Miele G1142, 1152, G2142, 2152 User Manual [nl]

Page 1
Gebruiksaanwijzing
Afwasautomaat
Lees beslist de gebruiksaanwijzing en de montage-instructies voordat u uw afwas­automaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u vermijdt schade aan het toestel.
M.-Nr. 06 974 401
Page 2
Inhoud
Beschrijving van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Het toestel in één oogopslag..........................................5
Bedieningspaneel ..................................................6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal .............................12
Uw toestel afdanken ...............................................12
Spaarzaam afwassen ..............................................13
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Het openen van de deur ............................................14
Het sluiten van de deur .............................................14
Kinderslot........................................................14
Waterontharder ...................................................15
Het programmeren van de waterhardheid ............................16
Het controleren van de geprogrammeerde waterhardheid ...............17
Voor het eerste gebruik hebt u nodig: ..................................18
Vullen met regenereerzout...........................................18
Controlelampje voor het zout.........................................19
Naspoelmiddel ...................................................20
Het doseren van naspoelmiddel ......................................20
Controlelampje voor het naspoelmiddel ................................21
Het instellen van de hoeveelheid te doseren naspoelmiddel ................22
Het inruimen van serviesgoed en bestek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Serviesgoed en bestek die niet geschikt zijn voor de afwasautomaat .........24
Bovenrek ........................................................25
Kopjesrek .....................................................25
Steunbeugel (afhankelijk van het model) .............................25
Universele beugel (afhankelijk van het model).........................26
Het verstellen van het bovenrek ....................................27
Onderrek ........................................................28
Inzetrek met spijlen..............................................28
Uitneembaar inzetrek met spijlen ...................................29
Flessenhouder (afhankelijk van het model) ...........................29
Bestek ..........................................................30
Besteklade (afhankelijk van het model) ..............................30
Bestekkorf (afhankelijk van het model)...............................31
2
Page 3
Inhoud
Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Reinigingsmiddelen ................................................32
Het doseren van reinigingsmiddel.....................................33
Het inschakelen van de afwasautomaat ................................34
Programma kiezen.................................................34
Een programma starten .............................................34
Weergave programmaverloop........................................34
Einde van het programma ...........................................35
Het uitschakelen van de afwasautomaat................................35
Het uitruimen van de afwasautomaat ..................................35
Het programma onderbreken ........................................36
Wisseling van programma ...........................................36
Extra functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Fabrieksinstellingen ................................................37
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Spoelruimte reinigen ...............................................38
Het reinigen van de deurdichting en de deur ............................38
Voorzijde van het toestel reinigen .....................................38
Het reinigen van de filter in de spoelruimte..............................39
Sproeiarmen reinigen ..............................................41
Storingen verhelpen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Technische storingen ..............................................42
Storingen in de watertoevoer/waterafvoer ...............................44
Algemene problemen met de afwasautomaat............................45
Geluiden ........................................................46
Onbevredigend resultaat............................................47
Storingen verhelpen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
De filter in de watertoevoer reinigen ...................................50
Het reinigen van de afvoerpomp en de terugslagklep .....................51
Programmaoverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Service-afdeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Reparaties.....................................................54
Programma-actualisering (Update / program correction) ................54
Voor testinstituten .................................................54
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
3
Page 4
Inhoud
Wateraansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Het Waterproof-systeem van Miele ....................................57
Watertoevoer .....................................................57
Waterafvoer ......................................................58
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
4
Page 5
Het toestel in één oogopslag
Beschrijving van het toestel
a Bovenste sproeiarm (niet zichtbaar)
b Besteklade (afhankelijk van het mo
del)
c Bovenrek
d Middelste sproeiarm
e Luchttoevoer voor het drogen
(afhankelijk van het model)
f Onderste sproeiarm
g Filter
-
h Typeplaatje
i Kinderbeveiliging in de deurgreep
(niet zichtbaar)
j Reservoir voor naspoelmiddel
k Tweevaksdoseerbakje voor reini
gingsmiddel
l Reservoir voor regenereerzout
-
5
Page 6
Beschrijving van het toestel
Bedieningspaneel
a Programma's met controlelampjes
b Programmatoets
c Start/Stop-toets met controlelampje
In deze gebruiksaanwijzing worden verschillende modellen van afwasautoma ten beschreven. Deze modellen worden in de gebruiksaanwijzing als volgt aangeduid: bijvoorbeeld: G 1142 etc. = G 1XXX
G 2142 etc. = G 2XXX
d Controle-/gebreklampjes
e Weergave programmaverloop
f K-toets (Aan/Uit-toets)
-
De aanduidingen G 1XXX en G 2XXX hebben altijd betrekking op het type plaatje. Het typeplaatje bevindt zich aan de rechterzijkant van de deur.
6
-
Page 7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deze afwasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalin gen. Door ondeskundig gebruik kun nen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan de koffieautomaat. Lees deze gebruiksaanwijzing daar om eerst aandachtig door voordat u dit toestel in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u vermijdt schade aan de afwasautomaat. Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Deze afwasautomaat is uitsluitend
~
bestemd voor huishoudelijk gebruik. Gebruik deze afwasautomaat uitslui­tend voor het afwassen van huishoud­servies. Het gebruik voor andere doel­einden en het aanbrengen van veran­deringen aan het toestel is ontoelaat­baar en kan gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die werd veroorzaakt doordat het toestel voor andere doeleinden werd gebruikt of verkeerd werd be diend.
-
Kinderen in het huishouden
Hou kinderen die in de buurt van het
~
­toestel komen in het oog. Laat kinderen
­nooit met het toestel spelen. Wanneer
zij dit doen bestaat het gevaar dat ze zich in het toestel opsluiten.
-
Kinderen mogen de afwasautomaat
~
alleen maar gebruiken wanneer hen de bediening ervan zo uitgelegd is dat ze de wasemkap veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen be seffen.
Zorg ervoor dat kinderen niet met
~
reinigingsmiddelen in aanraking kun­nen komen. Reinigingsmiddelen kun­nen brandwonden in mond en keel ver­oorzaken of tot verstikking leiden. Laat kinderen niet bij de afwasautomaat komen als deze geopend is. Er zouden nog resten reinigingsmiddel in de af­wasautomaat aanwezig kunnen zijn. Ga direct naar de dokter wanneer uw kind reinigingsmiddel binnengekregen heeft.
-
Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om het toestel veilig te bedienen, mogen dit toestel al leen onder het toezicht of de begeleiding van een verantwoordelijk iemand gebruiken.
-
7
Page 8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het toestel wordt
~
geplaatst, of het zichtbaar beschadigd is. Is dat het geval, neem het dan in geen geval in gebruik. Een afwasauto maat die beschadigd is kan uw veilig heid in gevaar brengen.
De afwasautomaat mag alleen via
~
een 2-polige stekker met aardig op het elektriciteitsnet worden aangesloten. De stekker mag niet worden afgeknipt en vast aangesloten. U moet na plaatsing van de automaat zonder pro blemen bij het stopcontact kunnen komen.
Wanneer zich in de buurt van de af-
~
wasautomaat een elektrisch toestel be­vindt, let er dan op dat de stekker van dit toestel niet schuilgaat achter de af­wasautomaat. Daar de inbouwkast niet altijd diep genoeg is kan er druk op de stekker ontstaan, wat het risico op over­verhitting en daarmee op brand ver­hoogt.
De afwasautomaat mag niet onder
~
een kookplaat worden geïnstalleerd. Een kookplaat straalt voor een deel hoge temperaturen af waardoor de af wasautomaat beschadigd zou kunnen raken. Om dezelfde reden mag de af wasautomaat niet direct naast warmte producerende apparaten worden ge plaatst die niet standaard tot de keukenuitrusting behoren.
-
-
-
-
-
-
De afwasautomaat mag pas dan op
~
het elektriciteitsnet worden aangeslo ten, nadat hij is geplaatst en geïnstal leerd.
Controleer of de elektrische waar
~
den van uw huisinstallatie (spanning, frequentie en zekering) overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje.
De elektrische veiligheid van deze
~
afwasautomaat wordt enkel gewaar borgd als het toestel op een aardsys teem aangesloten is dat volgens de
-
voorschriften geïnstalleerd is. Deze veiligheidsinrichting moet aanwezig zijn. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw controle­ren. De fabrikant kan niet aansprakelijk ge­steld worden voor schade die werd ver­oorzaakt doordat de aardleiding onder­broken was of gewoon ontbrak (bijv. elektrische schokken).
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
~
geen ongeschikte stopcontactenblokken of ongeschikte verlengsnoeren om de afwasautomaat aan te sluiten. Die bieden niet voldoen de veiligheidsgaranties. Er bestaat on der meer gevaar voor oververhitting.
-
-
-
-
-
-
-
8
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als u het toestel niet op een vaste
~
plaats installeert, bijv. op een schip, laat dit karwei dan enkel uitvoeren door vakmensen. Hierbij moet aan alle voor waarden voor een veilig gebruik wor den voldaan.
Het kunststof omhulsel van de wa
~
teraansluiting bevat een elektrisch on derdeel. Dompel de behuizing niet in vloeistof!
In de watertoevoerslang bevinden
~
zich spanningsvoerende delen. De wa terafvoerslang mag niet worden inge kort.
Het Miele-Waterproofsysteem biedt
~
een betrouwbare bescherming tegen waterschade, maar wel op de volgende voorwaarden:
– Het toestel moet volgens de voor-
schriften geïnstalleerd zijn.
– Wanneer er duidelijk sprake is van
schade moet het toestel worden ge­repareerd, resp. moeten onderdelen worden vervangen.
De kraan moet bij langere afwezig heid (bijv. vakantie) worden dichtge draaid.
Het Waterproofsysteem functioneert ook wanneer de afwasautomaat is uit geschakeld. De automaat moet dan wel op het elektriciteitsnet zijn aangesloten.
-
-
-
-
-
-
-
Een afwasautomaat die beschadigd
~
is kan uw veiligheid in gevaar brengen. Stel het toestel meteen buiten werking wanneer het beschadigd is en neem
­contact op met uw leverancier of met de Technische Dienst van Miele.
