Miele DA 2360, DA 2390, DA 2360 EXT, DA 2390 EXT Operating instructions [nl]

Gebruiks- en montagehandleiding Dampkap
Lees absoluut de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toe­stel installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voor­komt schade aan uw toestel.
nl-BE M.-Nr. 10 601 980
Inhoud
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................. 12
Hoe werkt uw toestel? ........................................................................................ 13
De dampkap in één oogopslag ..........................................................................14
Bediening .............................................................................................................16
Afzuiging inschakelen............................................................................................ 16
Afzuigvermogen kiezen ......................................................................................... 16
Naloop................................................................................................................... 16
Afzuiging uitschakelen........................................................................................... 16
Kookplaatverlichting in- en uitschakelen............................................................... 17
Powermanagement ............................................................................................... 17
Powermanagement uit-/inschakelen................................................................ 18
Veiligheidsuitschakeling ........................................................................................ 18
Tips om energie te besparen.............................................................................. 19
Reiniging en onderhoud...................................................................................... 20
Behuizing............................................................................................................... 20
Vetfilters................................................................................................................. 21
Actievekoolstoffilter............................................................................................... 23
Anti-geurfilters weggooien ...............................................................................23
Lampjes vervangen ............................................................................................... 24
Montage ...............................................................................................................25
Voor de montage................................................................................................... 25
Montageschema.................................................................................................... 25
Montagemateriaal.................................................................................................. 26
Afmetingen van het toestel.................................................................................... 28
Afstand tussen kookplaat en dampkap (S) ........................................................... 30
Montagetips .......................................................................................................... 31
Niet-egaal oppervlak ............................................................................................. 32
Luchtafvoerleiding............................................................................................... 33
Geluidsdemper...................................................................................................... 34
Elektrische aansluiting........................................................................................ 35
Technische Dienst van Miele en garantie.......................................................... 36
Positie van het typeplaatje .................................................................................... 36
Technische gegevens ......................................................................................... 37
2

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Deze dampkap voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor­schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter let­sel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door, voordat u de dampkap in gebruik neemt. Daarin vindt u be­langrijke instructies met betrekking tot de montage, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Dit is in het belang van uw veilig­heid en voorkomt schade aan de dampkap. Wanneer deze niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.

Verantwoord gebruik

Deze dampkap is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
gelijkaardige omgevingen.
Deze dampkap is niet bestemd voor gebruik buiten.Gebruik de dampkap uitsluitend in huishoudelijke context voor het
wegzuigen van kookdampen die ontstaan bij het bereiding van ge­rechten. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
Wanneer de dampkap met luchtcirculatie wordt gebruikt, kan ze
boven een gaskookplaat niet voor de ontluchting van de opstelruim­te worden gebruikt. Vraag om informatie bij uw gasspecialist.
3
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid,
hun onervarenheid of gebrek aan kennis van de dampkap niet in staat zijn om deze veilig te bedienen, mogen de dampkap alleen on­der toezicht gebruiken. Deze personen mogen de dampkap alleen zonder toezicht gebruiken als ze weten hoe ze het toestel veilig moeten bedienen. Ze moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen inzien en begrijpen.

Kinderen in het huishouden

Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het toestel
worden gehouden - tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de dampkap alleen maar ge-
bruiken wanneer hun de bediening ervan zo uitgelegd is dat ze de dampkap veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventuele ri­sico's van een foutieve bediening kunnen beseffen.
Kinderen mogen de dampkap niet zonder toezicht reinigen of on-
derhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van de
dampkap bevinden. Laat kinderen nooit met de dampkap spelen.
De kookplaatverlichting is heel sterk.
Zorg dat vooral baby's niet direct in de lampen kijken.
Verstikkingsgevaar. Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in
verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal over hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen weg van kinderen.
4
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Technische veiligheid

Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of repara-
tiewerkzaamheden kan de gebruiker aanzienlijke risico's lopen. In­stallatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door een door Miele geautoriseerde deskundige worden uitgevoerd.
Schade aan de dampkap kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Controleer de dampkap op zichtbare schade. Gebruik nooit een be­schadigde dampkap.
De elektrische veiligheid van de dampkap is uitsluitend gegaran-
deerd, als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol­gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda­mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek­trische installatie bij twijfel door een elektricien inspecteren.
De dampkap kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als zij
op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
van de dampkap moeten beslist met de waarden van het elektrici­teitsnet overeenkomen om beschadiging van de dampkap te voorko­men. Vergelijk deze aansluitgegevens voordat u het toestel aansluit. Raad­pleeg bij twijfel een elektricien.
Deze dampkap mag niet op het elektriciteitsnet worden aangeslo-
ten via meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren die daarvoor niet geschikt zijn. Dit in verband met gevaar voor oververhitting.
Bij dampkappen van het type ...EXT moet de verbinding met de
externe dampkap met de bijhorende verbindingskabel en stekkers gemaakt worden. Deze toestellen mogen enkel met een externe dampkamp van Miele gecombineerd worden.
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik uw dampkap enkel in geïnstalleerde toestand. Enkel dan
is een veilige werking gewaarborgd.
Deze dampkap mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
Raak geen onderdelen aan die onder spanning staan. Verander
niets aan de elektrische en mechanische opbouw van het toestel. Open de ommanteling van de dampkap slechts zo ver als in het ka­der van de montage en de reiniging is toegestaan. Open in geen ge­val overige delen van de ommanteling. Worden deze instructies niet opgevolgd, dan kunnen gebruikers een elektrische schok krijgen en is het mogelijk dat het toestel niet meer goed functioneert.
Het recht op garantie vervalt wanneer de dampkap door een tech-
nische dienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enkel bij gebruik van originele Miele-onderdelen garandeert Miele
dat aan de veiligheidseisen wordt voldaan. Defecte onderdelen mo­gen alleen door originele Miele-onderdelen worden vervangen.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een er-
kend vakman/vakvrouw worden vervangen.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mag er
geen elektrische spanning op de dampkap staan. Dat is het geval als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
– de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of
– de schroefzekeringen van de elektrische aansluiting zijn er geheel
uitgedraaid of
– de stekker (indien aanwezig) is uit de contactdoos getrokken. Trek
daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Gelijktijdig gebruik met een toestel dat lucht uit dezelfde ruimte verbruikt

