Miele F 1811 Vi, F 1911 Vi User Manual [nl]

Page 1
Gebruiks- en montagehandleiding diepvries
Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat.
M.-Nr. 09 760 000nl-BE
Page 2
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................5
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................8
Hoe kunt u energie besparen? ......................................17
Toestel in- en uitschakelen .........................................19
Bij langdurige afwezigheid ..........................................22
De juiste temperatuur .............................................23
Temperatuur in de vrieszone instellen..................................23
Mogelijke temperatuurinstellingen.....................................24
Temperatuureenheid (Celsius/Fahrenheit) kiezen.........................24
Temperatuur- en deuralarm ........................................26
Superfrost gebruiken..............................................28
De binnenruimte indelen ...........................................29
Legplaten verplaatsen ..............................................29
Legplaat boven de ijsblokjesautomaat .................................29
Invriezen en bewaren..............................................32
Maximaal invriesvermogen ..........................................32
Wat gebeurt er als verse levensmiddelen worden ingevroren? ..............32
Diepvriesproducten bewaren ........................................32
Zelf levensmiddelen invriezen ........................................33
Ingevroren levensmiddelen ontdooien .................................34
Automatisch ontdooien............................................37
2
Page 3
Inhoud
Reiniging en onderhoud ...........................................38
Binnenruimte, toebehoren ...........................................38
Indicator voor het vervangen van de waterfilter ..........................47
Waterfiltervervanging bevestigen .....................................49
Een externe waterfilter gebruiken .....................................49
Waar bepaalde geluiden vandaan komen .............................50
Service After Sales/garantie ........................................51
Duur en voorwaarden van de garantie ...............................51
Gegevens voor testinstellingen .....................................52
Vaste wateraansluiting ............................................53
Informatie over de vaste wateraansluiting ...............................53
Vaste wateraansluiting voorzien ......................................54
Roestvrijstalen slang op het toestel monteren............................56
Elektrische aansluiting ............................................57
Vloer van de inbouwnis .............................................60
Kasten/inbouw naast en boven het toestel ..............................60
Luchttoevoer en -afvoer.............................................60
Side-by-side-opstelling .............................................61
Afmetingen van de toesteldeur (openingshoek 115°) ......................62
3
Page 4
Inhoud
Het toestel inbouwen..............................................65
Gereedschap en toebehoren dat u nodig hebt...........................65
Gewicht van het frontpaneel .........................................66
Inbouw in een scheidingswand .......................................66
Op het einde van het keukenblok .....................................66
De inbouwnis uitlijnen ..............................................67
Inbouwnis controleren ..............................................67
Inbouwnis klaarmaken ..............................................68
Montagemateriaal ...............................................68
Kantelbeveiliging ...............................................69
Alternatieve kantelbeveiliging monteren..............................71
Toestel in de nis schuiven ...........................................72
Het toestel in de nis bevestigen ......................................74
Montage van het frontpaneel voorbereiden .............................76
Frontpaneel bevestigen en waterpas zetten .............................78
Afdekkingen bevestigen ............................................79
Sokkellijst bevestigen ..............................................80
Luchtscheider bevestigen ...........................................81
4
Page 5
Beschrijving van het toestel
a Thermometertoets
b Temperatuurdisplay met temperatuu
rinsteltoetsen voor de vrieszone (X voor kouder; Y voor warmer)
c Aan-uittoets voor de functie "Super-
frost"
d Aan-uittoets voor de ijsblokjesmaker
e Uitschakeltoets voor het waarschu
­wingssignaal van het tempera
tuur-/deuralarm (alleen zichtbaar wanneer het waarschuwingssignaal weerklinkt)
f Indicator voor het vervangen van de
waterfilter
-
-
5
Page 6
Beschrijving van het toestel
a Rek
b Legplaat
c IJsblokjesmaker
d Bak voor ijsblokjes
e Bedieningspaneel
f Tuimelschakelaar om het hele toestel
in en uit te schakelen
g Vriesmanden
h Waterfilter
6
Page 7
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio­neren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde be­handeling kunnen deze stoffen schade­lijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte appa raat dan ook nooit met het gewone af val.
-
-
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige
­recyclage van dat toestel. Dat bevat
­trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
-
of
de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus­sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
-
7
Page 8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalingen. Een verkeerd gebruik kan nochtans tot lichamelijk letsel en mate riële schade leiden.
Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door, voordat u het toestel in gebruik neemt. Daarin vindt u be langrijke instructies met betrekking tot de montage, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Dit is in het belang van uw veilig heid en voorkomt schade aan het toestel.
Wanneer deze niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprake­lijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding zodat u deze kunt doorgeven aan een eventuele volgende bezitter.
,
Gevaar voor letsel! Het toestel is zeer zwaar en kan wanneer de deur open staat, naar voren hellen. Hou de toesteldeur gesloten tot het toestel in­gebouwd is en volgens de gebruiks- en montageaanwijzing in de inbouwnis is vastgezet.
-
-
-
Juist gebruik
Dit toestel is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in gelij
~
kaardige omgevingen. Het is niet bestemd voor gebruik buiten.
Gebruik het toestel uitsluitend voor huishoudelijke doeleinden: om
~
diepvriesproducten te bewaren, om verse levensmiddelen in te vrie zen en om ijsblokjes te maken. Elk ander gebruik is niet toegelaten.
8
-
-
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het toestel is niet geschikt voor het bewaren en koelen van ge
~
neesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of andere ge lijkaardige stoffen of producten die ten grondslag liggen aan de richtlijn betreffende medische hulpmiddelen. Door een verkeerd ge bruik van het toestel kunnen producten worden beschadigd of kun nen bederven. Bovendien is het toestel ook niet geschikt voor ge bruik in explosieve omgevingen. Miele is niet verantwoordelijk voor schade die werd veroorzaakt doordat het toestel voor andere doeleinden werd gebruikt of ver keerd werd bediend.
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteld-
~
heid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van het toestel niet in staat zijn het toestel veilig te bedienen, mogen ze alleen onder toe­zicht bedienen of wanneer ze worden geïnstrueerd door iemand die het apparaat kent. Ze moeten het mogelijke gevaar van een verkeerde bediening kun­nen herkennen en begrijpen.
-
-
-
Kinderen in het huishouden
-
-
-
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het toestel
~
worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het toestel zonder toezicht ge
~
bruiken, maar alleen als ze weten hoe het toestel werkt en wat voor gevaar zij lopen wanneer ze het fout bedienen.
Kinderen mogen het toestel niet zonder toezicht reinigen of on
~
derhouden.
Hou kinderen die in de buurt van het toestel komen in het oog.
~
Zorg ervoor dat ze nooit met het toestel spelen.
Ter hoogte van de scharnieren van de toesteldeur is er gevaar
~
voor verwondingen. Hou kinderen weg van de scharnieren!
-
-
9
Page 10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Levensgevaar! Als u de scheidingswand in de grote vriesmand
~
verwijdert, hou er dan rekening mee dat kinderen op het idee kun nen komen om in de vriesmand te kruipen!
Risico op verstikking! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in
~
verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en daardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten het bereik van kinderen.
Technische veiligheid
-
Het koelmiddelcircuit is op lekkage gecontroleerd. Het toestel vol
~
doet aan de geldende veiligheidsvoorschriften en de relevante EU-richtlijnen.
Dit toestel bevat het koelmiddel isobutaan (R600a), een natuurlijk
~
gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het be­schadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet. Maar het gebruik van dit milieuvriendelijk koelmiddel heeft wel ge­leid tot meer lawaai als het toestel aanstaat. Er kunnen afgezien van de geluiden van de compressor stromingsgeluiden in het hele koel­circuit optreden. Deze effecten zijn helaas niet te vermijden, maar hebben geen invloed op de capaciteit van het toestel. Let er bij het transport en bij de inbouw/plaatsing op dat geen on derdelen van het koelcircuit worden beschadigd. Vrijkomend koel middel kan oogletsel veroorzaken! In geval van beschadiging:
vermijd open vuur of ontstekingsbronnen,
ontkoppel het toestel van het elektriciteitsnet,
verlucht gedurende enkele minuten het vertrek waarin het toestel staat en
-
-
-
neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
10
Page 11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Hoe meer koelmiddel er in een toestel voorhanden is, hoe groter
~
het vertrek moet zijn waar het toestel wordt opgesteld. In te kleine vertrekken kan zich bij lekkage een brandbaar mengsel van gas en lucht vormen. De kamer moet per 8 g koelmiddel minstens 1 m veelheid koelmiddel staat op het typeplaatje binnenin het toestel.
De aansluitgegevens (zekering, frequentie en spanning) op het
~
typeplaatje van het toestel moeten absoluut overeenstemmen met deze van het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan uw toestel. Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elek tricien.
De elektrische veiligheid van het toestel is uitsluitend gegaran-
~
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol­gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Laat de elektrische installatie bij twijfel door een elektricien inspecteren.
Is de aansluitkabel beschadigd, laat dan een nieuwe installeren
~
door een vakman of vakvrouw die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's voor wie het toestel gebruikt.
3
groot zijn. De hoe
-
-
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
~
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Dit in verband met gevaar voor oververhitting.
Wanneer er vocht terechtkomt op onderdelen van het toestel die
~
onder spanning staan of de aansluitkabel, kan dat een kortsluiting veroorzaken. Plaats het toestel daarom nooit in vochtige vertrekken zoals garage of waskeuken waar gevaar dreigt door spatwater.
Dit toestel mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip)
~
worden gebruikt.
11
Page 12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Controleer voordat het toestel wordt geplaatst, of het zichtbaar
~
beschadigd is. Een beschadigd toestel mag niet worden geplaatst en niet in gebruik worden genomen.
Gebruik uw toestel enkel in ingebouwde toestand. Enkel dan is
~
een veilige werking gewaarborgd.
Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet het
~
toestel van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Dit is pas het ge val wanneer:
de zekeringen in uw zekeringkast zijn uitgeschakeld of
– de schroefzekeringen in uw zekeringkast zijn helemaal uitge-
draaid of
– als de aansluitkabel van het elektriciteitsnet losgekoppeld is.
Trek bij aansluitkabels met een stekker niet aan de kabel maar aan de stekker om het toestel los te koppelen van het elektrici­teitsnet.
-
Door ondeskundig uitgevoerde installaties, onderhoudswerken of
~
herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's ontstaan voor de gebruiker. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zijn.
Het recht op garantie vervalt wanneer het toestel door een klan
~
tendienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat deze ten
~
volle voldoen aan de eisen qua veiligheid. Defecte onderdelen mo gen alleen door originele Miele-wisselstukken worden vervangen.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaat door een ver
~
keerde vaste wateraansluiting.
De aansluiting op de vaste wateraansluiting en alle herstellingen
~
aan de ijsblokjesmaker mogen enkel door een vakman of vakvrouw die door Miele erkend is worden uitgevoerd.
12
-
-
-
Page 13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De ijsblokjesmaker is niet geschikt om op de warmwaterleiding te
~
worden aangesloten.
De vaste wateraansluiting mag niet worden uitgevoerd als het
~
toestel elektrisch aangesloten is.
Raak nooit de beweegbare delen van het uitwerpmechanisme
~
van de ijsblokjesmaker of het verwarmingselement van de ijsblokjes maker aan. U zou zich kunnen verwonden.
Efficiënt gebruik
Het toestel is bestemd voor een bepaalde klimaatklasse (kamer-
~
temperatuur), waarvan de grenzen moeten worden aangehouden. De klimaatklasse is vermeld op het typeplaatje aan de binnenruimte van het toestel. Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat de compressor voor langere tijd afslaat, zodat het toestel de vereiste temperatuur niet kan aanhouden.
De luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen mogen niet afgedekt of
~
afgesloten worden. Een goede luchtgeleiding is dan niet meer gewaarborgd. Een hoger energieverbruik en schade aan onderdelen kunnen niet worden uit­gesloten.
-
Als u in het toestel of in de deur vet- of oliehoudende levensmid
~
delen bewaart, dient u ervoor te zorgen dat eventueel uitlopend vet of uitlopende olie niet in contact komt met de kunststofonderdelen. Daardoor kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan die dan breekt of scheurt.
Bewaar geen explosieve stoffen en geen producten met brand
~
bare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het toestel. Door de elek trische onderdelen kunnen explosieve gasmengsels ontsteken en brand of explosies veroorzaken.
-
-
-
13
Page 14
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik geen elektrische toestellen in het toestel (bijv. om softijs
~
te maken). Door vonkvorming ontstaat explosiegevaar.
Bewaar geen blikjes en flessen met koolzuurhoudende dranken
~
of met vloeistoffen die kunnen bevriezen in de vrieszone. De blikjes of flessen kunnen barsten. U zou zich kunnen verwonden en er zou schade kunnen ontstaan.
