Diepvriezer
met NoFrost-systeem
FN 12540 S-1
FN 12740 S-1
Lees absoluut uw gebruiks- en montageaanwijzing
voor u het toestel installeert en in gebruikt neemt.
Zo zorgt u voor uw eigen veiligheid en vermijdt u
schade aan uw toestel.
nl-BE
M.-Nr. 09 275 330
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................4
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................6
Hoe kunt u energie besparen? ......................................14
Toestel in- en uitschakelen .........................................16
Bij langdurige afwezigheid ..........................................16
De juiste temperatuur .............................................17
Temperatuur instellen ..............................................17
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functioneren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde behandeling kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het
milieu. Verwijder het afgedankte appa
raat dan ook nooit met het gewone af
val.
-
-
-
-
-
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
-
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
–
uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus
sen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
-
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor
schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter
letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees deze gebruiks- en montageaanwijzing daarom eerst aan
dachtig door voordat u het toestel in gebruik neemt. U vindt er
belangrijke opmerkingen omtrent opstelling, veiligheid, gebruik
en onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade
aan het toestel.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat
deze opmerkingen niet in acht werden genomen.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan
wie het toestel eventueel na u gebruikt!
-
Juist gebruik
Dit toestel is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
~
gelijkaardige omgevingen.
Dit toestel is niet bestemd voor gebruik buiten.
-
Gebruik het toestel uitsluitend in huishoudelijke context voor het
~
bewaren van diepvriesproducten, het invriezen van verse levens
middelen en het maken van ijsblokjes.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
6
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het toestel is niet geschikt voor het bewaren en koelen van
~
geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of andere
gelijkaardige stoffen of producten die ten grondslag liggen aan de
EU-richtlijn 93/42/EEG betreffende medische hulpmiddelen. Ver
keerd gebruik van het toestel kan leiden tot aantasting of bederf van
de bewaarde producten. Bovendien is het toestel niet geschikt voor
gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen.
Miele is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt
door een ander gebruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve
bediening.
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk-
~
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn
dit toestel veilig te bedienen, moeten bij de bediening in het oog
worden gehouden.
Deze personen mogen het toestel zonder toezicht bedienen, maar
alleen wanneer hun de bediening van het toestel zo uitgelegd is dat
ze het veilig kunnen bedienen. Ze moeten de eventuele risico's van
een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
-
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het toestel
~
worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het toestel zonder toezicht be
~
dienen, maar alleen wanneer hun de bediening ervan zo uitgelegd
is dat ze het toestel veilig kunnen bedienen. Ze moeten de eventue
le risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
Kinderen mogen het toestel niet zonder toezicht reinigen of onder
~
houden.
Hou kinderen die in de buurt van het toestel komen in het oog.
~
Laat kinderen nooit met het toestel spelen.
-
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gevaar voor verstikking! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen
~
in verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken
en daardoor verstikken. Hou kinderen uit de buurt van verpakkings
materiaal.
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het toestel wordt geplaatst, of het toestel aan
~
de buitenkant zichtbaar beschadigd is. Is dat het geval, neem het
toestel dan in geen geval in gebruik.
Een beschadigd toestel kan uw veiligheid in gevaar brengen!
Is de aansluitkabel beschadigd, laat deze dan vervangen door
~
een vakman of vakvrouw die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's voor wie het toestel gebruikt.
Dit toestel bevat het koelmiddel isobutaan (R600a), een natuurlijk
~
gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het is niet
schadelijk voor de ozonlaag en draagt niet bij tot het broeikaseffect.
Het gebruik van dit milieuvriendelijke koelmiddel veroorzaakt wel
een lichte verhoging van het werkingsgeluid. Naast
werkingsgeluiden van de compressor kunnen er ook stromingsgeluiden te horen zijn die afkomstig zijn van het koelcircuit. Deze effecten
zijn jammer genoeg niet te vermijden, maar hebben geen invloed op
de prestaties van het toestel.
Let er bij het transporteren en het opstellen van het toestel op dat
geen enkel onderdeel van het koelcircuit beschadigd raakt.
Wegspattend koelmiddel kan tot oogletsels leiden!
Bij beschadiging:
– Vermijd open vuur of ontstekingsbronnen,
– trek de stekker uit het stopcontact,
– verlucht het vertrek waarin het toestel staat gedurende
enkele minuten en
– neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Hoe meer koelmiddel er in een toestel zit, hoe groter de ruimte
~
moet zijn waarin het toestel wordt opgesteld. Bij een eventueel lek
kan er in een te kleine ruimte een brandbaar mengsel van gas en
lucht ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m
hoeveelheid koelmiddel is aangegeven op het typeplaatje in het toe
stel.
Een veilige werking van het toestel is alleen dan gewaarborgd als
~
het toestel overeenkomstig de gebruiksaanwijzing gemonteerd en
aangesloten werd.
Voordat u het toestel aansluit, dient u eerst de aansluitgegevens
~
(spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet te vergelijken.
Deze gegevens dienen absoluut overeen te stemmen. Anders treedt
er schade op aan uw toestel. Vraag bij twijfel inlichtingen aan een
elektricien.
3
groot zijn. De
-
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen geen verlengkabels of
~
stopcontactenblokken om het toestel aan te sluiten. Die bieden niet
voldoende veiligheidsgaranties. Er bestaat onder andere gevaar
voor oververhitting.
De elektrische veiligheid van dit toestel wordt enkel gewaarborgd
~
als het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstal
leerd aardsysteem. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamente
le veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat de elektrische installatie in
uw woning bij twijfel door een elektricien controleren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die
werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of ge
woon ontbrak. Er bestaat in dat geval onder andere gevaar voor
elektrische schokken.
-
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Installatie-, onderhouds- en herstellingswerken mogen alleen wor
~
den uitgevoerd door vakmensen die door de fabrikant erkend zijn.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of
herstellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's
ontstaan waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk kan worden ge
steld.
Laat u het toestel tijdens de garantieperiode herstellen, dan mag
~
dat enkel gebeuren door een technicus die door de fabrikant erkend
is. Anders is er bij schade achteraf geen aanspraak meer op ga
rantie.
Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet het
~
toestel van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn.
Het toestel is pas stroomloos indien aan een van deze voorwaarden
werd voldaan:
– De stekker van het toestel is uitgetrokken.
Trek daarbij niet aan de kabel, wel aan de stekker.
– De desbetreffende zekering in de zekeringkast is uitgeschakeld.
Laat defecte onderdelen enkel vervangen door originele
~
Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen
aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
-
-
-
Dit toestel mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip)
~
worden gebruikt.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Veilig gebruik
Het toestel is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse
~
(bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en
bovengrens moeten worden gerespecteerd. De klimaatklasse is ver
meld op het typeplaatje aan de binnenzijde van het toestel.
Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat de compressor
gedurende een lange tijd stilstaat, zodat het toestel de vereiste tem
peratuur niet kan aanhouden.
Dek de ventilatieopeningen van het toestel niet af.
~
Als deze openingen afgedekt zijn, kan er geen goede luchtcirculatie
plaatsvinden. Het stroomverbruik stijgt en schade aan onderdelen
kan niet worden uitgesloten.
Raak bevroren levensmiddelen niet met natte handen aan. Uw
~
handen zouden kunnen vastvriezen. U kunt zich verwonden!
Neem nooit ijsblokjes en ijslolly's, met name waterijsjes, in de
~
mond als u ze net uit de diepvrieskast hebt gehaald.
