Lees absoluut de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw toestel.
nl-BEM.-Nr. 10 973 450
Inhoud
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ................................................................... 3
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................ 12
Na te bestellen accessoires voor luchtcirculatie................................................... 32
2
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deze dampkap voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig
door, voordat u de dampkap in gebruik neemt. Daarin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de montage, de veiligheid,
het gebruik en het onderhoud. Dit is in het belang van uw veiligheid en voorkomt schade aan de dampkap. Wanneer deze niet
worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan
wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Verantwoord gebruik
Deze dampkap is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
gelijkaardige omgevingen.
Deze dampkap is niet bestemd voor gebruik buiten.
Gebruik de dampkap uitsluitend in huishoudelijke context voor het
wegzuigen van kookdampen die ontstaan bij het bereiding van gerechten.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
Wanneer de dampkap met luchtcirculatie wordt gebruikt, kan ze
boven een gaskookplaat niet voor de ontluchting van de opstelruimte worden gebruikt. Vraag om informatie bij uw gasspecialist.
3
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid,
hun onervarenheid of gebrek aan kennis van de dampkap niet in
staat zijn om deze veilig te bedienen, mogen de dampkap alleen onder toezicht gebruiken.
Deze personen mogen de dampkap alleen zonder toezicht gebruiken
als ze weten hoe ze het toestel veilig moeten bedienen. Ze moeten
de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen inzien en
begrijpen.
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het toestel
worden gehouden - tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de dampkap alleen maar ge-
bruiken wanneer hun de bediening ervan zo uitgelegd is dat ze de
dampkap veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen.
Kinderen mogen de dampkap niet zonder toezicht reinigen of on-
derhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van de
dampkap bevinden. Laat kinderen nooit met de dampkap spelen.
Verstikkingsgevaar! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in
verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en
daardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten
het bereik van kinderen.
4
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of repara-
tiewerkzaamheden kan de gebruiker aanzienlijke risico's lopen. Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen
door een door Miele geautoriseerde deskundige worden uitgevoerd.
Schade aan de dampkap kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Controleer de dampkap op zichtbare schade. Gebruik nooit een beschadigde dampkap.
De elektrische veiligheid van de dampkap is uitsluitend gegaran-
deerd, als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elektrische installatie bij twijfel door een elektricien inspecteren.
De dampkap kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als zij
op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
van de dampkap moeten beslist met de waarden van het elektriciteitsnet overeenkomen om beschadiging van de dampkap te voorkomen.
Vergelijk deze aansluitgegevens voordat u het toestel aansluit. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Deze dampkap mag niet op het elektriciteitsnet worden aangeslo-
ten via meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren die daarvoor
niet geschikt zijn. Dit in verband met gevaar voor oververhitting.
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik uw dampkap enkel in geïnstalleerde toestand. Enkel dan
is een veilige werking gewaarborgd.
Deze dampkap mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
Raak geen onderdelen aan die onder spanning staan. Verander
niets aan de elektrische en mechanische opbouw van het toestel.
Open de ommanteling van de dampkap slechts zo ver als in het kader van de montage en de reiniging is toegestaan. Open in geen geval overige delen van de ommanteling.
Worden deze instructies niet opgevolgd, dan kunnen gebruikers een
elektrische schok krijgen en is het mogelijk dat het toestel niet meer
goed functioneert.
Het recht op garantie vervalt wanneer de dampkap door een tech-
nische dienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze Miele onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig aan onze veiligheidseisen voldoen.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een er-
kend vakman/vakvrouw worden vervangen.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mag er
geen elektrische spanning op de dampkap staan. Dat is het geval als
aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
– de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of
– de schroefzekeringen van de elektrische aansluiting zijn er geheel
uitgedraaid of
– de stekker (indien aanwezig) is uit de contactdoos getrokken. Trek
daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gelijktijdig gebruik met een toestel dat lucht uit dezelfde ruimte verbruikt
Dit kan levensgevaarlijk zijn!
Wees heel voorzichtig als u de dampkap tegelijk gebruikt met verbrandingssystemen die lucht uit dezelfde ruimte gebruiken of gebruikmaken van dezelfde afvoerinstallatie.
