Lees absoluut de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw toestel.
nl-BEM.-Nr. 10 112 940
Inhoud
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ................................................................... 4
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................ 13
Verklaring van overeenstemming .......................................................................... 56
Aanwijzingen voor controlebureaus ...................................................................... 56
3
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deze dampkap voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig
door, voordat u de dampkap in gebruik neemt. Daarin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de montage, de veiligheid,
het gebruik en het onderhoud. Dit is in het belang van uw veiligheid en voorkomt schade aan de dampkap. Wanneer deze niet
worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan
wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Deze dampkap is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
gelijkaardige omgevingen.
Deze dampkap is niet bestemd voor gebruik buiten.
Gebruik de dampkap uitsluitend in huishoudelijke context voor het
wegzuigen van kookdampen die ontstaan bij het bereiding van gerechten.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
Wanneer de dampkap met luchtcirculatie wordt gebruikt, kan ze
boven een gaskookplaat niet voor de ontluchting van de opstelruimte worden gebruikt. Vraag om informatie bij uw gasspecialist.
4
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid,
hun onervarenheid of gebrek aan kennis van de dampkap niet in
staat zijn om deze veilig te bedienen, mogen de dampkap alleen onder toezicht gebruiken.
Deze personen mogen de dampkap alleen zonder toezicht gebruiken
als ze weten hoe ze het toestel veilig moeten bedienen. Ze moeten
de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen inzien en
begrijpen.
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het toestel
worden gehouden - tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de dampkap alleen maar ge-
bruiken wanneer hun de bediening ervan zo uitgelegd is dat ze de
dampkap veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen.
Kinderen mogen de dampkap niet zonder toezicht reinigen of on-
derhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van de
dampkap bevinden. Laat kinderen nooit met de dampkap spelen.
De kookvlakverlichting is heel sterk.
Zorg dat vooral baby's niet direct in de lampen kijken.
Risico op verstikking! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in
verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en
daardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten
het bereik van kinderen.
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installaties, onderhoudswerken of
herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's ontstaan voor
de gebruiker. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen
alleen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend
zijn.
Schade aan de dampkap kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Controleer de dampkap op zichtbare schade. Gebruik nooit een beschadigde dampkap.
De elektrische veiligheid van de dampkap is uitsluitend gegaran-
deerd, als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elektrische installatie bij twijfel door een elektricien inspecteren.
De dampkap kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als zij
op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
van de dampkap moeten absoluut overeenstemmen met deze van
het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan de dampkap.
Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Deze dampkap mag niet op het elektriciteitsnet worden aangeslo-
ten via meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren die daarvoor
niet geschikt zijn. Dit in verband met gevaar voor oververhitting.
Bij dampkappen met een externe ventilator (type ...EXT) sluit u
beide elementen via de verbindingsleiding op elkaar aan.
Deze toestellen mag u enkel verbinden met een externe ventilator
van Miele.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik uw dampkap enkel in geïnstalleerde toestand. Enkel dan
is een veilige werking gewaarborgd.
Deze dampkap mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
Raak geen onderdelen aan die onder spanning staan. Verander
niets aan de elektrische en mechanische opbouw van het toestel.
Open de ommanteling van de dampkap slechts zo ver als in het kader van de montage en de reiniging is toegestaan. Open in geen geval overige delen van de ommanteling.
Worden deze instructies niet opgevolgd, dan kunnen gebruikers een
elektrische schok krijgen en is het mogelijk dat het toestel niet meer
goed functioneert.
Het recht op garantie vervalt wanneer de dampkap door een tech-
nische dienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat deze ten
volle voldoen aan de eisen qua veiligheid. Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-wisselstukken worden vervangen.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een er-
kend vakman/vakvrouw worden vervangen.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mag er
geen elektrische spanning op de dampkap staan. Dat is het geval als
aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
– de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of
– de schroefzekeringen van de elektrische aansluiting zijn er geheel
uitgedraaid of
– de stekker (indien aanwezig) is uit de contactdoos getrokken. Trek
daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De dampkap gelijktijdig gebruiken met verwarmingstoestellen die lucht uit
het vertrek nodig hebben
Risico op vergiftiging door uitlaatgassen
Wees voorzichtig als u de dampkap tegelijk gebruikt met verwarmingstoestellen die lucht uit hetzelfde vertrek nodig hebben.
Voorbeelden zijn verwarmingstoestellen op gas, stookolie, hout of
steenkool, doorstroomverwarmers, boilers, gaskookvlakken en ovens. Zo ontstaat er een gevaarlijke situatie.
De dampkap onttrekt namelijk zuurstof aan deze ruimte en aan de
kamers ernaast. Dat geldt voor dampkappen
- met luchtafvoer
- met een externe ventilator
- met een buiten het vertrek geplaatste luchtcirculatiebox.
Zonder voldoende luchttoevoer ontstaat er onderdruk. Het vuur
krijgt daardoor te weinig verbrandingslucht. En de verbranding zal
daar nadeel van ondervinden.
Door de zuigkracht van de dampkap kunnen er giftige uitlaatgassen van het verwarmingstoestel uit de schouw terugstromen in de
woning.
Dit is levensgevaarlijk!
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
U vermijdt risico's als er bij gelijktijdig gebruik van de dampkap en
van een verwarmingstoestel waarvoor lucht uit hetzelfde vertrek is
vereist een onderdruk wordt bereikt van maximaal 4 Pa (0,04
mbar). Hierdoor verhindert u namelijk dat er uitlaatgassen uit het
verwarmingstoestel worden teruggezogen.
U kunt daarvoor zorgen door lucht voor de verbranding aan te voeren via niet afsluitbare openingen, bijv. in deuren en vensters. Let
erop dat de diameter van de luchttoevoeropening voldoende groot
is. Luchttoevoer- en afvoerkastjes alleen waarborgen gewoonlijk
nog geen afdoende luchttoevoer.
Bij de beoordeling moet u steeds rekening houden met de globale
ventilatietoestand van de woning. In geval van twijfel neemt u het
best contact op met een erkende schoorsteenveger.
Gebruikt u de dampkap met luchtcirculatie, dan kunt u de dampkap gerust tegelijk met verwarmingstoestellen gebruiken die lucht
uit hetzelfde vertrek nodig hebben.
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Efficiënt gebruik
Door open vuur bestaat brandgevaar!
Werk met het oog op het risico op brand nooit met open vuur onder
de dampkap: zo is flamberen en grilleren met open vuur verboden.
Een dampkap die in gebruik is trekt de vlammen in het vetfilter/de
vetfilters aan, waardoor het daarin verzamelde vet vlam kan vatten.
Sterke hitte-ontwikkeling op een gaskookplaat kan de dampkap
beschadigen.
– Let er bij gebruik van de dampkap boven een gaskookplaat of
gasfornuis op, dat er altijd een pan staat op de gaspit die in gebruik is. Draai de gaspit ook uit, wanneer u de pan even van het
gas neemt.
– Kies pannen die niet groter of kleiner zijn dan de kookzone.
– Regel de stand van het gas zo dat er geen gas langs de pan om-
hoog komt.
– Zorg ervoor dat u een pan nooit overmatig verhit, zoals bij het
wokken snel gebeurt.
Condenswater kan zorgen voor corrosieschade aan de dampkap.
Schakel de dampkap altijd in als u een kookzone gebruikt om ophoging van condenswater te voorkomen.
Door oververhitting kunnen olie en vet in brand geraken en de
dampkap vlam doen vatten.
Als u met olie of vet kookt, dient u uw kookpan of friteuse voortdurend in het oog te houden. Dat geldt ook voor elektrische grillapparaten.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik de dampkap nooit zonder vetfilters om te voorkomen dat
zich vuil en vet in de dampkap afzetten,
waardoor deze op den duur niet meer goed zal functioneren.
Hou ermee rekening dat de dampkap bij het koken door de opstij-
gende hitte erg warm kan worden.
Raak de ommanteling en de vetfilters pas aan wanneer de dampkap
is afgekoeld.
Deskundige montage
Controleer of het gebruik van een dampkap boven uw kooktoestel
volgens de fabrikant van deze apparatuur toegestaan is.
Boven ovens of fornuizen die met vaste brandstof worden ver-
warmd, mag u geen dampkap monteren.