Dit kan levensgevaarlijk zijn! Wees heel voorzichtig als u de dampkap tegelijk gebruikt met ver­brandingssystemen die lucht uit dezelfde ruimte gebruiken of ge­bruikmaken van dezelfde afvoerinstallatie. Dergelijke verbrandingssystemen halen de lucht die nodig is voor de verbranding uit de ruimte waar het systeem zich bevindt en voeren de rookgassen af via een afvoerkanaal (bijvoorbeeld via een schoorsteen). Dit kunnen bijvoorbeeld gas-, olie-, hout- of kolenkachels zijn, maar ook gasboilers, warmwaterketels op gas, gaskookplaten en gasovens.
De dampkap zuigt lucht uit de keuken en de aangrenzende ruim­ten. Dit geldt bij:
- luchtafvoer,
-luchtafvoer met externe ventilator en bij
- luchtcirculatie met een buiten de ruimte geplaatste luchtcircula­tiebox. Als de luchtaanvoer niet voldoende is, ontstaat er onderdruk. Het verbrandingssysteem krijgt te weinig lucht. De verbranding wordt negatief beïnvloed. Giftige verbrandingsgassen kunnen uit de schoorsteen of een an­der luchtafvoerkanaal naar de woonruimten geleid worden. Levensgevaarlijk!
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Het gelijktijdige gebruik van de dampkap en een verbrandingssys­teem in dezelfde ruimte is ongevaarlijk als de onderdruk niet groter is dan 4Pa (0,04mbar). In dat geval is er geen gevaar dat verbran­dingsgassen worden teruggezogen.
Er zullen geen onderdrukproblemen ontstaan als door niet-afsluit­bare openingen bijvoorbeeld in deuren of ramen voldoende lucht in de ruimte kan komen. De diameter van de opening waardoor de lucht naar binnen stroomt, moet dan wel groot genoeg zijn. Alleen een muurkast voor luchttoevoer/luchtafvoer is meestal niet toerei­kend.
Bij de beoordeling van een en ander dient men altijd rekening te houden met de totale ventilatie van de woning. Raadpleeg in ieder geval een vakman.
Wanneer de dampkap met luchtcirculatie wordt gebruikt en de lucht wordt teruggevoerd in de ruimte waar het toestel is geplaatst, is gelijktijdig gebruik van een dampkap en een verbrandingstoestel in dezelfde ruimte niet gevaarlijk.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Veilig gebruik

Door open vuur bestaat brandgevaar!
Werk met het oog op het risico op brand nooit met open vuur onder de dampkap: zo is flamberen en grilleren met open vuur verboden. Een dampkap die in gebruik is trekt de vlammen in het vetfilter/de vetfilters aan, waardoor het daarin verzamelde vet vlam kan vatten.
Sterke hitte-ontwikkeling op een gaskookplaat kan de dampkap
beschadigen.
– Let er bij gebruik van de dampkap boven een gaskookplaat of
gasfornuis op, dat er altijd een pan staat op de gaspit die in ge­bruik is. Draai de gaspit ook uit, wanneer u de pan even van het gas neemt.
– Kies pannen die niet groter of kleiner zijn dan de kookzone.
– Regel de stand van het gas zo dat er geen gas langs de pan om-
hoog komt.
– Zorg ervoor dat u een pan nooit overmatig verhit, zoals bij het
wokken snel gebeurt.
Condenswater kan zorgen voor corrosieschade aan de dampkap.
Schakel de dampkap altijd in als u een kookzone gebruikt om opho­ging van condenswater te voorkomen.
Olie en vet kunnen bij oververhitting vanzelf ontbranden en daarbij
de dampkap in brand zetten. Let op potten, pannen en friteuses wanneer u met olie en vet werkt. Ook het grillen op elektrische griltoestellen moet daarom onder con­tinu toezicht plaatsvinden.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik de dampkap nooit zonder vetfilters om te voorkomen dat
zich vuil en vet in de dampkap afzetten, waardoor deze op den duur niet meer goed zal functioneren.
Hou ermee rekening dat de dampkap bij het koken door de opstij-
gende hitte erg warm kan worden. Raak de ommanteling en de vetfilters pas aan wanneer de dampkap is afgekoeld.

