Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing
voor u het toestel installeert en in gebruikt neemt.
Zo zorgt u voor uw eigen veiligheid en vermijdt u
schade aan uw toestel.
nl-BE
M.-Nr. 07 926 810
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................4
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................6
Hoe kunt u energie besparen? ......................................11
Het toestel in- en uitschakelen ......................................12
Voor het eerste gebruik .............................................12
Het toestel inbouwen..............................................40
Gewicht van de meubeldeur .........................................40
Inbouw in een scheidingswand .......................................40
De meubeldeur monteren ...........................................44
3
Beschrijving van het toestel
a Controlelampje van de vergrendeling
b Toets aan/uit
c Temperatuurindicator
d Toetsen voor het instellen van de
temperatuur (+ voor warmer; - voor
kouder)
e Superfrost-toets en controlelampje
f Uitschakeltoets voor het waarschu
wingssignaal
-
a NoFrost-inrichting
b Vriestablet
4
c Vriesladen met
invrieskalender
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
-
de handelaar bij wie u het kocht
–
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg ervoor dat de buisleidingen van
de compressor geen schade oplopen
voordat het toestel terdege wordt
geborgen. Zo vermijdt u dat er koelmid
del uit het koelcircuit of olie uit de com
pressor in het milieu terechtkomt.
-
-
-
Zorg er ook voor dat het toestel kinder
veilig wordt bewaard voor u het laat
wegbrengen.
-
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik voor andere doeleinden is niet
Dit toestel voldoet aan de voorge
schreven veiligheidsvoorschriften.
Door ondeskundig gebruik kunnen
gebruikers echter letsel oplopen en
kan er schade optreden aan het toe
stel.
Voor u het toestel in gebruik neemt,
moet u de gebruiksaanwijzing aan
dachtig lezen. U vindt er belangrijke
opmerkingen omtrent uw veiligheid,
de installatie, het gebruik en het on
derhoud van uw toestel. Dat is vei
liger voor uzelf en u voorkomt scha
de aan het toestel.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en
geef ze door aan wie het toestel
eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Het toestel is uitsluitend bedoeld
~
voor gebruik in het huishouden en
gelijkaardige omgevingen zoals
–
in winkels, kantoren en gelijkaardige
werkomgevingen,
-
-
toegelaten en kan gevaarlijk zijn. De fa
brikant is niet aansprakelijk voor scha
de die werd veroorzaakt doordat het
toestel voor andere doeleinden werd
-
gebruikt of verkeerd werd bediend.
Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden
of hun onervarenheid of gebrek aan
kennis niet in staat zijn om het toestel
veilig te bedienen, mogen dit toestel al
leen onder het toezicht of de
begeleiding van een verantwoordelijk
iemand gebruiken.
-
Kinderen in het huishouden
Kinderen mogen het toestel alleen
~
maar gebruiken wanneer hun de bediening ervan zo uitgelegd is dat ze het
veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen.
Hou kinderen die in de buurt van het
~
toestel komen in het oog. Laat kinderen
niet met het toestel spelen.
-
-
-
–
op boerderijen,
–
door klanten in hotels, motels,
bed-and-breakfasts en andere
typische woonomgevingen.
Gebruik het toestel uitsluitend in huis
houdelijke context voor het bewaren
van diepvriesproducten, het invriezen
van verse levensmiddelen en het ma
ken van ijsblokjes.
6
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het toestel wordt
~
geplaatst, of het zichtbaar beschadigd
is. Is dat het geval, neem het dan in
geen geval in gebruik.
Een beschadigd toestel kan uw veilig
heid in gevaar brengen!
Is de aansluitkabel beschadigd, laat
~
deze dan vervangen door een vakman
of vakvrouw die door Miele erkend is.
Zo vermijdt u risico's voor wie het toe
stel gebruikt.
Dit toestel bevat het koelmiddel iso
~
butaan (R600a), een natuurlijk gas dat
het milieu weinig belast, maar wel
brandbaar is. Het is niet schadelijk voor
de ozonlaag en draagt niet bij tot het
broeikaseffect. Het gebruik van dit milieuvriendelijke koelmiddel veroorzaakt
wel een lichte verhoging van het
werkingsgeluid. Naast
werkingsgeluiden van de compressor
kunnen er ook stromingsgeluiden te horen zijn die afkomstig zijn van het
koelcircuit. Dat is jammer genoeg niet
te vermijden, maar heeft geen invloed
op de prestaties van het toestel.
Let er bij het transporteren en het op
stellen van het toestel op dat geen en
kel onderdeel van het koelcircuit be
schadigd raakt. Wegspattend koelmid
del kan tot oogletsels leiden!
Bij beschadiging:
- vermijd open vuur of
vonken,
- trek de stekker uit het stopcontact,
- verlucht het vertrek waarin het
toestel staat gedurende enkele minu
ten, en
- neem contact op met de dienst
-
-
-
-
-
-
Herstellingen aan huis
van Miele.
Hoe meer koelmiddel er in een toe
~
stel zit, hoe groter de ruimte moet zijn
waarin het toestel wordt opgesteld. Bij
een eventueel lek kan er in een te
kleine ruimte een brandbaar mengsel
van gas en lucht ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek
minstens 1 m
heid koelmiddel is aangegeven op het
typeplaatje in het toestel.
Een veilige werking van het toestel
~
is alleen dan gewaarborgd als het toe
stel overeenkomstig de gebruiksaanwijzing gemonteerd en aangesloten werd.
Voordat u het toestel aansluit, dient
~
u eerst de aansluitgegevens (spanning
en frequentie) op het typeplaatje met
die van het elektriciteitsnet te vergelijken.
Deze gegevens dienen absoluut overeen te stemmen. Anders treedt er schade op aan uw toestel. Vraag bij twijfel
inlichtingen aan een elektricien.
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
~
geen verlengkabels of
stopcontactenblokken om het toestel
aan te sluiten. Die bieden niet voldoen
de veiligheidsgaranties. Er bestaat on
der andere gevaar voor oververhitting.
3
groot zijn. De hoeveel
-
-
-
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De elektrische veiligheid van het
~
toestel is alleen gewaarborgd als het
wordt aangesloten op een volgens de
voorschriften geïnstalleerd aardsys
teem. Het is heel belangrijk dat aan
deze fundamentele veiligheidsvoor
waarde is voldaan. Laat de elektrische
installatie in uw woning bij twijfel door
een elektricien controleren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk ge
steld worden voor schade die werd ver
oorzaakt doordat de aardleiding onder
broken was of gewoon ontbrak. Er be
staat in dat geval onder andere gevaar
voor elektrische schokken.
Installatie-, onderhouds- en
~
herstellingswerken mogen alleen worden uitgevoerd door vakmensen die
door de fabrikant erkend zijn.
Door ondeskundig uitgevoerde
installatie-, onderhouds- of
herstellingswerken kunnen er voor de
gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan
waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk
kan worden gesteld.
-
-
-
-
Tijdens installatie-, onderhouds- en
~
herstellingswerken moet het toestel van
het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn.
Het toestel is pas stroomloos indien aan
een van deze voorwaarden werd vol
daan:
De stekker van het toestel is uitge
–
trokken.
Trek daarbij niet aan de kabel, wel
aan de stekker.
De desbetreffende zekering in de
–
zekeringenkast is uitgeschakeld.
Laat defecte onderdelen enkel
~
vervangen door originele
Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u
zeker dat ze ten volle voldoen aan de
eisen die Miele qua veiligheid stelt.
Als u het toestel niet op een vaste
~
plaats installeert, laat dit karwei dan enkel uitvoeren door vakmensen. Die
moeten ervoor zorgen dat u het toestel
veilig kunt gebruiken.
-
-
Laat u het toestel tijdens de ga
~
rantieperiode herstellen, dan mag dat
enkel gebeuren door een technicus die
door de fabrikant erkend is. Anders is
er bij schade achteraf geen aanspraak
meer op garantie.
8
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Veilig gebruik
Raak bevroren levensmiddelen niet
~
met natte handen aan. Uw handen zou
den kunnen vastvriezen. U kunt zich
verwonden!
Steek nooit ijsblokjes en ijslolly's,
~
met name waterijsjes, in de mond wan
neer u ze net uit de diepvraskast hebt
gehaald.
Door de zeer lage temperatuur van de
bevroren levensmiddelen kunnen uw
lippen of tong vastvriezen. U kunt zich
verwonden!