Door ondeskundig uitgevoerde re
~
paraties kunnen er niet te onderschat ten risico's ontstaan voor de gebruiker. Daarvoor kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld. Reparaties mag u uit sluitend laten uitvoeren door vakmen
­sen die door Miele erkend zijn. Anders
is er bij schade achteraf geen aan spraak meer op garantie.
Laat defecte onderdelen enkel
~
vervangen door originele Miele-ver­vangstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
Bij onderhoudswerkzaamheden
~
dient u altijd de spanning van het toe­stel te halen. Schakel daartoe de auto­maat uit en trek daarna de stekker uit het stopcontact of schakel de hoofd schakelaar van de elektrische huisin stallatie uit.
Wanneer de aansluitkabel is be
~
schadigd, moet hij door een speciaal voor deze afwasautomaten vervaar digde kabel worden vervangen. Neem contact op met de Miele-vakhandelaar of met de Technische Dienst van Miele. Om veiligheidsredenen mag het snoer alleen door een door Miele erkende vakman/vakvrouw of door de Tech nische Dienst van Miele worden vervangen.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
9
Page 10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deskundige plaatsing
Neem bij plaatsing en aansluiting
~
van de afwasautomaat de montage-in structies in het montageschema in acht.
Om een perfecte werking te waar
~
borgen, dient u het toestel waterpas op te stellen.
Voor de stabiliteit van de afwasauto
~
maat is het noodzakelijk dat onder of in te bouwen afwasautomaten uitsluitend worden geplaatst onder een doorlo pend werkblad dat is vastgeschroefd aan de kasten die ernaast staan.
Wilt u van een vrijstaande afwasau-
~
tomaat een onderbouwafwasautomaat maken, vervang het sokkelpaneel dan door een sokkelpaneel dat hoort bij onderbouwafwasautomaten. Gebruik daarvoor de daarbij horende ombouw­set. Doet u dat niet, loopt u het risico zich aan uitstekende metalen onderdelen te verwonden.
-
-
-
Efficiënt gebruik
Gebruik geen oplosmiddelen in de
~
spoelruimte. Dit in verband met explo siegevaar.
Adem geen poedervormige reini
~
gingsmiddelen in! Slik geen reinigings middelen in! Reinigingsmiddelen kun nen brandwonden in neus, mond en
­keel veroorzaken. Ga direct naar de
dokter wanneer u een reinigingsmiddel hebt ingeademd of ingeslikt.
Laat de deur van de automaat niet
~
onnodig openstaan. U zou zich daar aan kunnen stoten.
Wanneer de deur open staat, ga
~
daar dan niet op zitten of staan. Doet u dat wel, dan kan het toestel kantelen. Daarbij kunt u letsel oplopen of kan het toestel beschadigd raken.
Gebruik uitsluitend reinigingsmidde-
~
len voor huishoudafwasautomaten. Ge­bruik geen reinigingsmiddelen voor de handafwas! Gebruik uitsluitend naspoel­middelen voor huishoudafwasautomaten!
-
-
-
-
-
10
Gebruik geen reinigingsmiddelen
~
die voor bedrijfsafwasautomaten of in dustriereinigers bestemd zijn. Doet u dat wel kan er materiële schade ont staan en kunnen er hevige chemische reacties optreden (bijv. een knalgasre actie).
Doseer geen poedervormig of vloei
~
baar reinigingsmiddel in het reservoir voor naspoelmiddel. Hierdoor kan het reservoir immers kapotgaan.
-
-
-
-
Page 11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Giet het afwasmiddel (ook vloeibaar
~
afwasmiddel) niet in het reservoir voor het regenereerzout. Het afwasmiddel beschadigt het onthardingssysteem.
Gebruik uitsluitend het speciale
~
grofkorrelige regenereerzout of andere zuivere ingedampte zouten. Gebruik in geen geval andere soorten zout, bijv. keukenzout of strooizout. Deze soorten zout bevatten soms niet in water op te lossen deeltjes die een nadelig effect kunnen hebben op de werking van de ontharder.
Heeft u een afwasautomaat met een
~
bestekkorf, kunt u het bestek het beste in de bestekkorf plaatsen met de gre­pen beneden en met de scherpe kant boven. Dan wordt het bestek makke­lijker schoon en droog. Wanneer u daardoor echter kans loopt om zich aan de scherpe kant van de messen en de punten van de vorken te verwonden, dan kunt u het bestek het beste met de grepen boven en met de scherpe kant beneden plaatsen.
Toebehoren
Alleen toebehoren dat Miele uitdruk
~
kelijk heeft goedgekeurd, mag worden gemonteerd of ingebouwd. Worden er andere onderdelen gemonteerd of in gebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of productaansprakelijk heid.
-
-
Wat met een afgedankte afwas automaat?
Maak het deurslot onbruikbaar zo
~
dat kinderen zich niet in het toestel kun nen opsluiten. Verwijder hiertoe de sluithaak van het deurslot.
Wanneer de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd, kan de fa­brikant niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die daar even­tueel het gevolg van is.
-
-
-
-
Reinig geen kunststof vaatwerk in
~
de afwasautomaat dat niet hittebesten dig is zoals wegwerpbakjes of wegwerpbestek. Dit soort vaatwerk kan door de hoge temperaturen vervormen.
Om te voorkomen dat kinderen met
~
het reinigingsmiddel in aanraking kun nen komen, moet u het volgende in de gaten houden. Wanneer u de extra functie "Startuitstel" gebruikt (afhankelijk van het model), moet u ervoor zorgen dat het doseerbakje voor het reinigings middel droog is. Reinigingsmiddel gaat in een vochtig doseerbakje klonteren en wordt misschien niet volledig weg gespoeld.
-
-
-
-
11
Page 12
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het wegdoen van het verpak
-
kingsmateriaal
De verpakking beschermt het toestel tegen transportschade. Er werd voor milieuvriendelijk en recycleerbaar ver pakkingsmateriaal gekozen.
Het gaat om de volgende soorten mate riaal:
Buitenverpakking:
Golfkarton van 100 % kringloop
materiaal, andere mogelijkheid: stretchfolie/wikkelfolie van polyethy­leen (PE)
– Kunststofomsnoeringsbanden van
polypropyleen (PP)
Binnenverpakking:
– Expansieve polystyreen (EPS) zon-
der toevoeging van chloor of fluor
– Bodem, deksellijst en steunlijsten van
onbehandeld hout van bosteeltkundig beheerde bossen
Beschermingsfolie van polyethyleen (PE)
-
-
Uw toestel afdanken
Oude elektrische en elektronische toe stellen bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die noodzakelijk wa ren voor hun werking en beveiliging. Als deze stoffen bij het restafval te
­rechtkomen of verkeerd worden behan
deld, kunnen ze schade berokkenen aan de menselijke gezondheid en het milieu. Geef uw oud toestel dus niet mee met het gewone huisvuil.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
-
-
-
-
Het recycleren van het verpakkingsma teriaal vermindert de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Uw vak handelaar neemt de verpakking terug of geeft u informatie over de dichtstbij zijnde mogelijkheid voor teruggave.
12
-
-
-
Page 13
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Als u vragen heeft omtrent het af danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
of
de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
-
-
Spaarzaam afwassen
Deze afwasautomaat werkt uiterst water- en energiebesparend. U kunt nog spaarzamer te werk gaan, indien u de volgende adviezen opvolgt:
Het is mogelijk om de afwasautomaat
^
op warm water aan te sluiten. Bijzon der geschikt is een warmwateraan sluiting bij een energetisch gunstige warmwaterbereiding, bijv. zonne-energie met circulatieleiding. Bij elektrisch verwarmde installaties is het echter aan te bevelen om uw toestel op koud water aan te sluiten.
^ Benut de volledige beladingscapaci-
teit van de rekken zonder de afwas­automaat te overladen.
^ Kies een afwasprogramma dat past
bij het soort vaatwerk en de mate van vervuiling.
^ Gebruik het programma "Energie
Spaar"!
-
-
^
Houdt u aan de doseeradviezen op de verpakking van het afwasmiddel.
^
Wanneer u poedervormig of vloei baar reinigingsmiddel gebruikt en de rekken maar half beladen zijn, kunt u de hoeveelheid reinigingsmiddel met
1
/3reduceren.
-
13
Page 14
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Het openen van de deur
^ Pak de deur bij de deurgreep en
druk het deurslot naar boven.
Wanneer de deur wordt geopend terwijl de afwasautomaat in gebruik is, worden alle functies automatisch onderbroken.
Het sluiten van de deur
^ Schuif de rekken naar binnen.
Kinderslot
Met het kinderslot kunt u voorkomen dat kinderen de deur van de wasauto­maat opendoen.
^ Schuif het schuifje onder de deur-
greep naar rechts om de deur te ver­grendelen.
^ Schuif het schuifje naar links om de
deur te ontgrendelen.
^
Sluit de deur totdat deze vastklikt.
14
Page 15
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Waterontharder
Om goede resultaten te krijgen, heeft de afwasautomaat zacht (kalkarm) wa ter nodig. Als het water hard is, zet er zich een witte aanslag af op kookgerei en op de wanden van de afwasruimte. Water met een waterhardheid van 4 ° Duitse of 7 ° Franse moet daarom wor den onthard. Dit gebeurt automatisch in het ingebouwde onthardingssysteem.
De waterontharder heeft daarvoor
wel regenereerzout nodig. Doe ook zout in de machine als u multifunctionele afwasmiddelen ge bruikt, om een optimaal resultaat te verzekeren.
– De afwasautomaat moet precies wor-
den geprogrammeerd naar de hard­heid van uw water.
– Informeer bij het plaatselijke waterlei-
dingbedrijf wat voor hardheidsgraad uw water precies heeft.
-
-
-
Vanuit de fabriek is een waterhard heid van 15 °d ofwel 27 °f geprogram meerd.
Wanneer deze waterhardheid overeen komt met de hardheid van uw eigen water, hoeft u deze rubriek niet verder te lezen.
Wanneer uw water echter een andere hardheid heeft, moet u deze via de toetsen van uw bedieningsveld pro grammeren.
-
-
-
-
Programmeer bij een variërende water­hardheid (bijv. 37 - 50 ° Duitse ofwel 67 - 90 ° Franse) altijd de hoogste waarde (in dit voorbeeld 50 °dH).
Bij een eventuele reparatie is het voor de monteur makkelijk om de hardheid van uw water te weten.