Dergelijke verbrandingssystemen halen de lucht die nodig is voor
de verbranding uit de ruimte waar het systeem zich bevindt en
voeren de rookgassen af via een afvoerkanaal (bijvoorbeeld via
een schoorsteen). Dit kunnen bijvoorbeeld gas-, olie-, hout- of
kolenkachels zijn, maar ook gasboilers, warmwaterketels op gas,
gaskookplaten en gasovens.
De dampkap zuigt lucht uit de keuken en de aangrenzende ruimten. Dit geldt bij:
- luchtafvoer en bij
- luchtcirculatie met een buiten het vertrek geplaatste luchtcirculatiebox.
Als de luchtaanvoer niet voldoende is, ontstaat er onderdruk. Het
verbrandingssysteem krijgt te weinig lucht. De verbranding wordt
negatief beïnvloed.
Giftige verbrandingsgassen kunnen uit de schoorsteen of een ander luchtafvoerkanaal naar de woonruimten geleid worden.
Levensgevaarlijk!
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het gelijktijdige gebruik van de dampkap en een verbrandingssysteem in dezelfde ruimte is ongevaarlijk als de onderdruk niet groter
is dan 4Pa (0,04mbar). In dat geval is er geen gevaar dat verbrandingsgassen worden teruggezogen.
Er zullen geen onderdrukproblemen ontstaan als door niet-afsluitbare openingen bijvoorbeeld in deuren of ramen voldoende lucht in
de ruimte kan komen. De diameter van de opening waardoor de
lucht naar binnen stroomt, moet dan wel groot genoeg zijn. Alleen
een muurkast voor luchttoevoer/luchtafvoer is meestal niet toereikend.
Bij de beoordeling van een en ander dient men altijd rekening te
houden met de totale ventilatie van de woning. Raadpleeg in ieder
geval een vakman.
Wanneer de dampkap met luchtcirculatie wordt gebruikt en de
lucht wordt teruggevoerd in de ruimte waar het toestel is geplaatst,
is gelijktijdig gebruik van een dampkap en een verbrandingstoestel
in dezelfde ruimte niet gevaarlijk.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Veilig gebruik
Door open vuur bestaat brandgevaar!
Werk met het oog op het risico op brand nooit met open vuur onder
de dampkap: zo is flamberen en grilleren met open vuur verboden.
Een dampkap die in gebruik is trekt de vlammen in het vetfilter/de
vetfilters aan, waardoor het daarin verzamelde vet vlam kan vatten.
Sterke hitte-ontwikkeling op een gaskookplaat kan de dampkap
beschadigen.
– Let er bij gebruik van de dampkap boven een gaskookplaat of
gasfornuis op, dat er altijd een pan staat op de gaspit die in gebruik is. Draai de gaspit ook uit, wanneer u de pan even van het
gas neemt.
– Kies pannen die niet groter of kleiner zijn dan de kookzone.
– Regel de stand van het gas zo dat er geen gas langs de pan om-
hoog komt.
– Zorg ervoor dat u een pan nooit overmatig verhit, zoals bij het
wokken snel gebeurt.
Condenswater kan zorgen voor corrosieschade aan de dampkap.
Schakel de dampkap altijd in als u een kookzone gebruikt om ophoging van condenswater te voorkomen.
Olie en vet kunnen bij oververhitting vanzelf ontbranden en daarbij
de dampkap in brand zetten.
Let op potten, pannen en friteuses wanneer u met olie en vet werkt.
Ook het grillen op elektrische griltoestellen moet daarom onder continu toezicht plaatsvinden.
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik de dampkap nooit zonder vetfilters om te voorkomen dat
zich vuil en vet in de dampkap afzetten,
waardoor deze op den duur niet meer goed zal functioneren.
Hou ermee rekening dat de dampkap bij het koken door de opstij-
gende hitte erg warm kan worden.
Raak de ommanteling en de vetfilters pas aan wanneer de dampkap
is afgekoeld.
Deskundige montage
Controleer of het gebruik van een dampkap boven uw kooktoestel
volgens de fabrikant van deze apparatuur toegestaan is.
Het is niet toegestaan de dampkap boven stookplaatsen voor
vaste brandstoffen te monteren.
Als de afstand tussen kookplaat en dampkap te klein is, kan dit
schade aan de dampkap veroorzaken.
Tussen de dampkap en de plek waar gekookt, gebakken, gebraden,
gegrilld of gefrituurd wordt moeten de afstanden die in het hoofdstuk: 'Montage' worden aangegeven, aangehouden worden, tenzij
de fabrikant van de kookapparatuur een grotere afstand aangeeft.