Tussen de dampkap en de plek waar gekookt, gebakken, gebra-
den, gegrilleerd of gefrituurd wordt moet een minimumafstand worden aangehouden.
Houd die afstanden aan die in het hoofdstuk "Montage" worden genoemd, tenzij de fabrikant van het kooktoestel een grotere afstand
aangeeft.
Worden er onder de dampkap verschillende soorten kookapparatuur
gebruikt waarvoor verschillende afstanden gelden, dan moet de
grootste afstand worden aangehouden.
Neem voor het monteren van de dampkap de aanwijzingen in het
hoofdstuk "Montage" in acht.
Metalen platen kunnen scherpe randen hebben waaraan u zich
kunt verwonden.
Draag voor de montage handschoenen die u tegen snijwonden beschermen.
Gebruik voor de luchtafvoerleiding enkel buizen of slangen van
onbrandbaar materiaal. Die zijn bij uw Miele-handelaar of via de
Technische Dienst van Miele verkrijgbaar.
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De lucht mag niet worden afgevoerd via een afvoerschoorsteen
die wordt gebruikt voor de afvoer van rook of gas, noch via een
schacht die wordt gebruikt voor de ontluchting van ruimten waarin
wordt gestookt.
Als de luchtafvoer naar een niet meer gebruikte afvoerschoorsteen
moet worden geleid, hou dan rekening met de plaatselijk geldige
voorschriften.
Reiniging en onderhoud
Er kan brand ontstaan als het toestel niet volgens de aanwijzingen
in deze gebruiksaanwijzing wordt gereinigd.
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen van de dampkap nooit een stoomreiniger.
Accessoires
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemonteerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of productaansprakelijkheid.
12
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd milieuvriendelijk en recycleerbaar verpakkingsmateriaal gekozen.
Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
Uw toestel afdanken
Oude elektrische en elektronische toestellen bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook
stoffen, mengsels en onderdelen die
nodig zijn geweest om de toestellen
goed en veilig te laten functioneren.
Wanneer u uw oude toestel bij het gewone afval doet of er op een andere
manier niet goed mee omgaat, kunnen
deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Doe uw oude
toestel daarom nooit bij het gewone
huisafval.
Lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur, bij uw vakhandelaar
of bij Miele. U bent wettelijk zelf verantwoordelijk voor het wissen van eventuele persoonlijke gegevens op het af te
danken toestel.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken
van uw oud toestel, neem dan contact
op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
13
Hoe werkt uw toestel?
De dampkap kan op de volgende manieren worden gebruikt:
Werking met luchtafvoer
De aangezogen lucht wordt door de
vetfilters gereinigd en naar buiten afgevoerd.
Terugslagklep
Deze dampkap werkt met een terugslagklep.
Wanneer het toestel is uitgeschakeld,
kan er lucht stromen tussen het vertrek
en daarbuiten. Met een terugslagklep
kan dat worden voorkomen. De klep
gaat dicht, wanneer het toestel wordt
uitgeschakeld.
Nadat het toestel is ingeschakeld gaat
de terugslagklep open, zodat de kookluchtjes ongehinderd naar buiten kunnen worden afgevoerd.
Bij uw dampkap is een terugslagklep
gevoegd voor het geval uw luchtafvoersysteem daar niet over beschikt. Deze
klep wordt in de uitblaastuit van de motoreenheid geplaatst.
Werking met luchtcirculatie
(enkel met ombouwset en actievekoolstoffilter als mits toeslag verkrijgbare
accessoires; zie "Technische gegevens")
De aangezogen lucht wordt door de
vetfilters en bovendien door actievekoolstoffilters gereinigd en wordt daarna weer in de keuken geleid.
Werking met een externe ventilator
(Dampkappen uit de reeks ...EXT)
Bij dampkappen die geschikt zijn om te
werken met een externe ventilator,
wordt de Miele afzuigventilator in een
vertrek naar uw keuze gemonteerd. De
externe ventilator wordt door een besturingsleiding met de dampkap verbonden. U kan hem via Con@ctivity 2.0
of via het bedieningspaneeltje of de afstandsbediening van de dampkap bedienen.
14
Hoe werkt uw toestel?
Con@ctivity 2.0-functie
Automatische besturing
Deze dampkap beschikt over een communicatiefunctie. Hiermee is het mogelijk om de besturing van de dampkap af
te stemmen op de werking van een
Miele-kookvlak.
Voorwaarde hiervoor is dat het kookvlak
met de bijbehorende Con@ctivity 2.0stick is uitgerust.
Informatie over de werking van het
kookvlak wordt draadloos naar de
dampkap verzonden.
– De kookvlakverlichting wordt auto-
matisch ingeschakeld.
– Tijdens het kookproces kiest de
dampkap automatisch een afzuigvermogen dat past bij het aantal ingeschakelde kookzones en bij de ingeschakelde kookstand.
– Wanneer u klaar bent met koken,
gaan de afzuiging en het kookvlakverlichting automatisch uit en schuift
het wasemscherm automatisch naar
binnen.
Gedetailleerde informatie over deze
functie vindt u in het hoofdstuk: "Bediening".
Ga in de montage-aanwijzing van de
Con@ctivity 2.0-stick na, of aansluiting
op uw kookvlak mogelijk is.
Om de Con@ctivity 2.0-functie te kunnen gebruiken moet u een elektrische
verbinding tussen kookvlak en dampkap tot stand brengen. Zie hoofdstuk:
"Con@ctivity 2.0-functie activeren".
15
De dampkap in één oogopslag
16
De dampkap in één oogopslag
a
Uittrekbare luifel
b
Bedieningselementen
c
Vetfilter
d
Kookvlakverlichting
e
Luchtafvoertuit
De luchtafvoertuit kan ook naar achteren worden verplaatst.
f
Openingen voor de actievekoolstoffilter
g
Openingen voor de vetfilters
h
Actievekoolstoffilter
Na te bestellen accessoire voor luchtcirculatie
i
Toets van de kookvlakverlichting
j
Aan/uit-toets voor de afzuiging
k
Toetsen voor het instellen van het afzuigvermogen
l
Toets van de uitlooptijdfunctie
m
Toets van de urenteller
17
Bediening (automatische werking)
Wanneer Con@ctivity 2.0 geactiveerd
is, werkt de dampkap altijd in de automatische functie (zie "Con@ctivity 2.0functie activeren").
Voor het manueel bedienen van de
dampkap zie paragraaf "Koken zonder
Con@ctivity 2.0-functie".
Koken met de Con@ctivity 2.0functie (Automatische bediening)
Schakel een kookvlak in op een wille-
keurige stand.
De verlichting van de dampkap gaat
aan.
Trek de luifel uit.
De afzuiging start op stand 2.
Tijdens het kookproces kiest de dampkap automatisch het juiste afzuigvermogen.
Dit is gebaseerd op het totale vermogen
dat op dat moment voor het kookvlak is
ingeschakeld, te weten het aantal ingeschakelde kookzones en de ingeschakelde kookstanden.
Voorbeelden voor de vermogensstanden 1
tot en met 4
Reactietijd
De dampkap reageert met vertraging.
Een wijziging in de vermogensstand van
het kookvlak hoeft namelijk niet meteen
tot meer of minder dampontwikkeling te
leiden.
De vertraging is ook toe te schrijven aan
het feit dat het kookvlak de informatie
met tussenpozen naar de dampkap verzendt.
De reactie van de dampkap volgt na enkele seconden of enkele minuten.
Wanneer u bij het kookvlak een ho-
gere kookstand inschakelt of wanneer
u verschillende kookzones inschakelt,
kiest de dampkap een hogere vermogensstand.
Wanneer u bij het kookvlak een lagere
kookstand inschakelt of wanneer u
één of meer kookzones uitschakelt,
kiest de dampkap een lagere vermogensstand.
18
Bediening (automatische werking)
Braadproces
Wanneer u, bijv. voor het verhitten
van een pan, een kookvlak op de
hoogste stand inschakelt en na ca. 60
tot 90 seconden* op een lagere stand
zet, gaat de dampkap ervan uit dat u
aan het braden bent (*60 seconden
tot 5 minuten bij een Highlight-kookvlak).
De dampkap gaat aan. Nadat het kookvlak op een lagere stand is gezet, wordt
de dampkap naar stand 3 teruggeschakeld en blijft ca. 5 minuten op deze
stand staan.