^
Noteer daarom de hardheid van uw water:
°d
15
Page 16
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Het programmeren van de waterhard heid
Bij het programmeren gaan iedere keer nadat u op een toets hebt gedrukt weer andere controlelampjes knipperen en branden. Voor de programmering zijn echter alleen die controlelampjes van belang die in de volgende stappen worden genoemd.
U kunt het programmeren altijd zon der problemen afbreken en van vo
-
-
ren af aan beginnen, wanneer u de afwasautomaat met de K-toets uit
-
schakelt.
^ Schakel de afwasautomaat met de
K-toets uit.
^ Druk op de Start/Stop-toets, blijf erop
drukken en schakel tegelijk de af­wasautomaat met de K-toets in. Blijf daarbij minstens 4 seconden op de Start/Stop-toets drukken totdat het controlelampje "Start/Stop" gaat bran­den.
Als dit niet het geval is, begint u op
-
nieuw.
^
Druk 2 keer op de programmatoets.
Het controlelampje van het onderste programma knippert 2 keer kort in inter vallen en het controlelampje "Spoelen" knippert 4 keer kort in intervallen. Dit is vanuit de fabriek ingesteld.
De ingestelde hoeveelheid is te zien
-
aan het knipperritme van het controle lampje "Spoelen". Zie tabel.
°d mmol/l °f Knipper-
"Spoelen"
1 - 4 0,2 - 0,7 2- 7 1 x kort
5 - 7 0,9 - 1,3 9- 13 2 x kort
8 - 11 1,4 - 2,0 14- 20 3 x kort
12 - 15 2,2 - 2,7 22- 27 4 x kort
16 - 20 2,9 - 3,6 29- 36 5 x kort
21 - 25 3,8 - 4,5 38- 45 6 x kort
26 - 30 4,7 - 5,4 47- 54 7 x kort
31 - 36 5,6 - 6,5 56- 65 8 x kort
37 - 45 6,7 - 8,1 67- 81 9 x kort
46 - 70 8,3 - 12,6 83-126 1 x lang
^ Kies met de Start/Stop-toets het
knipperritme dat hoort bij de hard­heid van uw water. Bij iedere druk op de toets krijgt men een grotere hoeveelheid. Na de hoogste waterhardheid begint het tel­len weer van voren af aan.
Voorbeeld:
De waterhardheid bedraagt 22 °d, of 40 °f. Het controlelampje "Spoelen" knip
-
pert 6 keer kort in intervallen.
^
Schakel de afwasautomaat met de K-toets uit.
-
ritme
-
16
Page 17
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Het controleren van de geprogram meerde waterhardheid
Schakel de afwasautomaat met de
^
K-toets uit.
Druk op de Start/Stop-toets, blijf erop
^
drukken en schakel tegelijk de af wasautomaat met de K-toets in. Blijf daarbij minstens 4 seconden op de Start/Stop-toets drukken totdat het controlelampje "Start/Stop" gaat bran den.
Druk 2 keer op de programmatoets.
^
Het controlelampje "Spoelen" knippert in dat ritme dat hoort bij de ingestelde waterhardheid. Zie tabel.
^ Schakel de afwasautomaat met de
K-toets uit.
-
-
-
17
Page 18
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Voor het eerste gebruik hebt u nodig:
ca. 2 l water;
ca. 2 kg regenereerzout;
reinigingsmiddel voor huishoudaf
wasautomaten;
naspoelmiddel voor huishoudafwas
automaten.
Iedere afwasautomaat wordt in de fa briek op zijn werking getest. Als gevolg van deze tests blijft er wa ter in het toestel achter. Dit betekent niet dat het toestel eerder door een andere consument is gebruikt.
Vullen met regenereerzout
Doe ook zout in de machine als u multifunctionele afwasmiddelen ge­bruikt, om een optimaal resultaat te verzekeren en een duurzame wer king van de ontharder te garande ren.
-
-
-
Belangrijk! Wanneer u het zoutreser voir voor de eerste keer met regene reerzout wilt vullen, vul het dan eerst met ca. 2 l water. Zo kan het zout oplossen. Nadat u de afwasauto maat in gebruik hebt genomen zit er altijd genoeg water in het reservoir.
-
Giet het afwasmiddel (ook vloei
,
baar afwasmiddel) niet in het reser
­voir voor het regenereerzout. Het af wasmiddel beschadigt het onthar
­dingssysteem.
Gebruik uitsluitend het speciale
,
grofkorrelige regenereerzout of an­dere zuivere ingedampte zouten. Gebruik in geen geval andere soorten zout, bijv. keukenzout of strooizout. Deze soorten zout bevat­ten soms niet in water op te lossen deeltjes die een nadelig effect kun­nen hebben op de werking van de ontharder.
-
-
-
-
-
-
-
Als de hardheid van uw water steeds
onder de 4 °d ofwel 7 °f ligt, hoeft u geen zout te doseren.
U moet dan echter wel de afwasauto maat programmeren naar de hard heid van uw water.
18
-
-
Page 19
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Haal het onderrek uit de spoelruimte
^
en draai de dop van het zoutreservoir open.
Iedere keer wanneer u de dop van het zoutreservoir opendraait loopt er water of zout over de rand van het reservoir. Draai de dop er daarom alleen maar af om zout bij te vullen.
Vul het zoutreservoir voordat u het
^
toestel voor de eerste keer gebruikt met ca. 2 l water.
Start direct daarna het programma
^
"Snel" zonder vaatwerk (zonder "Tur bo"-functie, indien aanwezig), zodat eventueel gemorste zoutresten kun nen worden verdund en daarna weg gepompt.
-
-
Controlelampje voor het zout
Vul na afloop van een programma
^
zout bij wanneer het controlelampje "Zout" brandt.
Het is mogelijk dat het controlelampje nog korte tijd blijft branden, nadat u zout hebt bijgevuld. Het lampje gaat uit, zodra zich een zoutconcentratie heeft gevormd die hoog genoeg is.
Start direct na het doseren van
,
regenereerzout het programma "Snel" zonder vaatwerk (zonder "Tur­bo"-functie, indien aanwezig), zodat eventueel gemorste zoutresten kun­nen worden verdund en daarna weggepompt.
-
^
Plaats een trechter in de opening van het zoutreservoir en doseer dan zo veel zout in het zoutreservoir totdat het vol is. In het zoutreservoir kan af hankelijk van het soort zout max. 2 kg.
^
Verwijder de zoutresten die zich rond het zoutreservoir bevinden en schroef de dop weer stevig op het zoutreservoir.
-
-
19
Page 20
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Naspoelmiddel
Naspoelmiddel is nodig om ervoor te zorgen dat het water tijdens het drogen als een film van het vaatwerk afloopt en het vaatwerk na het spoelen droogt zonder dat het vlekken gaat vertonen. Het naspoelmiddel wordt in het reser voir voor naspoelmiddel gedoseerd en bij het naspoelen in de ingestelde hoe veelheid automatisch toegevoegd.
Doseer alleen naspoelmiddel
,
voor huishoudafwasautomaten in het naspoelmiddelreservoir. Doseer in geen geval reinigingsmiddelen voor afwasautomaten of reinigingsmid­delen voor de handafwas in het na­spoelmiddelreservoir, want dan gaat het reservoir kapot.
Een andere mogelijkheid is dat u
– azijn voor huishoudelijk gebruik
(maximaal 5 % zuur)
-
Het doseren van naspoelmid del
-
^ Zet de openingstoets op het deksel
van het naspoelmiddelreservoir in de richting van de pijl. De klep springt open.
-
of
vloeibaar citroenzuur (10%)
gebruikt. Het vaatwerk zal echter voch tiger zijn en meer vlekken vertonen dan wanneer u naspoelmiddel gebruikt.
,
U mag in geen geval azijn met een hoger zuurpercentage (bijv. azijnessence van 25 %) gebruiken. Daarbij kan de afwasautomaat be schadigd worden.
Als u uitsluitend met multifunctionele reinigingsproducten wilt reinigen, hoeft u geen naspoelmiddel te doseren.
20
-
-
Page 21
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Doseer zoveel naspoelmiddel totdat
^
het in het zeefje in de vulopening zichtbaar is.
In het naspoelmiddelreservoir kan ca. 110 ml.
^ Sluit het klepje en wel zo dat het dui-
delijk vastklikt. Is het klepje niet goed gesloten dan kan er tijdens het spoe­len water in het naspoelmiddelreser­voir lopen.
Controlelampje voor het na
-
spoelmiddel
Wanneer het controlelampje "Naspoel middel" in het bedieningspaneel gaat branden zit er nog een reserve in voor 2 - 3 afwasbeurten.
Vul op tijd naspoelmiddel bij.
^
-
^
Veeg eventueel gemorst naspoelmid del goed weg om bij de volgende af wasbeurt sterke schuimvorming te voorkomen.
-
-
21
Page 22
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Druk 3x op de Programmatoets.
Het instellen van de hoeveel heid te doseren naspoelmiddel
Voor een optimaal resultaat kunt u de dosering van het naspoelmiddel aan passen.
Het te doseren naspoelmiddel is instel baar in hoeveelheden van ca. 0-6 ml. Vanuit de fabriek is een hoeveelheid van ca. 3 ml naspoelmiddel ingesteld. Deze hoeveelheid wordt geadviseerd.
Vertoont het vaatwerk vlekken:
Stel een grotere hoeveelheid na
^
spoelmiddel in.
Vertoont het vaatwerk strepen of slui­ers:
^ Stel een lagere hoeveelheid naspoel-
middel in.
^ Schakel de afwasautomaat met de
K-toets uit.
^
Druk op de Start/Stop-toets, blijf erop drukken en schakel tegelijk de af wasautomaat met de K-toets in. Blijf daarbij minstens 4 seconden op de Start/Stop-toets drukken totdat het controlelampje "Start/Stop" gaat bran den.
Als dit niet het geval is, begint u opnieuw.
-
^
-
Het controlelampje van het onderste programma knippert afwisselend 3 keer kort.
-
Het controlelampje "Spoelen" knippert 3 keer kort in intervallen.
­Dit betekent dat er vanuit de fabriek
een hoeveelheid van 3 ml is ingesteld.