Worden er onder de dampkap verschillende kooktoestellen gebruikt
waarvoor verschillende afstanden gelden, dan moet de grootste afstand worden aangehouden.
Neem voor het monteren van de dampkap de aanwijzingen in het
hoofdstuk “Montage” in acht.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik voor de luchtafvoerleiding enkel buizen of slangen van
onbrandbaar materiaal. Die zijn bij uw Miele-handelaar of via de
Technische Dienst van Miele verkrijgbaar.
De lucht mag niet worden afgevoerd via een afvoerschoorsteen
die wordt gebruikt voor de afvoer van rook of gas, noch via een
schacht die wordt gebruikt voor de ontluchting van ruimten waarin
wordt gestookt.
Wanneer de lucht moet worden afgevoerd via een schoorsteen die
niet meer in gebruik is, dan dient u eerst de officiële voorschriften te
raadplegen.
Reiniging en onderhoud
Er kan brand ontstaan als het toestel niet volgens de aanwijzingen
in deze gebruiksaanwijzing wordt gereinigd.
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen van de dampkap nooit een stoomreiniger.
Accessoires
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemonteerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of productaansprakelijkheid.
11
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd milieuvriendelijk en recycleerbaar verpakkingsmateriaal gekozen.
Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
Uw toestel afdanken
Oude elektrische en elektronische toestellen bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook
stoffen, mengsels en onderdelen die
nodig zijn geweest om de toestellen
goed en veilig te laten functioneren.
Wanneer u uw oude toestel bij het gewone afval doet of er op een andere
manier niet goed mee omgaat, kunnen
deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Doe uw oude
toestel daarom nooit bij het gewone
huisafval.
Lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur, bij uw vakhandelaar
of bij Miele. U bent wettelijk zelf verantwoordelijk voor het wissen van eventuele persoonlijke gegevens op het af te
danken toestel.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken
van uw oud toestel, neem dan contact
op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
12
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
Hoe werkt uw toestel?
De dampkap kan op de volgende manieren worden gebruikt:
Werking met luchtafvoer
De aangezogen lucht wordt door de
vetfilters gereinigd en naar buiten afgevoerd.
Terugslagklep
Deze dampkap werkt met een terugslagklep.
Wanneer het toestel is uitgeschakeld,
kan er lucht stromen tussen het vertrek
en daarbuiten. Met een terugslagklep
kan dat worden voorkomen. De klep
gaat dicht, wanneer het toestel wordt
uitgeschakeld.
Nadat het toestel is ingeschakeld gaat
de terugslagklep open, zodat de kookluchtjes ongehinderd naar buiten kunnen worden afgevoerd.
Luchtcirculatie
(alleen met anti-geurfilter als bij te bestellen accessoire, zie “Technische gegevens”)
De aangezogen lucht wordt door de
vetfilter en bovendien door de antigeurfilter gereinigd en wordt daarna
weer in de keuken geleid.
Bij uw dampkap is een terugslagklep
gevoegd voor het geval uw luchtafvoersysteem daar niet over beschikt. Deze
klep wordt in de uitblaastuit van de motoreenheid geplaatst.
13
De dampkap in één oogopslag
14
De dampkap in één oogopslag
a
Luchtcirculatierooster
b
Luchtafvoertuit
c
Montagehaken
d
Opklapbare luifel
voor montage van een meubeldeur
e
Anti-geurfilter
Na te bestellen accessoire voor luchtcirculatie
f
Kookvlakverlichting
g
Vetfilter
h
Bedieningselementen
15
Bediening
Afzuiging inschakelen
Schakel de afzuiging in, zodra u begint
met koken. Hierdoor worden kookdampen vanaf het eerste moment afgezogen.
De luifel inklappen.
De afzuiging start op stand 2.
Afzuigvermogen kiezen
Voor lichte tot zware kookdampen en
geuren kunt u kiezen tussen de vermogensstanden 1 tot en met 3.
Wanneer u aanbraadt waarbij veel
damp en geur vrijkomt, raden wij u aan
om stand B, de “boosterstand”, te gebruiken.
Kies de gewenste vermogensstand
door op de overeenkomstige knoppen te drukken.
Boosterstand terugschakelen
Druk opnieuw op de knop B om de
boosterstand uit te schakelen.
Naloop
Laat de afzuiging na het koken nog
enkele minuten werken.
