Miele DA 489-4, DA 489-4 EXT User Manual [nl]

Page 1
Gebruiks- en montagehandleiding Dampkap
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor u het toestel installeert en in gebruik neemt. Zo zorgt u voor uw veiligheid en vermijdt u schade aan uw toestel.
M.-Nr. 09 201 970nl-BE
Page 2
Inhoud
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Opmerkingen omtrent uw veiligheid en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Beschrijving van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Hoe werkt uw toestel? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Miele|home . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
De ventilator inschakelen............................................14
Een ventilatievermogen kiezen .......................................14
Intensieve stand ................................................14
De dampkap laten nawerken.........................................15
De ventilator uitschakelen ...........................................15
De kookvlakverlichting inschakelen....................................16
De kookvlakverlichting dimmen.......................................16
De verlichting uitschakelen ..........................................16
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Algemeen .....................................................21
Opmerkingen omtrent het reinigen van toestellen met een roestvrijstalen
ommanteling ...................................................21
Aanzuigvlakken en vetfilter ........................................22
Aparte tips voor glasplaten........................................25
Halogeenlampen vervangen .........................................27
Afmetingen van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Afstand tussen kookvlak en dampkap (S) ............................29
Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Luchtafvoerleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Werking met stuurmodule DSM 400. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Potentiaalvrije aansluiting .........................................37
Aansluiting van een lichtschakelaar .................................37
Technische dienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
2
Page 3
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen, dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
Delen van de verpakking als bv. folie of piepschuim kunnen voor kinderen ge­varen inhouden. Er bestaat risico van verstikking! Bewaar deze delen buiten hun bereik en ruim de verpakking zo vlug mogelijk op.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio neren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde be handeling kunnen deze stoffen schade lijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte appa raat dan ook nooit met het gewone af val.
-
-
-
-
-
-
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige
-
recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af­danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
­–
uw gemeentebestuur als u uw toestel naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus
­sen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
-
3
Page 4
Opmerkingen omtrent uw veiligheid en
Deze dampkap is niet bestemd voor Deze dampkap voldoet aan de voor geschreven veiligheidsvoorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan de oven.
Lees deze gebruiksaanwijzing daar om eerst door voordat u deze dampkap in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid, de montage, het ge bruik en het onderhoud van de dampkap. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toe­stel.
~
-
gebruik buiten.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten. Miele is niet verantwoorde lijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander gebruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bedie ning.
­Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om deze
­dampkap veilig te bedienen, mogen deze dampkap alleen onder het toe zicht of de begeleiding van een verant­woordelijk iemand gebruiken.
-
-
-
Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Deze dampkap is bedoeld voor ge-
~
bruik in het huishouden en gelijkaardige omgevingen zoals
in winkels, kantoren en gelijkaardige werkomgevingen
op boerderijen
door klanten in hotels, motels, bed-and-breakfasts en andere typische woonomgevingen.
Gebruik de dampkap uitsluitend in
~
huishoudelijke context voor het wegzuigen van kookdampen die ont staan bij het bereiding van gerechten.
-
Kinderen in het huishouden
Let op kinderen die in de buurt van
~
de dampkap komen. Laat kinderen nooit met het toestel spelen.
Kinderen jonger dan acht jaar moe-
~
ten uit de buurt van het toestel worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de
~
dampkap alleen maar gebruiken wan neer hun de bediening ervan zo uitge legd is dat ze de dampkap veilig kun nen bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve be diening kunnen beseffen.
-
-
-
-
4
Page 5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid en
Bij dampkappen die uitgerust zijn
~
met halogeenlampen, kunnen de lampen tijdens de werking zeer heet worden; ook na het uitschakelen blijven ze nog enige tijd heet. Hou kinderen op een veilige afstand van de lampen, tot de lampen voldoende afgekoeld zijn en er geen enkel verbrandingsgevaar meer bestaat.
Technische veiligheid
Controleer vóórdat de dampkap
~
wordt gemonteerd of het toestel zicht baar beschadigd is. Is dat het geval, neem het toestel dan in geen geval in gebruik. Een beschadigd toestel kan uw veiligheid in gevaar brengen!
Vergelijk zeker eerst de aansluitge-
~
gevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van uw elektrische installatie. Sluit daarna pas uw toestel aan. Deze gegevens dienen absoluut over­een te stemmen. Anders treedt er scha­de op aan uw toestel. Vraag bij twijfel inlichtingen aan een elektricien.
De elektrische veiligheid van dit toe
~
stel wordt enkel gegarandeerd als u het op een aardsysteem aansluit dat vol gens de voorschriften geïnstalleerd is. Het is heel belangrijk dat aan deze fun damentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat de elektrische installatie in uw woning bij twijfel door een elektri cien controleren. De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of ge woon ontbrak. Er bestaat in dat geval onder andere gevaar voor elektrische schokken.
-
-
Gebruik uw dampkap enkel in ge
~
monteerde toestand. Enkel dan is een veilige werking gewaarborgd.
Open de ommanteling alleen voor
~
zover de montage- en reinigingsaanwijzingen dit voorschrijven. Maak andere onderdelen van de ommanteling in geen geval open. Wanneer u aansluitingen onder span ning aanraakt of de elektrische en me chanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van de dampkap leiden.
Installatiewerken, onderhouds-
~
werken en herstellingen mogen alleen worden uitgevoerd door vakmensen die door de fabrikant erkend zijn. Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of herstellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk kan worden gesteld.
Defecte onderdelen mogen enkel
~
worden vervangen door originele
­Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u
zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
-
-
-
-
-
-
5
Page 6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid en
Tijdens installatie-, onderhouds- en
~
herstellingswerken moet de dampkap van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Het toestel is pas stroomloos als aan een van deze voorwaarden is vol daan:
De zekeringen in uw zekeringenkast
zijn uitgeschakeld.
De schroefzekeringen in uw
zekeringenkast zijn helemaal uitge draaid.
de stekker is uit het stopcontact ge
trokken. Bij aansluiting via een stekker: trek niet aan de kabel, maar aan de stek­ker.
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
~
geen stopcontactenblokken of verlengkabels om de dampkap aan te sluiten. Die bieden niet voldoende vei­ligheidsgaranties. Er bestaat onder an­dere gevaar voor oververhitting.
Bij toestellen met een externe venti-
~
lator (type ...EXT) sluit u beide ele menten via de verbindingsleiding op el kaar aan. Deze toestellen mag u enkel verbinden met een externe ventilator van Miele.
Deze dampkap mag niet op
~
niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip) worden gebruikt.
-
-
-
Gelijktijdig gebruik van de dampkap en verwarmingstoestellen die lucht uit hetzelfde vertrek nodig hebben
Let op: er bestaat risico op vergifti ging!