De ingestelde hoeveelheid is te zien aan het knipperritme van het controle lampje "Spoelen". Zie tabel.
Naspoelmiddel
hoeveelheid
in ml
-
^
Kies met de Start/Stop-toets het
-
0-
11x
22x
33x
44x
55x
66x
Knipperritme
knipperritme dat hoort bij de ge wenste hoeveelheid te doseren na spoelmiddel.
­Bij iedere druk op de toets krijgt men
een grotere hoeveelheid.
De geprogrammeerde hoeveelheid te doseren naspoelmiddel is direct opge slagen.
"Spoelen"
-
-
-
-
22
^
Schakel de afwasautomaat met de K-toets uit.
Page 23
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Waar u bij het inruimen van serviesgoed en bestek op moet letten
Verwijder de ergste etensresten van het vaatwerk.
Het is niet nodig om het vaatwerk van te voren onder stromend water af te spoelen!
Was vaatwerk met as, zand,
,
was, smeervet of verf niet in de af wasautomaat. As wordt niet opgelost, maar in de spoelruimte verdeeld. Door was, smeervet en verf raakt de afwas­automaat beschadigd.
U kunt ieder stuk servies in principe overal in de rekken inruimen. Neem daar echter de volgende tips bij in acht.
– Plaats serviesgoed en bestek zo dat
het niet tegen of op elkaar ligt.
– Plaats het vaatwerk altijd zo, dat alle
vlakken door het water kunnen wor den bereikt. Enkel op die manier is een goed resultaat mogelijk!
-
-
Plaats servies met een diepe bodem
zoveel mogelijk schuin in het rek, zo dat het water eraf kan lopen.
Let erop dat de sproeiarmen niet
door te hoog of door de rekken heenstekend vaatwerk worden ge blokkeerd. U kunt dit controleren door de sproeiarmen een keer met de hand rond te draaien.
Let erop dat kleine stukken servies
goed niet door de spijlen van de rek ken vallen. Leg dit soort servies zoals dekseltjes daarom in de besteklade of de be­stekkorf.
Levensmiddelen zoals wortels, to­maten of ketchup kunnen natuurlijke kleurstoffen bevatten. Door deze stoffen kunnen kunststof vaatwerk en kunststof onderdelen ervan ver­kleuren, wanneer zij in ruime mate met het vaatwerk in de automaat te­rechtkomen. Deze verkleuring heeft echter geen invloed op de stabiliteit van kunststof vaatwerk.
-
-
-
-
Plaats al het serviesgoed zo, dat het stevig staat.
Plaats hol serviesgoed zoals kopjes, glazen en kommen met de openin gen naar beneden in de rekken.
Plaats hoog, smal, hol serviesgoed niet in de hoeken van de rekken, maar zoveel mogelijk in het midden ervan. Het water kan er dan beter bij.
-
23
Page 24
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Serviesgoed en bestek die niet geschikt zijn voor de afwas
-
automaat
Serviesgoed en bestek die óf hele
maal óf voor een deel uit hout be staan drogen uit en worden lelijk. Bovendien houdt de lijm niet in de af wasautomaat. Het gevolg daarvan is dat houten grepen los kunnen raken.
Kunstvoorwerpen, antieke vazen of
glazen met decoraties zijn niet be stand tegen de afwasautomaat.
Voorwerpen van niet hittebestendig
kunststof kunnen vervormen.
– Voorwerpen van koper, messing, tin
en aluminium kunnen verkleuren of dof worden.
– Kleurdecoraties op het glazuur kun-
nen na vele afwasbeurten verbleken.
– Teer glaswerk en kristallen voor-
werpen kunnen na een tijd dof wor­den.
-
-
-
Wij adviseren:
Koop serviesgoed van materiaal dat
geschikt is om in een afwasautomaat te worden afgewassen en bestek met de aanduiding: "Geschikt voor de afwasmachine".
-
Wanneer u teer glaswerk per se in de
afwasautomaat wilt afwassen doe dat dan uitsluitend bij lage temperaturen. Zie de rubriek "Programmaoverzicht". De kans dat het glaswerk dof wordt is dan kleiner.
Blijf bijzonder waardevolle glazen
met de hand afwassen.
Let verder op het volgende:
Zilver dat met zilverpoets is behan-
deld kan na afloop van het afwaspro­gramma nog vochtig zijn doordat het water er niet als een film afloopt. Het zil­ver moet dan met een doek worden af­gedroogd.
Zilver kan verkleuren wanneer het in aanraking komt met levensmiddelen die zwavel bevatten, bijv. eigeel, uien, mayonaise, mosterd, peulvruchten, vis, pekelsaus van vis en marinades.
24
,
Aluminium serviesgoed zoals vetfilters mag niet worden afgewas sen met bijtende alkalische reini gingsmiddelen die in bedrijfsafwas automaten of industriereinigers wor den gebruikt. Gebeurt dat wel dan kan er materiële schade ontstaan. In het ergste geval bestaat het gevaar dat er hevige chemische reacties optreden die tot een explosie kun nen leiden (bijv. een knalgasre actie).
-
-
-
-
-
-
Page 25
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Bovenrek
Gebruik de afwasautomaat om
,
veiligheidsredenen niet zonder boven- en onderrek.
^ Plaats in het bovenrek klein, licht en
teer serviesgoed zoals glazen, kop­jes, schoteltjes en dessertschaaltjes. U kunt er ook een plat pannetje in plaatsen.
^
Leg erg lang bestek zoals soeple pels, pollepels en lange messen dwars aan de voorkant van het bo venrek.
-
Kopjesrek
Klap het kopjesrek omhoog om hoog
^
servies goed te kunnen inruimen.
Steunbeugel (afhankelijk van het model)
Glazen staan steviger wanneer u ze te gen de steunbeugel aanzet.
^ Klap de steunbeugel omhoog en zet
de glazen ertegenaan.
De beugel kunt u omklappen naar het midden van het rek. Dat maakt het in
­ruimen en uitruimen van serviesgoed
makkelijker.
-
-
25
Page 26
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Universele beugel (afhankelijk van het
model)
Hoge glazen en glazen met een lange steel staan steviger wanneer u de uni versele beugel gebruikt.
^ Klap de universele beugel omlaag en
zet er de hoge glazen en glazen met lange steel tegenaan.
-
26
Page 27
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Het verstellen van het bovenrek
Om in het boven- of onderrek meer plaats te krijgen voor hoger servies goed kunt u het bovenrek in hoogte verstellen. U kunt kiezen tussen 3 stan den met een verschil van telkens ca. 2 cm.
U kunt het bovenrek ook schuin plaatsen, nl. met één kant hoog en met één kant laag. Zo zal het water vlotter uit holtes lopen. Let er echter op dat u het rek zonder problemen in de spoel ruimte kan schuiven.
^ Trek het bovenrek naar buiten.
-
Afhankelijk van de stand van het bo venrek kunt u bijv. borden met de vol gende doorsneden in de rekken plaatsen.
-
Afwasautomaat met besteklade
(Model zie typeplaatje)
Stand
van het
bovenrek
G1XXX G2XXX
­Boven 15 19 31
Midden 17 21 29
Onder 19 23 27
Afwasautomaat met bestekkorf
(Model zie typeplaatje)
Stand
van het
bovenrek
G1XXX G2XXX
Bord-Ø in cm
Bovenrek Onderrek
Bord-Ø in cm
Bovenrek Onderrek
-
-
Om het bovenrek naar boven toe te ver stellen,
^
trekt u het rek naar boven, tot het vastklikt.
Om het bovenrek naar onderen toe te verstellen,
^
trekt u de hendels aan de zijkanten van het rek naar boven.
^
Stel de gewenste positie in en laat de hendels weer vastklikken.
Boven 20 24 31
Midden 22 26 29
Onder 24 28 27
-
27
Page 28
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Onderrek
Plaats in het onderrek groot en zwaar
^
serviesgoed zoals borden, platte schotels, pannen en schalen. U kunt ook schoteltjes, ontbijt- en dessertbordjes in het onderrek zet ten.
Afwasautomaat met besteklade
Inzetrek met spijlen
In het inzetrek met spijlen kunt u scho teltjes, borden en platte schotels plaatsen.
-
De twee rijen spijlen van dit rek kunt u omklappen om meer ruimte te krijgen voor grote stukken serviesgoed, bijv. potten, pannen en schalen.
-
Afwasautomaat met bestekkorf
28
^
Druk de gele hendels naar beneden
a zodat de rijen spijlen omklappen b.
Page 29
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Uitneembaar inzetrek met spijlen
U kunt het inzetrek met spijlen uit het toestel halen om meer ruimte te krijgen voor groter serviesgoed, bijv. een platte pan, of om een ander inzetrek te plaatsen.
Het verwijderen a
^ Trek het inzetrek aan de handgreep
naar boven.
Het plaatsen b
^
Schuif de twee haakjes die aan de onderkant van de inzet zitten onder de dwarsspijl van het onderrek.
Flessenhouder (afhankelijk van het model)
Op de flessenhouder kunt u smal ser viesgoed plaatsen zoals een melk- of babyfles.
^ Zet de flessenhouder alleen in het
onderrek zoals op het plaatje afge­beeld. Op andere plaatsen kunnen de waterstralen niet in de binnenkant van de fles komen en wordt de fles zo niet goed schoon. De flessen wor den zo niet goed schoon.
-
-
^
Druk het inzetrek aan de handgreep naar beneden totdat u weerstand voelt.
29
Page 30
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Bestek
Besteklade (afhankelijk van het model)
Wanneer de lepels niet met de grepen tussen de opstaande kammen passen, leg ze dan met de grepen op de getan-
^ Plaats het bestek in de besteklade
zoals op het plaatje.
Wanneer u messen, vorken en lepels als aparte groepen in de besteklade legt, kunt u ze er na het afwasprogram­ma makkelijker uithalen en opbergen.
de kammen.
Leg de lepels met de grepen tussen de opstaande kammen en de lepelbladen tussen de getande kammen, zodat ook de laatste waterdruppel er zonder pro blemen af kan lopen.
De bovenste sproeiarm mag niet door te hoog vaatwerk (bijv. een taartschep) worden geblokkeerd.