Gedeeltelijk of volledig ontdooide le-
~
vensmiddelen mogen niet opnieuw worden ingevroren.
Verbruik deze levensmiddelen zo snel
mogelijk, want de levensmiddelen verliezen hun voedingswaarde en bederven. Ontdooide levensmiddelen kunt u
opnieuw invriezen nadat u ze hebt gekookt of gebraden.
Als u levensmiddelen eet die te lang
~
bewaard werden, bestaat er gevaar
voor voedselvergiftiging.
De bewaarduur is afhankelijk van di
verse factoren, zoals de versheid en
kwaliteit van de levensmiddelen en de
temperatuur waarop ze worden be
waard. Hou rekening met de
bewaarinstructies en de
verbruikstermijnen van de fabrikant van
de levensmiddelen.
-
-
Gebruik geen elektrische toestellen
~
in het toestel (bijv. om softijs te ma
ken). Er kunnen vonken ontstaan. Ont
-
ploffingsgevaar!
Bewaar geen blikjes en flessen met
~
koolzuurhoudende dranken of met
vloeistoffen die kunnen bevriezen in de
vrieszone. De blikjes of flessen kunnen
uit elkaar springen.
U kunt zich verwonden en er kan scha
de ontstaan.
Als u flessen snel in de
~
diepvrieskast wenst te koelen, moet u
ze uiterlijk na één uur weer uit het toe
stel halen. De flessen kunnen ontploffen. U kunt zich verwonden en er kan
schade ontstaan.
Gebruik geen voorwerpen met een
~
scherpe punt of rand om
– rijm- en ijslagen te verwijderen,
– vastgevroren bakjes voor ijsblokjes
en levensmiddelen los te wrikken.
Als u dat doet, beschadigt u de
koelelementen en functioneert het toe
stel niet meer correct.
Behandel de deurdichting niet met
~
olie of vet.
Daardoor wordt de deurdichting na ver
loop van tijd poreus.
-
-
-
-
-
-
Bewaar geen explosieve stoffen of
~
producten met brandbare drijfgassen
(bijv. spuitbussen) in het toestel. Als de
thermostaat wordt ingeschakeld, kun
nen er vonken ontstaan. Die kunnen
ontvlambare mengsels tot ontploffing
brengen.
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het toestel is geconstrueerd voor
~
een bepaalde klimaatklasse (bereik van
de kamertemperatuur) waarvan de
onder- en bovengrens moeten worden
gerespecteerd. De klimaatklasse is ver
meld op het typeplaatje aan de binnen
zijde van het toestel.
Een te lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de compressor gedurende
een lange tijd stilstaat, zodat het toestel
de vereiste temperatuur niet kan aan
houden.
Plaats nooit elektrische verwar
~
mingstoestellen of kaarsen in het toe
stel om het te ontdooien.
De kunststof zou beschadigd raken.
Gebruik geen ontdooisprays of -
~
producten om ijs te verwijderen.
Die kunnen immers explosieve gassen
vormen en kunnen oplosmiddelen of
drijfgassen bevatten die de kunststof
aantasten. Ook zijn ze mogelijk schadelijk voor de gezondheid.
-
-
-
Uw toestel afdanken
Vernietig het knip- of vergrendelslot
~
van uw oude diepvrieskast als u die af
dankt.
Op die manier voorkomt u dat spelende
kinderen zich in het toestel opsluiten,
wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het
~
koelcircuit, bijv. door
koelmiddelkanalen van het
–
verdampsysteem open te prikken,
buizen te knikken,
–
– oppervlaktecoatings weg te krassen.
Als er koelmiddel uit spuit, kan dat
oogletsels veroorzaken.
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die ontstaan is doordat
deze veiligheidsrichtlijnen niet in
acht werden genomen.
-
Dek de opening voor luchttoevoer in
~
de sokkel en de opening voor luchtaf
voer boven in de ombouwkast niet af.
Als deze openingen afgedekt zijn, kan
er geen goede luchtcirculatie plaatsvin
den. Het stroomverbruik stijgt en scha
de aan onderdelen kan niet worden uit
gesloten.
Gebruik voor het ontdooien en reini
~
gen van het toestel in geen geval een
stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met on
derdelen van het toestel die onder
spanning staan en zo een kortsluiting
veroorzaken.
10
-
-
-
-
-
-
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal energieverbruikVerhoogd energieverbruik
OpstellenIn een verluchte ruimte.In een gesloten, niet verluchte ruimte.
Beschermd tegen rechtstreekse
zonnestralen.
Niet naast een warmtebron (verwar
mingselement, fornuis).
Bij een ideale kamertemperatuur van
ongeveer 20 °C.
Dek de ventilatieopeningen niet af.
Verwijder regelmatig het stof van de
ventilatieopeningen.
Temperatuurinstelling
Thermostaat op basis
van "circa-getallen"
(regeling in niveaus)
Temperatuurinstelling
Thermostaat op basis
van graden
(digitaal display)
GebruikLaat de schuifladen, legplaten en
OntdooienOntdooi de vrieszone bij een ijslaag
Bij een gemiddelde instelling
van 2 tot 3.
Bewaarzone van 8 tot 12 °C
Koelzone 4 tot 5 °C
PerfectFresch-zone ongeveer 0 °C
Vrieszone -18 °C
Wijnbewaarzone van 10 tot 12 °C
rekken zoals ze waren toen het toestel werd geleverd.
Open de deur altijd zo kort mogelijk. De deur vaak en langdurig openen
Schik de levensmiddelen in het toe
stel.
Laat warme gerechten en dranken
eerst buiten het toestel afkoelen.
Plaats levensmiddelen goed verpakt
of goed afgedekt in het toestel.
Leg ingevroren producten in de
koelzone om ze te ontdooien.
Doe de vakken niet te vol zodat de
lucht kan circuleren.
van 0,5 cm.
Bij rechtstreekse zonnestralen.
Naast een warmtebron
(verwarmingselement, fornuis).
Bij een hogere omgevingstempera
tuur.
Bij een hoge instelling:
Hoe lager de temperatuur in de
zone, hoe hoger het energiever
bruik!
Bij toestellen met een winterschakeling moet u erop letten dat die schakelaar bij omgevingstemperaturen
boven 16 °C of 18 °C uitgeschakeld
is!
= koudeverlies
-
Als u lang moet zoeken, blijft de
deur lang openstaan.
Warme gerechten doen de com
pressor langdurig werken (het toe
stel probeert te koelen).
Wanneer vloeistoffen in de koelzone
verdampen en condenseren, leidt
dat tot verlies van het koelvermo
gen.
Een ijslaag vermindert de over
dracht van de koude aan de in te
vriezen levensmiddelen en doet het
energieverbruik stijgen!
-
-
-
-
-
-
11
Het toestel in- en uitschakelen
Vóór het eerste gebruik
Laat het toestel na het transport
ca. 1/2 tot 1 uur staan voor u het
aansluit. Dit is zeer belangrijk voor
de latere werking!
Reinigen
Reinig de binnenruimte en het toebe
^
horen. Gebruik daarvoor lauw water.
Wrijf daarna alles droog met een
doek.
Het toestel inschakelen
^ Druk op de toets aan/uit.
Het temperatuurdisplay wordt verlicht
en het toestel begint te koelen.
Opdat de temperatuur laag genoeg
daalt, laat u het toestel bij voorkeur enkele uren ingeschakeld voor u er voor
het eerst eetwaar in plaatst.
Koudeaccu
Leg de koudeaccu in de bovenste
vrieslade of op het invriestablet. Daar
neemt hij niet veel plaats in beslag. Na
ca. 24 uur kan de koudeaccu zijn maxi
mumkoelvermogen leveren.
Vergrendeling
Met de vergrendeling kan u het toestel
tegen ongewenst uitschakelen beveili
gen.
De vergrendeling in-/uitschakelen
-
Hou de toets voor Superfrost ca.
^
5 seconden lang ingedrukt.
Het controlelampje van de Superfrosttoets knippert en in het temperatuurdisplay knippert een
Druk op de Superfrost-toets om deze
instelling op te slaan.
Zo u de vergrendeling heeft ingescha
keld, wordt het overeenkomstige con
trolelampje
; 0 en ; 1:
;.
; verlicht.
X verlicht.
