Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor u het toestel installeert en in
gebruik neemt. Zo zorgt u voor uw veiligheid en vermijdt u schade aan
uw toestel.
M.-Nr. 09 201 970nl-BE
Page 2
Inhoud
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen, dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
Delen van de verpakking als bv. folie of
piepschuim kunnen voor kinderen gevaren inhouden. Er bestaat risico van
verstikking! Bewaar deze delen buiten
hun bereik en ruim de verpakking zo
vlug mogelijk op.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functio
neren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde be
handeling kunnen deze stoffen schade
lijk zijn voor de gezondheid en het
milieu. Verwijder het afgedankte appa
raat dan ook nooit met het gewone af
val.
-
-
-
-
-
-
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
-
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
–
uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus
sen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
-
3
Page 4
Opmerkingen omtrent uw veiligheid en
Deze dampkap is niet bestemd voor
Deze dampkap voldoet aan de voor
geschreven veiligheidsvoorschriften.
Door ondeskundig gebruik kunnen
gebruikers echter letsel oplopen en
kan er schade optreden aan de
oven.
Lees deze gebruiksaanwijzing daar
om eerst door voordat u deze
dampkap in gebruik neemt. U vindt
er belangrijke opmerkingen omtrent
uw veiligheid, de montage, het ge
bruik en het onderhoud van de
dampkap. Dat is veiliger voor uzelf
en u voorkomt schade aan het toestel.
~
-
gebruik buiten.
Gebruik voor andere doeleinden is niet
toegelaten. Miele is niet verantwoorde
lijk voor schade die wordt veroorzaakt
door een ander gebruik dan wat hier
wordt vermeld of door foutieve bedie
ning.
Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden
of hun onervarenheid of gebrek aan
kennis niet in staat zijn om deze
dampkap veilig te bedienen, mogen
deze dampkap alleen onder het toe
zicht of de begeleiding van een verantwoordelijk iemand gebruiken.
-
-
-
Bewaar de gebruiksaanwijzing en
geef ze door aan wie het toestel
eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Deze dampkap is bedoeld voor ge-
~
bruik in het huishouden en gelijkaardige
omgevingen zoals
–
in winkels, kantoren en gelijkaardige
werkomgevingen
–
op boerderijen
–
door klanten in hotels, motels,
bed-and-breakfasts en andere
typische woonomgevingen.
Gebruik de dampkap uitsluitend in
~
huishoudelijke context voor het
wegzuigen van kookdampen die ont
staan bij het bereiding van gerechten.
-
Kinderen in het huishouden
Let op kinderen die in de buurt van
~
de dampkap komen. Laat kinderen
nooit met het toestel spelen.
Kinderen jonger dan acht jaar moe-
~
ten uit de buurt van het toestel worden
gehouden, tenzij ze constant in het oog
worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de
~
dampkap alleen maar gebruiken wan
neer hun de bediening ervan zo uitge
legd is dat ze de dampkap veilig kun
nen bedienen. Kinderen moeten de
eventuele risico's van een foutieve be
diening kunnen beseffen.
-
-
-
-
4
Page 5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid en
Bij dampkappen die uitgerust zijn
~
met halogeenlampen, kunnen de
lampen tijdens de werking zeer heet
worden; ook na het uitschakelen blijven
ze nog enige tijd heet. Hou kinderen op
een veilige afstand van de lampen, tot
de lampen voldoende afgekoeld zijn en
er geen enkel verbrandingsgevaar
meer bestaat.
Technische veiligheid
Controleer vóórdat de dampkap
~
wordt gemonteerd of het toestel zicht
baar beschadigd is. Is dat het geval,
neem het toestel dan in geen geval in
gebruik. Een beschadigd toestel kan
uw veiligheid in gevaar brengen!
Vergelijk zeker eerst de aansluitge-
~
gevens (spanning en frequentie) op het
typeplaatje met die van uw elektrische
installatie. Sluit daarna pas uw toestel
aan.
Deze gegevens dienen absoluut overeen te stemmen. Anders treedt er schade op aan uw toestel. Vraag bij twijfel
inlichtingen aan een elektricien.
De elektrische veiligheid van dit toe
~
stel wordt enkel gegarandeerd als u het
op een aardsysteem aansluit dat vol
gens de voorschriften geïnstalleerd is.
Het is heel belangrijk dat aan deze fun
damentele veiligheidsvoorwaarde is
voldaan. Laat de elektrische installatie
in uw woning bij twijfel door een elektri
cien controleren. De fabrikant kan niet
aansprakelijk gesteld worden voor
schade die werd veroorzaakt doordat
de aardleiding onderbroken was of ge
woon ontbrak. Er bestaat in dat geval
onder andere gevaar voor elektrische
schokken.
-
-
Gebruik uw dampkap enkel in ge
~
monteerde toestand. Enkel dan is een
veilige werking gewaarborgd.
Open de ommanteling alleen voor
~
zover de montage- en
reinigingsaanwijzingen dit
voorschrijven. Maak andere onderdelen
van de ommanteling in geen geval
open.
Wanneer u aansluitingen onder span
ning aanraakt of de elektrische en me
chanische constructie wijzigt, kan dat
voor u gevaar opleveren. Het kan ook
tot storingen in de werking van de
dampkap leiden.
Installatiewerken, onderhouds-
~
werken en herstellingen mogen alleen
worden uitgevoerd door vakmensen die
door de fabrikant erkend zijn.
Door ondeskundig uitgevoerde
installatie-, onderhouds- of
herstellingswerken kunnen er voor de
gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan
waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk
kan worden gesteld.
Defecte onderdelen mogen enkel
~
worden vervangen door originele
Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u
zeker dat ze ten volle voldoen aan de
eisen die Miele qua veiligheid stelt.
-
-
-
-
-
-
5
Page 6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid en
Tijdens installatie-, onderhouds- en
~
herstellingswerken moet de dampkap
van het elektriciteitsnet losgekoppeld
zijn. Het toestel is pas stroomloos als
aan een van deze voorwaarden is vol
daan:
De zekeringen in uw zekeringenkast
–
zijn uitgeschakeld.
De schroefzekeringen in uw
–
zekeringenkast zijn helemaal uitge
draaid.
de stekker is uit het stopcontact ge
–
trokken.
Bij aansluiting via een stekker: trek
niet aan de kabel, maar aan de stekker.
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
~
geen stopcontactenblokken of
verlengkabels om de dampkap aan te
sluiten. Die bieden niet voldoende veiligheidsgaranties. Er bestaat onder andere gevaar voor oververhitting.
Bij toestellen met een externe venti-
~
lator (type ...EXT) sluit u beide ele
menten via de verbindingsleiding op el
kaar aan.
Deze toestellen mag u enkel verbinden
met een externe ventilator van Miele.
