Miele DA 3568, DA 3598, DA 3568 EXTA, DA 3598 EXTA Operating instructions [nl]

Gebruiks- en montagehandleiding Dampkap
Lees altijd eerst de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw toestel.
nl-BE M.-Nr. 11 319 990
Inhoud
Met de app verbinden .................................................................................... 18
Met WPS verbinden ....................................................................................... 19
WiFi afmelden (terugzetten naar de fabrieksinstellingen)............................... 20
Con@ctivity via het eigen WiFi-netwerk (Con@ctivity 3.0) ............................. 22
Con@ctivity via een directe WiFi-verbinding (Con@ctivity 3.0) ...................... 22
Terug naar de automatische functie............................................................... 26
Bedrijfsurenteller voor de vetfilters wijzigen................................................... 30
Bedrijfsurenteller anti-geurfilter wijzigen of deactiveren................................. 31
Bedrijfsurenteller controleren ......................................................................... 31
2
Inhoud
Werkingsurenteller voor de anti-geurfilter terugzetten naar fabrieksinstel-
lingen.............................................................................................................. 36
Anti-geurfilters weggooien ............................................................................. 36
Anti-condensvoorziening................................................................................ 44
Geluidsdemper............................................................................................... 45
3

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Deze dampkap voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële schade tot gevolg hebben.
Lees de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door voor­dat u de dampkap in gebruik neemt. Hierin vindt u belangrijke in­structies met betrekking tot de montage, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Daardoor beschermt u zichzelf en vermijdt u beschadigingen aan de dampkap.
In overeenstemming met de norm IEC60335-1 adviseert Miele u uitdrukkelijk om het hoofdstuk over de installatie van het toestel en de veiligheidsinstructies en waarschuwingen te lezen en op te vol­gen.
Wanneer de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor scha­de die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.

Verantwoord gebruik

Deze dampkap is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
gelijkaardige omgevingen.
Deze dampkap is niet bestemd voor gebruik buiten.Gebruik de dampkap uitsluitend in huishoudelijke context voor het
wegzuigen van kookdampen die ontstaan bij het bereiding van ge­rechten. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
De dampkap mag in de recirculatiemodus boven een gaskookstel
niet gebruikt worden voor het ventileren van de plaats van opstelling. Raadpleeg een gasprofessional.
4
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid,
hun onervarenheid of gebrek aan kennis van de dampkap niet in staat zijn om deze veilig te bedienen, mogen de dampkap alleen on­der toezicht gebruiken. Deze personen mogen de dampkap alleen zonder toezicht gebruiken als ze weten hoe ze het toestel veilig moeten bedienen. Ze moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen inzien en begrijpen.

Kinderen in het gezin

Houd kinderen onder 8jaar bij de dampkap vandaan, tenzij u
voortdurend toezicht houdt.
Kinderen vanaf 8jaar mogen de dampkap alleen zonder toezicht
gebruiken als ze weten hoe ze de dampkap veilig moeten bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen inzien en begrijpen.
Kinderen mogen de dampkap niet zonder toezicht reinigen of on-
derhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van de
dampkap bevinden. Laat kinderen nooit met de dampkap spelen.
De kookplaatverlichting is heel sterk.
Zorg dat vooral baby's niet direct in de lampen kijken.
Risico op verstikking! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in
verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en daardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten het bereik van kinderen.
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Technische veiligheid

Door ondeskundig uitgevoerde installaties, onderhoudswerken of
herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's ontstaan voor de gebruiker. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zijn.
Schade aan de dampkap kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Controleer de dampkap op zichtbare schade. Gebruik nooit een be­schadigde dampkap.
De elektrische veiligheid van de dampkap is uitsluitend gegaran-
deerd, als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol­gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda­mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek­trische installatie bij twijfel door een elektricien inspecteren.
De dampkap kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als zij
op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
van de dampkap moeten beslist met de waarden van het elektrici­teitsnet overeenkomen om beschadiging van de dampkap te voorko­men. Vergelijk deze aansluitgegevens voordat u het toestel aansluit. Raad­pleeg bij twijfel een elektricien.
Deze dampkap mag niet op het elektriciteitsnet worden aangeslo-
ten via meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren die daarvoor niet geschikt zijn. Dit in verband met gevaar voor oververhitting.
Bij dampkappen van het type...EXT/EXTA dient u de bijbeho-
rende verbindingskabel en stekkers te gebruiken om verbinding te maken met de externe afzuiginstallatie. Deze toestellen mogen enkel met een externe dampkamp van Miele gecombineerd worden.
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik uw dampkap enkel in geïnstalleerde toestand. Enkel dan
is een veilige werking gewaarborgd.
Deze dampkap mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
Raak geen onderdelen aan die onder spanning staan. Verander
niets aan de elektrische en mechanische opbouw van het toestel. Open de ommanteling van de dampkap slechts zo ver als in het ka­der van de montage en de reiniging is toegestaan. Open in geen ge­val overige delen van de ommanteling. Worden deze instructies niet opgevolgd, dan kunnen gebruikers een elektrische schok krijgen en is het mogelijk dat het toestel niet meer goed functioneert.
Het recht op garantie vervalt wanneer de dampkap door een tech-
nische dienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat deze ten
volle voldoen aan de eisen qua veiligheid. Defecte onderdelen mo­gen alleen door originele Miele-wisselstukken worden vervangen.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een er-
kend vakman/vakvrouw worden vervangen.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mag er
geen elektrische spanning op de dampkap staan. Dat is het geval als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
- de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of
- de schroefzekeringen van de elektrische aansluiting zijn er geheel uitgedraaid of
- de stekker (indien aanwezig) is uit de contactdoos getrokken. Trek daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Gelijktijdig gebruik van het toestel met een verbrandingssysteem dat lucht uit dezelfde ruimte gebruikt

Gevaar voor vergiftiging door verbrandingsgassen. Wees heel voorzichtig als u de dampkap tegelijk gebruikt met ver­brandingssystemen die lucht uit dezelfde ruimte gebruiken of ge­bruikmaken van dezelfde afvoerinstallatie. Dergelijke verbrandingssystemen halen de lucht die nodig is voor de verbranding uit de ruimte waar de systemen zich bevinden en voeren de rookgassen af via een afvoerkanaal (bijvoorbeeld via een schouw). Dit kunnen bijvoorbeeld gas-, olie-, hout- of kolenka­chels zijn, maar ook gasboilers, warmwaterketels op gas, gas­kookplaten en gasovens.
De dampkap zuigt lucht uit de keuken en de aangrenzende ruim­ten. Dit geldt bij: – luchtafvoer, – luchtafvoer met externe ventilator en bij – luchtcirculatie met een buiten de ruimte geplaatste luchtcircula­tiebox.
Als de luchtaanvoer niet voldoende is, ontstaat er onderdruk. Het verbrandingssysteem krijgt te weinig lucht. De verbranding wordt negatief beïnvloed. Giftige verbrandingsgassen kunnen uit de schouw of een ander luchtafvoerkanaal naar de woonvertrekken geleid worden. Er bestaat levensgevaar.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Het gelijktijdige gebruik van een dampkap en verbrandingssys­teem in dezelfde ruimte is ongevaarlijk als de onderdruk niet groter is dan 4Pa (0,04mbar). In dat geval is er geen gevaar dat verbran­dingsgassen worden teruggezogen.
Er zullen geen onderdrukproblemen ontstaan als door niet-afsluit­bare openingen bijvoorbeeld in deuren of ramen voldoende lucht in de ruimte kan komen. De diameter van de opening waardoor de lucht naar binnen stroomt, moet dan wel groot genoeg zijn. Alleen een muurkast voor luchttoevoer/luchtafvoer is meestal niet toerei­kend.
Bij de beoordeling van een en ander dient men altijd rekening te houden met de totale ventilatie van de woning. Raadpleeg in ieder geval een vakman.
Wanneer de dampkap met luchtcirculatie wordt gebruikt en de lucht wordt teruggevoerd in de ruimte waar het toestel is geplaatst, is gelijktijdig gebruik van een dampkap en een verbrandingstoestel in dezelfde ruimte niet gevaarlijk.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Veilig gebruik