Daarna wordt het ventilatiestanden van
de dampkap weer door de Con@ctivityfunctie gestuurd.
Indien gewenst kunt u de ventilator
handmatig eerder op een andere ventilatiestand zetten.
Uitschakelen
Schakel alle kookzones uit.
De afzuiging van de dampkap wordt in
de minuten daarna stap voor stap op
een lagere stand gezet en tenslotte helemaal uitgeschakeld.
In die tijd wordt de keukenlucht gezuiverd van eventueel nog aanwezige
dampen en geurtjes.
– Van de intensiefstand wordt de afzui-
ging direct teruggeschakeld naar
stand 3.
– Van stand 3 wordt de afzuiging na ca.
1 minuut teruggeschakeld naar stand
2.
– Van stand 2 wordt de afzuiging na 2
minuten teruggeschakeld naar stand
1.
– Van stand 1 wordt het afzuigvermo-
gen na 2 minuten uitgeschakeld.
– 30 seconden daarna wordt de kook-
plaatverlichting uitgeschakeld.
We zijn klaar met koken.
Als de luifel uitgetrokken blijft, wordt de
dampkap automatisch weer ingeschakeld, nadat het kookvlak wordt ingeschakeld:
enkele seconden nadat het kookvlak is
ingeschakeld, schakelt de afzuiging in,
eerst kort in stand 2, vervolgens direct
in stand 1. Daarna begint de automatische bediening.
19
Bediening (automatische werking)
De automatische functie tijdelijk uitschakelen
U kunt de automatische functie tijdens
het koken tijdelijk uitschakelen, en wel
als volgt:
Kies manueel een andere ventilatie-
stand, of
schakel de dampkap manueel uit, of
schakel de uitlooptijdfunctie van
de dampkap in. De afzuiging gaat na
de gekozen uitlooptijd uit. De verlichting blijft ingeschakeld.
De functies van de dampkap kunnen nu
manueel worden bediend. Zie paragraaf
"Koken zonder Con@ctivity 2.0-functie".
Terugkeer naar de automatische functie
U kunt weer terug naar de automatische
functie en wel als volgt.
Kies manueel een ventilatiestand en
wacht ca. 5 minuten voordat u de
dampkap weer gaat bedienen, of
kies manueel een ventilatiestand die
overeenkomt met de automatische
vermogensstand, of
zorg ervoor dat de ventilator van de
dampkap en het kookvlak minstens
30 seconden uitgeschakeld zijn geweest.
De eerstvolgende keer dat u het
kookvlak weer inschakelt, start deze
weer in de automatische functie.
Wilt u de dampkap tijdens het koken
geheel manueel bedienen, schakel de
ventilator van de dampkap dan in
voordat u het kookvlak inschakelt.
Indien de dampkap en het kookvlak
na het kookproces minstens 30 seconden uitgeschakeld zijn geweest,
start het kookvlak de eerstvolgende
keer dat u deze inschakelt weer in de
automatische functie.
20
Bediening (handmatige werking)
Koken zonder Con@ctivity 2.0functie (handmatige werking)
Onder de volgende voorwaarden kunt u
de dampkap manueel bedienen:
– De Con@ctivity 2.0-functie is niet ge-
activeerd.
– U hebt de Con@ctivity 2.0-functie ge-
deactiveerd. Zie paragraaf "De automatische functie tijdelijk uitschakelen".
Afzuiging inschakelen
Trek de luifel iets naar onderen en
vervolgens naar voren toe uit.
De afzuiging start op stand 2. Symbool
en de 2 van het afzuigvermogen
gaan branden.
Een vermogensstand kiezen
Voor normaal gebruik kunt u kiezen tussen de vermogensstanden 1 tot en met
3.
Schakel bij het begin van een braadproces of bij een kookproces met zeer sterke geurontwikkeling even de intensieve
stand IS in.
Stel met de toets een lagere en
met de toets een hogere vermogensstand in.
Intensieve stand op een lagere stand
zetten
Is het Powermanagement System van
tevoren ingeschakeld, wordt het afzuigvermogen na 5 minuten automatisch teruggeschakeld naar stand 3.
21
Bediening (handmatige werking)
Luchtafzuiging achteraf
Het is aan te bevelen om de afzuiging
nog enkele minuten te laten werken.
Dan wordt de keukenlucht gezuiverd
van eventueel nog aanwezige dampen
en geurtjes.
De afzuiging wordt na de gekozen tijd
automatisch uitgeschakeld.
Druk na het koken, terwijl de ventila-
tor ingeschakeld is, op de nawerktoets 515
– 1 x drukken: de ventilator wordt na 5
minuten uitgeschakeld (5 brandt).
– 2 x drukken: de ventilator wordt na
15 minuten uitgeschakeld (15 brandt).
– Wanneer u opnieuw op de na-
werktoets 515 drukt, blijft de ventilator ingeschakeld (515 gaat uit).
Afzuiging uitschakelen
Schuif de luifel naar binnen
De eerstvolgende keer dat u de luifel
naar buiten trekt, start de afzuiging
weer op stand 2.
Kookplaatverlichting in- en uitschakelen
Door de luifel uit- of in te schuiven of
op de verlichtingstoets te drukken,
kunt u de kookplaatverlichting in- en
uitschakelen.
Bij uitgetrokken luifel, kunt u de kook-
vlakverlichting kunt u met de verlichtingstoets in- of uitschakelen.
Schakel de afzuiging met de Aan/Uit-
toets uit.
Symbool gaat uit.
22
Bediening (handmatige werking)
Powermanagement
De dampkap beschikt over een Powermanagement, waarmee energie kan
worden bespaard. Het systeem zorgt
ervoor dat het afzuigvermogen automatisch op een lagere stand wordt gezet
en de verlichting wordt uitgeschakeld.
– Als de intensiefstand ingesteld is,
wordt de afzuiging na 5 minuten automatisch naar stand 3 teruggeschakeld.
– Als stand 3, 2 of 1 ingesteld is, wordt
het afzuigvermogen na 2 uur automatisch één stand lager gezet en daarna
per 30 minuten uitgeschakeld.
– Als de kookvlakverlichting ingescha-
keld is, wordt deze na 12 uur automatisch uitgeschakeld.
Powermanagement uit-/inschakelen
U kunt het Powermanagement deactiveren.
Bedenk wel dat dit tot een stijging in
het energieverbruik kan leiden.
Als het Powermanagement ingeschakeld is, branden de standen 1 en IS
continu.
Is het uitgeschakeld, dan knipperen de
standen 1 en IS.
Druk op de "" toets om het Power-
management uit te schakelen.
De standen 1 en IS knipperen.
Druk op de "" toets om het Power-
management in te schakelen.
De standen 1 en IS branden continu.
Druk op toets 515 van de uitloop-
tijd om de procedure te bevestigen.
Alle controlelampjes gaan uit.
Bevestigt u de procedure niet binnen 4
minuten na het instellen, dan neemt het
toestel automatisch de oude instelling
over.
Schakel de afzuiging en de verlichting
uit.
Druk ca. 10 seconden op toets 515
van de uitlooptijd, totdat stand 1 van
het afzuigvermogen gaat branden.
Druk achter elkaar op
– de toets van de verlichting,
– de "" toets en weer op
– toets van de verlichting.
23
Bediening (automatische en handmatige werking)
Bedrijfsurenteller
De tijd dat de dampkap werkt wordt in
het geheugen van het toestel opgeslagen.
De bedrijfsurentellers melden door middel van het oplichten van het vetfiltersymbool of het symbool voor de actievekoolstoffilter wanneer de filters
moeten worden gereinigd of vervangen.
Informatie over het reinigen en vervangen van de filters en over hoe u de bedrijfsurentellers terug in hun beginstand
kunt zetten vindt u in het hoofdstuk
"Reiniging en onderhoud".
De bedrijfsurenteller voor de vetfilters wijzigen
Het maximale aantal bedrijfsuren kunt u
aan uw kookgewoontes aanpassen.
In de fabriek is een reinigingsinterval
van 30 uur ingesteld.
– Stel een korter reinigingsinterval van
20 uur in als u dikwijls braadt of vaak
de friteuse gebruikt.