Deskundige montage

Controleer of het gebruik van een dampkap boven uw kooktoestel
volgens de fabrikant van deze apparatuur toegestaan is.
Het is niet toegestaan de dampkap boven stookplaatsen voor
vaste brandstoffen te monteren.
Als de afstand tussen kookplaat en dampkap te klein is, kan dit
schade aan de dampkap veroorzaken. Tussen de dampkap en de plek waar gekookt, gebakken, gebraden, gegrilld of gefrituurd wordt moeten de afstanden die in het hoofd­stuk: 'Montage' worden aangegeven, aangehouden worden, tenzij de fabrikant van de kookapparatuur een grotere afstand aangeeft. Worden er onder de dampkap verschillende kooktoestellen gebruikt waarvoor verschillende afstanden gelden, dan moet de grootste af­stand worden aangehouden.
Neem voor het monteren van de dampkap de aanwijzingen in het
hoofdstuk “Montage” in acht.
Metalen platen kunnen scherpe randen hebben waaraan u zich
kunt verwonden. Draag voor de montage handschoenen die u tegen snijwonden be­schermen.
Gebruik voor de luchtafvoerleiding enkel buizen of slangen van
onbrandbaar materiaal. Die zijn bij uw Miele-handelaar of via de Technische Dienst van Miele verkrijgbaar.
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De lucht mag niet worden afgevoerd via een afvoerschoorsteen
die wordt gebruikt voor de afvoer van rook of gas, noch via een schacht die wordt gebruikt voor de ontluchting van ruimten waarin wordt gestookt.
Wanneer de lucht moet worden afgevoerd via een schoorsteen die
niet meer in gebruik is, dan dient u eerst de officiële voorschriften te raadplegen.

Reiniging en onderhoud

Er kan brand ontstaan als het toestel niet volgens de aanwijzingen
in deze gebruiksaanwijzing wordt gereinigd.
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen van de dampkap nooit een stoomreiniger.

Accessoires

Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemon­teerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of pro­ductaansprakelijkheid.
11

Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu

Recycleerbare verpakking

De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd milieuvriende­lijk en recycleerbaar verpakkingsmateri­aal gekozen.
Door hergebruik van verpakkingsmateri­aal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.

Uw toestel afdanken

Oude elektrische en elektronische toe­stellen bevatten meestal nog waarde­volle materialen. Ze bevatten echter ook stoffen, mengsels en onderdelen die nodig zijn geweest om de toestellen goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude toestel bij het ge­wone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de ge­zondheid en het milieu. Doe uw oude toestel daarom nooit bij het gewone huisafval.
Lever het in bij een gemeentelijk inza­meldepot voor elektrische en elektro­nische apparatuur, bij uw vakhandelaar of bij Miele. U bent wettelijk zelf verant­woordelijk voor het wissen van eventue­le persoonlijke gegevens op het af te danken toestel.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan contact op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
12
Zorg er ook voor dat het toestel intus­sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
De dampkap kan op de volgende ma­nieren worden gebruikt:

Werking met luchtafvoer

De aangezogen lucht wordt door de vetfilters gereinigd en naar buiten afge­voerd.

Terugslagklep

Deze dampkap werkt met een terug­slagklep. Wanneer het toestel is uitgeschakeld, kan er lucht stromen tussen het vertrek en daarbuiten. Met een terugslagklep kan dat worden voorkomen. De klep gaat dicht, wanneer het toestel wordt uitgeschakeld. Nadat het toestel is ingeschakeld gaat de terugslagklep open, zodat de kook­luchtjes ongehinderd naar buiten kun­nen worden afgevoerd.
Bij uw dampkap is een terugslagklep gevoegd voor het geval uw luchtafvoer­systeem daar niet over beschikt. Deze klep wordt in de uitblaastuit van de mo­toreenheid geplaatst.

Hoe werkt uw toestel?

Werking met luchtcirculatie

(enkel met ombouwset en actievekool­stoffilter als mits toeslag verkrijgbare accessoires; zie “Technische gege­vens”)
De aangezogen lucht wordt door de vetfilters en bovendien door actieve­koolstoffilters gereinigd en wordt daar­na weer in de keuken geleid.
Werking met een externe venti­lator
(Dampkappen uit de reeks ...EXT)
Bij dampkappen die geschikt zijn om te werken met een externe ventilator, wordt de Miele afzuigventilator in een vertrek naar uw keuze gemonteerd. De externe ventilator wordt door een be­sturingsleiding met de dampkap ver­bonden en via het bedieningspaneeltje van de dampkap bedienen.
13

De dampkap in één oogopslag

14
De dampkap in één oogopslag
a
Luchtafvoertuit De lucht kan ook naar achteren of naar boven toe afgevoerd worden.
b
Kookplaatverlichting
c
2 actievekoolstoffilters Na te bestellen accessoire voor luchtcirculatie
d
Vetfilter (DA 2360: 1; DA 2390: 2 stuks)
e
Bedieningselementen
f
Aan/uit-toets voor de afzuiging
g
Toetsen voor het instellen van het afzuigvermogen
h
Aan/uit-toets voor de kookplaatverlichting
15

Bediening

Afzuiging inschakelen

Schakel de afzuiging in, zodra u begint met het koken. Hierdoor worden kook­dampen vanaf het eerste moment afge­zogen.
Druk op de Aan/Uit-toets .
De afzuiging start op stand 2. Het sym­bool en de 2 van het afzuigvermogen gaan branden.

Afzuigvermogen kiezen

Voor lichte tot zware kookdampen en geuren kunt u kiezen tussen de vermo­gensstanden 1 tot en met 3.
Bij kortstondige sterke wasem- en geur­vorming, bijv. bij het aanbraden, kunt u de intensiefstand B gebruiken.
Kies door indrukken van de toets “
of “” het gewenste afzuigvermogen.

De boosterstand terugschakelen

Is het Power Management System (voordien) geactiveerd, dan wordt het afzuigvermogen na 5minuten automa­tisch teruggeschakeld naar stand 3.
Symbool gaat uit.

