Lees beslist de gebruiksaanwijzing
en de montage-instructies voordat u uw afwasautomaat plaatst, installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en
u vermijdt schade aan het toestel.
In deze gebruiksaanwijzing worden verschillende modellen van afwasautoma
ten beschreven.
Deze modellen worden in de gebruiksaanwijzing als volgt aangeduid:
bijvoorbeeld: G 1142 etc. = G 1XXX
G 2142 etc. = G 2XXX
d Controle-/gebreklampjes
e Weergave programmaverloop
f K-toets (Aan/Uit-toets)
-
De aanduidingen G 1XXX en G 2XXX hebben altijd betrekking op het type
plaatje.
Het typeplaatje bevindt zich aan de rechterzijkant van de deur.
6
-
Page 7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deze afwasautomaat voldoet aan de
voorgeschreven veiligheidsbepalin
gen. Door ondeskundig gebruik kun
nen gebruikers echter letsel oplopen
en kan er schade optreden aan de
koffieautomaat.
Lees deze gebruiksaanwijzing daar
om eerst aandachtig door voordat u
dit toestel in gebruik neemt. Dat is
veiliger voor uzelf en u vermijdt
schade aan de afwasautomaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en
geef ze door aan wie het toestel
eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Deze afwasautomaat is uitsluitend
~
bestemd voor huishoudelijk gebruik.
Gebruik deze afwasautomaat uitsluitend voor het afwassen van huishoudservies. Het gebruik voor andere doeleinden en het aanbrengen van veranderingen aan het toestel is ontoelaatbaar en kan gevaarlijk zijn.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade die werd veroorzaakt doordat
het toestel voor andere doeleinden
werd gebruikt of verkeerd werd be
diend.
-
Kinderen in het huishouden
Hou kinderen die in de buurt van het
~
toestel komen in het oog. Laat kinderen
nooit met het toestel spelen. Wanneer
zij dit doen bestaat het gevaar dat ze
zich in het toestel opsluiten.
-
Kinderen mogen de afwasautomaat
~
alleen maar gebruiken wanneer hen de
bediening ervan zo uitgelegd is dat ze
de wasemkap veilig kunnen bedienen.
Kinderen moeten de eventuele risico's
van een foutieve bediening kunnen be
seffen.
Zorg ervoor dat kinderen niet met
~
reinigingsmiddelen in aanraking kunnen komen. Reinigingsmiddelen kunnen brandwonden in mond en keel veroorzaken of tot verstikking leiden. Laat
kinderen niet bij de afwasautomaat
komen als deze geopend is. Er zouden
nog resten reinigingsmiddel in de afwasautomaat aanwezig kunnen zijn.
Ga direct naar de dokter wanneer uw
kind reinigingsmiddel binnengekregen
heeft.
-
Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden
of hun onervarenheid of gebrek aan
kennis niet in staat zijn om het toestel
veilig te bedienen, mogen dit toestel al
leen onder het toezicht of de
begeleiding van een verantwoordelijk
iemand gebruiken.
-
7
Page 8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het toestel wordt
~
geplaatst, of het zichtbaar beschadigd
is. Is dat het geval, neem het dan in
geen geval in gebruik. Een afwasauto
maat die beschadigd is kan uw veilig
heid in gevaar brengen.
De afwasautomaat mag alleen via
~
een 2-polige stekker met aardig op het
elektriciteitsnet worden aangesloten.
De stekker mag niet worden afgeknipt
en vast aangesloten. U moet na
plaatsing van de automaat zonder pro
blemen bij het stopcontact kunnen
komen.
Wanneer zich in de buurt van de af-
~
wasautomaat een elektrisch toestel bevindt, let er dan op dat de stekker van
dit toestel niet schuilgaat achter de afwasautomaat. Daar de inbouwkast niet
altijd diep genoeg is kan er druk op de
stekker ontstaan, wat het risico op oververhitting en daarmee op brand verhoogt.
De afwasautomaat mag niet onder
~
een kookplaat worden geïnstalleerd.
Een kookplaat straalt voor een deel
hoge temperaturen af waardoor de af
wasautomaat beschadigd zou kunnen
raken. Om dezelfde reden mag de af
wasautomaat niet direct naast warmte
producerende apparaten worden ge
plaatst die niet standaard tot de
keukenuitrusting behoren.
-
-
-
-
-
-
De afwasautomaat mag pas dan op
~
het elektriciteitsnet worden aangeslo
ten, nadat hij is geplaatst en geïnstal
leerd.
Controleer of de elektrische waar
~
den van uw huisinstallatie (spanning,
frequentie en zekering) overeenkomen
met de gegevens op het typeplaatje.
De elektrische veiligheid van deze
~
afwasautomaat wordt enkel gewaar
borgd als het toestel op een aardsys
teem aangesloten is dat volgens de
-
voorschriften geïnstalleerd is. Deze
veiligheidsinrichting moet aanwezig
zijn. Laat de huisinstallatie bij twijfel
door een vakman / vakvrouw controleren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak (bijv.
elektrische schokken).
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
~
geen ongeschikte
stopcontactenblokken of ongeschikte
verlengsnoeren om de afwasautomaat
aan te sluiten. Die bieden niet voldoen
de veiligheidsgaranties. Er bestaat on
der meer gevaar voor oververhitting.
-
-
-
-
-
-
-
8
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als u het toestel niet op een vaste
~
plaats installeert, bijv. op een schip,
laat dit karwei dan enkel uitvoeren door
vakmensen. Hierbij moet aan alle voor
waarden voor een veilig gebruik wor
den voldaan.
Het kunststof omhulsel van de wa
~
teraansluiting bevat een elektrisch on
derdeel. Dompel de behuizing niet in
vloeistof!
In de watertoevoerslang bevinden
~
zich spanningsvoerende delen. De wa
terafvoerslang mag niet worden inge
kort.
Het Miele-Waterproofsysteem biedt
~
een betrouwbare bescherming tegen
waterschade, maar wel op de volgende
voorwaarden:
– Het toestel moet volgens de voor-
schriften geïnstalleerd zijn.
– Wanneer er duidelijk sprake is van
schade moet het toestel worden gerepareerd, resp. moeten onderdelen
worden vervangen.
–
De kraan moet bij langere afwezig
heid
(bijv. vakantie) worden dichtge
draaid.
Het Waterproofsysteem functioneert
ook wanneer de afwasautomaat is uit
geschakeld. De automaat moet dan wel
op het elektriciteitsnet zijn aangesloten.
-
-
-
-
-
-
-
Een afwasautomaat die beschadigd
~
is kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Stel het toestel meteen buiten werking
wanneer het beschadigd is en neem
contact op met uw leverancier of met
de Technische Dienst van Miele.
Door ondeskundig uitgevoerde re
~
paraties kunnen er niet te onderschat
ten risico's ontstaan voor de gebruiker.
Daarvoor kan Miele niet aansprakelijk
worden gesteld. Reparaties mag u uit
sluitend laten uitvoeren door vakmen
sen die door Miele erkend zijn. Anders
is er bij schade achteraf geen aan
spraak meer op garantie.
Laat defecte onderdelen enkel
~
vervangen door originele Miele-vervangstukken. Enkel dan bent u zeker
dat ze ten volle voldoen aan de eisen
die Miele qua veiligheid stelt.
Bij onderhoudswerkzaamheden
~
dient u altijd de spanning van het toestel te halen. Schakel daartoe de automaat uit en trek daarna de stekker uit
het stopcontact of schakel de hoofd
schakelaar van de elektrische huisin
stallatie uit.
Wanneer de aansluitkabel is be
~
schadigd, moet hij door een speciaal
voor deze afwasautomaten vervaar
digde kabel worden vervangen. Neem
contact op met de Miele-vakhandelaar
of met de Technische Dienst van Miele.
Om veiligheidsredenen mag het snoer
alleen door een door Miele erkende
vakman/vakvrouw of door de Tech
nische Dienst van Miele worden
vervangen.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
9
Page 10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deskundige plaatsing
Neem bij plaatsing en aansluiting
~
van de afwasautomaat de montage-in
structies in het montageschema in acht.
Om een perfecte werking te waar
~
borgen, dient u het toestel waterpas op
te stellen.
Voor de stabiliteit van de afwasauto
~
maat is het noodzakelijk dat onder of in
te bouwen afwasautomaten uitsluitend
worden geplaatst onder een doorlo
pend werkblad dat is vastgeschroefd
aan de kasten die ernaast staan.
Wilt u van een vrijstaande afwasau-
~
tomaat een onderbouwafwasautomaat
maken, vervang het sokkelpaneel dan
door een sokkelpaneel dat hoort bij
onderbouwafwasautomaten. Gebruik
daarvoor de daarbij horende ombouwset.
Doet u dat niet, loopt u het risico zich
aan uitstekende metalen onderdelen te
verwonden.
-
-
-
Efficiënt gebruik
Gebruik geen oplosmiddelen in de
~
spoelruimte. Dit in verband met explo
siegevaar.
Adem geen poedervormige reini
~
gingsmiddelen in! Slik geen reinigings
middelen in! Reinigingsmiddelen kun
nen brandwonden in neus, mond en
keel veroorzaken. Ga direct naar de
dokter wanneer u een reinigingsmiddel
hebt ingeademd of ingeslikt.
Laat de deur van de automaat niet
~
onnodig openstaan. U zou zich daar
aan kunnen stoten.
Wanneer de deur open staat, ga
~
daar dan niet op zitten of staan. Doet u
dat wel, dan kan het toestel kantelen.
Daarbij kunt u letsel oplopen of kan het
toestel beschadigd raken.
Gebruik uitsluitend reinigingsmidde-
~
len voor huishoudafwasautomaten. Gebruik geen reinigingsmiddelen voor de
handafwas! Gebruik uitsluitend naspoelmiddelen voor huishoudafwasautomaten!