De controlelampjes 1 tot IS geven de
ingestelde bedrijfsduur aan:
Controlelampje 1 ......................... 20 uur
Controlelampje 2 ......................... 30 uur
Controlelampje 3 ......................... 40 uur
Controlelampje IS........................ 50 uur
Druk op het symbool "" om een
kortere bedrijfsduur in te stellen of op
het symbool "" om een langere bedrijfsduur in te stellen.
Bevestig uw keuze met de bedrijfsu-
rentoets .
Nu gaan alle lampjes uit.
Als u niet binnen de 4 minuten bevestigt, blijft de oude instelling behouden.
– Als u slechts af en toe kookt, kiest u
het best een kort reinigingsinterval.
Zo voorkomt u dat het verzamelde
vet hard wordt. Ook zorgt dit ervoor
dat de vetfilters gemakkelijk te reinigen zijn.
– Als u vaak erg vetarm kookt, kunt u
een langer reinigingsinterval van 40 of
50 uur instellen.
Schakel de ventilator uit met de toets
aan/uit .
Druk tegelijk op de nawerktoets
515 en de bedrijfsurentoets .
Het vetfiltersymbool en één van de
ventilatiestanden gaan knipperen.
24
Bediening (automatische en handmatige werking)
Uren voor de actievekoolstoffilters
instellen / wijzigen
De actievekoolstoffilters zijn nodig voor
luchtcirculatie.
De urenteller is voor de actievekoolstoffilters vanuit de fabriek niet geactiveerd.
U stelt het aantal uren, na afloop waarvan de actievekoolstoffilters moeten
worden vervangen, zelf in.
Schakel de afzuiging met de Aan/Uit-
toets uit.
Druk tegelijk op de "" toets en op
de toets van de urenteller.
Het - actievekoolstoffiltersymbool en
één van de vermogensstanden gaan
knipperen.
De standen 1 tot en met IS geven aan
hoeveel uren zijn ingesteld:
Stand 1 ...................................... 120 uur
Stand 2 ...................................... 180 uur
Stand 3 ...................................... 240 uur
Stand IS....................... niet geactiveerd
Kies met de "" toets een lager en
met de "" toets een hoger aantal
uren.
Bevestig de procedure met de
toets.
De bedrijfsurenteller opvragen
Voor de ingestelde tijd verstreken is,
kunt u aflezen hoeveel procent van de
bedrijfsduur reeds verlopen is.
Schakel de ventilator in met de toets
aan/uit.
Druk op de bedrijfsurentoets
– 1 keer voor de vetfilters. Het vetfilter-
symbool brandt.
– 2 keer voor de actievekoolstoffilter.
Het symbool voor de actievekoolstoffilter brandt.
Op de ventilatiestandindicator knipperen een of meer controlelampjes tegelijk.
Het aantal knipperende controlelampjes
stemt overeen met het percentage verstreken bedrijfsuren.
Controlelampje 1 ......................... 25 %
Controlelampjes 1 en 2 ................ 50 %
Controlelampjes 1 tot 3 ................ 75 %
Controlelampjes 1 tot IS ............ 100 %
Bij het uitschakelen van de dampkap
of na een stroomonderbreking blijven
de afgelopen bedrijfsuren in het geheugen van het toestel opgeslagen.
Alle controlelampjes gaan uit.
Bevestigt u de procedure niet binnen 4
minuten na het instellen, dan neemt het
toestel automatisch de oude instelling
over.
25
Tips om energie te besparen
Deze dampkap werkt zeer efficiënt en
energiebesparend. Volgende maatregelen ondersteunen u bij het spaarzame
gebruik:
– Zorg bij het koken voor een goede
ventilatie van de keuken. Stroomt bij
luchtafvoer niet voldoende lucht, dan
werkt de dampkap niet efficiënt en
zijn er verhoogde werkingsgeluiden.
– Kook op een zo laag mogelijke kook-
stand. Weinig kookdampen betekenen een lage vermogensstand aan de
dampkap en hierdoor ook minder
stroomverbruik.
– Maak de filters geregeld schoon of
vervang ze. Door erg vette filters
wordt het vermogen verlaagd en de
bestaat er brandgevaar. Voorts bestaat dan een risico voor het hygiëne.
– Gebruik de Con@ctivity-functie. De
dampkap wordt automatisch in- en
uitgeschakeld. U kiest de optimale
vermogensstand voor de kooksituatie
en zorgt hiermee voor een laag
stroomverbruik.
– Als u de dampkap handmatig be-
dient, let dan op het volgende:
– Controleer op de dampkap de ge-
kozen vermogensstand. Meestal is
een lage vermogensstand voldoende. Gebruik de intensiefstand
alleen als het noodzakelijk is.
– Schakel bij sterke kookdampen al
vroeg op een hoge stand. Dat is
efficiënter dan de kookdampen nadien proberen op te vangen.
– Let erop dat u de dampkap na het
koken weer uitschakelt.
Moet na het koken de keukenlucht
nog worden gereinigd van resterende wasem en geuren, gebruik
dan de naloopfunctie. De afzuiging
wordt na de gekozen nalooptijd
automatisch uitgeschakeld.
26
Reiniging en onderhoud
Maak voorafgaand aan onder-
houd en reiniging de dampkap spanningsvrij. Zie hoofdstuk: "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen".
Behuizing
Algemeen
Het oppervlak en de bedieningselementen zijn krasgevoelig.
Neem daarom de volgende reinigingstips in acht.
Reinig oppervlak en bedieningsele-
menten alleen met een doek, wat reinigingsmiddel en wat warm water.
Let erop dat er geen water in de
dampkap komt.
Reinig vooral het gedeelte met de
bedieningselementen alleen met een
iets vochtige doek.
Wrijf alles daarna met een zachte
doek droog.
Roestvrijstalen oppervlakken
(Deze paragraaf geldt niet voor de bedieningstoetsen!)
Neem de algemene regels in acht en
gebruik daarnaast een niet-schurend
reinigingsmiddel dat speciaal geschikt is voor roestvrij staal.
Gebruik ook een middel voor het on-
derhoud van roestvrij staal en breng
dit middel met een zachte doek gelijkmatig en in kleine dosering aan.
Dit middel is verkrijgbaar bij de afdeling Wisselstukken van Miele België.
Bedieningselementen
De bedieningselementen kunnen verkleuren
wanneer er vuil op blijft zitten.
Verwijder vuil daarom direct.
Neem de algemene regels in acht.
Gebruik geen reinigingsmiddel voor
roestvrij staal.
Gebruik geen:
– zuur-, soda-, chloride- of oplosmid-
delhoudende reinigingsmiddelen,
– schurende reinigingsmiddelen zoals
schuurpoeder en ook geen schuursponsjes of sponsjes waar nog resten
van schuurmiddelen in zitten.
27
Reiniging en onderhoud
Vetfilters
De vetfilters in het toestel nemen de
vaste bestanddelen van de kookdampen op (vet, stof e.d.). Ze verhinderen daardoor dat het toestel vuil
wordt. Er zijn opnieuw te gebruiken metalen vetfilters ingebouwd.
Oververzadigde vetfilters leveren
gevaar op voor brand.
Reinigingsinterval
Het is aan te raden om de vetfilters om
de 3-4 weken te reinigen. Het verzamelde vet wordt na langere tijd hard. De
vetfilters kunnen dan minder vlot worden schoongemaakt.
De urenteller geeft aan, wanneer de vetfilters moeten worden gereinigd. Vetfilter-symbool gaat dan branden.
Pas de reinigingsfrequentie aan uw
kookgewoonten aan. Zie hoofdstuk:
"Bediening".
De vetfilter uitnemen
Een vetfilter kan makkelijk uit uw
handen glippen.
Daarbij kan de vetfilter en de kookplaat beschadigd raken.
Houd de vetfilter bij het verwijderen,
reinigen en terugplaatsen daarom
goed vast.
28
Trek de vetfilters aan de voorzijde van
de ommanteling uit de sleuven.
Reiniging en onderhoud
De vetfilters met de hand reinigen
Reinig de vetfilters in warm water met
een afwasborstel en een zacht handafwasmiddel. Gebruik het handafwasmiddel niet geconcentreerd.
Ongeschikte reinigingsmiddelen
Vetfilters kunnen beschadigd raken
door reinigingsmiddelen die daarvoor
niet geschikt zijn.