-
-
-
Het toestel uitschakelen
^
Druk op de toets aan/uit tot het tem
peratuurdisplay uitgaat.
De koeling is nu uitgeschakeld. Is dat
niet het geval, dan was de vergrende
ling ingeschakeld!
12
-
-
Sluit de instelling af door op de toets
^
aan/uit voor de vrieszone te drukken.
Het toestel in- en uitschakelen
Na ca. 2 minuten schakelt de elektroni
ca over op normale werking.
Bij langdurige afwezigheid
Zo u het toestel lange tijd niet gebruikt:
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit of schakel de des
^
betreffende zekering in uw
zekeringenkast uit.
^ maak het toestel schoon en
^ laat de toesteldeur op een kier om
reukhinder tegen te gaan.
Werd het toestel bij langdurige afwezigheid uitgeschakeld, maar niet
schoongemaakt? In zo'n geval is er
risico van schimmelvorming zo de
toesteldeur gesloten blijft.
-
-
13
De juiste temperatuur
Bij het bewaren van levensmiddelen is
de juiste temperatuurinstelling zeer be
langrijk. Levensmiddelen bederven snel
ten gevolge van micro-organismen, wat
door de juiste bewaartemperatuur kan
worden verhinderd of vertraagd. De
temperatuur beïnvloedt de
groeisnelheid van de micro-organis
men. Hoe lager de temperatuur, hoe
langzamer dit proces verloopt.
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en ze langdurig te bewaren, is een tem
peratuur van -18 °C vereist. Bij die tem
peratuur komt de groei van micro-orga
nismen in hoge mate tot stilstand. Zodra de temperatuur boven -10 °C stijgt,
begint de ontbinding door de micro-organismen; de levensmiddelen kunnen
minder lang worden bewaard. Daarom
mogen geheel of gedeeltelijk ontdooide
levensmiddelen pas opnieuw ingevroren worden, nadat ze verwerkt werden
(koken of braden). Door de hoge temperaturen worden de meeste micro-organismen gedood.
De temperatuur in het toestel stijgt
–
als u vaak en gedurende lange tijd
de toesteldeur opent,
–
hoe meer levensmiddelen er worden
bewaard,
–
als de verse levensmiddelen warm
zijn,
–
als de omgevingstemperatuur van
het toestel hoog is.
Het toestel is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse (bereik
van de kamertemperatuur) waarvan
de onder- en bovengrens
gerespecteerd moeten worden.
-
Temperatuur instellen
De temperatuur in de vrieszone kunt u
instellen met de twee toetsen onder de
temperatuurindicator.
Door het indrukken van de
toets + : stijgt de temperatuur
toets - :daalt de temperatuur
-
Tijdens het instellen wordt de
insteltemperatuur knipperend aangege
ven.
Volgende wijzigingen zijn in de temperatuurindicator merkbaar als u op de
toetsen drukt:
– Eén keer drukken: de laatst gekozen
temperatuurwaarde wordt knipperend aangegeven.
– Telkens als u nogmaals drukt:
De temperatuurwaarde verandert in
stappen van 1 °C.
–
Toets ingedrukt houden: de tempera
tuurwaarde wijzigt ononderbroken.
Ongeveer 5 seconden nadat u de
laatste keer op de toets heeft gedrukt,
geeft de temperatuurindicator automa
tisch de effectieve temperatuurwaarde
aan die momenteel in de vrieszone
heerst.
-
-
-
14
De juiste temperatuur
Als u de temperatuur heeft gewijzigd,
controleert u de temperatuurindicator na
ca. 6 uur als er weinig voedsel in het
toestel zit en na ca. 24 uur als het toe
stel volledig gevuld is. Pas dan is de
effectieve temperatuur ingesteld. Als de
temperatuur na die tijd nog te hoog of te
laag is, stelt u de temperatuur opnieuw
in.
Mogelijke instelwaarden voor de
temperatuur
De temperatuur kan als volgt worden
ingesteld: van -14 °C tot -28 °C.
Het bereiken van de laagste temperatuur is afhankelijk van de opstelplaats
en van de omgevingstemperatuur. Bij
een hoge omgevingstemperatuur kan
de laagste temperatuur niet altijd worden bereikt.
Temperatuurindicator
De temperatuurindicator in het bedieningspaneel toont bij een normale werking de temperatuur van de warmste
plaats in de vrieszone.
Als de temperatuur in het toestel niet
binnen het mogelijke temperatuurbereik
(onder 0 °C) ligt, branden in de tempe
ratuurindicator alleen streepjes.
Een kortstondig koudeverlies vormt
geen probleem als dit ontstaat omdat
de deur van het toestel één keer ge
–
-
durende lange tijd geopend blijft,
bijv. om grote hoeveelheden levens
middelen in of uit het toestel te halen,
u verse levensmiddelen invriest.
–
Als de temperatuur in de vrieszone ge
durende langere tijd warmer is dan
-18 °C, gaat u na of de ingevroren le
vensmiddelen gedeeltelijk of volledig
ontdooid zijn. In dit geval dient u deze
levensmiddelen zo snel mogelijk te ver
bruiken!
Lichtsterkte van de temperatuurindicator
De lichtsterkte van de temperatuurindicator is bij levering van het toestel ingesteld op laag. Zodra de deur wordt geopend, een instelling wordt gewijzigd of
een alarmtoestand heerst, brandt de
temperatuurindicator gedurende ca. 1
minuut met de maximumlichtsterkte.
U kunt de lichtsterkte van de tempera
tuurindicator wijzigen:
-
-
-
-
-
-
-
De temperatuurindicator knippert als
–
een andere temperatuur wordt inge
steld,
–
de temperatuur in het toestel met
verschillende graden gestegen is,
om koudeverlies aan te geven.
^
Hou de Superfrost-toets gedurende
ca. 5 seconden ingedrukt.
-
Het controlelampje van de Superfrost
-toets knippert en op de temperatuurin
dicator knippert
;.
-
-
15
De juiste temperatuur
Druk enkele keren op een van de
^
toetsen voor het instellen van de tem
peratuur, tot op de indicator
weergegeven.
Druk nogmaals op de Superfrost
^
-toets.
^ wordt
-
-
Op de indicator ziet u
Door op de toetsen voor het instellen
^
van de temperatuur te drukken, kunt
u nu de lichtsterkte van de indicator
wijzigen. U kunt kiezen uit de standen 1 tot 5:
Beëindig de instelmodus door op de
toets aan/uit te drukken.
Na ca. 2 minuten schakelt de elektro
nische besturing op de normale wer
king over.
^.
-
-
16
Waarschuwingssignaal
Het toestel is voorzien van een waar
schuwingssysteem, zodat de tempera
tuur in de vrieszone niet ongemerkt kan
stijgen en om energieverlies te ver
mijden als de deur open blijft staan.
-
-
Temperatuuralarm
Stijgt de temperatuur te hoog, dan
klinkt er een waarschuwingssignaal of
knippert de temperatuurindicator. De
ingestelde temperatuur bepaalt wan
neer het toestel een temperatuurbereik
als te warm herkent.
Het akoestische en optische signaal
wordt gegeven
– als bij het herschikken en uitnemen
van ingevroren levensmiddelen te
veel warme kamerlucht binnenstroomt;
– als u een grote hoeveelheid
levensmiddelen vers invriest;
– als er zich een lange stroomonder-
breking heeft voorgedaan.
-
Deuralarm
Als de toesteldeur langer dan ca. 60
seconden open blijft staan, weerklinkt
het waarschuwingssignaal.
Waarschuwingssysteem
-
inschakelen
Het waarschuwingssysteem is altijd au
tomatisch actief. Het moet niet extra
worden ingeschakeld.
Waarschuwingssignaal
vroegtijdig uitschakelen
Zodra het ingestelde temperatuurbereik
in de vrieszone bereikt is, wordt het
waarschuwingssignaal uitgeschakeld
en brandt de temperatuurindicator con
stant. Als het waarschuwingssignaal u
echter stoort, kunt u het vroegtijdig uitschakelen.
^ Druk op de uitschakeltoets voor het
waarschuwingssignaal.
Het waarschuwingssignaal wordt uitgeschakeld. De temperatuurindicator
blijft knipperen tot de alarmtoestand
beëindigd is. Daarna brandt de tem
peratuurindicator constant. Hiermee
is het waarschuwingssysteem weer
gebruiksklaar.