-
Wees uiterst voorzichtig als u de
~
dampkap gelijktijdig met verwarmings­toestellen gebruikt die lucht uit hetzelf­de vertrek nodig hebben. Voorbeelden zijn verwarmingstoestellen op gas, stookolie, hout of steenkool, doorstroomtoestellen, boilers, gaskook­vlakken en -ovens. De dampkap - als ze met luchtafvoer of
­met een externe ventilator werkt - zuigt
immers uit de keuken alsook uit de ver trekken ernaast lucht weg. Zonder voldoende luchttoevoer ontstaat er onderdruk. Het vuur krijgt daardoor te weinig verbrandingslucht. En de ver branding zal daar nadeel van ondervinden.
-
-
-
Door de zuigkracht van de dampkap kunnen er giftige uitlaatgassen van het verwarmingstoestel uit de schoorsteen terugstromen in de woning. Dit is le vensgevaarlijk!
6
-
Page 7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid en
U vermijdt risico's als er bij gelijktijdig gebruik van de dampkap en van een verwarmingstoestel waarvoor lucht uit hetzelfde vertrek is vereist een onder druk wordt bereikt van maximaal 4 Pa (0,04 mbar). Hierdoor verhindert u na melijk dat er uitlaatgassen uit het ver warmingstoestel worden teruggezogen.
U kunt daarvoor zorgen door lucht voor de verbranding aan te voeren via niet-
-afsluitbare openingen, bijv. in deuren en vensters. Let erop dat de diameter van de lucht toevoeropening voldoende groot is. Luchttoevoer- en afvoerkastjes alleen waarborgen gewoonlijk nog geen af doende luchttoevoer.
-
-
-
-
-
,
Bij de beoordeling moet u steeds rekening houden met de globale ventilatietoestand van de woning. In geval van twijfel neemt u het best contact op met een er kende schoorsteenveger.
Gebruikt u de dampkap met luchtcircu latie, dan kunt u de dampkap gerust te gelijk met verwarmingstoestellen ge bruiken die lucht uit hetzelfde vertrek nodig hebben.
-
-
-
-
7
Page 8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid en
Veilig gebruik
Maak onder de dampkap nooit iets
~
klaar met open vlam: grillen met open vlam alsook flamberen is verboden. Een ingeschakelde dampkap zuigt de vlammen in de filter. Door het opgezo gen kookvet bestaat er brandgevaar!
Bij gebruik van de dampkap boven
~
een gaskookvlak moet u erop letten dat er altijd kookgerei staat op branders die in gebruik zijn. Schakel het gaskookvlak uit telkens als u kookgerei voor korte tijd van het gaskookvlak wegneemt. Regel de vlam zodanig dat deze in geen geval boven het kookgerei uit­steekt. Zorg ervoor dat u het kookgerei niet overmatig verhit (bijv. bij het koken met een wok). Door de te sterke hitte kan de dampkap schade oplopen.
Schakel uw dampkap in telkens als
~
een kookzone in gebruik is. Als de dampkap niet ingeschakeld is, kan er zich condenswater vormen. Hier door kan het toestel corrosieschade op lopen.
-
Gebruik de dampkap nooit zonder
~
vetfilters. Zo vermijdt u dat er zich vet en vuil af zet in het toestel. Als u dit niet doet, zou het toestel na verloop van tijd niet meer goed functioneren.
De filters dient u geregeld te reini
~
gen of te vervangen. Een verzadigde filter vergroot het brandrisico! Zie "Reiniging en onder houd".
Hou ermee rekening dat de
~
dampkap bij het koken door de opstijgende hitte erg warm kan worden. Raak de ommanteling en de vetfilters pas aan wanneer de dampkap is afge­koeld.
Gebruik in geen geval een stoomrei-
~
niger om de dampkap te reinigen. De stoom kan op onderdelen van de dampkap terechtkomen die onder spanning staan en zo een kortsluiting veroorzaken.
-
-
-
-
-
Als u met olie of vet kookt, dient u
~
uw kookpan of friteuse voortdurend in het oog te houden. Dat geldt ook voor elektrische grilltoestellen. Door oververhitting kunnen olie en vet ontvlammen en de dampkap in brand zetten.
8
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid en
Veilige montage
Controleer in de gegevens van de
~
fabrikant van het gebruikte kooktoestel of het gebruik van een dampkap boven het kooktoestel mogelijk is.
Tenzij de fabrikant van het kooktoe
~
stel grotere veiligheidsafstanden heeft voorgeschreven, moeten tussen het kooktoestel en de onderkant van de dampkap de afstanden in acht worden genomen die in de rubriek "Afmetingen van het toestel" worden vermeld.
Gebruikt u verschillende kooktoestellen onder de dampkap en is de veiligheids­afstand telkens anders, kies dan de grootste opgegeven afstand.
Boven ovens of fornuizen die met
~
vaste brandstof worden verwarmd, mag u geen dampkap monteren.
Gebruik voor de luchtafvoerleiding
~
enkel buizen of slangen van onbrand­baar materiaal. Die zijn bij uw Miele-
-handelaar of via de Service After Sales van Miele verkrijgbaar.
-
Hulpstukken en toebehoren
Alleen toebehoren dat Miele uitdruk
~
kelijk heeft goedgekeurd, mag worden gemonteerd of ingebouwd. Worden er andere onderdelen gemonteerd of in gebouwd, dan vervalt het recht op ga rantie en/of de productaansprakelijk heid.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
-
-
-
-
De lucht mag niet worden afgevoerd
~
via een in gebruik zijnde schoorsteen voor rook of uitlaatgassen. Laat de lucht ook niet afvoeren in een kanaal dat dient om vertrekken te verluchten waar verwarmingstoestellen opgesteld staan.
Als de lucht moet worden afgevoerd
~
via een niet meer in gebruik zijnde schoorsteen, hou dan rekening met de plaatselijk geldende voorschriften.
9
Page 10
Beschrijving van het toestel
10
Page 11
Beschrijving van het toestel
a Telescopische buis
b Uitlaatrooster
(enkel bij werking met luchtcirculatie)
c Schouw
d Luifel
e Bedieningselementen
f Kookvlakverlichting
g Vetfilters
h Reukfilter
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren bij werking met luchtcirculatie
i Aanzuigvlakken
j Toets voor de
kookvlakverlichting
Hiermee kunt u de kookvlakverlichting in- en uitschakelen en dimmen.
k Toets aan/uit voor de ventilator
l Toetsen om het
ventilatievermogen in te stellen
m Toets om het toestel te laten na
werken
Hiermee kunt u de dampkap na het kookproces nog laten draaien. U kunt het toestel na 5 of 15 minuten automa tisch laten uitschakelen.