Bij open vuur bestaat brandgevaar.
Werk nooit met open vuur onder de dampkap. Bijvoorbeeld het flam­beren en grillen met open vlam is niet toegestaan. Als de dampkap ingeschakeld is, worden de vlammen in de filter gezogen. Vetresten kunnen vuur vatten.
Sterke hitte-ontwikkeling op een gaskookplaat kan de dampkap
beschadigen.
- Let er bij gebruik van de dampkap boven een gaskookplaat of gasfornuis op, dat er altijd een pan staat op de gaspit die in ge­bruik is. Draai de gaspit ook uit, wanneer u de pan even van het gas neemt.
- Kies pannen die niet groter of kleiner zijn dan de kookzone.
- Regel de stand van het gas zo dat er geen gas langs de pan om­hoog komt.
- Zorg ervoor dat u een pan nooit overmatig verhit, zoals dit bij het wokken snel gebeurt.
Condenswater kan zorgen voor corrosieschade aan de dampkap.
Schakel de dampkap altijd in als u een kookzone gebruikt om opho­ging van condenswater te voorkomen.
Olie en vet kunnen bij oververhitting vanzelf ontbranden en daarbij
de dampkap in brand zetten. Let op potten, pannen en friteuses wanneer u met olie en vet werkt. Ook het grillen op elektrische griltoestellen moet daarom onder con­tinu toezicht plaatsvinden.
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik de dampkap nooit zonder vetfilters om te voorkomen dat
zich vuil en vet in de dampkap afzetten, waardoor deze op den duur niet meer goed zal functioneren.
Hou ermee rekening dat de dampkap bij het koken door de opstij-
gende hitte erg warm kan worden. Raak de ommanteling en de vetfilters pas aan wanneer de dampkap is afgekoeld.

Deskundige montage

Controleer of het gebruik van een dampkap boven uw kooktoestel
volgens de fabrikant van deze apparatuur toegestaan is.
Het is niet toegestaan de dampkap boven stookplaatsen voor
vaste brandstoffen te monteren.
Als de afstand tussen kookplaat en dampkap te klein is, kan dit
schade aan de dampkap veroorzaken. Tussen de dampkap en de plek waar gekookt, gebakken, gebraden, gegrild of gefrituurd wordt moeten de afstanden die in het hoofdstuk 'Montage' worden aangegeven, aangehouden worden, tenzij de fa­brikant van de kookapparatuur een grotere afstand aangeeft. Worden er onder de dampkap verschillende kooktoestellen gebruikt waarvoor verschillende afstanden gelden, dan moet de grootste af­stand worden aangehouden.
Volg voor het monteren van de dampkap de aanwijzingen in het
hoofdstuk “Installatie” op.
Onderdelen kunnen scherpe randen hebben en tot verwondingen
leiden. Draag bij het monteren handschoenen die bescherming bieden te­gen snijwonden.
Gebruik voor de luchtafvoerleiding enkel buizen of slangen van
onbrandbaar materiaal. Die zijn bij uw Miele-handelaar of via de Technische Dienst van Miele verkrijgbaar.
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De lucht mag niet worden afgevoerd via een afvoerschoorsteen
die wordt gebruikt voor de afvoer van rook of gas, noch via een schacht die wordt gebruikt voor de ontluchting van ruimten waarin wordt gestookt.
Wanneer de lucht moet worden afgevoerd via een schoorsteen die
niet meer in gebruik is, dient u eerst de officiële voorschriften te raadplegen.

Reiniging en onderhoud

Er kan brand ontstaan als het toestel niet volgens de aanwijzingen
in deze gebruiksaanwijzing wordt gereinigd.
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen van de dampkap nooit een stoomreiniger.

Accessoires

Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemon­teerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of pro­ductaansprakelijkheid.
12

Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu

Recycleerbare verpakking

De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd milieuvriende­lijk en recycleerbaar verpakkingsmateri­aal gekozen.
Door hergebruik van verpakkingsmateri­aal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.

Uw toestel afdanken

Oude elektrische en elektronische toe­stellen bevatten meestal nog waarde­volle materialen. Ze bevatten echter ook stoffen, mengsels en onderdelen die nodig zijn geweest om de toestellen goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude toestel bij het ge­wone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de ge­zondheid en het milieu. Doe uw oude toestel daarom nooit bij het gewone huisafval.
Lever het in bij een gemeentelijk inza­meldepot voor elektrische en elektro­nische apparatuur, bij uw vakhandelaar of bij Miele. U bent wettelijk zelf verant­woordelijk voor het wissen van eventue­le persoonlijke gegevens op het af te danken toestel.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan contact op met
- de handelaar bij wie u het kocht of
- de firma Recupel, telefoon 0800/15 880, website: www.recupel.be of
- uw gemeentebestuur als u uw toestel naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus­sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
13

Overzicht dampkap

14
Overzicht dampkap
a
Uittrekbaar wasemscherm
b
Bedieningselementen
c
Vetfilter
d
Kookplaatverlichting
e
Luchtafvoertuit De lucht kan eventueel naar boven of naar achteren afgevoerd worden.
f
Openingen voor de anti-geurfilter
g
Openingen voor de vetfilters
h
Anti-geurfilter Accessoires die voor luchtcirculatie achteraf nog besteld kunnen worden
i
Toets voor het in- en uitschakelen en dimmen van de kookplaatverlichting
j
Toets voor het in- en uitschakelen van de afzuiging
k
Toetsen voor het instellen van het afzuigvermogen
l
Toets voor de uitloopfunctie
m
Toets voor de bedrijfsurenteller
15

Hoe werkt uw toestel?

De dampkap kan op de volgende ma­nieren worden gebruikt:

Werking met luchtafvoer

De aangezogen lucht wordt door de vetfilters gereinigd en naar buiten afge­voerd.

Terugslagklep

Wanneer de dampkap is uitgeschakeld, kan er lucht stromen tussen het vertrek en daarbuiten. Met een terugslagklep kan dat worden voorkomen. Deze is bij een uitgeschakelde damp­kap gesloten. Na het inschakelen van het toestel wordt de terugslagklep geopend, zodat de afvoerlucht ongehinderd naar buiten kan worden getransporteerd.

Werking met luchtcirculatie

(enkel met ombouwset en actievekool­stoffilter als mits toeslag verkrijgbare accessoires; zie “Technische gege­vens”)
De aangezogen lucht wordt door de vetfilters en bovendien door actieve­koolstoffilters gereinigd en wordt daar­na weer in de keuken geleid.
Werking met externe afzuigin­stallatie
(Dampkappen van het type...EXT/EXTA)
Als uw afzuiginstallatie geen terugslag­klep heeft, wordt een terugslagklep bij de dampkap meegeleverd. Deze wordt in de uitblaastuit van de motoreenheid geplaatst.
16
Bij dampkappen met een externe afzui­ging, wordt een Miele afzuiginstallatie buiten het vertrek gemonteerd op de plaats waar u deze wilt hebben. De ex­terne afzuiginstallatie wordt door een aansluitkabel met de dampkap verbon­den en via Con@ctivity of de bedie­ningselementen van de dampkap aan­gestuurd.

Eerste ingebruikneming

Luchtafvoer of luchtcirculatie selecteren

De dampkap is geschikt voor luchtaf­voer en luchtcirculatie. Het vermogen van de afzuiging wordt aangepast op de gekozen werkingswijze. Standaard is luchtcirculatie ingesteld. Voor luchtafzuiging moet de dampkap op­nieuw ingesteld worden.
Er wordt overgeschakeld op luchtafvoer door de bedrijfsurenteller voor de anti­geurfilter(s) te deactiveren.
Schakel de afzuiging en de verlichting
uit.
Druk tegelijk op toets '' en op toets
urenteller .
Het symbool anti-geurfilter en één van de vermogensstanden gaan knip­peren.
Druk toets '' in tot de stand B
brandt.