De keukenlucht wordt gezuiverd van
eventueel nog aanwezige dampen en
geurtjes.
Resten in de dampkap en en de geurtjes die hierdoor ontstaan worden voorkomen.
Afzuiging uitschakelen
Sluit de luifel om de afzuiging uit te
schakelen of druk de toets 0 langer
in.
Om de ventilator opnieuw in te scha-
kelen als de luifel geopend is, drukt u
op een van de knoppen 1 tot 3.
Kookplaatverlichting in- en uitschakelen
De kookplaatverlichting in- en uit-
schakelen door de luifel te openen en
te sluiten.
De ventilator keert dan terug naar de
laatst gekozen stand.
Als u de boosterstand niet uitschakelt,
keert de ventilator na 5 minuten automatisch terug naar de laatst gekozen
stand.
16
Als de stroom uitvalt worden de ventilator en de kookplaatverlichting automatisch uitgeschakeld.
Als de luifel geopend is, dan schakelt
na het opheffen van de storing de ventilator op stand 2 en gaat de kookplaatverlichting weer aan.
Deze dampkap werkt zeer efficiënt en
energiebesparend. Volgende maatregelen ondersteunen u bij het spaarzame
gebruik:
– Zorg bij het koken voor een goede
ventilatie van de keuken. Stroomt bij
luchtafvoer niet voldoende lucht, dan
werkt de dampkap niet efficiënt en
zijn er verhoogde werkingsgeluiden.
– Kook op een zo laag mogelijke kook-
stand. Weinig kookdampen betekenen een lage vermogensstand aan de
dampkap en hierdoor ook minder
stroomverbruik.
– Controleer de gekozen vermogens-
stand op de dampkap. Meestal is een
lage vermogensstand voldoende. Gebruik de boosterstand alleen als dat
nodig is.
– Schakel bij sterke kookdampen al
vroeg op een hoge stand. Dat is efficiënter dan de kookdampen nadien
proberen op te vangen.
Tips om energie te besparen
– Let erop om de dampkap na het ko-
ken weer uit te schakelen.
– Maak de filters geregeld schoon of
vervang ze. Door erg vette filters
wordt het vermogen verlaagd en de
bestaat er brandgevaar. Voorts bestaat dan een risico voor het hygiëne.
17
Reiniging en onderhoud
Maak voorafgaand aan onder-
houd en reiniging de dampkap spanningsvrij. Zie hoofdstuk: “Veiligheidsinstructies en waarschuwingen”.
Behuizing
Verwijder de luifel
Voor een betere toegankelijkheid kan de
luifel verwijderd worden.
De luifel openen.
De ontgrendelingsschuiver voor de
luifel naar onder trekken, vervolgens
de luifel langs voren uitkantelen.
Plaats de luifel bovenaan opnieuw in
de geleidingen en kantel deze naar
onder om de luifel te monteren.
Algemeen
Het oppervlak en de bedienings-
elementen zijn krasgevoelig.
Neem daarom de volgende reini-
gingstips in acht.
Reinig oppervlak en bedieningsele-
menten alleen met een doek, wat reinigingsmiddel en wat warm water.
Let erop dat er geen water in de
dampkap komt.
Reinig vooral het gedeelte met de
bedieningselementen alleen met een
iets vochtige doek.
Wrijf alles daarna met een zachte
doek droog.
Gebruik geen:
– zuur-, soda-, chloride- of oplosmid-
delhoudende reinigingsmiddelen,
– schurende reinigingsmiddelen zoals
schuurpoeder en ook geen schuursponsjes of sponsjes waar nog resten
van schuurmiddelen in zitten.
18
Reiniging en onderhoud
Bedieningselementen
De bedieningselementen kunnen verkleuren
wanneer er vuil op blijft zitten.
Verwijder vuil daarom direct.
Neem de algemene regels in acht.
Gebruik geen reinigingsmiddel voor
roestvrij staal.
Vetfilters
De recycleerbare metalen vetfilters in de
dampkap nemen de vaste deeltjes uit
de keukendampen op (vet, stof, etc.) en
zorgen er zo voor dat de dampkap niet
vuil wordt.
De vetfilters moeten regelmatig worden
gereinigd.
Sterk vervuilde vetfilters verminderen
het afzuigvermogen en zorgen voor
meer vervuiling van de dampkap en
de keuken.
Brandgevaar!