Door de zeer lage temperatuur van de bevroren levensmiddelen
kunnen uw lippen of tong vastvriezen. U kunt zich verwonden!
-
-
Gedeeltelijk of volledig ontdooide levensmiddelen mogen niet op
~
nieuw worden ingevroren.
Verbruik deze levensmiddelen zo snel mogelijk, want de levensmid
delen verliezen hun voedingswaarde en bederven. Ontdooide le
vensmiddelen kunt u opnieuw invriezen nadat u ze hebt gekookt of
gebraden.
Bewaar geen blikjes en flessen met koolzuurhoudende dranken
~
of vloeistoffen die kunnen bevriezen in de vrieszone. De blikjes of
flessen kunnen uit elkaar springen.
U kunt zich verwonden en er kan schade ontstaan!
-
-
-
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als u flessen snel in de diepvrieskast wenst te koelen, moet u ze
~
uiterlijk na één uur weer uit de diepvrieskast halen. De flessen kun
nen ontploffen. U kunt zich verwonden en er kan schade ontstaan!
Als u levensmiddelen eet die te lang bewaard werden, bestaat er
~
gevaar voor voedselvergiftiging.
De bewaarduur is afhankelijk van diverse factoren, zoals de vers
heid en kwaliteit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop
ze worden bewaard. Hou rekening met de bewaarinstructies en de
verbruikstermijnen van de fabrikant van de levensmiddelen!
Bewaar geen explosieve stoffen of producten met brandbare
~
drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het toestel. Als de thermostaat
wordt ingeschakeld, kunnen er vonken ontstaan. Die kunnen ontvlambare mengsels tot ontploffing brengen.
Gebruik geen elektrische toestellen in het toestel (bijv. om softijs
~
te maken). Er kunnen vonken ontstaan. Ontploffingsgevaar!
Gebruik geen voorwerpen met scherpe punt of rand om
~
– rijm- en ijslagen te verwijderen,
-
-
– vastgevroren bakjes voor ijsblokjes en levensmiddelen los te wrik-
ken.
Als u dat doet, beschadigt u de koelelementen en functioneert het
toestel niet meer correct.
Plaats nooit elektrische verwarmingstoestellen of kaarsen in het
~
toestel om het te ontdooien.
De kunststof zou beschadigd raken.
Gebruik geen ontdooisprays of producten om ijs te verwijderen.
~
Die kunnen immers explosieve gassen vormen, ze kunnen oplos
middelen of drijfgassen bevatten die de kunststof aantasten of ze
kunnen de gezondheid schaden.
12
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik voor het ontdooien en reinigen van het toestel in geen
~
geval een stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met onderdelen van het toestel die
onder spanning staan en zo een kortsluiting veroorzaken.
Behandel de deurdichting niet met olie of vet.
~
Daardoor wordt de deurdichting na verloop van tijd poreus.
Wat met een afgedankt toestel?
Vernietig het knip- of vergrendelslot van uw oude toestel als u het
~
afdankt.
Op die manier voorkomt u dat spelende kinderen zich in het toestel
opsluiten, wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het koelcircuit, bijv. door
~
– koelmiddelkanalen van het verdampsysteem open te prikken,
– buizen te knikken,
– oppervlaktecoatings weg te krabben.
Wegspattend koelmiddel kan tot oogletsels leiden.
13
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal energieverbruikVerhoogd energieverbruik
Opstellen/wachten In een verluchte ruimte.In een gesloten,
niet-verluchte ruimte.
Thermostaatinstelling
Beschermd tegen
rechtstreekse zonnestralen.
Niet naast een warmtebron
(verwarmingselement,
fornuis).
Bij een ideale kamertempera
tuur van ongeveer 20 °C.
Dek de luchttoevoerope
ningen niet af. Verwijder re
gelmatig het stof van de
luchttoevoeropeningen.
Verwijder minstens 1 keer
per jaar het stof van de compressor en het metalen rooster (warmtewisselaar) aan de
achterzijde van het toestel.
Vrieszone -18 °CBij een hoge instelling:
Bij rechtstreekse
zonnestralen.
Naast een warmtebron
(verwarmingselement,
fornuis).
Bij een hogere omgevings
temperatuur.
Als de luchttoevoerope
ningen afgedekt zijn of on
der het stof zitten.
Wanneer er zich stof heeft
opgehoopt op de compressor en het metalen rooster
(warmtewisselaar).
Hoe lager de temperatuur in
de zones, hoe hoger het
energieverbruik!
-
-
-
14
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal energieverbruikVerhoogd energieverbruik
GebruikLaat de schuifladen, legplaten
en rekken zoals ze waren toen
het toestel werd geleverd.
Open de deur alleen indien
nodig en altijd zo kort moge
lijk.
Schik de levensmiddelen in
het toestel.
Neem een koeltas mee wan
neer u boodschappen doet en
leg de levensmiddelen snel in
het toestel.
Plaats levensmiddelen die u
uit het toestel haalt altijd zo
snel mogelijk terug, voordat ze
te veel opwarmen.
Laat warme gerechten en
dranken eerst buiten het toestel afkoelen.
Plaats levensmiddelen goed
verpakt of goed afgedekt in
het toestel.
Leg ingevroren producten in
de koelzone om ze te ontdooi
en.
-
-
Als u de deur vaak en langdu
rig opent, treedt er koudever
lies op en stroomt er warme
omgevingslucht naar binnen.
Het toestel probeert te koelen
en de compressor werkt lang
durig.
Warme gerechten en levens
middelen die opgewarmd zijn
tot buitentemperatuur,
brengen warmte in het toestel.
Het toestel probeert te koelen
en de compressor werkt langdurig.
Wanneer vloeistoffen in de
koelzone verdampen en
condenseren, leidt dat tot ver
lies van het koelvermogen.
-
-
-
-
-
-
Doe de vakken niet te vol zo
dat de lucht kan circuleren.
-
15
Toestel in- en uitschakelen
Vóór het eerste gebruik
Reinig het inwendige van het toestel
^
en het toebehoren. Gebruik daarvoor
lauw water. Wrijf daarna alles droog
met een doek.
Het toestel inschakelen
Druk op de aan-uittoets.
^
De temperatuurindicator en het
waarschuwingscontrolelampje knipperen tot de temperatuur in de vrieszone
koud genoeg is.
Om zeker te zijn dat de temperatuur
laag genoeg is, dient u het toestel enkele uren te laten voorkoelen voordat u
voor het eerst levensmiddelen in het
toestel plaatst.
Het toestel uitschakelen
Druk op de aan-uittoets tot de tempe
^
ratuurindicator uitgaat.
Alle lampjes gaan uit en de koeling is
uitgeschakeld.
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd
niet gebruikt:
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit of schakel de des
^
betreffende zekering in uw
zekeringenkast uit.
^ reinig het toestel en
^ laat de toesteldeur op een kier staan
om geurvorming te vermijden.
Als het toestel bij langdurige afwezigheid wordt uitgeschakeld maar
niet gereinigd, bestaat er gevaar
voor schimmelvorming als de deur
gesloten blijft.
-
-
16
De juiste temperatuur
Bij het bewaren van levensmiddelen is
de juiste temperatuurinstelling zeer be
langrijk. Levensmiddelen bederven snel
door de aanwezigheid van micro-orga
nismen. Dat proces kan door de juiste
bewaartemperatuur worden verhinderd
of vertraagd. De temperatuur beïn
vloedt de groeisnelheid van de micro
-organismen. Hoe lager de tempera
tuur, hoe langzamer dit proces ver
loopt.