-
-
n Vetfiltertoets
Het lampje bij de vetfiltertoets gaat aan wanneer de vetfilters moeten gereinigd worden.
Met deze toets kunt u de bedrijfsuren teller na het reinigen van de vetfilters steeds weer op zijn beginstand terug zetten; zie "Reiniging en onderhoud".
Bovendien kunnen de bedrijfsuren op gevraagd en gewijzigd worden.
Bovendien kunnen de bedrijfsuren op gevraagd en gewijzigd worden.
o Reukfiltertoets
Het lampje bij de toets gaat aan als de reukfilter, die bij werking met luchtcircu­latie wordt gemonteerd, aan vervanging toe is. Daartoe moet de bedrijfsurentel­ler geactiveerd worden wanneer u het toestel voor de eerste keer gebruikt.
Met deze toets kunt u de bedrijfsuren­teller na de vervanging van de reukfilter steeds weer op zijn beginstand terug­zetten; zie "Reiniging en onderhoud".
Bovendien kunnen de bedrijfsuren op gevraagd en gewijzigd worden.
-
-
-
-
-
Hoe u de functies bedient, vindt u in de rubriek "Bediening".
11
Page 12
Hoe werkt uw toestel?
Uw dampkap werkt
. . . met luchtafvoer naar bui
-
ten:
De aangezogen lucht wordt door de vetfilters gereinigd en naar buiten afge voerd.
Is het luchtafvoersysteem ter plaatse niet uitgerust met een terugslagklep? Maak dan gebruik van de bijgeleverde terugslagklep. Die wordt in de afvoermond gemonteerd.
Er kan dan geen buitenlucht naar bin­nen noch binnenlucht naar buiten stro­men als de dampkap uitgeschakeld is.
Als u het toestel uitschakelt, is de klep dicht.
Zodra u het toestel inschakelt, gaat de klep open. Zo kan de keukendamp on gehinderd naar buiten.
. . . met luchtcirculatie:
(met ombouwset en reukfilter is mits toeslag verkrijgbaar (zie "Technische gegevens")
De aangezogen lucht wordt door de vetfilters en daarnaast nog door een
­reukfilter gezuiverd. Via openingen in
het telescopische deel van het toestel komt de lucht weer in de keuken te recht.
Deze reukfilter is mits toeslag verkrijg­baar (zie "Technische gegevens"). Als u de dampkap met luchtcirculatie ge­bruikt, controleer dan of de reukfilter ge­monteerd is. Zie rubriek "Reiniging en onderhoud".
. . . met een externe ventilator:
­(Toestellen uit de modelreeks ...EXT)
-
12
Bij dampkappen die geschikt zijn om te werken met een externe ventilator, wordt de afzuigventilator in een vertrek naar uw keuze gemonteerd.
De externe ventilator wordt door een besturingsleiding met de dampkap ver bonden. U kunt hem via het bedienings paneel van de dampkap bedienen.
-
-
Page 13
Miele|home
Con|ctivity
Deze dampkap kan communiceren met een ander toestel.
Met de communicatiemodule XKM 2000 DA a, die mits toeslag ver­krijgbaar is, kan de dampkap automa­tisch worden bestuurd en wordt de ven­tilator afhankelijk van de ingestelde ver­mogensstanden voor de kookzones van een niet-gecombineerd elektrisch kook­vlak van Miele automatisch op een be­paalde stand gezet.
Om beide toestellen met elkaar te kun nen laten communiceren, moet ook het kookvlak met de bijhorende communi catiemodule b zijn uitgerust.
-
-
Wanneer u het kookvlak inschakelt,
worden de kookvlakverlichting en de ventilator van de dampkap automa tisch ingeschakeld.
Terwijl u kookt, kiest de dampkap af
hankelijk van het aantal ingescha kelde kookzones en de ingestelde vermogensstanden de geschikte ventilatorstand.
Wanneer u klaar bent met koken,
worden de ventilator en de kookvlak verlichting automatisch uitgescha keld na de luchtafzuiging achteraf.
Voor meer informatie over de werking raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van de communicatiemodule XKM 2000 DA.
De communicatiemodule wordt in de dampkap vlak bij de ventilator gemon­teerd en aangesloten op de besturing van de dampkap.
De montage moet worden uitge­voerd door een technicus van de Service After Sales van Miele of door een elektricien.
-
-
-
-
-
Het kookvlak brengt de informatie over de ingeschakelde kookzones en de in gestelde vermogensstanden via het elektriciteitsnet (Powerline) c over naar de dampkap.
-
13
Page 14
Bediening
De ventilator inschakelen
Druk op de toets Aan/Uit.
^
De ventilator wordt in stand "II" inge schakeld. Het controlelampje gaat aan.
-
Een ventilatievermogen kiezen
^ Kies met de toetsen "- / +" het ge-
wenste vermogen.
Toets "+" = hoger vermogen Toets "-" = lager vermogen
Voor een normaal kookproces gebruikt u, naar gelang van de intensiteit van de kookdamp, de standen "I" tot "III".
Intensieve stand
Automatische uitschakeling van de intensieve stand
U kunt de intensive stand zo instellen dat de ventilator na 10 minuten altijd automatisch terugkeert naar stand "III".
De ventilator en de verlichting van
^
het kookvlak moeten daartoe uitge schakeld zijn.
Druk gedurende ongeveer 10 secon
^
den op de toets voor de nawerkfunctie. Het eerste lampje van de indicator voor de ventilatorstand gaat aan.
^ Druk daarna achtereenvolgens op
de toets voor de verlichting
-
-
Schakel bij het begin van een braad proces of bij een kookproces met sterke geurontwikkeling even de inten sieve stand "IV" in.
14
-
-
de toets "-" en opnieuw op
de toets voor de verlichting
Page 15
Bediening
Als de automatische uitschakeling niet geactiveerd is, knipperen de controle lampjes van ventilatorstanden "I" en "IV".
Om de automatische uitschakeling te
^
activeren, drukt u op de toets "+". De controlelampjes van de ventilatorstanden "I" en "IV" blijven branden. Om te desactiveren drukt u op de toets "-".
^ Bevestig het proces met de toets
voor de nawerkfunctie.
Bevestigt u niet binnen de 4 minuten na het instellen, dan neemt het toestel de "oude" instelling over.
-
De dampkap laten nawerken
Zowel bij werking met luchtafvoer als met luchtcirculatie is het raadzaam om de ventilator na het koken nog enkele minuten te laten werken. Op die manier wordt de lucht in de keu ken van overgebleven dampen en geurtjes gezuiverd.