Deze dampkap mag niet op
~
niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip)
worden gebruikt.
-
-
-
Gelijktijdig gebruik van de dampkap
en verwarmingstoestellen die lucht
uit hetzelfde vertrek nodig hebben
Let op: er bestaat risico op vergifti
ging!
-
Wees uiterst voorzichtig als u de
~
dampkap gelijktijdig met verwarmingstoestellen gebruikt die lucht uit hetzelfde vertrek nodig hebben.
Voorbeelden zijn verwarmingstoestellen
op gas, stookolie, hout of steenkool,
doorstroomtoestellen, boilers, gaskookvlakken en -ovens.
De dampkap - als ze met luchtafvoer of
met een externe ventilator werkt - zuigt
immers uit de keuken alsook uit de ver
trekken ernaast lucht weg.
Zonder voldoende luchttoevoer ontstaat
er onderdruk. Het vuur krijgt daardoor
te weinig verbrandingslucht. En de ver
branding zal daar nadeel van
ondervinden.
-
-
-
Door de zuigkracht van de dampkap
kunnen er giftige uitlaatgassen van het
verwarmingstoestel uit de schoorsteen
terugstromen in de woning. Dit is le
vensgevaarlijk!
6
-
Page 7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid en
U vermijdt risico's als er bij gelijktijdig
gebruik van de dampkap en van een
verwarmingstoestel waarvoor lucht uit
hetzelfde vertrek is vereist een onder
druk wordt bereikt van maximaal 4 Pa
(0,04 mbar). Hierdoor verhindert u na
melijk dat er uitlaatgassen uit het ver
warmingstoestel worden teruggezogen.
U kunt daarvoor zorgen door lucht voor
de verbranding aan te voeren via niet-
-afsluitbare openingen, bijv. in deuren
en vensters.
Let erop dat de diameter van de lucht
toevoeropening voldoende groot is.
Luchttoevoer- en afvoerkastjes alleen
waarborgen gewoonlijk nog geen af
doende luchttoevoer.
-
-
-
-
-
,
Bij de beoordeling moet u
steeds rekening houden met de
globale ventilatietoestand van de
woning. In geval van twijfel neemt u
het best contact op met een er
kende schoorsteenveger.
Gebruikt u de dampkap met luchtcircu
latie, dan kunt u de dampkap gerust te
gelijk met verwarmingstoestellen ge
bruiken die lucht uit hetzelfde vertrek
nodig hebben.
-
-
-
-
7
Page 8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid en
Veilig gebruik
Maak onder de dampkap nooit iets
~
klaar met open vlam: grillen met open
vlam alsook flamberen is verboden.
Een ingeschakelde dampkap zuigt de
vlammen in de filter. Door het opgezo
gen kookvet bestaat er brandgevaar!
Bij gebruik van de dampkap boven
~
een gaskookvlak moet u erop letten dat
er altijd kookgerei staat op branders die
in gebruik zijn. Schakel het gaskookvlak
uit telkens als u kookgerei voor korte
tijd van het gaskookvlak wegneemt.
Regel de vlam zodanig dat deze in
geen geval boven het kookgerei uitsteekt.
Zorg ervoor dat u het kookgerei niet
overmatig verhit (bijv. bij het koken met
een wok).
Door de te sterke hitte kan de dampkap
schade oplopen.
Schakel uw dampkap in telkens als
~
een kookzone in gebruik is.
Als de dampkap niet ingeschakeld is,
kan er zich condenswater vormen. Hier
door kan het toestel corrosieschade op
lopen.
-
Gebruik de dampkap nooit zonder
~
vetfilters.
Zo vermijdt u dat er zich vet en vuil af
zet in het toestel. Als u dit niet doet, zou
het toestel na verloop van tijd niet meer
goed functioneren.
De filters dient u geregeld te reini
~
gen of te vervangen.
Een verzadigde filter vergroot het
brandrisico! Zie "Reiniging en onder
houd".
Hou ermee rekening dat de
~
dampkap bij het koken door de
opstijgende hitte erg warm kan worden.
Raak de ommanteling en de vetfilters
pas aan wanneer de dampkap is afgekoeld.
Gebruik in geen geval een stoomrei-
~
niger om de dampkap te reinigen.
De stoom kan op onderdelen van de
dampkap terechtkomen die onder
spanning staan en zo een kortsluiting
veroorzaken.
-
-
-
-
-
Als u met olie of vet kookt, dient u
~
uw kookpan of friteuse voortdurend in
het oog te houden. Dat geldt ook voor
elektrische grilltoestellen.
Door oververhitting kunnen olie en vet
ontvlammen en de dampkap in brand
zetten.
8
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid en
Veilige montage
Controleer in de gegevens van de
~
fabrikant van het gebruikte kooktoestel
of het gebruik van een dampkap boven
het kooktoestel mogelijk is.
Tenzij de fabrikant van het kooktoe
~
stel grotere veiligheidsafstanden heeft
voorgeschreven, moeten tussen het
kooktoestel en de onderkant van de
dampkap de afstanden in acht worden
genomen die in de rubriek "Afmetingen
van het toestel" worden vermeld.
Gebruikt u verschillende kooktoestellen
onder de dampkap en is de veiligheidsafstand telkens anders, kies dan de
grootste opgegeven afstand.
Boven ovens of fornuizen die met
~
vaste brandstof worden verwarmd, mag
u geen dampkap monteren.
Gebruik voor de luchtafvoerleiding
~
enkel buizen of slangen van onbrandbaar materiaal. Die zijn bij uw Miele-
-handelaar of via de Service After Sales
van Miele verkrijgbaar.
-
Hulpstukken en toebehoren
Alleen toebehoren dat Miele uitdruk
~
kelijk heeft goedgekeurd, mag worden
gemonteerd of ingebouwd. Worden er
andere onderdelen gemonteerd of in
gebouwd, dan vervalt het recht op ga
rantie en/of de productaansprakelijk
heid.
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die ontstaan is doordat
deze veiligheidsrichtlijnen niet in
acht werden genomen.
-
-
-
-
De lucht mag niet worden afgevoerd
~
via een in gebruik zijnde schoorsteen
voor rook of uitlaatgassen. Laat de
lucht ook niet afvoeren in een kanaal
dat dient om vertrekken te verluchten
waar verwarmingstoestellen opgesteld
staan.
Als de lucht moet worden afgevoerd
~
via een niet meer in gebruik zijnde
schoorsteen, hou dan rekening met de
plaatselijk geldende voorschriften.