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en ze langdurig te bewaren, is een tem
peratuur van -18 °C vereist. Bij die tem
peratuur komt de groei van micro-organismen in hoge mate tot stilstand. Zodra de temperatuur boven -10 °C stijgt,
begint de ontbinding door de micro-organismen; de levensmiddelen kunnen
minder lang worden bewaard. Daarom
mogen geheel of gedeeltelijk ontdooide
levensmiddelen pas opnieuw ingevroren worden, nadat ze verwerkt werden
(koken of braden). Door de hoge temperaturen worden de meeste micro-organismen gedood.
De temperatuur in het toestel stijgt
–
als u vaak en gedurende lange tijd
de toesteldeur opent,
–
hoe meer levensmiddelen er worden
bewaard,
-
-
-
-
Temperatuur instellen
-
-
Druk zo vaak op de toets voor het in
^
stellen van de temperatuur tot de ge
wenste temperatuur op de tempera
tuurindicator wordt weergegeven.
De temperatuurwaarde wijzigt
ononderbroken.
Als de instelling -32 °C is bereikt, keert
de temperatuurindicator terug naar
-
-15 °C.
Binnen de aangegeven
temperatuurbereiken (bijv. tussen -15
en -18 °C) kan de temperatuur iets kouder worden ingesteld:
^ Druk zo vaak op de toets voor het in-
stellen van de temperatuur tot -15 °C
op de temperatuurindicator wordt
weergegeven.
^ Druk nogmaals ca. 5 seconden op
de toets voor het instellen van de
temperatuur.
De koudere temperatuurinstelling bin
nen het kleine temperatuurbereik is in
gesteld. Dit is echter niet zichtbaar op
de temperatuurindicator.
-
-
-
-
-
–
hoe meer verse levensmiddelen er
worden ingevroren,
–
als de omgevingstemperatuur van
het toestel hoog is.
Het toestel is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse (bereik
van de kamertemperatuur) waarvan
de onder- en bovengrens
gerespecteerd moeten worden.
17
De juiste temperatuur
Temperatuurindicator
De temperatuurindicator op het be
dieningspaneel geeft altijd de gewenste temperatuur aan.
De temperatuur kan als volgt worden
ingesteld:
van -15 °C tot -32 °C.
De temperatuurindicator knippert als
de temperatuur in het toestel niet bin
–
nen het mogelijke temperatuurbereik
ligt,
– een andere temperatuur wordt inge-
steld,
– de temperatuur in het toestel met
verschillende graden gestegen is,
om koudeverlies aan te geven.
Een kortstondig koudeverlies vormt
geen probleem als dit ontstaat doordat
– de deur van het toestel één keer ge-
durende lange tijd geopend blijft,
bijv. om grote hoeveelheden levens
middelen te plaatsen of uit het toe
stel te halen,
-
-
-
-
-
–
u verse levensmiddelen invriest.
Als de temperatuur in de vrieszone ge
durende langere tijd warmer is dan
-18 °C, gaat u na of de ingevroren le
vensmiddelen gedeeltelijk of volledig
ontdooid zijn. In dit geval dient u deze
levensmiddelen zo snel mogelijk te ver
bruiken!
18
-
-
-
Waarschuwingssignaal
Het toestel is met een waarschuwings
systeem uitgerust zodat de temperatuur
in de vrieszone niet ongemerkt kan
stijgen. Als de temperatuur in een te
warm temperatuurbereik komt, weer
klinkt een waarschuwingssignaal. De
temperatuurindicator en het
waarschuwingscontrolelampje knippe
ren tegelijkertijd.
De ingestelde temperatuur bepaalt
wanneer het toestel een temperatuur
bereik als te warm herkent.
Het akoestische en optische signaal
kan worden gegeven
– als u een grote hoeveelheid
levensmiddelen invriest zonder de
functie "Superfrost" in te schakelen.
Afhankelijk van de temperatuur controleert u of de levensmiddelen gedeeltelijk of volledig ontdooid zijn. Als dit
het geval is, verwerkt u de levensmiddelen (koken of braden) voor u ze weer
invriest.
-
-
-
-
Deuralarm
Als de toesteldeur langer dan ca. 60
seconden open blijft staan, weerklinkt
het waarschuwingssignaal.
Waarschuwingssysteem
inschakelen
Het waarschuwingssysteem is altijd au
tomatisch actief. Het moet niet extra
worden ingeschakeld.
Waarschuwingssignaal
vroegtijdig uitschakelen
Als de alarmtoestand beëindigd is,
gaat het waarschuwingscontrolelampje
uit en stopt het waarschuwingssignaal.
Als het waarschuwingssignaal u echter
stoort, kunt u het vroegtijdig uitscha
kelen.
^ Druk op de uitschakeltoets voor het
waarschuwingssignaal.
Het waarschuwingssignaal wordt uitgeschakeld.
Het waarschuwingscontrolelampje
blijft branden en gaat pas uit wan
neer de alarmtoestand beëindigd is.
Het waarschuwingssysteem is dan
weer gebruiksklaar.
-
-
-
19
Superfrost gebruiken
Functie Superfrost
Om levensmiddelen optimaal in te vrie
zen, dient u vóór het invriezen van ver
se levensmiddelen de functie Super
frost in te schakelen.
Dankzij deze functie worden de levens
middelen snel doorvroren en blijven de
voedingswaarde, de vitamines, het uit
zicht en de smaak behouden.
Uitzonderingen:
Als u reeds ingevroren levensmid
–
delen plaatst.
– Als u dagelijks slechts maximaal 2 kg
levensmiddelen plaatst.
Superfrost inschakelen
De functie Superfrost dient u 6 uur
vóór het plaatsen van de in te vriezen
levensmiddelen in te schakelen. Als u
het maximale invriesvermogen wenst
te gebruiken, dient u 24 uur vooraf de
functie Superfrost in te schakelen!
-
-
-
-
Superfrost uitschakelen
De functie Superfrost wordt automa
tisch na ca. 65 uur uitgeschakeld. Het
controlelampje gaat uit en het toestel
werkt weer met het normale koelvermo
gen.
Om energie te sparen, kunt u de functie
Superfrost zelf uitschakelen zodra er
een constante temperatuur van min
stens -18 °C in de vrieszone bereikt is.
Controleer de temperatuur in het toe
stel.
Druk op de Superfrost-toets, zodat
^
het controlelampje uitgaat.
De koeling van het toestel werkt weer
met het normale vermogen.
-
-
-
-
^
Druk op de Superfrost-toets, zodat
het controlelampje aangaat.
De temperatuur in het toestel daalt,
want het toestel werkt met het maximale
koelvermogen.
20
Invriezen en bewaren
Maximaal invriesvermogen
Om de levensmiddelen zo snel mogelijk
tot in de kern in te vriezen, mag het
maximale invriesvermogen niet worden
overschreden. Het maximale invriesver
mogen binnen 24 uur is vermeld op het
typeplaatje "Invriesvermogen
...kg/24 u".
Het maximale invriesvermogen dat ver
meld staat op het typeplaatje is geba
seerd op de norm DIN EN ISO 15502.
-
Wat gebeurt er als verse
levensmiddelen worden
ingevroren?
Verse levensmiddelen moeten zo snel
mogelijk volledig worden doorvroren,
zodat de voedingswaarde, de
vitamines, het uitzicht en de smaak behouden blijven.
Hoe langzamer de levensmiddelen worden doorvroren, hoe meer vloeistof er
uit elke cel naar de tussenruimten loopt.