30
-
Page 31
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Bestekkorf (afhankelijk van het model)
^ Wilt u het bestek snel schoon en
droog hebben, plaats het dan zo in de bestekkorf dat de grepen bene­den en de snijkanten van de messen en de tanden van de vorken boven zitten. Wanneer u daardoor echter kans loopt om zich daaraan te verwonden, dan kunt u het bestek beter zo plaatsen dat de grepen boven en de scherpe kanten beneden zitten.
Plaats de bestekhouder als dat nodig
^
is op de bestekkorf.
^
Plaats kleine lepels in de speciale le pelsegmenten aan weerszijden van de bestekkorf.
Speciale bestekhouder voor de be stekkorf
In de bijgevoegde bestekhouder kunt u sterk vervuilde lepels plaatsen. De lepels liggen niet op elkaar maar worden in deze houder naast elkaar op gehangen. Daardoor kan het water er beter bij.
-
-
^
Plaats de lepels in de bestekhouder met de grepen beneden. Verdeel het bestek gelijkmatig over de houder.
-
31
Page 32
Bediening
Reinigingsmiddelen
Gebruik uitsluitend reinigingsmid
,
delen voor huishoudafwasautomaten.
Soorten reinigingsmiddelen
Moderne reinigingsmiddelen bevatten veel werkstoffen. De belangrijkste zijn:
Fosfaat onthardt water en voorkomt
daardoor kalkafzetting.
Alkaliteit is nodig om aangekoekt vuil
los te weken.
Enzymen breken zetmeel af en
verteren eiwit.
– Bleekmiddel op basis van zuurstof
verwijdert kleurvlekken (bijv. thee, koffie, tomatensap).
Er zijn voornamelijk fosfaathoudende lichtalkalische reinigingsmiddelen met enzymen en zuurstofbleekmiddelen verkrijgbaar. Fosfaatvrije producten zijn zeldzaam.
De reinigingsmiddelen zijn verkrijgbaar in verschillende vormen.
Poeder en -gel voor de afwasauto maat worden naargelang de lading en de mate waarin die vuil is op een verschillende manier gedoseerd.
Tabletten bieden een dosis die voor de meeste toepassingen volstaat.
Naast normale reinigingsmiddelen zijn er ook producten met verschillende ex tra functies (zie rubriek "Extra functies, Combi-tab", indien aanwezig). Combinatiereinigingsmiddelen hebben naast een reinigingsfunctie ook een glansspoel- en een wateronthardings functie.
32
-
-
U vindt deze producten in de handel onder de naam "3 in 1". Als ze ook
-
glansbescherming, glans voor roestvrij staal of extra reinigingskracht bieden, heten ze vaak "4 in 1", "5 in 1", enz. Gebruik deze combinatiereinigings middelen alleen in combinatie met de hardheidsgraad die op de verpakking vermeld staat. Het afwas- en droogvermogen van deze reinigingsmiddelen met extra functies is zeer uiteenlopend.
Optimale spoel- en droogresultaten bereikt u door normale reinigingsmid delen te gebruiken in combinatie met afzonderlijke zoutdosering en glans­spoelmiddel.
Dosering van het reinigingsmiddel
^ Neem bij het doseren daarvan de
aanwijzingen in acht die op de ver­pakking staan.
^ Tenzij anders vermeld, doseert u een
reinigingstablet of, volgens de mate waarin het vaatwerk vuil, 20 tot 30 ml in vakje II. Wanneer het vaatwerk erg vuil is kunt u een kleine hoeveelheid extra reini gingsmiddel in vakje I doen (zie Pro grammaoverzicht).
^
Gebruik bij het programma "Snel" geen tabletten. De tabletten lossen bij dit programma niet helemaal op.
-
Wanneer u minder reinigingsmiddel gebruikt dan is geadviseerd, is het mogelijk dat het vaatwerk niet goed schoon wordt.
-
-
-
-
Page 33
Adem geen poedervormig reini
,
gingsmiddel in! Slik geen reinigings middel in! Reinigingsmiddelen kun nen brandwonden in neus, mond en keel veroorzaken. Ga direct naar de dokter wanneer u een reinigingsmid del hebt ingeademd of ingeslikt. Zorg ervoor dat kinderen niet met reinigingsmiddelen in aanraking kunnen komen. Laat kinderen daar om niet bij de afwasautomaat komen als deze geopend is. Er zouden nog resten reinigingsmiddel in de afwas automaat aanwezig kunnen zijn. Bo vendien kunt u het reinigingsmiddel beter pas dán toevoegen vlak voor­dat u het programma start. Vergren­del de deur bovendien met het kinderslot, wanneer uw automaat daarover beschikt.
Het doseren van reinigings­middel
Bediening
Na afloop van een afwasprogramma is
-
het klepje van het reinigingsmiddelbak
-
je altijd geopend.
-
-
-
-
-
^ Doseer het reinigingsmiddel in de
vakjes en sluit het klepje van het do­seerbakje.
^ Sluit ook de verpakking van het reini-
gingsmiddel. Het middel zou anders kunnen gaan klonteren.
Doseerhulp
-
^
Druk op de openingstoets. De reservoirklep springt open.
In vakje I kan maximaal 10 ml en in vakje II kan maximaal 50 ml reini gingsmiddel.
In vakje II zijn markeringen aange bracht om het doseren makkelijker te maken: 20, 30. Wanneer de deur 90° geopend is geven deze streepjes in ml aan hoeveel reinigingsmiddel er onge veer in zit.
-
-
-
33
Page 34
Bediening
Het inschakelen van de afwas
-
automaat
Controleer of de sproeiarmen vrij
^
kunnen draaien en niet worden ge blokkeerd.
Sluit de deur.
^
Draai de waterkraan open indien
^
deze nog gesloten is.
Schakel de afwasautomaat met de
^
K-toets in.
Het controlelampje "Start/Stop" gaat knipperen en het controlelampje van het laatst ingestelde programma gaat branden.
-
Programma kiezen
Laat de keuze voor een programma steeds afhangen van het soort vaatwerk en de mate waarin dat is vervuild.
In de rubriek "Programmaoverzicht" zijn de programma's beschreven en de toepassingen ervan.
Een programma starten
Kies met de Programmatoets het ge
^
wenste programma.
Het controlelampje van het gekozen programma gaat branden.
Druk op de Start/Stop-toets.
^
Het programma start. De controlelamp jes "Start/Stop" en "Reinigen" en het controlelampje van het gekozen pro gramma branden.
Wanneer u beslist een programma moet afbreken, doe dat dan alleen in de eerste minuten. Doet u dat later, is het mogelijk dat belangrijke programmafases (bijv. het regenereren) worden overgesla­gen.
-
Weergave programmaverloop
Na de start van het programma geven de controlelampjes voor het program­maverloop telkens aan, welke fase in het programmaverloop is bereikt.
-
-
34
Page 35
Bediening
Einde van het programma
Wanneer in het programmaverloop het controlelampje "Einde" brandt, is het programma beëindigd.
U kunt de afwasautomaat nu openen en het vaatwerk eruit halen.
Om beschadigingen aan kwets
,
bare werkbladen door waterdamp te voorkomen kunt u de deur na afloop van een programma het beste óf he lemaal opendoen óf gesloten hou den totdat u het vaatwerk uit de au tomaat haalt. Laat de deur in ieder geval niet op een kier staan.
-
-
-
-
Het uitschakelen van de afwas­automaat
Na afloop van het programma:
^ Druk na afloop van het programma
op de K-toets.
Het uitruimen van de afwasau tomaat
Heet serviesgoed breekt snel! Laat het serviesgoed daarom na het uit schakelen van de automaat zo lang in de afwasautomaat afkoelen, totdat u het goed kunt vastpakken.
Wanneer u de deur na het uitschakelen van de automaat helemaal opent, koelt het vaatwerk sneller af.
Ruim eerst het onderrek, dan het bo
^
venrek en tenslotte de besteklade uit, wanneer deze aanwezig is. Zo voorkomt u dat er druppels van het bovenrek of van de besteklade op het vaatwerk in het onderrek val­len.
-
-
-
De afwasautomaat verbruikt stroom zolang u hem niet met behulp van de K-toets hebt uitgeschakeld.
Draai veiligheidshalve de kraan dicht, wanneer de afwasautomaat langere tijd niet wordt gebruikt, bijvoorbeeld in de vakantietijd.
35
Page 36
Bediening
Het programma onderbreken
Het afwasprogramma wordt onderbro ken, zodra u de deur opendoet. Zodra u de deur weer dichtdoet, gaat het programma na enkele seconden daar verder, waar het is onderbroken.
Wanneer het water in de afwas
,
automaat heet is, loopt u het risico om zich te verbranden. Wanneer u de deur beslist moet openen, doe dat dan zeer voorzich tig. Laat de deur voordat u die weer sluit ca. 20 seconden op een kier staan, zodat de temperatuur zich in de spoelruimte kan verdelen. Druk de deur daarna stevig dicht, totdat hij vastklikt.
Wisseling van programma
-
Is het klepje van het reinigingsmid deldoseerbakje al geopend, is het niet meer mogelijk om van program ma te wisselen.
Wanneer een programma al is gestart,
­kunt u als volgt van programma wis
selen:
Druk minstens 1 seconde lang op de
^
-
Start/Stop-toets.
Het programma wordt afgebroken. Het controlelampje "Start/Stop" gaat knippe ren.
^ Kies het gewenste programma en
start het.
-
-
-
-
36
Page 37
Extra functies
Fabrieksinstellingen
Wanneer u de fabrieksinstellingen hebt veranderd maar deze weer terug wilt hebben, doe dan het volgende.
Schakel de afwasautomaat met de
^
K-toets uit.
Druk op de Start/Stop-toets, blijf erop
^
drukken en schakel tegelijk de af wasautomaat met de K-toets in. Blijf daarbij minstens 4 seconden op de Start/Stop-toets drukken totdat het controlelampje "Start/Stop" gaat bran den.
Als dit niet het geval is, begint u op­nieuw.
^ Druk 12 keer op de Programmatoets.
Het controlelampje van het onderste programma knippert afwisselend 1 keer lang en 2 keer kort in intervallen.
-
Het controlelampje "Spoelen" geeft aan of een fabrieksinstelling gewijzigd is of niet.
Het controlelampje "Spoelen" knip
pert: De fabrieksinstellingen zijn van kracht.