Met de nawerkfunctie wordt de ventila tor na een bepaalde tijd automatisch uitgeschakeld.
^ Om het toestel te laten nawerken,
drukt u op de toets voor de nawerkfunctie terwijl de ventilator in werking is.
– 1 x drukken: de ventilator wordt na 5
minuten uitgeschakeld (linkerlampje)
– 2 x drukken: de ventilator wordt na
15 minuten uitgeschakeld (rechterlampje)
-
-
Druk nog eens op de toets voor de nawerkfunctie om de functie uit te scha kelen.
De ventilator wordt niet automatisch uit geschakeld.
De ventilator uitschakelen
^
Schakel de ventilator uit met de toets Aan/Uit.
Het controlelampje gaat uit.
-
-
15
Page 16
Bediening
De kookvlakverlichting inschakelen
De ventilator hoeft niet aan te zijn om de verlichting in of uit te schakelen.
Druk kort op de rechter toets voor de
^
verlichting.
Het controlelampje gaat aan.
De kookvlakverlichting wordt in de helderste stand ingeschakeld.
De kookvlakverlichting dimmen
U kunt de lichtsterkte naar wens instel­len.
^ Schakel daartoe de verlichting in en
hou de rechter toets voor de ver­lichting ingedrukt. De lichtsterkte neemt langzamerhand af tot u de toets loslaat.
De verlichting uitschakelen
Druk op de toets voor de verlichting
^
om het licht weer uit te doen.
Het controlelampje gaat uit.
Automatisch uitschakelen met het oog op de veiligheid
Bedient u de ingeschakelde dampkap 10 uur lang niet, dan schakelt de venti lator zichzelf uit. Het licht blijft wel aan.
^ Om de ventilator weer aan te zetten
drukt u op de toets aan/uit.
-
^
Als u de toets opnieuw ingedrukt houdt, neemt de lichtsterkte weer toe tot u de toets loslaat.
Houdt u de toets ingedrukt, dan wordt er voortdurend afgewisseld tussen een hoge en een lage lichtsterkte.
16
Page 17
Bediening
Bedrijfsurenteller
De tijd dat de dampkap in werking is wordt in het geheugen van het toestel opgeslagen.
De bedrijfsurenteller geeft aan wanneer de vetfilters of de reukfilter moeten wor den gereinigd of vervangen.
De bedrijfsurenteller voor de vetfil ters terug in zijn beginstand brengen
Na het verstrijken van een bedrijfsduur van 30 uur of een vooraf instelde be­drijfsduur gaat het controlelampje bij de vetfiltertoets aan. Dit betekent dat de vetfilters moeten worden schoonge­maakt.
De bedrijfsurenteller dient u nadien weer in zijn beginstand te plaatsen.
^
Hou daartoe de vetfiltertoets ca. 3 seconden ingedrukt terwijl de ventila tor ingeschakeld is.
Het controlelampje bij de toets gaat uit.
-
De bedrijfsuren van de vetfilters op vragen
Voor de ingestelde tijd verstreken is, kunt u aflezen hoeveel procent van de bedrijfsduur reeds verlopen is.
-
Schakel de ventilator in met de toets
^
Aan/Uit.
^ Hou de vetfiltertoets ingedrukt.
Bij de toets "- / +" knipperen een of meer controlelampjes.
Het aantal knipperende controlelamp
­jes stemt overeen met het percentage
verstreken bedrijfsuren.
1 controlelampje = 25 % 2 controlelampjes = 50 % 3 controlelampjes = 75 % 4 controlelampjes = 100 %
-
-
Bij het uitschakelen van de dampkap of na een stroomonderbreking blijven de verstreken bedrijfsuren in het geheugen van het toestel opgeslagen.
17
Page 18
Bediening
De bedrijfsurenteller voor de vetfil ters wijzigen
U kunt de bedrijfsurenteller afstemmen op uw kookgewoontes.
Kies een korte bedrijfsduur als u
dikwijls braadt of vaak de friteuse ge bruikt.
Als u erg vetarm kookt, kunt u een
lange bedrijfsduur instellen.
Als u slechts af en toe kookt, kiest u
het best een korte bedrijfsduur. Het verzamelde vet wordt na langere tijd hard. De vetfilters kunnen dan min der vlot worden schoongemaakt.
De bedrijfsurenteller voor de vetfilter is ingesteld op 30 uur. U kunt deze duur wijzigen; u heeft de keuze uit 20, 30, 40 of 50 uur.
-
-
Het controlelampje van de toets "- / +" duidt de ingestelde duur aan:
­1e lampje van links = 20 uur
2e lampje van links = 30 uur 3e lampje van links = 40 uur 4e lampje von links = 50 uur
Kies met de toetsen "- / +"dege
^
wenste duur.
Bevestig uw keuze met de vetfilter
^
toets.
Nu gaan alle controlelampjes uit.
Bevestigt u niet binnen de 4 minuten na het instellen, dan neemt het toe­stel de "oude" gegevens over.
-
-
^
Schakel de ventilator uit met de toets Aan/Uit.
^
Druk tegelijk op de toets voor de nawerkfunctie en op de vetfiltertoets.
Het controlelampje bij de vetfiltertoets en een controlelampje bij de toets "- / +" knipperen.
18
Page 19
Bedrijfsurenteller voor de reukfilter activeren/wijzigen
(bij werking met luchtcirculatie)
Monteer de reukfilter als u het toestel met luchtcirculatie laat werken.
Bediening
Kies met de toetsen "- / +"dege
^
wenste duur.
-
De bedrijfsurenteller voor de reukfilter werd in de fabriek niet geactiveerd.
Stel de bedrijfsduur voor de luchtcircu latie volgens uw kookgewoontes in:
^ Schakel de ventilator uit met de toets
Aan/Uit.
^ Druk tegelijk op de toets om het toe-
stel te laten nawerken en op de reuk­filtertoets.
Het controlelampje bij de reukfiltertoets en een controlelampje bij de toets "- / +" knipperen.
Bevestig uw keuze met de reukfilter
^
toets.
­Nu gaan alle controlelampjes uit.
Bevestigt u niet binnen de 4 minuten na het instellen, dan neemt het toe stel de "oude" gegevens over.
-
-
Het controlelampje van de toets "- / +" duidt de ingestelde duur aan: 1e lampje van links = 120 uur 2e lampje van links = 180 uur 3e lampje van links = 240 uur 4e lampje van links = uitgeschakeld
19
Page 20
Bediening
De bedrijfsurenteller voor de reukfil ter terug in zijn beginstand brengen
Na afloop van de ingestelde bedrijfs duur gaat het controlelampje bij de reukfiltertoets aan. Dan dient u de reuk filter te vervangen.
