Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing
voor u het toestel installeert en in gebruikt neemt.
Zo zorgt u voor uw eigen veiligheid en vermijdt u
schade aan uw toestel.
nl-BE
M.-Nr. 07 297 201
Page 2
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................4
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................6
Hoe kunt u energie besparen? ......................................11
Toestel in- en uitschakelen .........................................12
Controlelampje van de vergrendelingsfunctie............................12
Bij langdurige afwezigheid ..........................................13
De juiste temperatuur .............................................14
Temperatuur instellen ..............................................14
Mogelijke instelwaarden voor de temperatuur .........................15
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
-
de handelaar bij wie u het kocht
–
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg ervoor dat de buisleidingen van
de compressor geen schade oplopen
voordat het toestel terdege wordt
geborgen. Zo vermijdt u dat er koelmid
del uit het koelcircuit of olie uit de com
pressor in het milieu terechtkomt.
-
-
-
Zorg er ook voor dat het toestel kinder
veilig wordt bewaard voor u het laat
wegbrengen.
-
5
Page 6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Juist gebruik
Dit toestel voldoet aan de voorge
schreven veiligheidsvoorschriften.
Door ondeskundig gebruik kunnen
gebruikers echter letsel oplopen en
kan er schade optreden aan het toe
stel.
Voor u het toestel in gebruik neemt,
moet u de gebruiksaanwijzing aan
dachtig lezen. U vindt er belangrijke
opmerkingen omtrent de plaatsing,
de installatie, het gebruik en het on
derhoud van uw toestel. Dat is vei
liger voor uzelf en u voorkomt scha
de aan het toestel.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en
geef ze door aan wie het toestel
eventueel na u gebruikt.
-
-
-
-
-
-
Gebruik het toestel uitsluitend voor
~
huishoudelijke doeleinden: bewaren
van diepvriesproducten, invriezen van
verse levensmiddelen en bereiden van
ijs.
Gebruik voor andere doeleinden is niet
toegelaten en kan gevaarlijk zijn. De fa
brikant is niet verantwoordelijk voor
schade die wordt veroorzaakt door een
ander gebruik dan wat hier wordt ver
meld of door foutieve bediening.
Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden
of hun onervarenheid of gebrek aan
kennis niet in staat zijn om het toestel
veilig te bedienen, mogen dit toestel alleen onder het toezicht of de
begeleiding van een verantwoordelijk
iemand gebruiken.
-
-
Kinderen in het huishouden
Kinderen mogen het toestel alleen
~
maar gebruiken wanneer hen de bediening ervan zo uitgelegd is dat ze het
veilig kunnen bedienen. Kinderen moe
ten de eventuele risico's van een foutie
ve bediening kunnen beseffen.
Hou kinderen die in de buurt van het
~
toestel komen in het oog. Let op dat
kinderen niet met het toestel spelen
door bijv. aan de toesteldeur te gaan
hangen.
6
-
-
Page 7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het toestel wordt
~
geplaatst, of het zichtbaar beschadigd
is. Is dat het geval, neem het dan in
geen geval in gebruik.
Een beschadigd toestel kan uw veilig
heid in gevaar brengen!
Is het aansluitsnoer beschadigd,
~
laat het dan vervangen door een vak
man die door Miele erkend is. Zo ver
mijdt u risico's voor wie het toestel ge
bruikt.
Dit toestel bevat het koelmiddel iso
~
butaan (R600a), een natuurlijk gas dat
het milieu weinig belast, maar wel
brandbaar is. Het is niet schadelijk voor
de ozonlaag en draagt niet bij tot het
broeikaseffect. Het gebruik van dit milieuvriendelijke koelmiddel veroorzaakt
wel een lichte verhoging van het
werkingsgeluid. Naast de
werkingsgeluiden van de compressor
kunnen er stromingsgeluiden in het volledige koelcircuit optreden. Dat is
jammer genoeg niet te vermijden, maar
heeft geen invloed op de prestaties van
het toestel.
Let er bij het transporteren en het op
stellen van het toestel op dat geen en
kel onderdeel van het koelcircuit be
schadigd raakt. Wegspattend koelmid
del kan tot oogletsels leiden!
Bij beschadiging:
- vermijd open vuur of
ontstekingsbronnen,
- trek de stekker uit het stopcontact,
- verlucht het vertrek waarin het
toestel staat, en
- verwittig de Technische Dienst van
Miele.
-
-
-
-
-
-
-
Hoe meer koelmiddel er in een toe
~
stel zit, hoe groter de ruimte moet zijn
waarin het toestel wordt opgesteld. Bij
een eventueel lek kan er in een te
kleine ruimte een brandbaar mengsel
van gas en lucht ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek
minstens 1 m
heid koelmiddel is aangegeven op het
typeplaatje in het toestel.
Een veilige werking van het toestel
~
is alleen dan gewaarborgd als het toe
stel overeenkomstig de gebruiksaanwij
-
zing gemonteerd en aangesloten werd.
Vergelijk zeker eerst de aansluitge-
~
gevens (spanning en frequentie) op het
typeplaatje met die van uw elektrische
installatie. Sluit daarna pas uw toestel
aan.
Deze gegevens dienen absoluut overeen te stemmen. Anders treedt er schade op aan uw toestel. Vraag bij twijfel
inlichtingen aan uw elektricien.
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
~
geen verlengsnoeren of
stopcontactenblokken om het toestel
aan te sluiten. Die bieden niet voldoen
de veiligheidsgaranties. Er bestaat on
der meer gevaar voor oververhitting.
-
3
groot zijn. De hoeveel
-
-
-
-
-
-
7
Page 8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De elektrische veiligheid van het
~
toestel is alleen gewaarborgd als het
wordt aangesloten op een volgens de
voorschriften geïnstalleerd aardsys
teem. Het is heel belangrijk dat aan
deze fundamentele veiligheidsvoor
waarde is voldaan. Laat de elektrische
installatie in uw woning bij twijfel door
een elektricien controleren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk ge
steld worden voor schade die werd ver
oorzaakt doordat de aardleiding onder
broken was of gewoon ontbrak (bijv.
elektrische schokken).
Installatiewerken, onderhouds-
~
werken en reparaties mogen alleen
worden uitgevoerd door vakmensen die
door de fabrikant erkend zijn.
Door ondeskundig uitgevoerde
installatie-, onderhouds- of
reparatiewerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan
waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk
kan worden gesteld.
-
-
-
Tijdens installatie-, onderhouds- en
~
reparatiewerken moet het toestel van
het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn.
Het toestel is pas stroomloos indien aan
een van deze voorwaarden werd vol
daan:
De stekker van het toestel is uitge
–
trokken.
Trek daarbij niet aan het snoer, wel
aan de stekker.