Verzadigde vetfilters zijn brandbaar.
Reinig de vetfilters regelmatig.
Reinigingsinterval
Aangekoekt vet wordt na verloop van
tijd hard en het wordt dan steeds moeilijker om de filters schoon te krijgen. U
kunt daarom het beste de vetfilters om
de 3–4weken schoonmaken.
De vetfilter uitnemen
Een vetfilter kan makkelijk uit uw
handen glippen.
Daarbij kunnen de vetfilter en de
kookplaat beschadigd raken.
Houd de vetfilter bij het verwijderen,
reinigen en terugplaatsen daarom
goed vast.
19
Reiniging en onderhoud
Ontgrendel de vetfilter en neem hem
langs onder uit het toestel.
De vetfilters met de hand reinigen
Reinig de vetfilters in warm water met
een afwasborstel en een zacht handafwasmiddel. Gebruik het handafwasmiddel niet geconcentreerd.
Ongeschikte reinigingsmiddelen
Vetfilters kunnen beschadigd raken
door reinigingsmiddelen die daarvoor
niet geschikt zijn.
De volgende reinigingsmiddelen mogen
niet worden gebruikt:
Bij reiniging van de vetfilters in de afwasautomaat kunnen sommige reinigingsmiddelen blijvende verkleuringen
veroorzaken op de filteroppervlakken.
Deze verkleuringen hebben geen nadelig effect op de werking van de vetfilters.
Na het reinigen
Leg de vetfilters na het schoonmaken
nog op een vochtopnemend voorwerp te drogen.
Wanneer de vetfilters uitgenomen
zijn, kan u de bereikbare onderdelen
van de behuizing van vet ontdoen.
Op die manier voorkomt u brandgevaar.
Plaats de vetfilters weer terug.
– kalkoplossende reinigingsmiddelen
– schuurpoeder of schuurcrème
– agressieve allesreinigers en vetoplos-
sprays
– ovenspray
Vetfilters reinigen in de afwasautomaat
Plaats de vetfilters verticaal of schuin
in het onderrek. Let erop dat de
sproeiarm vrij kan bewegen.
Gebruik een reinigingsmiddel dat ge-
schikt is voor huishoudelijk gebruik.
Kies een programma met een tempe-
ratuur tussen de 50°C en 65°C.
20
Actievekoolstoffilter
Bij luchtcirculatie dient u naast de vetfilters ook nog twee anti-geurfilters te gebruiken. De anti-geurfilters binden de
kookgeurtjes.
De anti-geurfilters worden zijdelings aan
de ventilator gemonteerd.
U kunt de anti-geurfilters in de webshop
van Miele, bij Miele zelf (zie achter in
deze gebruiksaanwijzing) of bij de
Miele-vakhandelaar verkrijgen. De typeaanduiding vindt u in het hoofdstuk
“Technische gegevens”.
Anti-geurfilter plaatsen/vervangen
Om de anti-geurfilters te monteren of
te vervangen moet de luifel geopend
en de vetfilters zoals hierboven beschreven verwijderd worden.
Reiniging en onderhoud
Bij de eerste keer plaatsen: plaats de
beide adapters zijdelings op de ventilator en draai deze in de houders.
Schuif voor het vervangen de hendel
een stukje terug en verwijder het antigeurfilter.
Schuif de anti-geurfilter in de adapter
tot deze vastklikt.
Plaats de vetfilters weer terug.
Vervangingsfrequentie
Vervang de anti-geurfilter altijd zodra
kookluchtjes niet meer voldoende
worden opgenomen.
In ieder geval om de 6 maanden vervangen.
Anti-geurfilters weggooien
Gooi de gebruikte anti-geurfilters bij
het huisvuil.
21
Montage
Voor de montage
Neem voordat u met monteren
begint de informatie in dit hoofdstuk
en in het hoofdstuk “Opmerkingen
omtrent uw veiligheid” in acht.
Montagetips
– Om alle kookdampen op te kunnen
vangen, moet de dampkap precies in
het midden boven de kookplaat zijn
gemonteerd.
– Zorg ervoor dat het kookvlak niet
groter is dan de dampkap, liefst kleiner.
– De plaats waar de dampkap komt te
hangen moet makkelijk toegankelijk
zijn. In geval van een storing moet
een technicus makkelijk bij de dampkap kunnen komen en deze ongehinderd kunnen demonteren. Let bij het
monteren van de dampkap dus ook
op de plaatsing van kasten, planken,
plafond- of decorelementen in de
omgeving van de dampkap.