De cellen krimpen.
Tijdens het ontdooien kan slechts een
deel van de voordien vrijgekomen vloei
stof naar de cellen terugvloeien.
In de praktijk betekent dit dat de
levensmiddelen veel vocht verliezen.
Dat kunt u zelf vaststellen: tijdens het
ontdooien vormt er zich een grote wa
terplas rond het levensmiddel.
Als het levensmiddel snel wordt
doorvroren, heeft de celvloeistof minder
tijd om uit de cellen naar de tussen
ruimten te lopen. De cellen krimpen
veel minder.
Tijdens het ontdooien kan de kleine
hoeveelheid vloeistof die naar de tus
-
-
-
senruimten was gelopen, terugkeren
naar de cellen, zodat het vochtverlies
zeer gering is. Er vormt zich slechts
een kleine waterplas!
-
Isolatieplaat gebruiken
(als toebehoren verkrijgbaar)
Er is een isolatieplaat verkrijgbaar voor
-
het toestel, waarmee u ongebruikte
vriesladen kunt "uitschakelen" (d.w.z.
isoleren). Zo bespaart u energie. Ge
bruik deze isolatieplaat als er slechts
weinig levensmiddelen in het toestel zit
ten.
Belangrijk om weten!
– Voor het invriezen van levensmid-
delen hebt u alleszins 3 vriesladen
en het vriestablet nodig.
De overige laden kunt u indien gewenst "uitschakelen" (isoleren). Wilt u
dit doen, dan moet u wel ten minste
de onderste 2 laden isoleren.
–
De vriesladen die beschikbaar moe
ten blijven voor het invriezen, moeten
-
zich altijd bovenaan bevinden.
–
De isolatieplaat moet worden inge
schoven onder de laatste lade waar
in u voortaan levensmiddelen zult in
vriezen.
–
Hoe minder laden er moeten worden
gekoeld, des te minder energie er
wordt verbruikt. Met de isolatieplaat
kunt u een belangrijke energiebespa
ring realiseren!
-
-
-
-
-
-
-
21
Invriezen en bewaren
In de "uitgeschakelde" laden mag u
geen levensmiddelen bewaren, want
hier kunnen zich relatief grote en
ongecontroleerde temperatuur
schommelingen voordoen, waardoor
de levensmiddelen kunnen beder
ven.
Voorbeeld
U hebt slechts 3 vriesladen en het
vriestablet nodig om uw levensmid
delen te bewaren.
Leg de levensmiddelen in de boven
^
ste 3 laden. Zorg ervoor dat alle andere laden leeg zijn.
^ Neem de vierde lade uit en bewaar
deze op een andere plaats.
-
-
-
Diepvriesproducten bewaren
Als u diepvriesproducten wenst te be
waren, controleert u tijdens de aankoop
in de winkel
de verpakking op beschadigingen,
–
de houdbaarheidsdatum en
–
de temperatuur in de koelruimte van
–
de winkeldiepvries. Als die tempera
tuur hoger is dan -18 °C, vermindert
de houdbaarheid van de diepvries
producten.
Koop diepvriesproducten pas op het
^
einde van het winkelen, en transpor-
teer ze in krantenpapier of in een
koelzak.
^ Plaats de diepvriesproducten onmid-
dellijk in het toestel.
Vries gedeeltelijk of volledig ontdooide levensmiddelen niet opnieuw
in. Pas nadat u de levensmiddelen
hebt verwerkt (koken of braden),
kunt u ze opnieuw invriezen.
-
-
-
^
Schuif de isolatieplaat onder de der
de lade.
De overige laden zijn nu "uitgescha
keld" (geïsoleerd).
22
-
-
Invriezen en bewaren
Zelf levensmiddelen invriezen
Vries uitsluitend verse levensmiddelen
in perfecte staat in!
Tips voor het invriezen
Onderstaande levensmiddelen kun
–
nen ingevroren worden:
vers vlees, gevogelte, wild, vis,
groenten, kruiden, onbewerkt fruit,
zuivelproducten, bakkerijproducten,
resten van gerechten, eigeel, eiwit
en talrijke kant-en-klaargerechten.
De volgende levensmiddelen zijn
–
niet geschikt om in te vriezen:
druiven, sla, radijsjes, rammenas,
zure room, mayonaise, eieren in hun
schaal, uien, volledige onbewerkte
appels en peren.
– Om de kleur, de smaak, het aroma
en de vitamine C te behouden, moet
u groenten blancheren voor u ze invriest. Doe de groenten in porties gedurende 2-3 minuten in kokend water. Neem de groenten daarna uit het
water en koel ze snel in koud water
af. Laat de groenten uitdruppen.
–
Mager vlees is beter geschikt om in
te vriezen dan vet vlees en kan veel
langer worden bewaard.
–
Plaats telkens een folie uit kunststof
tussen koteletten, steaks, schnitzels
enz. Zo vermijdt u dat ze tot één blok
samenvriezen.
–
Rauwe levensmiddelen en geblan
cheerde groenten mag u voor het in
vriezen niet kruiden en zouten. Berei
de levensmiddelen kruidt of zout u
maar lichtjes. De smaakintensiteit
-
–
-
Verpakken
^
^
^
-
^
-
van sommige kruiden verandert
tijdens het invriezen.
Warme schotels of dranken laat u
eerst buiten het toestel afkoelen, om
te voorkomen dat reeds bevroren le
vensmiddelen gedeeltelijk ontdooien
en dat het stroomverbruik stijgt.
Vries de levensmiddelen per portie
in.
Geschikte verpakking
- Kunststoffolie
- Buisfolie uit polyethyleen
- Aluminiumfolie
- Diepvriesdozen
Ongeschikte verpakking
- Pakpapier
- Perkamentpapier
- Cellofaan
- Vuilniszakjes
- Gebruikte winkelzakjes
Druk de lucht goed uit de verpak
king.
Sluit de verpakking goed af met
- elastiekjes
- kunststofclips
- touw of
- koudebestendige kleefband.
Zakjes en buisfolie uit polyethyleen
kunt u ook met een folielasapparaat
dichtlassen.
Noteer de inhoud en de invriesdatum
op de verpakking.
-
-
23
Invriezen en bewaren
Voor u de levensmiddelen in het
toestel legt
Als u meer dan 2 kg verse levens
^
middelen dient in te vriezen, dient u
enige tijd vooraf de functie "Super
frost" in te schakelen (zie "Superfrost
gebruiken").
De levensmiddelen die al in het toestel
liggen, krijgen zo een koudereserve.
Hoe de levensmiddelen in het toestel
plaatsen
De volgende maximale belastingen
moeten worden in acht genomen:
– bovenste vrieslade = 15 kg
– elke andere vrieslade =
25 kg
– glazen plaat = 55 kg
In te vriezen levensmiddelen mogen
niet in aanraking komen met reeds
ingevroren levensmiddelen. Anders
zouden deze ontdooien.
^
Leg de levensmiddelen droog in het
toestel om te vermijden dat ze aan el
kaar of aan het toestel vastvriezen.
–
kleine levensmiddelen
Vries de levensmiddelen in de onderste
vriesladen in.
-
-
Als u de vriesladen uitneemt, dient u
te letten op het volgende:
De onderste vrieslade moet altijd in
het toestel blijven!
Plaats de levensmiddelen zo op de
glazen plaat dat de
ventilatorgleuven op de achterwand
in het toestel niet worden afgedekt.
Ze zijn belangrijk voor een goede
werking en een normaal energiever
bruik!
maximale hoeveelheid in te vriezen
–
levensmiddelen (zie typeplaatje)
^ Neem de vriesladen uit.