De bedrijfsurenteller dient u nadien weer in zijn beginstand te plaatsen.
Hou daartoe de reukfiltertoets ca. 3
^
seconden ingedrukt terwijl de ventila­tor ingeschakeld is.
Het controlelampje bij de toets gaat uit.
-
Bedrijfsuren voor de reukfilter opvra
­gen
Voor de ingestelde tijd verstreken is, kunt u aflezen hoeveel procent van de bedrijfsduur reeds verlopen is.
-
Schakel de ventilator in met de toets
^
Aan/Uit.
^ Druk op de reukfiltertoets en hou de
toets ingedrukt.
Bij de toets "- / +" knipperen een of meer controlelampjes.
-
20
Het aantal knipperende controlelamp jes stemt overeen met het percentage verstreken bedrijfsuren.
1 controlelampje = 25 % 2 controlelampjes = 50 % 3 controlelampjes = 75 % 4 controlelampjes = 100 %
Bij het uitschakelen van de dampkap of na een stroomonderbreking blijven de verstreken bedrijfsuren in het geheugen van het toestel opgeslagen.
-
Page 21
Reiniging en onderhoud
Maak de dampkap voor elke on
,
derhoudsbeurt stroomloos! Hiertoe – de zekering op uw elektrische
installatie uitschakelen of
– de schroefzekering van de
elektrische installatie volledig uitschroeven.
De halogeenlampjes worden
,
tijdens de werking erg heet. Ook na dat de verlichting uitgeschakeld is bestaat er nog enige tijd gevaar dat u zich verbrandt als u ze aanraakt! U mag de lampjes niet met water reinigen wanneer ze heet zijn. Hier­door zouden ze beschadigd raken. Nadat u ze hebt uitgeschakeld, wacht u enkele minuten voordat u ze reinigt.
Ommanteling
Algemeen
De oppervlakken en de bedienings elementen zijn gevoelig voor kras sen en kerven. Neem dus de vol gende opmerkingen in acht omtrent het reinigen van uw toestel.
^
Reinig alle oppervlakken en de be dieningselementen enkel met een vaatdoek, afwasmiddel en warm wa ter.
^
Wrijf de oppervlakken vervolgens met een zachte doek droog.
-
-
-
-
-
-
Gebruik rond de bedieningselemen ten niet te veel water om te ver mijden dat er vocht in de elektro nische besturing indringt.
Vermijd
reinigingsmiddelen die soda, zuur,
chloor of oplosmiddelen bevaten,
schurende reinigingsmiddelen zoals
schuurpoeder of schuurcrème, afwasschuursponsjes of gebruikte sponsen waarin restjes schuurmiddel zitten.
Hou bovendien rekening met de vol­gende speciale opmerkingen omtrent de roestvrij stalen ommanteling, de be­dieningstoetsen en de glasplaten.
Opmerkingen omtrent het reinigen van toestellen met een roestvrijstalen ommanteling
(deze opmerkingen gelden niet voor de bedieningselementen!)
Om de roestvrijstalen oppervlakken te reinigen is een niet-schurend reini gingsmiddel voor roestvrij staal ge schikt.
Om te vermijden dat de oppervlakken weer gauw vuil worden, kunt u ook een onderhoudsmiddel voor roestvrij staal aanbrengen, dat bij de Technische
­Dienst van Miele verkrijgbaar is. Breng
dit middel met een zachte doek gelijk matig en spaarzaam aan.
-
-
-
-
-
-
21
Page 22
Reiniging en onderhoud
Opmerkingen over de bedieningstoet sen
De bedieningstoetsen kunnen ver kleuren of wijzigingen ondergaan als het vuil er langere tijd op intwerkt. Verwijder vuil daarom direct.
Neem bij het reinigen ook de algemene opmerkingen in deze rubriek in acht.
Gebruik geen reinigingsmiddelen voor roestvrij staal om de bedie ningstoetsen te reinigen.
Aanzuigvlakken en vetfilter
De aanzuigvlakken en de vetfilter in het toestel nemen de vaste bestanddelen van de kookdampen op (vet, stof e.d.). Ze verhinderen daardoor dat het toestel vuil wordt. Er is een opnieuw te ge­bruiken metalen vetfilter ingebouwd.
-
-
-
De aanzuigvlakken pas enige tijd na het uitschakelen en afkoelen van de verlichting afnemen. Als u de aanzuigvlakken afneemt, kan niet worden vermeden dat u de lampaf dekking aanraakt.
om beschadiging aan de filter en het kookvlak te vermijden, dient u de vetfilter en de aanzuigvlakken stevig vast te houden.
-
Maak de aanzuigvlakken en de vetfilter in elk geval schoon zodra het controle lampje bij de vetfiltertoets aangaat.
Het verdient aanbeveling de vetfilter om de3à4weken schoon te maken. Zo vermijdt u dat het vet gaat vastkoeken.
,
Een erg verzadigde vetfilter ver
groot het brandrisico!
22
-
-
Page 23
Eerst het middelste aanzuigvlak af
^
nemen. Daartoe het aanzuigvlak eerst onder­aan uit de houder trekken, dan bo­venaan iets naar achter duwen en langs onder uitnemen.
Reiniging en onderhoud
De zijdelingse aanzuigvlakken tel
^
kens aan de zijkant vastnemen, uit de
-
onderste houder trekken, iets naar het midden van het toestel schuiven en langs onder uitnemen.
-
De zijdelingse aanzuigvlakken niet aan de onderkant vastnemen. Als de lampafdekking nog niet afge koeld is, kunt u zich verbranden.
-
^
Trek de vetfilter aan de greep naar voor uit.
23
Page 24
Reiniging en onderhoud
De vetfilter met de hand reinigen
Reinig de vetfilter in warm water met
^
een afwasborstel en een niet-agres sief handafwasmiddel. Gebruik het handafwasmiddel niet geconcentreerd.
Niet te gebruiken zijn
kalkoplossende reinigingsmiddelen,
schuurpoeder, schuurcrème of
agressieve reinigingsmiddelen voor universeel gebruik.
ovenspray
De vetfilter en aanzuigvlakken in de afwasautomaat reinigen
^ Zet de vetfilter en aanzuigvlakken in-
dien mogelijk rechtop in de onderste korf. Let erop dat de sproeiarm nog vrij kan ronddraaien.
^ Reinig de vetfilter en aanzuigvlakken
in een programma van maximaal 65°C. Als u een Miele-afwasautomaat hebt, kiest u het Automatic-programma.
Wanneer de aanzuigvlakken en de vet filter uitgenomen zijn, kunt u de bereik bare onderdelen van de ommanteling
­van vet ontdoen.