Miele@home instellen

Voorwaarde:
- Een WiFi-netwerk
- De Miele@mobile-app
- Een gebruikersaccount bij Miele. Het gebruikersaccount kunt u aan­maken via de Miele@mobile-app.
Uw dampkap heeft een geïntegreerde WiFi-module. Verbind de dampkap met uw wifi-netwerk. Daarna kunt u de dampkap met de Miele@mobile-app bedienen.
Als uw Miele-kookplaat ook in het eigen WiFi-netwerk is opgenomen, kunt u de automatische besturing van de damp­kap met de Con@ctivity-functie ge­bruiken.Als uw Miele-kookplaat ook in het eigen WiFi-netwerk is opgenomen, kunt u de automatische besturing van de dampkap met de Con@ctivity-func­tie gebruiken.
Bevestig de procedure met de toets
urenteller .
Alle controlelampjes gaan uit.
Luchtafvoer is ingesteld.
Bevestigt u de procedure niet binnen 4minuten na het instellen, dan neemt het toestel automatisch de oude instel­ling over.
Het signaal van uw WiFi-netwerk moet voldoende sterk zijn op de lo­catie waar uw damkap geïnstalleerd wordt.
17
Eerste ingebruikneming

Miele@mobile-app

De Miele@mobile-app kunt u gratis downloaden uit de Apple App Store® of
de Google Play Store™.

Met de app verbinden

U kunt de netwerkverbinding met de Miele@mobile-app tot stand brengen.
Installeer de Miele@mobile app op uw
mobiele toestel.
Om via de app te kunnen aanmelden, dient u te beschikken over:
1. Het wachtwoord van uw WiFi-net­werk
2. Het wachtwoord van uw dampkap
Het wachtwoord van de dampkap be­staat uit de laatste 9cijfers van het pro­ductienummer op het typeplaatje.
Het typeplaatje vindt u op de ommante­ling, als u het deksel voor de geurfilter­sleuven uitneemt.
Start de toestelaanmelding in de app.
Volg de aanmeldingsstappen.
18
Als u gevraagd wordt om de wifi van de dampkap te activeren, gaat u als volgt te werk:
Eerste ingebruikneming
Schakel de dampkap uit.
Houd de toets “” ingedrukt.
Druk tegelijkertijd op de toets verlich-
ting .
2 licht continu op, 3 knippert.
De dampkap is tijdens de volgende 2minuten klaar voor de verbinding.
Volg de overige aanwijzingen in de
app op.
Na succesvolle verbinding branden 2 en
3 continu.

Met WPS verbinden

Uw WiFi-router moet geschikt zijn voor WPS (WiFi Protected Setup).
Schakel de dampkap uit.
Houd de toets '' ingedrukt.
Druk tegelijkertijd op de toets verlich-
ting .
2 licht continu op, 3 knippert.
De WiFi-verbinding moet gelijktijdig op de dampkap en op uw WPS-router ge­start worden.
Druk na enkele seconden op de toets
B op de dampkap.
Verlaat de verbindingsmodus van de
dampkap door op de toets 'naloop' te drukken.
De dampkap kan nu met de app be­diend worden.
Na korte tijd licht 2 continu op, 3 en B knipperen.
De dampkap is tijdens de volgende twee minuten klaar voor de verbinding.
19
Eerste ingebruikneming
Start de WiFi-verbinding op uw WiFi-
router.
Na succesvolle verbinding branden 2 en
3 continu.

WiFi afmelden (terugzetten naar de fabrieksinstellingen)

Om een nieuwe WiFi-verbinding te ma­ken moet eerst de bestaande WiFi-ver­binding verbroken worden.
Schakel de dampkap uit.
Houd de toets “” ingedrukt.
Verlaat de verbindingsmodus van de
dampkap door op de toets uitloop te drukken.
De dampkap kan nu met de app be­diend worden.
Als er geen verbinding kon worden ge­maakt, kan het zijn dat u de WPS op uw router niet snel genoeg hebt ingescha­keld. Herhaal in dat geval de vorige stappen.
Tip: Als uw WiFi-router niet over WPS beschikt, gebruikt u de Miele@mobile­app.
Druk tegelijkertijd op de toets verlich-
ting .
Bij een bestaande wifi-verbinding bran­den 2 en 3 continu.
De dampkap is tijdens de volgende 2minuten klaar voor het verbreken van de verbinding.
20
Druk dan op de toets “”.
2 licht continu op en 3 knippert.
Na enkele seconden knipperen 2 en 3. De verbinding is verbroken.
Verlaat de afmeldmodus van de
dampkap door op de toets uitloop te drukken.
De WiFi-verbinding is verbroken. Er kan een nieuwe verbinding worden ge­maakt.
Eerste ingebruikneming

Con@ctivity instellen

Con@ctivity beschrijft de directe com­municatie tussen een elektrische kook­plaat van Miele en een Miele-dampkap. Hiermee kan de dampkap automatisch bestuurd worden, afhankelijk van de status van een daaronder liggende los­se elektrische Miele-kookplaat.
- Nadat de kookplaat is ingeschakeld, gaan de kookplaatverlichting en na korte tijd de afzuiging van de damp­kap automatisch aan.
- Tijdens het kookproces kiest de dampkap automatisch het juiste af­zuigvermogen. De vermogensstand van de afzuiging hangt af van het aantal ingeschakelde kookplaten en van de gekozen kookstanden.
- Nadat de kookplaat is uitgeschakeld, gaan na een uitlooptijd ook de afzui­ging en de kookplaatverlichting van de dampkap automatisch uit.
Gedetailleerde informatie over deze functie vindt u in het hoofdstuk: 'Bedie­ning'.
21
Eerste ingebruikneming
Con@ctivity via het eigen WiFi-net­werk (Con@ctivity 3.0)
Voorwaarde:
- Eigen WiFi-netwerk
- Kookplaat die geschikt is voor wifi
Neem de dampkap en uw kookplaat
in het eigen WiFi-netwerk op (zie pa­ragraaf “Miele@home installeren”).
Con@ctivity wordt automatisch geacti­veerd.
Con@ctivity via een directe WiFi-ver­binding (Con@ctivity 3.0)
Voorwaarde(n):
- Kookplaat die geschikt is voor WiFi
Als u geen eigen netwerk heeft, kunt u een directe verbinding tussen kookplaat en dampkap tot stand brengen.
Deze verbinding is in de gebruiksaan­wijzing van uw kookplaat beschreven.
Hierna zijn de stappen op de dampkap nog een keer in detail beschreven.
Schakel de dampkap uit.
Houd de toets “” ingedrukt.
Druk tegelijkertijd op de toets “”.
22
2 licht continu op, 3 knippert.
De dampkap is tijdens de volgende 2minuten klaar voor de verbinding.
Start de wifi-verbinding op de kook-
plaat. Zie daarvoor de gebruiksaan­wijzing van de kookplaat.
Na succesvolle verbinding branden 2 en 3 continu.
Verlaat de verbindingsmodus van de
dampkap door op de toets 'naloop' te drukken.
Con@ctivity is nu geactiveerd.
Als de directe WiFi-verbinding tot stand is gebracht, kunnen kookplaat en dampkap niet in een eigen netwerk worden opgenomen. Mocht u dit later toch wensen, dan dient u eerst de di­recte WiFi-verbinding tussen kook­plaat en dampkap uit te schakelen (zie paragraaf “WiFi afmelden”).
Eerste ingebruikneming
23

Bediening (automatische werking)

Wanneer Con@ctivity is geactiveerd, werkt de dampkap altijd in de automa­tische functie (zie hoofdstuk: “Eerste ingebruikname”, paragraaf “Con@ctivi­ty instellen”).
Zie hoofdstuk “Bediening (Handmatige bediening)”, paragraaf “Koken zonder Con@ctivity-functie” als u de damp­kap handmatig wenst te bedienen.
Voorbeelden voor de vermogensstanden 1 tot en met B
Koken met de Con@ctivity­functie (Automatische bedie­ning)
Schakel een kookplaat in op een wil-
lekeurige stand.
De verlichting van de dampkap gaat aan.
Trek de luifel uit.
De afzuiging start op stand 2.
Tijdens het kookproces kiest de damp­kap automatisch het juiste afzuigvermo­gen.
Dit is gebaseerd op het totale vermogen dat op dat moment voor het kookplaat is ingeschakeld, te weten het aantal in­geschakelde kookzones en de inge­schakelde kookstanden.
Wanneer u bij het kookplaat een ho-
gere kookstand inschakelt of wanneer u verschillende kookzones inschakelt, kiest de dampkap een hogere vermo­gensstand.