De zekering op uw elektrische instal
–
latie is uitgeschakeld.
Laat defecte onderdelen enkel
~
vervangen door originele
Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u
zeker dat ze ten volle voldoen aan de
eisen die Miele qua veiligheid stelt.
Als u het toestel niet op een vaste
~
plaats installeert, bijv. op een schip,
laat dit karwei dan enkel uitvoeren door
vakmensen. Die moeten ervoor zorgen
dat u het toestel veilig kunt gebruiken.
-
-
-
Laat u het toestel tijdens de ga
~
rantieperiode herstellen, dan mag dat
enkel gebeuren door een technicus die
door de fabrikant erkend is. Anders is
er bij schade achteraf geen aanspraak
meer op waarborg.
8
-
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Efficiënt gebruik
Raak bevroren levensmiddelen niet
~
met natte handen aan. Uw handen zou
den kunnen vastvriezen. U zou zich
kunnen verwonden.
Neem nooit ijsblokjes en ijslolly's,
~
met name waterijsjes, in de mond als u
ze net uit de diepvrieskast hebt ge
haald.
Door de zeer lage temperatuur van de
bevroren levensmiddelen kunnen uw
lippen of tong vastvriezen. U zou zich
kunnen verwonden.
Gedeeltelijk of volledig ontdooide le-
~
vensmiddelen mogen niet opnieuw worden ingevroren.
Verbruik deze levensmiddelen zo snel
mogelijk, want de levensmiddelen verliezen hun voedingswaarde en bederven. Ontdooide levensmiddelen kunt u
opnieuw invriezen nadat u ze heeft gekookt of gebraden.
Als u levensmiddelen eet die te lang
~
bewaard werden, bestaat er gevaar
voor voedselvergiftiging.
De bewaarduur is afhankelijk van di
verse factoren, zoals de versheid en
kwaliteit van de levensmiddelen en de
temperatuur waarop ze worden be
waard. Hou rekening met de
bewaarinstructies en de
verbruikstermijnen van de fabrikant van
de levensmiddelen.
Bewaar geen explosieve stoffen en
~
geen producten met brandbare drijf
gassen (bijv. spuitbussen) in het toe
stel. Als de thermostaat wordt inge
schakeld, kunnen er vonken ontstaan.
Die kunnen ontvlambare mengsels tot
ontploffing brengen.
-
-
-
-
-
-
Gebruik geen elektrische toestellen
~
in het toestel (bijv. om softijs te ma
ken). Er kunnen vonken ontstaan. Ont
-
ploffingsgevaar!
Bewaar geen blikjes en flessen met
~
koolzuurhoudende dranken of met
vloeistoffen die kunnen bevriezen in de
vrieszone. De blikjes of flessen kunnen
uit elkaar springen.
U kunt zich verwonden en er kan scha
de ontstaan.
Als u flessen snel in de diepvries
~
wenst te koelen, moet u ze uiterlijk na
één uur weer uit het toestel halen. De
flessen kunnen ontploffen. U kunt zich
verwonden en er kan schade ontstaan.
Gebruik geen voorwerpen met een
~
scherpe punt of rand om
– rijm- en ijslagen te verwijderen,
– vastgevroren bakjes voor ijsblokjes
en levensmiddelen los te wrikken.
Als u dat doet, beschadigt u de
koelelementen en functioneert het toe
stel niet meer correct.
Behandel de deurdichting niet met
~
olie of vet.
Daardoor wordt de deurdichting na ver
loop van tijd poreus.
Dek de ventilatieroosters van het
~
toestel niet af.
Als die openingen afgedekt zijn, kan er
geen goede luchtcirculatie plaatsvin
den. Het stroomverbruik stijgt en scha
de aan onderdelen kan niet worden uit
gesloten.
-
-
-
-
-
-
-
-
9
Page 10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het toestel is geconstrueerd voor
~
een bepaalde klimaatklasse (bereik van
de kamertemperatuur) waarvan de
onder- en bovengrens gerespecteerd
moeten worden. De klimaatklasse is
vermeld op het typeplaatje aan de bin
nenzijde van het toestel.
Een te lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat het koelelement gedurende
een lange tijd stilstaat, zodat het toestel
de vereiste temperatuur niet kan aan
houden.
Plaats nooit elektrische verwar
~
mingstoestellen of kaarsen in het toe
stel om het te ontdooien.
De kunststof zou beschadigd raken.
Gebruik geen ontdooisprays of -
~
producten om ijs te verwijderen.
Die kunnen immers explosieve gassen
vormen, ze kunnen oplosmiddelen of
drijfgassen bevatten die de kunststof
aantasten of ze kunnen de gezondheid
schaden.
Gebruik voor het ontdooien en reini-
~
gen van het toestel in geen geval een
stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met on
derdelen van het toestel die onder
spanning staan en zo een kortsluiting
veroorzaken.
-
-
-
Wat met een afgedankte
toestel?
Vernietig het knip- of vergrendelslot
~
van uw oude toestel als u het afdankt.
Op die manier voorkomt u dat spelende
kinderen zich in het toestel opsluiten,
wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het
~
koelcircuit, bijv. door
koelmiddelkanalen van het
–
verdampsysteem open te prikken;
buizen te knikken;
–
– oppervlaktecoatings weg te krassen.
Als er koelmiddel uit spuit, kan dat
oogletsels veroorzaken.
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die ontstaan is doordat
deze veiligheidsrichtlijnen niet in
acht werden genomen.
-
10
Page 11
Hoe kunt u energie besparen?
normaal energieverbruikverhoogd energieverbruik
OpstellenIn een verluchtbare ruimte.In een gesloten, niet te verluchten
Beschermd tegen directe
zonnestraling.
Niet naast een warmtebron (verwar
mingselement, fornuis).
Bij een ideale kamertemperatuur van
20 °C.
Temperatuurinstelling
Thermostaat
"niveaugetallen"
(regeling in niveaus)
Laat warme gerechten en dranken
eerst buiten het toestel afkoelen.
Levensmiddelen goed verpakt of
goed afgedekt inladen.
Leg ingevroren producten in de
koelzone om ze te ontdooien.
Doe de vakken niet te vol zodat de
lucht kan circuleren.
van 0,5 cm.
ruimte
Bij directe zonnestraling.
Naast een warmtebron (verwar
mingselement, fornuis).
Bij een hogere omgevingstempera
tuur.
Bij een hoge instelling: Hoe lager de
temperatuur in het vriesvak, hoe ho
ger het energieverbruik!
Bij toestellen met een winterschake
ling moet u erop letten dat die scha
kelaar bij temperaturen boven 16
resp. 18 °C uitgeschakeld is.
De deur vaak en langdurig openen =
koudeverlies
Wanneer alles door elkaar ligt, moet
u lang zoeken en blijft de deur lang
openstaan.
