Lees altijd eerst de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw
toestel installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u
voorkomt schade aan uw toestel.
nl-BEM.-Nr. 11 319 990
Inhoud
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.....................................................4
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu ........................................... 13
Na te bestellen accessoires voor luchtcirculatie................................................. 47
Verklaring van overeenstemming ........................................................................ 48
3
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Deze dampkap voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften.
Onjuist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële schade
tot gevolg hebben.
Lees de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door voordat u de dampkap in gebruik neemt. Hierin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de montage, de veiligheid, het gebruik
en het onderhoud. Daardoor beschermt u zichzelf en vermijdt u
beschadigingen aan de dampkap.
In overeenstemming met de norm IEC60335-1 adviseert Miele u
uitdrukkelijk om het hoofdstuk over de installatie van het toestel en
de veiligheidsinstructies en waarschuwingen te lezen en op te volgen.
Wanneer de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet worden
opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door
aan een eventuele volgende eigenaar.
Verantwoord gebruik
Deze dampkap is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
gelijkaardige omgevingen.
Deze dampkap is niet bestemd voor gebruik buiten.
Gebruik de dampkap uitsluitend in huishoudelijke context voor het
wegzuigen van kookdampen die ontstaan bij het bereiding van gerechten.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
De dampkap mag in de recirculatiemodus boven een gaskookstel
niet gebruikt worden voor het ventileren van de plaats van opstelling.
Raadpleeg een gasprofessional.
4
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid,
hun onervarenheid of gebrek aan kennis van de dampkap niet in
staat zijn om deze veilig te bedienen, mogen de dampkap alleen onder toezicht gebruiken.
Deze personen mogen de dampkap alleen zonder toezicht gebruiken
als ze weten hoe ze het toestel veilig moeten bedienen. Ze moeten
de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen inzien en
begrijpen.
Kinderen in het gezin
Houd kinderen onder 8jaar bij de dampkap vandaan, tenzij u
voortdurend toezicht houdt.
Kinderen vanaf 8jaar mogen de dampkap alleen zonder toezicht
gebruiken als ze weten hoe ze de dampkap veilig moeten bedienen.
Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening
kunnen inzien en begrijpen.
Kinderen mogen de dampkap niet zonder toezicht reinigen of on-
derhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van de
dampkap bevinden. Laat kinderen nooit met de dampkap spelen.
De kookplaatverlichting is heel sterk.
Zorg dat vooral baby's niet direct in de lampen kijken.
Risico op verstikking! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in
verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en
daardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten
het bereik van kinderen.
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installaties, onderhoudswerken of
herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's ontstaan voor
de gebruiker. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen
alleen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend
zijn.
Schade aan de dampkap kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Controleer de dampkap op zichtbare schade. Gebruik nooit een beschadigde dampkap.
De elektrische veiligheid van de dampkap is uitsluitend gegaran-
deerd, als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elektrische installatie bij twijfel door een elektricien inspecteren.
De dampkap kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als zij
op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
van de dampkap moeten beslist met de waarden van het elektriciteitsnet overeenkomen om beschadiging van de dampkap te voorkomen.
Vergelijk deze aansluitgegevens voordat u het toestel aansluit. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Deze dampkap mag niet op het elektriciteitsnet worden aangeslo-
ten via meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren die daarvoor
niet geschikt zijn. Dit in verband met gevaar voor oververhitting.
Bij dampkappen van het type...EXT/EXTA dient u de bijbeho-
rende verbindingskabel en stekkers te gebruiken om verbinding te
maken met de externe afzuiginstallatie.
Deze toestellen mogen enkel met een externe dampkamp van Miele
gecombineerd worden.
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik uw dampkap enkel in geïnstalleerde toestand. Enkel dan
is een veilige werking gewaarborgd.
Deze dampkap mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
Raak geen onderdelen aan die onder spanning staan. Verander
niets aan de elektrische en mechanische opbouw van het toestel.
Open de ommanteling van de dampkap slechts zo ver als in het kader van de montage en de reiniging is toegestaan. Open in geen geval overige delen van de ommanteling.
Worden deze instructies niet opgevolgd, dan kunnen gebruikers een
elektrische schok krijgen en is het mogelijk dat het toestel niet meer
goed functioneert.
Het recht op garantie vervalt wanneer de dampkap door een tech-
nische dienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat deze ten
volle voldoen aan de eisen qua veiligheid. Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-wisselstukken worden vervangen.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een er-
kend vakman/vakvrouw worden vervangen.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mag er
geen elektrische spanning op de dampkap staan. Dat is het geval als
aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
- de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of
- de schroefzekeringen van de elektrische aansluiting zijn er geheel
uitgedraaid of
- de stekker (indien aanwezig) is uit de contactdoos getrokken. Trek
daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gelijktijdig gebruik van het toestel met een verbrandingssysteem dat lucht uit
dezelfde ruimte gebruikt
Gevaar voor vergiftiging door verbrandingsgassen.
Wees heel voorzichtig als u de dampkap tegelijk gebruikt met verbrandingssystemen die lucht uit dezelfde ruimte gebruiken of gebruikmaken van dezelfde afvoerinstallatie.
Dergelijke verbrandingssystemen halen de lucht die nodig is voor
de verbranding uit de ruimte waar de systemen zich bevinden en
voeren de rookgassen af via een afvoerkanaal (bijvoorbeeld via
een schouw). Dit kunnen bijvoorbeeld gas-, olie-, hout- of kolenkachels zijn, maar ook gasboilers, warmwaterketels op gas, gaskookplaten en gasovens.
De dampkap zuigt lucht uit de keuken en de aangrenzende ruimten. Dit geldt bij:
– luchtafvoer,
– luchtafvoer met externe ventilator en bij
– luchtcirculatie met een buiten de ruimte geplaatste luchtcirculatiebox.
Als de luchtaanvoer niet voldoende is, ontstaat er onderdruk. Het
verbrandingssysteem krijgt te weinig lucht. De verbranding wordt
negatief beïnvloed.
Giftige verbrandingsgassen kunnen uit de schouw of een ander
luchtafvoerkanaal naar de woonvertrekken geleid worden.
Er bestaat levensgevaar.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Het gelijktijdige gebruik van een dampkap en verbrandingssysteem in dezelfde ruimte is ongevaarlijk als de onderdruk niet groter
is dan 4Pa (0,04mbar). In dat geval is er geen gevaar dat verbrandingsgassen worden teruggezogen.
Er zullen geen onderdrukproblemen ontstaan als door niet-afsluitbare openingen bijvoorbeeld in deuren of ramen voldoende lucht in
de ruimte kan komen. De diameter van de opening waardoor de
lucht naar binnen stroomt, moet dan wel groot genoeg zijn. Alleen
een muurkast voor luchttoevoer/luchtafvoer is meestal niet toereikend.
Bij de beoordeling van een en ander dient men altijd rekening te
houden met de totale ventilatie van de woning. Raadpleeg in ieder
geval een vakman.
Wanneer de dampkap met luchtcirculatie wordt gebruikt en de
lucht wordt teruggevoerd in de ruimte waar het toestel is geplaatst,
is gelijktijdig gebruik van een dampkap en een verbrandingstoestel
in dezelfde ruimte niet gevaarlijk.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Veilig gebruik
Bij open vuur bestaat brandgevaar.
Werk nooit met open vuur onder de dampkap. Bijvoorbeeld het flamberen en grillen met open vlam is niet toegestaan. Als de dampkap
ingeschakeld is, worden de vlammen in de filter gezogen. Vetresten
kunnen vuur vatten.
Sterke hitte-ontwikkeling op een gaskookplaat kan de dampkap
beschadigen.
- Let er bij gebruik van de dampkap boven een gaskookplaat of
gasfornuis op, dat er altijd een pan staat op de gaspit die in gebruik is. Draai de gaspit ook uit, wanneer u de pan even van het
gas neemt.
- Kies pannen die niet groter of kleiner zijn dan de kookzone.