Reactietijd

De dampkap reageert met vertraging. Een wijziging in de vermogensstand van de kookplaat hoeft namelijk niet meteen tot meer of minder dampontwikkeling te leiden.
De vertraging is ook toe te schrijven aan het feit dat de kookplaat de informatie met tussenpozen naar de dampkap ver­zendt.
De reactie van de dampkap volgt na en­kele seconden of enkele minuten.
Wanneer u bij het kookplaat een lage-
re kookstand inschakelt of wanneer u één of meer kookzones uitschakelt, kiest de dampkap een lagere vermo­gensstand.
24
Bediening (automatische werking)

Bij het braden

U schakelt bijvoorbeeld voor het ver-
hitten van een pan, een kookplaat op de hoogste stand in. Circa 10secon­den tot 4minuten daarna zet u deze op een lagere stand (60seconden tot 5minuten bij een Highlight-kook­plaat).
De dampkap herkent dat u aan het bra­den bent.
De dampkap gaat aan. Nadat de kook­plaat op een lagere stand is gezet, wordt de dampkap naar stand3 terug­geschakeld en blijft deze circa 5minu­ten op deze stand staan.
Daarna wordt het afzuigvermogen van de dampkap weer door de Con@ctivity­functie gestuurd.
U kunt het afzuigvermogen ook voortij­dig handmatig wijzigen.

Uitschakelen

Schakel alle kookzones uit.
De afzuiging van de dampkap wordt in de minuten daarna stap voor stap op een lagere stand gezet en tenslotte he­lemaal uitgeschakeld.
Dan wordt de keukenlucht gezuiverd van eventueel nog aanwezige dampen en geurtjes.
- Van de intensiefstand wordt de afzui­ging direct teruggeschakeld naar stand 3.
- Van stand 3 wordt de afzuiging na ca. 1minuut teruggeschakeld naar stand
2.
- Van stand 2 wordt de afzuiging na 2minuten teruggeschakeld naar stand 1.
- Van stand 1 wordt de afzuiging na 2minuten uitgeschakeld.
- 30 seconden daarna wordt de kook­plaatverlichting uitgeschakeld.
We zijn klaar met koken.
Als de luifel uitgetrokken blijft, wordt de dampkap automatisch weer ingescha­keld, nadat het kookplaat wordt inge­schakeld: enkele seconden nadat het kookplaat is ingeschakeld, schakelt de afzuiging in, eerst kort in stand 2, vervolgens direct in stand 1. Daarna begint de automa­tische bediening.
25
Bediening (automatische werking)
De automatische functie tijde­lijk uitschakelen
U kunt de automatische functie tijdens het koken tijdelijk uitschakelen, en wel als volgt:
kies handmatig een andere vermo-
gensstand of
schakel de dampkap handmatig uit ofu activeert de functie uitloop van
de dampkap. De afzuiging gaat na de gekozen uitlooptijd uit, de verlichting blijft ingeschakeld.
De functies van de dampkap kunnen nu met de hand worden bediend (zie hoofdstuk “Bediening (Handmatige be­diening)”).

Terug naar de automatische functie

U kunt terug naar de automatische functie en wel als volgt:
- kies handmatig een vermogensstand en wacht circa 5minuten voordat u de dampkap weer gaat bedienen, of
U hebt de mogelijkheid om de damp­kap tijdens een volledige kookbeurt handmatig te bedienen.
Schakel daarvoor de afzuiging van de
dampkap voor de kookplaat in.
Als na het koken de dampkap en de kookplaat minstens 30seconden uitge­schakeld waren, start de kookplaat de volgende keer opnieuw in de automa­tische functie.
- kies handmatig een vermogensstand die overeenkomt met de automa­tische vermogensstand, of
- zorg ervoor dat de afzuiging van de dampkap en de kookplaat minstens 30seconden uitgeschakeld zijn ge­weest. De eerstvolgende keer dat u de kook­plaat weer inschakelt, start deze weer in de automatische functie.
26

Bediening (handmatige werking)

Koken zonder Con@ctivity­functie (Handmatige bediening)
Onder de volgende voorwaarden kunt u de dampkap met de hand bedienen:
- De Con@ctivity-functie is niet geacti­veerd.
- U heeft de Con@ctivity-functie tijde­lijk gedeactiveerd (Zie hoofdstuk “Be­diening (Automatische bediening)”, paragraaf “De automatische functie tijdelijk uitschakelen”).

Afzuiging inschakelen

Schakel de afzuiging in, zodra u begint met koken. Hierdoor worden kook­dampen vanaf het eerste moment afge­zogen.
Kies door indrukken van de toets “
of “” het gewenste afzuigvermogen.

De boosterstand terugschakelen

Is het Power Management System (voordien) geactiveerd, dan wordt het afzuigvermogen na 5minuten automa­tisch teruggeschakeld naar stand 3.

Nalooptijd inschakelen

Laat de afzuiging na het koken nog en­kele minuten werken. De keukenlucht wordt gezuiverd van eventueel nog aan­wezige dampen en geurtjes.
Resten in de dampkap en en de geur­tjes die hierdoor ontstaan worden voor­komen.
De naloopfunctie biedt de mogelijkheid, dat de afzuiging na een gekozen tijd au­tomatisch uitschakelt.
Druk na het koken op de toets naloop
terwijl de afzuiging draait
- 1xvoor 5minuten uitlooptijd, waarbij 5 gaat branden.
Trek het wasemscherm iets naar be-
neden en dan naar voren.
De afzuiging start op stand 2. Het sym­bool en de 2 van het afzuigvermogen gaan branden.

Afzuigvermogen kiezen

Voor lichte tot zware kookdampen en geuren kunt u kiezen tussen de vermo­gensstanden 1 tot en met 3.
Bij kortstondige sterke wasem- en geur­vorming, bijv. bij het aanbraden, kunt u de intensiefstand B gebruiken.
- 2xvoor 15minuten uitlooptijd, waar­bij 15 gaat branden.
- Als u opnieuw op de toets naloop drukt, blijft de afzuiging ingescha­keld. ( dooft).

Afzuiging uitschakelen

Schuif de luifel naar binnen.
De eerstvolgende keer dat u de luifel naar buiten trekt, start de afzuiging weer op stand 2.
Of schakel de afzuiging met de Aan/
Uit-toets uit.
Symbool gaat uit.
27
Bediening (handmatige werking)
Kookplaatverlichting in- en uit­schakelen/dimmen
Door de luifel uit- of in te schuiven of
op de verlichtingstoets te drukken, kunt u de kookplaatverlichting in- en uitschakelen.
Bij uitgetrokken wasemscherm, kunt
u de kookplaatverlichting met de ver­lichtingstoets in- of uitschakelen.
Wanneer u de verlichting inschakelt, brandt de verlichting op maximale sterkte.
Wilt u de verlichting zwakker hebben,
blijf dan op toets van de verlich­ting drukken. De verlichting wordt zwakker totdat u de toets loslaat.
Wilt u de verlichting weer sterker heb-
ben, druk dan opnieuw op toets ver­lichting en blijf erop drukken. De verlichting wordt sterker totdat u de toets loslaat.