Warme gerechten in het toestel doen
de compressor langdurig werken
(het toestel probeert harder te
koelen).
Wanneer vloeistoffen in de koelzone
verdampen en condenseren, leidt
dat tot verlies van het koelvermogen.
Een ijslaag vermindert de overdracht
van de koude aan de in te vriezen le
vensmiddelen en doet het stroom
verbruik stijgen.
-
-
-
-
-
-
-
11
Page 12
Toestel in- en uitschakelen
Vóór het eerste gebruik
Reinig het inwendige van het toestel
^
en het toebehoren. Gebruik daarvoor
lauw water; wrijf daarna alles droog
met een doek.
Laat het toestel na het transport ca.
1/2 tot 1 uur staan voor u het aan
sluit. Dit is zeer belangrijk voor de
latere werking!
-
Het toestel inschakelen
^ Druk op de aan-uittoets.
Op de temperatuurindicator ziet u
streepjes.
Het toestel begint te koelen.
Om zeker te zijn dat de temperatuur
laag genoeg is, dient u het toestel enkele uren te laten voorkoelen voordat u
voor het eerst levensmiddelen in het
toestel plaatst.
Koelaccu
Plaats de koelaccu in de bovenste
lade. Na ca. 24 uur kan de koelaccu
zijn maximaal koelvermogen leveren.
Het toestel uitschakelen
Druk ca. 2 secondeen op de aan-ui
^
ttoets.
De temperatuurindicator gaat uit. De
koeling is uitgeschakeld. (Als dit niet
het geval is, is de vergrendeling ingeschakeld!)
Controlelampje van de
vergrendelingsfunctie
Met de vergrendeling kunt u het toestel
beveiligen, zodat het niet ongewenst
wordt uitgeschakeld.
Vergrendeling inschakelen
-
12
^
Hou de toets voor "Superfrost" gedu
rende ca. 5 seconden ingedrukt.
Het controlelampje SF knippert en op
de temperatuurindicator verschijnt c.
^
Druk nogmaals op de toets voor "Su
perfrost".
-
-
Page 13
Door op de toetsen voor het instellen
^
van de temperatuur te drukken, kunt
u nu kiezen tussen
0: de vergrendeling is uitgeschakeld,
1: de vergrendeling is ingeschakeld.
Druk op de toets voor "Superfrost" om
^
de instelling op te slaan.
Als de vergrendeling ingeschakeld is,
brandt het controlelampje van de ver
grendeling
^ Beëindig de instelmodus door op de
aan-uittoets te drukken.
X.
; 0 en ; 1:
-
Toestel in- en uitschakelen
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd
niet gebruikt:
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit het stopcontact,
^
ontdooi en reinig het toestel en
^
laat de toesteldeur op een kier staan
^
om geurvorming te vermijden.
Als het toestel bij langdurige afwe
zigheid wordt uitgeschakeld maar
niet gereinigd, bestaat er gevaar
voor schimmelvorming als de deur
gesloten blijft.
-
Na ca. 2 minuten schakelt de elektronische besturing op de normale werking over.
13
Page 14
De juiste temperatuur
Bij het bewaren van levensmiddelen is
de juiste temperatuurinstelling zeer be
langrijk. Levensmiddelen bederven snel
door de aanwezigheid van micro-orga
nismen. Dat proces kan door de juiste
bewaartemperatuur worden verhinderd
of vertraagd. De temperatuur beïn
vloedt de groeisnelheid van de micro
-organismen. Hoe lager de tempera
tuur, hoe langzamer dit proces ver
loopt.
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en ze langdurig te bewaren, is een tem
peratuur van -18 °C vereist. Bij die tem
peratuur komt de groei van micro-organismen in hoge mate tot stilstand. Zodra de temperatuur boven -10 °C stijgt,
begint de ontbinding door de micro-organismen; de levensmiddelen kunnen
minder lang worden bewaard. Daarom
mogen geheel of gedeeltelijk ontdooide
levensmiddelen pas opnieuw ingevroren worden, nadat ze verwerkt werden
(koken of braden). Door de hoge temperaturen worden de meeste micro-organismen gedood.
De temperatuur in het toestel stijgt
-
-
-
-
-
Temperatuur instellen
De temperatuur kunt u met de twee
toetsen naast de temperatuurindicator
instellen.
Door het indrukken van de
toets + : stijgt de temperatuur
toets - :daalt de temperatuur
Tijdens het instellen wordt de insteltem
peratuur knipperend aangegeven.
Volgende wijzigingen zijn in de temperatuurindicator merkbaar als u op de
toetsen drukt:
– Eén keer drukken: de laatst ge-
wenste temperatuurwaarde wordt
knipperend aangegeven.
– Telkens als u nogmaals drukt: de
temperatuurwaarde verandert in
stappen van 1 °C.
–
Toets ingedrukt houden: de tempera
tuurwaarde wijzigt ononderbroken.
-
-
–
als u vaak en gedurende lange tijd
de toesteldeur opent,
–
hoe meer levensmiddelen er worden
bewaard,
–
als de verse levensmiddelen warm
zijn,
–
als de omgevingstemperatuur van
het toestel hoog is.
Het toestel is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse (bereik
van de kamertemperatuur) waarvan
de onder- en bovengrens
gerespecteerd moeten worden.
14
Ongeveer 5 seconden nadat u de
laatste keer op de toets heeft gedrukt,
geeft de temperatuurindicator automa
tisch de effectieve temperatuurwaarde
aan die momenteel in de vrieszone
heerst.
-
Page 15
De juiste temperatuur
Als u de temperatuur heeft gewijzigd,
controleert u de temperatuurindicator
na ca. 6 uur als er weinig voedsel in
het toestel zit en na ca. 24 uur als het
toestel volledig gevuld is. Pas dan is
de effectieve temperatuur ingesteld. Als
de temperatuur na die tijd nog te hoog
of te laag is, stelt u de temperatuur op
nieuw in.
Mogelijke instelwaarden voor de
temperatuur
De temperatuur kan van -14 °C tot
-28 °C ingesteld worden.
Het bereiken van de laagste temperatuur is afhankelijk van de opstelplaats
en van de omgevingstemperatuur. Bij
een hoge omgevingstemperatuur kan
de laagste temperatuur niet altijd worden bereikt.
-
Temperatuurindicator
De temperatuurindicator op het bedieningspaneel geeft tijdens normale werking de temperatuur aan op de warm
ste plaats in het toestel.
Als de temperatuur in het toestel niet
binnen het mogelijke temperatuurbereik
(onder 0 °C) ligt, branden in de tempe
ratuurindicator alleen streepjes.