- Regel de stand van het gas zo dat er geen gas langs de pan omhoog komt.
- Zorg ervoor dat u een pan nooit overmatig verhit, zoals dit bij het
wokken snel gebeurt.
Condenswater kan zorgen voor corrosieschade aan de dampkap.
Schakel de dampkap altijd in als u een kookzone gebruikt om ophoging van condenswater te voorkomen.
Olie en vet kunnen bij oververhitting vanzelf ontbranden en daarbij
de dampkap in brand zetten.
Let op potten, pannen en friteuses wanneer u met olie en vet werkt.
Ook het grillen op elektrische griltoestellen moet daarom onder continu toezicht plaatsvinden.
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik de dampkap nooit zonder vetfilters om te voorkomen dat
zich vuil en vet in de dampkap afzetten,
waardoor deze op den duur niet meer goed zal functioneren.
Hou ermee rekening dat de dampkap bij het koken door de opstij-
gende hitte erg warm kan worden.
Raak de ommanteling en de vetfilters pas aan wanneer de dampkap
is afgekoeld.
Deskundige montage
Controleer of het gebruik van een dampkap boven uw kooktoestel
volgens de fabrikant van deze apparatuur toegestaan is.
Het is niet toegestaan de dampkap boven stookplaatsen voor
vaste brandstoffen te monteren.
Als de afstand tussen kookplaat en dampkap te klein is, kan dit
schade aan de dampkap veroorzaken.
Tussen de dampkap en de plek waar gekookt, gebakken, gebraden,
gegrild of gefrituurd wordt moeten de afstanden die in het hoofdstuk
'Montage' worden aangegeven, aangehouden worden, tenzij de fabrikant van de kookapparatuur een grotere afstand aangeeft.
Worden er onder de dampkap verschillende kooktoestellen gebruikt
waarvoor verschillende afstanden gelden, dan moet de grootste afstand worden aangehouden.
Volg voor het monteren van de dampkap de aanwijzingen in het
hoofdstuk “Installatie” op.
Onderdelen kunnen scherpe randen hebben en tot verwondingen
leiden.
Draag bij het monteren handschoenen die bescherming bieden tegen snijwonden.
Gebruik voor de luchtafvoerleiding enkel buizen of slangen van
onbrandbaar materiaal. Die zijn bij uw Miele-handelaar of via de
Technische Dienst van Miele verkrijgbaar.
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De lucht mag niet worden afgevoerd via een afvoerschoorsteen
die wordt gebruikt voor de afvoer van rook of gas, noch via een
schacht die wordt gebruikt voor de ontluchting van ruimten waarin
wordt gestookt.
Wanneer de lucht moet worden afgevoerd via een schoorsteen die
niet meer in gebruik is, dient u eerst de officiële voorschriften te
raadplegen.
Reiniging en onderhoud
Er kan brand ontstaan als het toestel niet volgens de aanwijzingen
in deze gebruiksaanwijzing wordt gereinigd.
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen van de dampkap nooit een stoomreiniger.
Accessoires
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemonteerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of productaansprakelijkheid.
12
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd milieuvriendelijk en recycleerbaar verpakkingsmateriaal gekozen.
Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
Uw toestel afdanken
Oude elektrische en elektronische toestellen bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook
stoffen, mengsels en onderdelen die
nodig zijn geweest om de toestellen
goed en veilig te laten functioneren.
Wanneer u uw oude toestel bij het gewone afval doet of er op een andere
manier niet goed mee omgaat, kunnen
deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Doe uw oude
toestel daarom nooit bij het gewone
huisafval.
Lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur, bij uw vakhandelaar
of bij Miele. U bent wettelijk zelf verantwoordelijk voor het wissen van eventuele persoonlijke gegevens op het af te
danken toestel.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken
van uw oud toestel, neem dan contact
op met
- de handelaar bij wie u het kocht
of
- de firma Recupel,
telefoon 0800/15 880,
website: www.recupel.be
of
- uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
13
Overzicht dampkap
14
Overzicht dampkap
a
Uittrekbaar wasemscherm
b
Bedieningselementen
c
Vetfilter
d
Kookplaatverlichting
e
Luchtafvoertuit
De lucht kan eventueel naar boven of naar achteren afgevoerd worden.
f
Openingen voor de anti-geurfilter
g
Openingen voor de vetfilters
h
Anti-geurfilter
Accessoires die voor luchtcirculatie achteraf nog besteld kunnen worden
i
Toets voor het in- en uitschakelen en dimmen van de kookplaatverlichting
j
Toets voor het in- en uitschakelen van de afzuiging
k
Toetsen voor het instellen van het afzuigvermogen
l
Toets voor de uitloopfunctie
m
Toets voor de bedrijfsurenteller
15
Hoe werkt uw toestel?
De dampkap kan op de volgende manieren worden gebruikt:
Werking met luchtafvoer
De aangezogen lucht wordt door de
vetfilters gereinigd en naar buiten afgevoerd.
Terugslagklep
Wanneer de dampkap is uitgeschakeld,
kan er lucht stromen tussen het vertrek
en daarbuiten. Met een terugslagklep
kan dat worden voorkomen.
Deze is bij een uitgeschakelde dampkap gesloten.
Na het inschakelen van het toestel
wordt de terugslagklep geopend, zodat
de afvoerlucht ongehinderd naar buiten
kan worden getransporteerd.
Werking met luchtcirculatie
(enkel met ombouwset en actievekoolstoffilter als mits toeslag verkrijgbare
accessoires; zie “Technische gegevens”)
De aangezogen lucht wordt door de
vetfilters en bovendien door actievekoolstoffilters gereinigd en wordt daarna weer in de keuken geleid.
Werking met externe afzuiginstallatie
(Dampkappen van het type...EXT/EXTA)
Als uw afzuiginstallatie geen terugslagklep heeft, wordt een terugslagklep bij
de dampkap meegeleverd. Deze wordt
in de uitblaastuit van de motoreenheid
geplaatst.
16
Bij dampkappen met een externe afzuiging, wordt een Miele afzuiginstallatie
buiten het vertrek gemonteerd op de
plaats waar u deze wilt hebben. De externe afzuiginstallatie wordt door een
aansluitkabel met de dampkap verbonden en via Con@ctivity of de bedieningselementen van de dampkap aangestuurd.
Eerste ingebruikneming
Luchtafvoer of luchtcirculatie
selecteren
De dampkap is geschikt voor luchtafvoer en luchtcirculatie. Het vermogen
van de afzuiging wordt aangepast op
de gekozen werkingswijze. Standaard
is luchtcirculatie ingesteld. Voor
luchtafzuiging moet de dampkap opnieuw ingesteld worden.
Er wordt overgeschakeld op luchtafvoer
door de bedrijfsurenteller voor de antigeurfilter(s) te deactiveren.
Schakel de afzuiging en de verlichting
uit.
Druk tegelijk op toets '' en op toets
urenteller .
Het symbool anti-geurfilter en één
van de vermogensstanden gaan knipperen.
Druk toets '' in tot de stand B
brandt.
Miele@home instellen
Voorwaarde:
- Een WiFi-netwerk
- De Miele@mobile-app
- Een gebruikersaccount bij Miele.
Het gebruikersaccount kunt u aanmaken via de Miele@mobile-app.
Uw dampkap heeft een geïntegreerde
WiFi-module. Verbind de dampkap met
uw wifi-netwerk. Daarna kunt u de
dampkap met de Miele@mobile-app
bedienen.
Als uw Miele-kookplaat ook in het eigen
WiFi-netwerk is opgenomen, kunt u de
automatische besturing van de dampkap met de Con@ctivity-functie gebruiken.Als uw Miele-kookplaat ook in
het eigen WiFi-netwerk is opgenomen,
kunt u de automatische besturing van
de dampkap met de Con@ctivity-functie gebruiken.
Bevestig de procedure met de toets
urenteller .
Alle controlelampjes gaan uit.