Afmetingen van het toestel
* Afmetingen van de meubeldeur
Luchtafvoeraansluiting 150mm, met
reduceertuit 120mm.
22
Montage
Afstand tussen kookplaat en dampkap (S)
Tussen de onderkant van de dampkap en de plek waar gekookt, gebakken, gebraden, gegrilleerd of gefrituurd wordt, moet een minimumafstand worden aangehouden. Deze kunt u hieronder vinden.
Geeft de fabrikant echter een grotere afstand aan, houd dan deze aan.
Neem ook de veiligheidsinstructies en waarschuwingen in het gelijknamige
hoofdstuk in acht.
KooktoestelMinimumafstand S
Elektrische kookplaat650mm
Grill en friteuse (elektrisch)650mm
Een gaskookplaat met verschillende branders met een
totale capaciteit van
≤ 12,6kW, waarbij geen brander een capaciteit van >
4,5kW heeft
Een gaskookplaat met verschillende branders met een
totale capaciteit van
> 12,6kW en ≤ 21,6kW,
waarbij geen brander een capaciteit van > 4,8kW heeft.
Een gaskookplaat met verschillende branders met een
totale capaciteit van
> 21,6kW,
of met bij één brander een capaciteit van > 4,8kW.
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van ≤ 6kW650mm
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van > 6kW
en ≤ 8,1kW
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van >
8,1kW
Als u een meubeldeur van hout of kunststof aan de dampkap monteert, neem
dan de aanwijzingen van de fabrikant van de kooktoestellen in acht met betrekking tot het gebruik van licht ontvlambaar materiaal boven kooktoestellen.
650mm
760mm
niet mogelijk
760mm
niet mogelijk
23
Montage
Montage van de meubeldeur
Er bevinden zich meerdere openingen
in de luifel van het toestel om de meubeldeur te bevestigen. De bijgevoegde
boorsjabloon helpt u om op de juiste
plaats te boren.
Dieptebijstelling
Om de kastdiepte T van 275mm tot
360mm in te stellen bevinden er zich
aan de bovenzijde verstelbare haken en
aan de onderzijde van het toestel een
verstelbare afdekhoek.
De luifel openen.
De ontgrendelschuiver van de luifel
naar voren trekken en de luifel langs
boven uitklappen.
De boorsjabloon voor de frontdeur op
maat snijden, op de binnenkant van
de deur leggen en de gaten overeenkomstig voorboren.
De meubeldeur met geschikte
schroeven verbinden met de luifel.
24
De schroeven van de verstelbare
haak losdraaien.
De haken tot de gewenste afmeting T
uittrekken.
De schroeven opnieuw vastdraaien.
De schroeven van de afdekhoek los-
draaien.
De afdekhoek tot de gewenste afme-
ting verschuiven.
De schroeven opnieuw vastdraaien.
Als het verstelbereik niet volstaat,
schroef de afdehoek dan los en draai
hem om de langere zijde te gebruiken.
Montage aan de muur
De dampap wordt aan de wand tussen
de bovenkasten bevestigd. Gebruik
daarvoor de bijgevoegde schroeven en
pluggen.
Bevestig de daarvoor bestemde
boorsjabloon op de muur, de bovenkant van de sjabloon markeert de bovenkant van de dampkap. Zorg voor
een veilige afstand tussen dampkap
en kookplaat (zie hoofdstuk: “Afmetingen van het toestel”).
Markeer de vier boorgaten voor de
bevestigingshaken en boor de gaten
in de muur ( 8mm).
De boorsjabloon verwijderen.
Montage
Demonteer het luchtcirculatierooster
voor de luchtafvoer.
Bevestig de bevestigingsbeugel met
de bijgevoegde pluggen en schroeven aan de muur.
De schroeven en pluggen zijn
geschikt voor een massieve muurconstructie.
Gebruik voor andere muurconstructies bevestigingsmateriaal dat daarbij
past.
Let er op dat de muur stevig genoeg
is voor de dampkap.
De overeenkomstig boosjabloon aan
de zijkast of zijbekleding bevestigen.
Twee bevestigingsgaten in de zijkast
of de zijbekleding boren ( 2mm).
Hang de dampkappen op met de ver-
stelbare haken.