9
Page 10
Beschrijving van het toestel
10
Page 11
Beschrijving van het toestel
a Telescopische buis
b Uitlaatrooster
(enkel bij werking met luchtcirculatie)
c Schouw
d Luifel
e Bedieningselementen
f Kookvlakverlichting
g Vetfilters
h Reukfilter
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren bij
werking met luchtcirculatie
i Aanzuigvlakken
j Toets voor de
kookvlakverlichting
Hiermee kunt u de kookvlakverlichting
in- en uitschakelen en dimmen.
k Toets aan/uit voor de ventilator
l Toetsen om het
ventilatievermogen in te stellen
m Toets om het toestel te laten na
werken
Hiermee kunt u de dampkap na het
kookproces nog laten draaien. U kunt
het toestel na 5 of 15 minuten automa
tisch laten uitschakelen.
-
-
n Vetfiltertoets
Het lampje bij de vetfiltertoets gaat aan
wanneer de vetfilters moeten gereinigd
worden.
Met deze toets kunt u de bedrijfsuren
teller na het reinigen van de vetfilters
steeds weer op zijn beginstand terug
zetten; zie "Reiniging en onderhoud".
Bovendien kunnen de bedrijfsuren op
gevraagd en gewijzigd worden.
Bovendien kunnen de bedrijfsuren op
gevraagd en gewijzigd worden.
o Reukfiltertoets
Het lampje bij de toets gaat aan als de
reukfilter, die bij werking met luchtcirculatie wordt gemonteerd, aan vervanging
toe is. Daartoe moet de bedrijfsurenteller geactiveerd worden wanneer u het
toestel voor de eerste keer gebruikt.
Met deze toets kunt u de bedrijfsurenteller na de vervanging van de reukfilter
steeds weer op zijn beginstand terugzetten; zie "Reiniging en onderhoud".
Bovendien kunnen de bedrijfsuren op
gevraagd en gewijzigd worden.
-
-
-
-
-
Hoe u de functies bedient, vindt u in
de rubriek "Bediening".
11
Page 12
Hoe werkt uw toestel?
Uw dampkap werkt
. . . met luchtafvoer naar bui
-
ten:
De aangezogen lucht wordt door de
vetfilters gereinigd en naar buiten afge
voerd.
Is het luchtafvoersysteem ter plaatse
niet uitgerust met een terugslagklep?
Maak dan gebruik van de bijgeleverde
terugslagklep. Die wordt in de
afvoermond gemonteerd.
Er kan dan geen buitenlucht naar binnen noch binnenlucht naar buiten stromen als de dampkap uitgeschakeld is.
Als u het toestel uitschakelt, is de klep
dicht.
Zodra u het toestel inschakelt, gaat de
klep open. Zo kan de keukendamp on
gehinderd naar buiten.
. . . met luchtcirculatie:
(met ombouwset en reukfilter is mits
toeslag verkrijgbaar (zie "Technische
gegevens")
De aangezogen lucht wordt door de
vetfilters en daarnaast nog door een
reukfilter gezuiverd. Via openingen in
het telescopische deel van het toestel
komt de lucht weer in de keuken te
recht.
Deze reukfilter is mits toeslag verkrijgbaar (zie "Technische gegevens"). Als u
de dampkap met luchtcirculatie gebruikt, controleer dan of de reukfilter gemonteerd is. Zie rubriek "Reiniging en
onderhoud".
. . . met een externe ventilator:
(Toestellen uit de modelreeks ...EXT)
-
12
Bij dampkappen die geschikt zijn om te
werken met een externe ventilator,
wordt de afzuigventilator in een vertrek
naar uw keuze gemonteerd.
De externe ventilator wordt door een
besturingsleiding met de dampkap ver
bonden. U kunt hem via het bedienings
paneel van de dampkap bedienen.
-
-
Page 13
Miele|home
Con|ctivity
Deze dampkap kan communiceren met
een ander toestel.
Met de communicatiemodule
XKM 2000 DA a, die mits toeslag verkrijgbaar is, kan de dampkap automatisch worden bestuurd en wordt de ventilator afhankelijk van de ingestelde vermogensstanden voor de kookzones van
een niet-gecombineerd elektrisch kookvlak van Miele automatisch op een bepaalde stand gezet.
Om beide toestellen met elkaar te kun
nen laten communiceren, moet ook het
kookvlak met de bijhorende communi
catiemodule b zijn uitgerust.
-
-
Wanneer u het kookvlak inschakelt,
–
worden de kookvlakverlichting en de
ventilator van de dampkap automa
tisch ingeschakeld.
Terwijl u kookt, kiest de dampkap af
–
hankelijk van het aantal ingescha
kelde kookzones en de ingestelde
vermogensstanden de geschikte
ventilatorstand.
Wanneer u klaar bent met koken,
–
worden de ventilator en de kookvlak
verlichting automatisch uitgescha
keld na de luchtafzuiging achteraf.
Voor meer informatie over de werking
raadpleegt u de gebruiksaanwijzing
van de communicatiemodule
XKM 2000 DA.
De communicatiemodule wordt in de
dampkap vlak bij de ventilator gemonteerd en aangesloten op de besturing
van de dampkap.
De montage moet worden uitgevoerd door een technicus van de
Service After Sales van Miele of
door een elektricien.
-
-
-
-
-
Het kookvlak brengt de informatie over
de ingeschakelde kookzones en de in
gestelde vermogensstanden via het
elektriciteitsnet (Powerline) c over naar
de dampkap.
-
13
Page 14
Bediening
De ventilator inschakelen
Druk op de toets Aan/Uit.
^
De ventilator wordt in stand "II" inge
schakeld.
Het controlelampje gaat aan.
Voor een normaal kookproces gebruikt
u, naar gelang van de intensiteit van de
kookdamp, de standen "I" tot "III".
Intensieve stand
Automatische uitschakeling van de
intensieve stand
U kunt de intensive stand zo instellen
dat de ventilator na 10 minuten altijd
automatisch terugkeert naar stand "III".
De ventilator en de verlichting van
^
het kookvlak moeten daartoe uitge
schakeld zijn.
Druk gedurende ongeveer 10 secon
^
den op de toets voor de
nawerkfunctie. Het eerste lampje van
de indicator voor de ventilatorstand
gaat aan.
^ Druk daarna achtereenvolgens op
–
de toets voor de verlichting
-
-
Schakel bij het begin van een braad
proces of bij een kookproces met
sterke geurontwikkeling even de inten
sieve stand "IV" in.
14
-
-
–
de toets "-" en opnieuw op
–
de toets voor de verlichting
Page 15
Bediening
Als de automatische uitschakeling niet
geactiveerd is, knipperen de controle
lampjes van ventilatorstanden "I" en "IV".
Om de automatische uitschakeling te
^
activeren, drukt u op de toets "+".
De controlelampjes van de
ventilatorstanden "I" en "IV" blijven
branden.
Om te desactiveren drukt u op de
toets "-".
^ Bevestig het proces met de toets
voor de nawerkfunctie.
Bevestigt u niet binnen de 4 minuten na
het instellen, dan neemt het toestel de
"oude" instelling over.