-
-
-
17
Superfrost gebruiken
Functie Superfrost
Om verse levensmiddelen optimaal in
te vriezen, dient u eerst de functie Su
perfrost in te schakelen.
Op die manier worden de levensmid
delen snel doorvroren en blijven de
voedingswaarde, de vitamines, het ui
terlijk en de smaak behouden.
Uitzonderingen:
Als u reeds ingevroren levensmid
–
delen in het toestel plaatst.
Als u dagelijks slechts maximaal 2 kg
–
levensmiddelen plaatst.
Superfrost inschakelen
De functie Superfrost dient u 6 uur
vóór het plaatsen van de in te vriezen
levensmiddelen in te schakelen. Als u
het maximale invriesvermogen wenst
te gebruiken, dient u 24 uur vooraf de
functie Superfrost in te schakelen!
-
-
-
-
Superfrost uitschakelen
De functie Superfrost wordt ten
vroegste na ca. 30 uur en ten laatste na
65 uur automatisch uitgeschakeld. Het
controlelampje gaat uit en het toestel
werkt weer met het normale koelvermo
gen.
Om energie te sparen, kunt u de functie
Superfrost zelf uitschakelen zodra er
een constante temperatuur van min
stens -18 °C in de vrieszone bereikt is.
Controleer de temperatuur in het toe
stel.
^ Druk op de toets Superfrost, zodat
het controlelampje uitgaat.
De koeling van het toestel werkt weer
met het normale vermogen.
-
-
-
^
Druk op de toets Superfrost, zodat
het controlelampje brandt.
De temperatuur in het toestel daalt,
want het toestel werkt met het maximale
koelvermogen.
18
Invriezen en bewaren
Maximaal invriesvermogen
Om de levensmiddelen zo snel mogelijk
tot in de kern in te vriezen, mag het
maximale invriesvermogen niet worden
overschreden. Het maximale invriesver
mogen binnen 24 uur is vermeld op het
typeplaatje "Invriesvermogen ...kg/24
u".
De maximale diepvriescapaciteit op het
typeschildje werd bepaald volgens de
norm DIN EN ISO 15502.
Wat gebeurt er als verse
levensmiddelen worden
ingevroren?
Verse levensmiddelen moeten zo snel
mogelijk volledig worden doorvroren,
zodat de voedingswaarde, de
vitamines, het uitzicht en de smaak behouden blijven.
Hoe langzamer de levensmiddelen worden doorvroren, hoe meer vloeistof er
uit elke cel naar de tussenruimten loopt.
De cellen krimpen.
Tijdens het ontdooien kan slechts een
deel van de voordien vrijgekomen vloei
stof naar de cellen terugvloeien.
In de praktijk betekent dit dat de
levensmiddelen veel vocht verliezen.
Dat kunt u zelf vaststellen: tijdens het
ontdooien vormt er zich immers een
grote waterplas rond het levensmiddel.
senruimten was gelopen, terugkeren
naar de cellen, zodat het vochtverlies
zeer gering is. Er vormt zich slechts
een kleine waterplas!
-
Diepvriesvoedsel bewaren
Als u diepvriesvoedsel wenst te bewa
ren, controleert u tijdens de aankoop in
de winkel
de verpakking op beschadigingen,
–
de houdbaarheidsdatum en
–
de temperatuur in de koelruimte van
–
de winkeldiepvries. Als die temperatuur hoger is dan -18 °C, vermindert
de houdbaarheid van het diepgevroren voedsel.
^ Koop diepvriesvoedsel pas op het
einde van het winkelen, en transporteer het in krantenpapier of in een
koelzak.
^ Plaats het diepvriesvoedsel onmid-
dellijk in het toestel.
Gedeeltelijk of volledig ontdooid
voedsel niet opnieuw invriezen. Pas
nadat u de levensmiddelen heeft
verwerkt (koken of braden), kunt u
ze opnieuw invriezen.
-
Als het levensmiddel snel wordt
doorvroren, heeft de celvloeistof minder
tijd om uit de cellen naar de tussen
ruimten te lopen. De cellen krimpen
veel minder.
Tijdens het ontdooien kan de kleine
hoeveelheid vloeistof die naar de tus
-
-
19
Invriezen en bewaren
Zelf levensmiddelen invriezen
Vries uitsluitend verse levensmiddelen
in perfecte staat in!
Hou bij het invriezen rekening met
het volgende
Onderstaande levensmiddelen kun
–
nen ingevroren worden:
vers vlees, gevogelte, wild, vis,
groenten, kruiden, onbewerkt fruit,
zuivelproducten, bakkerijproducten,
voedselresten, eigeel, eiwit en talrijke
kant-en-klaargerechten.
– Volgende levensmiddelen zijn niet
geschikt om in te vriezen:
wijndruiven, bladsalade, radijsjes,
ramenas, zure room, mayonaise, volledige eieren in de schaal, uien, volledige onbewerkte appelen en peren.
– Om de kleur, de smaak, het aroma
en de vitamine C te behouden, moeten groenten voor het invriezen worden geblancheerd. Doe de groenten
in porties gedurende2-3minuten in
kokend water. Neem de groenten
daarna uit het water en koel ze snel
in koud water af. Laat de groenten
uitdruppen.
–
Mager vlees is beter geschikt om in
te vriezen dan vet vlees en kan veel
langer worden bewaard.
–
Plaats telkens een folie uit kunststof
tussen koteletten, steaks, schnitzels
enz. Zo vermijdt u dat ze tot één blok
samen vriezen.
–
Rauwe levensmiddelen en geblan
cheerde groenten voor het invriezen
niet kruiden en zouten, schotels
-
-
slechts lichtjes kruiden en zouten. Bij
sommige kruiden verandert tijdens
het invriezen de smaakintensiteit.
Warme schotels of dranken eerst bui
–
ten het toestel laten afkoelen, om te
voorkomen dat reeds bevroren le
vensmiddelen gedeeltelijk ontdooien
en dat het stroomverbruik stijgt.
Verpakken
Vries per portie in.
^
Geschikte verpakking
- Kunststoffolie
- Buisfolie uit polyethyleen
- Aluminiumfolie
- Diepvriesdozen
Ongeschikte verpakking
- Pakpapier
- Perkamentpapier
- Cellofaan
- Vuilniszakjes
- Gebruikte winkelzakjes
^
Druk de lucht goed uit de verpak
king.
^
Sluit de verpakking goed af met
- elastiekjes
- kunststofclips
- touw of
- koudebestendige kleefband.
Zakjes en buisfolie uit polyethyleen
kunt u ook met een folielasapparaat
dichtlassen.
^
Noteer de inhoud en de invriesdatum
op de verpakking.
-
-
-
20
Invriezen en bewaren
Voor u de levensmiddelen in het
toestel legt
Als u meer dan 2 kg verse levens
^
middelen dient in te vriezen, dient u
enige tijd vooraf de functie Superfrost
in te schakelen (zie "Superfrost ge
bruiken").
De levensmiddelen die al in het toe
stel liggen, krijgen zo een koudere
serve.
In het toestel plaatsen
U kunt de levensmiddelen overal in de
vrieszone invriezen.
De bovenste vrieslade kan met
maximaal 15 kg worden belast! De
glazen platen kunnen elk met maximaal 25 kg worden belast!
^ Plaats de levensmiddelen naast el-
kaar op de bodem van de vriesladen
of op de glazen platen van het toestel, zodat de levensmiddelen zo snel
mogelijk tot in de kern worden inge
vroren.
-
-
de vriesladen uitnemen en de glazen
^
plaat lichtjes optillen en langs voren
uittrekken!
De onderste diepvrieslade altijd in
het apparaat laten!
-
-
Als u de diepvriesladen uitneemt
zorg er dan voor dat de
ventilatorgleuven aan de achterzijde
van het toestel niet worden
toegedekt. Ze zijn belangrijk voor
een perfecte werking!
Vrieskalender
De vrieskalender op de vrieslade geeft
de gebruikelijke bewaartijd in maanden
aan voor verschillende soorten levensmiddelen, op voorwaarde dat ze vers in
het toestel worden ingevroren.
Bij in de handel verkrijgbare diepvriesproducten is de bewaarduur aangegeven op de verpakking.
-
^
Leg de levensmiddelen droog in het
toestel om te vermijden dat ze aan el
kaar of aan het toestel vastvriezen.