^ Plaats de levensmiddelen naast el-
kaar op de onderste glazen platen,
zodat de levensmiddelen zo snel mogelijk tot in de kern worden ingevroren.
– grote levensmiddelen
Als u grote levensmiddelen zoals een
gans of wild in het toestel wilt plaatsen,
kunt u de glazen platen tussen de
vriesladen uitnemen.
-
Neem de vriesladen uit, en til de glazen
platen lichtjes op en trek ze langs voren
uit!
-
^
Plaats de levensmiddelen naast el
kaar op de bodem van de vriesladen,
zodat de levensmiddelen zo snel mo
gelijk tot in de kern worden ingevro
ren.
24
-
-
-
Invriezen en bewaren
Vrieskalender
De vrieskalender op de vrieslade geeft
de gebruikelijke bewaartijd in maanden
weer voor verschillende soorten levens
middelen, op voorwaarde dat ze vers in
het toestel worden ingevroren.
Bij in de handel verkrijgbare diepvries
producten is de bewaarduur aangege
ven op de verpakking.
vroren levensmiddelen afgeven,
wordt gebruikt om te koelen),
in de stoomoven.
–
Platte stukken vlees en vis kunnen
licht ontdooid in een hete pan worden
gelegd.
Bij het ontdooien van stukken vlees envis (bijv. gehakt, kip, visfilet) moet u ervoor zorgen dat ze niet in aanraking
komen met andere levensmiddelen.
Vang het ontdooiwater op en verwijder
het zorgvuldig.
Fruit kan bij kamertemperatuur in de
verpakking of in een afgedekte schotel
worden ontdooid.
-
Groenten kunnen over het algemeen
bevroren in kokend water worden ge
daan of in heet vet worden gestoofd.
Wegens de gewijzigde celstructuur is
de bereidingstijd iets korter dan bij ver
se groenten.
Vries gedeeltelijk of volledig ont
dooide levensmiddelen niet opnieuw
in. Pas nadat u de levensmiddelen
hebt verwerkt (koken of braden),
kunt u ze opnieuw invriezen.
-
-
-
25
Invriezen en bewaren
Drank snel koelen
Als u flessen snel in de diepvries wenst
te koelen, moet u ze uiterlijk na éénuur weer uit het toestel halen. De fles
sen kunnen ontploffen.
-
26
Uw toestel is uitgerust met een
"No-frost"-systeem. Daarmee ontdooit
het toestel automatisch.
Ontdooien
Het vocht slaat neer tegen de verdam
per. Het wordt af en toe automatisch
ontdooid en verdampt.
Door dit automatische ontdooiproces
blijft de vriesruimte steeds vrij van ijs.
De levensmiddelen worden door dit
speciale systeem niet ontdooid, zelfs
niet lichtjes!
-
27
Reinigen
Zorg ervoor dat er geen water in de
elektronische besturing of de venti
latieroosters terechtkomt.
Gebruik geen stoomreiniger. De
stoom kan terechtkomen op onder
delen van het toestel die onder
spanning staan en zo kortsluiting
veroorzaken.
Vóór het reinigen
Schakel het toestel uit en trek de
^
-
-
stekker uit het stopcontact.
Haal de ingevroren levensmiddelen
^
uit het toestel en bewaar ze op een
koele plaats.
Neem alle vriesladen en glazen
^
platen uit het toestel om ze te reini
gen.
-
Het typeplaatje in het toestel mag
niet worden verwijderd. De informa
tie op dit plaatje is belangrijk in ge
val van een storing.
Om schade aan de oppervlakken te
voorkomen, mogen de volgende middelen niet worden gebruikt om de oppervlakken te reinigen:
– reinigingsmiddelen die soda, ammo-
niak, zuur of chloor bevatten,
– kalkoplossende reinigingsmiddelen,
– schurende reinigingsproducten, zo-
als schuurpoeder, schuurmelk,
poetsstenen,
–
reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
–
reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal,
–
afwasmiddelen voor de afwasauto
maat,
–
ovensprays,
–
glasreinigers,
-
-
-
Buitenwanden, binnenruimte,
toebehoren
Die reinigt u het best met lauwwarm
water waarin u een beetje afwasmiddel
doet. Reinig alle onderdelen met de
hand, niet in de afwasautomaat.
^ Veeg de buitenwanden en het toebe-
horen na de reiniging af met schoon
water en wrijf alles droog met een
doek. Laat de deur van het toestel
korte tijd openstaan.
Ventilatieopeningen
^
Reinig de ventilatieopeningen
regelmatig met een borsteltje of stof
zuiger. Wanneer er zich stof ophoopt,
neemt het energieverbruik toe.
-
Deurdichting
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet. Anders wordt ze na ver
loop van tijd poreus.
-
-
–
schurende harde sponsen en bor
stels (bijv. schuursponsen),
–
speciale "wondersponsen",
–
scherpe metaalschrapers!
28
-
Reinig de deurdichting regelmatig uit
sluitend met schoon water en wrijf ze
daarna grondig droog met een doek.
-
Achterzijde - metalen rooster
Minstens één keer per jaar moet het
stof van het metalen rooster aan de
achterzijde van het toestel (warmtewis
selaar) worden verwijderd. Wanneer er
zich stof ophoopt, neemt het energie
verbruik toe.
-
Reinigen
-
Let er bij het reinigen van het meta
len rooster op dat u geen kabels of
andere componenten aftrekt, knikt of
beschadigt.
Na het reinigen
^ Sluit de toesteldeur.
^ Steek de stekker in het stopcontact
en schakel het toestel in.
^ Schakel de functie "Superfrost" in, zo-
dat het toestel snel koud wordt.
^ Schuif de vriesladen met de ingevro-
ren levensmiddelen in het toestel zodra de temperatuur laag genoeg is.
^
Zodra er een constante temperatuur
van minstens -18 °C is bereikt, scha
kelt u de functie "Superfrost" uit door
op de toets voor "Superfrost" te druk
ken.
-
-
-
29
Wat gedaan als...?
Herstellingen aan elektrische toe
stellen mag u enkel en alleen door
erkende vakmensen laten uitvoeren.
Door ondeskundig uitgevoerde her
stellingen kunnen er niet te onder
schatten risico's voor de gebruiker
ontstaan.
...detemperatuur in het toestel te
-
-
-
koud is?
Stel een hogere temperatuur in.
^
De functie "Superfrost" is nog actief;
^
het controlelampje brandt.
"Superfrost" schakelt automatisch uit
na ca. 65 uur.
Wat gedaan als...
. . . het toestel niet koelt?
Controleer of het toestel ingescha
^
keld is. De temperatuurindicator moet
branden.
^ Controleer of de stekker van het toe-
stel goed in het stopcontact zit.
^ Controleer of de desbetreffende ze-
kering in uw zekeringenkast is
gesprongen, omdat er een probleem
is met de vriescombinatie, de elektrische spanning in uw huis of een
ander toestel.
Neem contact op met een elektricien
of de dienst Herstellingen aan huis
van Miele.
...detoesteldeur niet verschillende
keren na elkaar kan worden geo
pend?
Dit is geen storing. Door de zuigende
werking kunt u de deur pas na enige
tijd zonder extra moeite openen.
-
-
...deinschakelfrequentie en
inschakelduur van de compressor toe
nemen?
Controleer of de ventilatieroosters niet
^
afgedekt zijn of onder het stof zitten.