-
De dampkap laten nawerken
Zowel bij werking met luchtafvoer als
met luchtcirculatie is het raadzaam om
de ventilator na het koken nog enkele
minuten te laten werken.
Op die manier wordt de lucht in de keu
ken van overgebleven dampen en
geurtjes gezuiverd.
Met de nawerkfunctie wordt de ventila
tor na een bepaalde tijd automatisch
uitgeschakeld.
^ Om het toestel te laten nawerken,
drukt u op de toets voor de
nawerkfunctie terwijl de ventilator in
werking is.
– 1 x drukken: de ventilator wordt na 5
minuten uitgeschakeld (linkerlampje)
– 2 x drukken: de ventilator wordt na
15 minuten uitgeschakeld
(rechterlampje)
-
-
Druk nog eens op de toets voor de
nawerkfunctie om de functie uit te scha
kelen.
De ventilator wordt niet automatisch uit
geschakeld.
De ventilator uitschakelen
^
Schakel de ventilator uit met de toets
Aan/Uit.
Het controlelampje gaat uit.
-
-
15
Page 16
Bediening
De kookvlakverlichting
inschakelen
De ventilator hoeft niet aan te zijn om
de verlichting in of uit te schakelen.
Druk kort op de rechter toets voor de
^
verlichting.
Het controlelampje gaat aan.
De kookvlakverlichting wordt in de
helderste stand ingeschakeld.
De kookvlakverlichting
dimmen
U kunt de lichtsterkte naar wens instellen.
^ Schakel daartoe de verlichting in en
hou de rechter toets voor de verlichting ingedrukt.
De lichtsterkte neemt langzamerhand
af tot u de toets loslaat.
De verlichting uitschakelen
Druk op de toets voor de verlichting
^
om het licht weer uit te doen.
Het controlelampje gaat uit.
Automatisch uitschakelen met het
oog op de veiligheid
Bedient u de ingeschakelde dampkap
10 uur lang niet, dan schakelt de venti
lator zichzelf uit. Het licht blijft wel aan.
^ Om de ventilator weer aan te zetten
drukt u op de toets aan/uit.
-
^
Als u de toets opnieuw ingedrukt
houdt, neemt de lichtsterkte weer toe
tot u de toets loslaat.
Houdt u de toets ingedrukt, dan wordt
er voortdurend afgewisseld tussen een
hoge en een lage lichtsterkte.
16
Page 17
Bediening
Bedrijfsurenteller
De tijd dat de dampkap in werking is
wordt in het geheugen van het toestel
opgeslagen.
De bedrijfsurenteller geeft aan wanneer
de vetfilters of de reukfilter moeten wor
den gereinigd of vervangen.
De bedrijfsurenteller voor de vetfil
ters terug in zijn beginstand brengen
Na het verstrijken van een bedrijfsduur
van 30 uur of een vooraf instelde bedrijfsduur gaat het controlelampje bij de
vetfiltertoets aan. Dit betekent dat de
vetfilters moeten worden schoongemaakt.
De bedrijfsurenteller dient u nadien
weer in zijn beginstand te plaatsen.
^
Hou daartoe de vetfiltertoets ca. 3
seconden ingedrukt terwijl de ventila
tor ingeschakeld is.
Het controlelampje bij de toets gaat uit.
-
De bedrijfsuren van de vetfilters op
vragen
Voor de ingestelde tijd verstreken is,
kunt u aflezen hoeveel procent van de
bedrijfsduur reeds verlopen is.
-
Schakel de ventilator in met de toets
^
Aan/Uit.
^ Hou de vetfiltertoets ingedrukt.
Bij de toets "- / +" knipperen een of
meer controlelampjes.
Bij het uitschakelen van de dampkap of
na een stroomonderbreking blijven de
verstreken bedrijfsuren in het geheugen
van het toestel opgeslagen.
17
Page 18
Bediening
De bedrijfsurenteller voor de vetfil
ters wijzigen
U kunt de bedrijfsurenteller afstemmen
op uw kookgewoontes.
Kies een korte bedrijfsduur als u
–
dikwijls braadt of vaak de friteuse ge
bruikt.
Als u erg vetarm kookt, kunt u een
–
lange bedrijfsduur instellen.
Als u slechts af en toe kookt, kiest u
–
het best een korte bedrijfsduur. Het
verzamelde vet wordt na langere tijd
hard. De vetfilters kunnen dan min
der vlot worden schoongemaakt.
De bedrijfsurenteller voor de vetfilter is
ingesteld op 30 uur. U kunt deze duur
wijzigen; u heeft de keuze uit 20, 30, 40
of 50 uur.
-
-
Het controlelampje van de toets "- / +"
duidt de ingestelde duur aan:
1e lampje van links = 20 uur
2e lampje van links = 30 uur
3e lampje van links = 40 uur
4e lampje von links = 50 uur
Kies met de toetsen "- / +"dege
^
wenste duur.
Bevestig uw keuze met de vetfilter
^
toets.
Nu gaan alle controlelampjes uit.
Bevestigt u niet binnen de 4 minuten
na het instellen, dan neemt het toestel de "oude" gegevens over.
-
-
^
Schakel de ventilator uit met de toets
Aan/Uit.
^
Druk tegelijk op de toets voor de
nawerkfunctie en op de vetfiltertoets.
Het controlelampje bij de vetfiltertoets
en een controlelampje bij de toets "- / +"
knipperen.
18
Page 19
Bedrijfsurenteller voor de reukfilter
activeren/wijzigen
(bij werking met luchtcirculatie)
Monteer de reukfilter als u het toestel
met luchtcirculatie laat werken.
Bediening
Kies met de toetsen "- / +"dege
^
wenste duur.
-
De bedrijfsurenteller voor de reukfilter
werd in de fabriek niet geactiveerd.
Stel de bedrijfsduur voor de luchtcircu
latie volgens uw kookgewoontes in:
^ Schakel de ventilator uit met de toets
Aan/Uit.
^ Druk tegelijk op de toets om het toe-
stel te laten nawerken en op de reukfiltertoets.
Het controlelampje bij de reukfiltertoets
en een controlelampje bij de toets "- / +"
knipperen.
Bevestig uw keuze met de reukfilter
^
toets.
Nu gaan alle controlelampjes uit.
Bevestigt u niet binnen de 4 minuten
na het instellen, dan neemt het toe
stel de "oude" gegevens over.
-
-
Het controlelampje van de toets "- / +"
duidt de ingestelde duur aan:
1e lampje van links = 120 uur
2e lampje van links = 180 uur
3e lampje van links = 240 uur
4e lampje van links = uitgeschakeld
19
Page 20
Bediening
De bedrijfsurenteller voor de reukfil
ter terug in zijn beginstand brengen
Na afloop van de ingestelde bedrijfs
duur gaat het controlelampje bij de
reukfiltertoets aan. Dan dient u de reuk
filter te vervangen.