-
-
-
-
-
10
Gebruik geen reinigingsmiddelen
~
die voor bedrijfsafwasautomaten of in
dustriereinigers bestemd zijn. Doet u
dat wel kan er materiële schade ont
staan en kunnen er hevige chemische
reacties optreden (bijv. een knalgasre
actie).
Doseer geen poedervormig of vloei
~
baar reinigingsmiddel in het reservoir
voor naspoelmiddel. Hierdoor kan het
reservoir immers kapotgaan.
-
-
-
-
Page 11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Giet het afwasmiddel (ook vloeibaar
~
afwasmiddel) niet in het reservoir voor
het regenereerzout. Het afwasmiddel
beschadigt het onthardingssysteem.
Gebruik uitsluitend het speciale
~
grofkorrelige regenereerzout of andere
zuivere ingedampte zouten.
Gebruik in geen geval andere soorten
zout, bijv. keukenzout of strooizout.
Deze soorten zout bevatten soms niet
in water op te lossen deeltjes die een
nadelig effect kunnen hebben op de
werking van de ontharder.
Heeft u een afwasautomaat met een
~
bestekkorf, kunt u het bestek het beste
in de bestekkorf plaatsen met de grepen beneden en met de scherpe kant
boven. Dan wordt het bestek makkelijker schoon en droog. Wanneer u
daardoor echter kans loopt om zich aan
de scherpe kant van de messen en de
punten van de vorken te verwonden,
dan kunt u het bestek het beste met de
grepen boven en met de scherpe kant
beneden plaatsen.
Toebehoren
Alleen toebehoren dat Miele uitdruk
~
kelijk heeft goedgekeurd, mag worden
gemonteerd of ingebouwd. Worden er
andere onderdelen gemonteerd of in
gebouwd, dan vervalt het recht op
waarborg en/of productaansprakelijk
heid.
-
-
Wat met een afgedankte afwas
automaat?
Maak het deurslot onbruikbaar zo
~
dat kinderen zich niet in het toestel kun
nen opsluiten. Verwijder hiertoe de
sluithaak van het deurslot.
Wanneer de veiligheidsinstructies
niet worden opgevolgd, kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden
gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
-
-
-
-
Reinig geen kunststof vaatwerk in
~
de afwasautomaat dat niet hittebesten
dig is zoals wegwerpbakjes of
wegwerpbestek. Dit soort vaatwerk kan
door de hoge temperaturen vervormen.
Om te voorkomen dat kinderen met
~
het reinigingsmiddel in aanraking kun
nen komen, moet u het volgende in de
gaten houden. Wanneer u de extra
functie "Startuitstel" gebruikt (afhankelijk
van het model), moet u ervoor zorgen
dat het doseerbakje voor het reinigings
middel droog is. Reinigingsmiddel gaat
in een vochtig doseerbakje klonteren
en wordt misschien niet volledig weg
gespoeld.
-
-
-
-
11
Page 12
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het wegdoen van het verpak
-
kingsmateriaal
De verpakking beschermt het toestel
tegen transportschade. Er werd voor
milieuvriendelijk en recycleerbaar ver
pakkingsmateriaal gekozen.
Het gaat om de volgende soorten mate
riaal:
Buitenverpakking:
Golfkarton van 100 % kringloop
–
materiaal,
andere mogelijkheid:
stretchfolie/wikkelfolie van polyethyleen (PE)
– Kunststofomsnoeringsbanden van
polypropyleen (PP)
Binnenverpakking:
– Expansieve polystyreen (EPS) zon-
der toevoeging van chloor of fluor
– Bodem, deksellijst en steunlijsten van
onbehandeld hout van
bosteeltkundig beheerde bossen
–
Beschermingsfolie van polyethyleen
(PE)
-
-
Uw toestel afdanken
Oude elektrische en elektronische toe
stellen bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die noodzakelijk wa
ren voor hun werking en beveiliging.
Als deze stoffen bij het restafval te
rechtkomen of verkeerd worden behan
deld, kunnen ze schade berokkenen
aan de menselijke gezondheid en het
milieu. Geef uw oud toestel dus niet
mee met het gewone huisvuil.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
-
-
-
-
Het recycleren van het verpakkingsma
teriaal vermindert de afvalproductie en
het gebruik van grondstoffen. Uw vak
handelaar neemt de verpakking terug
of geeft u informatie over de dichtstbij
zijnde mogelijkheid voor teruggave.
12
-
-
-
Page 13
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
–
of
de firma Recupel,
–
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel
–
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus
sen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
-
-
Spaarzaam afwassen
Deze afwasautomaat werkt uiterst
water- en energiebesparend.
U kunt nog spaarzamer te werk gaan,
indien u de volgende adviezen opvolgt:
Het is mogelijk om de afwasautomaat
^
op warm water aan te sluiten. Bijzon
der geschikt is een warmwateraan
sluiting bij een energetisch gunstige
warmwaterbereiding, bijv.
zonne-energie met circulatieleiding.
Bij elektrisch verwarmde installaties
is het echter aan te bevelen om uw
toestel op koud water aan te sluiten.
^ Benut de volledige beladingscapaci-
teit van de rekken zonder de afwasautomaat te overladen.
^ Kies een afwasprogramma dat past
bij het soort vaatwerk en de mate van
vervuiling.
^ Gebruik het programma "Energie
Spaar"!
-
-
^
Houdt u aan de doseeradviezen op
de verpakking van het afwasmiddel.
^
Wanneer u poedervormig of vloei
baar reinigingsmiddel gebruikt en de
rekken maar half beladen zijn, kunt u
de hoeveelheid reinigingsmiddel met
1
/3reduceren.
-
13
Page 14
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Het openen van de deur
^ Pak de deur bij de deurgreep en
druk het deurslot naar boven.
Wanneer de deur wordt geopend terwijl
de afwasautomaat in gebruik is, worden
alle functies automatisch onderbroken.
Het sluiten van de deur
^ Schuif de rekken naar binnen.
Kinderslot
Met het kinderslot kunt u voorkomen
dat kinderen de deur van de wasautomaat opendoen.
^ Schuif het schuifje onder de deur-
greep naar rechts om de deur te vergrendelen.
^ Schuif het schuifje naar links om de
deur te ontgrendelen.
^
Sluit de deur totdat deze vastklikt.
14
Page 15
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Waterontharder
Om goede resultaten te krijgen, heeft
de afwasautomaat zacht (kalkarm) wa
ter nodig. Als het water hard is, zet er
zich een witte aanslag af op kookgerei
en op de wanden van de afwasruimte.
Water met een waterhardheid van 4 °
Duitse of 7 ° Franse moet daarom wor
den onthard. Dit gebeurt automatisch in
het ingebouwde onthardingssysteem.
De waterontharder heeft daarvoor
–
wel regenereerzout nodig.
Doe ook zout in de machine als u
multifunctionele afwasmiddelen ge
bruikt, om een optimaal resultaat te
verzekeren.
– De afwasautomaat moet precies wor-
den geprogrammeerd naar de hardheid van uw water.
– Informeer bij het plaatselijke waterlei-
dingbedrijf wat voor hardheidsgraad
uw water precies heeft.
-
-
-
Vanuit de fabriek is een waterhard
heid van 15 °d ofwel 27 °f geprogram
meerd.
Wanneer deze waterhardheid overeen
komt met de hardheid van uw eigen
water, hoeft u deze rubriek niet verder
te lezen.
Wanneer uw water echter een andere
hardheid heeft, moet u deze via de
toetsen van uw bedieningsveld pro
grammeren.
-
-
-
-
Programmeer bij een variërende waterhardheid (bijv. 37 - 50 ° Duitse ofwel
67 - 90 ° Franse) altijd de hoogste
waarde (in dit voorbeeld 50 °dH).
Bij een eventuele reparatie is het voor
de monteur makkelijk om de hardheid
van uw water te weten.
^
Noteer daarom de hardheid van uw
water:
°d
15
Page 16
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Het programmeren van de waterhard
heid
Bij het programmeren gaan iedere keer
nadat u op een toets hebt gedrukt weer
andere controlelampjes knipperen en
branden. Voor de programmering zijn
echter alleen die controlelampjes van
belang die in de volgende stappen
worden genoemd.
U kunt het programmeren altijd zon
der problemen afbreken en van vo
-
-
ren af aan beginnen, wanneer u de
afwasautomaat met de K-toets uit
-
schakelt.
^ Schakel de afwasautomaat met de
K-toets uit.
^ Druk op de Start/Stop-toets, blijf erop
drukken en schakel tegelijk de afwasautomaat met de K-toets in.
Blijf daarbij minstens 4 seconden op
de Start/Stop-toets drukken totdat het
controlelampje "Start/Stop" gaat branden.
Als dit niet het geval is, begint u op
-
nieuw.
^
Druk 2 keer op de programmatoets.
Het controlelampje van het onderste
programma knippert 2 keer kort in inter
vallen en het controlelampje "Spoelen"
knippert 4 keer kort in intervallen. Dit is
vanuit de fabriek ingesteld.
De ingestelde hoeveelheid is te zien
-
aan het knipperritme van het controle
lampje "Spoelen". Zie tabel.
°dmmol/l°fKnipper-
"Spoelen"
1 - 40,2 - 0,72- 71 x kort
5 - 70,9 - 1,39- 132 x kort
8 - 111,4 - 2,014- 203 x kort
12 - 152,2 - 2,722- 274 x kort
16 - 202,9 - 3,629- 365 x kort
21 - 253,8 - 4,538- 456 x kort
26 - 304,7 - 5,447- 547 x kort
31 - 365,6 - 6,556- 658 x kort
37 - 456,7 - 8,167- 819 x kort
46 - 708,3 - 12,683-1261 x lang
^ Kies met de Start/Stop-toets het
knipperritme dat hoort bij de hardheid van uw water.