Naloop

Laat de afzuiging na het koken nog
enkele minuten werken.
De keukenlucht wordt gezuiverd van eventueel nog aanwezige dampen en geurtjes.
Resten in de dampkap en en de geur­tjes die hierdoor ontstaan worden voor­komen.

Afzuiging uitschakelen

Schakel de afzuiging uit met de toets
aan/uit .
16
Bediening
Kookplaatverlichting in- en uit­schakelen
De kookplaatverlichting kunt u onafhan­kelijk van de afzuiging in- en uitscha­kelen.
Druk hiervoor de toets van de verlich-
ting in.
Wanneer de verlichting ingeschakeld is, brandt het symbool .

Powermanagement

De dampkap beschikt over een Power­management, waarmee energie kan worden bespaard. Het systeem zorgt ervoor dat het afzuigvermogen automa­tisch op een lagere stand wordt gezet en de verlichting wordt uitgeschakeld.
– Als de boosterstand ingesteld is,
wordt de afzuiging na 5minuten au­tomatisch naar stand 3 teruggescha­keld.
– Als stand 3, 2 of 1 ingesteld is, wordt
het afzuigvermogen na 2 uur automa­tisch één stand lager gezet en daarna per 30minuten uitgeschakeld.
– Als de kookplaatverlichting ingescha-
keld is, wordt deze na 12 uur auto­matisch uitgeschakeld.
17
Bediening

Powermanagement uit-/inschakelen

U kunt het Powermanagement deacti­veren. Bedenk wel dat dit tot een stijging in het energieverbruik kan leiden.
Controleer of afzuiging en kookplaat-
verlichting zijn uitgeschakeld.
Druk ca. 10 seconden lang tegelijk op
de “” toets en de “” toets, totdat vermogensstand 1 gaat branden.
Druk achter elkaar op – de toets van de verlichting, – de “” toets en weer op – toets van de verlichting.
Als het Powermanagement ingescha­keld is, branden de standen 1 en B con­tinu. Is het uitgeschakeld, dan knipperen de standen 1 en B.
Druk op de “” toets om het Power-
management uit te schakelen.

Veiligheidsuitschakeling

Als het Powermanagement uitgescha­keld is, wordt de ingeschakelde damp­kap na 12 uur automatisch uitgescha­keld (afzuiging en kookplaatverlichting).
Als u de dampkap weer wilt inscha-
kelen, druk dan op de Aan/Uit-toets of op de verlichtingstoets .
De standen 1 en B knipperen. Druk op de “” toets om het Power-
management in te schakelen.
De standen 1 en B branden continu. Bevestig uw instelling met de Aan /
Uit - toets .
Alle controlelampjes gaan uit.
Bevestigt u de procedure niet binnen 4minuten na het instellen, dan neemt het toestel automatisch de oude instel­ling over.
18
Deze dampkap werkt zeer efficiënt en energiebesparend. Volgende maatre­gelen ondersteunen u bij het spaarzame gebruik:
– Zorg bij het koken voor een goede
ventilatie van de keuken. Stroomt bij luchtafvoer niet voldoende lucht, dan werkt de dampkap niet efficiënt en zijn er verhoogde werkingsgeluiden.
– Kook op een zo laag mogelijke kook-
stand. Weinig kookdampen beteke­nen een lage vermogensstand aan de dampkap en hierdoor ook minder stroomverbruik.
– Controleer de gekozen vermogens-
stand op de dampkap. Meestal is een lage vermogensstand voldoende. Ge­bruik de boosterstand alleen als dat nodig is.
– Schakel bij sterke kookdampen al
vroeg op een hoge stand. Dat is effi­ciënter dan de kookdampen nadien proberen op te vangen.

Tips om energie te besparen

– Let erop om de dampkap na het ko-
ken weer uit te schakelen.
– Maak de filters geregeld schoon of
vervang ze. Door erg vette filters wordt het vermogen verlaagd en de bestaat er brandgevaar. Voorts be­staat dan een risico voor het hygiëne.
19

Reiniging en onderhoud

Maak voorafgaand aan onder-
houd en reiniging de dampkap span­ningsvrij. Zie hoofdstuk: “Veiligheids­instructies en waarschuwingen”.

Behuizing

Algemeen

Het oppervlak en de bedienings-
elementen zijn krasgevoelig. Neem daarom de volgende reini-
gingstips in acht.
Reinig oppervlak en bedieningsele-
menten alleen met een doek, wat rei­nigingsmiddel en wat warm water.
Let erop dat er geen water in de
dampkap komt. Reinig vooral het gedeelte met de
bedieningselementen alleen met een iets vochtige doek.
Wrijf alles daarna met een zachte
doek droog.

Roestvrijstalen oppervlakken

(Deze paragraaf geldt niet voor de be­dieningstoetsen!)
Neem de algemene regels in acht en
gebruik daarnaast een niet-schurend reinigingsmiddel dat speciaal ge­schikt is voor roestvrij staal.
Gebruik ook een middel voor het on-
derhoud van roestvrij staal en breng dit middel met een zachte doek ge­lijkmatig en in kleine dosering aan. Dit middel is verkrijgbaar bij de afde­ling Wisselstukken van Miele België.