De bedrijfsurenteller dient u nadien
weer in zijn beginstand te plaatsen.
Hou daartoe de reukfiltertoets ca. 3
^
seconden ingedrukt terwijl de ventilator ingeschakeld is.
Het controlelampje bij de toets gaat uit.
-
Bedrijfsuren voor de reukfilter opvra
gen
Voor de ingestelde tijd verstreken is,
kunt u aflezen hoeveel procent van de
bedrijfsduur reeds verlopen is.
-
Schakel de ventilator in met de toets
^
Aan/Uit.
^ Druk op de reukfiltertoets en hou de
toets ingedrukt.
Bij de toets "- / +" knipperen een of
meer controlelampjes.
-
20
Het aantal knipperende controlelamp
jes stemt overeen met het percentage
verstreken bedrijfsuren.
Bij het uitschakelen van de dampkap of
na een stroomonderbreking blijven de
verstreken bedrijfsuren in het geheugen
van het toestel opgeslagen.
-
Page 21
Reiniging en onderhoud
Maak de dampkap voor elke on
,
derhoudsbeurt stroomloos! Hiertoe
– de zekering op uw elektrische
installatie uitschakelen of
– de schroefzekering van de
elektrische installatie volledig
uitschroeven.
De halogeenlampjes worden
,
tijdens de werking erg heet. Ook na
dat de verlichting uitgeschakeld is
bestaat er nog enige tijd gevaar dat
u zich verbrandt als u ze aanraakt!
U mag de lampjes niet met water
reinigen wanneer ze heet zijn. Hierdoor zouden ze beschadigd raken.
Nadat u ze hebt uitgeschakeld,
wacht u enkele minuten voordat u
ze reinigt.
Ommanteling
Algemeen
De oppervlakken en de bedienings
elementen zijn gevoelig voor kras
sen en kerven. Neem dus de vol
gende opmerkingen in acht omtrent
het reinigen van uw toestel.
^
Reinig alle oppervlakken en de be
dieningselementen enkel met een
vaatdoek, afwasmiddel en warm wa
ter.
^
Wrijf de oppervlakken vervolgens met
een zachte doek droog.
-
-
-
-
-
-
Gebruik rond de bedieningselemen
ten niet te veel water om te ver
mijden dat er vocht in de elektro
nische besturing indringt.
Vermijd
reinigingsmiddelen die soda, zuur,
–
chloor of oplosmiddelen bevaten,
schurende reinigingsmiddelen zoals
–
schuurpoeder of schuurcrème,
afwasschuursponsjes of gebruikte
sponsen waarin restjes schuurmiddel
zitten.
Hou bovendien rekening met de volgende speciale opmerkingen omtrent
de roestvrij stalen ommanteling, de bedieningstoetsen en de glasplaten.
Opmerkingen omtrent het reinigen
van toestellen met een roestvrijstalen
ommanteling
(deze opmerkingen gelden niet voor de
bedieningselementen!)
Om de roestvrijstalen oppervlakken te
reinigen is een niet-schurend reini
gingsmiddel voor roestvrij staal ge
schikt.
Om te vermijden dat de oppervlakken
weer gauw vuil worden, kunt u ook een
onderhoudsmiddel voor roestvrij staal
aanbrengen, dat bij de Technische
Dienst van Miele verkrijgbaar is. Breng
dit middel met een zachte doek gelijk
matig en spaarzaam aan.
-
-
-
-
-
-
21
Page 22
Reiniging en onderhoud
Opmerkingen over de bedieningstoet
sen
De bedieningstoetsen kunnen ver
kleuren of wijzigingen ondergaan als
het vuil er langere tijd op intwerkt.
Verwijder vuil daarom direct.
Neem bij het reinigen ook de algemene
opmerkingen in deze rubriek in acht.
Gebruik geen reinigingsmiddelen
voor roestvrij staal om de bedie
ningstoetsen te reinigen.
Aanzuigvlakken en vetfilter
De aanzuigvlakken en de vetfilter in het
toestel nemen de vaste bestanddelen
van de kookdampen op (vet, stof e.d.).
Ze verhinderen daardoor dat het toestel
vuil wordt. Er is een opnieuw te gebruiken metalen vetfilter ingebouwd.
-
-
-
De aanzuigvlakken pas enige tijd na
het uitschakelen en afkoelen van de
verlichting afnemen. Als u de
aanzuigvlakken afneemt, kan niet
worden vermeden dat u de lampaf
dekking aanraakt.
om beschadiging aan de filter en
het kookvlak te vermijden, dient u de
vetfilter en de aanzuigvlakken stevig
vast te houden.
-
Maak de aanzuigvlakken en de vetfilter
in elk geval schoon zodra het controle
lampje bij de vetfiltertoets aangaat.
Het verdient aanbeveling de vetfilter om
de3à4weken schoon te maken. Zo
vermijdt u dat het vet gaat vastkoeken.
,
Een erg verzadigde vetfilter ver
groot het brandrisico!
22
-
-
Page 23
Eerst het middelste aanzuigvlak af
^
nemen.
Daartoe het aanzuigvlak eerst onderaan uit de houder trekken, dan bovenaan iets naar achter duwen en
langs onder uitnemen.
Reiniging en onderhoud
De zijdelingse aanzuigvlakken tel
^
kens aan de zijkant vastnemen, uit de
-
onderste houder trekken, iets naar
het midden van het toestel schuiven
en langs onder uitnemen.
-
De zijdelingse aanzuigvlakken niet
aan de onderkant vastnemen. Als
de lampafdekking nog niet afge
koeld is, kunt u zich verbranden.
-
^
Trek de vetfilter aan de greep naar
voor uit.
23
Page 24
Reiniging en onderhoud
De vetfilter met de hand reinigen
Reinig de vetfilter in warm water met
^
een afwasborstel en een niet-agres
sief handafwasmiddel.
Gebruik het handafwasmiddel niet
geconcentreerd.
Niet te gebruiken zijn
kalkoplossende reinigingsmiddelen,
–
schuurpoeder, schuurcrème of
–
agressieve reinigingsmiddelen voor
universeel gebruik.
ovenspray
–
De vetfilter en aanzuigvlakken in de
afwasautomaat reinigen
^ Zet de vetfilter en aanzuigvlakken in-
dien mogelijk rechtop in de onderste
korf. Let erop dat de sproeiarm nog
vrij kan ronddraaien.
^ Reinig de vetfilter en aanzuigvlakken
in een programma van maximaal
65°C. Als u een Miele-afwasautomaat
hebt, kiest u het
Automatic-programma.
Wanneer de aanzuigvlakken en de vet
filter uitgenomen zijn, kunt u de bereik
bare onderdelen van de ommanteling
van vet ontdoen.