Bij iedere druk op de toets krijgt men
een grotere hoeveelheid. Na de
hoogste waterhardheid begint het tellen weer van voren af aan.
Voorbeeld:
De waterhardheid bedraagt 22 °d, of
40 °f.
Het controlelampje "Spoelen" knip
-
pert 6 keer kort in intervallen.
^
Schakel de afwasautomaat met de
K-toets uit.
-
ritme
-
16
Page 17
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Het controleren van de geprogram
meerde waterhardheid
Schakel de afwasautomaat met de
^
K-toets uit.
Druk op de Start/Stop-toets, blijf erop
^
drukken en schakel tegelijk de af
wasautomaat met de K-toets in.
Blijf daarbij minstens 4 seconden op
de Start/Stop-toets drukken totdat het
controlelampje "Start/Stop" gaat bran
den.
Druk 2 keer op de programmatoets.
^
Het controlelampje "Spoelen" knippert
in dat ritme dat hoort bij de ingestelde
waterhardheid. Zie tabel.
^ Schakel de afwasautomaat met de
K-toets uit.
-
-
-
17
Page 18
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Voor het eerste gebruik hebt u
nodig:
ca. 2 l water;
–
ca. 2 kg regenereerzout;
–
reinigingsmiddel voor huishoudaf
–
wasautomaten;
naspoelmiddel voor huishoudafwas
–
automaten.
Iedere afwasautomaat wordt in de fa
briek op zijn werking getest.
Als gevolg van deze tests blijft er wa
ter in het toestel achter. Dit betekent
niet dat het toestel eerder door een
andere consument is gebruikt.
Vullen met regenereerzout
Doe ook zout in de machine als u
multifunctionele afwasmiddelen gebruikt, om een optimaal resultaat te
verzekeren en een duurzame wer
king van de ontharder te garande
ren.
-
-
-
Belangrijk! Wanneer u het zoutreser
voir voor de eerste keer met regene
reerzout wilt vullen, vul het dan eerst
met ca. 2 l water. Zo kan het zout
oplossen. Nadat u de afwasauto
maat in gebruik hebt genomen zit er
altijd genoeg water in het reservoir.
-
Giet het afwasmiddel (ook vloei
,
baar afwasmiddel) niet in het reser
voir voor het regenereerzout. Het af
wasmiddel beschadigt het onthar
dingssysteem.
Gebruik uitsluitend het speciale
,
grofkorrelige regenereerzout of andere zuivere ingedampte zouten.
Gebruik in geen geval andere
soorten zout, bijv. keukenzout of
strooizout. Deze soorten zout bevatten soms niet in water op te lossen
deeltjes die een nadelig effect kunnen hebben op de werking van de
ontharder.
-
-
-
-
-
-
-
Als de hardheid van uw water steeds
onder de 4 °d ofwel 7 °f ligt, hoeft u
geen zout te doseren.
U moet dan echter wel de afwasauto
maat programmeren naar de hard
heid van uw water.
18
-
-
Page 19
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Haal het onderrek uit de spoelruimte
^
en draai de dop van het zoutreservoir
open.
Iedere keer wanneer u de dop van
het zoutreservoir opendraait loopt er
water of zout over de rand van het
reservoir. Draai de dop er daarom
alleen maar af om zout bij te vullen.
Vul het zoutreservoir voordat u het
^
toestel voor de eerste keer gebruikt
met ca. 2 l water.
Start direct daarna het programma
^
"Snel" zonder vaatwerk (zonder "Tur
bo"-functie, indien aanwezig), zodat
eventueel gemorste zoutresten kun
nen worden verdund en daarna weg
gepompt.
-
-
Controlelampje voor het zout
Vul na afloop van een programma
^
zout bij wanneer het controlelampje
"Zout" brandt.
Het is mogelijk dat het controlelampje
nog korte tijd blijft branden, nadat u
zout hebt bijgevuld. Het lampje gaat uit,
zodra zich een zoutconcentratie heeft
gevormd die hoog genoeg is.
Start direct na het doseren van
,
regenereerzout het programma
"Snel" zonder vaatwerk (zonder "Turbo"-functie, indien aanwezig), zodat
eventueel gemorste zoutresten kunnen worden verdund en daarna
weggepompt.
-
^
Plaats een trechter in de opening van
het zoutreservoir en doseer dan zo
veel zout in het zoutreservoir totdat
het vol is. In het zoutreservoir kan af
hankelijk van het soort zout max.
2 kg.
^
Verwijder de zoutresten die zich rond
het zoutreservoir bevinden en
schroef de dop weer stevig op het
zoutreservoir.
-
-
19
Page 20
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Naspoelmiddel
Naspoelmiddel is nodig om ervoor te
zorgen dat het water tijdens het drogen
als een film van het vaatwerk afloopt en
het vaatwerk na het spoelen droogt
zonder dat het vlekken gaat vertonen.
Het naspoelmiddel wordt in het reser
voir voor naspoelmiddel gedoseerd en
bij het naspoelen in de ingestelde hoe
veelheid automatisch toegevoegd.
Doseer alleen naspoelmiddel
,
voor huishoudafwasautomaten in het
naspoelmiddelreservoir. Doseer in
geen geval reinigingsmiddelen voor
afwasautomaten of reinigingsmiddelen voor de handafwas in het naspoelmiddelreservoir, want dan gaat
het reservoir kapot.
Een andere mogelijkheid is dat u
– azijn voor huishoudelijk gebruik
(maximaal 5 % zuur)
-
Het doseren van naspoelmid
del
-
^ Zet de openingstoets op het deksel
van het naspoelmiddelreservoir in de
richting van de pijl. De klep springt
open.
-
of
–
vloeibaar citroenzuur (10%)
gebruikt. Het vaatwerk zal echter voch
tiger zijn en meer vlekken vertonen dan
wanneer u naspoelmiddel gebruikt.
,
U mag in geen geval azijn met
een hoger zuurpercentage (bijv.
azijnessence van 25 %) gebruiken.
Daarbij kan de afwasautomaat be
schadigd worden.
Als u uitsluitend met multifunctionele
reinigingsproducten wilt reinigen, hoeft
u geen naspoelmiddel te doseren.
20
-
-
Page 21
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Doseer zoveel naspoelmiddel totdat
^
het in het zeefje in de vulopening
zichtbaar is.
In het naspoelmiddelreservoir kan ca.
110 ml.
^ Sluit het klepje en wel zo dat het dui-
delijk vastklikt. Is het klepje niet goed
gesloten dan kan er tijdens het spoelen water in het naspoelmiddelreservoir lopen.
Controlelampje voor het na
-
spoelmiddel
Wanneer het controlelampje "Naspoel
middel" in het bedieningspaneel gaat
branden zit er nog een reserve in voor
2 - 3 afwasbeurten.
Vul op tijd naspoelmiddel bij.
^
-
^
Veeg eventueel gemorst naspoelmid
del goed weg om bij de volgende af
wasbeurt sterke schuimvorming te
voorkomen.
-
-
21
Page 22
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Druk 3x op de Programmatoets.
Het instellen van de hoeveel
heid te doseren naspoelmiddel
Voor een optimaal resultaat kunt u de
dosering van het naspoelmiddel aan
passen.
Het te doseren naspoelmiddel is instel
baar in hoeveelheden van ca. 0-6 ml.
Vanuit de fabriek is een hoeveelheid
van ca. 3 ml naspoelmiddel ingesteld.
Deze hoeveelheid wordt geadviseerd.
Vertoont het vaatwerk vlekken:
Stel een grotere hoeveelheid na
^
spoelmiddel in.
Vertoont het vaatwerk strepen of sluiers:
^ Stel een lagere hoeveelheid naspoel-
middel in.
^ Schakel de afwasautomaat met de
K-toets uit.
^
Druk op de Start/Stop-toets, blijf erop
drukken en schakel tegelijk de af
wasautomaat met de K-toets in.
Blijf daarbij minstens 4 seconden op
de Start/Stop-toets drukken totdat het
controlelampje "Start/Stop" gaat bran
den.
Als dit niet het geval is, begint u
opnieuw.
-
^
-
Het controlelampje van het onderste
programma knippert
afwisselend 3 keer kort.
-
Het controlelampje "Spoelen" knippert 3
keer kort in intervallen.
Dit betekent dat er vanuit de fabriek
een hoeveelheid van 3 ml is ingesteld.
De ingestelde hoeveelheid is te zien
aan het knipperritme van het controle
lampje "Spoelen". Zie tabel.
Naspoelmiddel
hoeveelheid
in ml
-
^
Kies met de Start/Stop-toets het
-
0-
11x
22x
33x
44x
55x
66x
Knipperritme
knipperritme dat hoort bij de ge
wenste hoeveelheid te doseren na
spoelmiddel.
Bij iedere druk op de toets krijgt men
een grotere hoeveelheid.
De geprogrammeerde hoeveelheid te
doseren naspoelmiddel is direct opge
slagen.
"Spoelen"
-
-
-
-
22
^
Schakel de afwasautomaat met de
K-toets uit.
Page 23
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Waar u bij het inruimen van
serviesgoed en bestek op
moet letten
Verwijder de ergste etensresten van het
vaatwerk.
Het is niet nodig om het vaatwerk van
te voren onder stromend water af te
spoelen!
Was vaatwerk met as, zand,
,
was, smeervet of verf niet in de af
wasautomaat.
As wordt niet opgelost, maar in de
spoelruimte verdeeld. Door was,
smeervet en verf raakt de afwasautomaat beschadigd.
U kunt ieder stuk servies in principe
overal in de rekken inruimen. Neem
daar echter de volgende tips bij in acht.
– Plaats serviesgoed en bestek zo dat
het niet tegen of op elkaar ligt.
– Plaats het vaatwerk altijd zo, dat alle
vlakken door het water kunnen wor
den bereikt. Enkel op die manier is
een goed resultaat mogelijk!
