Miele F 12011 S-1 User manual

Gebruiks- en montage-aanwijzing
voor de vrieskast F 12011 S-1
Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
nl-NL
Inhoud
Beschrijving van het apparaat .......................................4
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu .......................6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.............................7
Het besparen van energie ..........................................12
Het in- en uitschakelen van de vrieskast..............................14
Vòòr het eerste gebruik .............................................14
Het inschakelen van de vrieskast .....................................14
Het uitschakelen van de vrieskast .....................................14
Bij langere afwezigheid .............................................14
Het wijzigen van instellingen .......................................15
Instellingsmodus X ...............................................15
Het wijzigen van de lichtsterkte van het display........................15
Het in- en uitschakelen van de vergrendeling .........................16
De juiste temperatuur .............................................18
Het instellen van de temperatuur......................................19
Temperatuuraanduiding ............................................19
Waarschuwingssysteem ...........................................20
Temperatuuralarm .................................................20
De functie "Superfrost" ............................................21
Het gebruik van de superfrost ........................................21
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen.........................22
Maximale vriescapaciteit ............................................22
Het bewaren van diepvriesproducten ..................................22
Wat gebeurt er bij het invriezen van verse levensmiddelen? ................22
Het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen ......................23
Waar u daarbij op moet letten .....................................23
Het verpakken..................................................23
Vóór het inruimen ...............................................24
Het inruimen ...................................................24
Het ontdooien van ingevroren levensmiddelen ...........................25
Het bereiden van ijsblokjes ..........................................25
Het snelkoelen van dranken .........................................25
Het ontdooien van de vrieskast .....................................26
Inhoud
Het reinigen van de vrieskast .......................................28
Het reinigen van de binnenruimte en de toebehoren ......................29
Het reinigen van de deur en de zijwanden ..............................29
Het reinigen van de deurdichting .....................................30
Het reinigen van de ventilatie-openingen ...............................30
Het reinigen van koelunit en metalen rooster aan de achterkant .............30
Nuttige tips ......................................................31
Geluiden en de oorzaken ervan .....................................35
Afdeling Klantcontacten / Garantie ..................................36
Informatie voor de handelaar .......................................37
Demo-functie r....................................................37
Elektrische aansluiting ............................................38
Tips voor het plaatsen van het apparaat ..............................39
Plaats van opstelling ...............................................39
Klimaatklasse ..................................................39
Luchttoevoer en luchtafvoer .........................................40
Het plaatsen van het apparaat .......................................40
Het stellen van het apparaat .........................................40
Afmetingen van het apparaat ........................................41
Het veranderen van de draairichting van de deur ......................42
Deur ............................................................42
Deurgreep .......................................................43
Het inbouwen van het apparaat .....................................44
Beschrijving van het apparaat
a Aan / Uit - toets
b Superfrost - toets
c Display
Wordt het apparaat een tijdje niet bediend, wisselt de lichtsterkte van het display automatisch in de inge­stelde lichtsterkte. Zodra er op één van de toetsen wordt gedrukt, brandt het display op maximale sterkte.
d Vergrendelingssymbool
e Menu - symbool
(Instellingsmodus voor: – Lichtsterkte van het display – Vergrendeling)
f Alarm - symbool
g Temperatuuraanduiding
h Temperatuurtoets
i Superfrost - symbool
j Lichtsterkte - symbool
4
a Diepvriesladen (Aantal afhankelijk
van het model)
Beschrijving van het apparaat
5
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen omdat dit het milieu relatief weinig be last en kan worden hergebruikt. Door hergebruik van verpakkingsmate riaal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap paraten bevatten meestal nog waarde volle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functi
­oneren.
Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de ge zondheid en het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook nooit samen met het gewone afval, maar lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elek­tronische apparatuur.
-
-
-
-
Het afgedankte apparaat moet tot die tijd buiten het bereik van kinderen wor den opgeslagen.
Let erop dat de buisleidingen van uw apparaat niet worden beschadigd, wanneer dit wordt weggebracht om op vakkundige wijze en zonder het milieu al te veel schade te berokkenen te wor den verschroot. Dan kan men er zeker van zijn dat koelmiddelen die zich in het koelsysteem bevinden en de olie die zich in de compressor bevindt niet in het milieu terechtkomen.