Op die manier voorkomt u brandgevaar.
Zet de vetfilter weer op zijn plaats.
^
^ Zet de aanzuigvlakken weer op hun
plaats. Eerst de buitenste segmenten
telkens bovenaan plaatsen, tot tegen
de aanslag naar buiten schuiven en
onderaan vergrendelen.
-
-
^
Gebruik een zacht afwasmiddel voor
afwasautomaten.
Reinigt u de vetfilter in de afwasau
tomaat, dan kan het inwendige filter
oppervlak naargelang het gebruikte
afwasmiddel verkleuren.
Dit schaadt de werking van de vetfil
ter echter niet.
^
Leg de vetfilter na het reinigen nog
op een vochtopnemend voorwerp te
drogen.
24
-
-
-
^
Het middelste aanzuigvlak eerst bo
venaan in de voorziene gleuf steken,
daarna onderaan naar achter
zwenken en vergrendelen.
-
Page 25
Druk na het reinigen ca. 3 seconden
^
op de vetfiltertoets. Daarmee zet u de
bedrijfsurenteller terug in zijn begin
stand.
Het controlelampje bij de toets gaat
dan uit.
Reinigt u de vetfilter en
^
aanzuigvlakken voor de bedrijfsuren
afgelopen zijn, dan kunt u de be
drijfsurenteller terug in zijn begin
stand zetten door ca. 6 seconden op
de vetfiltertoets te drukken.
Reiniging en onderhoud
Aparte tips voor glasplaten
Om de glasplaten te reinigen is een
^
in de handel verkrijgbare glasreiniger
geschikt.
Gebruik geen ovenspray.
–
-
-
-
^ Om de achterzijde van de glasruit te
reinigen, kunt u ze naar voor
zwenken. Daartoe de glasruit voorbij
de weerstand naar voor in verticale
positie trekken.
Als de glasruit niet naar voor kan
worden gezwenkt, wer de transportbeveiliging tijdens de montage
eventueel niet losgemaakt. Raad
pleeg de montagehandleiding.
^
Na de reiniging de glasruit weer
voorzichtig voorbij de weerstand naar
achter zwenken.
-
25
Page 26
Reiniging en onderhoud
Reukfilter
Bij werking met luchtcirculatie dient u
niet enkel de vetfilter maar ook een
reukfilter te monteren. Deze filter houdt
de geuren tegen die tijdens het koken
ontstaan.
Hij wordt in de luifel boven de vetfilter
geplaatst.
Deze reukfilter is bij uw Miele-hande
laar of bij de Technische Dienst van
Miele verkrijgbaar.
Het type en de aanduiding vindt u in
de rubriek "Technische gegevens".
^ Om de reukfilter te monteren of te
vervangen, moet u eerst de vetfilter
uitnemen zoals tevoren beschreven.
^ Neem de reukfilter uit de verpakking.
Als u de reukfilter voor het eerst mon
teert:
Stel de bedrijfsurenteller in volgens
^
uw kookgewoontes; zie rubriek "Be
diening".
Vervang de reukfilter telkens als
-
het controlelampje bij de reukfilter
–
toets aangaat
of
– de geuren niet meer voldoende wor-
den tegengehouden.
U doet er goed aan de reukfilter uiterlijk
om de 6 maanden te vervangen.
De gebruikte reukfilter mag u met het
huisvuil meegeven.
^ Druk na het vervangen van de reukfil-
ter ca. 3 seconden op de reukfiltertoets. Daarmee zet u de bedrijfsuren
teller terug in zijn beginstand.
Het controlelampje van de reukfilter
gaat uit.
-
-
-
-
^
Schuif de reukfilter in boven de ge
leider van de vetfilter.
^
Breng de vetfilter en de
aanzuigvlakken weer aan.
26
^
-
Vervangt u de reukfilter voordat de
bedrijfsuren afgelopen zijn, dan kunt
u de bedrijfsurenteller terug in zijn
beginstand zetten door ca. 6 secon
den lang op de reukfiltertoets te druk
ken.
-
-
Page 27
Halogeenlampen vervangen
Koppel de dampkap los van het elek
^
triciteitsnet. Daartoe
de stekker van het toestel uit het
–
stopkontact uitrekken, of
de zekering van de elektrische
–
installatie uitschakelen, of
de schroefzekering van de
–
elektrische installatie volledig uitschroeven.
De halogeenlampjes worden
,
tijdens de werking erg heet. Ook na
dat de verlichting uitgeschakeld is
bestaat er nog enige tijd gevaar dat
u zich verbrandt als u ze aanraakt.
Wacht daarom enkele minuten voordat u het halogeenlampje verwijdert.
Reiniging en onderhoud
Om schade aan de verlichtingson
derdelen en het kookvlak te ver
mijden, de lampafdekking en de ha
logeenlampen goed vasthouden.
-
^ Trek de halogeenlamp uit de fitting.
^ Plaats de nieuwe halogeenlamp in de
fitting en duw ze voorzichtig vast.
Halogeenlampje: 20 W, fittingG4met
zijdelingse reflector, (dat bij de Technische Dienst van Miele verkrijgbaar is).
-
-
-
^
De lampafdekking afnemen. Daartoe
de bevestigingsschroeven links en
rechts een stukje losdraaien, de
lampafdekking loshaken en langs on
der afnemen.
Let erop dat de halogeenlamp over
een zijreflector beschikt.
De halogeenlamp moet met de re
flector omhoog worden geplaatst,
zodat het licht omlaag wordt gericht.
^
De lampafdekking weer monteren.
-
-
27
Page 28
Afmetingen van het toestel
1) luchtafvoer naar buiten
2) luchtcirculatie
3) luchtuitlaat bij naar boven gemonteerde luchtcirculatie
28
4) en 5) installatieplaatsen;
bij luchtcirculatie enkel 4)
plaatsen op muur of plafond voor de
openingen van de luchtafvoer naar buiten, voor de montage van het stopcontact en bij toestellen van de modelreeks
...EXT voor de verbindingskabel naar
de externe ventilator.
Bij werking met luchtcirculatie hoeft u
enkel een stopcontact te monteren.
De diameter van de luchtafvoeraansluiting C bedraagt 150 mm, met ver
loopmof C 125 mm.
-
-
Page 29
Afstand tussen kookvlak en
dampkap (S)
Als de fabrikant van het kooktoestel
geen grotere veiligheidsafstanden
heeft opgegeven, moet tussen het
kooktoestel en de onderkant van de
glasruit van de dampkap een veilig
heidsafstand van minstens 350 mm
worden aangehouden.
Meer informatie vindt u in de rubriek
"Opmerkingen omtrent uw veilig
heid".
Hou bij de keuze van de
–
montagehoogte rekening met uw
lichaamslengte. U moet vlot aan het
kookvlak kunnen werken en de
dampkap perfect kunnen bedienen.