-
-
Plaats servies met een diepe bodem
–
zoveel mogelijk schuin in het rek, zo
dat het water eraf kan lopen.
Let erop dat de sproeiarmen niet
–
door te hoog of door de rekken
heenstekend vaatwerk worden ge
blokkeerd.
U kunt dit controleren door de
sproeiarmen een keer met de hand
rond te draaien.
Let erop dat kleine stukken servies
–
goed niet door de spijlen van de rek
ken vallen.
Leg dit soort servies zoals dekseltjes
daarom in de besteklade of de bestekkorf.
Levensmiddelen zoals wortels, tomaten of ketchup kunnen natuurlijke
kleurstoffen bevatten. Door deze
stoffen kunnen kunststof vaatwerk
en kunststof onderdelen ervan verkleuren, wanneer zij in ruime mate
met het vaatwerk in de automaat terechtkomen. Deze verkleuring heeft
echter geen invloed op de stabiliteit
van kunststof vaatwerk.
-
-
-
-
–
Plaats al het serviesgoed zo, dat het
stevig staat.
–
Plaats hol serviesgoed zoals kopjes,
glazen en kommen met de openin
gen naar beneden in de rekken.
–
Plaats hoog, smal, hol serviesgoed
niet in de hoeken van de rekken,
maar zoveel mogelijk in het midden
ervan. Het water kan er dan beter bij.
-
23
Page 24
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Serviesgoed en bestek die niet
geschikt zijn voor de afwas
-
automaat
Serviesgoed en bestek die óf hele
–
maal óf voor een deel uit hout be
staan drogen uit en worden lelijk.
Bovendien houdt de lijm niet in de af
wasautomaat. Het gevolg daarvan is
dat houten grepen los kunnen raken.
Kunstvoorwerpen, antieke vazen of
–
glazen met decoraties zijn niet be
stand tegen de afwasautomaat.
Voorwerpen van niet hittebestendig
–
kunststof kunnen vervormen.
– Voorwerpen van koper, messing, tin
en aluminium kunnen verkleuren of
dof worden.
– Kleurdecoraties op het glazuur kun-
nen na vele afwasbeurten verbleken.
– Teer glaswerk en kristallen voor-
werpen kunnen na een tijd dof worden.
-
-
-
Wij adviseren:
Koop serviesgoed van materiaal dat
–
geschikt is om in een afwasautomaat
te worden afgewassen en bestek met
de aanduiding: "Geschikt voor de
afwasmachine".
-
Wanneer u teer glaswerk per se in de
–
afwasautomaat wilt afwassen doe dat
dan uitsluitend bij lage temperaturen.
Zie de rubriek "Programmaoverzicht".
De kans dat het glaswerk dof wordt
is dan kleiner.
Blijf bijzonder waardevolle glazen
–
met de hand afwassen.
Let verder op het volgende:
Zilver dat met zilverpoets is behan-
deld kan na afloop van het afwasprogramma nog vochtig zijn doordat het
water er niet als een film afloopt. Het zilver moet dan met een doek worden afgedroogd.
Zilver kan verkleuren wanneer het in
aanraking komt met levensmiddelen die
zwavel bevatten, bijv. eigeel, uien,
mayonaise, mosterd, peulvruchten, vis,
pekelsaus van vis en marinades.
24
,
Aluminium serviesgoed zoals
vetfilters mag niet worden afgewas
sen met bijtende alkalische reini
gingsmiddelen die in bedrijfsafwas
automaten of industriereinigers wor
den gebruikt. Gebeurt dat wel dan
kan er materiële schade ontstaan. In
het ergste geval bestaat het gevaar
dat er hevige chemische reacties
optreden die tot een explosie kun
nen leiden (bijv. een knalgasre
actie).
-
-
-
-
-
-
Page 25
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Bovenrek
Gebruik de afwasautomaat om
,
veiligheidsredenen niet zonder
boven- en onderrek.
^ Plaats in het bovenrek klein, licht en
teer serviesgoed zoals glazen, kopjes, schoteltjes en dessertschaaltjes.
U kunt er ook een plat pannetje in
plaatsen.
^
Leg erg lang bestek zoals soeple
pels, pollepels en lange messen
dwars aan de voorkant van het bo
venrek.
-
Kopjesrek
Klap het kopjesrek omhoog om hoog
^
servies goed te kunnen inruimen.
Steunbeugel (afhankelijk van het
model)
Glazen staan steviger wanneer u ze te
gen de steunbeugel aanzet.
^ Klap de steunbeugel omhoog en zet
de glazen ertegenaan.
De beugel kunt u omklappen naar het
midden van het rek. Dat maakt het in
ruimen en uitruimen van serviesgoed
makkelijker.
-
-
25
Page 26
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Universele beugel (afhankelijk van het
model)
Hoge glazen en glazen met een lange
steel staan steviger wanneer u de uni
versele beugel gebruikt.
^ Klap de universele beugel omlaag en
zet er de hoge glazen en glazen met
lange steel tegenaan.
-
26
Page 27
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Het verstellen van het bovenrek
Om in het boven- of onderrek meer
plaats te krijgen voor hoger servies
goed kunt u het bovenrek in hoogte
verstellen. U kunt kiezen tussen 3 stan
den met een verschil van telkens ca.
2 cm.
U kunt het bovenrek ook schuin
plaatsen, nl. met één kant hoog en met
één kant laag. Zo zal het water vlotter
uit holtes lopen. Let er echter op dat u
het rek zonder problemen in de spoel
ruimte kan schuiven.
^ Trek het bovenrek naar buiten.
-
Afhankelijk van de stand van het bo
venrek kunt u bijv. borden met de vol
gende doorsneden in de rekken
plaatsen.
-
Afwasautomaat met besteklade
(Model zie typeplaatje)
Stand
van het
bovenrek
G1XXX G2XXX
Boven151931
Midden172129
Onder192327
Afwasautomaat met bestekkorf
(Model zie typeplaatje)
Stand
van het
bovenrek
G1XXX G2XXX
Bord-Ø in cm
BovenrekOnderrek
Bord-Ø in cm
BovenrekOnderrek
-
-
Om het bovenrek naar boven toe te ver
stellen,
^
trekt u het rek naar boven, tot het
vastklikt.
Om het bovenrek naar onderen toe te
verstellen,
^
trekt u de hendels aan de zijkanten
van het rek naar boven.
^
Stel de gewenste positie in en laat de
hendels weer vastklikken.
Boven202431
Midden222629
Onder242827
-
27
Page 28
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Onderrek
Plaats in het onderrek groot en zwaar
^
serviesgoed zoals borden, platte
schotels, pannen en schalen.
U kunt ook schoteltjes, ontbijt- en
dessertbordjes in het onderrek zet
ten.
Afwasautomaat met besteklade
Inzetrek met spijlen
In het inzetrek met spijlen kunt u scho
teltjes, borden en platte schotels
plaatsen.
-
De twee rijen spijlen van dit rek kunt u
omklappen om meer ruimte te krijgen
voor grote stukken serviesgoed, bijv.
potten, pannen en schalen.
-
Afwasautomaat met bestekkorf
28
^
Druk de gele hendels naar beneden
a zodat de rijen spijlen omklappen
b.
Page 29
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Uitneembaar inzetrek met spijlen
U kunt het inzetrek met spijlen uit het
toestel halen om meer ruimte te krijgen
voor groter serviesgoed, bijv. een platte
pan, of om een ander inzetrek te
plaatsen.
Het verwijderen a
^ Trek het inzetrek aan de handgreep
naar boven.
Het plaatsen b
^
Schuif de twee haakjes die aan de
onderkant van de inzet zitten onder
de dwarsspijl van het onderrek.
Flessenhouder (afhankelijk van het
model)
Op de flessenhouder kunt u smal ser
viesgoed plaatsen zoals een melk- of
babyfles.
^ Zet de flessenhouder alleen in het
onderrek zoals op het plaatje afgebeeld. Op andere plaatsen kunnen
de waterstralen niet in de binnenkant
van de fles komen en wordt de fles
zo niet goed schoon. De flessen wor
den zo niet goed schoon.
-
-
^
Druk het inzetrek aan de handgreep
naar beneden totdat u weerstand
voelt.
29
Page 30
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Bestek
Besteklade (afhankelijk van het model)
Wanneer de lepels niet met de grepen
tussen de opstaande kammen passen,
leg ze dan met de grepen op de getan-
^ Plaats het bestek in de besteklade
zoals op het plaatje.
Wanneer u messen, vorken en lepels
als aparte groepen in de besteklade
legt, kunt u ze er na het afwasprogramma makkelijker uithalen en opbergen.
de kammen.
Leg de lepels met de grepen tussen de
opstaande kammen en de lepelbladen
tussen de getande kammen, zodat ook
de laatste waterdruppel er zonder pro
blemen af kan lopen.
De bovenste sproeiarm mag niet
door te hoog vaatwerk (bijv. een
taartschep) worden geblokkeerd.
30
-
Page 31
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Bestekkorf (afhankelijk van het model)
^ Wilt u het bestek snel schoon en
droog hebben, plaats het dan zo in
de bestekkorf dat de grepen beneden en de snijkanten van de messen
en de tanden van de vorken boven
zitten.
Wanneer u daardoor echter kans
loopt om zich daaraan te verwonden,
dan kunt u het bestek beter zo
plaatsen dat de grepen boven en de
scherpe kanten beneden zitten.
Plaats de bestekhouder als dat nodig
^
is op de bestekkorf.
^
Plaats kleine lepels in de speciale le
pelsegmenten aan weerszijden van
de bestekkorf.
Speciale bestekhouder voor de be
stekkorf
In de bijgevoegde bestekhouder kunt u
sterk vervuilde lepels plaatsen.
De lepels liggen niet op elkaar maar
worden in deze houder naast elkaar op
gehangen. Daardoor kan het water er
beter bij.