Als u flessen snel in de vrieszone wilt koelen, dient u ze uiterlijk
~
na één uur weer uit de vrieszone te halen. Anders zullen ze ontplof fen waardoor u zich zou kunnen verwonden en er schade zou kun nenontstaan.
Raak bevroren levensmiddelen en onderdelen van metaal niet
~
met natte handen aan. De handen kunnen vastvriezen en u zou zich kunnen verwonden.
Neem nooit ijsblokjes en ijslolly's, met name waterijsjes, in de
~
mond als u ze net uit de vrieszone hebt gehaald. Door de zeer lage temperatuur van het ijs kunnen de lippen of de tong vastvriezen en u zou zich kunnen verwonden.
-
-
Geheel of gedeeltelijk ingevroren levensmiddelen niet opnieuw in
~
vriezen. De levensmiddelen verliezen aan voedingswaarde of be derven, verbruik ze dus zo snel mogelijk. Gekookte of gebraden ont dooide levensmiddelen kunt u opnieuw invriezen.
Als u levensmiddelen eet die te lang bewaard zijn, bestaat er ge
~
vaar voor voedselvergiftiging. De bewaarduur is afhankelijk van diverse factoren, zoals de vers heid, de kwaliteit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop ze worden bewaard. Let op de houdbaarheidsdatum en op de bewaarinstructies van de fabrikant van de levensmiddelen.
Deactiveer nooit de indicator voor het vervangen van de waterfil
~
ter! Zo voorkomt u dat u eventueel ziek wordt!
14
-
-
-
-
-
-
Page 15
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga
~
rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemon teerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of pro ductaansprakelijkheid.
-
-
-
Reiniging en onderhoud
Behandel de deurdichting niet met olie of vet.
~
Daardoor wordt de deurdichting na verloop van tijd poreus.
De stoom van een stoomreiniger kan in aanraking komen met de
~
len die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen en ontdooien van het toestel nooit een stoomreiniger.
Gebruik geen voorwerpen met scherpe punt of rand om
~
– rijm- en ijslagen te verwijderen
– vastgevroren bakjes voor ijsblokjes en levensmiddelen los te wrik-
ken.
Daardoor beschadigt u de koelelementen en functioneert het toestel niet meer correct.
-
Plaats nooit elektrische verwarmingstoestellen of kaarsen in het
~
toestel om het te ontdooien. De kunststof zou beschadigd raken.
Gebruik geen ontdooisprays of producten om ijs te verwijderen.
~
Deze kunnen immers explosieve gassen vormen, bevatten mogelijk oplos- of drijfmiddelen die de kunststof aantasten of zijn mogelijk schadelijk voor de gezondheid.
15
Page 16
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wat met het oude toestel
Vernietig het deurslot van uw toestel als u het afdankt.
~
Op die manier voorkomt u dat spelende kinderen zichzelf in het toe stel opsluiten, wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het koelcircuit, bijv. door
~
koelmiddelkanalen van het verdampsysteem open te prikken,
buizen te knikken,
oppervlaktecoatings weg te krabben.
Als er koelmiddel naar buiten spuit, kan dat oogletsels veroorzaken.
-
16
Page 17
Hoe kunt u energie besparen?
Opstellen/onder houden
Temperatuur­instelling
Normaal energieverbruik
In een verluchte ruimte. In een gesloten,
-
Beschermd tegen rechtstreekse zonnestralen.
Niet naast een warmtebron (verwarmingselement, for nuis).
Bij een ideale kamertempe ratuur van 20 °C.
Dek de ventilatieopeningen niet af. Verwijder regelmatig het stof van de ventilatieope­ningen.
Vrieszone -18 °C Bij een hoge instelling:
Verhoogd energieverbruik
niet-verluchte ruimte.
Bij directe zonnestraling.
Naast een warmtebron (verwarmingselement, for
­nuis).
Bij een hoge
­kamertemperatuur.
Als de ventilatieopeningen afgedekt zijn of onder het stof zitten.
hoe lager de temperatuur, hoe hoger het energieverbruik!
-
17
Page 18
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal energieverbruik
Gebruik Laat de schuifladen, legplaten
en rekken zoals ze waren toen het toestel werd geleverd.
Open de toesteldeur alleen in dien nodig en altijd zo kort mogelijk.
Schik de levensmiddelen in het toestel.
Neem een koeltas mee wan neer u boodschappen doet en leg de levensmiddelen snel in het toestel.
Plaats levensmiddelen die u uit het toestel haalt altijd zo snel mogelijk terug, voordat ze te veel opwarmen.
Laat warme gerechten en dranken eerst buiten het toe­stel afkoelen.
-
Verhoogd energieverbruik
Deur vaak en lang openen be
­tekent koudeverlies en instroom van warme omge vingslucht. Het toestel heeft tijd nodig om de temperatuur te verlagen en de compressor moet langer werken.
Warme gerechten en levens middelen die opgewarmd zijn tot buitentemperatuur, brengen warmte in het toestel.
Het toestel probeert te koelen en de compressor werkt lang­durig.
-
-
-
18
Levensmiddelen goed verpakt of goed afgedekt inladen.
Leg ingevroren producten in de koelzone om ze te ontdooi en.
Doe de vakken niet te vol zo dat de lucht kan circuleren.
-
Wanneer vloeistoffen in de koelzone verdampen en condenseren, leidt dat tot verlies van het koelvermogen.
-
Page 19
Vóór het eerste gebruik
Reinig de binnenruimte en het toebe
^
horen. Gebruik daarvoor lauw water. Wrijf daarna alles droog met een doek.
Als het toestel liggend is getrans porteerd, laat u het toestel na het transport ca. 8 uur staan voordat u het aansluit. Dit is zeer belangrijk voor de latere werking!
-
Toestel inschakelen
^ Open de toesteldeur.
^ Druk op de tuimelschakelaar.
De tuimelschakelaar bevindt zich aan de rechterkant, onder het bedienings­paneel.
Het toestel begint te koelen en de bin nenverlichting schakelt in als de toe steldeur wordt geopend.
-
Toestel in- en uitschakelen
Om zeker te zijn dat de temperatuur
­laag genoeg is, dient u het toestel
enkele uren te laten voorkoelen voordat u voor het eerst levensmid delen in het toestel plaatst. Pas wanneer de temperatuur in de vrieszone laag genoeg is (minstens
-18 °C) plaatst u levensmiddelen in de vrieszone.
Let op: Het toestel is niet van het elektriciteitsnet losgekoppeld wan neer u het via de tuimelschakelaar uitschakelt!
Toestel bedienen
U kunt dit toestel bedienen door de sensortoetsen aan te raken (te selecte­ren).
Onthou het volgende:
– Een sensortoets met een witte kleur
geeft aan dat u deze kunt selecte ren (d.w.z. aanraken).
­–
Een sensortoets met een gele kleur geeft aan dat deze is geselecteerd.
-
-
-
Ook brandt de thermometertoets op het bedieningspaneel.
^
Raak de thermometertoets aan, zodat deze geel oplicht.
Rechts op het bedieningspaneel ver schijnen sensortoetsen die u kunt selecteren.
-
19
Page 20
Toestel in- en uitschakelen
U kunt nu
de temperatuur instellen,
de functie "Superfrost" selecteren of
de ijsblokjesautomaat inschakelen.
Meer informatie vindt u in de desbetref fende rubrieken.
Als u naar de normale modus wilt gaan,
raakt u de thermometertoets aan, zo
^
dat deze wit oplicht.
De nieuwe instellingen worden opge­slagen.
Ook als u de thermometertoets niet aanraakt, schakelt de elektronische be­sturing na enige tijd over naar de nor­male modus.
Toestel uitschakelen
Andere instellingen
Andere instellingen kunt u wijzingen ter wijl het toestel in de instelmodus staat.
Wanneer het toestel in de instelmodus staat, kunt u bepaalde toestelfuncties
-
selecteren en de instellingen voor deze functies wijzigen. Deze worden be schreven in de desbetreffende ru brieken.
Overzicht van de selecteerbare toestel functies in de instelmodus:
-
Toestelfunctie Weerge
geven tekst
Toestel in de instelmodus zetten of de instelmodus verlaten
Temperatuureenheid kiezen (zie rubriek "De juiste temperatuur")
Geen functie geselecteerd ;
;
-
-
-
-
-
^
Druk op de tuimelschakelaar.
De koeling en de binnenverlichting wor den uitgeschakeld.
20
Toetsgeluid in-/uitscha kelen (zie rubriek "Toestel in- en uitschakelen")
Geen functie geselecteerd ^
-
-
=
Page 21
Toestel in- en uitschakelen
Toetsgeluid in-/uitschakelen
Als u niet wilt dat er een geluid weer klinkt telkens als u een sensortoets aan raakt, kunt u het toetsgeluid uitscha kelen.
Raak de thermometertoets aan, zodat
^
deze geel oplicht.
Onthou de positie van de toets X,
^
maar raak deze toets nog niet aan!
^ Raak de thermometertoets aan tot
deze wit oplicht en alle andere toet­sen uitgaan.
^ Plaats een vinger op de positie van
de toets X en laat uw vinger op de toets rusten.
^ Terwijl uw vinger op de toets X rust,
raakt u 1 keer de thermometertoets aan.
^
Hou uw vinger nog 4 seconden op de toets X, tot de toetsen c en Y op lichten.
-
-
U kunt nu instellen of het toetsgeluid
^
moet uitgeschakeld of ingeschakeld zijn. Raak hiertoe de toets X aan.
-
= 0: toetsgeluid is uitgeschakeld = 1: toetsgeluid is ingeschakeld = -: terug naar het menu
Nadat u een instelling hebt geselec
^
teerd, raakt u ter bevestiging de ther mometertoets aan.
Raak zo vaak de toets X aan tot ;
^
wordt weergegeven op het tempera tuurdisplay.
^ Raak de thermometertoets aan.
U hebt de instelmodus verlaten.
Wanneer het toestel in de instelmo­dus staat, wordt het deuralarm auto­matisch onderdrukt. Zodra de toe­steldeur wordt gesloten, wordt het deuralarm weer geactiveerd.
-
-
-
-
^
Raak zo vaak de toets X aan tot b wordt weergegeven op het tempera tuurdisplay.
^
Raak opnieuw de thermometertoets aan.
-
21
Page 22
Toestel in- en uitschakelen
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd niet gebruikt, gaat u als volgt te werk:
Schakel het toestel uit.
^
Trek de stekker uit of schakel de des
^
betreffende zekering in uw zekerin genkast uit.
draai de waterkraan dicht (enkele
^
uren voordat u het toestel uitscha kelt),
maak de bak voor ijsblokjes leeg,
^
reinig het toestel,
^
^ vervang de waterfilter,
^ laat de toesteldeur op een kier staan
om geurvorming te vermijden.
Als het toestel bij langdurige afwe­zigheid wordt uitgeschakeld maar niet gereinigd, bestaat er gevaar voor schimmelvorming als de deur gesloten blijft.
-
-
-
22
Page 23
De juiste temperatuur
Bij het bewaren van levensmiddelen is een juiste temperatuurinstelling zeer belangrijk. Levensmiddelen bederven snel ten gevolge van micro-organis men. Door de juiste bewaartemperatuur te gebruiken kan dit proces echter wor den voorkomen of vertraagd. De tem peratuur beïnvloedt de groeisnelheid van de micro-organismen. Hoe lager de temperatuur, hoe langzamer dit proces verloopt.
De temperatuur in het toestel stijgt
als u vaak en gedurende lange tijd
de toesteldeur opent,
– hoe meer levensmiddelen er worden
bewaard,
– als de verse levensmiddelen warm
zijn,
– als de omgevingstemperatuur van
het toestel hoog is. Het toestel is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse (bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens moeten worden gerespecteerd.
-
-
Door de hoge temperaturen worden de meeste micro-organismen gedood.
Temperatuur in de vrieszone instellen
-
Raak de thermometertoets aan, zodat
^
deze geel oplicht.
^ De temperatuur kunt u met de toet-
sen aan weerszijden van het tempe­ratuurdisplay instellen.
Temperatuur instellen:
Toets X aanraken: lagere tempera­tuur instellen Toets Y aanraken: hogere tempera­tuur instellen
Tijdens het instellen wordt de insteltem peratuur knipperend weergegeven.
-
...indevrieszone
Om verse levensmiddelen in te vriezen en ze langdurig te bewaren, is een tem peratuur van -18 °C vereist. Bij die tem peratuur komt de groei van micro-orga nismen in hoge mate tot stilstand. Zo dra de temperatuur boven -10 °C stijgt, begint de ontbinding door de micro-or ganismen. De levensmiddelen kunnen dan minder lang worden bewaard. Daarom mogen geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen pas opnieuw worden ingevroren nadat u ze hebt ver werkt (door ze te koken of braden).
-
Toets 1 keer aanraken: De temperatuurwaarde wijzigt in stappen van 1 °C.