Bedieningselementen

De bedieningselementen kunnen ver­kleuren
wanneer er vuil op blijft zitten. Verwijder vuil daarom direct.
Neem de algemene regels in acht.
Gebruik geen reinigingsmiddel voor roestvrij staal.
Gebruik geen:
– zuur-, soda-, chloride- of oplosmid-
delhoudende reinigingsmiddelen,
– schurende reinigingsmiddelen zoals
schuurpoeder en ook geen schuur­sponsjes of sponsjes waar nog resten van schuurmiddelen in zitten.
20

Vetfilters

Brandgevaar!
Verzadigde vetfilters zijn brandbaar. Reinig de vetfilters regelmatig.
De recycleerbare metalen vetfilters in de dampkap nemen de vaste deeltjes uit de keukendampen op (vet, stof, etc.) en zorgen er zo voor dat de dampkap niet vuil wordt.
Reiniging en onderhoud
De vetfilters moeten regelmatig worden gereinigd.
Sterk vervuilde vetfilters verminderen het afzuigvermogen en zorgen voor meer vervuiling van de dampkap en de keuken.

Reinigingsinterval

Aangekoekt vet wordt na verloop van tijd hard en het wordt dan steeds moei­lijker om de filters schoon te krijgen. U kunt daarom het beste de vetfilters om de 3–4weken schoonmaken.

De vetfilter uitnemen

Een vetfilter kan makkelijk uit uw
handen glippen. Daarbij kunnen de vetfilter en de
kookplaat beschadigd raken. Houd de vetfilter bij het verwijderen,
reinigen en terugplaatsen daarom goed vast.
Open de vergrendeling van de vetfil-
ter, zwenk de vetfilter ca.45° omlaag, haak hem achteraan los en neem hem uit.

De vetfilters met de hand reinigen

Reinig de vetfilters in warm water met
een afwasborstel en een zacht hand­afwasmiddel. Gebruik het handaf­wasmiddel niet geconcentreerd.

Ongeschikte reinigingsmiddelen

Vetfilters kunnen beschadigd raken door reinigingsmiddelen die daarvoor niet geschikt zijn. De volgende reinigingsmiddelen mogen niet worden gebruikt:
– kalkoplossende reinigingsmiddelen
– schuurpoeder of schuurcrème
– agressieve allesreinigers en vetoplos-
sprays
– ovenspray

Vetfilters reinigen in de vaatwasser

Plaats de vetfilters verticaal of schuin
in het onderrek. Let erop dat de sproeiarm vrij kan bewegen.
21
Reiniging en onderhoud
Gebruik een reinigingsmiddel dat ge-
schikt is voor huishoudelijk gebruik.
Kies een programma met een tempe-
ratuur tussen de 50°C en 65°C.
Bij reiniging van de vetfilters in de vaatwasser kunnen sommige reini­gingsmiddelen blijvende verkleuringen veroorzaken op de filteroppervlakken. Deze verkleuringen hebben geen na­delig effect op de werking van de vet­filters.

Na het reinigen

Leg de vetfilters na het schoonmaken
nog op een vochtopnemend voor­werp te drogen.
Wanneer de vetfilters uitgenomen
zijn, kan u de bereikbare onderdelen van de behuizing van vet ontdoen. Op die manier voorkomt u brandge­vaar.
Let er bij het monteren van de vetfil-
ters op dat de vergrendeling naar het kookplaat toe wijst.
Als er eens een vetfilter verkeerd zit,
ontgrendel die dan langs de uitspa­ringen met behulp van een kleine schroevendraaier.
22

Actievekoolstoffilter

Wanneer de dampkap werkt met lucht­circulatie, moeten er naast de vetfilters ook nog twee actievekoolstoffilters wor­den geplaatst. Deze filters nemen alle kookluchtjes op. Ze worden in de luifel boven de vetfil­ters geplaatst.
U kunt de actievekoolstoffilters in de webshop van Miele, bij Miele zelf (zie achter in deze gebruiksaanwijzing) of bij de Miele-vakhandelaar verkrijgen.
U heeft een actievekoolstoffilter-set DKF 19-1 nodig. De set bevat twee fil­ters.
Actievekoolstoffilter plaatsen/vervan­gen
Verwijder de vetfilters alvorens de ac-
tievekoolstoffilters te plaatsen of te vervangen, zoals hierboven beschre­ven.
Haal de actievekoolstoffilters uit de
verpakking.
Reiniging en onderhoud
Plaats de actievekoolstoffilters in het
frame.
Druk de actievekoolstoffilters in de
houders.
Plaats de vetfilters weer terug.

Vervangingsfrequentie

Vervang de anti-geurfilter altijd zodra
kookluchtjes niet meer voldoende worden opgenomen. In ieder geval om de 6 maanden ver­vangen.

Anti-geurfilters weggooien

Gooi de gebruikte anti-geurfilters bij
het huisvuil.
23
Reiniging en onderhoud

Lampjes vervangen

Gebruik alleen de genoemde lampen.
Andere lampen, zoals halogeen­lampen, ontwikkelen meer warmte, waardoor schade kan ontstaan.
Vervang de lampjes door lampjes van hetzelfde type:
Fabrikant...................................... EGLO
Lamptype ..................................... GU10
Type-aanduiding............ 11427of 12981
Vermogen ........................................ 3W
ILCOS D Code...... DR-3-H-GU10-50/56
U kunt ook de volgende lampjes ge­bruiken:
Fabrikant...................................... EGLO
Lamptype ..................................... GU10
Type-aanduiding.......................... 11511
Vermogen ........................................ 5W
ILCOS D Code...... DR-5-H-GU10-50/54
Deze beide types verschillen in licht­sterkte. Gebruik in de dampkap alleen identieke lampjes.
De lampjes zijn verkrijgbaar bij Miele België en bij de vakhandel.
Schakel de afzuiging en de verlichting
uit.
De lampjes kunnen erg heet wor-
den. Wacht een paar minuten met het ver-
vangen van de lampjes.
Haal de elektrische spanning van de
dampkap (ie hoofdstuk: “Veiligheids­instructies en waarschuwingen”).
Schuif de meegeleverde spatel in de
gleuf tussen het lampje en de fitting.
Het lampje wordt naar beneden ge­duwd.
Pak het lampje vast, draai het naar
links en neem het uit de fitting.
Draai het nieuwe lampje in de fitting
en druk het naar boven. Neem daarbij de aanwijzingen van de fabrikant in acht.
24