-
-
^
Plaats de lepels in de bestekhouder
met de grepen beneden. Verdeel het
bestek gelijkmatig over de houder.
-
31
Page 32
Bediening
Reinigingsmiddelen
Gebruik uitsluitend reinigingsmid
,
delen voor huishoudafwasautomaten.
Soorten reinigingsmiddelen
Moderne reinigingsmiddelen bevatten
veel werkstoffen. De belangrijkste zijn:
Er zijn voornamelijk fosfaathoudende
lichtalkalische reinigingsmiddelen met
enzymen en zuurstofbleekmiddelen
verkrijgbaar. Fosfaatvrije producten zijn
zeldzaam.
De reinigingsmiddelen zijn verkrijgbaar
in verschillende vormen.
–
Poeder en -gel voor de afwasauto
maat worden naargelang de lading
en de mate waarin die vuil is op een
verschillende manier gedoseerd.
–
Tabletten bieden een dosis die voor
de meeste toepassingen volstaat.
Naast normale reinigingsmiddelen zijn
er ook producten met verschillende ex
tra functies (zie rubriek "Extra functies,
Combi-tab", indien aanwezig).
Combinatiereinigingsmiddelen hebben
naast een reinigingsfunctie ook een
glansspoel- en een wateronthardings
functie.
32
-
-
U vindt deze producten in de handel
onder de naam "3 in 1". Als ze ook
-
glansbescherming, glans voor roestvrij
staal of extra reinigingskracht bieden,
heten ze vaak "4 in 1", "5 in 1", enz.
Gebruik deze combinatiereinigings
middelen alleen in combinatie met de
hardheidsgraad die op de verpakking
vermeld staat.
Het afwas- en droogvermogen van
deze reinigingsmiddelen met extra
functies is zeer uiteenlopend.
Optimale spoel- en droogresultaten
bereikt u door normale reinigingsmid
delen te gebruiken in combinatie met
afzonderlijke zoutdosering en glansspoelmiddel.
Dosering van het reinigingsmiddel
^ Neem bij het doseren daarvan de
aanwijzingen in acht die op de verpakking staan.
^ Tenzij anders vermeld, doseert u een
reinigingstablet of, volgens de mate
waarin het vaatwerk vuil, 20 tot 30 ml
in vakje II.
Wanneer het vaatwerk erg vuil is kunt
u een kleine hoeveelheid extra reini
gingsmiddel in vakje I doen (zie Pro
grammaoverzicht).
^
Gebruik bij het programma "Snel"
geen tabletten. De tabletten lossen
bij dit programma niet helemaal op.
-
Wanneer u minder reinigingsmiddel
gebruikt dan is geadviseerd, is het
mogelijk dat het vaatwerk niet goed
schoon wordt.
-
-
-
-
Page 33
Adem geen poedervormig reini
,
gingsmiddel in! Slik geen reinigings
middel in! Reinigingsmiddelen kun
nen brandwonden in neus, mond en
keel veroorzaken. Ga direct naar de
dokter wanneer u een reinigingsmid
del hebt ingeademd of ingeslikt.
Zorg ervoor dat kinderen niet met
reinigingsmiddelen in aanraking
kunnen komen. Laat kinderen daar
om niet bij de afwasautomaat komen
als deze geopend is. Er zouden nog
resten reinigingsmiddel in de afwas
automaat aanwezig kunnen zijn. Bo
vendien kunt u het reinigingsmiddel
beter pas dán toevoegen vlak voordat u het programma start. Vergrendel de deur bovendien met het
kinderslot, wanneer uw automaat
daarover beschikt.
Het doseren van reinigingsmiddel
Bediening
Na afloop van een afwasprogramma is
-
het klepje van het reinigingsmiddelbak
-
je altijd geopend.
-
-
-
-
-
^ Doseer het reinigingsmiddel in de
vakjes en sluit het klepje van het doseerbakje.
^ Sluit ook de verpakking van het reini-
gingsmiddel. Het middel zou anders
kunnen gaan klonteren.
Doseerhulp
-
^
Druk op de openingstoets. De
reservoirklep springt open.
In vakje I kan maximaal 10 ml en
in vakje II kan maximaal 50 ml reini
gingsmiddel.
In vakje II zijn markeringen aange
bracht om het doseren makkelijker te
maken: 20, 30. Wanneer de deur 90°
geopend is geven deze streepjes in ml
aan hoeveel reinigingsmiddel er onge
veer in zit.
-
-
-
33
Page 34
Bediening
Het inschakelen van de afwas
-
automaat
Controleer of de sproeiarmen vrij
^
kunnen draaien en niet worden ge
blokkeerd.
Sluit de deur.
^
Draai de waterkraan open indien
^
deze nog gesloten is.
Schakel de afwasautomaat met de
^
K-toets in.
Het controlelampje "Start/Stop" gaat
knipperen en het controlelampje van
het laatst ingestelde programma gaat
branden.
-
Programma kiezen
Laat de keuze voor een programma
steeds afhangen van het soort vaatwerk
en de mate waarin dat is vervuild.
In de rubriek "Programmaoverzicht"
zijn de programma's beschreven en de
toepassingen ervan.
Een programma starten
Kies met de Programmatoets het ge
^
wenste programma.
Het controlelampje van het gekozen
programma gaat branden.
Druk op de Start/Stop-toets.
^
Het programma start. De controlelamp
jes "Start/Stop" en "Reinigen" en het
controlelampje van het gekozen pro
gramma branden.
Wanneer u beslist een programma
moet afbreken, doe dat dan alleen in
de eerste minuten.
Doet u dat later, is het mogelijk dat
belangrijke programmafases (bijv.
het regenereren) worden overgeslagen.
-
Weergave programmaverloop
Na de start van het programma geven
de controlelampjes voor het programmaverloop telkens aan, welke fase in
het programmaverloop is bereikt.
-
-
34
Page 35
Bediening
Einde van het programma
Wanneer in het programmaverloop het
controlelampje "Einde" brandt, is het
programma beëindigd.
U kunt de afwasautomaat nu openen en
het vaatwerk eruit halen.
Om beschadigingen aan kwets
,
bare werkbladen door waterdamp te
voorkomen kunt u de deur na afloop
van een programma het beste óf he
lemaal opendoen óf gesloten hou
den totdat u het vaatwerk uit de au
tomaat haalt. Laat de deur in ieder
geval niet op een kier staan.
-
-
-
-
Het uitschakelen van de afwasautomaat
Na afloop van het programma:
^ Druk na afloop van het programma
op de K-toets.
Het uitruimen van de afwasau
tomaat
Heet serviesgoed breekt snel!
Laat het serviesgoed daarom na het uit
schakelen van de automaat zo lang in
de afwasautomaat afkoelen, totdat u
het goed kunt vastpakken.
Wanneer u de deur na het uitschakelen
van de automaat helemaal opent, koelt
het vaatwerk sneller af.
Ruim eerst het onderrek, dan het bo
^
venrek en tenslotte de besteklade uit,
wanneer deze aanwezig is.
Zo voorkomt u dat er druppels van
het bovenrek of van de besteklade
op het vaatwerk in het onderrek vallen.
-
-
-
De afwasautomaat verbruikt stroom
zolang u hem niet met behulp van
de K-toets hebt uitgeschakeld.
Draai veiligheidshalve de kraan dicht,
wanneer de afwasautomaat langere tijd
niet wordt gebruikt, bijvoorbeeld in de
vakantietijd.
35
Page 36
Bediening
Het programma onderbreken
Het afwasprogramma wordt onderbro
ken, zodra u de deur opendoet.
Zodra u de deur weer dichtdoet, gaat
het programma na enkele seconden
daar verder, waar het is onderbroken.
Wanneer het water in de afwas
,
automaat heet is, loopt u het risico
om zich te verbranden.
Wanneer u de deur beslist moet
openen, doe dat dan zeer voorzich
tig. Laat de deur voordat u die weer
sluit ca. 20 seconden op een kier
staan, zodat de temperatuur zich in
de spoelruimte kan verdelen. Druk
de deur daarna stevig dicht, totdat
hij vastklikt.
Wisseling van programma
-
Is het klepje van het reinigingsmid
deldoseerbakje al geopend, is het
niet meer mogelijk om van program
ma te wisselen.
Wanneer een programma al is gestart,
kunt u als volgt van programma wis
selen:
Druk minstens 1 seconde lang op de
^
-
Start/Stop-toets.
Het programma wordt afgebroken. Het
controlelampje "Start/Stop" gaat knippe
ren.
^ Kies het gewenste programma en
start het.
-
-
-
-
36
Page 37
Extra functies
Fabrieksinstellingen
Wanneer u de fabrieksinstellingen hebt
veranderd maar deze weer terug wilt
hebben, doe dan het volgende.
Schakel de afwasautomaat met de
^
K-toets uit.
Druk op de Start/Stop-toets, blijf erop
^
drukken en schakel tegelijk de af
wasautomaat met de K-toets in.
Blijf daarbij minstens 4 seconden op
de Start/Stop-toets drukken totdat het
controlelampje "Start/Stop" gaat bran
den.
Als dit niet het geval is, begint u opnieuw.
^ Druk 12 keer op de Programmatoets.
Het controlelampje van het onderste
programma knippert afwisselend 1 keer
lang en 2 keer kort in intervallen.
-
Het controlelampje "Spoelen" geeft aan
of een fabrieksinstelling gewijzigd is of
niet.
Het controlelampje "Spoelen" knip
–
pert:
De fabrieksinstellingen zijn van
kracht.
Het controlelampje "Spoelen" is uit:
–
Minstens één instelling is gewijzigd.
Wilt u de fabrieksinstelling
^
terughebben, druk dan op de
Start/Stop-toets.
-
Schakel de afwasautomaat met de
^
K-toets uit.