In te vriezen levensmiddelen mogen
niet in aanraking komen met reeds
ingevroren levensmiddelen. Anders
zouden deze ontdooien.
Grote stukken plaatsen
Als u grote levensmiddelen zoals een
gans of wild in het toestel wilt plaatsen,
kunt u de glazen platen tussen de
vriesladen uitnemen. Daartoe
Ingevroren voedsel kunt u op verschil
lende manieren ontdooien
in de microgolfoven,
–
in de gewone oven met de modus
–
"hete lucht" of "ontdooien",
bij kamertemperatuur,
–
in de koelkast (de koude die de inge
–
vroren levensmiddelen afgeven,
wordt gebruikt om te koelen),
in de stoomoven.
–
Platte stukken vlees en vis kunnen
licht ontdooid in een hete pan worden
gelegd.
Fruit kan bij kamertemperatuur in de
verpakking of in een afgedekte schotel
worden ontdooid.
Groenten kunnen algemeen in bevroren toestand in het kokende water worden gedaan of in heet vet worden gestoofd. Wegens de gewijzigde
celstructuur is de bereidingstijd iets
korter dan bij verse groenten.
IJsblokjes maken
-
Vul de ijsblokjesbak voor drie kwart
^
met water en plaats deze op de bo
-
dem van het vriesvak.
Gebruik een stomp voorwerp, bijv.
^
een lepelsteel, om een vastgevroren
ijsblokjesbak los te maken.
^ De ijsblokjes komen gemakkelijk los
uit de bak als u de bak kort onder
stromend water houdt.
Dranken snel koelen
Als u flessen in de vrieszone plaatst om
ze snel te koelen, dient u de flessen ui-terlijk na één uur weer uit te nemen,
anders zullen de flessen ontploffen!
-
Gedeeltelijk of volledig ontdooid
voedsel niet opnieuw invriezen. Pas
nadat u de levensmiddelen heeft
verwerkt (koken of braden), kunt u
ze opnieuw invriezen.
22
Invriezen en bewaren
Vriestablet gebruiken
Op het vriestablet kunt u bessen,
kruiden, groenten en ander klein mate
riaal invriezen zonder dat ze stuk gaan.
De levensmiddelen blijven hun vorm
grotendeels behouden en de verschil
lende stukken vriezen niet aan elkaar
vast.
^ Haak het vriestablet in een van de
bovenste vriesladen.
Laat de levensmiddelen gedurende 10
tot 12 uur grondig invriezen. Plaats de
levensmiddelen dan in een diepvrieszakje of doos en leg ze zo in de vriesladen.
-
Koelaccu gebruiken
In geval van een stroomonderbreking
voorkomt de koelaccu dat de tempera
tuur in de vrieszone te snel stijgt.
Plaats de koelaccu in de bovenste
vrieslade rechtstreeks op de levens
middelen of op het vriestablet (om
plaats te besparen). Na ca. 24 uur kan
de koelaccu zijn maximaal koelvermo
gen leveren.
In geval van een stroomonderbreking
legt u de koelaccu rechtstreeks op de
ingevroren levensmiddelen in de bo
venste lade, om een zo groot mogelijke
bewaartijd te verzekeren.
Als u verse levensmiddelen in het toestel wenst te plaatsen, gebruikt u de
koel-accu als scheiding tussen de
reeds ingevroren levensmiddelen en de
verse levensmiddelen, zodat de reeds
ingevroren levensmiddelen niet ontdooien.
U kunt de koelaccu ook gebruiken om
voedsel of dranken gedurende korte
tijd in een koelbox te koelen.
-
-
-
-
23
Ontdooien
Uw toestel is uitgerust met een
"No-frost"-systeem. Daarmee ontdooit
het toestel automatisch.
Het vocht slaat neer tegen de verdam
per. Het wordt af en toe automatisch
ontdooid en verdampt.
Door dit automatische ontdooiproces
blijft de vriesruimte steeds vrij van ijs.
De levensmiddelen worden door dit
speciale systeem niet ontdooid, zelfs
niet lichtjes!
-
24
Let erop dat er geen water terecht
komt in de elektronische bediening
noch in de verlichting.
Door het afvoergaatje van het dooi
water mag u geen sop laten lopen.
Gebruik nooit stoomreinigers. De
stoom kan toestelonderdelen aanra
ken, die onder spanning staan. Er
kan dan kortsluiting optreden.
Het typeplaatje binnen in het toestel
mag u niet verwijderen. Bij een
eventuele storing heeft de Technische Dienst dat nodig!
Om schade aan de oppervlakken te
voorkomen, mogen de volgende middelen niet worden gebruikt om de oppervlakken te reinigen:
– reinigingsmiddelen die soda, ammo-
niak, zuur of chloor bevatten,
–
kalkoplossende reinigingsmiddelen,
–
schurende reinigingsproducten, zo
als schuurpoeder, schuurmelk,
poetsstenen,
–
reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
–
reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal,
-
-
-
-
Schoonmaken
scherpe metaalschrapers!
–
Vóór het reinigen
Schakel het toestel uit.
^
Trek de stekker uit of schakel de be
^
treffende zekering in uw
zekeringenkast uit.
Neem de eetwaar uit het toestel en
^
bewaar die op een koele plaats.
Neem alle onderdelen die u kan uit
^
nemen, uit om ze schoon te maken.
Binnenruimte en toebehoren
Om die schoon te maken gebruikt u het
best lauw water met wat afwasmiddel.
Was alle onderdelen met de hand af,
niet in de vaatwasser. Het botervlootje
kan u wel in de afwasautomaat zetten.
^ Maak de koelzone minstens eens per
maand schoon. De vrieszone telkens
na het ontdooien.
^
Maak het geultje voor het dooiwater
alsook het afvoerbuisje vaker schoon
met een staafje. Zo kan het dooiwater
steeds ongehinderd weglopen.
^
Spoel de binnenruimten en het toe
behoren daarna met helder water af.
Wrijf alles met een doek droog. Laat
de toesteldeuren even openstaan.
-
-
-
–
afwasmiddelen voor de afwasauto
maat,
–
ovensprays,
–
glasreinigers,
–
schurende harde sponsen en bor
stels (bijv. schuursponsen),
–
speciale "wondersponsen",
-
Luchttoevoer- en
luchtafvoeropeningen
^
Maak deze openingen geregeld met
een kwast of stofzuiger schoon. Hoe
-
meer stof erop ligt, hoe meer stroom
het toestel verbruikt.
25
Schoonmaken
Deurdichtingen
Behandel de deurdichtingen nooit
met olie of vet. Die worden anders
na verloop van tijd poreus.
Maak de deurdichtingen geregeld
^
met helder water schoon. Wrijf ze
nadien met een doek goed droog.
Na het schoonmaken
Plaats alle onderdelen weer in de
^
koelzone.
^ Leg de levensmiddelen in de koelzo-
ne.
^ Sluit de toesteldeur.
^ Steek de stekker van het toestel weer
in het stopcontact of schakel de desbetreffende zekering in uw
zekeringenkast weer in, en schakel
het toestel weer in.
^ Schakel Superfrost in. Zo wordt de
vrieszone gauw koud. Het controle
lampje gaat aan.
^
Schuif de vriesladen met de diep
vrieswaar in het toestel. Wacht tot de
temperatuur in de vrieszone laag ge
noeg gezakt is.
^
Schakel de functie Superfrost weer
uit. Het controlelampje gaat uit.
26
-
-
-
Reparaties aan elektrische toestellen
mag u enkel en alleen door een er
kend vakman laten uitvoeren. Door
ondeskundig uitgevoerde reparaties
kunnen er niet te onderschatten risi
co's voor de gebruiker ontstaan.
Wat gedaan als...
. . . het toestel niet koelt?
Ga na of het toestel ingeschakeld is.
^
De temperatuurindicator moet bran
den.
^ Ga na of de stekker van het toestel
goed in het stopcontact zit.
^ Controleer of de zekering op uw elek-
trische installatie uitgeschakeld is.
Als dit het geval is, doet u een beroep op de Technische Dienst van
Miele.
...detoesteldeur niet verschillende
keren na elkaar kan worden geopend?
-
-
-
Wat gedaan als...?
...deinschakelfrequentie en
inschakelduur van de compressor
toenemen?
Ga na of de luchttoevoeropening on
^
deraan in de voet van de kast en de
luchtafvoeropening bovenaan in de
ombouwkast afgesloten of verstopt
zijn.