­–
Vinger laten rusten op de toets:
­De temperatuurwaarde wijzigt onon
­derbroken.
Als de laagste of hoogste instelbare
-
temperatuur is bereikt, gaat respectie velijk de sensortoets X of Y uit.
-
-
-
23
Page 24
De juiste temperatuur
Het temperatuurdisplay op het be dieningspaneel geeft altijd de ge wenste temperatuur weer.
Als u de temperatuur hebt gewijzigd, controleert u het temperatuurdisplay na
ca. 6 uur als er weinig voedsel in het toestel zit en na ca. 24 uur als het toestel volledig gevuld is. Pas dan
heeft het toestel de gekozen tempera tuur werkelijk bereikt. Als de tempera tuur na die tijd te hoog of te laag is, stelt u een andere temperatuur in.
Mogelijke temperatuurinstellingen
De temperatuur kan als volgt worden ingesteld:
– In de vrieszone: van -14 °C tot
-24 °C.
De tijd die nodig is om de laagste temperatuur te bereiken, is afhanke­lijk van de opstelplaats en van de omgevingstemperatuur. Bij een hoge omgevingstemperatuur kan de laagste temperatuur niet altijd wor den bereikt.
-
-
-
-
-
Temperatuureenheid (Celsius/Fahrenheit) kiezen
De temperatuur kan in Celsius of Fa hrenheit worden weergegeven.
Raak de thermometertoets aan, zodat
^
deze geel oplicht.
Onthou de positie van de toets X ,
^
maar raak deze toets nog niet aan!
Raak de thermometertoets aan tot
^
deze wit oplicht en alle andere toet­sen uitgaan.
^ Plaats een vinger op de positie van
de toets X en laat uw vinger op de toets rusten.
^ Terwijl uw vinger op de toets X rust,
raakt u 1 keer de thermometertoets aan.
^ Hou uw vinger nog 4 seconden op
de toets X, tot de toetsen c en Y op lichten.
-
-
24
^
Raak zo vaak de toets X aan tot wordt weergegeven op het tempera tuurdisplay.
^
Raak opnieuw de thermometertoets aan.
-
Page 25
De juiste temperatuur
Raak de toets X aan om Fahrenheit
^
of Celsius als temperatuureenheid in te stellen: †0: Fahrenheit als temperatuureen heid
†1: Celsius als temperatuureenheid-: terug naar het menu
Nadat u een van de instellingen hebt
^
gekozen, raakt u ter bevestiging de thermometertoets aan.
Raak zo vaak de toets X aan tot c
^
wordt weergegeven op het tempera tuurdisplay.
^ Raak de thermometertoets aan.
U hebt de instelmodus verlaten.
Wanneer het toestel in de instelmo­dus staat, wordt het deuralarm auto­matisch onderdrukt. Zodra de toe­steldeur wordt gesloten, wordt het deuralarm weer geactiveerd.
Temperatuurdisplay
Het temperatuurdisplay op het be
-
dieningspaneel geeft altijd de ge wenste temperatuur weer.
Het temperatuurdisplay knippert als
een andere temperatuur wordt inge
steld,
de temperatuur in het toestel met
verschillende graden gestegen is,
-
om koudeverlies aan te geven.
Een kortstondig koudeverlies vormt geen probleem als dit ontstaat doordat
– de deur van het toestel één keer ge-
durende lange tijd geopend blijft, bijv. om grote hoeveelheden levens­middelen te plaatsen of uit het toe­stel te halen,
– u verse levensmiddelen invriest.
Als de temperatuur in de vrieszone gedurende lange tijd warmer is dan
-18 °C, gaat u na of de ingevroren levensmiddelen gedeeltelijk of volle dig ontdooid zijn. Als dat het geval is, dient u deze levensmiddelen zo snel mogelijk te verbruiken!
-
-
-
-
25
Page 26
Temperatuur- en deuralarm
Het toestel is voorzien van een waar schuwingssysteem, zodat de tempera tuur in het toestel niet ongemerkt kan stijgen en om energieverlies te ver mijden als de deur open blijft staan.
Waarschuwingssysteem in
-
-
-
-
schakelen
Het waarschuwingssysteem is altijd au tomatisch actief. Het moet niet afzon derlijk worden ingeschakeld.
-
Temperatuuralarm
Als de temperatuur te warm wordt, knippert op het bedieningspaneel de sensortoets voor het temperatuur-/deur­alarm.
Er weerklinkt een waarschuwingssig­naal.
Het temperatuurdisplay geeft de hoog­ste temperatuur weer die werd bereikt.
Het geluidssignaal en het visuele sig­naal worden bijvoorbeeld weergegeven
Temperatuuralarm vroeger uit schakelen
Als het waarschuwingssignaal u stoort, kunt u het vroeger uitschakelen.
-
Raak de sensortoets voor het tempe
^
ratuur-/deuralarm aan. Het waarschuwingssignaal wordt uit geschakeld. De sensortoets voor het tempera tuur-/deuralarm blijft branden tot de alarmtoestand beëindigd is.
Als de temperatuur in de vrieszone gedurende lange tijd warmer is dan
-18 °C, gaat u na of de ingevroren levensmiddelen gedeeltelijk of volle­dig ontdooid zijn. Als dat het geval is, dient u deze levensmiddelen zo snel mogelijk te verbruiken!
-
-
-
-
als bij het herschikken en uitnemen van ingevroren levensmiddelen te veel warme kamerlucht binnen stroomt.
als u een grote hoeveelheid levens middelen invriest.
na een stroomonderbreking.
Zodra de alarmtoestand beëindigd is, stopt het waarschuwingssignaal en gaat de sensortoets voor het tempera tuur-/deuralarm uit.
26
-
-
-
Page 27
Deuralarm
Temperatuur- en deuralarm
Als de toesteldeur langer dan 5 minu ten open blijft staan, weerklinkt een waarschuwingssignaal. Tegelijkertijd knippert de sensortoets voor het temperatuur-/deuralarm.
Zodra de toesteldeur weer dicht is, stopt het waarschuwingssignaal en gaat de sensortoets voor het tempera tuur-/deuralarm uit.
Deuralarm vroeger uitscha
-
-
kelen
Als het waarschuwingssignaal u stoort, kunt u het vroeger uitschakelen.
^ Raak de sensortoets voor het tempe-
ratuur-/deuralarm aan.
De sensortoets voor het tempera­tuur-/deuralarm gaat uit en het waar schuwingssignaal wordt uitgescha keld.
-
-
-
27
Page 28
Superfrost gebruiken
Functie Superfrost
Om verse levensmiddelen optimaal in te vriezen, dient u eerst de functie "Su perfrost" in te schakelen.
Op die manier worden de levensmid delen snel doorvroren en blijven de voedingswaarde, de vitamines, het uit zicht en de smaak behouden.
Uitzonderingen:
Als u reeds ingevroren levensmid
delen in het toestel plaatst.
Als u dagelijks slechts maximaal 2 kg
levensmiddelen in het toestel legt.
Superfrost inschakelen
De functie "Superfrost" dient u 4-6 uur vooraf in te schakelen. Pas daarna
plaatst u de levensmiddelen die u wilt invriezen. Als u het maximale invries-
vermogen wenst te gebruiken, dient u 24 uur vooraf de functie "Superfrost" in
te schakelen!
-
-
Superfrost uitschakelen
De functie "Superfrost" wordt automa tisch na ca. 52 uur uitgeschakeld, af
­hankelijk van de hoeveelheid ge plaatste levensmiddelen. De aan-uit toets licht wit op en het toestel gebruikt weer het normale, energiebesparende
­koelvermogen.
Om energie te besparen, kunt u de functie "Superfrost" zelf uitschakelen zo dra de temperatuur in de vrieszone koud genoeg is.
^ Raak de aan-uittoets voor de functie
"Superfrost" aan, zodat deze wit op­licht.
Op het temperatuurdisplay wordt op­nieuw de oorspronkelijk ingestelde tem­peratuurwaarde weergegeven.
Het toestel gebruikt weer het normale koelvermogen.
-
-
-
-
-
^
Raak de aan-uittoets voor de functie "Superfrost" aan, zodat deze geel op licht.
Het toestel gebruikt nu het hoogst mo gelijke koelvermogen voor de vrieszo ne. Op het temperatuurdisplay ver schijnt de nieuwe temperatuurwaarde (-30 °C) die is ingesteld door de func tie.
28
-
-
-
-
-
Page 29
De binnenruimte indelen
Legplaten verplaatsen
U kunt de legplaten verplaatsen om de positie af te stemmen op de hoogte van de levensmiddelen:
Plaats uw handen onder de legplaat
^
en hef deze een beetje op, zodat ze achteraan links en rechts over de aanslag wordt getild.
Trek de legplaat naar voren toe.
^
Plaats de legplaat op de gewenste
^
hoogte en haak ze achteraan vast.
Zorg ervoor dat u de legplaat hori
^
zontaal houdt wanneer u ze plaatst.
-
Legplaat boven de ijsblokjesautomaat
^ Verwijder de legplaat van boven af.
^ Als u de legplaat terugplaatst, zorg
er dan voor dat de nokken achteraan in de hoeken van de legplaat ver­grendelen.
Rekken verplaatsen
U kunt de rekken aan de binnenkant van de deur verschuiven en uit het toe stel nemen. Zo kunt u niet alleen ge makkelijker producten plaatsen of uit nemen, maar ook de rekken gemakke lijk reinigen:
Neem het rek met beide handen vast
^
aan het frame en kantel het lichtjes naar de deur toe.
Schuif het rek in gekantelde positie
^
via de zijrails naar boven of beneden en haak het op de gewenste hoogte weer vast.
^ Zorg ervoor dat het rek zich links en
rechts op gelijke hoogte bevindt.
Ga als volgt te werk als u het rek wilt verwijderen:
^ Schuif het rek langs de zijrails hele-
maal naar boven, tot u het kunt ver­wijderen.
Terugplaatsen:
-
-
-
-
^
Plaats het rek bovenaan terug in de zijrails en verschuif het tot op de ge wenste hoogte.
-
29
Page 30
De binnenruimte indelen
Vriesmanden
De vriesmanden kunnen uit het toestel genomen worden om ze te reinigen.
Trek de vriesmand tot de aanslag uit
^
het toestel.
Aan de kant langs waar de deur open gaat bevindt zich een kinderbeveili ging. De gleuf moet horizontaal staan om de lade te kunnen verwijderen.
^ Draai de gleuf met een geschikt voor-
werp in horizontale positie a.
^ Trek links en rechts de klikverbinding
omhoog b en verwijder de vries­mand.
-
De scheidingswand kan uit het toestel genomen worden om deze te reinigen:
De scheidingswand is via enkele hou ders aan de vriesmand bevestigd. Ga als volgt te werk om de houders te ontgrendelen:
^ Draai de gleuf met een geschikt voor-
werp in horizontale positie a.
^ Trek de staafjes uit de houders b.
^ Trek de scheidingswand in één be-
weging uit de vriesmand.
-
30
Scheidingswand terugplaatsen:
^
Plaats de houders rechtop en klik de scheidingswand op de houders.
^
Plaats de staafjes in de houders en draai de gleuven met een geschikt voorwerp in verticale positie.
Page 31
Vriesmand terugplaatsen:
Trek de telescopische rails tot de
^
aanslag uit het toestel.
Plaats de vriesmand en zorg dat ze
^
voor- en achteraan vergrendelt.
Draai de gleuf van de kinderbeveili
^
ging weer in verticale positie.
Schuif de vriesmand in het toestel.
^
De binnenruimte indelen
-
31
Page 32
Invriezen en bewaren
Maximaal invriesvermogen
Om de levensmiddelen zo snel mogelijk tot in de kern in te vriezen, mag het maximale invriesvermogen niet worden overschreden. Het maximale invriesver mogen binnen 24 uur is vermeld op het typeplaatje "Invriesvermogen ...kg/24 u".
Het maximale invriesvermogen dat ver meld staat op het typeplaatje is geba seerd op de norm DIN EN ISO 15502.
-
Wat gebeurt er als verse levensmiddelen worden ingevroren?
Verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk volledig worden doorvroren, zodat de voedingswaarde, de vitami­nes, het uitzicht en de smaak behou­den blijven.
Hoe langzamer de levensmiddelen wor­den doorvroren, hoe meer vloeistof er uit elke cel naar de tussenruimten loopt. De cellen krimpen. Tijdens het ontdooien kan slechts een deel van de voordien vrijgekomen vloei stof naar de cellen terugvloeien. In de praktijk betekent dit dat de levensmiddelen veel vocht verliezen. Dat kunt u zelf vaststellen: tijdens het ontdooien vormt er zich een grote wa terplas rond het levensmiddel.
-
senruimten was gelopen, terugkeren naar de cellen, zodat het vochtverlies zeer gering is. Er vormt zich slechts een kleine waterplas!