Op die manier voorkomt u brandgevaar.
Zet de vetfilter weer op zijn plaats.
^
^ Zet de aanzuigvlakken weer op hun
plaats. Eerst de buitenste segmenten telkens bovenaan plaatsen, tot tegen de aanslag naar buiten schuiven en onderaan vergrendelen.
-
-
^
Gebruik een zacht afwasmiddel voor afwasautomaten.
Reinigt u de vetfilter in de afwasau tomaat, dan kan het inwendige filter oppervlak naargelang het gebruikte afwasmiddel verkleuren. Dit schaadt de werking van de vetfil ter echter niet.
^
Leg de vetfilter na het reinigen nog op een vochtopnemend voorwerp te drogen.
24
-
-
-
^
Het middelste aanzuigvlak eerst bo venaan in de voorziene gleuf steken, daarna onderaan naar achter zwenken en vergrendelen.
-
Page 25
Druk na het reinigen ca. 3 seconden
^
op de vetfiltertoets. Daarmee zet u de bedrijfsurenteller terug in zijn begin stand. Het controlelampje bij de toets gaat dan uit.
Reinigt u de vetfilter en
^
aanzuigvlakken voor de bedrijfsuren afgelopen zijn, dan kunt u de be drijfsurenteller terug in zijn begin stand zetten door ca. 6 seconden op de vetfiltertoets te drukken.
Reiniging en onderhoud
Aparte tips voor glasplaten
Om de glasplaten te reinigen is een
^
in de handel verkrijgbare glasreiniger geschikt.
Gebruik geen ovenspray.
-
-
-
^ Om de achterzijde van de glasruit te
reinigen, kunt u ze naar voor zwenken. Daartoe de glasruit voorbij de weerstand naar voor in verticale positie trekken.
Als de glasruit niet naar voor kan worden gezwenkt, wer de transport­beveiliging tijdens de montage eventueel niet losgemaakt. Raad pleeg de montagehandleiding.
^
Na de reiniging de glasruit weer voorzichtig voorbij de weerstand naar achter zwenken.
-
25
Page 26
Reiniging en onderhoud
Reukfilter
Bij werking met luchtcirculatie dient u niet enkel de vetfilter maar ook een reukfilter te monteren. Deze filter houdt de geuren tegen die tijdens het koken ontstaan. Hij wordt in de luifel boven de vetfilter geplaatst.
Deze reukfilter is bij uw Miele-hande laar of bij de Technische Dienst van Miele verkrijgbaar. Het type en de aanduiding vindt u in de rubriek "Technische gegevens".
^ Om de reukfilter te monteren of te
vervangen, moet u eerst de vetfilter uitnemen zoals tevoren beschreven.
^ Neem de reukfilter uit de verpakking.
Als u de reukfilter voor het eerst mon teert:
Stel de bedrijfsurenteller in volgens
^
uw kookgewoontes; zie rubriek "Be diening".
Vervang de reukfilter telkens als
-
het controlelampje bij de reukfilter
toets aangaat
of
– de geuren niet meer voldoende wor-
den tegengehouden.
U doet er goed aan de reukfilter uiterlijk om de 6 maanden te vervangen.
De gebruikte reukfilter mag u met het huisvuil meegeven.
^ Druk na het vervangen van de reukfil-
ter ca. 3 seconden op de reukfilter­toets. Daarmee zet u de bedrijfsuren teller terug in zijn beginstand. Het controlelampje van de reukfilter gaat uit.
-
-
-
-
^
Schuif de reukfilter in boven de ge leider van de vetfilter.
^
Breng de vetfilter en de aanzuigvlakken weer aan.
26
^
-
Vervangt u de reukfilter voordat de bedrijfsuren afgelopen zijn, dan kunt u de bedrijfsurenteller terug in zijn beginstand zetten door ca. 6 secon den lang op de reukfiltertoets te druk ken.
-
-
Page 27
Halogeenlampen vervangen
Koppel de dampkap los van het elek
^
triciteitsnet. Daartoe
de stekker van het toestel uit het
stopkontact uitrekken, of
de zekering van de elektrische
installatie uitschakelen, of
de schroefzekering van de
elektrische installatie volledig uit­schroeven.
De halogeenlampjes worden
,
tijdens de werking erg heet. Ook na dat de verlichting uitgeschakeld is bestaat er nog enige tijd gevaar dat u zich verbrandt als u ze aanraakt. Wacht daarom enkele minuten voor­dat u het halogeenlampje verwijdert.
Reiniging en onderhoud
Om schade aan de verlichtingson
­derdelen en het kookvlak te ver
mijden, de lampafdekking en de ha logeenlampen goed vasthouden.
-
^ Trek de halogeenlamp uit de fitting.
^ Plaats de nieuwe halogeenlamp in de
fitting en duw ze voorzichtig vast.
Halogeenlampje: 20 W, fittingG4met zijdelingse reflector, (dat bij de Tech­nische Dienst van Miele verkrijgbaar is).
-
-
-
^
De lampafdekking afnemen. Daartoe de bevestigingsschroeven links en rechts een stukje losdraaien, de lampafdekking loshaken en langs on der afnemen.
Let erop dat de halogeenlamp over een zijreflector beschikt. De halogeenlamp moet met de re flector omhoog worden geplaatst, zodat het licht omlaag wordt gericht.
^
De lampafdekking weer monteren.
-
-
27
Page 28
Afmetingen van het toestel
1) luchtafvoer naar buiten
2) luchtcirculatie
3) luchtuitlaat bij naar boven gemon­teerde luchtcirculatie
28
4) en 5) installatieplaatsen; bij luchtcirculatie enkel 4)
plaatsen op muur of plafond voor de
openingen van de luchtafvoer naar bui­ten, voor de montage van het stopcon­tact en bij toestellen van de modelreeks ...EXT voor de verbindingskabel naar de externe ventilator.
Bij werking met luchtcirculatie hoeft u
enkel een stopcontact te monteren.
De diameter van de luchtafvoeraan sluiting C bedraagt 150 mm, met ver loopmof C 125 mm.
-
-
Page 29
Afstand tussen kookvlak en dampkap (S)
Als de fabrikant van het kooktoestel geen grotere veiligheidsafstanden heeft opgegeven, moet tussen het kooktoestel en de onderkant van de glasruit van de dampkap een veilig heidsafstand van minstens 350 mm worden aangehouden. Meer informatie vindt u in de rubriek "Opmerkingen omtrent uw veilig heid".
Hou bij de keuze van de
montagehoogte rekening met uw lichaamslengte. U moet vlot aan het kookvlak kunnen werken en de dampkap perfect kunnen bedienen.