-
37
Page 38
Reiniging en onderhoud
Controleer regelmatig - ongeveer
2 tot 3 keer per jaar - de algehele
toestand van uw afwasautomaat. De
kans op storingen is daardoor ge
ringer.
Alle oppervlakken zijn gevoelig
,
voor krassen.
Alle oppervlakken kunnen verkleu
ren of wijzigingen ondergaan wan
neer ze met niet-geschikte reini
gingsmiddelen in contact komen.
Spoelruimte reinigen
Wanneer u altijd de juiste hoeveelheid
reinigingsmiddel gebruikt, houdt u
daarmee automatisch de spoelruimte
schoon.
Wanneer zich echter toch kalk of vet
heeft afgezet, kunt u deze aanslag met
een speciaal reinigingsmiddel verwijderen (bij de Technische Dienst van
Miele verkrijgbaar).
Het reinigen van de deurdich
ting en de deur
^
Controleer de deurdichting regelma
tig en verwijder eventuele etensres
ten met een vochtige doek.
-
-
-
-
-
-
Voorzijde van het toestel
reinigen
Vuil verwijdert u het best direct.
,
Als het vuil er langere tijd op inwerkt,
kan het soms niet meer worden ver
wijderd en kunnen de oppervlakken
verkleuren of wijzigingen onder
gaan.
Reinig de voorzijde van het toestel
^
met een schone sponsdoek, handaf
wasmiddel en warm water. Wrijf daar
na alles droog met een zachte doek.
U kunt om te reinigen ook een scho
ne, vochtige microvezeldoek zonder
reinigingsmiddel gebruiken.
Om schade aan de oppervlakken te
voorkomen, mogen de volgende middelen niet worden gebruikt om de oppervlakken te reinigen:
– reinigingsmiddelen die soda, ammo-
niak, zuur of chloor bevatten,
– kalkoplossende reinigingsmiddelen,
–
schurende reinigingsproducten, zo
als schuurpoeder, schuurmelk,
poetsstenen,
–
-
reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
–
reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal,
-
-
-
-
-
-
^
Veeg gemorste etens- en drankres
ten van de zijkanten van de deur af.
Deze gedeelten horen niet bij de
spoelruimte en de waterstralen kun
nen daar niet bijkomen.
38
-
–
afwasmiddelen voor de afwasauto
maat,
–
-
ovensprays,
–
glasreinigers,
–
schurende harde sponsen en bor
stels (bijv. schuursponsen),
–
scherpe metaalschrapers.
-
-
Page 39
Het reinigen van de filter in de
spoelruimte
Reiniging en onderhoud
Op de bodem van de spoelruimte be
vindt zich een filter. Deze filter houdt
het ergste vuil tegen dat in het afwas
water zit. Op deze manier wordt voor
komen dat het vuil in het circulatiesys
teem en via de sproeiarmen weer in de
spoelruimte terechtkomt.
Zonder filter mag niet worden af
,
gewassen!
De filter kan in de loop van de tijd door
het vuil verstopt raken. Hoelang dat
duurt hangt natuurlijk af van uw eigen
huishoudelijke situatie.
Controleer de filter daarom regelmatig
en reinig de combinatie indien nodig.
^ Schakel eerst de afwasautomaat uit.
-
-
-
-
-
Ontgrendel de filter a door de
^
grendel naar achteren te draaien.
^ Neem de filter uit het toestel b. Ont-
doe de filter van grove resten. Spoel
de combinatie onder stromend water
goed af. Gebruik daarbij eventueel
een borstel.
39
Page 40
Reiniging en onderhoud
Om de binnenkant van het tuitvormige
gedeelte van de filter te kunnen reinigen moet u het eerst openen.
Plaats de filter zo terug, dat ze plat
^
tegen de bodem van de spoelruimte
aanligt.
^ Doe dat door de greepjes van het
klepje naar elkaar toe te drukken (zie
pijlen) a en het klepje open te klappen b.
^ Reinig alle delen onder stromend wa-
ter.
^ Klap het klepje weer dicht en laat het
vastklikken.
^ Vergrendel daarna de filter door de
greep van achter naar voren te draaien, tot de pijltjes naar elkaar toewijzen.
,
De filter moet goed zijn geplaatst
en vergrendeld. Is dat niet het geval,
dan is het mogelijk dat de grove resten in het circulatiesysteem terecht
komen en dat het systeem verstopt
raakt.
-
40
Page 41
Reiniging en onderhoud
Sproeiarmen reinigen
Het is mogelijk dat er etensresten vast
gaan zitten in de sproeikoppen en de
lagering van de sproeiarmen. Con
troleer de sproeiarmen derhalve regel
matig - ongeveer 2 tot 3 keer per jaar.
Schakel eerst de afwasautomaat uit.
^
Verwijder de sproeiarmen als volgt:
Trek (indien aanwezig) de besteklade
^
naar buiten.
Druk de bovenste sproeiarm om
^
hoog, zodat de tanden in elkaar
grijpen en schroef de sproeiarm er
af.
-
-
Trek het onderrek naar buiten.
^
-
^ Trek de onderste sproeiarm omhoog
en haal hem er af.
^
Druk de middelste sproeiarm iets op
(a), zodat de tanden in elkaar
grijpen en schroef de sproeiarm er af
(b).
^
Druk de etensresten in de sproeikop
pen met een scherp voorwerp naar
binnen.
^
Spoel de sproeiarmen onder stro
mend water goed af.
^
Zet de sproeiarmen weer terug en
controleer of ze makkelijk ronddraai
en.
-
-
-
41
Page 42
Storingen verhelpen
De meeste problemen die zich bij het dagelijkse gebruik voordoen kunt u zelf op
lossen. Doordat u dan geen beroep hoeft te doen op de Technische Dienst, be
spaart u tijd en kosten!
Het nu volgende overzicht kan u helpen om de oorzaken van een probleem te
vinden en weg te nemen. Let echter op het volgende:
Reparaties mogen uitsluitend door vakmensen worden uitgevoerd. Door
,
ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen er niet te onderschatten risico's
ontstaan voor de gebruiker.
Technische storingen
ProbleemOorzakenOplossing
Nadat de afwasautomaat
met de K-toets is ingeschakeld, gaat het controlelampje "Start/Stop"
niet knipperen.
De afwasautomaat stopt
met afwassen.
De stekker zit niet in het
stopcontact.
De zekering is
gesprongen.
De zekering is
gesprongen.
Steek de stekker in het
stopcontact.
Activeer de zekering.
(min. zekering: zie typeplaatje).
Activeer de zekering.
(min. zekering: zie typeplaatje).
-
-
42
Page 43
Storingen verhelpen
ProbleemOorzakenOplossing
De controlelampjes
voor de programmafa
ses "Reinigen", "Dro
gen" en "Einde" zijn
tegelijk aan het knip
peren.
Het is ook mogelijk
dat de afvoerpomp
loopt terwijl de deur
nog open is.
Er kan sprake zijn van
een technische storing.
-
-
-
Het Waterproof-systeem
heeft gereageerd.
Schakel de afwasauto
–
maat met de K-toets uit.
Wacht een paar seconden.
Schakel de afwasauto
–
maat in.
Kies met de Programma
–
toets het gewenste pro
gramma.
Druk op de Start/Stop-
–
toets.
Beginnen de controlelampjes
voor het programmaverloop
opnieuw te knipperen, is er
sprake van een technische
storing.
– Doe een beroep op de
Technische Dienst van
Miele.
– Draai de waterkraan dicht.
– Doe een beroep op de
Technische Dienst van
Miele.
-
-
-
-
43
Page 44
Storingen verhelpen
Storingen in de watertoevoer/waterafvoer
ProbleemOorzakenOplossing
Het controlelampje
"Toevoer/Afvoer" be
gint afwisselend te
knipperen en te bran
den.
De afwasautomaat
stopt met afwassen.
Het controlelampje
"Toevoer/Afvoer" be
gint te knipperen.
De kraan is nog dicht.Draai de kraan helemaal open.
-
-
Voordat u het probleem oplost:
Schakel de afwasautomaat
–
met de K-toets uit.
-
Storing in de watertoe
voer
Storing in de waterafvoer.
Het is mogelijk dat zich
in de spoelruimte wa
ter bevindt.
Draai de kraan helemaal
-
–
open.
– Reinig het zeefje in de water-
toevoer. Zie rubriek: "Storingen verhelpen".
– De stromingdruk bij de water-
aansluiting is lager dan
30 kPa (0,3 bar).
Vraag de installateur om een
oplossing.
– Reinig de filter. Zie rubriek:
"Reiniging en onderhoud".
–
Reinig de afvoerpomp. Zie
-
rubriek: "Storingen ver
helpen".
–
Reinig de terugslagklep. Zie
rubriek: "Storingen ver
helpen".
–
Verwijder eventuele knikken
of lussen in de waterafvoer
slang.
-
-
-
44
Page 45
Storingen verhelpen
Algemene problemen met de afwasautomaat
ProbleemOorzakenOplossing
In het reinigingsmiddel
doseerbakje zijn na het
afwasprogramma res
ten reinigingsmiddel
achtergebleven.
De klep van het reser
voir voor de reiniger
gaat niet dicht.
Na afloop van het pro
gramma zit er een
vochtlaag op de binnenkant van de deur en
mogelijk ook op de binnenwanden.
Na afloop van het afwasprogramma zit er
water in de spoelruimte.
Het reservoir voor het rei
-
nigingsmiddel was voch
tig toen het werd gevuld.
-
Er zijn resten reiniger
-
achtergebleven die de
sluiting blokkeren.
Dit is geen storing!
-
Dit hoort bij het
droogsysteem.
De filter in de spoelruimte is verstopt.
De afvoerpomp of de te
rugslagklep is geblok
keerd.
Er zit een knik in de af
voerslang.
Zorg er bij het doseren van
het reinigingsmiddel voor
dat het bakje droog is.