De toesteldeur werd vaak geopend
^
of er werden grote hoeveelheden ver
se levensmiddelen ingevroren.
Ga na of de toesteldeur goed sluit.
^
...decompressor constant werkt?
Om energie te besparen schakelt de
compressor bij een gering
koudeverbruik op een laag toerental
over. Daardoor wordt de werkingstijd
van de compressor verlengd.
...delevensmiddelen vastgevroren
zijn?
Maak de levensmiddelen los met een
stomp voorwerp, bijv. een lepelsteel.
-
-
Dit is geen storing. Door de zuigende
werking kunt u de deur pas na enige
tijd zonder extra moeite openen.
...detemperatuur in het toestel te
koud is?
^
Stel een hogere temperatuur in.
^
De functie Superfrost is nog inge
schakeld. Ze schakelt automatisch uit
na 30 tot 65 uur.
-
. . . het waarschuwingssignaal weer
klinkt en de temperatuurindicator
knippert?
^
Staat de toesteldeur reeds langer
dan 60 seconden open?
Als dit niet het geval is, is de vrieszone
afhankelijk van de ingestelde tempera
tuur te warm, omdat
^
de toesteldeur vaak werd geopend of
grote hoeveelheden verse levensmid
delen werden ingevroren.
-
-
-
27
Wat gedaan als...?
de ventilatieroosters afgedekt waren.
^
er zich een lange stroomonderbre
^
king heeft voorgedaan.
Als de storingen verholpen zijn, brandt
de temperatuurindicator constant en
wordt het waarschuwingssignaal uitge
schakeld.
...indetemperatuurindicator een
streepje brandt/knippert?
Controleer de temperatuurindicator ca.
6 uur na het inschakelen van het toe
stel. Er wordt slechts een temperatuur
aangegeven als de temperatuur in het
toestel binnen het weergeefbare bereik
ligt.
...opdetemperatuurindicator "F0"
tot "F9" verschijnt?
Er zit een storing in het toestel. Doe een
beroep op de Technische Dienst van
Miele.
-
-
...opdetemperatuurindicator "nA"
verschijnt?
De temperatuur is de voorbije dagen of
uren wegens een stroomonderbreking
te hoog gestegen.
-
Druk op de uitschakeltoets voor het
^
waarschuwingssignaal, zolang "nA"
verlicht is.
Op de temperatuurindicator wordt de
hoogste temperatuur weergegeven
die tijdens de stroomonderbreking in
de vrieszone werd bereikt.
Afhankelijk van de temperatuur controleert u of de levensmiddelen gedeeltelijk of volledig ontdooid zijn. Als dit
het geval is, verwerkt u de levensmiddelen (koken of braden) voor u ze weer
invriest.
De warmste temperatuur wordt gedurende ca. 1 minuut weergegeven. Daarna verschijnt weer de effectieve temperatuur in de vrieszone.
28
Wanneer de stroomonderbreking voor
bij is, werkt het toestel met de laatst ge
kozen temperatuurinstelling verder.
. . . het Superfrost-controlelampje
niet brandt, maar de compressor
draait?
Het controlelampje is defect. Doe een
beroep op de Technische Dienst van
Miele.
...uhettoestel niet kunt uitscha
kelen?
De vergrendeling is ingeschakeld.
-
-
-
...erophetpaneel van het NoFrostsysteem ijs wordt gevormd?
Dit is geen storing.
Er is condensvorming opgetreden en
deze condens is bevroren geraakt. Dit
kan de volgende oorzaken hebben:
De toesteldeur is vaak en/of geduren
^
de lange tijd geopend.
Grote hoeveelheden verse levens
^
middelen zijn ingevroren.
De luchtvochtigheid van de kamer
^
lucht is gestegen.
Open in dit geval de toesteldeur zo weinig mogelijk. De ijslaag wordt automatisch ontdooid door het
NoFrost-systeem en is na enkele dagen
verdwenen.
Als u de storing niet kunt verhelpen
aan de hand van deze aanwijzingen,
dient u een beroep te doen op de
Technische Dienst van Miele.
-
-
Wat gedaan als...?
-
Om het koudeverlies zo beperkt mo
gelijk te houden, opent u indien mo
gelijk de deur van het toestel niet tot
de storing verholpen is.
-
-
29
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Heel normale geluidenWaar komen ze vandaan?
Brrrrr...Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har
der worden terwijl de motor ingeschakeld wordt.
Blubb, blubb....Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door
de buisjes vloeit.
Klik....U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
schakelt.
Sssrrrrr....Bij toestellen met verschillende zones of bij No-Frostmodellen
kan u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnen
ruimte van het toestel.
Krak....Wanneer het materiaal in uw toestel uitzet kan men gekraak ho
ren.
Bedenk echter dat motor- en stromingsgeluiden in de koelingskringloop niet te
vermijden zijn!
-
-
-
-
Geluid waaraan u vlot kan
verhelpen
Geklepper, gerammel, gerinkelHet toestel staat niet waterpas: Stel het toestel waterpas.
Waar komt het vandaan en wat kan u ertegen
doen?
Schroef de voetjes in of uit het toestel of leg iets onder het toestel.
Het toestel raakt andere toestellen of meubels aan: Schuif het
toestel van de meubels of andere toestellen weg.
Laden, korven of legplaten trillen of knellen: Controleer de uit
neembare onderdelen en zet ze eventueel opnieuw op hun
plaats.
Flessen of recipiënten raken elkaar: Schuif de flessen of reci
piënten wat uit elkaar.
De snoerhouder hangt nog tegen de achterzijde van het toe
stel: Neem de snoerhouder weg.
30
-
-
-
Technische Dienst van Miele/garantie
Neem in geval van storingen die u zelf
niet kan verhelpen, contact op met
uw Miele-handelaar
^
of
de Technische Dienst van Miele.
^
Het adres en de telefoonnummers van
onze Technische Dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het type- en het
machinenummer van uw toestel op.
Deze gegevens vindt u op het type
plaatje binnen in het toestel.
Duur en voorwaarden van de
garantie
De duur van de garantie bedraagt
2 jaar.
Meer informatie over de garantievoorwaarden kan u bekomen op onze site
of per telefoon bij Miele. Zie keerzijde
van deze gebruiksaanwijzing.
-
31
Elektrische aansluiting
Dit toestel wordt aansluitklaar geleverd,
is dus voorzien van snoer en stekker.
Het apparaat is geschikt om te worden
aangesloten op eenfasige stroom
220 - 240 V, 50 Hz. Dit toestel mag en
kel op een degelijk geaard stopcontact
worden aangesloten.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomscha
kelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
U dient smeltveiligheden van 10 A te
voorzien.
Plaats het stopcontact naast of vlakbij
het toestel. Dat dient vlot toegankelijk te
zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren om het
toestel op het stroomnet aan te sluiten.
Die waarborgen niet de nodige veiligheid. Er is risico van oververhitting.
-
-
Sluit uw toestel niet aan op stroomomzetters die bij apart werkende stroomvoorziening worden gebruikt, bv. bij
zonne-energie. Bij het inschakelen van
uw toestel kunnen er anders span
ningspieken optreden waardoor het
voor uw veiligheid wordt uitgeschakeld.
Daardoor kan de elektronische bestu
ring echter schade oplopen!
Gebruik uw toestel ook niet met zoge
heten stroomsparende stekkers.
Daardoor wordt de stroomtoevoer naar
het toestel immers beperkt zodat het
toestel te warm wordt.
Dient het aansluitsnoer te worden
vervangen, dan mag dat enkel worden
uitgevoerd door een erkend elektricien.
32
-
-
-
Een niet-ingebouwd toestel kan kan
-
telen!
Opstelplaats
Kies geen opstelplaats vlak naast een
fornuis, een verwarming of in de omge
ving van een venster met directe inval
van zonnestralen. Hoe hoger de omge
vingstemperatuur, hoe langer de com
pressor moet werken, waardoor er
meer stroom wordt verbruikt.
Een droge, ventileerbare ruimte is het
meest geschikt.
Klimaatklasse
Het toestel is geconstrueerd voor een
bepaalde klimaatklasse (bereik van de
kamertemperatuur) waarvan de onderen bovengrens moeten worden
gerespecteerd. De klimaatklasse is vermeld op het typeplaatje aan de binnenzijde van het toestel.