6
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat voldoet aan de voorge schreven veiligheidsmaatregelen. Ondeskundig gebruik kan echter persoonlijk letsel of beschadiging van het apparaat tot gevolg hebben. Lees deze gebruiksaanwijzing daar om eerst aandachtig door voordat u dit apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot plaatsing, veilig heid, gebruik en onderhoud.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef deze door aan de eventuele volgende eigenaar van het appa­raat.
Efficiënt gebruik
Deze vrieskast is uitsluitend
~
bestemd voor huishoudelijk of vergelijk­baar gebruik.
Deze vrieskast is uitsluitend bestemd voor gebruik binnenshuis.
Deze vrieskast is uitsluitend bestemd voor het bewaren van diep vriesproducten, voor het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen en voor het bereiden van ijs. Gebruik voor andere doeleinden is on toelaatbaar en kan gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die is ontstaan door ge bruik voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door een foutieve be diening.
-
-
-
-
-
-
-
Personen die op grond van hun
~
fysieke of psychische gesteldheid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van het apparaat niet in staat zijn om het veilig te bedienen, mogen het al leen gebruiken als ze onder toezicht staan van of worden geïnstrueerd door een verantwoordelijk persoon.
-
Wanneer er kinderen in huis zijn
Kinderen vanaf acht jaar mogen het
~
apparaat zonder toezicht gebruiken, maar alleen als ze weten hoe het werkt en wat voor gevaar zij lopen wanneer ze het fout bedienen.
Kinderen onder de acht jaar mogen
~
alleen in de buurt van het apparaat ko­men als ze constant onder toezicht staan.
Wanneer er kinderen in de buurt van
~
het apparaat zijn, houd ze dan goed in de gaten. Zorg ervoor dat ze er niet mee gaan spelen of aan de deur gaan hangen.
Laat kinderen in verband met
~
verstikkingsgevaar niet met het verpak kingsmateriaal spelen, zoals met het plastic.
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het apparaat
~
wordt geplaatst, of het zichtbaar be schadigd is. Een beschadigd apparaat mag niet in gebruik worden genomen.
Dit koelapparaat bevat het koelmid
~
del isobutaan (R600a). Dit is een na tuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het gas is niet schadelijk voor de ozonlaag en ver sterkt het broeikaseffect niet, maar het gebruik van dit koelmiddel heeft er wel toe geleid dat het apparaat meer lawaai maakt wanneer het aanstaat. Behalve de geluiden van de compressor kunnen er dan in het hele koelsysteem stro­mingsgeluiden optreden. Deze effecten zijn helaas niet te ver­mijden, maar hebben geen negatieve invloed op de capaciteit van het appa­raat. Let er bij het transport en bij de plaat­sing van het apparaat op dat er geen onderdelen van het koelsysteem wor den beschadigd. Vrijkomend koelmid del kan oogletsel veroorzaken. Wordt het koelsysteem toch bescha digd:
vermijd dan open vuur of andere brandhaarden,
-
-
-
-
-
-
-
Hoe meer koelmiddel een koelappa
~
raat bevat, des te groter moet het ver trek zijn waarin dit apparaat wordt ge plaatst. Wanneer het vertrek te klein is kan zich bij een eventuele lek een brandbaar mengsel van gas en lucht vormen. Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m De hoeveelheid koelmiddel van dit ap paraat staat op het typeplaatje in de binnenkant van het apparaat.
Dit apparaat moet precies volgens
~
de gebruiksaanwijzing worden gemon teerd en aangesloten.
Vergelijk vóórdat u het apparaat
~
aansluit de aansluitgegevens (zekering, spanning en frequentie) op het type­plaatje met die van het elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Dit apparaat mag niet op het elektri-
~
citeitsnet worden aangesloten via meer­voudige stopcontacten of via verleng­snoeren die daarvoor niet geschikt zijn. Gebeurt dat wel, dan bestaat er gevaar voor oververhitting.
Wanneer de aansluitkabel is be
~
schadigd, moet deze door een erkend vakman / vakvrouw worden vervangen.