-
-
Een kortstondig koudeverlies vormt
geen probleem als dit ontstaat doordat
de deur van het toestel één keer ge
–
durende lange tijd geopend blijft,
bijv. om grote hoeveelheden levens
middelen te plaatsen of uit het toe
stel te halen,
u verse levensmiddelen invriest.
–
Zodra de temperatuur daalt en ca.
-10 °C heeft bereikt, brandt de tempe
ratuurindicator weer constant.
Als de temperatuur gedurende langere
tijd warmer is dan -18 °C, gaat u na of
de ingevroren levensmiddelen gedeeltelijk of volledig ontdooid zijn. In dit geval dient u deze levensmiddelen zo
snel mogelijk te verbruiken!
Lichtsterkte van de temperatuurindicator
De lichtsterkte van de temperatuurindicator is bij levering van het toestel ingesteld op laag. Zodra de deur wordt geopend, een instelling wordt gewijzigd of
een alarmtoestand heerst, brandt de
temperatuurindicator met de
maximumlichtsterkte.
U kunt de lichtsterkte van de tempera
tuurindicator wijzigen:
-
-
-
-
-
De temperatuurindicator knippert als
–
een andere temperatuur wordt inge
steld,
–
de temperatuur te hoog stijgt, om
koudeverlies aan te geven.
-
^
Hou de toets voor "Superfrost" gedu
rende ca. 5 seconden ingedrukt.
Het controlelampje SF knippert en op
de temperatuurindicator verschijnt C.
-
15
Page 16
De juiste temperatuur
Druk op de een van de toetsen voor
^
het instellen van temperatuur tot op
de temperatuurindicator een
weergegeven.
Druk nogmaals op de toets voor "Su
^
perfrost".
Door op de toetsen voor het instellen
^
van de temperatuur te drukken, kunt
u nu de lichtsterkte van de indicator
wijzigen.
U kunt kiezen uit de standen 1 tot 5:
Beëindig de instelmodus door op de
aan-uittoets te drukken.
Na ca. 2 minuten schakelt de elektro
nische besturing op de normale wer
king over.
16
-
-
Page 17
Waarschuwingssignaal
Het toestel is met een waarschuwings
systeem uitgerust zodat de temperatuur
in de vrieszone niet ongemerkt kan
stijgen.
-
Temperatuuralarm
Stijgt de temperatuur te hoog, dan
weerklinkt er een waarschuwingssig
naal en knippert de temperatuurindica
tor.
Het akoestische en optische signaal
wordt gegeven
als bij het herschikken en uitnemen
–
van ingevroren levensmiddelen te
veel warme kamerlucht binnenstroomt,
– als u een grote hoeveelheid
levensmiddelen vers invriest,
– als het toestel lange tijd uitgescha-
keld was en opnieuw wordt ingeschakeld.
-
Waarschuwingssysteem
inschakelen
Het waarschuwingssysteem is altijd au
tomatisch actief, zodra de temperatuur
in de vrieszone één keer correct is ver
laagd.
Waarschuwingssignaal
-
vroegtijdig uitschakelen
Zodra de temperatuur in de vrieszone
weer koud genoeg is, stopt het waar
schuwingssignaal en brandt de tempe
ratuurindicator opnieuw constant. Als
het waarschuwingssignaal u echter
stoort, kunt u het vroegtijdig uitschakelen.
^ Druk op de uitschakeltoets voor het
waarschuwingssignaal.
Het waarschuwingssignaal wordt uitgeschakeld. De temperatuurindicator
blijft knipperen tot de alarmtoestand
beëindigd is. Daarna brandt de tem
peratuurindicator constant. Hiermee
is het waarschuwingssysteem weer
gebruiksklaar.
-
-
-
-
-
17
Page 18
Superfrost gebruiken
Functie Superfrost
Om verse levensmiddelen optimaal in
te vriezen, dient u eerst de functie Su
perfrost in te schakelen.
Op die manier worden de levensmid
delen snel doorvroren en blijven de
voedingswaarde, de vitamines, het ui
terlijk en de smaak behouden.
Uitzonderingen:
Als u reeds ingevroren levensmid
–
delen in het toestel plaatst.
Als u dagelijks slechts maximaal 2 kg
–
levensmiddelen plaatst.
Superfrost inschakelen
De functie Superfrost dient u 6 uur
vóór het plaatsen van de in te vriezen
levensmiddelen in te schakelen. Als u
het maximale invriesvermogen wenst
te gebruiken, dient u 24 uur vooraf de
functie "Superfrost" in te schakelen!
-
-
-
-
Superfrost uitschakelen
De functie "Superfrost" schakelt auto
matisch na ca. 30 tot 65 uur uit, afhan
kelijk van de hoeveelheid ingebrachte
levensmiddelen. Het controlelampje
gaat uit en het toestel werkt weer met
het normale koelvermogen.
Om energie te sparen, kunt u de functie
"Superfrost" zelf uitschakelen zodra er
een constante temperatuur van min
stens -18 °C in de vrieszone bereikt is.
Druk nogmaals op de toets voor
^
"Superfrost".
Het controlelampje SF gaat uit en de
koeling van het toestel werkt opnieuw
met het normale vermogen.
-
-
-
-
^
Druk nogmaals op de toets voor
"Superfrost".
Het controlelampje SF brandt.
De temperatuur in de vrieszone daalt,
want het toestel werkt met het maximale
koelvermogen.
18
Page 19
Invriezen en bewaren
Maximaal invriesvermogen
Om de levensmiddelen zo snel mogelijk
tot in de kern in te vriezen, mag het
maximale invriesvermogen niet worden
overschreden. Het maximale invriesver
mogen binnen 24 uur is vermeld op het
typeplaatje "Invriesvermogen ...kg/24 u".
Het maximale invriesvermogen dat ver
meld staat op het typeplaatje is geba
seerd op de Duitse norm DIN EN ISO
15502.
-
-
Wat gebeurt er als verse
levensmiddelen worden
ingevroren?
Verse levensmiddelen moeten zo snel
mogelijk volledig worden doorvroren,
zodat de voedingswaarde, de
vitamines, het uitzicht en de smaak behouden blijven.
Hoe langzamer de levensmiddelen worden doorvroren, hoe meer vloeistof er
uit elke cel naar de tussenruimten loopt.
De cellen krimpen.
Tijdens het ontdooien kan slechts een
deel van de voordien vrijgekomen vloei
stof naar de cellen terugvloeien.
In de praktijk betekent dit dat de
levensmiddelen veel vocht verliezen.
Dat kunt u zelf vaststellen: tijdens het
ontdooien vormt er zich immers een
grote waterplas rond het levensmiddel.
de tussenruimten was gelopen,
terugkeren naar de cellen, zodat het
vochtverlies zeer gering is. Er vormt
zich slechts een kleine waterplas!