-
Diepvriesproducten bewaren
Als u diepvriesproducten wenst te be waren, controleert u tijdens de aankoop in de winkel
­de verpakking op beschadigingen,
de houdbaarheidsdatum en
de koelzonetemperatuur van de win
keldiepvries. Als de koelzonetempe­ratuur warmer is dan
-18 °C, wordt de houdbaarheid van de diepvriesproducten korter.
^ Koop diepvriesproducten pas op het
einde van het winkelen, en transpor­teer ze in krantenpapier of in een koelzak.
^ Plaats de diepvriesproducten onmid-
dellijk in het toestel.
Vries gedeeltelijk of volledig ont dooide levensmiddelen niet opnieuw
­in. Pas nadat u de levensmiddelen
hebt verwerkt (koken of braden), kunt u ze opnieuw invriezen.
-
-
-
Als het levensmiddel snel wordt door vroren, heeft de celvloeistof minder tijd om uit de cellen naar de tussenruimten te lopen. De cellen krimpen veel min der. Tijdens het ontdooien kan de kleine hoeveelheid vloeistof die naar de tus
32
-
-
-
Page 33
Invriezen en bewaren
Zelf levensmiddelen invriezen
Vries uitsluitend verse levensmiddelen in perfecte staat in!
Tips voor het invriezen
Onderstaande levensmiddelen kun
nen ingevroren worden: vers vlees, gevogelte, wild, vis, groenten, kruiden, onbewerkt fruit, zuivelproducten, bakkerijproducten, resten van gerechten, eigeel, eiwit en talrijke kant-en-klaargerechten.
De volgende levensmiddelen zijn
niet geschikt om in te vriezen: druiven, sla, radijsjes, rammenas, zure room, mayonaise, eieren in hun schaal, uien, volledige onbewerkte appels en peren.
– Om de kleur, de smaak, het aroma
en de vitamine C te behouden, moet u groenten blancheren voor u ze in­vriest. Doe de groenten in porties ge­durende 2-3 minuten in kokend wa­ter. Neem de groenten daarna uit het water en koel ze snel in koud water af. Laat de groenten uitdruppen.
Mager vlees is beter geschikt om in te vriezen dan vet vlees en kan veel langer worden bewaard.
Plaats telkens een folie uit kunststof tussen koteletten, steaks, schnitzels enz. Zo vermijdt u dat ze tot één blok samenvriezen.
Rauwe levensmiddelen en geblan cheerde groenten mag u voor het in vriezen niet kruiden en zouten. Berei de levensmiddelen kruidt of zout u maar lichtjes. De smaakintensiteit
-
-
Verpakken
^
^
^
-
^
-
van sommige kruiden verandert tijdens het invriezen.
Warme schotels of dranken laat u eerst buiten het toestel afkoelen, om te voorkomen dat reeds bevroren le vensmiddelen gedeeltelijk ontdooien en dat het stroomverbruik stijgt.
Vries de levensmiddelen per portie in.
Geschikte verpakking
- Kunststoffolie
- Buisfolie uit polyethyleen
- Aluminiumfolie
- Diepvriesdozen
Ongeschikte verpakking
- Pakpapier
- Perkamentpapier
- Cellofaan
- Vuilniszakjes
- Gebruikte winkelzakjes
Druk de lucht goed uit de verpak king.
Sluit de verpakking goed af met
- elastiekjes
- kunststofclips
- touw of
- koudebestendige kleefband.
Zakjes en buisfolie uit polyethyleen kunt u ook met een folielasapparaat dichtlassen.
Noteer de inhoud en de invriesdatum op de verpakking.
-
-
33
Page 34
Invriezen en bewaren
Voor u levensmiddelen in het toestel legt
Als u meer dan 2 kg verse levens
^
middelen dient in te vriezen, dient u enige tijd vooraf de functie "Super frost" in te schakelen (zie "Superfrost gebruiken"). De levensmiddelen die al in het toe stel liggen, krijgen zo een koudere serve.
Levensmiddelen in het toestel leggen
U kunt de levensmiddelen overal in de vrieszone invriezen.
In de volgende tabel vindt u de maxi­maal toelaatbare gewichten voor de vriesmanden:
Bovenste
vriesmand
F 1811 Vi 33 kg 33 kg
F 1911 Vi 43 kg 43 kg
^
Plaats de levensmiddelen naast el kaar op de bodem van de vriesmand, zodat ze zo snel mogelijk tot in de kern worden ingevroren.
^
Leg de levensmiddelen droog in het toestel om te vermijden dat ze aan el kaar of aan het toestel vastvriezen.
In te vriezen levensmiddelen mogen niet in aanraking komen met reeds ingevroren levensmiddelen. Anders zouden deze ontdooien.
vriesmand
-
-
-
-
Onderste
-
Ingevroren levensmiddelen ontdooien
Ingevroren levensmiddelen kunt u op de verschillende manieren ontdooien:
in de microgolfoven,
in de gewone oven met de functie
"Hete lucht" of "Ontdooien",
bij kamertemperatuur,
in de koelkast (de afgegeven koude
wordt gebruikt om de levensmid delen te koelen),
in de stoomoven.
Platte stukken vlees en vis kunnen licht ontdooid in een hete pan worden gelegd.
Fruit kan bij kamertemperatuur in de verpakking of in een afgedekte schotel worden ontdooid.
Groenten kunnen over het algemeen in bevroren toestand in kokend water wor­den gedaan of in heet vet worden ge­stoofd. Wegens de gewijzigde celstruc tuur is de bereidingstijd iets korter dan bij verse groenten.
Vries gedeeltelijk of volledig ont dooide levensmiddelen niet opnieuw
-
in. Pas nadat u de levensmiddelen hebt verwerkt (koken of braden), kunt u ze opnieuw invriezen.
Drank snel koelen
Als u flessen in de vrieszone plaatst, dient u de flessen uiterlijk na één uur weer uit te nemen, anders zullen de flessen ontploffen!
-
-
-
34
Page 35
Om gebruik te maken van de ijs blokjesautomaat, hebt u een vaste wateraansluiting nodig (zie "Vaste wateraansluiting").
-
De ijsblokjesautomaat inscha kelen
Zorg ervoor dat de bak voor ijsblok
^
jes zich onder de ijsblokjesautomaat bevindt.
Om ijsblokjes te kunnen laten ma ken, moet de bak voor ijsblokjes vol ledig dicht zijn.
^ Raak de aan-uittoets voor de ijsblok-
jesautomaat aan, zodat deze geel oplicht.
-
IJsblokjes maken
Zodra de bak voor ijsblokjes vol zit, wordt de productie automatisch stop gezet.
Plaats geen flessen e.d. in de ijs blokjesautomaat om ze snel af te
-
-
-
koelen. U zou de ijsblokjesautomaat kunnen blokkeren en beschadigen.
De eerste drie ladingen ijsblokjes zijn niet geschikt voor consumptie! Het water dat hiervoor is gebruikt, dient om de watertoevoerleiding door te spoelen. Dit geldt zowel voor de eerste keer dat u het toestel gebruikt als voor wanneer u het toestel gebruikt nadat het lange tijd uitgeschakeld was.
-
-
Zodra de vrieszone afgekoeld is, wordt de ijsblokjesautomaat gevuld met wa ter.
Zodra het water bevroren is, vallen de ijsblokjes uit de ijsblokjesautomaat in de bak voor ijsblokjes.
De ijsblokjesautomaat maakt maximaal 120 ijsblokjes in 24 uur.
De hoeveelheid gemaakte ijsblokjes is afhankelijk van de temperatuur in de vrieszone. Hoe lager de temperatuur, hoe meer ijsblokjes er worden gemaakt.
Wanneer u de ijsblokjesautomaat voor het eerst gebruikt, kan het tot 10 uur duren voordat de eerste ijsblokjes in de bak voor ijsblokjes vallen.
-
35
Page 36
IJsblokjes maken
De ijsblokjesautomaat uitscha kelen
Enkele uren voor u de ijsblokjesau tomaat uitschakelt, moet het vries toestel van de aansluiting op de drinkwaterleiding worden losgekop peld.
Als u geen ijsblokjes wilt laten maken maar de vrieszone ingeschakeld wilt la ten, kunt u de ijsblokjesautomaat afzon derlijk uitschakelen.
^ Raak de aan-uittoets voor de ijsblok-
jesautomaat aan, zodat deze wit op­licht.
-
-
-
-
-
-
36
Page 37
Automatisch ontdooien
Het toestel is uitgerust met een "NoF rost"-systeem, waardoor het toestel au tomatisch wordt ontdooid.
De geproduceerde vochtigheid zet zich af op het verdampsysteem en ver dampt automatisch.
Door het automatisch ontdooien blijft de vrieszone altijd ijsvrij. De levensmid delen vriezen dankzij dit speciale sys teem niet vast!
-
-
-
-
-
37
Page 38
Reiniging en onderhoud
Zorg ervoor dat er geen water in de elektronische besturing of de ver lichting komt.
Gebruik geen stoomreiniger. De stoom kan terechtkomen op onder delen van het toestel die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Het typeplaatje in het toestel mag niet worden verwijderd. De informa tie op dit plaatje is belangrijk in ge val van een storing.
Om schade aan de oppervlakken te voorkomen, mogen de volgende mid­delen niet worden gebruikt om de op­pervlakken te reinigen:
– reinigingsmiddelen die soda, ammo-
niak, zuur of chloor bevatten,
– kalkoplossende reinigingsmiddelen,
– schurende reinigingsproducten, zo-
als schuurpoeder, schuurmelk, poetsstenen,
reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
reinigingsmiddelen voor roestvrij staal,
afwasmiddelen voor de afwasauto maat,
ovensprays,
glasreinigers,
schurende harde sponsen en bor stels (bijv. schuursponsen),
speciale "wondersponsen",
-
-
-
-
-
-
Vóór het reinigen
Druk op de tuimelschakelaar om het
^
toestel volledig uit te schakelen.
De tuimelschakelaar bevindt zich aan de rechterkant, onder het bedienings paneel.
Trek de stekker uit of schakel de des
^
betreffende zekering in uw zekerin genkast uit.
^ Haal de levensmiddelen uit het toe-
stel en bewaar ze op een koele plaats.
^ Neem alle onderdelen die uit het toe-
stel genomen kunnenworden uit het toestel om ze te reinigen.
-
-
Binnenruimte, toebehoren
De binnenruimte en het toebehoren rei nigt u het best met lauw water waarin u een beetje handafwasmiddel doet. Reinig alle onderdelen met de hand, niet in de afwasautomaat.
^
Reinig het toestel minstens 1 keer per maand.
^
Ga na de reiniging met een doek die met schoon water is vochtig gemaakt over de binnenruimte en het toebeho ren. Wrijf vervolgens alles droog met een doek. Laat de deur van het toestel korte tijd openstaan.
-
-
-
scherpe metaalschrapers!
38
Page 39
Reiniging en onderhoud
Aluminium randen
De legplaten en het rek aan de binnen deur zijn voorzien van een aluminium rand.
Aluminium is levend materiaal. Het an dere keukenmeubilair en de lichtinval bepalen de reflecterende werking en daarmee de uitstraling van het toestel. Aluminium is gevoelig voor krassen en sneden.
De aluminium randen kunnen ver kleuren of wijzigingen ondergaan als er langere tijd vuil op inwerkt. Verwij der vuil daarom direct.
-
Bak voor ijsblokjes
De bak voor ijsblokjes is op telesco
­pische rails gemonteerd en kan ver uit het toestel worden getrokken om deze te vullen of leeg te maken.
­U kunt de bak voor ijsblokjes reinigen door deze uit het toestel te nemen. Ga hiertoe als volgt te werk:
Trek de bak voor ijsblokjes tot de
^
aanslag uit het toestel.
-
^ Trek aan beide kanten de klikverbin-
ding naar boven en verwijder de bak voor ijsblokjes van boven af uit het toestel.
-
Schuif de telescopische rails van de bak vervolgens weer naar binnen. Zo vermijdt u schade!
Bak voor ijsblokjes terugplaatsen:
^
Trek de telescopische rails tot de aanslag uit het toestel.
^
Plaats de bak voor ijsblokjes en zorg dat deze voor- en achteraan vergren delt.
^
Schuif de bak voor ijsblokjes in het toestel.
-
39
Page 40
Reiniging en onderhoud
Ventilatieopeningen
Reinig alle openingen voor luchttoe
^
voer en -afvoer regelmatig met een borsteltje of een stofzuiger. Wanneer er zich stof ophoopt, verhoogt het energieverbruik.
Deurdichtingen
Behandel de deurdichting niet met olie of vet. Anders wordt ze na ver loop van tijd poreus.
Reinig de deurdichting regelmatig
^
uitsluitend met schoon water en droog ze daarna grondig met een doek.
Na het reinigen
-
-
Plaats alle onderdelen in het toestel.