De volgende reinigingsmiddelen mogen
niet worden gebruikt:
– kalkoplossende reinigingsmiddelen
– schuurpoeder of schuurcrème
– agressieve allesreinigers en vetoplos-
sprays
– ovenspray
Vetfilters reinigen in de afwasautomaat
Plaats de vetfilters loodrecht in het
onderrek of horizontaal met de vette
kant naar beneden. Let er daarbij op
dat de sproeiarm vrij kan bewegen.
Gebruik een reinigingsmiddel dat ge-
schikt is voor huishoudelijk gebruik.
Kies een programma met een tempe-
ratuur van tussen de 50°C en 65°C.
Houd er bij reiniging van de vetfilters
in de afwasautomaat rekening mee
dat gebruik van sommige reinigingsmiddelen tot verkleuringen van het
metaal van de vetfilters kan leiden.
Deze verkleuringen hebben echter
geen nadelig effect op het gebruik en
de werking van de filters.
Na het reinigen
Leg de vetfilters na het schoonmaken
nog op een vochtopnemend voorwerp te drogen.
Wanneer de vetfilters uitgenomen
zijn, kan u de bereikbare onderdelen
van de behuizing van vet ontdoen.
Op die manier voorkomt u brandgevaar.
Schuif de vetfilters weer naar binnen.
29
Reiniging en onderhoud
Bedrijfsurenteller voor de vetfilters
terug in zijn beginstand zetten
Na de reiniging moet de urenteller worden teruggezet.
Druk, terwijl de ventilator is ingescha-
keld, ca. 3 seconden op de bedrijfsurentoets , totdat alleen nog de 1
knippert.
Het vetfiltersymbool gaat uit.
Reinigt u de vetfilters voordat de bedrijfsuren afgelopen zijn:
Druk ca.6 seconden op de bedrijfsu-
rentoets , totdat alleen nog de 1
knippert.
Actievekoolstoffilter
Bij werking met luchtcirculatie dient u
niet enkel de vetfilters maar ook twee
actievekoolstoffilters te monteren. Deze
houden de reukstoffen die tijdens het
koken opduiken, tegen. Ze worden van
boven in de luifel geplaatst.
Actievekoolstoffilter monteren/vervangen
Boven de vetfilters bevinden zich de
sleuven waar u de actievekoolstoffilters
kunt inschuiven.
Neem de afdekking af. Ze wordt door
magneten op zijn plaats gehouden.
Neem de actievekoolstoffilters uit de
verpakking.
Deze actievekoolstoffilters zijn bij uw
Miele-handelaar of bij de Technische
Dienst van Miele verkrijgbaar. Het type
en de aanduiding vindt u in de rubriek
"Technische gegevens".
30
Schuif de actievekoolstoffilters in de
sleuven.
Plaats de afdekking terug.
Activeer de urenteller wanneer u voor
het eerst een actievekoolstoffilter
plaatst. Zie hoofdstuk "Bediening".
Vervangingsfrequentie
Vervang de actievekoolstoffilters tel-
kens als de geuren niet meer voldoende worden tegengehouden.
Vervang de filter in ieder geval 2 keer
per jaar.
De urenteller geeft aan wanneer de actievekoolfilters moet worden vervangen.
Het - actievekoolfiltersymbool gaat
dan branden.
Activeer eerst de urenteller voor de
actievekoolfilters. Zie hoofdstuk: "Bediening".
De bedrijfsurenteller voor de actievekoolstoffilter terug in zijn beginstand
brengen
Na de vervanging moet de urenteller
worden teruggezet.
Druk hiertoe, terwijl de ventilator is in-
geschakeld, 2 keer op de bedrijfsurentoets en hou deze ca. 3 seconden ingedrukt, totdat alleen nog
de 1 knippert. Het symbool voor de
actievekoolstoffilter gaat uit.
Reiniging en onderhoud
Als u de actievekoolstoffilter vervangt
voordat de bedrijfsuren verstreken zijn,
gaat u als volgt te werk:
Druk 2 keer op de bedrijfsurentoets
en hou deze ca. 6 seconden ingedrukt, totdat alleen nog de 1 knippert.
Actievekoolstoffilters weggooien
De gebruikte filters kunt u bij het
huisvuil gooien.
31
Montage
30
Afmetingen van het toestel
32
a
Luchtafvoer, luchtcirculatie met ombouwset DUU 150
b
Het corpus van de kast moet 38 mm
korter zijn dan de kastdeur.
c
Montage is ook in een 600 mm brede kast mogelijk. In dit geval moet
de kastdeur naar boven opengaan,
zodat u bij de vetfilters kunt komen.
Dat geldt ook voor de kasten daarnaast.
d
De luchtafvoer kan ook aan de achterkant worden aangesloten.
e
De bovenkant kan na de montage
van een tussenwand worden voorzien. Zorg er daarbij voor dat u bij de
openingen van de vetfilters en (bij
luchtcirculatie) bij de actievekoolstoffilters kunt komen.
f
De bovenkast kan eventueel aan de
zijkanten worden uitgebouwd.
g
Als een onderbodem aanwezig is,
moeten voor openingen worden gezorgd om de houdkracht van de luifel in te stellen. Voorbeelden:
– Naast de kast bevinden zich, zo-
als afgebeeld, nog andere kasten.
– De dampkap is gemonteerd in een
600 mm brede kast met zijkasten.
Bij het meten van de kasthoogte en de
uitsparingen moet u rekening houden
met gemonteerde accessoires (bijv. geluidsdempers en DSM-modules).
Montage
33
Montage
Afstand tussen kookplaat en dampkap (S)
Tussen de onderkant van de dampkap en de plek waar gekookt, gebakken, gebraden, gegrilleerd of gefrituurd wordt, moet een minimumafstand worden aangehouden. Deze kunt u hieronder vinden.
Geeft de fabrikant echter een grotere afstand aan, houd dan deze aan.
Neem ook de veiligheidsinstructies en waarschuwingen in het gelijknamige
hoofdstuk in acht.
KooktoestelMinimumafstand S
Elektrische kookplaat450 mm
Grill en friteuse (elektrisch)650 mm
Een gaskookplaat met verschillende branders met een
totale capaciteit van ≤ 12,6 kW,
waarbij geen brander een capaciteit van > 4,5 kW heeft.
Een gaskookplaat met verschillende branders met een
totale capaciteit van >12,6 kW en > 21,6 kW,
waarbij geen brander een capaciteit van ≤ 4,8 kW heeft.
Een gaskookplaat met verschillende branders met een
totale capaciteit van >21,6 kW,
of met bij één brander een capaciteit van > 4,8 kW.
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van ≤ 6 kW650 mm
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van > 6 kW en
≤ 8,1 kW
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van > 8,1 kWniet mogelijk
650 mm
760 mm
niet mogelijk
760 mm
34
Montage
Montagetips
– Om alle kookdampen op te kunnen
vangen, moet de dampkap precies in
het midden boven de kookplaat zijn
gemonteerd.
– Zorg ervoor dat het kookvlak niet
groter is dan de dampkap, liefst kleiner.
– De plaats waar de dampkap komt te
hangen moet makkelijk toegankelijk
zijn. In geval van een storing moet
een technicus makkelijk bij de dampkap kunnen komen en deze ongehinderd kunnen demonteren. Let bij het
monteren van de dampkap dus ook
op de plaatsing van kasten, planken,
plafond- of decorelementen in de
omgeving van de dampkap.
Voor de montage
Neem voordat u met monteren
begint de informatie in dit hoofdstuk
en in het hoofdstuk "Opmerkingen
omtrent uw veiligheid" in acht.
35
Montage
Montagemateriaal
36
a
1 luchtafvoertuit voor een luchtafvoerleiding van 150 mm.
b
1 verloopmof voor een luchtafvoerleiding van 125 mm.
c
1 terugslagklep die in de luchtafvoertuit van de motoreenheid wordt
ingebouwd (niet bij luchtcirculatie)
d
2 afdekkingen voor de L-ijzers voor
de montage.
e
2 L-ijzers voor de montage waar
het apparaat in de bovenkast op
moet rusten
f
1 afdekking voor de openingen van
de actievekoolstoffilters
g
1 afstandsprofiel voor het afdekken
van de spleet tussen achterwand
van het toestel en de muur
h
Ombouwset voor luchtcirculatie
Bevat uitblaasrooster, aluminium
slang en slangklemmen. Wordt niet
bijgevoegd, maar moet worden bijbesteld. Zie hoofdstuk: "Technische
gegevens".