Powermanagement

De dampkap beschikt over een power­management. Het powermanagement zorgt voor de energiebesparing. Het zorgt ervoor dat de afzuiging automa­tisch terugschakelt en de verlichting wordt uitgeschakeld.
- Als de boosterstand ingesteld is, wordt de afzuiging na 5minuten au­tomatisch naar stand3 teruggescha­keld,
- Als stand3,2of1 ingesteld is, wordt het afzuigvermogen na 2uur automa­tisch éénstand lager gezet en daarna in stappen van 30minuten uitgescha­keld.
- Als de kookvlakverlichting ingescha­keld is, wordt deze na 12uur auto­matisch uitgeschakeld.
U kunt het powermanagement deacti­veren. Onthoud dat deactiveren kan leiden tot een verhoogd energieverbruik.
28
Bediening (handmatige werking)
Powermanagement deactiveren/acti­veren
Schakel de afzuiging en de verlichting
uit.
Druk circa 10seconden op de toets
uitloop, totdat stand1 van de vermogensweergave gaat branden.
Druk vervolgens na elkaar op
- de toetsverlichting ,
- de “” toets en opnieuw
- de toetsverlichting.
Als het Powermanagement ingescha­keld is, branden de standen1enB con­tinu. Als dit is uitgeschakeld, knipperen de standen1enB.
Druk op de toets “” om het power-
management te deactiveren.
De standen 1 en B knipperen. Druk op de toets “” om te activeren.

Veiligheidsuitschakeling

Als het Powermanagement uitgescha­keld is, wordt de ingeschakelde damp­kap na 12 uur automatisch uitgescha­keld (afzuiging en kookplaatverlichting).
Als u de dampkap weer wilt inscha-
kelen, druk dan op de Aan/Uit-toets of op de verlichtingstoets .
De standen 1 en B branden continu. Druk op toets uitloop om de pro-
cedure te bevestigen.
Alle controlelampjes gaan uit.
Als u de procedure niet binnen 4minu­ten bevestigt, neemt het toestel auto­matisch de oude instelling over.
29

Bediening (automatische en handmatige werking)

Bedrijfsurenteller

De dampkap registreert de uren dat ze in werking is.
De bedrijfsurentellers geven door het oplichten van het vetfiltersymbool of het anti-geurfiltersymbool aan wan­neer de filters moeten worden vervan­gen. Zie voor reinigen en vervangen van de filters en voor het terugzetten van de tellers het hoofdstuk 'Reiniging en on­derhoud'.

Bedrijfsurenteller voor de vetfilters wijzigen

U kunt de bedrijfsurenteller aan uw kookgewoonten aanpassen.
Vanuit de fabriek is een reinigingsinter­val van 30uur ingesteld.
- Kies 20uur wanneer u veel braadt en frituurt.
- Als u slechts af en toe kookt, kunt u ook een korter reinigingsinterval kie­zen. Daardoor voorkomt u dat aange­koekt vet verhardt en het reinigen daardoor moeilijker wordt.
Schakel de afzuiging en de verlichting
uit.
Druk tegelijk op toets uitloop en
op toets bedrijfsurenteller .
Het symbool vetfilter en één van de vermogensstanden gaan knipperen.
De standen 1 tot en met B geven aan hoeveel uren zijn ingesteld:
Stand 1 ........................................ 20 uur
Stand 2 ........................................ 30 uur
Stand 3 ........................................ 40 uur
Stand B ....................................... 50 uur
Kies met de toets «» een lager en
met de toets «» een hoger aantal uren.
Bevestig de procedure met de toets
urenteller .
Alle lampjes gaan uit.
Bevestigt u de procedure niet binnen 4minuten na het instellen, dan neemt het toestel automatisch de oude instel­ling over.
- Kies een langere reinigingsinterval van 40of50uur wanneer u regelma­tig zeer vetarm kookt.
30
Bediening (automatische en handmatige werking)
Bedrijfsurenteller anti-geurfilter wijzi­gen of deactiveren
De anti-geurfilters zijn nodig voor lucht­circulatie.
U kunt de bedrijfsurenteller aan uw kookgewoonten aanpassen.
Voor luchtafvoer moet deze uitgescha­keld worden.
Standaard is een wisselinterval van 180uur ingesteld.
Schakel de afzuiging en de verlichting
uit.
Druk tegelijk op toets '' en op toets
urenteller .
Het symbool anti-geurfilter en één van de vermogensstanden gaan knip­peren.
De standen 1 tot en met B geven aan hoeveel uren zijn ingesteld:
Stand 1 ...................................... 120 uur
Stand 2 ...................................... 180 uur
Stand 3 ...................................... 240 uur
Stand B ....................... niet geactiveerd
Kies met de toets '' of '' de ge-
wenste tijd.
Bevestig de procedure met de toets
urenteller .

Bedrijfsurenteller controleren

Vóór afloop van de ingestelde tijd kunt u controleren hoeveel procent al is ver­streken.
Schakel de afzuiging in met de toets
aan/uit .
Druk op de toets bedrijfsuren 
van de urenteller en houd de toets even vast.
- Eenmaal voor de bedrijfsuren van de
vetfilter. Het symbool vetfilter gaat branden.
- Tweemaal voor de bedrijfsuren van de anti-geurfilter. Het symbool anti­geurfilter brandt.
Gelijktijdig knipperen één of meer ver­mogensstanden.
Het aantal knipperende standen geeft aan hoeveel procent van de ingestelde tijd is verstreken.
Stand 1 ......................................... 25%
Standen 1 en 2 ............................. 50%
Standen 1 tot en met 3 ................. 75%
Standen 1 tot en met B .............. 100%
Wanneer de dampkap wordt uitge­schakeld of de stroom uitvalt blijven de geregistreerde uren opgeslagen.
Alle controlelampjes gaan uit.
Bevestigt u de procedure niet binnen 4minuten na het instellen, dan neemt het toestel automatisch de oude instel­ling over.
31

Tips om energie te besparen

Deze dampkap werkt zeer efficiënt en energiebesparend. Volgende maatre­gelen ondersteunen u bij het spaarzame gebruik:
- Zorg bij het koken voor een goede ventilatie van de keuken. Stroomt bij luchtafvoer niet voldoende lucht, dan werkt de dampkap niet efficiënt en zijn er verhoogde werkingsgeluiden.
- Kook op een zo laag mogelijke kook­stand. Weinig kookdampen beteke­nen een lage vermogensstand aan de dampkap en hierdoor ook minder stroomverbruik.
- Maak de filters geregeld schoon of vervang ze. Door erg vette filters wordt het vermogen verlaagd en be­staat er brandgevaar. Voorts bestaat dan een risico voor de hygiëne.
- Gebruik de Con@ctivity-functie. De dampkap wordt automatisch in- en uitgeschakeld. De dampkap kiest de optimale vermogensstand voor des­betreffende situatie en zorgt zo voor een laag energieverbruik.
- Als u de dampkap handmatig be­dient, let dan op het volgende:
– Controleer het ingestelde vermo-
gen op de dampkap. Meestal is een lage vermogensstand vol­doende. Gebruik de boosterstand alleen als dat nodig is.
– Schakel als er veel damp vrijkomt
tijdig naar een hogere vermogens­stand. Dat is efficiënter dan door langdurig afzuigen te proberen dampen terug te zuigen die zich al in de keuken hebben verspreid.
– Let erop om de dampkap na het
koken weer uit te schakelen. Als na het koken de lucht in de keuken nog gezuiverd moet wor­den van aanwezige damp en geu­ren, gebruikt u de uitloopfunctie. De afzuiging wordt na de gekozen uitlooptijd automatisch uitgescha­keld.
32

Reiniging en onderhoud

Koppel de dampkap bij elk on-
derhoud en reiniging los van de voe­ding (zie hoofdstuk: “Veiligheidsin­structies en waarschuwingen”).

Behuizing

Algemeen

De oppervlakken en bedieningsele­menten kunnen door ongeschikte reinigingsmiddelen aangetast wor­den.
Gebruik geen reinigingsmiddelen die soda, zuur, chloor of oplosmiddelen bevatten.
Gebruik geen schurende reinigings­middelen zoals schuurpoeder en vloeibaar schuurmiddel en ook geen schuursponsjes of sponsjes waar nog resten van schuurmiddelen in zitten.
Vocht in de dampkap kan leiden
tot schade. Let erop dat er geen water in de
dampkap komt.