Het controlelampje "Spoelen" is uit:
Minstens één instelling is gewijzigd.
Wilt u de fabrieksinstelling
^
terughebben, druk dan op de Start/Stop-toets.
-
Schakel de afwasautomaat met de
^
K-toets uit.
-
37
Page 38
Reiniging en onderhoud
Controleer regelmatig - ongeveer 2 tot 3 keer per jaar - de algehele toestand van uw afwasautomaat. De kans op storingen is daardoor ge ringer.
Alle oppervlakken zijn gevoelig
,
voor krassen. Alle oppervlakken kunnen verkleu ren of wijzigingen ondergaan wan neer ze met niet-geschikte reini gingsmiddelen in contact komen.
Spoelruimte reinigen
Wanneer u altijd de juiste hoeveelheid reinigingsmiddel gebruikt, houdt u daarmee automatisch de spoelruimte schoon.
Wanneer zich echter toch kalk of vet heeft afgezet, kunt u deze aanslag met een speciaal reinigingsmiddel verwij­deren (bij de Technische Dienst van Miele verkrijgbaar).
Het reinigen van de deurdich ting en de deur
^
Controleer de deurdichting regelma tig en verwijder eventuele etensres ten met een vochtige doek.
-
-
-
-
-
-
Voorzijde van het toestel reinigen
Vuil verwijdert u het best direct.
,
Als het vuil er langere tijd op inwerkt, kan het soms niet meer worden ver wijderd en kunnen de oppervlakken verkleuren of wijzigingen onder gaan.
Reinig de voorzijde van het toestel
^
met een schone sponsdoek, handaf wasmiddel en warm water. Wrijf daar na alles droog met een zachte doek. U kunt om te reinigen ook een scho ne, vochtige microvezeldoek zonder reinigingsmiddel gebruiken.
Om schade aan de oppervlakken te voorkomen, mogen de volgende mid­delen niet worden gebruikt om de op­pervlakken te reinigen:
– reinigingsmiddelen die soda, ammo-
niak, zuur of chloor bevatten,
– kalkoplossende reinigingsmiddelen,
schurende reinigingsproducten, zo als schuurpoeder, schuurmelk, poetsstenen,
-
reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
reinigingsmiddelen voor roestvrij staal,
-
-
-
-
-
-
^
Veeg gemorste etens- en drankres ten van de zijkanten van de deur af. Deze gedeelten horen niet bij de spoelruimte en de waterstralen kun nen daar niet bijkomen.
38
-
afwasmiddelen voor de afwasauto maat,
-
ovensprays,
glasreinigers,
schurende harde sponsen en bor stels (bijv. schuursponsen),
scherpe metaalschrapers.
-
-
Page 39
Het reinigen van de filter in de spoelruimte
Reiniging en onderhoud
Op de bodem van de spoelruimte be vindt zich een filter. Deze filter houdt het ergste vuil tegen dat in het afwas water zit. Op deze manier wordt voor komen dat het vuil in het circulatiesys teem en via de sproeiarmen weer in de spoelruimte terechtkomt.
Zonder filter mag niet worden af
,
gewassen!
De filter kan in de loop van de tijd door het vuil verstopt raken. Hoelang dat duurt hangt natuurlijk af van uw eigen huishoudelijke situatie.
Controleer de filter daarom regelmatig en reinig de combinatie indien nodig.
^ Schakel eerst de afwasautomaat uit.
-
-
-
-
-
Ontgrendel de filter a door de
^
grendel naar achteren te draaien.
^ Neem de filter uit het toestel b. Ont-
doe de filter van grove resten. Spoel de combinatie onder stromend water goed af. Gebruik daarbij eventueel een borstel.
39
Page 40
Reiniging en onderhoud
Om de binnenkant van het tuitvormige gedeelte van de filter te kunnen reini­gen moet u het eerst openen.
Plaats de filter zo terug, dat ze plat
^
tegen de bodem van de spoelruimte aanligt.
^ Doe dat door de greepjes van het
klepje naar elkaar toe te drukken (zie pijlen) a en het klepje open te klap­pen b.
^ Reinig alle delen onder stromend wa-
ter.
^ Klap het klepje weer dicht en laat het
vastklikken.
^ Vergrendel daarna de filter door de
greep van achter naar voren te draai­en, tot de pijltjes naar elkaar toewij­zen.
,
De filter moet goed zijn geplaatst en vergrendeld. Is dat niet het geval, dan is het mogelijk dat de grove res­ten in het circulatiesysteem terecht komen en dat het systeem verstopt raakt.
-
40
Page 41
Reiniging en onderhoud
Sproeiarmen reinigen
Het is mogelijk dat er etensresten vast gaan zitten in de sproeikoppen en de lagering van de sproeiarmen. Con troleer de sproeiarmen derhalve regel matig - ongeveer 2 tot 3 keer per jaar.
Schakel eerst de afwasautomaat uit.
^
Verwijder de sproeiarmen als volgt:
Trek (indien aanwezig) de besteklade
^
naar buiten.
Druk de bovenste sproeiarm om
^
hoog, zodat de tanden in elkaar grijpen en schroef de sproeiarm er af.
-
-
Trek het onderrek naar buiten.
^
-
^ Trek de onderste sproeiarm omhoog
en haal hem er af.
^
Druk de middelste sproeiarm iets op (a), zodat de tanden in elkaar grijpen en schroef de sproeiarm er af (b).
^
Druk de etensresten in de sproeikop pen met een scherp voorwerp naar binnen.
^
Spoel de sproeiarmen onder stro mend water goed af.
^
Zet de sproeiarmen weer terug en controleer of ze makkelijk ronddraai en.
-
-
-
41
Page 42
Storingen verhelpen
De meeste problemen die zich bij het dagelijkse gebruik voordoen kunt u zelf op lossen. Doordat u dan geen beroep hoeft te doen op de Technische Dienst, be spaart u tijd en kosten!
Het nu volgende overzicht kan u helpen om de oorzaken van een probleem te vinden en weg te nemen. Let echter op het volgende:
Reparaties mogen uitsluitend door vakmensen worden uitgevoerd. Door
,
ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen er niet te onderschatten risico's ontstaan voor de gebruiker.
Technische storingen
Probleem Oorzaken Oplossing
Nadat de afwasautomaat met de K-toets is inge­schakeld, gaat het con­trolelampje "Start/Stop" niet knipperen.
De afwasautomaat stopt met afwassen.
De stekker zit niet in het stopcontact.
De zekering is gesprongen.
De zekering is gesprongen.
Steek de stekker in het stopcontact.
Activeer de zekering. (min. zekering: zie type­plaatje).
Activeer de zekering. (min. zekering: zie type­plaatje).
-
-
42
Page 43
Storingen verhelpen
Probleem Oorzaken Oplossing
De controlelampjes voor de programmafa ses "Reinigen", "Dro gen" en "Einde" zijn tegelijk aan het knip peren.
Het is ook mogelijk dat de afvoerpomp loopt terwijl de deur nog open is.
Er kan sprake zijn van een technische storing.
-
-
-
Het Waterproof-systeem heeft gereageerd.
Schakel de afwasauto
maat met de K-toets uit.
Wacht een paar seconden.
Schakel de afwasauto
maat in. Kies met de Programma
toets het gewenste pro gramma.
Druk op de Start/Stop-
toets.
Beginnen de controlelampjes voor het programmaverloop opnieuw te knipperen, is er sprake van een technische storing.
– Doe een beroep op de
Technische Dienst van Miele.
– Draai de waterkraan dicht. – Doe een beroep op de
Technische Dienst van Miele.
-
-
-
-
43
Page 44
Storingen verhelpen
Storingen in de watertoevoer/waterafvoer
Probleem Oorzaken Oplossing
Het controlelampje "Toevoer/Afvoer" be gint afwisselend te knipperen en te bran den.
De afwasautomaat stopt met afwassen. Het controlelampje "Toevoer/Afvoer" be gint te knipperen.
De kraan is nog dicht. Draai de kraan helemaal open.
-
-
Voordat u het probleem oplost:
Schakel de afwasautomaat
met de K-toets uit.
-
Storing in de watertoe voer
Storing in de wateraf­voer. Het is mogelijk dat zich in de spoelruimte wa ter bevindt.
Draai de kraan helemaal
-
open.
– Reinig het zeefje in de water-
toevoer. Zie rubriek: "Sto­ringen verhelpen".
– De stromingdruk bij de water-
aansluiting is lager dan 30 kPa (0,3 bar). Vraag de installateur om een oplossing.
– Reinig de filter. Zie rubriek:
"Reiniging en onderhoud".
Reinig de afvoerpomp. Zie
-
rubriek: "Storingen ver helpen".
Reinig de terugslagklep. Zie rubriek: "Storingen ver helpen".
Verwijder eventuele knikken of lussen in de waterafvoer slang.
-
-
-
44
Page 45
Storingen verhelpen
Algemene problemen met de afwasautomaat
Probleem Oorzaken Oplossing
In het reinigingsmiddel doseerbakje zijn na het afwasprogramma res ten reinigingsmiddel achtergebleven.
De klep van het reser voir voor de reiniger gaat niet dicht.
Na afloop van het pro gramma zit er een vochtlaag op de bin­nenkant van de deur en mogelijk ook op de bin­nenwanden.
Na afloop van het af­wasprogramma zit er water in de spoelruim­te.
Het reservoir voor het rei
-
nigingsmiddel was voch tig toen het werd gevuld.
-
Er zijn resten reiniger
-
achtergebleven die de sluiting blokkeren.
Dit is geen storing!
-
Dit hoort bij het droogsysteem.
De filter in de spoelruim­te is verstopt.
De afvoerpomp of de te rugslagklep is geblok keerd.
Er zit een knik in de af voerslang.
Zorg er bij het doseren van
­het reinigingsmiddel voor
­dat het bakje droog is.
Verwijder de resten.
Geen! Het vocht verdampt na een tijdje.
Voordat u het probleem op­lost:
– Schakel de afwasauto-
maat met de K-toets uit.
Reinig de filter. Zie rubriek: "Reiniging en onderhoud".
-
Reinig de afvoerpomp of de
-
terugslagklep. Zie rubriek: "Storingen verhelpen".
-
Haal de knik eruit.