Montage
4 schroeven M4 x 16 mm voor het be-
vestigen van de dampkap aan de montagehaken en voor het bevestigen van
het afstandsprofiel
4 schroeven M4 x 8 mm voor het bevestigen van het afstandsprofiel
2 schroeven 4 x 40 mm,
2 pluggen 6 x 36 mm als extra steun
bij het bevestigen van de dampkap aan
de wand (alleen bij montage in een 900
mm brede kast)
4 schroeven 4 x 25 mm als extra
steun bij het bevestigen van een 900
mm brede dampkap
12 schroeven 4 x 15 mm voor het bevestigen van de dampkap in de bovenkast
4 plakstroken voor het afsluiten van
bevestigingsgaten die niet nodig zijn
1 L-vormige schroevendraaier T 20
37
Montage
38
Montage
Luchtafvoeraansluiting verplaatsen
Om de luchtafvoerleiding aan te sluiten
aan de achterzijde van de dampkap,
kan de ventilator worden gedraaid. Dit
kan onder meer nodig zijn wanneer een
heel lage kast wordt gebruikt. Omgebouwd wordt vóór de montage.
De dampkap moet losgekoppeld zijn
van het elektriciteitsnet.
Maak de bevestigingsschroeven van
de voorste afdekking van de ommanteling los en verwijder de afdekking.
Maak de schroeven los van de afdek-
king aan de achterzijde van de ommanteling en verwijder deze.
Draai de bevestigingsschroeven van
de ventilator uit.
Draai de ventilator naar achteren en
steek de luchtafvoertuit in de achterste luchtafvoeropening. U hoeft de
verbindingskabel daarvoor niet los te
maken.
Schroef de ventilator weer vast.
Bevestig de achterste afdekking op
de bovenzijde.
Schroef de voorste afdekking van de
ommanteling weer vast.
Dampkappen uit de reeks ...EXT
Bij toestellen uit de reeks ...EXT moet in
plaats van de ventilator de luchtafvoertuit worden verplaatst.
Draai de bevestigingsschroeven uit
en trek het bovenste en onderste deel
van de tuit uit elkaar.
Plaats het bovenste deel van de tuit
op de opening aan de achterzijde en
steek het onderste deel er van binnen
op. Schroef de tuit weer vast.
39
Montage
Trek de vetfilters aan de voorzijde van
de ommanteling uit de sleuven.
Voordat de dampkap in de kast wordt
gemonteerd, wordt het afstandsprofiel
bevestigd aan de achterzijde. Het kan
zo worden gemonteerd dat het gelijk ligt
met de bovenzijde of de onderzijde
van de luifel.
Bepaal de vereiste afmeting T voor
het afstandsprofiel.
Het afstandsprofiel inkorten tot afme-
ting T. Snij met een mes op de breuklijn van de volgende kleinere maat af.
Schroef het afstandsprofiel in de ge-
wenste positie op de achterzijde van
de dampkap. Gebruik hiervoor de bij-
40
geleverde schroeven. Gebruik voor
de bevestiging op de achterzijde
de ommantelingsschroeven die er
voordien zijn uitgeschroefd.
Montage
De L-ijzers voor de montage rechts
en links gelijk afsluitend met de onderkant van de kast in de kast
schroeven. De ijzers zijn geschikt
voor kastwanddiktes van 16 mm en
19 mm. Schroef de ijzers met de zijde
vast die de betreffende afdruk heeft.
Draai de schroeven in de kast die no-
dig zijn voor het ophangen van de
dampkap en laat ze er ca. 5 mm uitsteken. Plaatst u een 900 mm brede
dampkap in een 600 mm brede kast,
draai er dan eerst de voorste schroeven in.
41
Montage
Hang de dampkap van onderen in de
kast. Schuif de kap over de borghaken naar achteren.
Draai de vier bevestigingsschroeven
van onderen vast.
Trek de luifel iets naar onderen en
vervolgens naar voren toe uit.
42
Plaatst u een 900 mm brede damp-
kap in een 600 mm brede kast, draai
er dan nu de achterste schroeven in.
Bevinden zich naast de kast met de
dampkap ook nog andere kasten, is
een extra bevestiging aan de onderkant nodig.
Schuif de luifel naar binnen
Montage
Wordt er een 900 mm brede dampkap
geplaatst in een 900 mm brede kast
zonder bodems aan de zijkant, is het
nodig om de dampkap extra te positioneren en vast te maken. Daarvoor dienen de bijgevoegde steunhaken. De
dampkap wordt ofwel aan de bovenofwel aan de achterkant van de kast
vastgemaakt.
Voor het geval de kast geen stabiele
achterwand heeft, zijn schroeven en
pluggen bijgevoegd voor de bevestiging
aan de wand.
Voor het geval u moeilijk bij de schroeven kunt komen, is een haakse schroevendraaier bijgevoegd.
Draai de schroeven van de draagij-
zers los en schuif de ijzers naar achteren tegen de achterwand.
Positioneer de dampkap en markeer
de bevestigingsgaten in de kast.
Maak de ijzers in de kast vast.
Positioneer de dampkap opnieuw en
draai de schroeven aan de ommanteling vast.
Als alternatief is bevestiging ook bo-
ven in de kast mogelijk. Bevestig
hiervoor de draagijzers aan de voorste bevestigingspunten van de behuizing.
Maak de bevestigingsgaten op de lui-
fel die u niet nodig heeft met bijgevoegde plakstroken vast.
43
Montage
De ingeschoven luifel zit met magneten
vast.
De houdkracht van de magneten kunt u
instellen. Stel de magneten zo in, dat de
luifel links en rechts veilig vastzit en gemakkelijk naar onderen kan schuiven.
Voor het instellen is een haakse schroevendraaier bijgevoegd.
Stel beide kanten gelijkmatig in. Draai
stapsgewijs een halve slag en controleer of de luifel goed is ingesteld
door hem te laten zakken en te heffen.
– Draai de beide schroeven rechtsom:
de houdkracht wordt hoger.
– Draai de beide schroeven linksom: de
houdkracht wordt lager.
De afdekkingen voor de L-ijzers voor
de montage zijn geschikt voor kasten
met een wanddikte van 16 mm en 19
mm. Draai de afdekkingen op basis
van de montagepositie en plaats ze
op de L-ijzers voor de montage.
44
Bevestig de afstandslijst extra aan de
onderzijde van de kast.
Montage
Trek eventuele beschermfolie van de
vetfilters af en plaats de vetfilters terug.
Luchtafvoeraansluiting
Steek de afdekking voor de sleuven
van de actievekoolstoffilters onderaan
in en klap deze dicht. Ze wordt door
magneten gehouden.
Plaats de terugslagklep indien nodig.
Let er daarbij op dat de klep makkelijk opengaat en vanzelf weer sluit.
45
Montage
dai2699
Bevestig de luchtafvoerleiding op de
luchtafvoertuit, bijv. een flexibele
luchtafvoerslang met een slangklem
(na te bestellen accessoire). Als u een
luchtafvoerleiding met een doorsnede
van 125 mm gebruikt, plaats dan
de bijgevoegde reduceertuit in de
luchtafvoertuit. Zie ook hoofdstuk:
"Luchtafvoersysteem".
Circulatieaansluiting
Is er door omstandigheden geen aansluiting van de luchtafvoer naar buiten
mogelijk? Dan dient u de dampkap met
luchtcirculatie te laten werken. Voor de
werking met luchtcirculatie hebt u een
ombouwset nodig die verkrijgbaar is bij
uw Miele-handelaar of bij de Technische Dienst van Miele. Bovendien
hebt u twee actievekoolstoffilters nodig
(zie rubriek "Technische gegevens").
Voor niet-zichtbare montage op de bovenzijde van de kast is de ombouwset
DUU 150 met kunststofrooster geschikt.
Plaats de luchtafvoerleiding op de
uitblaastuit van de afzuigkap.
Hoe u voor de montage van het
luchtafvoersysteem verder te werk
moet gaan, vindt u in het hoofdstuk:
"Luchtafvoersysteem".
46
Voor zichtbare montage raden wij de
ombouwset DUU 151 met roestvrijstalen rooster aan.