Roestvrijstalen oppervlakken

De aanwijzingen gelden niet voor de bedieningstoetsen.
Neem de algemene regels in acht en gebruik daarnaast een niet-schurend reinigingsmiddel dat speciaal geschikt is voor roestvrij staal.
Gebruik, om te voorkomen dat de op­pervlakken snel weer vuil worden, ook een onderhoudsmiddel voor roestvrij staal (verkrijgbaar bij Miele).

Bedieningselementen

Wanneer verontreinigingen langer blijven zitten, kunnen de bedienings­elementen verkleuren of veranderen.
Verwijder vuil daarom direct.
Bij reiniging met reinigingsmiddel voor roestvrij staal kan het oppervlak van de bedieningselementen be­schadigd worden.
Gebruik voor het reinigen van de be­dieningselementen geen reinigings­middel voor roestvrij staal.
Reinig oppervlak en bedieningsele-
menten alleen met een licht vochtige doek, wat reinigingsmiddel en wat warm water.
Wrijf de oppervlakken daarna met
een zachte doek droog.
33
Reiniging en onderhoud

Vetfilters

Brandgevaar
Verzadigde vetfilters zijn brandbaar. Reinig de vetfilters regelmatig.
De recycleerbare metalen vetfilters in het toestel nemen de vaste deeltjes uit de keukendampen op (vet, stof, etc.) en zorgen er zo voor dat de dampkap niet vuil wordt.
De vetfilters moeten regelmatig worden gereinigd.
Sterk vervuilde vetfilters verminderen het afzuigvermogen en zorgen voor meer vervuiling van de dampkap en de keuken.

Reinigingsinterval

Aangekoekt vet wordt na verloop van tijd hard en het wordt dan steeds moei­lijker om de filters schoon te krijgen. U kunt daarom het beste de vetfilters om de 3–4weken schoonmaken.
De bedrijfsurenteller geeft aan, wanneer de vetfilters moeten worden gereinigd. Het symbool vetfilter gaat dan bran­den.
U kunt het interval van de bedrijfsuren­teller aan uw kookgewoonten aanpas­sen (zie hoofdstuk: “Bediening (Auto­matisch en handmatig bedrijf)”).

De vetfilter uitnemen

Een vetfilter kan makkelijk uit uw
handen glippen. Daarbij kunnen de vetfilter en de
kookplaat beschadigd raken. Houd de vetfilter bij het verwijderen,
reinigen en terugplaatsen daarom goed vast.
Trek de vetfilters uit de openingen
aan de voorzijde van de ommante­ling.

De vetfilters met de hand reinigen

Reinig de vetfilters in warm water met
een afwasborstel en een zacht hand­afwasmiddel. Gebruik het handaf­wasmiddel niet geconcentreerd.

Ongeschikte reinigingsmiddelen

Vetfilters kunnen beschadigd raken door reinigingsmiddelen die daarvoor niet geschikt zijn. De volgende reinigingsmiddelen mogen niet worden gebruikt:
34
- kalkoplossende reinigingsmiddelen
- schuurpoeder of schuurcrème
- agressieve allesreinigers en vetoplos­sprays
- ovenspray
Reiniging en onderhoud

Vetfilters reinigen in de vaatwasser

Plaats de vetfilters verticaal of schuin
in het onderrek. Let erop dat de sproeiarm vrij kan bewegen.
Gebruik een reinigingsmiddel dat ge-
schikt is voor huishoudelijk gebruik.
Kies een programma met een tempe-
ratuur tussen de 50°C en 65°C.
Bij reiniging van de vetfilters in de vaatwasser kunnen sommige reini­gingsmiddelen blijvende verkleuringen veroorzaken op de filteroppervlakken. Deze verkleuringen hebben geen na­delig effect op de werking van de vet­filters.

Na het reinigen

Leg de vetfilters na het schoonmaken
nog op een vochtopnemend voor­werp te drogen.
Wanneer de vetfilters uitgenomen
zijn, kan u de bereikbare onderdelen van de behuizing van vet ontdoen. Op die manier voorkomt u brandge­vaar.
Plaats de vetfilters weer terug.

De bedrijfsurenteller voor de vetfilter resetten

Na de reiniging moet de bedrijfsurentel­ler worden gereset.
Controleer of de afzuiging aan is en
druk dan circa 3seconden op toets bedrijfsuren , totdat alleen stand1 knippert.
Het symbool vetfilter gaat uit.
Vetfilters reinigen vóórdat het ingestelde aantal uren is verstreken:
Druk circa 6seconden op toets be-
drijfsuren , totdat alleen stand1 knippert.

Actieve koolstoffilter

Bij luchtcirculatie dient u naast de vetfil­ters ook nog twee anti-geurfilters te ge­bruiken. De anti-geurfilters binden de kookgeurtjes.
U kunt de anti-geurfilters in de webshop van Miele, bij Miele zelf (zie achter in deze gebruiksaanwijzing) of bij de Miele-vakhandelaar verkrijgen.
De type-aanduiding vindt u in het hoofdstuk “Technische gegevens”.
35
Reiniging en onderhoud

Anti-geurfilter plaatsen/vervangen

Boven de vetfilters bevinden zich de openingen waar u de anti-geurfilters in kunt schuiven.
Verwijder het deksel. Het zit met
magneten vast.
Neem de anti-geurfilters uit de ver-
pakking.
Schuif de anti-geurfilters in de ope-
ningen.
Plaats het deksel terug.

Vervangingsfrequentie

Vervang de anti-geurfilters altijd zodra de kookluchtjes niet meer voldoende opgenomen worden, maar uiterlijk elke zes maanden.
De werkingsurenteller geeft aan wan­neer de anti-geurfilters moet worden vervangen. Het symbool van het anti­geurfilter gaat dan branden.
Werkingsurenteller voor de anti-geur­filter terugzetten naar fabrieksinstel­lingen
Na de vervanging moet de werkingsu­renteller worden gereset.
Controleer of de afzuiging aan is en
druk dan tweemaal circa 3 seconden op toets werkingsuren  en houdt deze ingedrukt, totdat alleen stand 1 knippert.
Het symbool anti-geurfilter gaat uit.
Wanneer u het anti-geurfilter vervangt voordat het ingestelde aantal uren is verstreken:
Druk tweemaal circa 6 seconden lang
op de toets bedrijfsuren , totdat alleen stand 1 knippert.

Anti-geurfilters weggooien

Gooi de gebruikte anti-geurfilters bij
het huisvuil.
36

Contact bij storingen

Voor storingen die u niet zelf kunt ver­helpen, waarschuwt u uw Miele vakhan­delaar of de klantendienst van Miele.
De klantendienst van Miele kunt u onli­ne boeken op www.miele.com/ser­vice.
De contactgegevens van de klanten­dienst van Miele vindt u achteraan in dit document.
De klantendienst van Miele heeft de ty­peaanduiding en het fabricagenummer nodig (Fabr./SN/nr.). Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Positionering van het typepla­tje
Het typeplaatje vindt u op de ommante­ling, als u het deksel voor de geurfilter­sleuven uitneemt.