Luchtafvoer is ingesteld.
Bevestigt u de procedure niet binnen
4minuten na het instellen, dan neemt
het toestel automatisch de oude instelling over.
Het signaal van uw WiFi-netwerk
moet voldoende sterk zijn op de locatie waar uw damkap geïnstalleerd
wordt.
17
Eerste ingebruikneming
Miele@mobile-app
De Miele@mobile-app kunt u gratis
downloaden uit de Apple App Store® of
de Google Play Store™.
Met de app verbinden
U kunt de netwerkverbinding met de
Miele@mobile-app tot stand brengen.
Installeer de Miele@mobile app op uw
mobiele toestel.
Om via de app te kunnen aanmelden,
dient u te beschikken over:
1. Het wachtwoord van uw WiFi-netwerk
2. Het wachtwoord van uw dampkap
Het wachtwoord van de dampkap bestaat uit de laatste 9cijfers van het productienummer op het typeplaatje.
Het typeplaatje vindt u op de ommanteling, als u het deksel voor de geurfiltersleuven uitneemt.
Start de toestelaanmelding in de app.
Volg de aanmeldingsstappen.
18
Als u gevraagd wordt om de wifi van de
dampkap te activeren, gaat u als volgt
te werk:
Eerste ingebruikneming
Schakel de dampkap uit.
Houd de toets “” ingedrukt.
Druk tegelijkertijd op de toets verlich-
ting .
2 licht continu op, 3 knippert.
De dampkap is tijdens de volgende
2minuten klaar voor de verbinding.
Volg de overige aanwijzingen in de
app op.
Na succesvolle verbinding branden 2 en
3 continu.
Met WPS verbinden
Uw WiFi-router moet geschikt zijn
voor WPS (WiFi Protected Setup).
Schakel de dampkap uit.
Houd de toets '' ingedrukt.
Druk tegelijkertijd op de toets verlich-
ting .
2 licht continu op, 3 knippert.
De WiFi-verbinding moet gelijktijdig op
de dampkap en op uw WPS-router gestart worden.
Druk na enkele seconden op de toets
B op de dampkap.
Verlaat de verbindingsmodus van de
dampkap door op de toets 'naloop'
te drukken.
De dampkap kan nu met de app bediend worden.
Na korte tijd licht 2 continu op, 3 en B
knipperen.
De dampkap is tijdens de volgende
twee minuten klaar voor de verbinding.
19
Eerste ingebruikneming
Start de WiFi-verbinding op uw WiFi-
router.
Na succesvolle verbinding branden 2 en
3 continu.
WiFi afmelden (terugzetten naar de
fabrieksinstellingen)
Om een nieuwe WiFi-verbinding te maken moet eerst de bestaande WiFi-verbinding verbroken worden.
Schakel de dampkap uit.
Houd de toets “” ingedrukt.
Verlaat de verbindingsmodus van de
dampkap door op de toets uitloop
te drukken.
De dampkap kan nu met de app bediend worden.
Als er geen verbinding kon worden gemaakt, kan het zijn dat u de WPS op uw
router niet snel genoeg hebt ingeschakeld. Herhaal in dat geval de vorige
stappen.
Tip: Als uw WiFi-router niet over WPS
beschikt, gebruikt u de Miele@mobileapp.
Druk tegelijkertijd op de toets verlich-
ting .
Bij een bestaande wifi-verbinding branden 2 en 3 continu.
De dampkap is tijdens de volgende
2minuten klaar voor het verbreken van
de verbinding.
20
Druk dan op de toets “”.
2 licht continu op en 3 knippert.
Na enkele seconden knipperen 2 en 3.
De verbinding is verbroken.
Verlaat de afmeldmodus van de
dampkap door op de toets uitloop
te drukken.
De WiFi-verbinding is verbroken. Er kan
een nieuwe verbinding worden gemaakt.
Eerste ingebruikneming
Con@ctivity instellen
Con@ctivity beschrijft de directe communicatie tussen een elektrische kookplaat van Miele en een Miele-dampkap.
Hiermee kan de dampkap automatisch
bestuurd worden, afhankelijk van de
status van een daaronder liggende losse elektrische Miele-kookplaat.
- Nadat de kookplaat is ingeschakeld,
gaan de kookplaatverlichting en na
korte tijd de afzuiging van de dampkap automatisch aan.
- Tijdens het kookproces kiest de
dampkap automatisch het juiste afzuigvermogen. De vermogensstand
van de afzuiging hangt af van het
aantal ingeschakelde kookplaten en
van de gekozen kookstanden.
- Nadat de kookplaat is uitgeschakeld,
gaan na een uitlooptijd ook de afzuiging en de kookplaatverlichting van
de dampkap automatisch uit.
Gedetailleerde informatie over deze
functie vindt u in het hoofdstuk: 'Bediening'.
21
Eerste ingebruikneming
Con@ctivity via het eigen WiFi-netwerk (Con@ctivity 3.0)
Voorwaarde:
- Eigen WiFi-netwerk
- Kookplaat die geschikt is voor wifi
Neem de dampkap en uw kookplaat
in het eigen WiFi-netwerk op (zie paragraaf “Miele@home installeren”).
Con@ctivity wordt automatisch geactiveerd.
Con@ctivity via een directe WiFi-verbinding (Con@ctivity 3.0)
Voorwaarde(n):
- Kookplaat die geschikt is voor
WiFi
Als u geen eigen netwerk heeft, kunt u
een directe verbinding tussen kookplaat
en dampkap tot stand brengen.
Deze verbinding is in de gebruiksaanwijzing van uw kookplaat beschreven.
Hierna zijn de stappen op de dampkap
nog een keer in detail beschreven.
Schakel de dampkap uit.
Houd de toets “” ingedrukt.
Druk tegelijkertijd op de toets “”.
22
2 licht continu op, 3 knippert.
De dampkap is tijdens de volgende
2minuten klaar voor de verbinding.
Start de wifi-verbinding op de kook-
plaat. Zie daarvoor de gebruiksaanwijzing van de kookplaat.
Na succesvolle verbinding branden 2 en
3 continu.
Verlaat de verbindingsmodus van de
dampkap door op de toets 'naloop'
te drukken.
Con@ctivity is nu geactiveerd.
Als de directe WiFi-verbinding tot
stand is gebracht, kunnen kookplaat
en dampkap niet in een eigen netwerk
worden opgenomen. Mocht u dit later
toch wensen, dan dient u eerst de directe WiFi-verbinding tussen kookplaat en dampkap uit te schakelen (zie
paragraaf “WiFi afmelden”).
Eerste ingebruikneming
23
Bediening (automatische werking)
Wanneer Con@ctivity is geactiveerd,
werkt de dampkap altijd in de automatische functie (zie hoofdstuk: “Eerste
ingebruikname”, paragraaf “Con@ctivity instellen”).
Zie hoofdstuk “Bediening (Handmatige
bediening)”, paragraaf “Koken zonder
Con@ctivity-functie” als u de dampkap handmatig wenst te bedienen.
Voorbeelden voor de vermogensstanden 1
tot en met B
Koken met de Con@ctivityfunctie (Automatische bediening)
Schakel een kookplaat in op een wil-
lekeurige stand.
De verlichting van de dampkap gaat
aan.
Trek de luifel uit.
De afzuiging start op stand 2.
Tijdens het kookproces kiest de dampkap automatisch het juiste afzuigvermogen.
Dit is gebaseerd op het totale vermogen
dat op dat moment voor het kookplaat
is ingeschakeld, te weten het aantal ingeschakelde kookzones en de ingeschakelde kookstanden.
Wanneer u bij het kookplaat een ho-
gere kookstand inschakelt of wanneer
u verschillende kookzones inschakelt,
kiest de dampkap een hogere vermogensstand.
Reactietijd
De dampkap reageert met vertraging.
Een wijziging in de vermogensstand van
de kookplaat hoeft namelijk niet meteen
tot meer of minder dampontwikkeling te
leiden.