– Hou er rekening mee dat hoe groter
afstand tussen de dampkap en de
kookplaat is, hoe minder gemakkelijk
de kookdampen worden opgenomen.
-
Afmetingen van het toestel
-
–
Als de bovenkant van het telesco
pische deel tegen het plafond wordt
gemonteerd, dient u bij de keuze van
de montagehoogte rekening te hou
den met de hoogte van het toestel.
-
-
29
Page 30
Montage
Montagemateriaal
30
Page 31
a 3 vellen montagebeveiliging
voor de montage van de schouw.
Montage
b 1 luchtafvoertuit voor een luchtaf
voerleiding C 150 mm.
c 1 verloopmof
voor een luchtafvoerleiding C van
125 mm.
d 1 terugslagklep
om in de luchtuitlaattuit van de motor
in te bouwen (niet bij werking met
luchtcirculatie).
e Telescopeerbare wandsteunplaat
om de dampkap aan de muur te be
vestigen.
f Gasdrukveer
om de glasplaat open te klappen.
g Adapter voor werking met circula-
tie
bevat het bochtstuk, de aluminium
slang en slangklemmen (niet bijgeleverd, mits toeslag verkrijgbaar toebehoren, zie "Technische gegevens").
-
8 schroeven5x60mmen
8 pluggen8x50mm
voor de bevestiging van de platen en
de toesteleenheid.
De schroeven en pluggen zijn
,
geschikt voor massief metselwerk.
Gebruik voor andere muurconstruc
ties de gepaste bevestigingsmidde
len.
Zorg ervoor dat de muur draag
krachtig genoeg is.
-
2 kartelmoeren M 6
om het toestel te bevestigen.
8 schroevenM4x16mm
voor de bevestiging van de luifel en van
de filterkast
-
-
-
Montagehandleiding
1 hefboompje
voor de demontage van de schouw.
31
Page 32
Montage
Lees eerst de rubrieken "Afmetingen
van de toestellen" en "Opmerkingen
voor uw veiligheid" voor u de
dampkap gaat monteren.
Vooral bij gelijktijdig gebruik van de
dampkap en een verwarmingstoe
stel dat lucht uit hetzelfde vertrek
nodig heeft, bestaat er soms risico
op vergiftiging!
Montagehandleiding
De dampkap demonteren
Als u het toestel dient te demonteren,
ga dan in omgekeerde volgorde te
werk van de beschrijving in de monta
geschets.
-
Om het opzetstuk van de schouw weg
te nemen, kunt u het bijgeleverde hef
boompje gebruiken.
-
-
De montage is in de bijgeleverde mon
tageschets beschreven.
Beschermfolie
(Bij toestellen in roestvrij staal)
Ter bescherming tegen transportschade zijn bepaalde onderdelen van de
ommanteling voorzien van een beschermfolie.
^ Verwijder de beschermfolie van de
ommanteling voor u het toestel monteert. De beschermfolie kan zonder
hulpmiddelen worden afgetrokken.
-
^ Schuif het hefboompje tussen het
opzetstuk van de schouw en het telescopische gedeelte en duw het
opzetstuk van de schouw uit zijn ver
grendeling.
-
32
Page 33
U dient absoluut de rubriek "Opmer
kingen omtrent uw veiligheid" in acht
te nemen.
Vooral bij het gelijktijdig gebruiken
van de dampkap en een verwar
mingstoestel dat lucht uit hetzelfde
vertrek nodig heeft, bestaat er soms
gevaar voor vergiftiging!
In geval van twijfel laat u door een
erkende schoorsteenveger controle
ren of een veilig gebruik van de
luchtafvoerleiding gewaarborgd is.
-
Luchtafvoerleiding
Gebruik voor de aansluiting van de
–
-
-
luchtafvoerleiding enkel gladde bui
zen of soepele slangen van onbrand
baar materiaal.
Bij werking met een externe ventilator
–
moet u ervoor zorgen dat de luchtaf
voerleiding voldoende stijf is. De ex
terne ventilator kan voor een onder
druk zorgen, die tot vervorming van
de luchtafvoerleiding leidt.
Om een maximaal luchtafvoervermogen
te halen en het geruis te beperken,
dient u de volgende punten in acht te
nemen:
– De diameter van de luchtafvoerlei-
ding mag niet kleiner zijn dan
150 mm.
– Als platte luchtafvoerbuizen worden
gebruikt, mag de diameter niet
kleiner zijn dan de diameter van de
luchtafvoertuit.
-
-
-
-
-
– De luchtafvoerleiding dient zo kort en
recht mogelijk te zijn.
–
Gebruik alleen wijde bochten.
–
De luchtafvoerleiding mag niet wor
den geknikt of samengedrukt.
–
Zorg ervoor dat alle verbindingen
vast en dicht zijn.
–
Als u de luchtafvoerleiding horizon
taal aanlegt, moet u zorgen voor een
verval van minstens 1 cm per meter.
Zo kan er geen condenswater in de
dampkap lopen.
-
-
33
Page 34
Luchtafvoerleiding
Wordt de lucht naar buiten afge
–
voerd, dan kunt u het best een teles
copisch muurkastje of een
dakdoorvoer (mits toeslag verkrijg
baar toebehoren) installeren.
Voert u de lucht af via een schoor
–
steen, richt de luchtafvoerleiding dan
in de richting waarin de lucht wordt
afgevoerd.
Belangrijk!
Als de luchtafvoerleiding door koele
vertrekken, zolders e.d. wordt aangelegd, kan er tussen de afzonderlijke
vertrekken een groot temperatuurverschil ontstaan. Hierdoor kan er condenswater ontstaan. In zo'n geval dient
u de luchtafvoerleiding voldoende te
isoleren.
-
-
-
Condenswaterstop
(mits toeslag verkrijgbaar)
Niet alleen zorgt u best voor een aangepaste isolatie van de luchtafvoerleiding, het is ook raadzaam een condenswaterstop te installeren. Die vangt
het eventuele condenswater op en doet
het verdampen. De condenswaterstop
is voor luchtafvoerleidingen van
C 125 mm of C 150 mm verkrijgbaar.
Installeer de condenswaterstop lood
recht en, indien mogelijk, zo dicht mo
gelijk boven de luchtafvoertuit van de
dampkap. De pijl op de buitenkant
geeft de luchtafvoerrichting aan.
-
-
34
Bij dampkappen die bestemd zijn om
op een externe ventilator (type ...EXT)
te worden aangesloten, is de condens
waterstop in het toestel ingebouwd.
-
Page 35
Luchtafvoerleiding
Geluidsdemper
(mits toeslag verkrijgbaar)
In de luchtafvoerleiding kan een
geluidsdemper worden gemonteerd.
Deze zorgt voor bijkomende
geluidsdemping.