^ Controleer of het metalen rooster
(warmtewisselaar) aan de achterzijde
van het toestel niet onder het stof zit.
^ De toesteldeur werd vaak geopend of
er werden grote hoeveelheden verse
levensmiddelen ingevroren.
^ Controleer of de toesteldeur goed sluit.
...decompressor constant werkt?
^
Om energie te besparen schakelt de
compressor bij een gering
koudeverbruik op een laag toerental
over. Daardoor wordt de werkingstijd
van de compressor verlengd.
^
De functie "Superfrost" is nog inge
schakeld. "Superfrost" schakelt auto
matisch uit na ca. 65 uur.
-
-
-
30
Wat gedaan als...?
. . . het waarschuwingssignaal weer
klinkt en het waarschuwings
controlelampje knippert?
De temperatuur in de vrieszone is te
warm omdat
de toesteldeur vaak geopend werd.
^
er een grote hoeveelheid verse levens
^
middelen werd ingevroren zonder de
functie "Superfrost" in te schakelen.
er zich een lange stroomonderbre
^
king heeft voorgedaan.
Als de alarmtoestand beëindigd is,
gaat het waarschuwingscontrolelampje
uit en stopt het waarschuwingssignaal.
Afhankelijk van de temperatuur controleert u of de levensmiddelen gedeeltelijk of volledig ontdooid zijn. Als dit het
geval is, verwerkt u de levensmiddelen
(koken of braden) voor u ze weer invriest.
...debinnenverlichting niet meer
werkt?
^
Stond de toesteldeur gedurende
lange tijd open? De verlichting scha
kelt automatisch uit als de deur
15 minuten geopend is gebleven.
Als dit niet het geval is, is de gloeilamp
defect:
^
Neem contact op met de dienst Her
stellingen aan huis van Miele.
De LED-verlichting mag alleen door de
dienst Herstellingen aan huis van Miele
worden hersteld en vervangen. Onder
de afdekking bevinden zich onderdelen
die onder spanning staan. U kunt zich
verwonden en er kan schade ontstaan.
-
-
-
-
De afdekking mag niet worden afge
nomen! Er ontstaat gevaar als de af
dekking beschadigd of verwijderd is
door beschadiging van het toestel Opgepast! Kijk nooit met optische
instrumenten (een vergrootglas of
iets dergelijks) in de straal van de la
ser (laserstraling 1M)!
. . . het controlelampje voor
"Superfrost" samen met de tempera
tuurindicator knippert?
Er zit een storing in het toestel. Neem
^
contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
. . . het controlelampje voor
"Superfrost" niet brandt, maar de
compressor draait?
^ Het controlelampje is defect. Neem
contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
...erophetpaneel van het NoFrostsysteem ijs wordt gevormd?
Dit is geen storing.
Er is condensvorming opgetreden en
deze condens is bevroren geraakt. Dit
kan de volgende oorzaken hebben:
^
De toesteldeur is vaak en/of geduren
de lange tijd geopend.
^
Grote hoeveelheden verse levens
middelen zijn ingevroren.
^
De luchtvochtigheid van de kamer
lucht is gestegen.
-
-
-
-
-
-
-
31
Wat gedaan als...?
Open in dit geval de toesteldeur zo wei
nig mogelijk. De ijslaag wordt automa
tisch ontdooid door het
NoFrost-systeem en is na enkele dagen
verdwenen.
...delevensmiddelen vastgevroren
zijn?
Maak de levensmiddelen los met een
stomp voorwerp, bijv. een lepelsteel.
Als u de storing niet kunt verhelpen
aan de hand van de bovenstaande
informatie, neemt u contact op met
de dienst Herstellingen aan huis van
Miele.
Om het koudeverlies zo beperkt mogelijk te houden, laat u indien mogelijk de deur van het toestel dicht tot
de storing verholpen is.
-
-
32
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Heel normale geluidenWaar komen ze vandaan?
Brrrrr...Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har
Blubb, blubb....Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door
Klik....U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
Sssrrrrr....Bij toestellen met verschillende zones of bij No-Frostmodellen
Krak....Wanneer het materiaal in uw toestel uitzet kan men gekraak ho
Bedenk echter dat motor- en stromingsgeluiden in de koelingskringloop niet te
vermijden zijn!
der worden terwijl de motor ingeschakeld wordt.
de buisjes vloeit.
-
schakelt.
kan u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnen
ruimte van het toestel.
ren.
-
-
-
Geluid waaraan u vlot kan
verhelpen
Geklepper, gerammel, gerinkelHet toestel staat niet waterpas: Stel het toestel waterpas.
Waar komt het vandaan en wat kan u ertegen
doen?
Schroef de voetjes in of uit het toestel of leg iets onder het toestel.
Het toestel raakt andere toestellen of meubels aan: Schuif het
toestel van de meubels of andere toestellen weg.
Laden, korven of legplaten trillen of knellen: Controleer de uit
neembare onderdelen en zet ze eventueel opnieuw op hun
plaats.
Flessen of recipiënten raken elkaar: Schuif de flessen of reci
piënten wat uit elkaar.
De snoerhouder hangt nog tegen de achterzijde van het toe
stel: Neem de snoerhouder weg.
-
-
-
33
Service After Sales van Miele/garantie
Neem bij storingen die u niet zelf kunt
oplossen contact op met
uw Miele-handelaar
–
of
de Service After Sales van Miele.
–
Het telefoonnummer van de dienst
Herstellingen aan huis van Miele
vindt u op de achterzijde van deze
gebruiksaanwijzing.
Wanneer u op onze dienst Herstellin
gen aan huis een beroep doet, geef
dan altijd het toesteltype en -nummer
op. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje in de binnenruimte van het
toestel
Duur en voorwaarden van de
garantie
Er is 2 jaar garantie.
Voor meer informatie over de garantie
voorwaarden in uw land neemt u con
tact op via het telefoonnummer van de
dienst "Consumentenbelangen" van
N.V. Miele België:
Het telefoonnummer van de dienst
"Consumentenbelangen" vindt u op
de achterzijde van deze gebruiks
aanwijzing.
-
-
-
-
34
Elektrische aansluiting
Het toestel wordt aansluitklaar geleverd
voor wisselstroom van 50 Hz,
220 – 240 V.
De zekering moet minstens 10 A bedra
gen.
Het toestel moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact dat volgens
de voorschriften is geïnstalleerd. De
elektrische installatie moet uitgevoerd
zijn overeenkomstig de plaatselijke
voorschriften.
Het toestel moet in geval van nood snel
kunnen worden losgekoppeld van het
elektriciteitsnet. Daarom moet het stopcontact gemakkelijk toegankelijk zijn.
Het mag zich dus niet achter het toestel
bevinden.
Als het stopcontact na de inbouw niet
meer toegankelijk is, moet in de installatie een scheidingsinrichting voor elke
pool voorhanden zijn. Als stroomonderbrekers kunnen schakelaars worden
gebruikt met een contactopening van
minstens 3 mm. Denk hierbij bijvoor
beeld aan LS-schakelaars, zekeringen
en contactsluiters (EN 60335).
De stekker en de aansluitkabel van het
toestel mogen niet de achterzijde van
het toestel raken. Anders kunnen de
stekker en de aansluitkabel bescha
digd raken door trillingen van het toe
stel. Dat kan een kortsluiting veroorza
ken.
-
-
-
-
Aansluiting via een verlengkabel is niet
toegestaan, aangezien verlengkabels
niet voldoende veiligheidsgaranties bie
den. Er bestaat onder andere gevaar
voor oververhitting.