De vertraging is ook toe te schrijven aan
het feit dat de kookplaat de informatie
met tussenpozen naar de dampkap verzendt.
De reactie van de dampkap volgt na enkele seconden of enkele minuten.
Wanneer u bij het kookplaat een lage-
re kookstand inschakelt of wanneer u
één of meer kookzones uitschakelt,
kiest de dampkap een lagere vermogensstand.
24
Bediening (automatische werking)
Bij het braden
U schakelt bijvoorbeeld voor het ver-
hitten van een pan, een kookplaat op
de hoogste stand in. Circa 10seconden tot 4minuten daarna zet u deze
op een lagere stand (60seconden tot
5minuten bij een Highlight-kookplaat).
De dampkap herkent dat u aan het braden bent.
De dampkap gaat aan. Nadat de kookplaat op een lagere stand is gezet,
wordt de dampkap naar stand3 teruggeschakeld en blijft deze circa 5minuten op deze stand staan.
Daarna wordt het afzuigvermogen van
de dampkap weer door de Con@ctivityfunctie gestuurd.
U kunt het afzuigvermogen ook voortijdig handmatig wijzigen.
Uitschakelen
Schakel alle kookzones uit.
De afzuiging van de dampkap wordt in
de minuten daarna stap voor stap op
een lagere stand gezet en tenslotte helemaal uitgeschakeld.
Dan wordt de keukenlucht gezuiverd
van eventueel nog aanwezige dampen
en geurtjes.
- Van de intensiefstand wordt de afzuiging direct teruggeschakeld naar
stand 3.
- Van stand 3 wordt de afzuiging na ca.
1minuut teruggeschakeld naar stand
2.
- Van stand 2 wordt de afzuiging na
2minuten teruggeschakeld naar
stand 1.
- Van stand 1 wordt de afzuiging na
2minuten uitgeschakeld.
- 30 seconden daarna wordt de kookplaatverlichting uitgeschakeld.
We zijn klaar met koken.
Als de luifel uitgetrokken blijft, wordt de
dampkap automatisch weer ingeschakeld, nadat het kookplaat wordt ingeschakeld:
enkele seconden nadat het kookplaat is
ingeschakeld, schakelt de afzuiging in,
eerst kort in stand 2, vervolgens direct
in stand 1. Daarna begint de automatische bediening.
25
Bediening (automatische werking)
De automatische functie tijdelijk uitschakelen
U kunt de automatische functie tijdens
het koken tijdelijk uitschakelen, en wel
als volgt:
kies handmatig een andere vermo-
gensstand of
schakel de dampkap handmatig uit of
u activeert de functie uitloop van
de dampkap. De afzuiging gaat na de
gekozen uitlooptijd uit, de verlichting
blijft ingeschakeld.
De functies van de dampkap kunnen nu
met de hand worden bediend (zie
hoofdstuk “Bediening (Handmatige bediening)”).
Terug naar de automatische functie
U kunt terug naar de automatische
functie en wel als volgt:
- kies handmatig een vermogensstand
en wacht circa 5minuten voordat u
de dampkap weer gaat bedienen, of
U hebt de mogelijkheid om de dampkap tijdens een volledige kookbeurt
handmatig te bedienen.
Schakel daarvoor de afzuiging van de
dampkap voor de kookplaat in.
Als na het koken de dampkap en de
kookplaat minstens 30seconden uitgeschakeld waren, start de kookplaat de
volgende keer opnieuw in de automatische functie.
- kies handmatig een vermogensstand
die overeenkomt met de automatische vermogensstand, of
- zorg ervoor dat de afzuiging van de
dampkap en de kookplaat minstens
30seconden uitgeschakeld zijn geweest.
De eerstvolgende keer dat u de kookplaat weer inschakelt, start deze weer
in de automatische functie.
26
Bediening (handmatige werking)
Koken zonder Con@ctivityfunctie (Handmatige bediening)
Onder de volgende voorwaarden kunt u
de dampkap met de hand bedienen:
- De Con@ctivity-functie is niet geactiveerd.
- U heeft de Con@ctivity-functie tijdelijk gedeactiveerd (Zie hoofdstuk “Bediening (Automatische bediening)”,
paragraaf “De automatische functie
tijdelijk uitschakelen”).
Afzuiging inschakelen
Schakel de afzuiging in, zodra u begint
met koken. Hierdoor worden kookdampen vanaf het eerste moment afgezogen.
Kies door indrukken van de toets “”
of “” het gewenste afzuigvermogen.
De boosterstand terugschakelen
Is het Power Management System
(voordien) geactiveerd, dan wordt het
afzuigvermogen na 5minuten automatisch teruggeschakeld naar stand 3.
Nalooptijd inschakelen
Laat de afzuiging na het koken nog enkele minuten werken. De keukenlucht
wordt gezuiverd van eventueel nog aanwezige dampen en geurtjes.
Resten in de dampkap en en de geurtjes die hierdoor ontstaan worden voorkomen.
De naloopfunctie biedt de mogelijkheid,
dat de afzuiging na een gekozen tijd automatisch uitschakelt.
Druk na het koken op de toets naloop
terwijl de afzuiging draait
- 1xvoor 5minuten uitlooptijd, waarbij
5 gaat branden.
Trek het wasemscherm iets naar be-
neden en dan naar voren.
De afzuiging start op stand 2. Het symbool en de 2 van het afzuigvermogen
gaan branden.
Afzuigvermogen kiezen
Voor lichte tot zware kookdampen en
geuren kunt u kiezen tussen de vermogensstanden 1 tot en met 3.
Bij kortstondige sterke wasem- en geurvorming, bijv. bij het aanbraden, kunt u
de intensiefstand B gebruiken.
- 2xvoor 15minuten uitlooptijd, waarbij 15 gaat branden.
- Als u opnieuw op de toets naloop
drukt, blijft de afzuiging ingeschakeld. ( dooft).
Afzuiging uitschakelen
Schuif de luifel naar binnen.
De eerstvolgende keer dat u de luifel
naar buiten trekt, start de afzuiging
weer op stand 2.
Of schakel de afzuiging met de Aan/
Uit-toets uit.
Symbool gaat uit.
27
Bediening (handmatige werking)
Kookplaatverlichting in- en uitschakelen/dimmen
Door de luifel uit- of in te schuiven of
op de verlichtingstoets te drukken,
kunt u de kookplaatverlichting in- en
uitschakelen.
Bij uitgetrokken wasemscherm, kunt
u de kookplaatverlichting met de verlichtingstoets in- of uitschakelen.
Wanneer u de verlichting inschakelt,
brandt de verlichting op maximale
sterkte.
Wilt u de verlichting zwakker hebben,
blijf dan op toets van de verlichting drukken. De verlichting wordt
zwakker totdat u de toets loslaat.
Wilt u de verlichting weer sterker heb-
ben, druk dan opnieuw op toets verlichting en blijf erop drukken. De
verlichting wordt sterker totdat u de
toets loslaat.
Powermanagement
De dampkap beschikt over een powermanagement. Het powermanagement
zorgt voor de energiebesparing. Het
zorgt ervoor dat de afzuiging automatisch terugschakelt en de verlichting
wordt uitgeschakeld.
- Als de boosterstand ingesteld is,
wordt de afzuiging na 5minuten automatisch naar stand3 teruggeschakeld,
- Als stand3,2of1 ingesteld is, wordt
het afzuigvermogen na 2uur automatisch éénstand lager gezet en daarna
in stappen van 30minuten uitgeschakeld.
- Als de kookvlakverlichting ingeschakeld is, wordt deze na 12uur automatisch uitgeschakeld.
U kunt het powermanagement deactiveren.
Onthoud dat deactiveren kan leiden tot
een verhoogd energieverbruik.
28
Bediening (handmatige werking)
Powermanagement deactiveren/activeren
Schakel de afzuiging en de verlichting
uit.
Druk circa 10seconden op de toets
uitloop, totdat stand1 van de
vermogensweergave gaat branden.