Diepvriesproducten bewaren
Als u diepvriesproducten wenst te be
waren, controleert u tijdens de aankoop
in de winkel
de verpakking op beschadigingen,
–
de houdbaarheidsdatum en
–
de temperatuur in de koelruimte van
–
de winkeldiepvries. Als die temperatuur hoger is dan -18 °C, vermindert
de houdbaarheid van de diepvriesproducten.
^ Koop diepvriesproducten pas op het
einde van het winkelen, en transporteer ze in krantenpapier of in een
koelzak.
^ Plaats de diepvriesproducten onmid-
dellijk in het toestel.
Gedeeltelijk of volledig ontdooid
voedsel niet opnieuw invriezen. Pas
nadat u de levensmiddelen heeft
verwerkt (koken of braden), kunt u
ze opnieuw invriezen.
-
Als het levensmiddel snel wordt
doorvroren, heeft de celvloeistof minder
tijd om uit de cellen naar de tussen
ruimten te lopen. De cellen krimpen
veel minder.
Tijdens het ontdooien kan de slechts
geringe hoeveelheid vloeistof die naar
-
19
Page 20
Invriezen en bewaren
Zelf levensmiddelen invriezen
Gebruik om in te vriezen enkel verse le
vensmiddelen in perfecte staat!
Hou bij het invriezen rekening met
het volgende
Onderstaande levensmiddelen kun
–
nen ingevroren worden:
vers vlees, gevogelte, wild, vis,
groenten, kruiden, onbewerkt fruit,
zuivelproducten, bakkerijproducten,
voedselresten, eigeel, eiwit en talrijke
kant-en-klaargerechten.
– Volgende levensmiddelen zijn niet
geschikt om in te vriezen:
wijndruiven, bladsalade, radijsjes,
ramenas, zure room, mayonaise, volledige eieren in de schaal, uien, volledige onbewerkte appelen en peren.
– Om de kleur, de smaak, het aroma
en de vitamine C te behouden, moet
u groenten blancheren voor u ze invriest. Doe de groenten in porties ge
durende2-3minuten in kokend wa
ter. Neem de groenten daarna uit het
water en koel ze snel in koud water
af. Laat de groenten uitdruppen.
–
Mager vlees is beter geschikt om in
te vriezen dan vet vlees en kan veel
langer worden bewaard.
-
-
-
-
smaakintensiteit van sommige
kruiden verandert tijdens het invrie
zen.
Warme schotels of dranken eerst bui
–
ten het toestel laten afkoelen, om te
voorkomen dat reeds bevroren le
vensmiddelen gedeeltelijk ontdooien
en dat het stroomverbruik stijgt.
Verpakken
Vries per portie in.
^
Geschikte verpakking
- Kunststoffolie
- Buisfolie uit polyethyleen
- Aluminiumfolie
- Diepvriesdozen
Ongeschikte verpakking
- Pakpapier
- Perkamentpapier
- Cellofaan
- Vuilniszakjes
- Gebruikte winkelzakjes
^
Druk de lucht goed uit de verpak
king.
^
Sluit de verpakking goed af met
- elastiekjes
- kunststofclips
- touw of
- koudebestendige kleefband.
-
-
-
-
–
Plaats telkens een folie uit kunststof
tussen koteletten, steaks, schnitzels
enz. Zo vermijdt u dat ze tot één blok
samen vriezen.
–
Rauwe levensmiddelen en geblan
cheerde groenten voor het invriezen
niet kruiden en zouten, schotels
slechts lichtjes kruiden en zouten. De
20
Zakjes en buisfolie uit polyethyleen
kunt u ook met een folielasapparaat
dichtlassen.
^
Noteer de inhoud en de invriesdatum
-
op de verpakking.
Page 21
Invriezen en bewaren
Voor u de levensmiddelen in het
toestel legt
Als u meer dan 2 kg verse levens
^
middelen dient in te vriezen, dient u
enige tijd vooraf de functie "Super
frost" in te schakelen (zie "Superfrost
gebruiken").
De levensmiddelen die al in het toe
stel liggen, krijgen zo een koudere
serve.
Hoe de levensmiddelen in het toestel
legt
U kunt de levensmiddelen overal in de
vrieszone invriezen, bij voorkeur echter
in de bovenste vriesladen. Plaats grote
hoeveelheden rechtstreeks op de glazen platen, omdat de levensmiddelen
daar zeer snel en dus degelijk worden
ingevroren. Daartoe een of meer vriesladen uitnemen.
Elke vrieslade en elke glazen plaat
kan met maximaal 25 kg worden belast!
^
Plaats de levensmiddelen naast el
kaar op de bodem van de vriesladen
of op de glazen platen van het toe
stel, zodat de levensmiddelen zo snel
mogelijk tot in de kern worden inge
vroren.
^
Leg de levensmiddelen droog in het
toestel om te vermijden dat ze aan el
kaar of aan het toestel vastvriezen.
In te vriezen levensmiddelen mogen
niet in aanraking komen met reeds
ingevroren levensmiddelen, zodat
die niet ontdooien.
-
-
-
-
-
-
-
Grote stukken plaatsen
Om grote levensmiddelen in het toestel
te kunnen plaatsen, kunt u de glazen
platen tussen de vriesladen uitnemen.
Daartoe
de vriesladen uitnemen en de glazen
^
plaat in kwestie lichtjes optillen en
langs voren uittrekken!
Ingevroren levensmiddelen
ontdooien
Ingevroren levensmiddelen kunt u op
verschillende manieren ontdooien
– in de microgolfoven,
– in de gewone oven met de functie
"Hete lucht" of "Ontdooien",
– bij kamertemperatuur,
– in de koelkast (de koude die de inge-
vroren levensmiddelen afgeven,
wordt gebruikt om te koelen),
– in de stoomoven.
Platte stukken vlees en vis kunnen
gedeeltelijk ontdooid in een hete pan
worden gelegd.
Fruit kan bij kamertemperatuur in de
verpakking of in een afgedekte schotel
worden ontdooid.
Groenten kunnen over het algemeen in
bevroren toestand in het kokende water
-
worden gedaan of in heet vet worden
gestoofd. Wegens de gewijzigde
celstructuur is de bereidingstijd iets
korter dan bij verse groenten.
21
Page 22
Invriezen en bewaren
Gedeeltelijk of volledig ontdooid
voedsel niet opnieuw invriezen. Pas
nadat u de levensmiddelen heeft
verwerkt (koken of braden), kunt u
ze opnieuw invriezen.
IJsblokjes maken
(afhankelijk van het model)
Koelaccu gebruiken
In geval van een stroomonderbreking
voorkomt de koelaccu dat de tempera
tuur in de vrieszone te snel stijgt.
Plaats de koelaccu in de bovenste
vrieslade rechtstreeks op de levens
middelen of op het vriestablet (om
plaats te besparen). Na ca. 24 uur kan
de koelaccu zijn maximaal koelvermo
gen leveren.