^
Steek de stekker van het toestel weer
^
in het stopcontact of schakel de des betreffende zekering in uw zekerin genkast weer in, en schakel het toe stel weer in.
Schakel de functie "Superfrost" in, zo
^
dat de vrieszone snel koud wordt.
Plaats de vriesmanden met de le
^
vensmiddelen in de vrieszone zodra de temperatuur in de vrieszone laag genoeg is.
^ Zodra er een constante temperatuur
van minstens -18 °C is bereikt, scha­kelt u de functie "Superfrost" uit.
-
-
-
-
-
40
Page 41
Herstellingen aan elektrische toe stellen mag u enkel en alleen door een vakman of vakvrouw laten uit voeren. Door ondeskundig uitge voerde herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's voor de ge bruiker ontstaan.
Wat gedaan als...
. . . het toestel niet koelt?
Controleer of het toestel ingescha
^
keld is. Op het bedieningspaneel brandt de thermometertoets.
^ Controleer of de stekker van het toe-
stel goed in het stopcontact zit.
^ Controleer of de desbetreffende ze-
kering in uw zekeringenkast is ges­prongen, omdat er een probleem is met het koel-/vriestoestel, de elek­trische spanning in uw huis of een ander toestel. Neem contact op met een elektricien of de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
-
-
-
-
Wat gedaan als...?
Werd een grote hoeveelheid levens
^
middelen in één keer ingevroren? Omdat de compressor daardoor zeer lang werkt, daalt de temperatuur au tomatisch.
...detoesteldeur niet verschillende
-
keren na elkaar kan worden geo pend?
Dit is geen storing. Door de zuigende
^
werking kunt u de deur pas na enige tijd zonder extra moeite openen.
...deinschakelfrequentie en inscha kelduur van de compressor toene­men?
^ Controleer of de luchttoevoer- en
luchtafvoeropening onderaan in de kastsokkel afgedekt of verstopt is.
^ De toesteldeur werd vaak geopend
of er werden grote hoeveelheden le­vensmiddelen in het toestel ge­plaatst.
^
Controleer of de toesteldeur goed dicht is.
-
-
-
-
^
Controleer de ingestelde tempera tuur.
...detemperatuur in de vrieszone te laag is?
^
Stel een hogere temperatuur in.
^
Schakel de functie "Superfrost" uit, als u deze had ingeschakeld.
^
Controleer of de toesteldeur goed dicht is.
-
...decompressor constant werkt?
Om energie te besparen schakelt de compressor bij een gering koudever bruik op een laag toerental over. Daar door wordt de werkingstijd van de com pressor verlengd.
-
-
-
41
Page 42
Wat gedaan als...?
...ophettemperatuurdisplay voor de vrieszone -18 °C wordt weergege ven, hoewel ik een hogere tempera tuur heb ingesteld?
Dit is geen storing. Als de ijsblokjesau tomaat is ingeschakeld en de kamer temperatuur laag is, (< +18 °C), daalt de temperatuur automatisch tot -18 °C. Alleen zo is een foutvrije werking van de ijsblokjesautomaat gegarandeerd.
. . . het ingevroren voedsel ontdooit omdat het te warm is in de vrieszo ne?
^ Is de kamertemperatuur lager dan
die waarvoor uw toestel ontworpen is?
Verhoog de kamertemperatuur.
De compressor schakelt minder vaak in als de kamertemperatuur te laag ligt. Daardoor kan het te warm worden in de vrieszone.
...delevensmiddelen vastgevroren zijn?
^
Maak de levensmiddelen los met een stomp voorwerp, bijv. een lepelsteel.
...ereenwaarschuwingssignaal weerklinkt?
-
-
-
. . . het waarschuwingssignaal weer klinkt en de sensortoets voor het
­temperatuur-/deuralarm constant brandt of knippert?
De toesteldeur staat open of
^
-
de temperatuur in het toestel is te
^
sterk gestegen, omdat
te veel warme kamerlucht in het toe
stel is binnengestroomd,
grote hoeveelheden verse levens
middelen zijn ingevroren,
er zich een stroomonderbreking
heeft voorgedaan.
Zodra de alarmtoestand beëindigd is, stopt het waarschuwingssignaal en gaat de sensortoets voor het tempera­tuur-/deuralarm uit.
Het temperatuurdisplay geeft de hoog­ste temperatuur weer die werd bereikt in de vrieszone.
Controleer of de levensmiddelen ge­deeltelijk of volledig ontdooid zijn. Als dit het geval is, verwerkt u de levens middelen (koken of braden) voor u ze weer invriest.
...deindicator voor het vervangen van de waterfilter een rode kleur heeft en constant brandt?
-
-
-
-
De toesteldeur staat langer dan ca. 5 minuten open.
^
Doe de toesteldeur dicht!
42
De waterfilter moet binnenkort worden vervangen.
^
Bestel indien nodig alvast een nieuwe waterfilter bij uw Miele-hande laar.
-
Page 43
...deindicator voor het vervangen van de waterfilter een rode kleur heeft en knippert?
De waterfilter moet nu worden ver
^
vangen.
. . . als u de ijsblokjesautomaat niet kunt inschakelen?
Controleer of het toestel op het elek
^
triciteitsnet aangesloten is.
...deijsblokjesautomaat geen ijs blokjes maakt?
-
Wat gedaan als...?
Hou er rekening mee dat het tot 10 uur kan duren voor de eerste ijs blokjes worden gemaakt.
...deijsblokjesautomaat alleen kleine ijsblokjes maakt?
Gebruikt u andere huishoudtoestellen
^
-
-
met een vaste wateraansluiting? Vermijd gelijktijdig gebruik van de af wasautomaat, wasautomaat enz.
Controleer of de waterfilter moet wor
^
den vervangen.
-
-
-
^ Controleer of het toestel ingescha-
keld is.
^ Controleer of de ijsblokjesautomaat
ingeschakeld is.
^ Controleer of het toestel is aangeslo-
ten op de drinkwaterleiding.
^ Is de watertoevoerleiding ontlucht
voordat u de ijsblokjesautomaat voor het eerst gebruikte?
^
Controleer of de waterkraan openge draaid is.
^
Controleer of de bak voor ijsblokjes zich in de juiste positie bevindt.
^
Controleer of de temperatuur in de vrieszone te hoog is.
^
Controleer of de waterdruk hoog ge noeg is. De waterdruk moet tussen 1,7 en 5,5 bar liggen.
^
Controleer of de waterkraan verkeerd is geïnstalleerd, waardoor de water druk te laag is.
^ Controleer of de waterdruk hoog ge-
noeg is. De waterdruk moet tussen 1,7 en 5,5 bar liggen.
^ Controleer of de waterkraan verkeerd
is geïnstalleerd, waardoor de water­druk te laag is.
Hou er rekening mee dat het tot 10 uur kan duren voor de eerste ijs­blokjes worden gemaakt.
-
-
-
43
Page 44
Wat gedaan als...?
...deijsblokjes slecht ruiken of smaken?
Gebruikt u de ijsblokjesautomaat
^
slechts zelden? Als ze lang bewaard worden, kunnen ze de geur en smaak van andere stoffen overnemen.
Bewaart u onverpakte levensmid
^
delen in de vrieszone? IJs kan de geur en smaak van onver pakte levensmiddelen overnemen.
Controleer of de bak voor ijsblokjes
^
vuil is. Zo ja, reinig dan de bak voor ijsblokjes.
...deijsblokjesautomaat te weinig of ongelijkvormige ijsblokjes maakt?
^ Controleer of de waterdruk hoog ge-
noeg is. De waterdruk moet tussen 1,7 en 5,5 bar liggen.
^ Controleer of de temperatuur in de
vrieszone te hoog is.
^
De waterfilter moet nu worden ver vangen.
...erwater loopt uit het toestel?
^
Draai de waterkraan onmiddellijk dicht!
^
Controleer of de waterleiding in het toestel defect is. Neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele!
^
Controleer of de waterdruk te laag is.
^
Controleer of de waterkraan verkeerd is geïnstalleerd.
-
-
...ophettemperatuurdisplay afwis selend "_F"en"121" wordt weergege ven?
Er is geen watertoevoer naar de ijsblok jesautomaat.
Controleer of het toestel is aangeslo
^
ten op de drinkwaterleiding.
Controleer of de waterkraan openge
^
draaid is.
-
...ophetdisplay een andere fout melding met "_F" wordt weergege ven?
Er zit een storing in het toestel. Neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
...debinnenverlichting niet meer werkt?
Was de toesteldeur gedurende lange tijd geopend? De verlichting wordt au­tomatisch uitgeschakeld als de deur ca. 5 minuten geopend is gebleven. Dit voorkomt oververhitting. Na een be paalde afkoeltijd wordt ze opnieuw in geschakeld.
Als de binnenverlichting ook niet werkt als de deur maar eventjes open gaat, dan is de verlichting defect.
^
Druk op de tuimelschakelaar om het toestel uit te schakelen.
^
Ontkoppel het toestel van het elektri citeitsnet door de desbetreffende ze kering in de zekeringenkast uit te schakelen.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
44
Page 45
Wat gedaan als...?
Bovenverlichting:
Neem de lampafdekking met beide
^
handen vooraan vast en schuif ze naar achteren.
Til de lampafdekking er naar voren
^
toe uit.
U mag een halogeenlampje nooit met uw blote vingers aanraken! Gebruik een zachte doek om een halogeenlampje te vervangen.
Zijverlichting:
Draai de lampafdekking in tegenwij
^
zerzin en verwijder ze.
U mag een halogeenlampje nooit met uw blote vingers aanraken! Gebruik een zachte doek om een halogeenlampje te vervangen.
-
^
Verwijder het defecte halogeenlamp je.
^
Plaats het nieuwe halogeenlampje in de fitting. Type halogeenlampje: 20 W/12 V/fitting GY 6.35.
^
Plaats de lampafdekking terug. Plaats ze eerst achteraan terug en trek ze vervolgens naar voren toe, zo dat ze vastklikt.
^
Verwijder het defecte halogeenlamp je.
^
Plaats het nieuwe halogeenlampje in
­de fitting.
Type halogeenlampje: 5 W/12 V/fitting G 4.
^
Plaats de lampafdekking terug en draai ze in wijzerzin, tot ze vast zit.
^
Schakel de desbetreffende zekering in uw zekeringenkast in en schakel het toestel in.
-
-
45
Page 46
Wat gedaan als...?
Als u de storing niet kunt verhelpen aan de hand van de bovenstaande informatie, neemt u contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele. Om het koudeverlies zo beperkt mo gelijk te houden, laat u indien moge lijk de deur van het toestel dicht tot de storing verholpen is.
-
-
46
Page 47
Waterfilter
Het toestel wordt geleverd met een wa terfilter, die het leidingwater voor het maken van de ijsblokjes filtert.
U kunt de geïnstalleerde waterfilter (by passfilter) door een waterfilter met ac tieve-kooldeeltjes vervangen. De water filter met actieve-kooldeeltjes filtert chloor en andere smaak- en geurbeïnv loedende stoffen uit het leidingwater, zodat voor het maken van de ijsblokjes alleen kwalitatief hoogwaardig water wordt gebruikt.
Nieuwe waterfilters (bypass- en ac tieve-koolfilter) zijn verkrijgbaar bij uw Miele-handelaar.
Om kwalitatief hoogwaardige ijs­blokjes te garanderen, is het zeer belangrijk dat de waterfilter regel­matig wordt vervangen!
Let op:
Nadat u een nieuwe waterfilter hebt geplaatst, verwijdert u alle ijsblokjes die in de daaropvolgende 24 uur worden gemaakt.
-
Indicator voor het vervangen
-
van de waterfilter
De indicator voor het vervangen van de
-
waterfilter gaat ongeveer om de
-
6 maanden aan, afhankelijk van de
-
hoeveelheid gemaakte ijsblokjes.
-
Als de indicator voor het vervangen
van de waterfilter rood oplicht, geeft dit aan dat de waterfilter binnenkort moet worden vervangen.
^ Hou er dan rekening mee dat de wa-
terfilter binnenkort moet worden ver­vangen.
Nieuwe waterfilters (bypass- en ac­tieve-koolfilter) zijn verkrijgbaar bij uw Miele-handelaar.
– Als de indicator voor het vervangen
van de waterfilter een rode kleur heeft en knippert, geeft dit aan dat de waterfilter nu moet worden ver vangen.
-
Wanneer u de ijsblokjesautomaat in schakelt nadat u die gedurende lange tijd niet hebt gebruikt, maakt u de bak voor ijsblokjes leeg en verwij dert u alle ijsblokjes die in de daar opvolgende 24 uur worden gemaakt.
Als u het toestel of de ijsblokjesauto maat in de laatste weken of maanden nauwelijks hebt gebruikt, of als de ijsblokjes slecht ruiken, ver vangt u de waterfilter.