Druk vervolgens na elkaar op
- de toetsverlichting ,
- de “” toets en opnieuw
- de toetsverlichting.
Als het Powermanagement ingeschakeld is, branden de standen1enB continu.
Als dit is uitgeschakeld, knipperen de
standen1enB.
Druk op de toets “” om het power-
management te deactiveren.
De standen 1 en B knipperen.
Druk op de toets “” om te activeren.
Veiligheidsuitschakeling
Als het Powermanagement uitgeschakeld is, wordt de ingeschakelde dampkap na 12 uur automatisch uitgeschakeld (afzuiging en kookplaatverlichting).
Als u de dampkap weer wilt inscha-
kelen, druk dan op de Aan/Uit-toets
of op de verlichtingstoets .
De standen 1 en B branden continu.
Druk op toets uitloop om de pro-
cedure te bevestigen.
Alle controlelampjes gaan uit.
Als u de procedure niet binnen 4minuten bevestigt, neemt het toestel automatisch de oude instelling over.
29
Bediening (automatische en handmatige werking)
Bedrijfsurenteller
De dampkap registreert de uren dat ze
in werking is.
De bedrijfsurentellers geven door het
oplichten van het vetfiltersymbool of
het anti-geurfiltersymbool aan wanneer de filters moeten worden vervangen. Zie voor reinigen en vervangen van
de filters en voor het terugzetten van de
tellers het hoofdstuk 'Reiniging en onderhoud'.
Bedrijfsurenteller voor de vetfilters
wijzigen
U kunt de bedrijfsurenteller aan uw
kookgewoonten aanpassen.
Vanuit de fabriek is een reinigingsinterval van 30uur ingesteld.
- Kies 20uur wanneer u veel braadt en
frituurt.
- Als u slechts af en toe kookt, kunt u
ook een korter reinigingsinterval kiezen. Daardoor voorkomt u dat aangekoekt vet verhardt en het reinigen
daardoor moeilijker wordt.
Schakel de afzuiging en de verlichting
uit.
Druk tegelijk op toets uitloop en
op toets bedrijfsurenteller .
Het symbool vetfilter en één van de
vermogensstanden gaan knipperen.
De standen 1 tot en met B geven aan
hoeveel uren zijn ingesteld:
Stand 1 ........................................ 20 uur
Stand 2 ........................................ 30 uur
Stand 3 ........................................ 40 uur
Stand B ....................................... 50 uur
Kies met de toets «» een lager en
met de toets «» een hoger aantal
uren.
Bevestig de procedure met de toets
urenteller .
Alle lampjes gaan uit.
Bevestigt u de procedure niet binnen
4minuten na het instellen, dan neemt
het toestel automatisch de oude instelling over.
- Kies een langere reinigingsinterval
van 40of50uur wanneer u regelmatig zeer vetarm kookt.
30
Bediening (automatische en handmatige werking)
Bedrijfsurenteller anti-geurfilter wijzigen of deactiveren
De anti-geurfilters zijn nodig voor luchtcirculatie.
U kunt de bedrijfsurenteller aan uw
kookgewoonten aanpassen.
Voor luchtafvoer moet deze uitgeschakeld worden.
Standaard is een wisselinterval van
180uur ingesteld.
Schakel de afzuiging en de verlichting
uit.
Druk tegelijk op toets '' en op toets
urenteller .
Het symbool anti-geurfilter en één
van de vermogensstanden gaan knipperen.
De standen 1 tot en met B geven aan
hoeveel uren zijn ingesteld:
Stand 1 ...................................... 120 uur
Stand 2 ...................................... 180 uur
Stand 3 ...................................... 240 uur
Stand B ....................... niet geactiveerd
Kies met de toets '' of '' de ge-
wenste tijd.
Bevestig de procedure met de toets
urenteller .
Bedrijfsurenteller controleren
Vóór afloop van de ingestelde tijd kunt
u controleren hoeveel procent al is verstreken.
Schakel de afzuiging in met de toets
aan/uit .
Druk op de toets bedrijfsuren
van de urenteller en houd de toets
even vast.
- Eenmaal voor de bedrijfsuren van de
vetfilter. Het symbool vetfilter gaat
branden.
- Tweemaal voor de bedrijfsuren van
de anti-geurfilter. Het symbool antigeurfilter brandt.
Gelijktijdig knipperen één of meer vermogensstanden.
Het aantal knipperende standen geeft
aan hoeveel procent van de ingestelde
tijd is verstreken.
Stand 1 ......................................... 25%
Standen 1 en 2 ............................. 50%
Standen 1 tot en met 3 ................. 75%
Standen 1 tot en met B .............. 100%
Wanneer de dampkap wordt uitgeschakeld of de stroom uitvalt blijven
de geregistreerde uren opgeslagen.
Alle controlelampjes gaan uit.
Bevestigt u de procedure niet binnen
4minuten na het instellen, dan neemt
het toestel automatisch de oude instelling over.
31
Tips om energie te besparen
Deze dampkap werkt zeer efficiënt en
energiebesparend. Volgende maatregelen ondersteunen u bij het spaarzame
gebruik:
- Zorg bij het koken voor een goede
ventilatie van de keuken. Stroomt bij
luchtafvoer niet voldoende lucht, dan
werkt de dampkap niet efficiënt en
zijn er verhoogde werkingsgeluiden.
- Kook op een zo laag mogelijke kookstand. Weinig kookdampen betekenen een lage vermogensstand aan de
dampkap en hierdoor ook minder
stroomverbruik.
- Maak de filters geregeld schoon of
vervang ze. Door erg vette filters
wordt het vermogen verlaagd en bestaat er brandgevaar. Voorts bestaat
dan een risico voor de hygiëne.
- Gebruik de Con@ctivity-functie. De
dampkap wordt automatisch in- en
uitgeschakeld. De dampkap kiest de
optimale vermogensstand voor desbetreffende situatie en zorgt zo voor
een laag energieverbruik.
- Als u de dampkap handmatig bedient, let dan op het volgende:
– Controleer het ingestelde vermo-
gen op de dampkap. Meestal is
een lage vermogensstand voldoende. Gebruik de boosterstand
alleen als dat nodig is.
– Schakel als er veel damp vrijkomt
tijdig naar een hogere vermogensstand. Dat is efficiënter dan door
langdurig afzuigen te proberen
dampen terug te zuigen die zich al
in de keuken hebben verspreid.
– Let erop om de dampkap na het
koken weer uit te schakelen.
Als na het koken de lucht in de
keuken nog gezuiverd moet worden van aanwezige damp en geuren, gebruikt u de uitloopfunctie.
De afzuiging wordt na de gekozen
uitlooptijd automatisch uitgeschakeld.
32
Reiniging en onderhoud
Koppel de dampkap bij elk on-
derhoud en reiniging los van de voeding (zie hoofdstuk: “Veiligheidsinstructies en waarschuwingen”).
Behuizing
Algemeen
De oppervlakken en bedieningselementen kunnen door ongeschikte
reinigingsmiddelen aangetast worden.
Gebruik geen reinigingsmiddelen die
soda, zuur, chloor of oplosmiddelen
bevatten.
Gebruik geen schurende reinigingsmiddelen zoals schuurpoeder en
vloeibaar schuurmiddel en ook geen
schuursponsjes of sponsjes waar
nog resten van schuurmiddelen in
zitten.
Vocht in de dampkap kan leiden
tot schade.
Let erop dat er geen water in de
dampkap komt.
Roestvrijstalen oppervlakken
De aanwijzingen gelden niet voor de
bedieningstoetsen.
Neem de algemene regels in acht en
gebruik daarnaast een niet-schurend
reinigingsmiddel dat speciaal geschikt
is voor roestvrij staal.
Gebruik, om te voorkomen dat de oppervlakken snel weer vuil worden, ook
een onderhoudsmiddel voor roestvrij
staal (verkrijgbaar bij Miele).