In geval van een stroomonderbreking
legt u de koelaccu rechtstreeks op de
ingevroren levensmiddelen in de bo
venste lade, om een zo groot mogelijke
bewaartijd te verzekeren.
-
-
-
-
^ Vul het bakje voor ijsblokjes voor drie
kwart met water en plaats het op de
bodem van het vriesvak.
^ Gebruik een stomp voorwerp, bijv.
een lepelsteel, om een vastgevroren
bakje voor ijsblokjes los te maken.
^ De ijsblokjes komen gemakkelijk los
uit het bakje als u het kort onder stro
mend water houdt.
Dranken snel koelen
Wanneer u drankflessen in het toestel
plaatst om ze snel te koelen, dient u de
flessen er uiterlijk na 1 uur weer uit te
nemen, anders zullen ze ontploffen!
Als u verse levensmiddelen in het toestel wenst te plaatsen, gebruikt u de
koel-accu als scheiding tussen de
reeds ingevroren levensmiddelen en de
verse levensmiddelen, zodat de reeds
ingevroren levensmiddelen niet ontdooien.
U kunt de koelaccu ook gebruiken om
voedsel of dranken gedurende korte
tijd in een koelbox te koelen.
22
Page 23
Ontdooien
Door het normale gebruik ontstaat er op
de duur rijm en ijs op de vriesplaten.
Daardoor verslecht de koudeafgifte en
verhoogt het stroomverbruik.
Krab de rijm- of ijslaag niet weg. U
kan anders de vriesplaten bescha
digen. Dan werkt uw toestel niet
meer.
Ontdooi de diepvriezer zo nu en dan.
Zo er reeds een ca. 5 mm dikke ijslaag
werd gevormd, dient u dat zeker te
doen. Kies een tijdstip waarop er wei
nig of geen diepvrieswaar in het toestel
ligt.
Voor u het toestel ontdooit
^ Schakel ca. 4 uur voor het ontdooien
de functie Superfrost in. Zo krijgt de
diepvrieswaar wat koudereserve en
kan die wat langer op kamertemperatuur worden bewaard.
^ Neem de diepvrieswaar uit en leg de
koudeaccu erop. Wikkel de diep
vrieswaar in verschillende lagen
krantenpapier of dekens. Bewaar de
diepvrieswaar op een koele plaats tot
het toestel weer klaar is voor gebruik.
^
Neem al de vriesladen uit het toestel.
-
-
-
Om te ontdooien
Ga bij het ontdooien vlug te werk.
Hoe langer de diepvrieswaar op ka
mertemperatuur blijft liggen, hoe
korter de bewaarduur ervan wordt.
Schakel de diepvriezer uit.
^
Zo het temperatuurdisplay niet uit
gaat, is de vergrendeling ingescha
keld!
Trek de stekker uit het stopcontact.
^
Laat de deur van het toestel open.
^
Om het ontdooien te versnellen: zet
twee kommetjes heet (geen kokend)
water op een onderzetter in het toestel.
Laat de deur intussen dicht om de
warmte niet te laten ontsnappen.
Zet nooit elektrische verwarmingsapparaten noch kaarsen in het toestel. Anders wordt de kunststof beschadigd.
Gebruik geen ontdooisprays noch
ijsverwijderende middelen. Die kun
nen explosieve gassen vormen,
maar ook oplosmiddel of drijfgas be
vatten, dat de kunststof aantast of
schadelijk is voor de gezondheid.
-
-
-
-
-
23
Page 24
Ontdooien
Na het ontdooien
Neem het in het toestel resterende
^
dooiwater meermaals met een doek
of spons op.
Maak het toestel schoon en droog.
^
Sluit de toesteldeur. Steek de stekker
^
weer in het stopcontact en schakel
het toestel in.
Schakel Superfrost in opdat het vlug
^
koud wordt in de diepvriezer.
Het controlelampje SF gaat aan.
Schuif de vriesladen met de diep
^
vrieswaar erin weer in het toestel.
Wacht tot de temperatuur in het toestel laag genoeg gezakt is.
^ Schakel Superfrost weer uit.
Het controlelampje SF gaat uit.
-
24
Page 25
Gebruik nooit reinigingsmiddel met
zand, schurend middel, soda of
zuur, noch chemisch oplosmiddel.
Ongeschikt zijn ook zogenaamde
"schuurmiddelvrije" schuurmiddelen.
Die doen matte plekken opduiken.
Let erop dat er geen water terecht
komt in de elektronische bediening
noch in de ventilatieroosters.
Gebruik nooit hogedrukreinigers. De
vloeistof kan toestelonderdelen aan
raken, die onder spanning staan. Er
kan dan kortsluiting optreden.
Het typeplaatje binnen in het toestel
mag u niet verwijderen. Bij een
eventuele storing heeft de Technische Dienst dat nodig!
-
Schoonmaken
Buitenwanden, binnenruimte,
toebehoren
Om die schoon te maken gebruikt u
^
het best lauw water met wat afwas
middel.
Was alle delen met de hand af, niet in
^
de vaatwasser.
Spoel de buitenwanden, de binnen
^
ruimte en het toebehoren na het reini
gen met helder water af. Wrijf alles
met een doek droog. Laat de toestel
-
deur even openstaan.
Ventilatieroosters
^ Maak de ventilatieroosters geregeld
met een kwast of stofzuiger schoon.
Hoe meer stof erop ligt, hoe meer
stroom het toestel verbruikt.
-
-
-
-
^ Maak het toestel meteen na het ont-
dooien schoon.
Het toestel is nu uitgeschakeld, de
diepvrieswaar ligt op een koele plaats
en de vriesladen zijn uitgenomen.
Deurdichting
Behandel de deurdichting nooit met
olie of vet. Die wordt anders na verloop van tijd poreus.
^
Maak de deurdichting geregeld met
helder water schoon. Wrijf ze nadien
met een doek goed droog.
25
Page 26
Schoonmaken
Achterzijde - metalen rooster
Stof het metalen rooster op de rugzij
^
de van het toestel (warmtewisselaar)
minstens eens per jaar af. Hoe meer
stof, hoe hoger het stroomverbruik!
Zorg er bij het schoonmaken van het
metalen rooster voor dat u geen
snoeren of andere onderdelen af
trekt, knikt of beschadigt.
Na het schoonmaken
Sluit de toesteldeur en zet het toestel
^
aan.
^ Schakel Superfrost in. Zo wordt het
toestel gauw koud. Het controlelampje gaat aan.
^ Schuif de vriesladen met de diep-
vrieswaar in het toestel. Wacht tot de
temperatuur in het toestel laag genoeg gezakt is.