45
Page 46
Storingen verhelpen
Geluiden
Probleem Oorzaken Oplossing
Kloppend geluid in de afwasruimte
Klapperend geluid in de afwasruimte
Kloppend geluid in de waterleiding
Een sproeiarm slaat tegen kookgerei.
Kookgerei beweegt in de afwasruimte.
Wordt eventueel veroor zaakt door de montage of de te geringe doorsnede van de waterleiding.
-
Onderbreek het program ma en verplaats het kook gerei dat in de weg zit van de sproeiarm.
Onderbreek het program ma en zet het kookgerei goed vast.
Heeft geen invloed op de werking van de afwasauto maat. Raadpleeg eventu eel een installateur.
-
-
-
-
-
46
Page 47
Storingen verhelpen
Onbevredigend resultaat
Probleem Oorzaken Oplossing
Het kookgerei is niet schoon
Op glazen en be stek blijven stre pen achter, de gla zen hebben een blauwachtige schijn, de aanslag kan worden afge veegd.
Het kookgerei werd niet juist geplaatst.
Het programma was te zwak.
Er werd te weinig reinigings middel gedoseerd.
De sproeiarmen zijn geblokkeerd door het kook­gerei.
De filter in de afwasruimte is niet schoon of niet juist ge­plaatst. Daardoor kunnen ook de sproeiarmmonden verstopt zijn.
De terugslagklep is in geo­pende toestand geblok­keerd. Vuil water loopt terug naar de afwasruimte.
-
Het naspoelmiddel is te
-
hoog ingesteld.
-
-
Hou rekening met de instruc ties in "Kookgerei en bestek plaatsen".
Kies een sterker programma (zie rubriek "Programma overzicht").
Gebruik meer reinigingsmid
­del of kies een ander reini gingsmiddel.
Voer een draaicontrole uit en verplaats het kookgerei eventueel.
Reinig de filter of plaats de filter juist. Reinig eventueel de sproei­armmonden (zie rubriek "Rei­niging en onderhoud").
Reinig de afvoerpomp en de terugslagklep, zie rubriek "Storingen verhelpen".
Verminder de dosering (zie rubriek "Naspoelmiddel").
-
-
-
-
47
Page 48
Storingen verhelpen
Probleem Oorzaken Oplossing
Het kookgerei wordt niet droog of glazen en bestek vertonen vlekken.
Witte neerslag op het kookgerei. De glazen en het be stek zijn melkachtig gewor­den; de neerslag kan worden afge­veegd.
-
De hoeveelheid naspoel middel is te klein of het na spoelmiddelreservoir is leeg.
Het kookgerei werd te vroeg uit het toestel ge haald.
Te weinig naspoelmiddel. Verhoog de dosering (zie ru
Er zit geen zout in het zout­reservoir.
De afsluitkap van het zout­reservoir is niet goed geslo­ten.
Ongeschikte multifunctione­le afwasmiddelen werden gebruikt.
Het onthardingssysteem is geprogrammeerd op een te lage stand.
Giet naspoelmiddel in het toe
­stel, verhoog de dosering of
­kies bij de volgende vulling een ander naspoelmiddel (zie rubriek "De eerste ingebruik name").
Haal het kookgerei later uit het toestel (zie rubriek "Bedie
­ning").
briek "De eerste ingebruikna me").
Giet regenereerzout in het toe­stel (zie rubriek "De eerste in­gebruikname").
Zet de afsluitkap rechtop en draai ze goed dicht.
Gebruik een ander reinigings­middel. Gebruik eventuele normale tabs of normaal poe­dervormig reinigingsmiddel.
Programmeer het onthar dingssysteem hoger (zie ru briek "De eerste ingebruikna me").
-
-
-
-
-
-
-
-
48
Page 49
Storingen verhelpen
Probleem Oorzaken Oplossing
Glazen verkleuren bruinachtig-blauwac htig; de neerslag kan niet worden afge veegd.
Glazen worden mat en verkleuren; de neerslag kan niet worden afgeveegd.
Thee of lippenstift wordt niet volledig verwijderd.
Kunststof onderde­len zijn verkleurd.
Bestekonderdelen vertonen roest sporen.
-
Er hebben zich stoffen uit het reinigingsmiddel afge zet.
-
De glazen zijn niet geschikt voor de afwasautomaat. Er vindt een oppervlakte wijziging plaats.
Het gekozen programma heeft een te lage afwas temperatuur.
Het reinigingsmiddel heeft een te geringe bleekwer­king.
Natuurlijke kleurstoffen, bijv. uit wortels, tomaten of ket­chup, kunnen hiervan de oorzaak zijn. De hoeveel­heid reinigingsmiddel of de bleekwerking van het reini­gingsmiddel waren te ge­ring voor natuurlijke kleur­stoffen.
De bestekonderdelen zijn onvoldoende roest bestendig.
Nadat u regenereerzout in het toestel heeft gedaan, werd geen programma ge start. Zoutresten zijn in het normale reinigingsproces terecht gekomen.
De afsluitkap van het zout reservoir is niet goed geslo ten.
Kies onmiddellijk een ander reinigingsmiddel.
-
Geen! Koop glazen die geschikt
-
-
zijn voor de afwasautomaat.
Kies een programma met een hogere afwastempera
­tuur.
Gebruik een ander reini­gingsmiddel.
Gebruik meer reinigings­middel (zie rubriek "Bedie­ning"). Reeds verkleurde onderde­len krijgen de oorspronke­lijke kleur niet terug.
Geen! Koop bestek dat geschikt is voor de afwasautomaat.
Start na het vullen met zout altijd het programma "Snel"
-
terwijl het toestel leeg is (zonder "Turbo"-functie, in dien aanwezig).
-
Zet de afsluitkap rechtop en
-
draai ze goed dicht.
-
-
49
Page 50
Storingen verhelpen
De filter in de watertoevoer reinigen
Ter bescherming van het toevoerventiel zit er in de schroefkoppeling een filter. Is die vuil, dan loopt er te weinig water in de kuip.
Het kunststof omhulsel van de
,
wateraansluiting bevat een elek trisch onderdeel. Dat mag u niet in vloeistof onderdompelen!
Aanbeveling
Bevat het u geleverde leidingwater veel bestanddelen die in het water niet wor­den opgelost? Plaats dan bij voorkeur een grotere filter tussen de afsluitkraan en de schroefkoppeling van het veilig­heidsventiel. Deze filter is verkrijgbaar onder het be­stelnummer M.-nr. 2665352 bij uw gespecialiseerd verdeler of bij de naverkoopdienst van Miele.
Om de filter schoon te maken:
^
Maak het toestel stroomloos: Schakel de afwasautomaat dan uit en trek de stekker uit het stopcontact.
^
Draai de waterkraan dicht.
^
Schroef het watertoevoerventiel op de waterkraan.
-
Schroef het watertoevoerventiel los.
^
^ Neem het dichtingsschijfje uit de
schroefkoppeling. Trek het filtertje met een combinatie- of punttang uit en maak het schoon.
^ Breng het filtertje met de dichting
weer aan. Zit de dichting wel juist?!
^ Schroef het watertoevoerventiel op
de waterkraan. Let erop dat u de schroefkoppeling niet schuin op de waterkraan draait.
^
Draai de waterkraan open. Indien er water lekt, draai dan de schroefkoppeling steviger aan. Mis schien zit ze schuin op de kraan. Zet het toevoerventiel keurig recht op de kraan. Draai het stevig aan.
-
50
Page 51
Storingen verhelpen
Het reinigen van de afvoer
-
pomp en de terugslagklep
Is het water na afloop van een program ma niet uit de spoelruimte gepompt, dan kan dat verschillende oorzaken hebben. Een andere mogelijkheid is dat be paalde voorwerpen de afvoerpomp of de terugslagklep blokkeren. Deze kunt u makkelijk verwijderen.
Maak het toestel stroomloos: Schakel
^
de afwasautomaat dan uit en trek de stekker uit het stopcontact.
Haal de filter uit de spoelruimte. Zie
^
rubriek: "Reiniging en onderhoud", paragraaf: "Het reinigen van de filter in de spoelruimte".
^ Schep het water met een bekertje uit
de spoelruimte.
-
-
Onder de terugslagklep bevindt zich de afvoerpomp (zie pijl).
^ Verwijder alle voorwerpen die de af-
voerpomp blokkeren. Let erop dat glassplinters bijzonder moeilijk te zien zijn . Draai ter controle het loop­wiel van de afvoerpomp met de hand. Het loopwiel draait niet soepel, maar schoksgewijs.
^ Zet de terugslagklep weer zorgvuldig
op zijn plaats.
^
Druk de vergrendeling van de terug slagklep naar binnen a.
^
Til de terugslagklep omhoog en ver wijder de klep b, en spoel hem daar na onder stromend water goed af.
^
Verwijder alle voorwerpen die de te rugslagklep blokkeren.
,
De klep moet vastklikken!
-
-
-
-
51
Page 52
Programmaoverzicht
programma Toepassing
Automatic 55-65 °C Sensorgestuurd programma
Snel 40 °C "Snelprogramma" voor licht vervuild vaatwerk, bijv. partyservies en -bestek;
Licht 50 °C Voor licht tot normaal vervuild vaatwerk
Energie Spaar
Intensief 75 °C Voor zeer sterk vervuild vaatwerk en
Voorspoelen Om ruikend kookgerei af te spoelen,
1) Standaardprogramma voor energielabel
voor normaal vervuild vaatwerk
voor het verwijderen van zoutresten na het doseren van regenereerzout; inclusief glasverzorging; niet geschikt voor reinigingstabletten
met niet vastgedroogde voedselresten, met kortere werkingstijd; inclusief glasverzorging
1)
Voor normaal vervuild vaatwerk met niet-aangekoekte etensresten, erg energiebesparend programma lange inwerkingstijd bij lage temperatuur; inclusief glasverzorging
normaal vervuilde potten en pannen en ander normaal vervuild vaatwerk
met aangekoekte etensresten; advies: 120% reinigingsmiddel
als een volledig programma niet de moeite loont
52
Page 53
Programmaoverzicht
programmaverloop Verbruik Duur
Stroomverbruik water
Voor-
spoelen
Indien
nodig
2) De genoemde waarden zijn volgens EN 50242 berekend. De waarden kunnen in de praktijk door wisselende omstandigheden of door de invloed van sensoren duidelijk variëren. Bij de aangegeven duur zijn wij uitgegaan van een normaal huishouden.