3
groot zijn.
-
-
-
-
-
-
trek de stekker uit het stopcontact,
lucht het vertrek waar het apparaat staat enkele minutenlang door
en neem contact op met de afdeling Klantcontacten.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De elektrische veiligheid van het ap
~
paraat is uitsluitend gegarandeerd als het wordt aangesloten op een aar dingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een erkend vakman / vakvrouw inspec teren. De fabrikant kan niet aansprakelijk wor den gesteld voor schade die wordt ver oorzaakt door een ontbrekende of be schadigde aarddraad (bijv. een elektri sche schok).
Installatie-, onderhouds- en repara
~
tiewerkzaamheden mogen alleen door een erkend vakman / vakvrouw worden uitgevoerd. Gebeurt dat niet, dan kan de gebruiker risico's lopen waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk is.
Installatie-, onderhouds- en repara-
~
tiewerkzaamheden mogen alleen wor­den uitgevoerd als er geen elektrische spanning op het apparaat staat. Dat is het geval als aan één van de vol gende voorwaarden is voldaan:
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Defecte onderdelen mogen alleen
~
door originele Miele-onderdelen wor den vervangen. Alleen van deze Miele-onderdelen kun nen wij garanderen, dat zij volledig vol doen aan de veiligheidseisen die wij stellen aan onze apparaten en onder delen daarvan.
Dit apparaat mag niet op een niet-
~
stationaire locatie (bijv. op een schip) worden gebruikt.
-
-
-
-
als de hoofdschakelaar van de huis installatie is uitgeschakeld
of als de stekker uit het stopcontact is getrokken. Daarbij mag alleen aan de stekker en niet aan de aansluitkabel worden ge trokken.
Reparaties mogen tijdens de garan
~
tieperiode alleen door een technicus van Miele worden uitgevoerd. Gebeurt dat niet, dan vervalt de garan tie.
-
-
-
-
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Verdere tips voor het gebruik
Raak ingevroren levensmiddelen en
~
metalen gedeelten niet met natte han den aan om letsel aan uw handen te voorkomen.
Nuttig ijsblokjes en ijslolly's, vooral
~
waterijsjes, nooit meteen nadat u ze uit de vrieskast heeft gehaald om letsel aan lippen en tong te voorkomen.
Vries geheel of gedeeltelijk ont
~
dooide levensmiddelen niet opnieuw in. Bereid deze levensmiddelen zo snel mogelijk omdat ze anders aan voe dingswaarde verliezen en bederven. Als ontdooide levensmiddelen worden gekookt en gebraden kunnen ze wel opnieuw worden ingevroren.
Wanneer u levensmiddelen eet die
~
te lang zijn bewaard, loopt u het risico om voedselvergiftiging op te doen. De bewaartijd hangt van vele factoren af, zoals de versheid en kwaliteit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop ze worden bewaard. Neem de bewaartips en de uiterlijke houdbaarheidsdatum van de levens middelenfabrikanten in acht.
Bewaar geen stoffen in het apparaat
~
die drijfgassen of andere verstuivings middelen bevatten. Wanneer de thermostaat wordt inge schakeld kunnen vonken ontstaan. Deze kunnen licht ontvlambare produc ten tot explosie brengen.
-
-
-
-
-
-
Gebruik geen elektrische apparaten
~
in dit apparaat, bijv. voor het maken van ijs. Dit om vonken en gevaar voor een ex plosie te voorkomen.
Bewaar geen blikjes en flessen in de
~
vrieskast die koolzuurhoudende dran ken bevatten of vloeistoffen die kunnen bevriezen. Dit om te voorkomen dat de blikjes en flessen uit elkaar springen, dat u letsel oploopt en dat het apparaat bescha digd raakt.
Haal flessen die u in de vrieskast
~
hebt gelegd om snel te koelen er na maximaal één uur weer uit. Dit om te voorkomen dat de flessen uit elkaar springen, dat u letsel oploopt en dat het apparaat beschadigd raakt.
Gebruik geen scherpe voorwerpen
~
om
– rijp- en ijslagen te verwijderen
– en vastgevroren ijsbakjes en/of
vastgevroren levensmiddelen los te wrikken.