KlimaatklasseKamertemperatuur
SN
N
ST
T
van +10 °C tot +32 °C
van +16 °C tot +32 °C
van +16 °C tot +38 °C
van +16 °C tot +43 °C
-
Montagerichtlijnen
Luchttoevoer en luchtafvoer
De lucht aan de achterkant van het toe
stel wordt opgewarmd. Daarom moet
het inbouwmeubel zo geconstrueerd
zijn dat de luchttoevoer en luchtafvoer
niet gehinderd worden.
De lucht wordt via de voet van de
keukenkast aangevoerd.
Met het oog op de luchttoevoer en
luchtafvoer moet er langs de achterzij
de van het toestel een afvoerkanaal van
minimum 38 mm diep voorzien zijn.
De diameter van de verluchting en de
verluchting onder het plafond moet
overal minstens 200
de opgewarmde lucht ongehinderd kan
wegstromen. Anders moet de compressor harder werken, waardoor het
stroomverbruik toeneemt.
De verluchtingsopeningen mogen
niet afgedekt of afgesloten worden.
Bovendien moeten ze regelmatig
gereinigd worden.
2
bedragen zodat
-
-
Een te lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de compressor gedurende
lange tijd niet werkt. Dit kan tot hogere
temperaturen in het toestel leiden!
33
Montagerichtlijnen
Voor u het toestel inbouwt
Voor u het toestel inbouwt, verwijdert
^
u de opvullijst, de boordband en het
andere toebehoren uit het toestel of
van de achterzijde van het toestel.
Neem in geen geval de
^
afstandshouders van de achterzijde
van het toestel weg. Die zorgen ervoor dat de noodzakelijke afstand
tussen de achterzijde en de muur bewaard blijft.
^ Verwijder de kabelhouder aan de
achterzijde van het toestel.
Controleer of de onderdelen aan de
^
achterzijde van het toestel nergens
tegenaan kunnen komen. Buig ze zo
nodig de andere kant op.
Maakte het oude toestel
gebruik van een andere
scharniertechniek?
Als uw oude toestel van een andere
scharniertechniek gebruikmaakte, kunt
u toch nog de meubeldeur gebruiken.
Neem in dat geval de oude scharnieren
van de inbouwkast weg; die zijn niet
meer nodig omdat de deur nu op de
toesteldeur gemonteerd wordt. Alle
noodzakelijke onderdelen zijn bij het
toestel gevoegd of kunnen bij de Service After Sales van Miele besteld worden.
Roestvrijstalen front
(afhankelijk van het model)
Als het oude toestel van een andere
scharniertechniek gebruikmaakte en u
de oude deur niet meer kunt of wilt ge
bruiken, of als uw meubeldeur om an
dere redenen niet meer te gebruiken is,
kunt u die door een roestvrijstalen front
vervangen.
-
-
^
Verwijder de rode transportbeveili
ging a en sluit het gat dat hierdoor
ontstaat met de bijgeleverde stop b.
34
Neem contact op met de Service
After Sales van Miele voor informatie
over waar u een roestvrijstalen front
kunt verkrijgen.
-
Inbouwmaten
Nishoogte [mm]
A
FN 9752 i1772 - 1788
35
De deurscharnieren instellen
De deurscharnieren werden in de fa
briek zo ingesteld dat de toesteldeur
ver geopend kan worden.
Moet de openingshoek van de toestel
deuren om bepaalde redenen beperkt
worden, dan kan dat gebeuren door de
scharnieren in te stellen.
Als de toesteldeur bijv. tegen een aan
grenzende muur zou slaan als ze geo
pend worden, moet u de openingshoek
van de toesteldeur tot 90 begrenzen:
^ Breng de bijgevoegde pennen voor
de deurbegrenzing langs boven in
de scharnieren aan.
-
-
-
-
De openingshoek van de toesteldeur is
nu tot 90 beperkt.
36
De draairichting van de deur veranderen
Voor u het toestel inbouwt, dient u na te
gaan naar welke zijde de deur moet
opengaan. Als de deur linksscharnie
rend moet zijn, moet u de draairichting
van de deur veranderen.
Om de draairichting van de deur te
veranderen, hebt u het volgende ge
reedschap nodig:
een kruiskopschroevendraaier,
–
een sleufschroevendraaier,
–
torx-schroevendraaiers in verschil
–
lende groottes,
– een steeksleutel.
-
-
-
Toesteldeur
^ Open de toesteldeur.
Draai bovenaan en onderaan de be
^
vestigingsschroeven d iets los.
Schuif de toesteldeur naar buiten en
^
licht ze uit de hengsels e.
Draai de bevestigingsschroeven d
^
helemaal los en schroef ze in het bo
venste en onderste gat in de tegen
overgestelde zijde f.
Als u pennen in de scharnieren ge
plaatst had om de openingshoek van
de deur te beperken,
^ trekt u de pennen langs boven uit de
scharnieren.
Deurdemper losmaken
^ Leg de weggenomen toesteldeur met
de voorzijde naar onderen op een
stevige ondergrond.
-
-
-
-
^
Neem de afdekkingen a, b en c
met behulp van een sleufschroeven
draaier weg.
^
-
Schuif de spanveer a met een
schroevendraaier voorzichtig naar
buiten.
37
De draairichting van de deur veranderen
Deurdemper bevestigen
Let op! De deurdemper trekt in ge
demonteerde toestand samen! U
kunt zich verwonden!
Schroef de houder b af en neem de
^
deurdemper c naar onderen toe af.
^ Maak de kogeltap d met behulp van
een steeksleutel los en neem deze af.
^
Plaats de toesteldeur zo dat u voor
aan de scharnieren kunt losdraaien
(de scharnieren blijven geopend).
-
-
Leg de toesteldeur opnieuw met de
^
voorzijde naar onderen op een ste
vige ondergrond.
^ Schroef de kogeltap d van de
deurdemper c in de nieuwe
bevestigingsopening.
^ Schuif de spanveer a weer naar bin-
nen.
^ Schroef de houder b vast op het
scharnier.
^
Trek de deurdemper c open en
haak hem vast in de kogeltap d.
-
^
Draai de schroeven a los en sluit de
vrijgekomen openingen af met de bij
gevoegde stoppen c.
Klap de scharnieren niet dicht. U
kunt zich verwonden!
^
Verplaats de scharnieren in
diagonale richting b.
^
Gebruik een elektrische schroeven
draaier (met batterij) om de schar
nieren vast te draaien. De schroeven
a zijn tapschroeven.
38
-
-
-
De draairichting van de deur veranderen
^ Schuif de toesteldeur op de vooraf
gemonteerde schroeven en draai de
schroeven vast.
^ Duw de afdekkingen a ,b en c op
hun plaats.
^
Breng de pennen om de openings
hoek van de deur te begrenzen,
langs boven in de scharnieren aan.
-
39
Het toestel inbouwen
Alle montagestappen zijn beschre
ven voor een toestel met een
rechtsscharnierende deur. Als u
de draairichting van de deur hebt
veranderd naar links, moet u hier
mee rekening houden in de
montagestappen.
Voor de inbouw van het toestel hebt
u het volgende gereedschap nodig:
een kruiskopschroevendraaier,
–
torx-schroevendraaiers in verschil
–
lende groottes,
– een inbussleutel.
Gewicht van de meubeldeur
Voordat u de meubeldeur monteert,
dient u te controleren of de te monteren
meubeldeur niet te veel weegt:
-
-
-
Inbouw in een scheidingswand
Als het toestel in een scheidingswand
wordt ingebouwd, moet de achterzijde
van de inbouwnis ter hoogte van het
toestel worden afgedekt.
De inbouwnis uitlijnen
Maximaal gewicht
Toestel
FN 9752 i23
Gemonteerde meubeldeuren die
meer wegen dan het maximaal toe
gelaten gewicht kunnen tot bescha
diging van de scharnieren leiden!
40
van de meubeldeur
(in kg)
Voor u het toestel inbouwt, moet u de
inbouwkast zorgvuldig met een water
pas uitlijnen. De hoeken van de kast
moeten in een hoek van 90° ten opzich
te van elkaar staan omdat de meubel
deur anders niet tegen alle vier de
hoeken van de kast komt.
-
-
-
-
-
Het toestel inbouwen
Het toestel in gereedheid
brengen
^ Schuif de opvullijst a (noppen naar
onderen) in de gleuf en haak ze met
de noppen in de sleutelgaten b
vast.