-
-
^ Schakel Superfrost uit. Het controle-
lampje gaat uit.
26
Page 27
Reparaties aan elektrische toestellen
mag u enkel en alleen door een er
kend vakman laten uitvoeren. Door
ondeskundig uitgevoerde reparaties
kunnen er niet te onderschatten risi
co's voor de gebruiker ontstaan.
Volgende storingen kunt u echter zelf
verhelpen:
Wat gedaan als...
. . . het toestel niet koelt?
^ Controleer of het toestel ingescha-
keld is. De temperatuurindicator moet
branden.
^ Controleer of de stekker van het toe-
stel goed in het stopcontact zit.
^ Controleer of de zekering op uw elek-
trische installatie uitgeschakeld is.
Als dit het geval is, doet u een beroep op de Technische Dienst van
Miele.
...detoesteldeur niet verschillende
keren na elkaar kan worden geo
pend?
Dit is geen storing. Door de zuigende
werking kunt u de deur pas na enige
tijd zonder extra moeite openen.
-
-
-
Wat gedaan als...?
...deinschakelfrequentie en
inschakelduur van de compressor
toenemen?
Controleer of de ventilatieroosters
^
niet afgedekt zijn of onder het stof zit
ten.
Controleer of het metalen rooster
^
(warmtewisselaar) aan de achterzijde
van het toestel niet onder het stof zit.
De toesteldeur werd vaak geopend
^
of er werden grote hoeveelheden ver
se levensmiddelen ingevroren.
Controleer of de toesteldeur goed
^
sluit.
^ Controleer of er zich een dikke
rijplaag in de vrieszone heeft gevormd. Als dit het geval is, dient u
toestel te ontdooien.
. . . het waarschuwingssignaal weerklinkt en de temperatuurindicator
knippert?
De temperatuur in de vrieszone is te
warm omdat
–
de toesteldeur vaak werd geopend
of grote hoeveelheden verse levens
middelen werden ingevroren.
–
het toestel lange tijd uitgeschakeld
was en opnieuw wordt ingeschakeld.
-
-
-
...detemperatuur in het toestel te
koud is?
^
Stel een hogere temperatuur in.
^
De functie "Superfrost" is nog inge
schakeld. Het controlelampje SF
brandt.
–
de ventilatieopening afgedekt werd.
Als de alarmtoestand beëindigd is,
brandt de temperatuurindicator op
-
nieuw constant en stopt het waarschu
wingssignaal.
-
-
27
Page 28
Wat gedaan als...?
...opdetemperatuurindicator
streepjes knipperen?
Controleer de temperatuurindicator ca.
6 uur na het inschakelen van het toe
stel. Er wordt dan alleen een tempera
tuur weergegeven als de temperatuur
in het toestel onder 0 °C ligt.
...opdetemperatuurindicator "F1 tot
F5" verschijnt?
Er zit een storing in het toestel. Doe een
beroep op de Technische Dienst van
Miele. Dankzij een
veiligheidsmechanisme blijft de tempe
ratuur in het toestel toch behouden!
. . . het waarschuwingssignaal weerklinkt en op de temperatuurindicator
"nA" wordt weergegeven?
De temperatuur in het toestel is de
voorbije dagen of uren wegens een
stroomonderbreking te hoog gestegen.
^ Druk op de uitschakeltoets voor het
waarschuwingssignaal, zolang "nA"
wordt weergegeven.
-
-
De warmste temperatuur wordt gedu
rende ca. 1 minuut weergegeven. Daar
na verschijnt weer de daadwerkelijke
temperatuur in de vrieszone.
Door te drukken op de uitschakeltoets
voor het waarschuwingssignaal wordt
de indicator voortijdig gewist.
...delevensmiddelen vastgevroren
zijn?
Maak de levensmiddelen los met een
stomp voorwerp, bijv. een lepelsteel.
...devrieszone een dikke ijslaag
-
vertoont?
^ Controleer of de deur van het toestel
goed sluit.
^ Ontdooi en reinig het toestel.
Een dikke ijslaag vermindert het koelvermogen, waardoor het stroomverbruik stijgt.
. . . het controlelampje voor "Superfrost" niet brandt, maar de compres
sor draait?
-
-
-
Het waarschuwingssignaal wordt uit
geschakeld.
Op de temperatuurindicator wordt de
hoogste temperatuur weergegeven
die tijdens de stroomonderbreking in
de vrieszone werd bereikt.
Afhankelijk van de temperatuur con
troleert u of de levensmiddelen gedeel
telijk of volledig ontdooid zijn. Als dit
het geval is, verwerkt u de levensmid
delen (koken of braden) voor u ze weer
invriest.
28
-
-
^
Het controlelampje is defect. Doe
een beroep op de Technische Dienst
van Miele.
...uhettoestel niet kunt uitscha
kelen?
De vergrendeling is ingeschakeld.
-
-
Page 29
Als u de storing niet kunt verhelpen
aan de hand van deze aanwijzingen,
dient u een beroep te doen op de
Technische Dienst van Miele.
Wat gedaan als...?
Om het koudeverlies zo beperkt mo
gelijk te houden, laat u indien moge
lijk de deur van het toestel dicht tot
de storing verholpen is.
-
-
29
Page 30
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Heel normale geluidenWaar komen ze vandaan?
Brrrrr...Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har
der worden terwijl de motor ingeschakeld wordt.
Blubb, blubb....Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door
de buisjes vloeit.
Klik....U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
schakelt.
Sssrrrrr....Bij toestellen met verschillende zones of bij No-Frostmodellen
kan u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnen
ruimte van het toestel.
Bedenk echter dat motor- en stromingsgeluiden in de koelingskringloop niet te
vermijden zijn!
-
-
-
Geluid waaraan u vlot kan
verhelpen
Geklepper, gerammel, gerinkelHet toestel staat niet waterpas: Stel het toestel waterpas.
Waar komt het vandaan en wat kan u ertegen
doen?
Schroef de voetjes in of uit het toestel of leg iets onder het toestel.
Het toestel raakt andere toestellen of meubels aan: Schuif het
toestel van de meubels of andere toestellen weg.
Laden, korven of legplaten trillen of knellen: Controleer de uit
neembare onderdelen en zet ze eventueel opnieuw op hun
plaats.
Flessen of recipiënten raken elkaar: Schuif de flessen of reci
piënten wat uit elkaar.
De snoerhouder hangt nog tegen de achterzijde van het toe
stel: Neem de snoerhouder weg.
-
-
-
30
Page 31
Technische Dienst van Miele/garantie
Neem in geval van storingen die u zelf
niet kan verhelpen, contact op met
uw Miele-handelaar
^
of
de Technische Dienst van Miele.
^
Het adres en de telefoonnummers van
onze Technische Dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het type- en het
machinenummer van uw toestel op.