Het toestel mag niet op
gelijkstroom-wisselstroommutators wor
den aangesloten, die bijvoorbeeld bij
stroomvoorziening op zonne-energie
worden gebruikt.
In dat geval kunnen er zich bij het in
schakelen van het toestel spannings
pieken voordoen, die ertoe kunnen lei
den dat het toestel wordt uitgeschakeld
om veiligheidsredenen. De elektronische besturing kan beschadigd raken!
De stekker van de aansluitkabel van het
toestel mag niet worden vervangen
door een energiebesparende stekker
(bijv. van het merk SavaPlug). Hierdoor
wordt de energietoevoer naar het toestel verminderd en wordt het toestel te
warm.
Als de aansluitkabel moet worden
vervangen, dan mag dat alleen worden
uitgevoerd door een erkende vakman
of vakvrouw die op de hoogte is van
elektriciteitsaansluitingen.
-
-
-
-
-
Ook andere toestellen mogen niet wor
den aangesloten op stopcontacten die
zich bevinden achter het toestel.
-
35
Opstelinstructies
Gebruik geen warmteproducerende
toestellen op het toestel, zoals een
mini-oven, een kooktoestel met twee
kookzones of een broodrooster. Het
toestel kan in brand vliegen. Gevaar
voor brand!
Dit toestel mag niet onmiddellijk
naast ("side-by-side") een ander mo
del worden opgesteld!
Omdat het toestel niet met een zij
wandverwarming uitgerust is, kan er
bij een "side-by-side"-opstelling con
denswater ontstaan!
Vraag meer informatie bij uw Miele-
-handelaar.
Opstelplaats
Kies geen plaats direct naast een fornuis, een verwarming of in de omgeving van een venster met directe inval
van zonnestralen. Hoe hoger de omgevingstemperatuur, hoe langer de compressor moet werken, waardoor er
meer stroom wordt verbruikt.
Een droge, ventileerbare ruimte is ge
schikt.
Neem de volgende opmerkingen in
acht bij het opstellen van het toestel:
–
Het stopcontact moet gemakkelijk
toegankelijk zijn in geval van nood.
Het mag zich dus niet achter het toe
stel bevinden.
–
De stekker en de aansluitkabel van
het toestel mogen niet de achterzijde
van het toestel raken. Anders kunnen
deze beschadigd raken door tril
lingen van het toestel.
-
-
-
Ook andere toestellen mogen niet
–
worden aangesloten op
stopcontacten die zich bevinden
achter het toestel.
Belangrijk! Bij een hoge luchtvoch
tigheid kan het vocht condenseren
en zich afzetten op de
buitenoppervlakken van het toestel.
Dat condenswater kan leiden tot cor
rosie van de buitenwanden van het
toestel.
Om dat te voorkomen, is het aanbe
volen het toestel op te stellen in een
ruimte die droog is en/of airco heeft.
Controleer na het opstellen dat de
toesteldeur goed sluit, dat de
luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen niet afgedekt zijn en dat het
toestel werd opgesteld zoals beschreven.
Klimaatklasse
Het toestel is geconstrueerd voor een
bepaalde klimaatklasse (bereik van de
kamertemperatuur) waarvan de onderen bovengrens gerespecteerd moeten
worden. De klimaatklasse is vermeld op
het typeplaatje aan de binnenzijde van
het toestel.
KlimaatklasseKamertemperatuur
SN
N
ST
-
T
van +10 °C tot +32 °C
van +16 °C tot +32 °C
van +16 °C tot +38 °C
van +16 °C tot +43 °C
Een te lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de compressor gedurende
lange tijd niet werkt. Dit kan tot te hoge
temperaturen in het toestel leiden, zo
dat de levensmiddelen eventueel zelfs
beginnen te ontdooien!
-
-
-
-
36
Opstelinstructies
Luchttoevoer en -afvoer
De lucht aan de achterwand van het
^
toestel wordt opgewarmd. De ventila
tieroosters mogen daarom niet wor
den afgedekt, zodat een goede
luchttoevoer en -afvoer verzekerd is.
Bovendien moet het stof regelmatig
van de ventilatieroosters worden ver
wijderd.
Toestel met bijgeleverde
wandafstandhouders
Als er wandafstandhouders zijn
meegeleverd bij uw toestel, moeten
deze worden gebruikt om ervoor te
zorgen dat het opgegeven energieverbruik wordt gerealiseerd. Wanneer de wandafstandhouders gemonteerd zijn, neemt de
toesteldiepte toe met ca. 35 mm.
Worden de wandafstandhouders
niet gebruikt, dan brengt dat de
goede werking van het toestel niet in
het gedrang. Wel stijgt het energie
verbruik van dit toestel in geringe
mate als een kleinere afstand tot de
wand wordt gebruikt.
Toestel opstellen
Plaats het toestel met zijn tweeën.
-
Verschuif het toestel enkel in lege
toestand.
Verwijder eerst de kabelhouder aan
^
de achterzijde van het toestel.
Controleer of de onderdelen aan de
^
achterzijde van het toestel nergens
tegenaan kunnen komen. Buig ze zo
nodig voorzichtig de andere kant op.
Schuif het toestel voorzichtig op de
^
daartoe voorziene plaats.
^ Plaats het toestel met de
wandafstandhouders (indien gemonteerd) of met de achterwand vlak tegen de keukenwand.
Toestel nivelleren
-
^
Monteer de wandafstandhouders bo
venaan links en rechts op de achter
zijde van het toestel.
^
Nivelleer het toestel met de
regelvoetjes.
-
-
37
Opstelinstructies
Afmetingen van het toestel
ABC
FN 12540 S-11555 mm697 mm750 mm*
FN 12740 S-11751 mm697 mm750 mm*
* Afmeting zonder gemonteerde wandafstandhouders. Worden de bijgeleverde
wandafstandhouders gebruikt, dan neemt de toesteldiepte toe met 35 mm.
38
De draairichting van de deur veranderen
Het toestel wordt geleverd met rechts
scharnierende deur. Als de deur links
scharnierend moet zijn, moet u de
draairichting van de deur veranderen.
U hebt de volgende gereedschappen
nodig:
bijgeleverde steeksleutel.
–
Voer het veranderen van de draai
richting van de deur altijd met twee
personen uit.
Deurgreep afnemen:
-
Maak de afdekplaatjes aan de an
^
-
-
dere zijde los en plaats ze op de vrij
gekomen gaten.
De lageronderdelen (lagersteun en
lagerbout) moeten vast genoeg wor
den vastgeschroefd. Anders valt de
toesteldeur van het toestel. U zou
zich kunnen verwonden!
Bovendien zou de deur dan niet
goed sluiten, waardoor het toestel
niet goed zou koelen.
Let hierbij op het volgende:
– Schroef de lagersteun en de lager
bout vast.
- Controleer alle schroeven en draai
ze indien nodig extra vast.
Draairichting van de deur veranderen:
Waarschuwing! Zodra u hieronder
de lagerbout verwijdert, zit de deur
los!
-
-
-
-
^
Als u aan de deurgreep a trekt,
schuift het zijgedeelte van de deur
greep b naar achteren.
^
Trek het zijgedeelte van de deur
greep b krachtig naar achteren toe
uit de geleiding.
^
Draai nu de 4 schroeven (TX15) op
het bevestigingsplaatje los en neem
de greep af.
-
-
^
Kantel het toestel met zijn tweeën
voorzichtig naar achteren toe en
draai op de lagersteun onderaan
rechts d de bevestigingsschroef c
uit.