Doet u dat wel, dan beschadigt u de vriesplaten en functioneert het apparaat niet meer.
Behandel de deurdichting niet met
~
olie of vet om te voorkomen dat deze in de loop van de tijd poreus wordt.
­Kunststof zit ook in het bovenblad
~
van het apparaat. Zorg ervoor dat ook hier geen olie of vet op komt.
-
-
-
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Sluit de luchttoevoer- en luchtafvoer
~
roosters in het apparaat niet af om te voorkomen dat er geen goede luchtge leiding plaatsvindt, het stroomverbruik stijgt en de vrieskast beschadigd raakt.
Het apparaat heeft een bepaalde
~
klimaatklasse. De klimaatklasse is een kamertemperatuurbereik waar de tem peratuur niet boven of onder mag lig gen en staat aangegeven op het type plaatje aan de binnenkant van uw ap paraat. Een te lage temperatuur heeft tot ge volg dat het apparaat voor langere tijd afslaat zodat het de vereiste tempera­tuur niet kan aanhouden.
Plaats wanneer u wilt ontdooien
~
nooit elektrische verwarmingsappara­ten of kaarsen in het apparaat om te voorkomen dat het kunststof bescha­digd raakt.
Gebruik geen ontdooisprays of an-
~
dere middelen om te ontdooien. Deze kunnen explosieve gassen vor­men, oplosmiddelen of drijfgassen be vatten die het kunststof beschadigen of schadelijk zijn voor de gezondheid.
-
-
-
-
-
Wat te doen wanneer u het ap
-
paraat afdankt
-
-
Maak het slot onbruikbaar, zodat
~
kinderen niet in het apparaat ingesloten raken en in levensgevaar komen.
Beschadig geen delen van het koel
~
systeem, bijv. door
koelmiddelkanalen van de vriespla
ten open te prikken;
buisleidingen om te buigen;
beschermende lagen af te krabben.
Spuit er koelmiddel uit, kan dat ooglet sel veroorzaken.
Worden de veiligheidsinstructies niet opgevolgd, dan kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
-
-
-
-
Gebruik voor het ontdooien en reini
~
gen van het apparaat nooit een stoom reiniger, daar stoom in aanraking kan komen met spanningsvoerende delen van het apparaat en zo kortsluiting ver oorzaken.
-
-
-
11
Het besparen van energie
Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik
Plaats van het ap paraat
Temperatuur­instelling in standen
Temperatuur­instelling in graden (Digitale weergave)
-
In geventileerde ruimtes In gesloten, niet geventileer
de ruimtes
Apparaat niet blootgesteld aan zonnestralen
Niet naast een warmtebron (verwarming, fornuis)
Bij een kamertemperatuur van ca. 20 °C
Met ventilatie-openingen die niet zijn afgedekt en regel matig stofvrij worden ge maakt
Koelunit en metalen rooster (warmtewisselaar) aan de achterwand van het appa­raat worden minstens 1x per jaar stofvrij gemaakt.
Bij instelling van èèn van de middelste standen: 2 of 3
Opslagzone: 8 tot 12 °C
Koelzone: 4 tot 5 °C
PerfectFresh-zone: ca. 0 °C
Diepvrieszone: -18 °C
Wijnopslagzone: 10 tot 12 °C
Apparaat direct blootgesteld aan zonnestralen
Naast een warmtebron (ver warming, fornuis)
Bij een hoge omgevingstem peratuur
Met ventilatie-openingen die zijn afgedekt of vol zitten
­met stof
-
Koelunit en metalen rooster (warmtewisselaar) aan de achterwand van het appa­raat zitten vol met stof.
Hoe hoger de stand, hoe la­ger de temperatuur, des te hoger het energieverbruik
Bij apparaten met winter schakeling: schakel deze bij omgevings temperaturen hoger dan 18°C uit.
-
-
-
-
-
12
Het besparen van energie
Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik
Gebruik Plaatsing van de laden, vakken
en plateaus zoals bij levering
Open de deur alleen indien nodig en zo kort mogelijk.
Leg de levensmiddelen bij het inruimen meteen op de goede plek.