Bedieningselementen
Wanneer verontreinigingen langer
blijven zitten, kunnen de bedieningselementen verkleuren of veranderen.
Verwijder vuil daarom direct.
Bij reiniging met reinigingsmiddel
voor roestvrij staal kan het oppervlak
van de bedieningselementen beschadigd worden.
Gebruik voor het reinigen van de bedieningselementen geen reinigingsmiddel voor roestvrij staal.
Reinig oppervlak en bedieningsele-
menten alleen met een licht vochtige
doek, wat reinigingsmiddel en wat
warm water.
Wrijf de oppervlakken daarna met
een zachte doek droog.
33
Reiniging en onderhoud
Vetfilters
Brandgevaar
Verzadigde vetfilters zijn brandbaar.
Reinig de vetfilters regelmatig.
De recycleerbare metalen vetfilters in
het toestel nemen de vaste deeltjes uit
de keukendampen op (vet, stof, etc.) en
zorgen er zo voor dat de dampkap niet
vuil wordt.
De vetfilters moeten regelmatig worden
gereinigd.
Sterk vervuilde vetfilters verminderen
het afzuigvermogen en zorgen voor
meer vervuiling van de dampkap en
de keuken.
Reinigingsinterval
Aangekoekt vet wordt na verloop van
tijd hard en het wordt dan steeds moeilijker om de filters schoon te krijgen. U
kunt daarom het beste de vetfilters om
de 3–4weken schoonmaken.
De bedrijfsurenteller geeft aan, wanneer
de vetfilters moeten worden gereinigd.
Het symbool vetfilter gaat dan branden.
U kunt het interval van de bedrijfsurenteller aan uw kookgewoonten aanpassen (zie hoofdstuk: “Bediening (Automatisch en handmatig bedrijf)”).
De vetfilter uitnemen
Een vetfilter kan makkelijk uit uw
handen glippen.
Daarbij kunnen de vetfilter en de
kookplaat beschadigd raken.
Houd de vetfilter bij het verwijderen,
reinigen en terugplaatsen daarom
goed vast.
Trek de vetfilters uit de openingen
aan de voorzijde van de ommanteling.
De vetfilters met de hand reinigen
Reinig de vetfilters in warm water met
een afwasborstel en een zacht handafwasmiddel. Gebruik het handafwasmiddel niet geconcentreerd.
Ongeschikte reinigingsmiddelen
Vetfilters kunnen beschadigd raken
door reinigingsmiddelen die daarvoor
niet geschikt zijn.
De volgende reinigingsmiddelen mogen
niet worden gebruikt:
34
- kalkoplossende reinigingsmiddelen
- schuurpoeder of schuurcrème
- agressieve allesreinigers en vetoplossprays
- ovenspray
Reiniging en onderhoud
Vetfilters reinigen in de vaatwasser
Plaats de vetfilters verticaal of schuin
in het onderrek. Let erop dat de
sproeiarm vrij kan bewegen.
Gebruik een reinigingsmiddel dat ge-
schikt is voor huishoudelijk gebruik.
Kies een programma met een tempe-
ratuur tussen de 50°C en 65°C.
Bij reiniging van de vetfilters in de
vaatwasser kunnen sommige reinigingsmiddelen blijvende verkleuringen
veroorzaken op de filteroppervlakken.
Deze verkleuringen hebben geen nadelig effect op de werking van de vetfilters.
Na het reinigen
Leg de vetfilters na het schoonmaken
nog op een vochtopnemend voorwerp te drogen.
Wanneer de vetfilters uitgenomen
zijn, kan u de bereikbare onderdelen
van de behuizing van vet ontdoen.
Op die manier voorkomt u brandgevaar.
Plaats de vetfilters weer terug.
De bedrijfsurenteller voor de vetfilter
resetten
Na de reiniging moet de bedrijfsurenteller worden gereset.
Controleer of de afzuiging aan is en
druk dan circa 3seconden op toets
bedrijfsuren , totdat alleen
stand1 knippert.
Het symbool vetfilter gaat uit.
Vetfilters reinigen vóórdat het ingestelde
aantal uren is verstreken:
Druk circa 6seconden op toets be-
drijfsuren , totdat alleen stand1
knippert.
Actieve koolstoffilter
Bij luchtcirculatie dient u naast de vetfilters ook nog twee anti-geurfilters te gebruiken. De anti-geurfilters binden de
kookgeurtjes.
U kunt de anti-geurfilters in de webshop
van Miele, bij Miele zelf (zie achter in
deze gebruiksaanwijzing) of bij de
Miele-vakhandelaar verkrijgen.
De type-aanduiding vindt u in het
hoofdstuk “Technische gegevens”.
35
Reiniging en onderhoud
Anti-geurfilter plaatsen/vervangen
Boven de vetfilters bevinden zich de
openingen waar u de anti-geurfilters in
kunt schuiven.
Verwijder het deksel. Het zit met
magneten vast.
Neem de anti-geurfilters uit de ver-
pakking.
Schuif de anti-geurfilters in de ope-
ningen.
Plaats het deksel terug.
Vervangingsfrequentie
Vervang de anti-geurfilters altijd zodra
de kookluchtjes niet meer voldoende
opgenomen worden, maar uiterlijk elke
zes maanden.
De werkingsurenteller geeft aan wanneer de anti-geurfilters moet worden
vervangen. Het symbool van het antigeurfilter gaat dan branden.
Werkingsurenteller voor de anti-geurfilter terugzetten naar fabrieksinstellingen
Na de vervanging moet de werkingsurenteller worden gereset.
Controleer of de afzuiging aan is en
druk dan tweemaal circa 3 seconden
op toets werkingsuren en houdt
deze ingedrukt, totdat alleen stand 1
knippert.
Het symbool anti-geurfilter gaat uit.
Wanneer u het anti-geurfilter vervangt
voordat het ingestelde aantal uren is
verstreken:
Druk tweemaal circa 6 seconden lang
op de toets bedrijfsuren , totdat
alleen stand 1 knippert.
Anti-geurfilters weggooien
Gooi de gebruikte anti-geurfilters bij
het huisvuil.
36
Contact bij storingen
Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u uw Miele vakhandelaar of de klantendienst van Miele.
De klantendienst van Miele kunt u online boeken op www.miele.com/service.
De contactgegevens van de klantendienst van Miele vindt u achteraan in
dit document.
De klantendienst van Miele heeft de typeaanduiding en het fabricagenummer
nodig (Fabr./SN/nr.). Beide gegevens
vindt u op het typeplaatje.
Positionering van het typeplatje
Het typeplaatje vindt u op de ommanteling, als u het deksel voor de geurfiltersleuven uitneemt.
Klantendienst
Garantie
De garantietermijn voor dit toestel bedraagt 2 jaar.
Voor meer informatie, zie de bijgevoegde garantievoorwaarden.
37
*INSTALLATION*
Installatie
Afmetingen van het toestel
DA 3568
38
DA 3598
*INSTALLATION*
a
Luchtafvoer, luchtcirculatie met ombouwset DUU 150.
b
Het corpus van de kast moet 38mm
korter zijn dan de kastdeur.
c
Montage is ook mogelijk in een
600mm brede kast. Hierbij dient u
op het volgende te letten:
– Ook de kasten naast de dampkap
moeten 38mm korter gemaakt
worden.
– De kastdeuren van de inbouwkast
en de kasten ernaast moeten naar
boven opengaan, zodat u bij de
vetfilters kunt.
d
De luchtafvoer kan ook aan de achterkant worden aangesloten.
e
In de bovenkast kan na de montage
een tussenwand worden geplaatst.
De toegang tot de vetfilters en bij het
luchtcirculatiesysteem tot de antigeurfilters moet daarbij goed bereikbaar blijven.
f
De bovenkast kan eventueel aan de
zijkanten worden uitgebouwd.
g
Als er een bodemplaat is, moeten er
openingen worden gemaakt om de
houdkracht van het wasemscherm in
te stellen. Voorbeelden:
– Naast de kast bevinden zich, zo-
als afgebeeld, nog andere kasten.