Montage

Voor de montage

Neem voordat u met monteren
begint de informatie in dit hoofdstuk en in het hoofdstuk “Opmerkingen omtrent uw veiligheid” in acht.

Montageschema

De montage vindt u op de bijgeleverde montageschema beschreven.
Deze dampkap kan in bovenkasten, af­voerkanalen, schouwen of kookeilanden ingebouwd worden.
Controleer voor de montage of de
bovenkant van het toestel na de in­bouw bereikbaar is.
Zo niet, monteer de luchtafvoer dan voordat u het toestel inbouwt en bereid de elektrische aansluiting voor.
25
Montage

Montagemateriaal

26
Montage
Montage
Installation
Montaje
Montaggio
Montering
Montagem
Asennus
a
1luchtafvoertuit voor een luchtaf­voerleiding van 150mm.
b
1 verloopmof voor een luchtafvoer­leiding van 125mm.
c
Ombouwset voor luchtcirculatie
Bevat uitblaasrooster, aluminium slang en slangklemmen. Wordt niet bijgevoegd, maar moet worden bij­besteld. Zie hoofdstuk: “Technische gegevens”.
4 schroeven M5 x 40mm, 4 vul­ringen, 4moeren M5 om de dampkap
aan een tussenplafond te bevestigen.
Bewaar de volgende onderdelen:
Montageschema
1 spatel
om de lampen uit de kap te verwij­deren.
10schroeven M4x8mm om de dampkap te bevestigen en bij toestel­len uit de serie ...EXT om een plat af­voerkanaal en de afdekplaat op de be­huizing te bevestigen.
4 schroeven 4 x 12mm als extra steun bij het bevestigen van de damp­kap op een niet-egaal oppervlak.
27
Montage

Afmetingen van het toestel

De tekening is geen maatstaf
28
Montage
De tekening is geen maatstaf
29
Montage
a
De luchtafvoer kan ook aan de achterkant worden aangesloten.
b
De luchtafvoer kan ook met een plat afvoerkanaal van 222 x 89mm aan de achter- of zijkant worden aangesloten.
c
De dampkap wordt met behulp van klemmen in de uitsparing bevestigd. Hier­voor is een stevig plafond nodig, bijv. van hout. De constructie moet voldoende draagkracht hebben. Bij de klemmen moeten onderdelen zoals steunen of lei­dingen zich op een afstand van minstens 25mm van de uitsparing bevinden.
d
De dampkap kan ook op vier punten aan een tussenplafond worden bevestigd.
e
Extra mogelijkheid voor bevestiging aan het inbouwoppervlak.

Afstand tussen kookplaat en dampkap (S)

Tussen de onderkant van de dampkap en de plek waar gekookt, gebakken, ge­braden, gegrilleerd of gefrituurd wordt, moet een minimumafstand worden aan­gehouden. Deze kunt u hieronder vinden. Geeft de fabrikant echter een grotere afstand aan, houd dan deze aan.
Neem ook de veiligheidsinstructies en waarschuwingen in het gelijknamige hoofdstuk in acht.
Kooktoestel Minimumafstand S
Elektrische kookplaat 450mm
Grill en friteuse (elektrisch) 650mm
Een gaskookplaat met verschillende branders met een totale capaciteit van 12,6 kW, waarbij geen brander een capaciteit van > 4,5 kW heeft.
Een gaskookplaat met verschillende branders met een totale capaciteit van >12,6 kW en > 21,6 kW, waarbij geen brander een capaciteit van 4,8 kW heeft.
Een gaskookplaat met verschillende branders met een totale capaciteit van >21,6 kW, of met bij één brander een capaciteit van > 4,8 kW.
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van 6 kW 650mm
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van > 6 kW en 8,1 kW
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van > 8,1 kW niet mogelijk
30
650mm
760mm
niet mogelijk
760mm

Montagetips

– Houd er rekening mee dat hoe groter
afstand tussen de dampkap en het kookplaat is, hoe minder gemakkelijk de kookdampen opgenomen worden.
– Om alle kookdampen op te kunnen
vangen moet de afzuigkap precies in het midden boven de kookplaat ge­monteerd zijn.
– Zorg ervoor dat het kookplaat niet
groter is dan de dampkap, liefst klei­ner.
– De plaats waar de dampkap komt te
hangen moet makkelijk toegankelijk zijn. In geval van een storing moet een technicus makkelijk bij de damp­kap kunnen komen en deze ongehin­derd kunnen demonteren. Let bij het monteren van de dampkap dus ook op de plaatsing van kasten, planken, plafond- of decorelementen in de omgeving van de dampkap.
Montage
31
Montage