...bij werking met luchtafvoer:
De geluidsdemper dempt de geluiden
van de ventilator, zowel de
ventilatorgeluiden naar buiten toe als
de buitengeluiden die via de luchtaf
voerleiding in de keuken komen (bijv.
straatlawaai).
Hiertoe wordt de geluidsdemper zo
dicht mogelijk bij de luchtafvoertuit a
gemonteerd.
...bij werking met luchtcirculatie:
De geluidsdemper wordt gemonteerd
tussen de luchtafvoertuit en het bocht
stuk b. De inbouwruimte moet van geval tot geval worden gecontroleerd.
...bij werking met luchtafvoer via een
externe ventilator:
Om ventilatorgeluiden in de keuken te
minimaliseren, moet de geluidsdemper
indien mogelijk voor de externe ventilator worden gemonteerd c, bij een
lange luchtafvoerleiding bij de luchtafvoertuit van de dampkap d.
-
-
Als een externe ventilator in het huis is
geïnstalleerd, kunt u de
ventilatorgeluiden naar buiten toe ver
minderen door een geluidsdemper na
de externe ventilator e te monteren.
De werking verbetert wanneer twee
geluidsdempers na elkaar worden
gemonteerd. Dit geldt voor alle func
ties.
-
-
35
Page 36
Elektrische aansluiting
De aansluiting van uw apparaat op
het stroomnet kunt u het best aan
een bevoegd elektricien toevertrou
wen. Die dient de plaatselijke regle
mentering te kennen en nauwgezet
te volgen.
Door ondeskundige installatie- en
onderhoudswerken kunnen er niet te
onderschatten risico's ontstaan voor
de gebruiker. Daarvoor kan de fabri
kant niet aansprakelijk worden ge
steld.
De dampkap mag alleen aangesloten
worden op een AC 230V~50Hzstopcontact dat volgens de voorschriften geaard en geïnstalleerd is.
De elektrische installatie moet volgens
VDE 0100 uitgevoerd zijn!
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomschakelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
-
-
-
-
Daartoe behoren LS-schakelaars, zeke
ringen en contactsluiters (EN 60335).
De vereiste aansluitgegevens vindt u
op het typeplaatje. Dit is zichtbaar na
het afnemen van de aanzuigvlakken.
Ga na of deze gegevens overeenstem
men met de spanning en de frequentie
van het net.
-
-
Voer de aansluiting bij voorkeur via een
stopcontact uit. Dit vergemakkelijkt im
mers eventuele tussenkomsten van de
technische dienst. Het stopcontact
moet nog toegankelijk zijn als het toe
stel ingebouwd is.
Is het stopcontact voor de gebruiker na
het inbouwen niet meer toegankelijk of
is er een vaste aansluiting voorzien,
dan moet die voor elke fase met een
stroomonderbreker uitgerust zijn. Als
stroomonderbrekers kunnen er scha
kelaars worden gebruikt met een con
tactopening van meer dan 3 mm.
36
-
-
-
-
Page 37
Werking met stuurmodule DSM 400
Om de dampkap met andere compo
nenten te combineren, is als toebeho
ren een Miele stuurmodule DSM 400
verkrijgbaar.
Deze biedt de volgende mogelijkhe
den:
Potentiaalvrije aansluiting
Deze dient voor het bedienen van een
tweede toestel met behulp van de aan
-uittoets s van de dampkap.
-
De componenten van de centrale afzui
ging worden niet geleverd door Miele.
-
Neem in elk geval contact op met
een erkende schoorsteenveger.
Aansluiting van een lichtschakelaar
Met de stuurmodule kunt u de ver
lichting van de dampkap ook inscha
kelen en dimmen via een lichtschake
laar die in uw elektrische installatie
geïntegreerd is.
Montage
-
-
-
-
Het potentiaalvrije contact van de
DSM 400 a kan bijvoorbeeld in een
dampkap van de reeks ...EXT worden
gemonteerd die op een centrale afzui
ging is aangesloten.
Het contact kan worden gebruikt om
een elektrisch bediende afsluitklep b
te bedienen, die zich vóór de centrale
afzuiging c bevindt.
De stuurmodule wordt na de demon
tage van de schoorsteen op de
ventilatoreenheid gemonteerd.
Om de stuurmodule te montern is
een steunplaat nodig. Het is als toe
behoren mits toeslag verkrijkbaar
(M.-Nr. 8363350).
-
De elektrische aansluiting van com
ponenten op de stuurmodule moet
worden uitgevoerd door een
elektro-installateur.
-
-
-
37
Page 38
Technische dienst
Neem bij storingen die u niet zelf kan
oplossen, contact op
met uw Miele-handelaar
–
of
met de Technische Dienst van Miele.
–
Het adres en de telefoonnummers van
onze technische dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het toesteltype en
-nummer op. Beide gegevens vindt u
op het typeplaatje. Dat wordt zichtbaar
nadat u de aanzuigvlakken hebt
weggenomen.
Duur en voorwaarden van de garantie
De duur van de garantie bedraagt
2 jaar.
Meer informatie over de garantievoorwaarden vindt u op de garantie kaart.
38
Page 39
Technische gegevens
Totale aansluitwaarde* ........280W
- Ventilatormotor*.............200W
- Kookvlakverlichting ........4x20W
Netspanning ..............AC230V
Frequentie ..................50Hz
Zekering .....................10A
Gewicht
DA 489-4 ..................34,5 kg
DA 489-4 EXT ..............31,5 kg
Ventilatievermogen* *
Luchtafvoervermogen volgens
EN 61591
luchtafvoersysteem C 150 mm:
Stand I ..................200m
Stand II ..................300m
Stand III .................400m
Intensieve stand ...........640m
3
3
3
3
luchtafvoersysteem C 125 mm:
Stand I ..................180m
Stand II ..................280m
Stand III .................380m
Intensieve stand ...........580m
3
3
3
3
Werking met luchtcirculatie en reukfilter:
Stand I ..................150m
Stand II ..................210m
Stand III .................330m
Intensieve stand ...........490m
3
3
3
3
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
bij werking met luchtcirculatie:
/h
/h
/h
/h
/h
/h
/h
/h
/h
/h
/h
/h
–
Ombouwset DUW 20
–
Reukfilter Miele actieve koolfilter
DKF 12-1
* De aansluitwaarde en het luchtafvoer
vermogen van de toestellen van de
modelreeks ...EXT zijn afhankelijk van
de aangesloten externe ventilator.
Modelreeks ...EXT: Lengte van de ver
bindingsleiding naar de elders ge
-
-
plaatste ventilator ............1,9m
3940414243
Page 40
Page 41
Page 42
Page 43
Page 44
DA 489-4
DA 489-4 EXT
M.-Nr. 09 201 970 / 01nl-BE
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.