Verwijder de resten.
Geen!
Het vocht verdampt na een
tijdje.
Voordat u het probleem oplost:
– Schakel de afwasauto-
maat met de K-toets uit.
Reinig de filter. Zie rubriek:
"Reiniging en onderhoud".
Wordt eventueel veroor
zaakt door de montage of
de te geringe doorsnede
van de waterleiding.
-
Onderbreek het program
ma en verplaats het kook
gerei dat in de weg zit van
de sproeiarm.
Onderbreek het program
ma en zet het kookgerei
goed vast.
Heeft geen invloed op de
werking van de afwasauto
maat. Raadpleeg eventu
eel een installateur.
-
-
-
-
-
46
Page 47
Storingen verhelpen
Onbevredigend resultaat
ProbleemOorzakenOplossing
Het kookgerei is
niet schoon
Op glazen en be
stek blijven stre
pen achter, de gla
zen hebben een
blauwachtige
schijn, de aanslag
kan worden afge
veegd.
Het kookgerei werd niet juist
geplaatst.
Het programma was te
zwak.
Er werd te weinig reinigings
middel gedoseerd.
De sproeiarmen zijn
geblokkeerd door het kookgerei.
De filter in de afwasruimte is
niet schoon of niet juist geplaatst. Daardoor kunnen
ook de sproeiarmmonden
verstopt zijn.
De terugslagklep is in geopende toestand geblokkeerd. Vuil water loopt terug
naar de afwasruimte.
-
Het naspoelmiddel is te
-
hoog ingesteld.
-
-
Hou rekening met de instruc
ties in "Kookgerei en bestek
plaatsen".
Kies een sterker programma
(zie rubriek "Programma
overzicht").
Gebruik meer reinigingsmid
del of kies een ander reini
gingsmiddel.
Voer een draaicontrole uit en
verplaats het kookgerei
eventueel.
Reinig de filter of plaats de
filter juist.
Reinig eventueel de sproeiarmmonden (zie rubriek "Reiniging en onderhoud").
Reinig de afvoerpomp en de
terugslagklep, zie rubriek
"Storingen verhelpen".
Verminder de dosering (zie
rubriek "Naspoelmiddel").
-
-
-
-
47
Page 48
Storingen verhelpen
ProbleemOorzakenOplossing
Het kookgerei
wordt niet droog of
glazen en bestek
vertonen vlekken.
Witte neerslag op
het kookgerei. De
glazen en het be
stek zijn
melkachtig geworden; de neerslag
kan worden afgeveegd.
-
De hoeveelheid naspoel
middel is te klein of het na
spoelmiddelreservoir is
leeg.
Het kookgerei werd te
vroeg uit het toestel ge
haald.
Te weinig naspoelmiddel.Verhoog de dosering (zie ru
Er zit geen zout in het zoutreservoir.
De afsluitkap van het zoutreservoir is niet goed gesloten.
Ongeschikte multifunctionele afwasmiddelen werden
gebruikt.
Het onthardingssysteem is
geprogrammeerd op een te
lage stand.
Giet naspoelmiddel in het toe
stel, verhoog de dosering of
kies bij de volgende vulling
een ander naspoelmiddel (zie
rubriek "De eerste ingebruik
name").
Haal het kookgerei later uit het
toestel (zie rubriek "Bedie
ning").
briek "De eerste ingebruikna
me").
Giet regenereerzout in het toestel (zie rubriek "De eerste ingebruikname").
Zet de afsluitkap rechtop en
draai ze goed dicht.
Gebruik een ander reinigingsmiddel. Gebruik eventuele
normale tabs of normaal poedervormig reinigingsmiddel.
Programmeer het onthar
dingssysteem hoger (zie ru
briek "De eerste ingebruikna
me").
-
-
-
-
-
-
-
-
48
Page 49
Storingen verhelpen
ProbleemOorzakenOplossing
Glazen verkleuren
bruinachtig-blauwac
htig; de neerslag kan
niet worden afge
veegd.
Glazen worden mat
en verkleuren; de
neerslag kan niet
worden afgeveegd.
Thee of lippenstift
wordt niet volledig
verwijderd.
Kunststof onderdelen zijn verkleurd.
Bestekonderdelen
vertonen roest
sporen.
-
Er hebben zich stoffen uit
het reinigingsmiddel afge
zet.
-
De glazen zijn niet geschikt
voor de afwasautomaat. Er
vindt een oppervlakte
wijziging plaats.
Het gekozen programma
heeft een te lage afwas
temperatuur.
Het reinigingsmiddel heeft
een te geringe bleekwerking.
Natuurlijke kleurstoffen, bijv.
uit wortels, tomaten of ketchup, kunnen hiervan de
oorzaak zijn. De hoeveelheid reinigingsmiddel of de
bleekwerking van het reinigingsmiddel waren te gering voor natuurlijke kleurstoffen.
De bestekonderdelen zijn
onvoldoende roest
bestendig.
Nadat u regenereerzout in
het toestel heeft gedaan,
werd geen programma ge
start. Zoutresten zijn in het
normale reinigingsproces
terecht gekomen.
De afsluitkap van het zout
reservoir is niet goed geslo
ten.
Kies onmiddellijk een ander
reinigingsmiddel.
-
Geen!
Koop glazen die geschikt
-
-
zijn voor de afwasautomaat.
Kies een programma met
een hogere afwastempera
tuur.
Gebruik een ander reinigingsmiddel.
Gebruik meer reinigingsmiddel (zie rubriek "Bediening").
Reeds verkleurde onderdelen krijgen de oorspronkelijke kleur niet terug.
Geen!
Koop bestek dat geschikt is
voor de afwasautomaat.
Start na het vullen met zout
altijd het programma "Snel"
-
terwijl het toestel leeg is
(zonder "Turbo"-functie, in
dien aanwezig).
-
Zet de afsluitkap rechtop en
-
draai ze goed dicht.
-
-
49
Page 50
Storingen verhelpen
De filter in de watertoevoer
reinigen
Ter bescherming van het toevoerventiel
zit er in de schroefkoppeling een filter.
Is die vuil, dan loopt er te weinig water
in de kuip.
Het kunststof omhulsel van de
,
wateraansluiting bevat een elek
trisch onderdeel. Dat mag u niet in
vloeistof onderdompelen!
Aanbeveling
Bevat het u geleverde leidingwater veel
bestanddelen die in het water niet worden opgelost? Plaats dan bij voorkeur
een grotere filter tussen de afsluitkraan
en de schroefkoppeling van het veiligheidsventiel.
Deze filter is verkrijgbaar onder het bestelnummer M.-nr. 2665352 bij uw
gespecialiseerd verdeler of bij de
naverkoopdienst van Miele.
Om de filter schoon te maken:
^
Maak het toestel stroomloos: Schakel
de afwasautomaat dan uit en trek de
stekker uit het stopcontact.
^
Draai de waterkraan dicht.
^
Schroef het watertoevoerventiel op
de waterkraan.
-
Schroef het watertoevoerventiel los.
^
^ Neem het dichtingsschijfje uit de
schroefkoppeling. Trek het filtertje
met een combinatie- of punttang uit
en maak het schoon.
^ Breng het filtertje met de dichting
weer aan. Zit de dichting wel juist?!
^ Schroef het watertoevoerventiel op
de waterkraan. Let erop dat u de
schroefkoppeling niet schuin op de
waterkraan draait.
^
Draai de waterkraan open.
Indien er water lekt, draai dan de
schroefkoppeling steviger aan. Mis
schien zit ze schuin op de kraan.
Zet het toevoerventiel keurig recht op
de kraan. Draai het stevig aan.
-
50
Page 51
Storingen verhelpen
Het reinigen van de afvoer
-
pomp en de terugslagklep
Is het water na afloop van een program
ma niet uit de spoelruimte gepompt, dan
kan dat verschillende oorzaken hebben.
Een andere mogelijkheid is dat be
paalde voorwerpen de afvoerpomp of
de terugslagklep blokkeren. Deze kunt u
makkelijk verwijderen.
Maak het toestel stroomloos: Schakel
^
de afwasautomaat dan uit en trek de
stekker uit het stopcontact.
Haal de filter uit de spoelruimte. Zie
^
rubriek: "Reiniging en onderhoud",
paragraaf: "Het reinigen van de filter
in de spoelruimte".
^ Schep het water met een bekertje uit
de spoelruimte.
-
-
Onder de terugslagklep bevindt zich de
afvoerpomp (zie pijl).
^ Verwijder alle voorwerpen die de af-
voerpomp blokkeren. Let erop dat
glassplinters bijzonder moeilijk te
zien zijn . Draai ter controle het loopwiel van de afvoerpomp met de
hand. Het loopwiel draait niet soepel,
maar schoksgewijs.
^ Zet de terugslagklep weer zorgvuldig
op zijn plaats.
^
Druk de vergrendeling van de terug
slagklep naar binnen a.
^
Til de terugslagklep omhoog en ver
wijder de klep b, en spoel hem daar
na onder stromend water goed af.
^
Verwijder alle voorwerpen die de te
rugslagklep blokkeren.
,
De klep moet vastklikken!