Neem wanneer u boodschap pen gaat doen een koeltas mee en leg de levensmiddelen na thuiskomst zo snel mogelijk in het apparaat.
Pakt u levensmiddelen uit het apparaat, neem dan wat u no­dig hebt en leg de rest zo snel mogelijk weer terug om koel­verlies te voorkomen.
Laat warme levensmiddelen eerst buiten het apparaat af­koelen.
Leg de levensmiddelen alleen afgedekt of verpakt in het ap paraat.
-
Deur vaak en lang openen be tekent koudeverlies en instro mende warme omgevings lucht. Het apparaat heeft tijd nodig om daartegenop te koelen en de motor moet langer werken.
Zijn levensmiddelen nog warm
­wanneer ze in het apparaat worden gelegd, ontstaat er warme lucht in het apparaat. Het apparaat heeft tijd nodig om daartegenop te koelen en de motor moet langer werken.
Wanneer vloeibare stoffen in de koelzone condenseren, neemt de koelcapaciteit af.
-
-
-
Het ontdooien van het appa raat
Leg ingevroren levensmid delen in de koelzone wanneer ze moeten ontdooien.
Zorg ervoor dat vakken en la den niet te zwaar worden be laden, zodat de lucht kan cir culeren.
Ontdooi het diepvriesgedeelte
-
wanneer er een ijslaag van maximaal 0,5 cm in zit.
-
-
-
-
Een ijslaag bemoeilijkt het in vriezen en bewaren van le vensmiddelen.
-
-
13
Het in- en uitschakelen van de vrieskast
Vòòr het eerste gebruik
Reinig de binnenkant van het appa
^
raat en de toebehoren met lauwwarm water.
Wrijf daarna alles met een doek
^
droog.
Het inschakelen van de vries
-
kast
^ Druk op de Aan/Uit - toets.
De temperatuuraanduiding en alarm ­symbool ; knipperen, totdat het in de vrieskast koud genoeg is.
Voordat u voor de eerste keer le­vensmiddelen in de vrieskast legt, kunt u het apparaat het beste een paar uur laten voorkoelen. Wacht totdat de temperatuur tot min­stens -18°C is gezakt.
Het uitschakelen van de vries kast
-
Druk op de Aan/Uit - toets.
^
Het display gaat uit.
De koeling is uitgeschakeld.
Bij langere afwezigheid
Wanneer u de vrieskast langere tijd niet meer gebruikt, doe dan het volgende.
^ Schakel het apparaat uit.
^ Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de hoofdschakelaar uit.
^ Reinig het apparaat.
^ Laat de deur van het apparaat iets
openstaan om te voorkomen dat er luchtjes ontstaan.
Wanneer het apparaat in zulke ge vallen wel wordt uitgeschakeld, maar niet wordt gereinigd en niet wordt opengezet, bestaat er gevaar dat zich schimmel vormt.
-
-
14
Het wijzigen van instellingen
Instellingsmodus X
Bepaalde functies van het apparaat kunt u alleen in de instellingsmodus in stellen.
Het in- en uitschakelen van de ver
grendeling 0
Het wijzigen van de lichtsterkte van
het display s
De instellingsmodus wordt in het dis play door menu-symbool X aangege ven. Hoe u in de instellingsmodus komt en hoe u de instellingen wijzigt, wordt hier onder beschreven.
-
-
Het wijzigen van de lichtsterkte van het display
-
U kunt de lichtsterkte van het display aan de omgeving aanpassen.
Mogelijk zijn 5 standen. Stand 1 is stan daard.
­Druk ca. 5 seconden op de Super
^
frost - toets.
-
Menu-symbool X gaat branden; de in stellingsmodus is nu geactiveerd. Vergrendelingssymbool 0 gaat knippe­ren.
^ Druk nu op de temperatuurtoets om
de lichtsterktefunctie op te roepen.
-
-
-
Vergrendelingssymbool 0 gaat uit en lichtsterkte-symbool I knippert.
^
Druk ter bevestiging kort op de Su perfrost - toets.
Lichtsterkte-symbool s gaat branden.
-
15
Loading...
+ 33 hidden pages