– De dampkap is gemonteerd in een
600mm brede kast met zijkasten.
Bij het meten van de kasthoogte en de
uitsparingen moet u rekening houden
met gemonteerde accessoires (bijv. geluidsdempers en DSM-modules).
Installatie
39
*INSTALLATION*
Installatie
Afstand tussen kookplaat en dampkap (S)
Tussen de onderkant van de dampkap en de plek waar gekookt, gebakken, gebraden, gegrilleerd of gefrituurd wordt, moet een minimumafstand worden aangehouden. Deze kunt u hieronder vinden.
Geeft de fabrikant echter een grotere afstand aan, houd dan deze aan.
Neem ook de veiligheidsinstructies en waarschuwingen in het gelijknamige
hoofdstuk in acht.
KooktoestelMinimumafstand S
Elektrische kookplaat450mm
Grill en friteuse (elektrisch)650mm
Een gaskookplaat met verschillende branders met een
650mm
totale capaciteit van ≤ 12,6 kW,
waarbij geen brander een capaciteit van > 4,5 kW heeft.
Een gaskookplaat met verschillende branders met een
760mm
totale capaciteit van >12,6 kW en > 21,6 kW,
waarbij geen brander een capaciteit van ≤ 4,8 kW heeft.
Een gaskookplaat met verschillende branders met een
niet mogelijk
totale capaciteit van >21,6 kW,
of met bij één brander een capaciteit van > 4,8 kW.
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van ≤ 6 kW650mm
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van > 6 kW en
760mm
≤ 8,1 kW
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van > 8,1 kWniet mogelijk
40
*INSTALLATION*
Installatie
Montagetips
- Om alle kookdampen op te kunnen
vangen, moet de dampkap precies in
het midden boven de kookplaat zijn
gemonteerd.
- Zorg ervoor dat de kookplaat niet
groter is dan de dampkap, liefst kleiner.
- De plaats waar de dampkap komt te
hangen moet makkelijk toegankelijk
zijn. In geval van een storing moet
een technicus makkelijk bij de dampkap kunnen komen en deze ongehinderd kunnen demonteren. Let bij het
monteren van de dampkap dus ook
op de plaatsing van kasten, planken,
plafond- of decorelementen in de
omgeving van de dampkap.
Voor de montage
Neem voordat u met monteren
begint de informatie in dit hoofdstuk
en in het hoofdstuk “Opmerkingen
omtrent uw veiligheid” in acht.
Montageschema
De montage vindt u op de bijgeleverde
montageschema beschreven.
Wasemscherm instellen
Het ingeschoven wasemscherm wordt
door magneten vastgehouden.
De sterkte van de magneten kan ingesteld worden. Stel de magneten zo in,
dat het wasemscherm links en rechts
stevig vastgehouden wordt en het gemakkelijk naar beneden gelaten kan
worden. Voor het instellen van de magneten is een hoekschroevendraaier
meegeleverd.
Stel beide kanten hetzelfde in. Draai
steeds een halve slag en controleer
de instelling door het wasemscherm
naar boven en naar beneden te bewegen.
- Draai de beide schroeven rechtsom:
de houdkracht wordt hoger.
- Draai de beide schroeven linksom: de
houdkracht wordt lager.
41
*INSTALLATION*
Installatie
Installatiemateriaal
a
1luchtafvoertuit voor een luchtafvoerleiding van 150mm.
b
1terugslagklep die in de uitblaastuit van de motoreenheid wordt ingebouwd (niet bij luchtcirculatie).
c
2afdekkingen voor de L-ijzers voor
de montage.
d
2L-ijzers voor montage waar het
toestel in de bovenkast op moet
rusten.
e
1afdekking voor de openingen van
de anti-geurfilters.
f
1afstandsprofiel voor het afdekken
van de gleuf tussen achterwand van
het toestel en de muur.
42
12schroeven 4x15mm voor het bevestigen van de dampkap in de bovenkast.
4schroeven M4x16mm voor het bevestigen van de dampkap aan de L-ijzers voor montage en voor het bevestigen van het afstandsprofiel.
4schroeven M4x8mm voor het bevestigen van het afstandsprofiel.
*INSTALLATION*
2schroeven 4x40mm,
2pluggen 6x36mm als extra steun
bij het bevestigen van de dampkap aan
de wand (alleen bij montage in een
900mm brede kast).
4schroeven 4x25mm als extra
steun bij het bevestigen van een
900mm brede dampkap.
4plakstroken voor het afsluiten van
bevestigingsgaten die niet nodig zijn.
Installatie
Voor de luchtafvoer mogen alleen
gladde buizen of flexibele luchtafvoerleidingen van niet-brandbaar
materiaal worden gebruikt.
Wanneer het toestel op een externe
afzuiginstallatie is aangesloten, mogen er alleen vormstabiele buizen en
slangen worden gebruikt. Door de
externe afzuiginstallatie kan namelijk
een onderdruk ontstaan, waardoor
de luchtafvoerbuizen vervormd kunnen raken.
Voor een zo groot mogelijk afzuigvermogen en een zo laag mogelijk geluidsniveau moeten de volgende punten in
acht worden genomen:
- De luchtafvoer moet een doorsnede
hebben die niet minder is dan
150mm.
1hoekschroevendraaier T20
Luchtafvoerleiding
Gelijktijdig gebruik van de damp-
kap en een toestel dat lucht in diezelfde ruimte verbruikt kan gevaarlijk
zijn! Er kunnen giftige gassen vrijkomen.
Neem beslist de veiligheidsinstructies en waarschuwingen in het gelijknamige hoofdstuk in acht.
Laat in ieder geval door de plaatselijke schoorsteenveger controleren of
een veilig gebruik van de luchtafvoer
gewaarborgd is.
- Wanneer er platte kanalen worden
gebruikt, mag de doorsnede niet kleiner zijn dan de doorsnede van de
luchtafvoertuit.
- De luchtafvoerleiding moet zo kort en
recht mogelijk zijn.
- Alleen bochten met een grote straal
zijn toegestaan.
- Er mogen geen knikken in de luchtafvoerleiding komen en de luchtafvoerleiding mag niet in elkaar worden gedrukt.
- De verbindingspunten moeten stevig
zijn en mogen niet lekken.
Let erop dat iedere barrière in de
luchtstroming de afzuigcapaciteit
vermindert en het geluidsniveau verhoogt.
43
*INSTALLATION*
Installatie
Wordt de lucht gewoon naar buiten
afgevoerd, dan kan het beste een telescopische muurkast of een dakdoorvoer worden geïnstalleerd (na te
bestellen accessoires).
Moet de lucht door een luchtafvoer-
kanaal worden afgevoerd, dan moet
de invoerbuis verticaal worden gebogen.
Wanneer de luchtafvoerleiding hori-
zontaal wordt aangelegd, moet worden gezorgd voor een verval van minstens 1cm per meter. Daarmee wordt
voorkomen dat er condenswater in
de dampkap kan lopen.
Als de luchtafvoerleiding door koele
ruimtes, zolders enzovoort loopt,
kunnen er aanzienlijke temperatuurverschillen binnen de afzonderlijke
ruimtes optreden. Dat kan condenswater veroorzaken. De luchtafvoerleiding moet dan worden geïsoleerd.
Anti-condensvoorziening
Daarnaast is het aan te bevelen om een
anti-condensvoorziening te installeren
die het condenswater, dat ondanks de
isolatie van de luchtafvoer vrijkomt, opneemt en verdampt.
Dit accessoire is verkrijgbaar voor
luchtafvoerbuizen met een doorsnede
van 125mm of 150mm.
Plaats de anti-condensvoorziening
loodrecht en zo dicht mogelijk boven
de luchtafvoertuit van de dampkap.
De pijl op de ommanteling geeft de
blaasrichting aan.