25
Montage
Plaats de luifel met de gemonteerde
meubeldeur en sluit deze.
De soepelheid van de luifel kan ingesteld worden. Dit kan nodig zijn als er
bv. een zware deur gemonteerd wordt.
Hoogtebijstelling
Aan de bovenzijde van de bevestigingsbeugel van het toestel bevinden zich
bijstellingsschroeven waarmee u het
hoogteniveau tegenover de zijkanten
kunt instellen.
Het toestel stijgt als u de bijstellings-
schroeven naar links draait en zakt
als u de bijstellingsschroeven naar
rechts draait.
De beide afdekkappen rechts en links
vooraan aan de onderkant van het
toestel van de openingen van de instelschroeven verwijderen.
Draai de instelschroeven met een
kruiskopschroevendraaier gelijkmatig
aan beide zijden. Het klapmechanische loopt minder soepel als u naar
rechts draait en soepeler als u naar
links draait.
Steek de afdekkappen erop.
26
Eventueel moet u de diepte nogmaals
bijstellen.
Zijkasten verbinden/zijbekledingen monteren
De dampkap wordt met twee schroeven
per zijde aan de zijkasten of zijbekledingen geschroefd.
Verwijder de luifel.
Verwijder de vetfilters.
Draai de bovenste schroeven in de
zijkasten of zijbekledingen.
Montage
Plaats de vetfilters weer terug.
Verwijder de afdekkappen van de on-
derste schroeven.
Draai de onderste schroeven in.
Steek de afdekkappen erop.
Monteer de luifel opnieuw.
27
Montage
Voorbereiding luchtafvoer
Als uw luchtafvoersysteem niet over
een luchtafvoerklep beschikt, worden er
twee luchtafvoerkleppen voor luchtafvoerleidingen 150 en 120mm
meegeleverd.
Plaats voor een luchtafvoerleiding
150mm de overeenkomstige luchtafvoerklep op de uitblaastuit.
Plaats voor een luchtafvoerleiding
120mm de reduceertuit op de uitblaastuit en de overeenkomstige
luchtafvoerklep op de reduceertuit.
Voorbereiding luchtcirculatie
Installeer de anti-geurfilter (zie hoofd-
stuk “Reinigen en onderhoud”).
Elektrische aansluiting
Neem voordat u de dampkap op de
elektriciteit aansluit de hoofdstukken:
“Elektrische aansluiting” en “Veiligheidsinstructies en waarschuwingen”
in acht.
Steek de stekker in het stopcontact.
Verwijder de vetfilters en trek de be-
schermfolie van het frame.
Plaats de vetfilters terug.
Bevestig de luchtafvoerleiding aan de
uitblaastuit, bv. een flexibele luchtafvoerslang met een slangklem (na te
bestellen accessoires).
Hoe u voor de montage van het
luchtafvoersysteem verder te werk
moet gaan, vindt u in het hoofdstuk:
“Luchtafvoersysteem”.
28
De dampkap mag alleen aangesloten
worden op een AC230V ~ 50Hz stopcontact dat volgens de voorschriften
geaard en geïnstalleerd is.
De elektrische installatie moet volgens
VDE0100 uitgevoerd zijn!
Om de veiligheid te verhogen, is het
raadzaam een verliesstroomschakelaar
met een uitschakelstroom van 30mA
(DINVDE0664) voor het toestel te
schakelen (VDE in de richtlijn
DINVDE0100 deel 739).
Voer de aansluiting bij voorkeur via een
stopcontact uit. Dit vergemakkelijkt immers eventuele tussenkomsten van de
Technische Dienst. Het stopcontact
moet nog toegankelijk zijn als het toestel ingebouwd is.
Als het stopcontact na de inbouw niet
meer toegankelijk is, moet in de installatie een scheidingsinrichting voor elke
pool voorhanden zijn. Als stroomonderbrekers kunnen er schakelaars worden
gebruikt met een contactopening van
meer dan 3mm.
Bijvoorbeeld automatische schakelaars,
smeltstoppen en contactsluiters
(EN60335).
Elektrische aansluiting
De vereiste aansluitgegevens vindt u op
het typeplaatje (zie hoofdstuk “Technische Dienst van Miele en garantie”).
Ga na of deze gegevens overeenstemmen met de spanning en de frequentie
van het net.
29
Luchtafvoerleiding
Gelijktijdig gebruik van de damp-
kap en een toestel dat lucht in diezelfde ruimte verbruikt kan gevaarlijk
zijn! Er kunnen giftige gassen vrijkomen.