Monteer de ombouwset zoals in de
bijbehorende montageaanwijzing is
beschreven. Zorg ervoor dat de lamellen van het uitblaasrooster naar
het midden van de kamer wijzen en
niet direct naar de wand of het plafond.
Voor een werking met luchtcirculatie
wordt geen terugslagklep ingebouwd.
Installeer de actievekoolstoffilters (zie
"Reiniging en onderhoud").
Elektrische aansluiting
Neem voordat u de dampkap op de
elektriciteit aansluit de hoofdstukken:
"Elektrische aansluiting" en "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen"
in acht.
Gebruikt u de afzuigkap met een ex-
terne afzuiginstallatie (typeserie ...EXT):
Verbind de afzuigkap en de externe
afzuiginstallatie met behulp van de
verbindingskabel en de zespolige
stekker.
Montage
Steek de stekker in het stopcontact.
47
Elektrische aansluiting
De dampkap mag alleen aangesloten
worden op een AC230V ~ 50Hz stopcontact dat volgens de voorschriften
geaard en geïnstalleerd is.
De elektrische installatie moet volgens
VDE0100 uitgevoerd zijn!
Om de veiligheid te verhogen, is het
raadzaam een verliesstroomschakelaar
met een uitschakelstroom van 30mA
(DINVDE0664) voor het toestel te
schakelen (VDE in de richtlijn
DINVDE0100 deel 739).
Voer de aansluiting bij voorkeur via een
stopcontact uit. Dit vergemakkelijkt immers eventuele tussenkomsten van de
Technische Dienst. Het stopcontact
moet nog toegankelijk zijn als het toestel ingebouwd is.
Als het stopcontact na de inbouw niet
meer toegankelijk is, moet in de installatie een scheidingsinrichting voor elke
pool voorhanden zijn. Als stroomonderbrekers kunnen er schakelaars worden
gebruikt met een contactopening van
meer dan 3mm.
Bijvoorbeeld automatische schakelaars,
smeltstoppen en contactsluiters
(EN60335).
De vereiste aansluitgegevens vindt u op
het typeplaatje (zie hoofdstuk "Technische Dienst van Miele en garantie").
Ga na of deze gegevens overeenstemmen met de spanning en de frequentie
van het net.
48
Luchtafvoerleiding
Gelijktijdig gebruik van de damp-
kap en een toestel dat lucht in diezelfde ruimte verbruikt kan gevaarlijk
zijn! Er kunnen giftige gassen vrijkomen.
Neem beslist de veiligheidsinstructies en waarschuwingen in het gelijknamige hoofdstuk in acht.
Laat in ieder geval door de plaatselijke schoorsteenveger controleren of
een veilig gebruik van de luchtafvoer
gewaarborgd is.
Voor de luchtafvoer mogen alleen
gladde buizen of flexibele slangen
van niet-brandbaar materiaal worden
gebruikt.
Wanneer het toestel op een externe
afzuiginstallatie is aangesloten, mogen er alleen vormstabiele buizen en
slangen worden gebruikt. Door de
externe afzuiginstallatie kan namelijk
een onderdruk ontstaan, waardoor
de luchtafvoerbuizen vervormd kunnen raken.
Voor een zo groot mogelijk afzuigvermogen en een zo laag mogelijk geluidsniveau moeten de volgende punten in
acht worden genomen.
– De luchtafvoer moet een doorsnede
hebben die niet minder is dan 150
mm.
– Wanneer er platte luchtafvoerkanalen
worden gebruikt, mag de doorsnede
niet kleiner zijn dan de doorsnede
van de luchtafvoertuit.
– De luchtafvoer moet zo kort en recht
mogelijk zijn.
– Alleen bochten met een grote straal
zijn toegestaan.
– Er mogen geen knikken in de luchtaf-
voer komen en de luchtafvoer mag
niet in elkaar worden gedrukt.
– De verbindingspunten mogen niet
lekken.
Iedere barrière in de luchtstroming
vermindert de afzuigcapaciteit en
verhoogt het geluidsniveau.
Wordt de lucht gewoon naar buiten
afgevoerd, dan kan het beste een
dakdoorvoering of een telescopische
muurkast worden geïnstalleerd. Deze
kunt u nabestellen.
Moet de lucht door een schoorsteen
worden afgevoerd, dan moet de invoerbuis verticaal worden gebogen.
Wanneer de luchtafvoer horizontaal
wordt aangelegd, moet het verval
minstens 1 cm per meter bedragen.
Daarmee wordt voorkomen dat er
condenswater in de dampkap loopt.
Wanneer de luchtafvoer door koele
ruimten, zolders e.d. wordt aangelegd, kan er binnen de afzonderlijke
ruimten een groot temperatuurverschil ontstaan. Er kan zich dan condens vormen. De luchtafvoer moet
daarom worden geïsoleerd.
49
Luchtafvoerleiding
Anti-condensvoorziening
Daarnaast is het aan te bevelen om een
anti-condensvoorziening te installeren
die het condenswater, dat ondanks de
isolatie van de luchtafvoer vrijkomt, opneemt en verdampt.
Dit accessoire is verkrijgbaar voor
luchtafvoerbuizen met een doorsnede
van 125mm of 150mm.
Geluidsdemper
In de luchtafvoerleiding kan een geluidsdemper worden gemonteerd (mits
toeslag verkrijgbaar). Deze zorgt voor
bijkomende geluidsdemping.
Luchtafvoer
Plaats de anti-condensvoorziening
loodrecht en zo dicht mogelijk boven
de luchtafvoertuit van de dampkap.
De pijl op de ommanteling geeft de
blaasrichting aan.
In de dampkappen van het type ...EXT
is een anti-condensvoorziening standaard ingebouwd.
50
De geluidsdemper reduceert zowel afzuiggeluiden die naar buiten dringen als
ook geluiden die van buiten via de
luchtafvoer de keuken binnendringen,
zoals straatlawaai. Daarom wordt de
geluidsdemper zo dicht mogelijk vóór
de opening geplaatst waarlangs de
lucht wordt afgevoerd .
Luchtcirculatie
De geluidsdemper wordt tussen uitblaastuit en uitblaasrooster geplaatst,
nl. bij . Deze plaats moet in individuele gevallen worden gecontroleerd.
Luchtafvoer met een externe ventilator
Luchtafvoerleiding
Om ventilatorgeluiden in de keuken te
minimaliseren, moet de geluidsdemper
indien mogelijk voor de externe ventilator worden gemonteerd , bij een lange luchtafvoerleiding bij de luchtafvoertuit van de dampkap . Als een externe
ventilator in het huis is geïnstalleerd,
kunt u de ventilatorgeluiden naar buiten
toe verminderen door een geluidsdemper na de externe ventilator te monteren.
51
Con@ctivity 2.0-functie activeren
De Con@ctivity 2.0-stick installeren
Om de Con@ctivity 2.0-functie te kunnen gebruiken, moet het kookvlak worden uitgerust met de Con@ctivity 2.0stick.
Neem voor de installatie de montage-
handleiding van de Con@ctivity 2.0stick in acht.
Con@ctivity 2.0-functie activeren
Om de Con@ctivity 2.0-functie te kunnen gebruiken, moet de radioverbinding
tussen het kookvlak en de dampkap
worden geactiveerd.
Daartoe moeten beide toestellen geïnstalleerd en gebruiksklaar zijn.
De radioverbinding moet aan de dampkap en aan het kookvlak tegelijkertijd
worden geactiveerd. Hierna wordt de
activering van de dampkap beschreven.
De activering van het kookvlak is beschreven in de bijbehorende gebruikshandleiding. Maak u vooraf vertrouwd
met de informatie.
Start vooreerst met de activering op de
dampkap, daarna op het kookvlak.
Functie bij de dampkap activeren
Kookvlak en dampkap moeten zijn
uitgeschakeld.
Druk ca. 10 seconden op de 515
toets van de uitlooptijd, totdat stand
1 van de vermogensweergave gaat
branden.
Druk achter elkaar op
– de - toets,
– de "" toets
– en daarna de toets van de verlich-
ting.
De dampkap bevindt zich in de aan-/afmeldmodus.
Als nog geen draadloze verbinding is
opgebouwd, knipperen de controlelampjes 2 en 3 gelijktijdig.