In dampkappen die geschikt zijn voor
de aansluiting van een externe afzuigeenheid (type...EXT/EXTA) is een anticondensvoorziening standaard ingebouwd.
44
*INSTALLATION*
Installatie
Geluidsdemper
In de luchtafvoerleiding kan een geluidsdemper worden gemonteerd (mits
toeslag verkrijgbaar). Deze zorgt voor
bijkomende geluidsdemping.
Luchtafvoer
Luchtcirculatie
De geluidsdemper wordt tussen uitblaastuit en uitblaasrooster geplaatst,
nl. bij . Deze plaats moet in individuele gevallen worden gecontroleerd.
Luchtafvoer met een externe ventilator
De geluidsdemper reduceert zowel afzuiggeluiden die naar buiten dringen als
ook geluiden die van buiten via de
luchtafvoer de keuken binnendringen,
zoals straatlawaai. Daarom wordt de
geluidsdemper zo dicht mogelijk vóór
de opening geplaatst waarlangs de
lucht wordt afgevoerd .
Om ventilatorgeluiden in de keuken te
minimaliseren, moet de geluidsdemper
indien mogelijk voor de externe ventilator worden gemonteerd , bij een lange luchtafvoerleiding bij de luchtafvoertuit van de dampkap . Als een externe
ventilator in het huis is geïnstalleerd,
kunt u de ventilatorgeluiden naar buiten
toe verminderen door een geluidsdemper na de externe ventilator te monteren.
45
*INSTALLATION*
Installatie
Elektrische aansluiting
Deze dampkap mag uitsluitend aangesloten worden op een stopcontact met
beschermingscontact (randaarde)
AC230V~50Hz.
De elektrische installatie moet conform
VDE0100 zijn uitgevoerd.
Ter verhoging van de veiligheid wordt in
de VDE-richtlijn DINVDE0100 deel739
geadviseerd toestel aan te sluiten op
een verliesstroomschakelaar met een
reactiewaarde van 30mA
(DINVDE0664).
Aansluiting via een stopcontact wordt
aanbevolen, omdat dit voor de technici
gemakkelijker is (volgens VDE0701).
Het stopcontact moet ook bereikbaar
zijn als het toestel is ingebouwd.
Als na inbouw het stopcontact niet
meer bereikbaar is, moet het toestel via
een werkschakelaar met alle polen van
de netspanning losgekoppeld kunnen
worden. De contactopening in uitgeschakelde toestand moet minimaal
3mm bedragen.
Geschikte zelfuitschakelaars zijn automatische veiligheidsschakelaars, zekeringen en relais (EN60335).
De benodigde aansluitgegevens vindt u
op het typeplaatje (zie hoofdstuk: “Service en garantie”). Controleer of deze
gegevens overeenkomen met de spanning en de frequentie van uw elektriciteitsnet.
46
Technische gegevens
Ventilatormotor*80W
Kookplaatverlichting
DA35682x3W
DA35983x3W
Totale aansluitwaarde*
DA356886W
DA359889W
Netspanning, frequentieAC 230V, 50Hz
Zekering10A
Lengte van de aansluitkabel1,8m
Gewicht
DA356815kg
DA359818kg
DA3568EXTA13kg
DA3598EXTA16kg
*Toestellen van het type…EXTA: de aansluitwaarde is afhankelijk van de aangesloten externe afzuiginstallatie.
Lengte van de elektrische verbindingskabel naar de externe ventilator: 1,9m
WiFi-module
Frequentieband2,400–2,4835GHz
Maximaal zendvermogen<100mW
Na te bestellen accessoires voor luchtcirculatie
Ombouwset DUU150 of DUU151 en set anti-geurfilters DKF19-1. De set bevat
twee anti-geurfilters.
47
Technische gegevens
Verklaring van overeenstemming
Hierbij verklaart Miele dat deze dampkap voldoet aan de Richtlijn 2014/53/EU.
De volledige tekst van de EU-verklaring van overeenstemming is te vinden op een
van de volgende internetadressen:
- Producten, download, op www.miele.be/nl
- Service, informatie aanvragen, gebruiksaanwijzingen, op www.miele.be/nl/c/informatie-aanvragen-385.htm door de productnaam of het fabricagenummer in te
geven
Instructie voor vergelijkende onderzoeken
De bepaling van de energie-efficiëntie moet in bij luchtafvoer uitgevoerd worden.
Standaard is luchtcirculatie ingesteld. Er wordt overgeschakeld op luchtafvoer
door de bedrijfsurenteller voor de geurfilter(s) te deactiveren (zie 'Eerste ingebruikname').
48
Technische gegevens
Productkaart voor huishoudelijke dampkappen
volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr.
66/2014
MIELE
Identificatie van het modelDA 3568
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasseA++
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)A
Verlichtingsefficiëntie (LE
afzuigkap
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)A
Vetfilteringsefficiëntie82,8%
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)C
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
max
)
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt356 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid)36 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid)51 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus63 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 93,0W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po)W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps)0,35W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem6,0W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookoppervlak
Tijdstoenamefactor0,6
)24,5kWh/jaar
dampkap
)35,2
dampkap
)39,1
dampkap
)70,0lx/W
367,5m3/h
190m3/h
400m3/h
635m3/h
635m3/h
420 Ix
49
Technische gegevens
Productkaart voor huishoudelijke dampkappen
volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr.
66/2014
MIELE
Identificatie van het modelDA 3568 EXTA
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasseC
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)C
Verlichtingsefficiëntie (LE
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)A
Vetfilteringsefficiëntie82,8%
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)C
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt384 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid)49 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid)63 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus68 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 227,2 W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po)W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps)0,35 W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem6,0 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookoppervlak
Tijdstoenamefactor1,2
max
dampkap
)
)106,6 kWh/jaar
dampkap
)74,2
dampkap
)21,3
dampkap
)70,0 lx/W
455,2 m3/h
325 m3/h
605 m3/h
770 m3/h
770 m3/h
420 Ix
De waarden worden in combinatie met de externe afzuiginstallatie Miele ABLG202
bepaald.
50
Technische gegevens
Productkaart voor huishoudelijke dampkappen
volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr.
66/2014
MIELE
Identificatie van het modelDA 3598
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasseA++
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)A
Verlichtingsefficiëntie (LE
afzuigkap
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)A
Vetfilteringsefficiëntie82,8%
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)C
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
max
)
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt357 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid)36 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid)51 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus63 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 90,0W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po)W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps)0,35W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem9,0W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookoppervlak
Tijdstoenamefactor0,6
)25,6kWh/jaar
dampkap
)36,7
dampkap
)39,4
dampkap
)55,6lx/W
358,1m3/h
190m3/h
400m3/h
635m3/h
635m3/h
500 Ix
51
Technische gegevens
Productkaart voor huishoudelijke dampkappen
volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr.
66/2014
MIELE
Identificatie van het modelDA 3598 EXTA
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasseC
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)C
Verlichtingsefficiëntie (LE
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)A
Vetfilteringsefficiëntie82,8%
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)C
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt384 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid)49 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid)63 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus67 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 227,2 W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po)W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps)0,35 W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem9,0 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookoppervlak
Tijdstoenamefactor1,2
max
dampkap
)
)108,8 kWh/jaar
dampkap
)74,9
dampkap
)21,3
dampkap
)55,6 lx/W
455,2 m3/h
325 m3/h
605 m3/h
770 m3/h
770 m3/h
500 Ix
De waarden worden in combinatie met de externe afzuiginstallatie Miele ABLG202
bepaald.
52
Herstellingen aan huis en andere inlichtingen: 02/451.16.16
nv Miele België
Z.5 Mollem 480
1730 Mollem (Asse)
E-mail: info@miele.be
Internet: www.miele.be
Duitsland
Miele & Cie. KG
Carl-Miele-Straße 29
33332 Gütersloh
DA3568, DA3598, DA3568EXTA, DA3598EXTA
M.-Nr. 11 319 990 / 02nl-BE
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.