-
-
-
-
51
Page 52
Programmaoverzicht
programmaToepassing
Automatic 55-65 °CSensorgestuurd programma
Snel 40 °C"Snelprogramma" voor licht vervuild vaatwerk, bijv. partyservies en -bestek;
Licht 50 °CVoor licht tot normaal vervuild vaatwerk
Energie Spaar
Intensief 75 °CVoor zeer sterk vervuild vaatwerk en
VoorspoelenOm ruikend kookgerei af te spoelen,
1) Standaardprogramma voor energielabel
voor normaal vervuild vaatwerk
voor het verwijderen van zoutresten na het doseren van regenereerzout;
inclusief glasverzorging;
niet geschikt voor reinigingstabletten
met niet vastgedroogde voedselresten, met kortere werkingstijd;
inclusief glasverzorging
1)
Voor normaal vervuild vaatwerk met niet-aangekoekte etensresten,
erg energiebesparend programma
lange inwerkingstijd bij lage temperatuur;
inclusief glasverzorging
normaal vervuilde potten en pannen en ander normaal vervuild vaatwerk
met aangekoekte etensresten;
advies: 120% reinigingsmiddel
als een volledig programma niet de moeite loont
52
Page 53
Programmaoverzicht
programmaverloopVerbruikDuur
Stroomverbruikwater
Voor-
spoelen
Indien
nodig
2) De genoemde waarden zijn volgens EN 50242 berekend. De waarden kunnen in de praktijk door
wisselende omstandigheden of door de invloed van sensoren duidelijk variëren.
Bij de aangegeven duur zijn wij uitgegaan van een normaal huishouden.
Reinigen°CTussen-
spoelen
12
55 - 65Indien
nodig
40X450,700,22130:330:25
50X65X1,250,90131:321:20
45X60X1,050,70132:542:44
X75X65X1,701,20172:392:29
X0,020,0250:120:12
Na-
spoelen
Dro
°C
65X1,30-1,60 0,75-1,00 13-22 1:45-2:30 1:35-2:16
gen
-
Water
koud
(15 °C)
kWh
Water
warm
(55 °C)
kWh
LiterWater
koud
(15 °C)
h:min
2)
Water
warm
(55 °C)
h:min
Wanneer u de functie "Turbo" (indien aanwezig) kiest kan een programma met maximaal 50 minuten
worden verkort. Het energieverbruik zal hierbij mogelijk ongeveer 0,2 kWh stijgen.
Bij de toestellen van het type 2XXX (voor het model zie typeplaatje) liggen het energie- en waterver
bruik hoger en wel max. 0,1 kWh, resp. max. 1 l.
-
53
Page 54
Service-afdeling
Reparaties
Mocht u een opgetreden storing on
danks bovenstaande tips niet zelf kun
nen verhelpen, neem dan contact op
met:
de Miele-vakhandel of
–
de Technische Dienst van Miele
–
Het telefoonnummer van de Tech
nische Dienst van Miele vindt u op
de achterzijde van deze gebruiks
aanwijzing.
^ Wanneer u de Technische Dienst in-
schakelt, geef dan het model en het
nummer van de afwasautomaat op.
Beide gegevens vindt u op het typeplaatje aan de rechter zijkant van de
deur.
-
-
-
Programma-actualisering (Update /
program correction)
-
Reinigingsmiddelen, afwasgewoonten
en afwasvoorschriften zullen in de toe
komst veranderingen ondergaan.
De spoel- en afwasprogramma's zullen
daaraan moeten worden aangepast.
De Technische Dienst zal in de toe
komst in staat zijn het afwasprogramma
te updaten en in het geheugen van uw
afwasautomaat op te slaan. Dit zal ge
beuren via het controlelampje PC. Miele
zal zelf aangeven wanneer de program
ma's kunnen worden geactualiseerd.
Voor testinstituten
In de brochure "Vergelijkende tests"
vindt u alle vereiste informatie over vergelijkende tests en geluidsmetingen.
Aarzel niet om deze up-to-date
brochure aan te vragen per e-mail bij:
– testinfo|miele.de
-
-
-
-
54
^
Geef daarbij het model en het num
mer van de afwasautomaat op. Zie
typeplaatje.
-
Page 55
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Voor een nog efficiënter gebruik van de afwasautomaat
Om uw toestel nog beter op uw individuele wensen af te stemmen en om het toe
stel nog beter aan speciale inbouwsituaties aan te passen kunt u bij uw
Miele-vakhandelaar of bij de Technische Dienst van Miele extra accessoires krij
gen.
Het is mogelijk dat sommige accessoires al tot de standaarduitrusting behoren; dit
hangt van het model af.
U wilt...dan hebt u nodig...
...glazen met een lange steel
afwassen
...flessen afwassen,
bijv. melk- of babyflessen
...extra bestek afwassen, bijv. kleine
lepeltjes, gebakvorkjes, een juslepel
...vele glazen afwassen...een glazenrek dat in het onderrek
...grote borden afwassen...een rek voor borden met een door-
...een glazenrek dat in het bovenrek
wordt geplaatst
...een flessenhouder
...een bestekkorfje dat in het onderrek wordt geplaatst
wordt geplaatst
snede tot:
-33cm
-35cm
-
-
55
Page 56
Elektrische aansluiting
De afwasautomaat mag alleen door een
erkend installateur op het elektriciteits
net worden aangesloten. De afwasauto
maat is standaard voorzien van een
aansluitkabel met stekker met bescher
mingscontact (aarding), geschikt voor
aansluiting op een stopcontact met be
schermingscontact (aarding).
De afwasautomaat moet zo wor
,
den geplaatst dat men altijd zonder
problemen bij het stopcontact kan
komen.
Gebruik om veiligheidsredenen
geen verlengsnoer. Het gebruik van
een verlengsnoer verhoogt het risico
op oververhitting en daarmee op
brand.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet hij door een speciaal voor
deze afwasautomaten vervaardigde kabel worden vervangen. Neem contact
op met de Miele-vakhandelaar of met
de Technische Dienst van Miele. Om
veiligheidsredenen mag de kabel al
leen door gekwalificeerde vakmensen
worden vervangen.
-
-
-
Het toestel mag uitsluitend wor
,
den aangesloten op een huisinstalla
tie die volgens de geldende voor
schriften is geïnstalleerd.
-
-
-
-
-
,
Controleer voordat u de auto
maat in gebruik neemt of de elek
trische waarden van uw huisinstalla
tie (spanning, frequentie en zeke
ring) overeenkomen met de gege
vens op het typeplaatje en dat het
geïnstalleerde stopcontactsysteem
overeenkomt met het stekkersys
teem van de afwasautomaat.
De technische gegevens vindt u op het
typeplaatje aan de rechterzijkant van
de deur.
56
-
-
-
-
-
-
Page 57
Het Waterproof-systeem van
Miele
Bij vakkundige installatie geeft Miele de
garantie voor het Waterproof-systeem voor de hele levensduur van de afwas
automaat.
Watertoevoer
Het water in de afwasautomaat
,
is geen drinkwater.
De afwasautomaat mag worden aan
–
gesloten op koud of warm water tot
max. 60 °C.
Wanneer u beschikt over een
energetisch gunstige warmwaterbereiding, raden wij u aan om de afwasautomaat op warm water aan te
sluiten. Hierdoor bespaart u energie
en tijd. Er wordt in alle programma's
met warm water gespoeld.
– De toevoerslang is ca. 1,5 m lang.
Een 1,5 m lange, flexibele metalen
slang (proefdruk 14000 kPa/140 bar)
is leverbaar.
Wateraansluiting
Om schade aan het toestel te
,
voorkomen, mag u de afwasauto
maat alleen op een volledig ontlucht
buisleidingsnet aansluiten.
-
-
! De watertoevoerslang mag niet
korter worden gemaakt of beschadigd want in de slang zitten
stroomvoerende onderdelen (zie
afb.).
-
–
Voor de aansluiting is een kraan met
3
/4"-schroefkoppeling noodzakelijk.
–
Een terugslagklep is niet noodzake
lijk, daar het toestel voldoet aan de
waterveiligheidsnormen.
–
De waterdruk (stromingdruk bij de
wateraansluiting) moet tussen de 30
en 1000 kPa (0,3 en 10 bar) liggen.
Is de druk hoger, dan moet een druk
reduceerventiel worden ingebouwd.
-
-
57
Page 58
Wateraansluiting
Waterafvoer
In de afvoer van de afwasautomaat
–
bevindt zich een terugslagklep, zo
dat er geen vuil water via de afvoer
slang in de automaat terug kan stro
men.
De afwasautomaat is voorzien van
–
een flexibele afvoerslang van ca.
1,5 m met een diameter van 22 mm
binnenwerks.
De afvoerslang kan met nog een
–
slang en met een verbindingsstuk
worden verlengd.
De afvoerslang mag maximaal 4 meter lang, de opvoerhoogte maximaal
1 meter zijn!
– Voor de aansluiting van de slang op
het afvoersysteem ter plaatse is bovendien een slangklem bij de automaat verpakt (zie montageschema).
– De slang kan naar rechts of links
worden verlegd.
Beluchting van de waterafvoer
Ligt de waterafvoeraansluiting op de
plaats van opstelling dieper dan de ge
leiding voor de wieltjes van het onder
rek in de deur, moet de waterafvoer
worden belucht. Gebeurt dat niet, dan
kan het water tijdens een programma
door de werking van de sifon uit de
spoelruimte stromen.
Hoe beluchten:
Open de deur van de afwasautomaat
^
volledig.
-
-
–
De aansluittuit voor de afvoerslang is
geschikt voor slangen van verschil
lende doorsneden. Steekt de aan
sluittuit te ver in de afvoerslang dan
moet de aansluittuit korter worden
gemaakt. Gebeurt dat niet, dan kan
de afvoerslang verstopt raken.
–
De afvoerslang mag niet korter wor
den gemaakt.
,
Zorg ervoor dat er geen knikken
in de afvoerslang komen.
58
-
-
^
Trek de onderste sproeiarm omhoog
en haal hem eraf.
^
Snijd de dop van de beluchtingsklep
in de spoelruimte af.
-
Page 59
Technische gegevens
Model afwasautomaatG 1XXXG 2XXX
Hoogte vrijstaand toestel84,5 cm
(verstelbaar + 3,5 cm)
Hoogte inbouwtoestel80,5 cm
(verstelbaar + 6,5 cm)
Hoogte van de inbouwkastvanaf 80,5 cm (+ 6,5 cm) vanaf 84,5 cm (+ 6,5 cm)