-
-
-
-
-
47
Page 48
Waterfilter
Waterfilter vervangen
Als er lucht zit in het systeem en u verwijdert de filter, kan het filterpa troon met kracht worden uitgestoten en kan er water uit het toestel spat ten. Ga daarom uiterst voorzichtig te werk als u de filter vervangt.
-
-
Verwijder de filterafdekking van het
^
gebruikte filterpatroon (3.).
Haal het nieuwe filterpatroon uit de
^
verpakking en verwijder de bescher mende afdekking.
^ Plaats de filterafdekking op het
nieuwe filterpatroon (4.).
-
^ Druk de knop in en draai deze 180°
in tegenwijzerzin (1).
^
Trek het gebruikte filterpatroon uit het toestel (2.).
48
^
Schuif het filterpatroon horizontaal in de opening in het sokkelpaneel (5.).
^
Draai de knop 180° in wijzerzin, tot deze in verticale positie staat (6.).
Page 49
Na het vervangen van de waterfilter
^
knippert de indicator voor het vervan gen van de waterfilter nog steeds op het bedieningspaneel. Bevestig in de instellingen dat u de waterfilter hebt vervangen. Ga hier voor te werk zoals hieronder be schreven.
Waterfiltervervanging bevestigen
^ Plaats een vinger op de indicator
voor het vervangen van de waterfilter en laat uw vinger op de indicator rusten.
Waterfilter
De indicator voor het vervangen van de waterfilter op het bedieningspaneel gaat uit.
Sluit de toesteldeur.
^
­Nadat u een nieuwe waterfilter hebt
geplaatst, verwijdert u alle ijsblokjes die in de daaropvolgende 24 uur
-
-
worden gemaakt.
Een externe waterfilter gebruiken
Als u een externe waterfilter in uw huis installatie hebt geïnstalleerd, laat u de waterfilter die in de fabriek is geïnstal­leerd (bypassfilter) in het toestel.
-
^
Plaats vervolgens een vinger op de temperatuurtoets (trek uw andere vin ger niet weg van de indicator voor het vervangen van de waterfilter!). Laat uw beide vingers ca. 5 secon den rusten, totdat een geluidssignaal weerklinkt.
Het vervangen van de waterfilter wordt bevestigd. De indicator zal ook de vol gende keer weer aangaan wanneer de waterfilter moet worden vervangen.
-
-
-
49
Page 50
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Heel normale geluiden
Brrrrr ... Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har
Blubb, blubb ... Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door
Klik ... U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
Sssrrrrr ... Bij toestellen met verschillende zones of bij NoFrost-modellen kunt
Krak ... Wanneer het materiaal in uw toestel uitzet, kunt u gekraak ho-
Hou ermee rekening dat motor- en stromingsgeluiden in het koelcircuit niet te vermijden zijn!
Geluiden die u vlot kunt ver­helpen
Geklepper, ge­rammel, gerin­kel
Waar komen ze vandaan?
der worden terwijl de motor wordt ingeschakeld.
de buisjes vloeit.
-
schakelt.
u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnenruimte van het toestel.
ren.
Oorzaak Oplossing
Het toestel staat niet water­pas.
Stel het toestel waterpas. Schroef de voetjes in of uit het toestel of leg iets onder het toe stel.
-
-
50
Het toestel raakt andere toe stellen of meubels.
Laden, korven of legplaten trillen of knellen.
Flessen of recipiënten raken elkaar.
De kabelhouder hangt nog tegen de achterwand van het toestel.
-
Schuif het toestel van de meu bels of andere toestellen weg.
Controleer de uitneembare on derdelen en zet ze eventueel opnieuw op hun plaats.
Schuif de flessen of recipiënten wat uit elkaar.
Neem de kabelhouder weg.
-
-
Page 51
Service After Sales/garantie
Neem bij storingen die u niet zelf kunt verhelpen contact op met
uw Miele-handelaar
of
de dienst Herstellingen aan huis van
Miele.
Het telefoonnummer van de dienst Herstellingen aan huis van Miele vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Om u gericht te kunnen helpen, heeft de dienst Herstellingen aan huis van Miele het toesteltype en het serienum­mer van uw toestel nodig. Beide gege­vens vindt u op het typeplaatje in de binnenruimte van het toestel.
Duur en voorwaarden van de garantie
De duur van de garantie bedraagt 2 jaar.
Voor meer informatie over de garantie voorwaarden in uw land neemt u con tact op via het telefoonnummer van de dienst Consumentenbelangen (Produc tinformatie voor particulieren) van de N.V. Miele België.
Het telefoonnummer van de dienst Consumentenbelangen (Productinfor matie voor particulieren) van Miele vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing.
-
-
-
-
51
Page 52
Gegevens voor testinstellingen
De tests moeten volgens de van toe passing zijnde normen en richtlijnen
worden uitgevoerd.
Bij het voorbereiden en uitvoeren van de toesteltests moet ook rekening wor den gehouden met de volgende gege vens van de fabrikant:
Beladingsplannen,
Opmerkingen in de gebruiks- en
montageaanwijzing.
-
-
-
52
Page 53
Informatie over de vaste wateraansluiting
De vaste wateraansluiting mag en kel worden uitgevoerd door gekwali ficeerde vakmensen.
Ontkoppel het toestel van het elektri citeitsnet voordat u het op de water leiding aansluit.
Sluit de watertoevoer af voordat u de watertoevoerleidingen van de ijs blokjesmaker aansluit.
De waterkwaliteit moet voldoen aan de drinkwatervoorschriften van het land waarin het toestel wordt ge­bruikt.
De aansluiting op de drinkwaterlei­ding moet volgens de geldige voor­schriften van het betreffende land gebeuren. Bovendien moeten alle toestellen en voorzieningen die worden gebruikt om het drinkwater naar het toestel te voeren, voldoen aan de geldige voorschriften van het land waarin het toestel wordt gebruikt.
Vaste wateraansluiting
Waarschuwing!
,
Een te hoge waterdruk in de leiding
-
-
-
-
kan het toestel beschadigen. Als de waterdruk in de leiding hoger is dan 5,5 bar moet u een drukrege laar plaatsen.
-
De ingesloten roestvrijstalen slang
heeft een lengte van 3 m. Het is niet toegestaan de roestvrijsta len slang te verlengen.
Vervang een defecte roestvrij stalen slang alleen door een originele roestvrijstalen slang van Miele (ver­krijgbaar via de dienst Herstellingen aan huis van Miele, bij uw Miele-han­delaar). De waterslang moet geschikt zijn voor drinkwatergebruik.
– Tussen de roestvrijstalen slang en de
huiswateraansluiting moet een af­sluitkraan voorzien zijn, om in geval van nood de watertoevoer te kunnen onderbreken.
-
-
Het toestel voldoet aan de eisen van IEC 61770 en EN 61770.
De waterdruk moet tussen 1,7 en 5,5 bar liggen.
53
Page 54
Vaste wateraansluiting
De afsluitkraan moet nog toegankelijk zijn als het toestel ingebouwd is.
Vaste wateraansluiting voorzien
De watertoevoer naar het toestel moet gebeuren via een koudwaterlei ding die
rechtstreeks op uw drinkwateraftak
king aangesloten is, zodat circulatie van het water in de koudwaterleiding wordt gegarandeerd.
-
-
De vaste wateraansluiting moet in elk geval voorafgaand aan de in bouw van het toestel voorzien zijn!
De vaste wateraansluiting mag niet worden uitgevoerd als het toestel elektrisch aangesloten is.
Voor de aansluiting op de watertoevoer is een afsluitkraan met een draad vereist.
^
Sluit de roestvrij stalen slang aan op de afsluitkraan.
^
Let erop dat de schroefkoppeling goed zit.
-
3
/4" aansluit
Zorg ervoor dat er geen water in de watertoevoer staat. Dit kan de smaak van het water en van de ijs blokjes negatief beïnvloeden.
bestand is tegen de bedrijfsdruk.
voldoet aan de hygiënevoorschriften.
-
-
54
Page 55
Vaste wateraansluiting
Voor de eerste ingebruikname moet de watertoevoer door een gekwalificeerde vakman worden ontlucht:
Vul de roestvrijstalen slang daartoe
net voor het aansluiten op het toestel zo goed mogelijk met water.
Overgelopen water daarna met een
doek opnemen.
^ Leg de roestvrijstalen slang in een
rechte hoek in de nis en bevestig ze met een stukje kleefband op de vloer. Zo kan hij bij het inschuiven van het toestel niet verschuiven of klem komen te zitten.
Bij toestellen met een voorziening voor de slangdoorvoer
plaatst u het toestel voor de inbouw
^
nis en schuift u de roestvrijstalen slang door de doorvoer aan de ach­terzijde van het toestel.
Voordat u dit doet, moet de inbouwnis al in dergelijke mate klaargemaakt zijn dat u alleen nog het toestel in de nis moet schuiven (zie rubriek "Toestel in­bouwen").
^ Ga nu verder met de inbouw van het
toestel.
-
^
Bouw het toestel nu in de nis in (zie rubriek "Toestel inbouwen").
55
Page 56
Vaste wateraansluiting
Roestvrijstalen slang op het toestel monteren
Als u de roestvrijstalen slang mon teert, let er dan op dat ze daarbij niet geknikt of beschadigd raakt.
^ Verwijder het bovenstuk (1.) van de
wateraansluiting aan de voorzijde van het toestel.
^ Draai de wartelmoer (2.) van de
roestvrijstalen slang op de schroef draad (3.).
-
-
^
Zorg ervoor dat de schroefkoppe lingen goed zitten en goed dicht zijn.
^
Open de afsluitkraan van de water toevoer voorzichtig en controleer het volledige watersysteem op dichtheid.
^
Sluit het toestel nu elektrisch aan (zie "Elektrische aansluiting").
Ten laatste na 10 uur vallen de eerste ijsblokjes uit de ijsblokjesma ker in de bak voor ijsblokjes.
56
-
-
-
Page 57
Elektrische aansluiting
Het toestel wordt aansluitklaar geleverd voor wisselstroom van 50 Hz, 220 – 240 V.
De zekering moet minstens 10 A bedra gen.
Het toestel moet worden aangesloten op een geaard stopcontact dat volgens de voorschriften is geïnstalleerd. De elektrische installatie moet uitgevoerd zijn overeenkomstig de plaatselijke voorschriften.
Het toestel moet in geval van nood snel kunnen worden losgekoppeld van het elektriciteitsnet. Daarom moet het stop­contact gemakkelijk toegankelijk zijn. Het mag zich dus niet achter het toestel bevinden.
Als het stopcontact na de inbouw niet meer toegankelijk is, moet in de instal­latie een scheidingsinrichting voor elke pool voorhanden zijn. Als stroomonder­brekers kunnen schakelaars worden gebruikt met een contactopening van minstens 3 mm. Denk hierbij bijvoor beeld aan LS-schakelaars, zekeringen en contactsluiters (EN 60335).
De stekker en de aansluitkabel van het toestel mogen niet de achterzijde van het toestel raken. Anders kunnen de stekker en de aansluitkabel bescha digd raken door trillingen van het toe stel. Dat kan een kortsluiting veroorza ken.
-
-
-
-
Aansluiting via een verlengkabel is niet toegestaan, aangezien verlengkabels niet voldoende veiligheidsgaranties bie den. Er bestaat onder andere gevaar
­voor oververhitting.
Het toestel mag niet op gelijkstro om-wisselstroommutators worden aan gesloten, die bijvoorbeeld bij stroom voorziening op zonne-energie worden gebruikt. In dat geval kunnen er zich bij het in schakelen van het toestel spannings pieken voordoen, die ertoe kunnen lei den dat het toestel wordt uitgeschakeld om veiligheidsredenen. De elektro­nische besturing kan beschadigd ra­ken! De stekker van de aansluitkabel van het toestel mag niet worden vervangen door een energiebesparende stekker (bijv. van het merk SavaPlug). Hierdoor wordt de energietoevoer naar het toe­stel verminderd en wordt het toestel te warm.
Als de aansluitkabel moet worden ver vangen, dan mag dat alleen worden uit gevoerd door een erkende vakman of vakvrouw die op de hoogte is van elek triciteitsaansluitingen.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Ook andere toestellen mogen niet wor den aangesloten op stopcontacten die zich bevinden achter het toestel.
-
57
Page 58
Montagerichtlijnen
Opstelplaats
Kies geen plaats direct naast een for nuis, een verwarming of in de buurt van een raam waar de zon direct naar bin nen schijnt. Hoe hoger de kamertempe ratuur, hoe langer de compressor werkt en er meer energie wordt verbruikt. Geschikt is een droge ruimte die kan worden verlucht.
Als u niet anders kunt dan het toestel naast een warmtebron te installeren, dient u de volgende minimumafstand tot de warmtebron te respecteren:
– 3 cm tot een elektrisch kookvlak,
– 30 cm tot een gaskookvlak of een
oven.