Klantendienst

Garantie

De garantietermijn voor dit toestel be­draagt 2 jaar.
Voor meer informatie, zie de bijge­voegde garantievoorwaarden.
37
*INSTALLATION*

Installatie

Afmetingen van het toestel

DA 3568
38
DA 3598
*INSTALLATION*
a
Luchtafvoer, luchtcirculatie met om­bouwset DUU 150.
b
Het corpus van de kast moet 38mm korter zijn dan de kastdeur.
c
Montage is ook mogelijk in een 600mm brede kast. Hierbij dient u op het volgende te letten:
– Ook de kasten naast de dampkap
moeten 38mm korter gemaakt worden.
– De kastdeuren van de inbouwkast
en de kasten ernaast moeten naar boven opengaan, zodat u bij de vetfilters kunt.
d
De luchtafvoer kan ook aan de ach­terkant worden aangesloten.
e
In de bovenkast kan na de montage een tussenwand worden geplaatst. De toegang tot de vetfilters en bij het luchtcirculatiesysteem tot de anti­geurfilters moet daarbij goed bereik­baar blijven.
f
De bovenkast kan eventueel aan de zijkanten worden uitgebouwd.
g
Als er een bodemplaat is, moeten er openingen worden gemaakt om de houdkracht van het wasemscherm in te stellen. Voorbeelden:
– Naast de kast bevinden zich, zo-
als afgebeeld, nog andere kasten.
– De dampkap is gemonteerd in een
600mm brede kast met zijkasten.
Bij het meten van de kasthoogte en de uitsparingen moet u rekening houden met gemonteerde accessoires (bijv. ge­luidsdempers en DSM-modules).
Installatie
39
*INSTALLATION*
Installatie

Afstand tussen kookplaat en dampkap (S)

Tussen de onderkant van de dampkap en de plek waar gekookt, gebakken, ge­braden, gegrilleerd of gefrituurd wordt, moet een minimumafstand worden aan­gehouden. Deze kunt u hieronder vinden. Geeft de fabrikant echter een grotere afstand aan, houd dan deze aan.
Neem ook de veiligheidsinstructies en waarschuwingen in het gelijknamige hoofdstuk in acht.
Kooktoestel Minimumafstand S
Elektrische kookplaat 450mm
Grill en friteuse (elektrisch) 650mm
Een gaskookplaat met verschillende branders met een
650mm
totale capaciteit van 12,6 kW, waarbij geen brander een capaciteit van > 4,5 kW heeft.
Een gaskookplaat met verschillende branders met een
760mm
totale capaciteit van >12,6 kW en > 21,6 kW, waarbij geen brander een capaciteit van 4,8 kW heeft.
Een gaskookplaat met verschillende branders met een
niet mogelijk
totale capaciteit van >21,6 kW, of met bij één brander een capaciteit van > 4,8 kW.
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van 6 kW 650mm
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van > 6 kW en
760mm
8,1 kW
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van > 8,1 kW niet mogelijk
40
*INSTALLATION*
Installatie

Montagetips

- Om alle kookdampen op te kunnen vangen, moet de dampkap precies in het midden boven de kookplaat zijn gemonteerd.
- Zorg ervoor dat de kookplaat niet groter is dan de dampkap, liefst klei­ner.
- De plaats waar de dampkap komt te hangen moet makkelijk toegankelijk zijn. In geval van een storing moet een technicus makkelijk bij de damp­kap kunnen komen en deze ongehin­derd kunnen demonteren. Let bij het monteren van de dampkap dus ook op de plaatsing van kasten, planken, plafond- of decorelementen in de omgeving van de dampkap.

Voor de montage

Neem voordat u met monteren
begint de informatie in dit hoofdstuk en in het hoofdstuk “Opmerkingen omtrent uw veiligheid” in acht.

Montageschema

De montage vindt u op de bijgeleverde montageschema beschreven.

Wasemscherm instellen

Het ingeschoven wasemscherm wordt door magneten vastgehouden. De sterkte van de magneten kan inge­steld worden. Stel de magneten zo in, dat het wasemscherm links en rechts stevig vastgehouden wordt en het ge­makkelijk naar beneden gelaten kan worden. Voor het instellen van de mag­neten is een hoekschroevendraaier meegeleverd.
Stel beide kanten hetzelfde in. Draai
steeds een halve slag en controleer de instelling door het wasemscherm naar boven en naar beneden te be­wegen.
- Draai de beide schroeven rechtsom: de houdkracht wordt hoger.
- Draai de beide schroeven linksom: de houdkracht wordt lager.
41
*INSTALLATION*
Installatie

Installatiemateriaal

a
1luchtafvoertuit voor een luchtaf­voerleiding van 150mm.
b
1terugslagklep die in de uitblaas­tuit van de motoreenheid wordt inge­bouwd (niet bij luchtcirculatie).
c
2afdekkingen voor de L-ijzers voor de montage.
d
2L-ijzers voor montage waar het toestel in de bovenkast op moet rusten.
e
1afdekking voor de openingen van de anti-geurfilters.
f
1afstandsprofiel voor het afdekken van de gleuf tussen achterwand van het toestel en de muur.
42
12schroeven 4x15mm voor het be­vestigen van de dampkap in de boven­kast.
4schroeven M4x16mm voor het be­vestigen van de dampkap aan de L-ij­zers voor montage en voor het bevesti­gen van het afstandsprofiel.
4schroeven M4x8mm voor het be­vestigen van het afstandsprofiel.
*INSTALLATION*
2schroeven 4x40mm, 2pluggen 6x36mm als extra steun
bij het bevestigen van de dampkap aan de wand (alleen bij montage in een 900mm brede kast).
4schroeven 4x25mm als extra steun bij het bevestigen van een 900mm brede dampkap.
4plakstroken voor het afsluiten van bevestigingsgaten die niet nodig zijn.
Installatie
Voor de luchtafvoer mogen alleen gladde buizen of flexibele luchtaf­voerleidingen van niet-brandbaar materiaal worden gebruikt.
Wanneer het toestel op een externe afzuiginstallatie is aangesloten, mo­gen er alleen vormstabiele buizen en slangen worden gebruikt. Door de externe afzuiginstallatie kan namelijk een onderdruk ontstaan, waardoor de luchtafvoerbuizen vervormd kun­nen raken.
Voor een zo groot mogelijk afzuigver­mogen en een zo laag mogelijk geluids­niveau moeten de volgende punten in acht worden genomen:
- De luchtafvoer moet een doorsnede hebben die niet minder is dan 150mm.
1hoekschroevendraaier T20

Luchtafvoerleiding

Gelijktijdig gebruik van de damp-
kap en een toestel dat lucht in die­zelfde ruimte verbruikt kan gevaarlijk zijn! Er kunnen giftige gassen vrijko­men.
Neem beslist de veiligheidsinstruc­ties en waarschuwingen in het gelijk­namige hoofdstuk in acht.
Laat in ieder geval door de plaatse­lijke schoorsteenveger controleren of een veilig gebruik van de luchtafvoer gewaarborgd is.
- Wanneer er platte kanalen worden gebruikt, mag de doorsnede niet klei­ner zijn dan de doorsnede van de luchtafvoertuit.
- De luchtafvoerleiding moet zo kort en recht mogelijk zijn.
- Alleen bochten met een grote straal zijn toegestaan.
- Er mogen geen knikken in de luchtaf­voerleiding komen en de luchtafvoer­leiding mag niet in elkaar worden ge­drukt.
- De verbindingspunten moeten stevig zijn en mogen niet lekken.
Let erop dat iedere barrière in de luchtstroming de afzuigcapaciteit vermindert en het geluidsniveau ver­hoogt.
43
*INSTALLATION*
Installatie
Wordt de lucht gewoon naar buiten
afgevoerd, dan kan het beste een te­lescopische muurkast of een dak­doorvoer worden geïnstalleerd (na te bestellen accessoires).
Moet de lucht door een luchtafvoer-
kanaal worden afgevoerd, dan moet de invoerbuis verticaal worden gebo­gen.
Wanneer de luchtafvoerleiding hori-
zontaal wordt aangelegd, moet wor­den gezorgd voor een verval van min­stens 1cm per meter. Daarmee wordt voorkomen dat er condenswater in de dampkap kan lopen.
Als de luchtafvoerleiding door koele
ruimtes, zolders enzovoort loopt, kunnen er aanzienlijke temperatuur­verschillen binnen de afzonderlijke ruimtes optreden. Dat kan condens­water veroorzaken. De luchtafvoerlei­ding moet dan worden geïsoleerd.