39
De draairichting van de deur veranderen
Open de deur.
^
Neem de deur aan de kant van de
^
greep en onderaan vast en neem
deze voorzichtig naar boven toe af.
De lagerbout e (inclusief het schijfje
o) komt los van de lagersteun d.
Als deze niet loskomt:
Druk de lagerbout e (inclusief het
^
schijfje o) van onderen af uit de la
gersteun.
-
Draai de schroeven f los en verwij
^
der de lagersteun d.
^ Draai de schroef van het
lageronderdeel g op de lagersteun
d wat los. Draai het in het tegenoverliggende gat van de lagersteun d en
draai de schroef vervolgens weer
vast.
^ Neem de stop h weg en plaats deze
in het tegenoverliggende gat van de
lagersteun.
-
40
^ Neem de afdekking i weg.
^
Draai de schroef j uit en schroef
deze in het buitenste gat aan de an
dere zijde.
^
Plaats de afdekking i 180° gedraaid
op de gaten aan de andere zijde.
^
Schroef de lagersteun d aan de an
dere zijde vast. Gebruik daartoe uit
sluitend de beide buitenste langwer
pige gaten. Laat de schroef in het
midden achterwege. Zo kunt u later
via de buitenste langwerpige gaten
de deur uitlijnen!
-
-
-
-
De draairichting van de deur veranderen
Verwijder met behulp van een sleuf
^
schroevendraaier de veerklem n on
deraan uit de toesteldeur en plaats
ze aan de andere zijde.
^ Trek de lagerbout e (inclusief het
schijfje o) uit de deurlagerbus.
-
-
^ Draai de bovenste lagerbout k uit
met de bijgeleverde steeksleutel.
^ Maak de afdekkingen l met de
schroevendraaier langs voren los.
^ Draai de bovenste lagerbout k aan
de andere zijde weer in met behulp
de bijgeleverde steeksleutel.
^
Plaats de afdekkingen l van ach
teren af aan de andere zijde en laat
ze langs voren vastklikken.
^
Neem de stop m uit de deurlagerbus
in de deur en plaats de stop aan de
andere zijde.
-
Belangrijk! De inkeping van het
schijfje o moet op de nok van de lagerbout e worden geplaatst, zodat
het schijfje o vlak op het schijfje van
de lagersteun e ligt.
^ Plaats de lagerbout e (inclusief het
schijfje o) in de deurlagerbus aan
de andere zijde. Belangrijk! De nok
moet naar de binnenkant van de deur
wijzen en de inkeping moet naar de
buitenkant wijzen.
41
De draairichting van de deur veranderen
Neem de deur en plaats de bovenste
^
deurlagerbus op de bovenste lager
bout k.
Zwenk de deur naar binnen toe en
^
plaats de lagerbout e in de lager
steun d. Belangrijk! Draai eventueel
de lagerbout, zodat de nok naar de
binnenkant van de deur wijst en de
inkeping naar de buitenkant wijst. De
lagerbout vergrendelt daardoor!
Kantel het toestel met zijn tweeën
^
voorzichtig naar achteren toe en
draai de bevestigingsschroef c in.
Draai deze met behulp van de bijge
leverde steeksleutel vast.
^ Lijn de toesteldeur indien nodig nog
een keer via de langwerpige gaten in
de onderste lagersteun uit ten opzichte van de behuizing van het toestel. Draai de schroeven vervolgens
vast.
-
Deurgreep opnieuw monteren:
Hou in elk geval rekening met de
volgende aanwijzingen voor de be
vestiging van de deurgreep, want bij
foutieve montage raakt de deurdich
ting beschadigd.
-
^ Schroef de deurgreep met de twee
voorste schroeven b eerst losjes aan
de andere zijde.
Het bevestigingsplaatje c moet zo op
de deurbehuizing liggen dat, wanneer
de deur gesloten is, het bevestigings
plaatje gelijk ligt met de buitenwand
van het toestel.
Als dit niet het geval is,
-
-
-
42
^
draait u de twee vooraf gemonteerde
stifttappen a met een inbussleutel in
tot het bevestigingsplaatje c de ge
wenste hoek heeft.
^
Draai de 4 schroeven b goed vast.
^
Schuif het zijgedeelte van de deur
greep d vanaf de zijkant van het toe
stel op de geleiding van het bevesti
gingsplaatje tot het hoorbaar vast
klikt.
-
-
-
-
-
De draairichting van de deur veranderen
Let er in elk geval op dat het
zijgedeelte van de deurgreep d
tijdens het openen van de deur niet
in aanraking komt met de deurdich
ting. De deurdichting zou na verloop
van tijd beschadigd raken!
Mocht dit het geval zijn,
lijn het bevestigingsplaatje c nog
^
maals uit met de stifttappen a tot het
bevestigingsplaatje en het
zijgedeelte van de deurgreep d de
gewenste hoek hebben en de dich
ting tijdens het openen van de deur
niet meer wordt geraakt.
-
-
-
43
Toesteldeur uitlijnen
U kunt de deur nadien via de buitenste
langwerpige gaten in de onderste la
gersteun uitlijnen ten opzichte van de
behuizing van het toestel:
In de volgende afbeelding wordt de
deur niet gesloten weergegeven, zo
dat u de procedure beter kunt vol
gen.
^ Verwijder de middelste schroef a
van de lagersteun.
-
-
-
^ Draai beide buitenste schroeven b
een beetje uit.
^
Lijn de deur uit door de lagersteun
naar links of rechts te verschuiven.
^
Draai de schroeven b vervolgens
vast. De schroef a hoeft niet op
nieuw te worden ingeschroefd.
44
-
* Bij toestellen met gemonteerde
wandafstandhouders neemt de
toesteldiepte toe met ca. 35 mm.
a Opzetkast
b Toestel
c Keukenkast
d Wand
Toestel inbouwen
Het toestel kan in elke kastenrij worden
ingebouwd. Om het toestel even hoog
te laten komen als de kasten, kan bo
ven het toestel een opzetkast a wor
den geplaatst.
Met het oog op de aan- en afvoer van
de lucht moet er langs de achterzijde
van het toestel een luchtafvoerkanaal
van minimum 50 mm diep voorzien wor
den, over de hele breedte van de
opzetkast.
De diameter van de verluchting onder
het plafond moet minstens 350 cm
dragen zodat de opgewarmde lucht on
gehinderd kan wegstromen. Anders
moet de compressor harder werken,
waardoor het stroomverbruik toeneemt.
De verluchtingsopeningen mogen
niet afgedekt of afgesloten worden.
Bovendien moeten ze regelmatig
gereinigd worden.
Bij inbouw met keukenkasten met
genormaliseerde afmetingen
(maximumdiepte van 580 mm) kan het
toestel rechtstreeks naast de keuken
kast worden opgesteld. De toesteldeur
staat dan op 150 mm* verwijderd aan
de zijkant en steekt 170 mm* uit ten op
zichte van de voorkant van de keuken
kast. Op deze manier kan de toestel
deur zonder problemen worden geo
pend en gesloten.
-
-
2
be
-
-
-
-
-
-
-
-
Als u het toestel opstelt naast eenwand d is aan de kant van de schar
-
nieren tussen de wand d en het toestel
b een afstand van minstens 55 mm
vereist. Dit zorgt ervoor dat de deur he
lemaal kan worden geopend.
454647
-
Wijzigingen voorbehouden / 4912
FN 12540 S-1, FN 12740 S-1
M.-Nr. 09 275 330 / 01
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.