Neem de volgende opmerkingen in acht bij het inbouwen van het toestel:
– Het stopcontact moet gemakkelijk
toegankelijk zijn in geval van nood. Het mag zich dus niet achter het toe­stel bevinden.
De stekker en de aansluitkabel van het toestel mogen niet de achterzijde van het toestel raken. Anders kunnen deze beschadigd raken door tril lingen van het toestel.
Ook andere toestellen mogen niet worden aangesloten op stopcontac ten die zich bevinden achter het toe stel.
-
-
-
Belangrijk! Bij een hoge luchtvoch tigheid kan zich condensaat neers
laan op de buitenvlakken van het toe stel. Dat condenswater kan corrosie
-
veroorzaken op de buitenwanden van het toestel. Daarom is het aan te bevelen het toe stel met voldoende luchttoevoer in een droge en/of geklimatiseerde ruimte op te stellen. Controleer na de inbouw of de toe steldeur goed sluit, de aangegeven luchttoevoer- en luchtafvoerope ningen werden aangehouden en het toestel zoals beschreven werd inge­bouwd.
Klimaatklasse
Het toestel is bestemd voor een be­paalde klimaatklasse (kamertempera­tuur), waarvan de grenzen moeten wor­den aangehouden. De klimaatklasse is vermeld op het typeplaatje in de bin­nenruimte van het toestel.
Klimaatklasse Kamertemperatuur
SN
N
ST
T
Een te lage kamertemperatuur heeft tot
­gevolg dat de compressor gedurende
­lange tijd niet werkt. Dit kan tot hogere
temperaturen in het toestel leiden, waardoor schade kan ontstaan.
+10 °C tot +32 °C +16 °C tot +32 °C +16 °C tot +38 °C +16 °C tot +43 °C
-
-
-
-
-
-
58
Page 59
Een veilige werking van het toestel is alleen dan gewaarborgd als het toestel overeenkomstig de gebruiks aanwijzing gemonteerd en aange sloten wordt.
Let op! Het toestel is erg zwaar en kan met geopende toesteldeur omkantelen. Hou de toesteldeur gesloten tot het toestel ingebouwd is en volgens de gebruiks- en montageaanwijzing in de inbouwnis is vastgezet. Het toestel is zwaar en groot. Daar­om moet het in elk geval door twee personen worden ingebouwd.
Het gewicht van het toestel in lege toe­stand bedraagt:
F 1811 Vi ..................191kg
F 1911 Vi ..................208kg
-
-
Montagerichtlijnen
59
Page 60
Montagerichtlijnen
Vloer van de inbouwnis
Om het toestel veilig te kunnen opstel len en te garanderen dat alle functies correct zullen werken, moet de vloer van de inbouwnis vlak zijn en waterpas liggen.
De vloer van de inbouwnis moet uit hard, onbuigzaam materiaal bestaan.
Als het toestel vol zit, is het erg zwaar. Daarom moet de ondergrond een hoog draagvermogen hebben. Raadpleeg in geval van twijfel een architect of ie mand met kennis van zaken.
Het gewicht van het toestel in volle toe­stand bedraagt ongeveer:
F 1811 Vi ..................430kg
F 1911 Vi ..................510kg
-
-
Deurscharnieren
Het toestel wordt met een vaste deurscharnier geleverd. Wilt u de draairichting van de deur verande ren, doe dat dan in geen geval zelf. Neem hiervoor contact op met de Technische Dienst van Miele!
-
Kasten/inbouw naast en boven het toestel
Het toestel wordt met schroeven vast gemaakt aan de kasten/inbouw naast en boven het toestel. Daarom moeten de kasten/inbouw waaraan het toestel wordt vastge schroefd vastgemaakt zijn aan de vloer of de muur.
-
-
Luchttoevoer en -afvoer
De openingen voor luchttoevoer en
-afvoer mogen niet afgedekt of afge sloten worden. Bovendien moeten ze regelmatig van stof worden ontdaan.
-
60
Page 61
Montagerichtlijnen
Side-by-side-opstelling
Dit toestel kan vlak naast ("side-by-side") een ander koel-/vries toestel worden opgesteld!
De side-by-side-montagekit is ver krijgbaar bij de Technische Dienst van Miele. Vraag uw Miele-handelaar welke combinaties met uw toestel mogelijk zijn!
Hoe de toestellen moeten worden vastgemaakt is in de gebruiksaan wijzing van de side-by-side-monta­gekit beschreven.
Toestellen zonder tussenwand ertus­sen naast elkaar opstellen met be­hulp van de side-by-side-montagekit
-
-
-
Opstelling met tussenwand zonder de side-by-side-montagekit
De tussenwand moet minstens 16 mm dik zijn.
Als er zich tussen de naast elkaar op­gestelde toestellen een tussenwand be­vindt met een dikte tussen 16 mm en 160 mm, moeten de toestellen elk in hun eigen nis worden vastgezet met behulp van het bijgeleverde montage­materiaal. U hebt in dit geval de side-by-side-montagekit nodig.
Als er zich tussen de naast elkaar op gestelde toestellen geen tussenwand bevindt, moeten de toestellen met be hulp van de side-by-side-montagekit di rect met elkaar worden verbonden.
-
-
Toestellen met tussenwand ertussen naast elkaar opstellen zonder behulp van de side-by-side-montagekit
Als er zich tussen de naast elkaar op gestelde toestellen een tussenwand be vindt met een dikte van meer dan 160 mm, moeten de toestellen elk in hun eigen nis worden vastgezet met behulp van het bijgeleverde montage materiaal (zonder side-by-side-monta gekit).
-
-
-
-
-
61
Page 62
Montagerichtlijnen
Afmetingen van de toesteldeur (openingshoek 115°)
AB CD
F 1811 Vi 829 mm Frontpaneel (max. 38 mm)* Deurgreep* 363 mm
F 1911 Vi 982 mm Frontpaneel (max. 38 mm)* Deurgreep* 428 mm
* De afmetingen voor de frontpanelen en deurgrepen variëren afhankelijk van de inrichting van de keuken.
Voor deze vriestoestellen raadt Miele aan de volledige deuropeningshoek van 115° te gebruiken.
62
Page 63
Inbouwafmetingen
Nisbreedte
A
F 1811 Vi 762 – 765 mm
F 1911 Vi 915 – 918 mm
63
Page 64
Inbouwafmetingen
Positie van de elektrische en vaste wateraansluiting
Afmetingen van het front paneel
-
64
AB
F 1811 Vi 2029 mm 756 mm
F 1911 Vi 2029 mm 908 mm
Page 65
Het toestel is zwaar en groot. Daar om moet het in elk geval door twee personen worden ingebouwd.
Gereedschap en toebehoren dat u nodig hebt
Accuboormachine
TX-schroevendraaier
Boormachine
Boren van verschillende grootte en
geschikt voor het desbetreffende materiaal
– Hamer
– Ratelsleutel (met een zeskantdop
van 8 mm)
– Kleefband
– Waterpomptang
Het toestel inbouwen
Diversen
­Trapladder
Duveltje of steekwagentje
Eventueel houten balken (met een
doorsnede van minstens 75 mmx100 mm) als alternatieve kan telbeveiliging; lengte afhankelijk van de breedte van de inbouwnis
Houtschroeven in verschillende for
maten
Optioneel toebehoren
– Side-by-side-montagekit voor
side-by-side-opstelling van twee toe­stellen
-
-
– Waterpas
– Winkelhaak
Bij het vastschroeven van de inbouwnis aan de daarachter liggende wand (zie rubriek "Toestel inbouwen"):
geschikte pluggen/bevestigings schroeven afhankelijk van het soort wand
-
65
Page 66
Het toestel inbouwen
Roestvrijstalen frontpanelen
Bij uw Miele-handelaar of via de Servi ce After Sales van Miele zijn roestvrij stalen frontpanelen en ventilatieroosters voor de sokkel met een roestvrijstalen look verkrijgbaar.
-
Gewicht van het frontpaneel
Voordat u het frontpaneel monteert, dient u te controleren of het niet te veel weegt:
Toestel Max. gewicht
frontpaneel in kg
F 1811 Vi 48
F 1911 Vi 36
Gemonteerde meubeldeuren die meer wegen dan het maximaal toe­gelaten gewicht kunnen tot bescha­diging van de scharnieren leiden!
Inbouw in een scheidingswand
Als het toestel in een scheidingswand
­wordt ingebouwd, moet de achterzijde van de inbouwnis ter hoogte van de toestel worden afgedekt.
Op het einde van het keukenblok
Als één kant van het toestel zichtbaar is, moet een zijpaneel worden gebruikt.
Voordat u het toestel in de inbouwnis plaatst, moet het zijpaneel worden vast gemaakt aan de wand, de vloer en de kasten/inbouw boven het toestel.
De afmetingen van het zijpaneel moe­ten gelijk zijn aan de tegenoverliggen­de meubelwand.
-
66
Page 67
Het toestel inbouwen
De inbouwnis uitlijnen
Stel de inbouwnis voordat u het toestel inbouwt heel precies met een waterpas in. De hoeken van de nis moeten alle­maal 90° zijn, omdat de meubeldeur anders niet precies tegen alle vier hoeken van de inbouwnis aanligt.
– De zijwanden van de inbouwnis moe-
ten vlak zijn.
De wanden van de inbouwnis moe ten minstens 16 mm dik zijn.
-
Inbouwnis controleren
Controleer de inbouwafmetingen.
Controleer de positie van de elek
trische en wateraansluiting (ru briek "Elektrische aansluiting" en "Vaste wateraansluiting").
Controleer de bevestiging van de
kasten/inbouw naast en boven de in bouwnis. De kasten/inbouw naast en boven de inbouwnis moeten vastgemaakt zijn aan de muur.
Controleer of de toesteldeur niet zal
botsen tegen de aangrenzende kas­ten/inbouw (deuropeningshoek).
-
Vóór de inbouw
,
Waarschuwing! Het toestel is erg zwaar en kan om­kantelen als een toesteldeur wordt geopend.
^
Verwijder voor u het toestel inbouwt al het toebehoren uit het toestel of aan de achterzijde van het toestel.
-
-
De sokkellijst moet minstens 13 mm dik zijn (19 mm aanbevolen).
^
Verwijder de kabelhouder aan de achterzijde van het toestel.
^
Controleer of de delen aan de achter wand van het toestel nergens tege naan kunnen komen. Buig eventueel in de weg zittende delen voorzichtig weg.
Om de ondergrond tijdens de montage van het toestel te beschermen tegen beschadigingen,
-
-
67
Page 68
Het toestel inbouwen
legt u een stuk karton of iets derge
^
lijks op de plaats waar het toestel zal worden opgesteld.
U mag de installatiesteunen niet ver
^
wijderen van de toesteldeur. Deze zijn later nodig om het toestel in te bouwen in de nis.
^ Controleer of het toestel tijdens het
transport niet is beschadigd.
AIs het toestel beschadigd is, dan mag u het in geen geval opstellen!
Zodra het toestel op de grond staat,
­kunt u het via de wieltjes aan de achter kant verplaatsen.
Inbouwnis klaarmaken
Hou de toesteldeur gesloten tot
,
het toestel in de nis is vastgezet!
Het toestel is zwaar en groot. Daar om moet in elk geval worden nage
-
gaan dat het toestel niet meer kan omkantelen wanneer het in de nis is vastgezet.
Montagemateriaal
Het montagemateriaal dat u voor de in­bouw van het toestel nodig heeft wordt gelijk met het toestel in plastic zakjes geleverd. Op ieder plastic zakje staat een letter.
De hieronder vermelde letters geven aan welk plastic zakje u nodig hebt voor elke stap.
-
-
-
^
Schroef de L-ijzers af waarmee het toestel op het pallet is bevestigd.
,
Waarschuwing! Denk eraan dat het toestel nu niet meer vast staat!
^
Til het toestel (met de achterkant eerst) voorzichtig van het pallet. Doe dit niet op uw eentje.
68
Page 69
Het toestel inbouwen
Kantelbeveiliging
De meegeleverde kantelbeveiligingen a zorgen ervoor dat de inbouwnis b veilig aan de wand wordt vastgezet en een omkantelen van het toestel wordt voorkomen.
,
Gevaar voor omkantelen De inbouwnis moet meermaals op de daarachterliggende wand wor­den vastgeschroefd. Alleen op die manier kan worden voorkomen dat het later in de nis vastgezette toestel omkantelt!
Gebruik per toestel twee kantelbeveili gingen of per toestelcombinatie (side-by-side) vier kantelbeveiligingen.
Plaats de kantelbeveiligingen a links
^
en rechts zodanig in de inbouwnis dat er een afstand tot de zijwanden blijft die kleiner is dan 10 mm.
Markeer met behulp van de kantelbe
^
veiligingen boorgaten in de achter wand en het plafond van de nis.
Leg de kantelbeveiligingen even op
^
zij. U hebt ze later opnieuw nodig.