Anti-condensvoorziening

Daarnaast is het aan te bevelen om een anti-condensvoorziening te installeren die het condenswater, dat ondanks de isolatie van de luchtafvoer vrijkomt, op­neemt en verdampt. Dit accessoire is verkrijgbaar voor luchtafvoerbuizen met een doorsnede van 125mm of 150mm.
Plaats de anti-condensvoorziening
loodrecht en zo dicht mogelijk boven de luchtafvoertuit van de dampkap. De pijl op de ommanteling geeft de blaasrichting aan.
In dampkappen die geschikt zijn voor de aansluiting van een externe afzui­geenheid (type...EXT/EXTA) is een anti­condensvoorziening standaard inge­bouwd.
44
*INSTALLATION*
Installatie

Geluidsdemper

In de luchtafvoerleiding kan een ge­luidsdemper worden gemonteerd (mits toeslag verkrijgbaar). Deze zorgt voor bijkomende geluidsdemping.

Luchtafvoer

Luchtcirculatie

De geluidsdemper wordt tussen uit­blaastuit en uitblaasrooster geplaatst, nl. bij . Deze plaats moet in individue­le gevallen worden gecontroleerd.
Luchtafvoer met een externe ventila­tor
De geluidsdemper reduceert zowel af­zuiggeluiden die naar buiten dringen als ook geluiden die van buiten via de luchtafvoer de keuken binnendringen, zoals straatlawaai. Daarom wordt de geluidsdemper zo dicht mogelijk vóór de opening geplaatst waarlangs de lucht wordt afgevoerd .
Om ventilatorgeluiden in de keuken te minimaliseren, moet de geluidsdemper indien mogelijk voor de externe ventila­tor worden gemonteerd , bij een lan­ge luchtafvoerleiding bij de luchtafvoer­tuit van de dampkap . Als een externe ventilator in het huis is geïnstalleerd, kunt u de ventilatorgeluiden naar buiten toe verminderen door een geluidsdem­per na de externe ventilator te mon­teren.
45
*INSTALLATION*
Installatie

Elektrische aansluiting

Deze dampkap mag uitsluitend aange­sloten worden op een stopcontact met beschermingscontact (randaarde) AC230V~50Hz. De elektrische installatie moet conform VDE0100 zijn uitgevoerd.
Ter verhoging van de veiligheid wordt in de VDE-richtlijn DINVDE0100 deel739 geadviseerd toestel aan te sluiten op een verliesstroomschakelaar met een reactiewaarde van 30mA (DINVDE0664).
Aansluiting via een stopcontact wordt aanbevolen, omdat dit voor de technici gemakkelijker is (volgens VDE0701). Het stopcontact moet ook bereikbaar zijn als het toestel is ingebouwd.
Als na inbouw het stopcontact niet meer bereikbaar is, moet het toestel via een werkschakelaar met alle polen van de netspanning losgekoppeld kunnen worden. De contactopening in uitge­schakelde toestand moet minimaal 3mm bedragen. Geschikte zelfuitschakelaars zijn auto­matische veiligheidsschakelaars, zeke­ringen en relais (EN60335).
De benodigde aansluitgegevens vindt u op het typeplaatje (zie hoofdstuk: “Ser­vice en garantie”). Controleer of deze gegevens overeenkomen met de span­ning en de frequentie van uw elektrici­teitsnet.
46

Technische gegevens

Ventilatormotor* 80W
Kookplaatverlichting
DA3568 2x3W
DA3598 3x3W
Totale aansluitwaarde*
DA3568 86W
DA3598 89W
Netspanning, frequentie AC 230V, 50Hz
Zekering 10A
Lengte van de aansluitkabel 1,8m
Gewicht
DA3568 15kg
DA3598 18kg
DA3568EXTA 13kg
DA3598EXTA 16kg
*Toestellen van het type…EXTA: de aansluitwaarde is afhankelijk van de aangesloten ex­terne afzuiginstallatie. Lengte van de elektrische verbindingskabel naar de externe ventilator: 1,9m
WiFi-module
Frequentieband 2,400–2,4835GHz
Maximaal zendvermogen <100mW

Na te bestellen accessoires voor luchtcirculatie

Ombouwset DUU150 of DUU151 en set anti-geurfilters DKF19-1. De set bevat twee anti-geurfilters.
47
Technische gegevens

Verklaring van overeenstemming

Hierbij verklaart Miele dat deze dampkap voldoet aan de Richtlijn 2014/53/EU.
De volledige tekst van de EU-verklaring van overeenstemming is te vinden op een van de volgende internetadressen:
- Producten, download, op www.miele.be/nl
- Service, informatie aanvragen, gebruiksaanwijzingen, op www.miele.be/nl/c/in­formatie-aanvragen-385.htm door de productnaam of het fabricagenummer in te geven

Instructie voor vergelijkende onderzoeken

De bepaling van de energie-efficiëntie moet in bij luchtafvoer uitgevoerd worden. Standaard is luchtcirculatie ingesteld. Er wordt overgeschakeld op luchtafvoer door de bedrijfsurenteller voor de geurfilter(s) te deactiveren (zie 'Eerste ingebruik­name').
48
Technische gegevens

Productkaart voor huishoudelijke dampkappen

volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr. 66/2014
MIELE
Identificatie van het model DA 3568
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasse A++
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Verlichtingsefficiëntie (LE
afzuigkap
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Vetfilteringsefficiëntie 82,8%
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) C
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
max
)
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt 356 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid) 36 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid) 51 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus 63 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 93,0W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po) W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps) 0,35W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem 6,0W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookopper­vlak
Tijdstoenamefactor 0,6
) 24,5kWh/jaar
dampkap
) 35,2
dampkap
) 39,1
dampkap
) 70,0lx/W
367,5m3/h
190m3/h
400m3/h
635m3/h
635m3/h
420 Ix
49
Technische gegevens

Productkaart voor huishoudelijke dampkappen

volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr. 66/2014
MIELE
Identificatie van het model DA 3568 EXTA
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasse C
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) C
Verlichtingsefficiëntie (LE
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Vetfilteringsefficiëntie 82,8%
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) C
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt 384 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid) 49 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid) 63 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus 68 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 227,2 W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po) W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps) 0,35 W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem 6,0 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookopper­vlak
Tijdstoenamefactor 1,2
max
dampkap
)
) 106,6 kWh/jaar
dampkap
) 74,2
dampkap
) 21,3
dampkap
) 70,0 lx/W
455,2 m3/h
325 m3/h
605 m3/h
770 m3/h
770 m3/h
420 Ix
De waarden worden in combinatie met de externe afzuiginstallatie Miele ABLG202 bepaald.
50
Technische gegevens

Productkaart voor huishoudelijke dampkappen

volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr. 66/2014
MIELE
Identificatie van het model DA 3598
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasse A++
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Verlichtingsefficiëntie (LE
afzuigkap
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Vetfilteringsefficiëntie 82,8%
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) C
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
max
)
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt 357 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid) 36 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid) 51 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus 63 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 90,0W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po) W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps) 0,35W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem 9,0W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookopper­vlak
Tijdstoenamefactor 0,6
) 25,6kWh/jaar
dampkap
) 36,7
dampkap
) 39,4
dampkap
) 55,6lx/W
358,1m3/h
190m3/h
400m3/h
635m3/h
635m3/h
500 Ix
51
Technische gegevens

Productkaart voor huishoudelijke dampkappen

volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr. 66/2014
MIELE
Identificatie van het model DA 3598 EXTA
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasse C
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) C
Verlichtingsefficiëntie (LE
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Vetfilteringsefficiëntie 82,8%
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) C
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt 384 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid) 49 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid) 63 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus 67 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 227,2 W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po) W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps) 0,35 W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem 9,0 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookopper­vlak
Tijdstoenamefactor 1,2
max
dampkap
)
) 108,8 kWh/jaar
dampkap
) 74,9
dampkap
) 21,3
dampkap
) 55,6 lx/W
455,2 m3/h
325 m3/h
605 m3/h
770 m3/h
770 m3/h
500 Ix
De waarden worden in combinatie met de externe afzuiginstallatie Miele ABLG202 bepaald.
52
DA3568, DA3598, DA3568EXTA, DA3598EXTA
M.-Nr. 11 319 990 / 02nl-BE
Loading...