Niet-egaal oppervlak

Mocht het oppervlak waaraan de dampkap bevestigd wordt niet egaal zijn, waardoor de dampkap moeilijk goed aansluitend te monteren is, dan kan het frame bijgesteld worden.
Monteer de dampkap volgens het
montageschema.
Haal de elektrische spanning van de
dampkap. Zie hoofdstuk: “Veilig­heidsinstructies en waarschuwingen”.
Schuif de meegeleverde spatel in de
gleuf tussen het lampje en de fitting.
Het lampje wordt naar beneden ge­duwd.
Pak het lampje vast, draai het naar
links en neem het uit de fitting.
Verwijder alle andere lampen even-
eens.
Plaats in elke fitting een van de bijge-
leverde schroeven.
Draai de schroeven met een schroe-
vendraaier in de fitting totdat het frame van de dampkap goed op het inbouwoppervlak aansluit.
Draai de schroeven niet te stevig aan!
Plaats de lampjes weer terug.
32

Luchtafvoerleiding

Gelijktijdig gebruik van de damp-
kap en een toestel dat lucht in diezelf­de ruimte verbruikt kan gevaarlijk zijn! Er kunnen giftige gassen vrijkomen.
Neem beslist de veiligheidsinstruc­ties en waarschuwingen in het gelijk­namige hoofdstuk in acht.
Laat in ieder geval door de plaatse­lijke schoorsteenveger controleren of een veilig gebruik van de luchtafvoer gewaarborgd is.
Voor de luchtafvoer mogen alleen gladde buizen of flexibele luchtaf­voerleidingen van niet-brandbaar materiaal worden gebruikt.
Wanneer het toestel op een externe afzuiginstallatie is aangesloten, mo­gen er alleen vormstabiele buizen en slangen worden gebruikt. Door de externe afzuiginstallatie kan namelijk een onderdruk ontstaan, waardoor de luchtafvoerbuizen vervormd kun­nen raken.
Voor een zo groot mogelijk afzuigver­mogen en een zo laag mogelijk geluids­niveau moeten de volgende punten in acht worden genomen:
– De luchtafvoer moet een doorsnede
hebben die niet minder is dan 150mm.
– Wanneer er platte kanalen worden
gebruikt, mag de doorsnede niet klei­ner zijn dan de doorsnede van de luchtafvoertuit.
– De luchtafvoerleiding moet zo kort en
recht mogelijk zijn.
– Alleen bochten met een grote straal
zijn toegestaan.
– Er mogen geen knikken in de luchtaf-
voerleiding komen en de luchtafvoer­leiding mag niet in elkaar worden ge­drukt.
– De verbindingspunten moeten stevig
zijn en mogen niet lekken.
Let erop dat iedere barrière in de luchtstroming de afzuigcapaciteit vermindert en het geluidsniveau ver­hoogt.
Wordt de lucht gewoon naar buiten
afgevoerd, dan kan het beste een te­lescopische muurkast of een dak­doorvoer worden geïnstalleerd (na te bestellen accessoires).
Moet de lucht door een luchtafvoer-
kanaal worden afgevoerd, dan moet de invoerbuis verticaal worden gebo­gen.
Wanneer de luchtafvoerleiding hori-
zontaal wordt aangelegd, moet wor­den gezorgd voor een verval van min­stens 1cm per meter. Daarmee wordt voorkomen dat er condenswater in de dampkap kan lopen.
Als de luchtafvoerleiding door koele
ruimtes, zolders enzovoort loopt, kunnen er aanzienlijke temperatuur­verschillen binnen de afzonderlijke ruimtes optreden. Dat kan condens­water veroorzaken. De luchtafvoerlei­ding moet dan worden geïsoleerd.
33
Luchtafvoerleiding

Geluidsdemper

In de luchtafvoerleiding kan een ge­luidsdemper worden gemonteerd (mits toeslag verkrijgbaar). Deze zorgt voor bijkomende geluidsdemping.

Luchtafvoer

Luchtcirculatie

De geluidsdemper wordt tussen uit­blaastuit en uitblaasrooster geplaatst, nl. bij . Deze plaats moet in individue­le gevallen worden gecontroleerd.
Luchtafvoer met een externe ventila­tor
De geluidsdemper reduceert zowel af­zuiggeluiden die naar buiten dringen als ook geluiden die van buiten via de luchtafvoer de keuken binnendringen, zoals straatlawaai. Daarom wordt de geluidsdemper zo dicht mogelijk vóór de opening geplaatst waarlangs de lucht wordt afgevoerd .
34
Om ventilatorgeluiden in de keuken te minimaliseren, moet de geluidsdemper indien mogelijk voor de externe ventila­tor worden gemonteerd , bij een lan­ge luchtafvoerleiding bij de luchtafvoer­tuit van de dampkap . Als een externe ventilator in het huis is geïnstalleerd, kunt u de ventilatorgeluiden naar buiten toe verminderen door een geluidsdem­per na de externe ventilator te mon­teren.
De dampkap mag alleen aangesloten worden op een AC230V ~ 50Hz stop­contact dat volgens de voorschriften geaard en geïnstalleerd is. De elektrische installatie moet volgens VDE0100 uitgevoerd zijn!
Om de veiligheid te verhogen, is het raadzaam een verliesstroomschakelaar met een uitschakelstroom van 30mA (DINVDE0664) voor het toestel te schakelen (VDE in de richtlijn DINVDE0100 deel 739).
Voer de aansluiting bij voorkeur via een stopcontact uit. Dit vergemakkelijkt im­mers eventuele tussenkomsten van de Technische Dienst. Het stopcontact moet nog toegankelijk zijn als het toe­stel ingebouwd is.
Als het stopcontact na de inbouw niet meer toegankelijk is, moet in de instal­latie een scheidingsinrichting voor elke pool voorhanden zijn. Als stroomonder­brekers kunnen er schakelaars worden gebruikt met een contactopening van meer dan 3mm. Bijvoorbeeld automatische schakelaars, smeltstoppen en contactsluiters (EN60335).