Het bijgeleverde pakket bevat be­vestigingsschroeven voor verschil­lend gebruik en verschillend materi­aal. Als de kantelbeveiligingen niet be­trouwbaar kunnen worden vastgezet met de bijgeleverde schroeven, moet u ze op een andere manier vastzetten.
-
-
-
-
^
Maak de inbouwnis nu vast aan de wand.
69
Page 70
Het toestel inbouwen
Bij een inbouwnis met achterwand
^ schroeft u de achterwand van de in-
bouwnis op meerdere plaatsen direct vast op de daarachterliggende wand. Gebruik hiervoor geschikte plug­gen/bevestigingsschroeven, afhanke­lijk van de soort wand.
Bij een inbouwnis zonder achterwand
^ schroeft u de inbouwnis op meerdere
plaatsen vast aan de daarachterlig­gende wand met behulp van ge­schikte bevestigingsprofielen. Gebruik hiervoor geschikte plug­gen/bevestigingsschroeven, afhanke­lijk van de soort wand.
70
Page 71
Het toestel inbouwen
Alternatieve kantelbeveiliging monteren
Om het toestel vast te zetten, kunt u ook een alternatieve kantelbeveiliging monteren met behulp van een houten balk die u boven het toestel monteert. Zorg ervoor dat er geen spleet blijft tus sen toestel en houten balk.
Markeer de positie van de onderkant
^
van de houten balk op de achter wand van de inbouwnis.
Kies afhankelijk van de dikte van de
^
houten balk schroeven die lang ge noeg zijn.
­Bepaal het aantal schroeven op ba sis van de nisbreedte. Zorg ervoor dat de balk zeker voldoende vast zal zitten!
Bepaal waar er muurstijlen zijn vlak
^
bij de achterwand van de inbouwnis en markeer op basis hiervan de boor­gaten op de houten balk.
^ Boor de gaten voor in de houten
balk.
^ Schroef de houten balk vast op de
achterwand van de inbouwnis.
Voorzie de vaste wateraansluiting van het toestel (zie rubriek "Vaste wateraansluiting").
-
-
-
De houten balk moet een doorsnede hebben van minstens 75 mm x 100 mm.
De lengte van de houten balk moet gelijk zijn aan de breedte van de in bouwnis.
Als de inbouwnis dieper is dan het toestel, gebruikt u een houten balk met een grotere doorsnede of een extra houten balk.
De houten balk moet het toestel minstens 50,8 mm bedekken.
-
71
Page 72
Het toestel inbouwen
Toestel in de nis schuiven
Als u een side-by-side-opstelling van twee toestellen wilt, verbindt u de toestellen nu met elkaar (zie ge bruiksaanwijzing bij de side-by-side-montagekit).
^ Schroef het sokkelpaneel af.
Steek de stekker in het stopcontact
^
a.
Het stopcontact moet zich naast het
-
toestel bevinden en makkelijk be reikbaar zijn. Anders moet het toestel via een ex terne alpolige schakelaar met vol doende contactopening kunnen worden in- en uitgeschakeld!
Bij een side-by-side-combinatie moet elk toestel op een afzonderlijk stopcontact zijn aangesloten.
^ Zorg ervoor dat de aansluitkabel niet
ingeklemd geraakt: bevestig een touw aan de aansluitka­bel, ergens middenin. Wanneer u het toestel in de nis schuift, trekt u de ka­bel onder het toestel naar voren toe b.
^ Schuif het toestel voorzichtig in de in-
bouwnis.
-
-
-
^
Bescherm de aangrenzende frontpa nelen.
72
Als het toestel niet vlot in de nis kan worden geschoven, doordat de vloer bijv. niet vlak is,
^
draait u de voetjes achteraan (zie "Toestel waterpas zetten") wat uit en probeert u het toestel opnieuw in de nis te schuiven.
Terwijl u het toestel in de nis schuift, dient u ervoor te zorgen dat u de elektrische en vaste wateraanslui ting niet beschadigt!
-
^
Verwijder de zijbescherming van de aangrenzende frontpanelen.
-
Page 73
Toestel nivelleren
Plaats het toestel waterpas ten op
^
zichte van de aangrenzende frontpa nelen.
De installatiesteunen c op de toestel­deur zijn ontworpen voor frontpanelen met een dikte van 19 mm of 38 mm.
-
Het toestel inbouwen
Belangrijk! Bij het uitdraaien van de regelvoet
­jes dient u stapsgewijs te werk te
gaan: altijd afwisselend links, rechts enz.
Draai de regelvoetjes minstens uit tot
^
de markering die op de sokkel is aangebracht, de aangegeven ijkafs tand (32mm) heeft bereikt. De ijkafs tand van 32 mm heeft betrekking op een nishoogte van 2134 mm.
Belangrijk! Draai de regelvoetjes slechts zover uit, totdat de markering die op de sokkel is aangebracht, de afstand 62 mm heeft bereikt (max. nishoogte van 2164 mm). Anders worden de achterste regel­voetjes beschadigd.
-
-
-
De voorste en achterste regelvoetjes zijn in de hoogte verstelbaar. Het in de hoogte verstellen van de regelvoetjes doet u aan de voorzijde van het toestel:
Voorste regelvoetjes: hoogteverstelling van boven af met een ratelsleutel (met een zeskantdop van 8 mm) d.
Achterste regelvoetjes: hoogteverstelling met een (accu-)bo ormachine of een ratelsleutel (met een zeskantdop van 8 mm) op de stelas e.
^
Plaats een waterpas over de installa tiesteunen c op de toesteldeur en controleer of het toestel waterpas staat.
-
^
Controleer met behulp van het water
­pas nogmaals of het toestel waterpas
staat.
-
73
Page 74
Het toestel inbouwen
Als een houten balk boven het toestel
^
als alternatieve kantelbeveiliging is gebruikt, moet het toestel tot tegen de houten balk worden gedraaid.
Het toestel in de nis bevestigen
Klap de zijkoppelingen g uit.
^
^ Schroef de zijkoppelingen vast met
de schroeven.
^
Schroef de bovenkoppelingen f vast op de kasten/inbouw boven de nis.
Als het toestel bovenaan niet kan wor den vastgemaakt, kan het toestel met de zijkoppelingen in de nis worden vastgezet:
74
-
^
Indien nodig verkort u de afdeklijst h tot de vereiste hoogte.
^
Zet beide afdeklijsten op elkaar i.
^
Plaats de ineengezette afdeklijst en duw tot u een klik hoort j.
Page 75
Het toestel inbouwen
Bij een side-by-side-combinatie wor den de afdeklijsten van beide toestellen naast elkaar geplaatst om één lange af deklijst te vormen:
^ Schuif de pin uit de
side-by-side-montagekit tot halverwe­ge in de rail in de afdeklijst van het toestel dat links staat.
^ Schuif de andere afdeklijst op de pin
en druk beide opvullijsten tegen el­kaar.
^ U hebt nu één lange afdeklijst. Plaats
deze boven het toestel in de nis. Zorg dat hij vastklikt.
-
Open de toesteldeur.
^
-
^ Schroef de koppelingen k vast op
de kasten/inbouw naast de nis.
Bij een side-by-side-combinatie kan bij beide toestellen alleen de kant die grenst aan de meubelwand worden vastgemaakt.
Sluit nu de waterslang aan op het toestel (zie "Vaste wateraansluiting").
75
Page 76
Het toestel inbouwen
Montage van het frontpaneel voorbereiden
^ Plaats de rekken in de binnendeur.
^ Open de toesteldeur tot de aanslag.
^ Schroef de installatiesteunen l en
de hoeklijsten m van de toesteldeur.
^ Leg de hoeklijsten m en de schroe-
ven even opzij. U hebt ze later op­nieuw nodig.
^ Verwijder de afdekking van de licht-
contactschakelaar.
^
Sluit de toesteldeur.
^ Meet de afstand X tussen de afstels-
trook en de bovenkant van het front­paneel van de kast/inbouw ernaast.
^ Maak de twee moeren op de toestel-
deur los en leg ze even opzij. U hebt ze later opnieuw nodig.
^ Leg het te monteren frontpaneel met
de binnenkant naar boven op een vaste ondergrond. Leg het op een deken om krassen te vermijden.
76
Page 77
^ Markeer de afstand X op de binnen-
kant van het frontpaneel.
^ Bereken en markeer ook het midden
Y van het frontpaneel.
^ Verwijder het montageframe van de
toesteldeur en plaats het volgens de markeringen op het frontpaneel.
Het toestel inbouwen
Het montageframe bevat een groot
aantal gaten, zodat het geschikt is voor een brede waaier aan frontpa nelen.
Voordat u het montageframe vast
schroeft, bepaalt u welke gaten zich boven het dikste gedeelte van het frontpaneel bevinden. Gebruik deze gaten voor de schroeven!
Kies altijd schroeven die korter zijn
dan de dikte van het frontpaneel.
Schroef van de binnenzijde af de
^
toestelgreep op het frontpaneel.
-
-
^ Boor de gaten voor.
^
Schroef het montageframe op het frontpaneel: bevestig het montageframe met min stens één schroef op elk bevesti gingspunt.
^
Schroef het montageframe bovenaan het frontpaneel met minstens 10 schroeven vast:
-
-
77
Page 78
Het toestel inbouwen
Frontpaneel bevestigen en waterpas zetten
^ Plaats de hoeklijsten m tot de aan-
slag in de daarvoor voorziene ope­ningen in het montageframe.
Druk de hoeklijsten o links en rechts
^
in het witte kunststofframe en schroef ze vast. Extra schroeven vindt u in het plastic zakje met de letter E.
Schroef de moeren o lichtjes op de
^
schroefdraadbouten. Draai de moeren nog niet vast!
Sluit de toesteldeur en controleer de
^
afstand ten opzichte van de naastlig gende meubeldeuren.
-
^
Open de toesteldeur en hang het frontpaneel met het montageframe van boven af op de schroefdraad bouten n.
78
^ Zet de toesteldeur waterpas in de
hoogte. Doe dit via de schroefdraad bouten n.
^
Zet de toesteldeur waterpas in de diepte. Doe dit via de uitsparingen in de hoeklijsten m. Zet de positie van de hoeklijsten vast met de schroe ven.
^
Draai de bovenste moeren o nu vast. De toesteldeur zit nu vast.
-
-
-
Page 79
Het toestel inbouwen
Bevestigingsbeugels aanbrengen
Met de bevestigingsbeugels wordt het frontpaneel onderaan de toesteldeur bevestigd.
^ Open de toesteldeur tot de aanslag.
^ Draai de schroef wat los (1.).
^ Plaats de bevestigingsbeugel op de
toesteldeur (2.) en boor het gat voor in het frontpaneel.
Afdekkingen bevestigen
^ Monteer aan beide kanten van de
toesteldeur de afdeklijsten van kunst­stof. Druk ze van onderen af in de kier tussen de toesteldeur en het frontpaneel.
^
Schroef de bevestigingsbeugel vast op het frontpaneel (3.).
^
Draai de schroef vast (4.).
^
Plaats de afdekking op de bevesti gingsbeugel (5.).
Afhankelijk van de aard en breedte van het frontpaneel hebt u meer of minder bevestigingsbeugels nodig.
-
^
Bevestig aan beide kanten de klem men voor de kierafdekkingslijsten.
-
79
Page 80
Het toestel inbouwen
^ Plaats nu aan beide kanten de kieraf-
dekkingslijsten op de klemmen. Bij een side-by-side-combinatie moe­ten deze kierafdekkingslijsten alleen aan de buitenkanten worden ge­plaatst.
Sokkellijst bevestigen
Dek de ventilatieopeningen in de sokkel niet af. Anders kan het toestel beschadigd raken.
Verkort de sokkellijst indien nodig tot
^
de vereiste lengte en hoogte (tussen de onderkant van de sokkel en de vloer).
^
Plaats de afdekking op de lichtcon tactschakelaar.
80
^
Bevestig het sokkelpaneel op het toe stel en plaats de bijgeleverde afdek plaatjes.
-
^
Plaats de sokkellijst op het toestel.
-
-
Page 81
Luchtscheider bevestigen
Het toestel inbouwen
De luchtscheider onderaan in het venti latierooster scheidt de toegevoerde lucht (luchttoevoer) van de afgevoerde lucht (luchtafvoer). Hij voorkomt dat warme afvoerlucht in het toestel stroomt en dat daardoor bij voorbeeld een kortsluiting ontstaat.
^ Indien nodig verkort u de drie stuk-
ken van de luchtscheider tot de juiste hoogte.
-
-
^ Schroef de ontluchter halverwege op
de binnenkant van het frontpaneel vast.
^
Plaats de schuimstof onderdelen weer in de zijkanten.
818283
Page 82
Page 83
Page 84
F 1811 Vi F 1911 Vi
M.-Nr. 09 760 000 / 00nl-BE
Loading...