Neem beslist de veiligheidsinstructies en waarschuwingen in het gelijknamige hoofdstuk in acht.
Laat in ieder geval door de plaatselijke schoorsteenveger controleren of
een veilig gebruik van de luchtafvoer
gewaarborgd is.
Voor de luchtafvoer mogen alleen
gladde buizen of flexibele slangen
van niet-brandbaar materiaal worden
gebruikt.
Voor een zo groot mogelijk afzuigvermogen en een zo laag mogelijk geluidsniveau moeten de volgende punten in
acht worden genomen.
– De luchtafvoer moet een doorsnede
hebben die niet minder is dan 150
mm.
– Wanneer er platte luchtafvoerkanalen
worden gebruikt, mag de doorsnede
niet kleiner zijn dan de doorsnede
van de luchtafvoertuit.
– De luchtafvoer moet zo kort en recht
mogelijk zijn.
– Alleen bochten met een grote straal
zijn toegestaan.
Iedere barrière in de luchtstroming
vermindert de afzuigcapaciteit en
verhoogt het geluidsniveau.
Wordt de lucht gewoon naar buiten
afgevoerd, dan kan het beste een
dakdoorvoering of een telescopische
muurkast worden geïnstalleerd. Deze
kunt u nabestellen.
Moet de lucht door een schoorsteen
worden afgevoerd, dan moet de invoerbuis verticaal worden gebogen.
Wanneer de luchtafvoer horizontaal
wordt aangelegd, moet het verval
minstens 1 cm per meter bedragen.
Daarmee wordt voorkomen dat er
condenswater in de dampkap loopt.
Wanneer de luchtafvoer door koele
ruimten, zolders e.d. wordt aangelegd, kan er binnen de afzonderlijke
ruimten een groot temperatuurverschil ontstaan. Er kan zich dan condens vormen. De luchtafvoer moet
daarom worden geïsoleerd.
– Er mogen geen knikken in de luchtaf-
voer komen en de luchtafvoer mag
niet in elkaar worden gedrukt.
– De verbindingspunten mogen niet
lekken.
30
Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u uw Miele-vakhandelaar of Miele.
Het adres, het telefoonnummer en de
website van Miele vindt u achter in deze
gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling
moet de afdeling Consumentenbelangen weten welk type toestel u heeft en
welk serienummer het heeft.
Beide gegevens vindt u op het typeplatje.
Positie van het typeplaatje
Het typeplaatje is zichtbaar nadat u (afhankelijk van het model) de vetfilter
heeft verwijderd.
Duur en voorwaarden van de
garantie
De duur van de garantie bedraagt
2jaar.
Service en garantie
Meer informatie vindt u in de meegeleverde garantievoorwaarden.
31
Technische gegevens
Ventilatormotor250W
Kookplaatverlichting2x1,1W
Totale aansluitwaarde252,2W
Netspanning, frequentieAC 230V, 50Hz
Zekering10A
Lengte van de aansluitkabel1,2m
Gewicht11,8kg
Na te bestellen accessoires voor luchtcirculatie
Anti-geurfilterset DKF14-1. De set bevat twee anti-geurfilters.
32
Technische gegevens
Productkaart voor huishoudelijke afzuigkappen
volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr.
66/2014
MIELE
Identificatie van het modelDA 1867
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasseC
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)C
Verlichtingsefficiëntie (LE
afzuigkap
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)A
Vetfilteringsefficiëntie85,1%
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)B
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
max
)
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt347 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid)52 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid)67 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus69 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 210,0 W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po)W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps)0,49 W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem2,2 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookoppervlak
Tijdstoenamefactor1,3
)101,3 kWh/jaar
afzuigkap
)76,7
afzuigkap
)18,3
afzuigkap
)95,4 lx/W
398,0 m3/h
320 m3/h
610 m3/h
690 m3/h
690 m3/h
210 Ix
33
Herstellingen aan huis en andere inlichtingen: 02/451.16.16
nv Miele België
Z.5 Mollem 480
1730 Mollem (Asse)
E-mail: info@miele.be
Internet: www.miele.be
Duitsland
Miele & Cie. KG
Carl-Miele-Straße 29
33332 Gütersloh
DA 1867
M.-Nr. 10 973 450 / 00nl-BE
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.