Elektrische aansluiting

De vereiste aansluitgegevens vindt u op het typeplaatje (zie hoofdstuk “Tech­nische Dienst van Miele en garantie”). Ga na of deze gegevens overeenstem­men met de spanning en de frequentie van het net.
35

Technische Dienst van Miele en garantie

Voor storingen die u niet zelf kunt ver­helpen, waarschuwt u uw Miele-vak­handelaar of Miele.
Het adres, het telefoonnummer en de website van Miele vindt u achter in deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling moet de afdeling Consumentenbelan­gen weten welk type toestel u heeft en welk serienummer het heeft. Beide gegevens vindt u op het typepla­tje.

Positie van het typeplaatje

Het typeplaatje is zichtbaar nadat u (af­hankelijk van het model) het vetfilter of de vetfilters heeft verwijderd.

Duur en voorwaarden van de garantie

De duur van de garantie bedraagt 2jaar.
Meer informatie vindt u in de meegele­verde garantievoorwaarden.
36

Technische gegevens

Motor van de afzuiging* 220W
Kookplaatverlichting
DA 2360 2 x 3W
DA 2390 4 x 3W
Totale aansluitwaarde*
DA 2360 226W
DA 2390 232W
Netspanning, frequentie AC 230V, 50Hz
Zekering 10A
Lengte van de aansluitkabel 1,5m
Gewicht
DA 2360 11kg
DA 2390 13kg
DA 2360 EXT 6kg
DA 2390 EXT 8kg
*Toestellen van het type ...EXT: aansluitwaarde en luchtafvoervermogen zijn afhankelijk van de aangesloten externe afzuiginstallatie. Lengte van de verbindingskabel naar de externe ventilator: 1,9m
Na te bestellen accessoire voor luchtcirculatie
Ombouwset DUU 150 of DUU 151 en actievekoolstoffilterset DKF 19-1. De set be­vat twee actievekoolstoffilters.
37
Technische gegevens

Productkaart voor huishoudelijke afzuigkappen

volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr. 66/2014
MIELE
Identificatie van het model DA 2360
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasse A
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Verlichtingsefficiëntie (LE
afzuigkap
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Vetfilteringsefficiëntie 94,2%
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) B
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
max
)
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt 452 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid) 47 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid) 52 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus 64 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 135,0W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po) W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps) 0,20W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem 6,0W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookopper­vlak
Tijdstoenamefactor 0,9
) 49,1kWh/jaar
afzuigkap
) 52,9
afzuigkap
) 30,3
afzuigkap
) 58,3lx/W
326,1m3/h
250m3/h
360m3/h
600m3/h
600m3/h
350 Ix
38
Technische gegevens

Productkaart voor huishoudelijke afzuigkappen

volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr. 66/2014
MIELE
Identificatie van het model DA 2360 EXT
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasse A++
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)
Verlichtingsefficiëntie (LE
afzuigkap
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Vetfilteringsefficiëntie %
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
max
)
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid) dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid) dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po) W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps) 0,20W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem 6,0W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookopper­vlak
Tijdstoenamefactor
) 4,4kWh/jaar
afzuigkap
) 23,5
afzuigkap
)
afzuigkap
) 58,3lx/W
m3/h
m3/h
m3/h
m3/h
m3/h
350 Ix
39
Technische gegevens

Productkaart voor huishoudelijke afzuigkappen

volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr. 66/2014
MIELE
Identificatie van het model DA 2390
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasse A
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Verlichtingsefficiëntie (LE
afzuigkap
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Vetfilteringsefficiëntie 95,1%
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
max
)
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt 423 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid) 47 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid) 52 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus 64 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 146,0W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po) W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps) 0,20W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem 12,0W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookopper­vlak
Tijdstoenamefactor 0,9
) 55,3kWh/jaar
afzuigkap
) 54,1
afzuigkap
) 31,3
afzuigkap
) 41,7lx/W
388,7m3/h
250m3/h
360m3/h
600m3/h
600m3/h
500 Ix
40
Technische gegevens

Productkaart voor huishoudelijke afzuigkappen

volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr. 66/2014
MIELE
Identificatie van het model DA 2390 EXT
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasse A+
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) -
Verlichtingsefficiëntie (LE
afzuigkap
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Vetfilteringsefficiëntie %
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) -
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
max
)
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid) dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid) 0 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po) W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps) 0,20W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem 12,0W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookopper­vlak
Tijdstoenamefactor
) 8,8kWh/jaar
afzuigkap
) 40,0
afzuigkap
)
afzuigkap
) 41,7lx/W
m3/h
m3/h
m3/h
m3/h
m3/h
500 Ix
41
Herstellingen aan huis en andere inlichtingen: 02/451.16.16
nv Miele België
Z.5 Mollem 480 1730 Mollem (Asse)
E-mail: info@miele.be Internet: www.miele.be
Duitsland Miele & Cie. KG
Carl-Miele-Straße 29 33332 Gütersloh
DA 2360 DA 2390 DA 2360 EXT DA 2390 EXT
M.-Nr. 10 601 980 / 03nl-BE
Loading...