding knipperen "p"en
"3" afwisselend. Dit betekent dat er vanuit de fabriek
­een hoeveelheid van 3 ml is ingesteld.
De ingestelde hoeveelheid naspoelmid del is te zien aan de cijfers die achter de "p" in de tijdsaanduiding aan het knipperen zijn.
Kies met de Start/Stop-toets het
^
knipperritme dat hoort bij de ge wenste hoeveelheid te doseren na­spoelmiddel. Bij iedere druk op de toets krijgt men een grotere hoeveelheid.
De geprogrammeerde hoeveelheid te doseren naspoelmiddel is direct opge­slagen.
^ Schakel de afwasautomaat met de
K-toets uit.
-
-
-
^
Schakel de afwasautomaat met de K-toets uit.
^
Druk op de Start/Stop-toets, blijf erop drukken en schakel tegelijk de af wasautomaat met de K-toets in. Blijf daarbij minstens 4 seconden op de Start/Stop-toets drukken totdat het controlelampje "Start/Stop" gaat bran den.
Als dit niet het geval is, begint u op nieuw.
-
-
-
21
Loading...
+ 47 hidden pages