Deze gegevens vindt u op het type
plaatje binnen in het toestel.
Duur en voorwaarden van de
garantie
De duur van de garantie bedraagt
2 jaar.
Meer informatie over de garantievoorwaarden kan u bekomen op onze site
of per telefoon bij Miele. Zie keerzijde
van deze gebruiksaanwijzing.
-
31
Page 32
Elektrische aansluiting
Dit toestel wordt aansluitklaar geleverd,
is dus voorzien van snoer en stekker.
Het apparaat is geschikt om te worden
aangesloten op eenfasige stroom
220 - 240 V, 50 Hz. Dit toestel mag en
kel op een degelijk geaard stopcontact
worden aangesloten.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomscha
kelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
U dient smeltveiligheden van 10 A te
voorzien.
Plaats het stopcontact naast of vlakbij
het toestel. Dat dient vlot toegankelijk te
zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren om het
toestel op het stroomnet aan te sluiten.
Die waarborgen niet de nodige veiligheid. Er is risico van oververhitting.
-
-
Sluit uw toestel niet aan op stroomomzetters die bij apart werkende stroomvoorziening worden gebruikt, bv. bij
zonne-energie. Bij het inschakelen van
uw toestel kunnen er anders span
ningspieken optreden waardoor het
voor uw veiligheid wordt uitgeschakeld.
Daardoor kan de elektronische bestu
ring echter schade oplopen!
Gebruik uw toestel ook niet met zoge
heten stroomsparende stekkers.
Daardoor wordt de stroomtoevoer naar
het toestel immers beperkt zodat het
toestel te warm wordt.
Dient het aansluitsnoer te worden
vervangen, dan mag dat enkel worden
uitgevoerd door een erkend elektricien.
32
-
-
-
Page 33
Plaats geen warmteproducerende
toestellen, zoals een broodrooster of
microgolfoven, op het toestel. Hier
-
door stijgt het energieverbruik!
Dit toestel mag niet onmiddellijk
naast ("side-by-side") een ander mo
del worden opgesteld!
Omdat het toestel niet met een zij
wandverwarming uitgerust is, kan er
bij een "side-by-side"-opstelling con
denswater ontstaan!
Vraag meer informatie bij uw Miele
-
-handelaar.
Opstelplaats
Kies geen plaats direct naast een fornuis, een verwarming of in de omgeving van een venster met directe inval
van zonnestralen. Hoe hoger de omgevingstemperatuur, hoe langer de compressor moet werken, waardoor er
meer stroom wordt verbruikt.
Een droge, ventileerbare ruimte is ge
schikt.
-
Opstelinstructies
Een goede werking van het toestel is
gewaarborgd tot een minimale omge
vingstemperatuur van +5 °C.
Luchttoevoer en -afvoer
De lucht aan de achterwand van het
toestel wordt opgewarmd. De ventilatie
roosters mogen daarom niet worden af
gedekt, zodat een goede luchttoevoer
en -afvoer verzekerd is.
Bovendien moet het stof regelmatig van
de ventilatieroosters worden verwijderd.
-
Toestel opstellen
^ Verwijder eerst de kabelhouder aan
de achterzijde van het toestel.
^ Controleer of de onderdelen aan de
achterwand van het toestel nergens
tegenaan kunnen komen. Buig ze zo
nodig de andere kant op.
^ Schuif het toestel voorzichtig op de
daartoe voorziene plaats.
^
Plaats het toestel met de achterwand
vlak tegen de keukenwand.
-
-
-
Klimaatklasse
Het toestel is geconstrueerd voor een
bepaalde klimaatklasse (bereik van de
kamertemperatuur) waarvan de onderen bovengrens gerespecteerd moeten
worden. De klimaatklasse is vermeld op
het typeplaatje aan de binnenzijde van
het toestel.
KlimaatklasseKamertemperatuur
SN, N
ST
T
tot +32 °C
tot +38 °C
tot +43 °C
33
Page 34
Opstelinstructies
Toestel nivelleren
Nivelleer het toestel met de
^
regelvoetjes en de bijbehorende
steeksleutel.
34
Page 35
Afmetingen van het toestel
Opstelinstructies
ABC
F 12016 S850 mm555 mm624 mm
F 12020 S850 mm600 mm624 mm
35
Page 36
De draairichting van de deur veranderen
Het toestel wordt geleverd met rechts
scharnierende deur. Als de deur links
scharnierend moeten zijn, moet u de
draairichting van de deur veranderen.
Sluit de deur van het toestel.
^
Haal de afdekking c eraf en sluit
^
-
-
daarmee de vrijgekomen gaten aan
de andere kant af.
Schroef de scharnierbout aan de bo
^
venkant d eruit met de inbuskant
van de bijgeleverde sleutel en
schroef de bout er aan de andere
kant weer in.
Vergeet het afstandsschijfje niet!
^
-
^
Schroef het onderste hoekscharnier
a eruit en haal het eraf.
^
Neem de toesteldeur langs boven af.
^
Haal de bout b uit de scharnierhoek
a en schroef hem in het tweede gat
van de scharnierhoek weer in. (De
scharnierbout kan met de inbuskant
van de bijgeleverde steeksleutel wor
den uit- en ingeschroefd.)
36
^
Plaats de deur van het toestel langs
onderen op de bovenste scharnier
bout d en sluit de deur.
^
Plaats de scharnierhoek a van bene
den af in het onderste deurlager en
schroef hem vast.
^
Nivelleer de deur van het toestel met
behulp van de sleufgaten in de
scharnierhoek. Zorg ervoor dat alle
schroeven stevig aangedraaid zijn!
-
-
Page 37
De draairichting van de deur veranderen
Deurgreep verplaatsen
Verwijder het afdekplaatje a en de
^
stoppen b voorzichtig met behulp
van een sleufschroevendraaier.
Schuif de afdekking c naar links.
^
Plaats een geschikt voorwerp (bij
voorkeur uit hout of kunststof) d in
de inkeping aan de rechterkant.
^ Verwijder de afdekking c voorzich-
tig.
Let erop dat u niet met het voorwerp
wegglijdt en het toesteloppervlak
beschadigt.
Draai de greep 180° en plaats hem
^
aan de andere kant.
Schroef de greep eerst aan de zijkant
^
en daarna in het midden vast g.
Plaats het afdekplaatje a en de stop
^
pen b terug (maar nu aan de andere
kant).
^ Plaats de middelste afdekking c te-
rug. Klik ze eerst links en vervolgens
rechts vast.
-
^
Draai de schroeven e aan de
greepzijde en in het midden uit en
neem de greep f af.
373839
Page 38
Page 39
Page 40
Wijzigingen voorbehouden / 0210
F 12016 S, F 12020 S
M.-Nr. 07 297 201 / 00
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.