Als al een draadloze verbinding is opgebouwd, branden de controlelampjes 2
en 3 continu (Con@ctivity 2.0 is al geactiveerd of een afstandsbediening is aangemeld).
Druk op de "" toets om Con@ctivity
2.0 te activeren.
Het toestel zoekt naar een draadloze
verbinding.
52
Begin ondertussen met het activeren
van de functie op het kookvlak.
Con@ctivity 2.0-functie activeren
Functie aan het kookvlak activeren
Terwijl de dampkap bezig is met het
zoeken naar de radioverbinding, start
u de activering op het kookvlak.
Informatie hieromtrent vindt u in de
handleiding van het kookvlak.
Wanneer aan het kookvlak de mel-
ding verschijnt dat de radioverbinding
tot stand is gekomen, bevestigt u de
activering aan de dampkap met de
nawerktoets 515. Nu gaan alle
controlelampjes uit.
Bevestig de activering op het kook-
vlak.
De Con@ctivity 2.0-functie is nu gebruiksklaar.
Als u niet binnen de 4 minuten na het
instellen bevestigt, wordt de activering
niet uitgevoerd.
Het activeren hoeft maar één keer te
gebeuren. Als de toestellen van het
elektriciteitsnet worden losgekoppeld,
bijv. bij een stroomonderbreking, blijft
de activering behouden.
Activering mislukt
Als de radioverbinding niet tot stand
kan worden gebracht hoewel de
dampkap en het kookvlak geactiveerd zijn, moeten beide toestellen
eerst worden gedeactiveerd en vervolgens opnieuw worden geactiveerd.
Con@ctivity 2.0 deactiveren
Het deactiveren bij de dampkap gaat
op dezelfde manier als het activeren.
Kies in de aan-/afmeldmodus in
plaats van de "" toets, de ""
toets.
Raadpleeg voor het deactiveren van
het kookvlak de gebruiksaanwijzing
van dit toestel.
Houd er rekening mee dat wanneer de
draadloze verbinding wordt verbroken,
er dan ook een eventuele afstandsbediening wordt gedeactiveerd en dus
opnieuw moet worden geactiveerd.
53
Technische Dienst van Miele en garantie
Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u uw Miele-vakhandelaar of Miele.
Het adres, het telefoonnummer en de
website van Miele vindt u achter in deze
gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling
moet de afdeling Consumentenbelangen weten welk type toestel u heeft en
welk serienummer het heeft.
Beide gegevens vindt u op het typeplatje.
Positionering van het typeplatje
Het typeplaatje vindt u op de behuizing,
als u het deksel voor de reukfiltersleuven uitneemt.
Duur en voorwaarden van de
garantie
De duur van de garantie bedraagt 2
jaar.
Meer informatie vindt u in de meegeleverde garantievoorwaarden.
54
Technische gegevens
Motor van de afzuiging*90 W
Kookplaatverlichting
DA 35662 x 4,5 W
DA 35963 x 4,5 W
Totale aansluitwaarde*
DA 356699 W
DA 3596103,5 W
Netspanning, frequentieAC 230 V, 50 Hz
Zekering10 A
Lengte van de aansluitkabel1,5 m
Gewicht
DA 356615 kg
DA 359618 kg
DA 3566 EXT13 kg
DA 3596 EXT16 kg
*Toestellen van het type ...EXT:
Aansluitwaarde is afhankelijk van de aangesloten externe afzuiginstallatie. Lengte van de
verbindingskabel naar de externe afzuiginstallatie: 1,9m
Luchtcirculatie met na te bestellen toebehoren:
Ombouwset DUU 150 of DUU 151 en set actievekoolstoffilters DKF 19-1. De set bevat twee
actievekoolstoffilters.
Zendmodule (Zigbee)
Frequentieband2,405 - 2,48 GHz
Maximaal zendvermogen10 mW
55
Technische gegevens
Verklaring van overeenstemming
Hierbij verklaart Miele dat deze dampkap voldoet aan de Richtlijn 2014/53/EU.
De volledige tekst van de EU-verklaring van overeenstemming is te vinden op een
van de volgende internetadressen:
– Producten, download, op www.miele.be/nl
– Service, informatie aanvragen, gebruiksaanwijzingen, op
www.miele.be/nl/c/informatie-aanvragen-385.htm door de productnaam of het
fabricagenummer in te geven.
Aanwijzingen voor controlebureaus
In de brochure: "Instructies voor geluidsmetingen" kunt u informatie vinden voor
geluidsmetingen.
Wanneer u deze brochure wilt hebben, vraag dan de meest actuele versie per email aan bij:
– testinfo@miele.de
Geef bij uw bestelling uw adres, alsook het model en het nummer van uw wasemkap op. Zie typeplaatje.
Instructie voor vergelijkende onderzoeken
De informatie in de volgende gegevensbladen zijn conform de geldende normen
EN61501 en EN60704-3 overgedragen. De testafstand tussen meetveld/kookveld
en onderkant van de wasemkap bedroeg daarbij 600mm en de testspanning
230V. De tests zijn uitgevoerd zonder terugslagklep.
56
Technische gegevens
Productkaart voor huishoudelijke afzuigkappen
volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr.
66/2014
MIELE
Identificatie van het modelDA 3566
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasseA+
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)A
Verlichtingsefficiëntie (LE
afzuigkap
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)A
Vetfilteringsefficiëntie82,8 %
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)C
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
max
)
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt402 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid)39 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid)51 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus63 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 101,0 W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po)W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps)0,15 W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem9,0 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookoppervlak
Tijdstoenamefactor0,7
)31,5 kWh/jaar
afzuigkap
)41,5
afzuigkap
)36,8
afzuigkap
)46,7 lx/W
333,0 m3/h
220 m3/h
400 m3/h
640 m3/h
640 m3/h
420 Ix
57
Technische gegevens
Productkaart voor huishoudelijke afzuigkappen
volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr.
66/2014
MIELE
Identificatie van het modelDA 3566 EXT
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasseA++
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)-
Verlichtingsefficiëntie (LE
afzuigkap
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)A
Vetfilteringsefficiëntie%
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)-
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
max
)
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepuntPa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid)dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid)0 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodusdB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po)W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps)0,15 W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem9,0 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookoppervlak
Tijdstoenamefactor
)6,6 kWh/jaar
afzuigkap
)32,4
afzuigkap
)
afzuigkap
)46,7 lx/W
m3/h
m3/h
m3/h
m3/h
m3/h
420 Ix
58
Technische gegevens
Productkaart voor huishoudelijke afzuigkappen
volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr.
66/2014
MIELE
Identificatie van het modelDA 3596
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasseA+
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)A
Verlichtingsefficiëntie (LE
afzuigkap
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)A
Vetfilteringsefficiëntie82,8 %
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)C
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
max
)
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt402 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid)39 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid)51 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus63 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 101,0 W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po)W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps)0,15 W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem13,5 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookoppervlak
Tijdstoenamefactor0,7
)34,7 kWh/jaar
afzuigkap
)44,4
afzuigkap
)36,8
afzuigkap
)40,0 lx/W
333,0 m3/h
220 m3/h
400 m3/h
640 m3/h
640 m3/h
540 Ix
59
Technische gegevens
Productkaart voor huishoudelijke afzuigkappen
volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr.
66/2014
MIELE
Identificatie van het modelDA 3596 EXT
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasseA++
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)-
Verlichtingsefficiëntie (LE
afzuigkap
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)A
Vetfilteringsefficiëntie%
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)-
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
max
)
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepuntPa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid)dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid)0 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodusdB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po)W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps)0,15 W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem13,5 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookoppervlak
Tijdstoenamefactor
)9,9 kWh/jaar
afzuigkap
)43,4
afzuigkap
)
afzuigkap
)40,0 lx/W
m3/h
m3/h
m3/h
m3/h
m3/h
540 Ix
60
Herstellingen aan huis en andere inlichtingen: 02/451.16.16
nv Miele België
Z.5 Mollem 480
1730 Mollem (Asse)
E-mail: info@miele.be
Internet: www.miele.be
Duitsland
Miele & Cie. KG
Carl-Miele-Straße 29
33332 Gütersloh
DA 3566
DA 3596
DA 3566 EXT
DA 3596 EXT
M.-Nr. 10 112 940 / 02nl-BE
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.