– Hou er rekening mee dat hoe groter
afstand tussen de dampkap en de kookplaat is, hoe minder gemakkelijk de kookdampen worden opgeno­men.
-
Afmetingen van het toestel
-
Als de bovenkant van het telesco pische deel tegen het plafond wordt gemonteerd, dient u bij de keuze van de montagehoogte rekening te hou den met de hoogte van het toestel.
-
-
29
Page 30
Montage
Montagemateriaal
30
Page 31
a 3 vellen montagebeveiliging
voor de montage van de schouw.
Montage
b 1 luchtafvoertuit voor een luchtaf
voerleiding C 150 mm.
c 1 verloopmof
voor een luchtafvoerleiding C van 125 mm.
d 1 terugslagklep
om in de luchtuitlaattuit van de motor in te bouwen (niet bij werking met luchtcirculatie).
e Telescopeerbare wandsteunplaat
om de dampkap aan de muur te be vestigen.
f Gasdrukveer
om de glasplaat open te klappen.
g Adapter voor werking met circula-
tie
bevat het bochtstuk, de aluminium slang en slangklemmen (niet bijgele­verd, mits toeslag verkrijgbaar toebe­horen, zie "Technische gegevens").
-
8 schroeven5x60mmen 8 pluggen8x50mm
voor de bevestiging van de platen en de toesteleenheid.
De schroeven en pluggen zijn
,
geschikt voor massief metselwerk. Gebruik voor andere muurconstruc ties de gepaste bevestigingsmidde len. Zorg ervoor dat de muur draag krachtig genoeg is.
-
2 kartelmoeren M 6
om het toestel te bevestigen.
8 schroevenM4x16mm
voor de bevestiging van de luifel en van de filterkast
-
-
-
Montagehandleiding
1 hefboompje
voor de demontage van de schouw.
31
Page 32
Montage
Lees eerst de rubrieken "Afmetingen van de toestellen" en "Opmerkingen voor uw veiligheid" voor u de dampkap gaat monteren. Vooral bij gelijktijdig gebruik van de dampkap en een verwarmingstoe stel dat lucht uit hetzelfde vertrek nodig heeft, bestaat er soms risico op vergiftiging!
Montagehandleiding
De dampkap demonteren
Als u het toestel dient te demonteren, ga dan in omgekeerde volgorde te werk van de beschrijving in de monta geschets.
-
Om het opzetstuk van de schouw weg te nemen, kunt u het bijgeleverde hef boompje gebruiken.
-
-
De montage is in de bijgeleverde mon tageschets beschreven.
Beschermfolie
(Bij toestellen in roestvrij staal)
Ter bescherming tegen transportscha­de zijn bepaalde onderdelen van de ommanteling voorzien van een be­schermfolie.
^ Verwijder de beschermfolie van de
ommanteling voor u het toestel mon­teert. De beschermfolie kan zonder hulpmiddelen worden afgetrokken.
-
^ Schuif het hefboompje tussen het
opzetstuk van de schouw en het te­lescopische gedeelte en duw het opzetstuk van de schouw uit zijn ver grendeling.
-
32
Page 33
U dient absoluut de rubriek "Opmer kingen omtrent uw veiligheid" in acht te nemen. Vooral bij het gelijktijdig gebruiken van de dampkap en een verwar mingstoestel dat lucht uit hetzelfde vertrek nodig heeft, bestaat er soms gevaar voor vergiftiging! In geval van twijfel laat u door een erkende schoorsteenveger controle ren of een veilig gebruik van de luchtafvoerleiding gewaarborgd is.
-
Luchtafvoerleiding
Gebruik voor de aansluiting van de
-
-
luchtafvoerleiding enkel gladde bui zen of soepele slangen van onbrand baar materiaal.
Bij werking met een externe ventilator
moet u ervoor zorgen dat de luchtaf voerleiding voldoende stijf is. De ex terne ventilator kan voor een onder druk zorgen, die tot vervorming van de luchtafvoerleiding leidt.
Om een maximaal luchtafvoervermogen te halen en het geruis te beperken, dient u de volgende punten in acht te nemen:
– De diameter van de luchtafvoerlei-
ding mag niet kleiner zijn dan 150 mm.
– Als platte luchtafvoerbuizen worden
gebruikt, mag de diameter niet kleiner zijn dan de diameter van de luchtafvoertuit.
-
-
-
-
-
– De luchtafvoerleiding dient zo kort en
recht mogelijk te zijn.
Gebruik alleen wijde bochten.
De luchtafvoerleiding mag niet wor den geknikt of samengedrukt.
Zorg ervoor dat alle verbindingen vast en dicht zijn.
Als u de luchtafvoerleiding horizon taal aanlegt, moet u zorgen voor een verval van minstens 1 cm per meter. Zo kan er geen condenswater in de dampkap lopen.
-
-
33
Page 34
Luchtafvoerleiding
Wordt de lucht naar buiten afge
voerd, dan kunt u het best een teles copisch muurkastje of een dakdoorvoer (mits toeslag verkrijg baar toebehoren) installeren.
Voert u de lucht af via een schoor
steen, richt de luchtafvoerleiding dan in de richting waarin de lucht wordt afgevoerd.
Belangrijk!
Als de luchtafvoerleiding door koele vertrekken, zolders e.d. wordt aange­legd, kan er tussen de afzonderlijke vertrekken een groot temperatuurver­schil ontstaan. Hierdoor kan er con­denswater ontstaan. In zo'n geval dient u de luchtafvoerleiding voldoende te isoleren.
-
-
-
Condenswaterstop
­(mits toeslag verkrijgbaar)
Niet alleen zorgt u best voor een aan­gepaste isolatie van de luchtafvoerlei­ding, het is ook raadzaam een con­denswaterstop te installeren. Die vangt het eventuele condenswater op en doet het verdampen. De condenswaterstop is voor luchtafvoerleidingen van C 125 mm of C 150 mm verkrijgbaar.
Installeer de condenswaterstop lood recht en, indien mogelijk, zo dicht mo gelijk boven de luchtafvoertuit van de dampkap. De pijl op de buitenkant geeft de luchtafvoerrichting aan.
-
-
34
Bij dampkappen die bestemd zijn om op een externe ventilator (type ...EXT) te worden aangesloten, is de condens waterstop in het toestel ingebouwd.
-
Page 35
Luchtafvoerleiding
Geluidsdemper
(mits toeslag verkrijgbaar)
In de luchtafvoerleiding kan een geluidsdemper worden gemonteerd. Deze zorgt voor bijkomende geluidsdemping.