^ Verplaats het aansluitsnoer zodat u
het toestel na de inbouw gemakkelijk
op het elektriciteitsnet kunt aan
sluiten.
^
Schuif het toestel voor twee derde in
de inbouwnis.
Let erop dat het aansluitsnoer niet
gekneld raakt wanneer u het toestel
op zijn plaats schuift.
-
Open de deur van het toestel.
^
^ Verwijder de afdekking c van de
bovenhoek van het toestel. Gebruik
hiervoor een sleufschroevendraaier.
^
Plaats de afdekking d op het beves
tigingsprofiel e.
^
Schroef het bevestigingsprofiel e
met de schroeven f (M5 x 15) bo
ven aan het toestel vast.
-
-
^
Alleen bij 16 mm dikke meubel
wanden:
Klem de afstandsstukken b op de
scharnieren.
-
41
Het toestel inbouwen
^ Plaats de afdekking g op het beves-
tigingsprofiel h.
^ Schroef het bevestigingsprofiel h
met de schroeven i (M5 x 15) onder
aan het toestel vast.
Het toestel inbouwen
^ Trek de beschermfolie van de
boordband j.
^ Kleef de boordband op de kant van
het toestel langs waar de deur open
gaat. De boordband moet in één lijn
liggen met de voorzijde.
Start de boordband hierbij vanaf de
onderkant van de bovenste afdek
king d enstop2-3mmboven het
onderste bevestigingsprofiel h. Daar
snijdt u het resterende stuk af.
^
Schuif het toestel nu in de inbouwnis,
tot de afdekkingen d en g tegen de
voorkant van de zijwand van het
meubel komen.
42
-
– Bij 16 mm dikke meubelwanden:
De afstandsstukken komen bovenaan en onderaan tegen de voorkant
van de zijwand van het meubel a.
–
Bij 19 mm dikke meubelwanden:
De voorzijde van de scharnieren bo
ven en onder liggen in één lijn met
de voorkant van de zijwand van het
meubel b.
^
Controleer nogmaals of de afdek
kingen van de bevestigingsprofielen
boven en onder de voorkant van de
zijwand van het meubel d raken.
Zo is er een afstand van 42 mm tot de
voorzijde van de zijwanden van het
meubel.
-
-
Het toestel inbouwen
Bij meubels met stootonderdelen (zo
als noppen, dichtingsstroken enz.)
moet de opbouwdikte van deze onder
delen worden ingecalculeerd, zodat er
ook hier een afstand van 42 mm is.
Trek het toestel wat uit, naar gelang
^
de opbouwdikte.
De scharnieren en afdekkingen staan
nu naar gelang de opbouwdikte wat
meer naar voren.
Tip: Verwijder de stootonderdelen! Ook
dan bevindt alles zich in één lijn met de
naastliggende meubeldeuren.
Als de afstand van 42 mm (van het
toestel tot de voorkant van de meubelzijwanden) niet wordt nageleefd,
sluit de toesteldeur mogelijk niet correct.
Dat kan tot ijsvorming,
condenswatervorming en
functiestoringen leiden!
^ Lijn het toestel langs beide kanten
met de regelvoetjes en de bijgele
verde steeksleutel uit tot het recht
staat c.
-
Het toestel in de nis bevesti
-
gen
-
^ Duw het toestel aan de kant van de
scharnieren tegen de meubelwand.
^ Om het toestel langs boven en langs
onderen met de kast te verbinden,
schroeft u de lange spaanplaatschroeven a (4 x 20 mm) boven en
onder door de scharnierklampen.
-
43
Het toestel inbouwen
^ Draai de schroeven b op de boven-
ste en onderste bevestigingsprofielen
c wat los.
Breek het uitstekende stuk van de
^
onderste afdekking e af. U hebt dit
niet meer nodig.
Plaats de profielafdekking g op het
^
onderste bevestigingsprofiel c.
Sluit de toesteldeur.
^
De meubeldeur monteren
^ Schuif de bevestigingsprofielen c tot
tegen de meubelwand en draai de
schroeven b weer vast.
^
Schroef de bevestigingsprofielen c
met de schroeven d vast op de
meubelwand. Boor vooraf eventueel
gaten in de meubelwand.
^
Breek het uitstekende stuk van de
bovenste afdekking e af en plaats
de afdekking omgedraaid op het bo
venste bevestigingsprofiel c.
^
Plaats de langwerpige afdekking f
op het bovenste bevestigingsprofiel
c.
44
^
Stel de afstand tussen de deur van
het toestel en de bevestigingstraver
se in op 8 mm a.
^
Schuif de montagehulpstukken b op
de hoogte van de meubeldeur: De
onderste aanslag X van de montage
hulpstukken moet zich op dezelfde
hoogte bevinden als de bovenzijde
van de te monteren meubeldeur, te
-
ken -.
^
Draai de moeren c los en neem de
bevestigingstraverse d samen met
de montagehulpstukken weg.
-
-
-
Het toestel inbouwen
^ Teken met een potlood dunnetjes
een middellijn op de binnenkant van
de meubeldeur.
^ Hang de bevestigingstraverse d met
de montagehulpstukken op de
binnenzijde van de meubeldeur.
Plaats de bevestigingstraverse juist
in het midden.
^
Schroef de bevestigingstraverse met
minstens 6 korte spaanplaatschroe
ven e (4 x 14 mm) vast. (Bij casset
tedeuren gebruikt u maar 4 schroe
ven op de rand).
^
Trek de montagehulpstukken naar
boven weg f.
^
Keer de montagehulpstukken om en
steek ze (om ze te bewaren) hele
maal in de middelste sleuf van de be
vestigingstraverse g.
-
-
-
-
^ Hang de meubeldeur op de
regelbouten h.
^ Draai de moeren c losjes op de
regelbouten.
^ Sluit de deur en controleer de af-
stand tussen de deur en de
omringende meubeldeuren.
^ Plaats de meubeldeur op één lijn met
de naastliggende meubeldeuren:
De zijdelingse aanpassing X verkrijgt
u door de meubeldeur te verschui
ven, de hoogteaanpassing Y door de
regelbouten h met een schroeven
draaier te verdraaien.
^
Draai de moeren c vast.
-
-
-
45
Het toestel inbouwen
De toesteldeur op de meubeldeur
vastschroeven:
^ Schroef het bevestigingsprofiel a
met de inbusschroef b in de voorgeboorde gaten in de toesteldeur.
Zorg ervoor dat de twee metalen randen c in één lijn staan (symbool II).
^ Boor de bevestigingsgaten d voor in
de meubeldeur en draai de schroeven e (4 x 14 mm) erin.
(Bij grote of tweedelige meubeldeuren
schroeft u een tweede set bevesti
gingsprofielen a ter hoogte van de
greep in de deur vast. Gebruik daar
voor de voorgeboorde gaten in de toe
steldeur).
–
Regel de diepte Z van de meubel
deur:
Draai de schroeven f boven aan de
toesteldeur en de schroef g onder
aan het bevestigingsprofiel los. Ver
schuif de meubeldeur tot er een
luchtspleet is van 2 mm tussen de
meubeldeur en de voorzijde van de
nis.
-
-
-
-
^ Sluit daarvoor de deur en neem de
omringende meubeldeuren als
referentie.
^ Draai de moeren h op de toestel-
deur vast. Hou tegelijk de regelbout
i met een schroevendraaier tegen.
^ De opvullijst j mag niet uitsteken.
Hij moet volledig in de nis ver
dwijnen.
^
Draai alle schroeven nog een keer
vast.
-
-
46
^ Bevestig de afdekkingen.
Controleer op de volgende manier of
het toestel correct is ingebouwd:
– De deur moet correct sluiten.
– De deur mag niet vlak tegen het
meubel liggen.
Het toestel inbouwen
– De dichting in de bovenhoek aan de
kant met de greep moet nauw aan
sluiten.
Plaats bij wijze van test een ingescha
kelde zaklamp in het toestel en sluit de
toesteldeur.
Verduister het vertrek en controleer of
er licht te zien is aan de zijkanten van
het toestel. Is dat het geval, dan over
loopt u de afzonderlijke
montagestappen.
-
-
-
47
Wijzigingen voorbehouden / 4910
FN 9752 i
M.-Nr. 07 926 810 / 00
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.