Reinigen°CTussen-
spoelen
12
55 - 65 Indien
nodig
40 X 45 0,70 0,22 13 0:33 0:25
50 X 65 X 1,25 0,90 13 1:32 1:20
45 X 60 X 1,05 0,70 13 2:54 2:44
X 75 X 65 X 1,70 1,20 17 2:39 2:29
X 0,02 0,02 5 0:12 0:12
Na-
spoelen
Dro
°C
65 X 1,30-1,60 0,75-1,00 13-22 1:45-2:30 1:35-2:16
gen
-
Water
koud
(15 °C)
kWh
Water warm
(55 °C)
kWh
Liter Water
koud
(15 °C)
h:min
2)
Water
warm
(55 °C)
h:min
Wanneer u de functie "Turbo" (indien aanwezig) kiest kan een programma met maximaal 50 minuten worden verkort. Het energieverbruik zal hierbij mogelijk ongeveer 0,2 kWh stijgen.
Bij de toestellen van het type 2XXX (voor het model zie typeplaatje) liggen het energie- en waterver bruik hoger en wel max. 0,1 kWh, resp. max. 1 l.
-
53
Page 54
Service-afdeling
Reparaties
Mocht u een opgetreden storing on danks bovenstaande tips niet zelf kun nen verhelpen, neem dan contact op met:
de Miele-vakhandel of
de Technische Dienst van Miele
Het telefoonnummer van de Tech nische Dienst van Miele vindt u op de achterzijde van deze gebruiks aanwijzing.
^ Wanneer u de Technische Dienst in-
schakelt, geef dan het model en het nummer van de afwasautomaat op.
Beide gegevens vindt u op het type­plaatje aan de rechter zijkant van de deur.
-
-
-
Programma-actualisering (Update / program correction)
-
Reinigingsmiddelen, afwasgewoonten en afwasvoorschriften zullen in de toe komst veranderingen ondergaan.
De spoel- en afwasprogramma's zullen daaraan moeten worden aangepast.
De Technische Dienst zal in de toe komst in staat zijn het afwasprogramma te updaten en in het geheugen van uw afwasautomaat op te slaan. Dit zal ge beuren via het controlelampje PC. Miele zal zelf aangeven wanneer de program ma's kunnen worden geactualiseerd.
Voor testinstituten
In de brochure "Vergelijkende tests" vindt u alle vereiste informatie over ver­gelijkende tests en geluidsmetingen. Aarzel niet om deze up-to-date brochure aan te vragen per e-mail bij:
– testinfo|miele.de
-
-
-
-
54
^
Geef daarbij het model en het num mer van de afwasautomaat op. Zie typeplaatje.
-
Page 55
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Voor een nog efficiënter gebruik van de afwasautomaat
Om uw toestel nog beter op uw individuele wensen af te stemmen en om het toe stel nog beter aan speciale inbouwsituaties aan te passen kunt u bij uw Miele-vakhandelaar of bij de Technische Dienst van Miele extra accessoires krij gen. Het is mogelijk dat sommige accessoires al tot de standaarduitrusting behoren; dit hangt van het model af.
U wilt... dan hebt u nodig...
...glazen met een lange steel afwassen
...flessen afwassen, bijv. melk- of babyflessen
...extra bestek afwassen, bijv. kleine lepeltjes, gebakvorkjes, een juslepel
...vele glazen afwassen ...een glazenrek dat in het onderrek
...grote borden afwassen ...een rek voor borden met een door-
...een glazenrek dat in het bovenrek wordt geplaatst
...een flessenhouder
...een bestekkorfje dat in het onder­rek wordt geplaatst
wordt geplaatst
snede tot:
-33cm
-35cm
-
-
55
Page 56
Elektrische aansluiting
De afwasautomaat mag alleen door een erkend installateur op het elektriciteits net worden aangesloten. De afwasauto maat is standaard voorzien van een aansluitkabel met stekker met bescher mingscontact (aarding), geschikt voor aansluiting op een stopcontact met be schermingscontact (aarding).
De afwasautomaat moet zo wor
,
den geplaatst dat men altijd zonder problemen bij het stopcontact kan komen. Gebruik om veiligheidsredenen geen verlengsnoer. Het gebruik van een verlengsnoer verhoogt het risico op oververhitting en daarmee op brand.
Wanneer de aansluitkabel is bescha­digd, moet hij door een speciaal voor deze afwasautomaten vervaardigde ka­bel worden vervangen. Neem contact op met de Miele-vakhandelaar of met de Technische Dienst van Miele. Om veiligheidsredenen mag de kabel al leen door gekwalificeerde vakmensen worden vervangen.
-
-
-
Het toestel mag uitsluitend wor
,
den aangesloten op een huisinstalla
­tie die volgens de geldende voor schriften is geïnstalleerd.
-
-
-
-
-
,
Controleer voordat u de auto maat in gebruik neemt of de elek trische waarden van uw huisinstalla tie (spanning, frequentie en zeke ring) overeenkomen met de gege vens op het typeplaatje en dat het geïnstalleerde stopcontactsysteem overeenkomt met het stekkersys teem van de afwasautomaat.
De technische gegevens vindt u op het typeplaatje aan de rechterzijkant van de deur.
56
-
-
-
-
-
-
Page 57
Het Waterproof-systeem van Miele
Bij vakkundige installatie geeft Miele de garantie voor het Waterproof-systeem ­voor de hele levensduur van de afwas automaat.
Watertoevoer
Het water in de afwasautomaat
,
is geen drinkwater.
De afwasautomaat mag worden aan
gesloten op koud of warm water tot max. 60 °C. Wanneer u beschikt over een energetisch gunstige warmwater­bereiding, raden wij u aan om de af­wasautomaat op warm water aan te sluiten. Hierdoor bespaart u energie en tijd. Er wordt in alle programma's met warm water gespoeld.
– De toevoerslang is ca. 1,5 m lang.
Een 1,5 m lange, flexibele metalen slang (proefdruk 14000 kPa/140 bar) is leverbaar.
Wateraansluiting
Om schade aan het toestel te
,
voorkomen, mag u de afwasauto maat alleen op een volledig ontlucht buisleidingsnet aansluiten.
-
-
! De watertoevoerslang mag niet
korter worden gemaakt of bescha­digd want in de slang zitten stroomvoerende onderdelen (zie afb.).
-
Voor de aansluiting is een kraan met
3
/4"-schroefkoppeling noodzakelijk.
Een terugslagklep is niet noodzake lijk, daar het toestel voldoet aan de waterveiligheidsnormen.
De waterdruk (stromingdruk bij de wateraansluiting) moet tussen de 30 en 1000 kPa (0,3 en 10 bar) liggen. Is de druk hoger, dan moet een druk reduceerventiel worden ingebouwd.
-
-
57
Page 58
Wateraansluiting
Waterafvoer
In de afvoer van de afwasautomaat
bevindt zich een terugslagklep, zo dat er geen vuil water via de afvoer slang in de automaat terug kan stro men.
De afwasautomaat is voorzien van
een flexibele afvoerslang van ca. 1,5 m met een diameter van 22 mm binnenwerks.
De afvoerslang kan met nog een
slang en met een verbindingsstuk worden verlengd. De afvoerslang mag maximaal 4 me­ter lang, de opvoerhoogte maximaal 1 meter zijn!
– Voor de aansluiting van de slang op
het afvoersysteem ter plaatse is bo­vendien een slangklem bij de auto­maat verpakt (zie montageschema).
– De slang kan naar rechts of links
worden verlegd.
Beluchting van de waterafvoer
Ligt de waterafvoeraansluiting op de plaats van opstelling dieper dan de ge
­leiding voor de wieltjes van het onder
­rek in de deur, moet de waterafvoer
­worden belucht. Gebeurt dat niet, dan kan het water tijdens een programma door de werking van de sifon uit de spoelruimte stromen.
Hoe beluchten:
Open de deur van de afwasautomaat
^
volledig.
-
-
De aansluittuit voor de afvoerslang is geschikt voor slangen van verschil lende doorsneden. Steekt de aan sluittuit te ver in de afvoerslang dan moet de aansluittuit korter worden gemaakt. Gebeurt dat niet, dan kan de afvoerslang verstopt raken.
De afvoerslang mag niet korter wor den gemaakt.
,
Zorg ervoor dat er geen knikken
in de afvoerslang komen.
58
-
-
^
Trek de onderste sproeiarm omhoog en haal hem eraf.
^
Snijd de dop van de beluchtingsklep in de spoelruimte af.
-
Page 59
Technische gegevens
Model afwasautomaat G 1XXX G 2XXX
Hoogte vrijstaand toestel 84,5 cm
(verstelbaar + 3,5 cm)
Hoogte inbouwtoestel 80,5 cm
(verstelbaar + 6,5 cm)
Hoogte van de inbouwkast vanaf 80,5 cm (+ 6,5 cm) vanaf 84,5 cm (+ 6,5 cm)
Breedte 59,8 cm 59,8 cm
Breedte van de inbouwkast 60 cm 60 cm
Diepte Vrijstaand toestel Inbouwtoestel
Gewicht max. 66 kg max. 58 kg
Spanning 230 V 230 V
Aansluitwaarde 2200 W 2200 W
Zekering 10 A 10 A
Keurmerk KEMA, VDE,
Waterdruk 30 - 1000 kPa
Warmwateraansluiting tot max. 60 °C tot max. 60 °C
Opvoerhoogte max. 1 m max. 1 m
Afpomplengte max. 4 m max. 4 m
Aansluitkabel ca. 1,7 m ca. 1,7 m
Capaciteit 12 couverts 14/12 couverts *
60 cm 57 cm
radio- en tv-ontstoring
(0,3 - 10 bar)
-
84,5 cm (verstelbaar + 6,5 cm)
­57 cm
KEMA, VDE, radio- en tv-ontstoring
30 - 1000 kPa (0,3 - 10 bar)
* volgens het model
59
Page 60
Wijzigingen voorbehouden / G1142/1152/G2142/2152 / 1708
M.-Nr. 06 974 401 / 01
Loading...