...bij werking met luchtafvoer:
De geluidsdemper dempt de geluiden van de ventilator, zowel de ventilatorgeluiden naar buiten toe als de buitengeluiden die via de luchtaf voerleiding in de keuken komen (bijv. straatlawaai). Hiertoe wordt de geluidsdemper zo dicht mogelijk bij de luchtafvoertuit a gemonteerd.
...bij werking met luchtcirculatie:
De geluidsdemper wordt gemonteerd tussen de luchtafvoertuit en het bocht stuk b. De inbouwruimte moet van ge­val tot geval worden gecontroleerd.
...bij werking met luchtafvoer via een externe ventilator:
Om ventilatorgeluiden in de keuken te minimaliseren, moet de geluidsdemper indien mogelijk voor de externe ventila­tor worden gemonteerd c, bij een lange luchtafvoerleiding bij de luchtaf­voertuit van de dampkap d.
-
-
Als een externe ventilator in het huis is geïnstalleerd, kunt u de ventilatorgeluiden naar buiten toe ver minderen door een geluidsdemper na de externe ventilator e te monteren.
De werking verbetert wanneer twee geluidsdempers na elkaar worden gemonteerd. Dit geldt voor alle func ties.
-
-
35
Page 36
Elektrische aansluiting
De aansluiting van uw apparaat op het stroomnet kunt u het best aan een bevoegd elektricien toevertrou wen. Die dient de plaatselijke regle mentering te kennen en nauwgezet te volgen. Door ondeskundige installatie- en onderhoudswerken kunnen er niet te onderschatten risico's ontstaan voor de gebruiker. Daarvoor kan de fabri kant niet aansprakelijk worden ge steld.
De dampkap mag alleen aangesloten worden op een AC 230V~50Hzstop­contact dat volgens de voorschriften ge­aard en geïnstalleerd is. De elektrische installatie moet volgens VDE 0100 uitgevoerd zijn!
Om de veiligheid te verhogen, verdient het aanbeveling een verliesstroomscha­kelaar met een uitschakelstroom van 30 mA voor het toestel te schakelen.
-
-
-
-
Daartoe behoren LS-schakelaars, zeke ringen en contactsluiters (EN 60335).
De vereiste aansluitgegevens vindt u op het typeplaatje. Dit is zichtbaar na het afnemen van de aanzuigvlakken.
Ga na of deze gegevens overeenstem men met de spanning en de frequentie van het net.
-
-
Voer de aansluiting bij voorkeur via een stopcontact uit. Dit vergemakkelijkt im mers eventuele tussenkomsten van de technische dienst. Het stopcontact moet nog toegankelijk zijn als het toe stel ingebouwd is.
Is het stopcontact voor de gebruiker na het inbouwen niet meer toegankelijk of is er een vaste aansluiting voorzien, dan moet die voor elke fase met een stroomonderbreker uitgerust zijn. Als stroomonderbrekers kunnen er scha kelaars worden gebruikt met een con tactopening van meer dan 3 mm.
36
-
-
-
-
Page 37
Werking met stuurmodule DSM 400
Om de dampkap met andere compo nenten te combineren, is als toebeho ren een Miele stuurmodule DSM 400 verkrijgbaar.
Deze biedt de volgende mogelijkhe den:
Potentiaalvrije aansluiting
Deze dient voor het bedienen van een tweede toestel met behulp van de aan
-uittoets s van de dampkap.
-
De componenten van de centrale afzui
­ging worden niet geleverd door Miele.
-
Neem in elk geval contact op met een erkende schoorsteenveger.
Aansluiting van een lichtschakelaar
Met de stuurmodule kunt u de ver lichting van de dampkap ook inscha kelen en dimmen via een lichtschake
­laar die in uw elektrische installatie
geïntegreerd is.
Montage
-
-
-
-
Het potentiaalvrije contact van de DSM 400 a kan bijvoorbeeld in een dampkap van de reeks ...EXT worden gemonteerd die op een centrale afzui ging is aangesloten. Het contact kan worden gebruikt om een elektrisch bediende afsluitklep b te bedienen, die zich vóór de centrale afzuiging c bevindt.
De stuurmodule wordt na de demon tage van de schoorsteen op de ventilatoreenheid gemonteerd.
Om de stuurmodule te montern is een steunplaat nodig. Het is als toe behoren mits toeslag verkrijkbaar (M.-Nr. 8363350).
-
De elektrische aansluiting van com ponenten op de stuurmodule moet worden uitgevoerd door een elektro-installateur.
-
-
-
37
Page 38
Technische dienst
Neem bij storingen die u niet zelf kan oplossen, contact op
met uw Miele-handelaar
of
met de Technische Dienst van Miele.
Het adres en de telefoonnummers van onze technische dienst vindt u op de rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet, geef dan a.u.b. altijd het toesteltype en
-nummer op. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje. Dat wordt zichtbaar nadat u de aanzuigvlakken hebt weggenomen.
Duur en voorwaarden van de ga­rantie
De duur van de garantie bedraagt 2 jaar.
Meer informatie over de garantievoor­waarden vindt u op de garantie kaart.
38
Page 39
Technische gegevens
Totale aansluitwaarde* ........280W
- Ventilatormotor*.............200W
- Kookvlakverlichting ........4x20W
Netspanning ..............AC230V
Frequentie ..................50Hz
Zekering .....................10A
Gewicht
DA 489-4 ..................34,5 kg
DA 489-4 EXT ..............31,5 kg
Ventilatievermogen* *
Luchtafvoervermogen volgens EN 61591
luchtafvoersysteem C 150 mm:
Stand I ..................200m
Stand II ..................300m
Stand III .................400m
Intensieve stand ...........640m
3
3
3
3
luchtafvoersysteem C 125 mm:
Stand I ..................180m
Stand II ..................280m
Stand III .................380m
Intensieve stand ...........580m
3
3
3
3
Werking met luchtcirculatie en reukfil­ter:
Stand I ..................150m
Stand II ..................210m
Stand III .................330m
Intensieve stand ...........490m
3
3
3
3
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren bij werking met luchtcirculatie:
/h /h /h /h
/h /h /h /h
/h /h /h /h
Ombouwset DUW 20
Reukfilter Miele actieve koolfilter DKF 12-1
* De aansluitwaarde en het luchtafvoer
­vermogen van de toestellen van de modelreeks ...EXT zijn afhankelijk van de aangesloten externe ventilator.
Modelreeks ...EXT: Lengte van de ver bindingsleiding naar de elders ge
-
-
plaatste ventilator ............1,9m
3940414243
Page 40
Page 41
Page 42
Page 43
Page 44
DA 489-4 DA 489-4 EXT
M.-Nr. 09 201 970 / 01nl-BE
Loading...