Miele DA 1867 Operating instructions [nl]

Gebruiks- en montagehandleiding Dampkap
Lees absoluut de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toe­stel installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voor­komt schade aan uw toestel.
nl-BE M.-Nr. 10 973 450
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................ 12
Hoe werkt uw toestel? ........................................................................................ 13
De dampkap in één oogopslag ..........................................................................14
Bediening .............................................................................................................16
Afzuiging inschakelen............................................................................................ 16
Afzuigvermogen kiezen ......................................................................................... 16
Naloop................................................................................................................... 16
Afzuiging uitschakelen........................................................................................... 16
Kookplaatverlichting in- en uitschakelen............................................................... 16
Tips om energie te besparen.............................................................................. 17
Reiniging en onderhoud...................................................................................... 18
Behuizing............................................................................................................... 18
Vetfilters................................................................................................................. 19
Actievekoolstoffilter............................................................................................... 21
Anti-geurfilters weggooien ...............................................................................21
Montage ...............................................................................................................22
Voor de montage................................................................................................... 22
Montagetips .......................................................................................................... 22
Afmetingen van het toestel.................................................................................... 22
Afstand tussen kookplaat en dampkap (S) ........................................................... 23
Montage van de meubeldeur ................................................................................ 24
Dieptebijstelling ..................................................................................................... 24
Montage aan de muur ........................................................................................... 25
Hoogtebijstelling.................................................................................................... 26
Zijkasten verbinden/zijbekledingen monteren....................................................... 27
Voorbereiding luchtafvoer ..................................................................................... 28
Voorbereiding luchtcirculatie ................................................................................. 28
Elektrische aansluiting........................................................................................... 28
Elektrische aansluiting........................................................................................ 29
Luchtafvoerleiding............................................................................................... 30
Service en garantie ............................................................................................. 31
Positie van het typeplaatje .................................................................................... 31
Technische gegevens ......................................................................................... 32
Na te bestellen accessoires voor luchtcirculatie................................................... 32
2

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Deze dampkap voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor­schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter let­sel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door, voordat u de dampkap in gebruik neemt. Daarin vindt u be­langrijke instructies met betrekking tot de montage, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Dit is in het belang van uw veilig­heid en voorkomt schade aan de dampkap. Wanneer deze niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.

Verantwoord gebruik

Deze dampkap is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
gelijkaardige omgevingen.
Deze dampkap is niet bestemd voor gebruik buiten.Gebruik de dampkap uitsluitend in huishoudelijke context voor het
wegzuigen van kookdampen die ontstaan bij het bereiding van ge­rechten. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
Wanneer de dampkap met luchtcirculatie wordt gebruikt, kan ze
boven een gaskookplaat niet voor de ontluchting van de opstelruim­te worden gebruikt. Vraag om informatie bij uw gasspecialist.
3
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid,
hun onervarenheid of gebrek aan kennis van de dampkap niet in staat zijn om deze veilig te bedienen, mogen de dampkap alleen on­der toezicht gebruiken. Deze personen mogen de dampkap alleen zonder toezicht gebruiken als ze weten hoe ze het toestel veilig moeten bedienen. Ze moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen inzien en begrijpen.

Kinderen in het huishouden

Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het toestel
worden gehouden - tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de dampkap alleen maar ge-
bruiken wanneer hun de bediening ervan zo uitgelegd is dat ze de dampkap veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventuele ri­sico's van een foutieve bediening kunnen beseffen.
Kinderen mogen de dampkap niet zonder toezicht reinigen of on-
derhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van de
dampkap bevinden. Laat kinderen nooit met de dampkap spelen.
Verstikkingsgevaar! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in
verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en daardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten het bereik van kinderen.
4
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Technische veiligheid

Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of repara-
tiewerkzaamheden kan de gebruiker aanzienlijke risico's lopen. In­stallatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door een door Miele geautoriseerde deskundige worden uitgevoerd.
Schade aan de dampkap kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Controleer de dampkap op zichtbare schade. Gebruik nooit een be­schadigde dampkap.
De elektrische veiligheid van de dampkap is uitsluitend gegaran-
deerd, als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol­gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda­mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek­trische installatie bij twijfel door een elektricien inspecteren.
De dampkap kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als zij
op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
van de dampkap moeten beslist met de waarden van het elektrici­teitsnet overeenkomen om beschadiging van de dampkap te voorko­men. Vergelijk deze aansluitgegevens voordat u het toestel aansluit. Raad­pleeg bij twijfel een elektricien.
Deze dampkap mag niet op het elektriciteitsnet worden aangeslo-
ten via meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren die daarvoor niet geschikt zijn. Dit in verband met gevaar voor oververhitting.
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik uw dampkap enkel in geïnstalleerde toestand. Enkel dan
is een veilige werking gewaarborgd.
Deze dampkap mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
Raak geen onderdelen aan die onder spanning staan. Verander
niets aan de elektrische en mechanische opbouw van het toestel. Open de ommanteling van de dampkap slechts zo ver als in het ka­der van de montage en de reiniging is toegestaan. Open in geen ge­val overige delen van de ommanteling. Worden deze instructies niet opgevolgd, dan kunnen gebruikers een elektrische schok krijgen en is het mogelijk dat het toestel niet meer goed functioneert.
Het recht op garantie vervalt wanneer de dampkap door een tech-
nische dienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze Miele onderdelen kunnen wij ga­randeren, dat zij volledig aan onze veiligheidseisen voldoen.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een er-
kend vakman/vakvrouw worden vervangen.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mag er
geen elektrische spanning op de dampkap staan. Dat is het geval als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
– de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of
– de schroefzekeringen van de elektrische aansluiting zijn er geheel
uitgedraaid of
– de stekker (indien aanwezig) is uit de contactdoos getrokken. Trek
daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Gelijktijdig gebruik met een toestel dat lucht uit dezelfde ruimte verbruikt

Dit kan levensgevaarlijk zijn! Wees heel voorzichtig als u de dampkap tegelijk gebruikt met ver­brandingssystemen die lucht uit dezelfde ruimte gebruiken of ge­bruikmaken van dezelfde afvoerinstallatie. Dergelijke verbrandingssystemen halen de lucht die nodig is voor de verbranding uit de ruimte waar het systeem zich bevindt en voeren de rookgassen af via een afvoerkanaal (bijvoorbeeld via een schoorsteen). Dit kunnen bijvoorbeeld gas-, olie-, hout- of kolenkachels zijn, maar ook gasboilers, warmwaterketels op gas, gaskookplaten en gasovens.
De dampkap zuigt lucht uit de keuken en de aangrenzende ruim­ten. Dit geldt bij:
- luchtafvoer en bij
- luchtcirculatie met een buiten het vertrek geplaatste luchtcircula­tiebox. Als de luchtaanvoer niet voldoende is, ontstaat er onderdruk. Het verbrandingssysteem krijgt te weinig lucht. De verbranding wordt negatief beïnvloed. Giftige verbrandingsgassen kunnen uit de schoorsteen of een an­der luchtafvoerkanaal naar de woonruimten geleid worden. Levensgevaarlijk!
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het gelijktijdige gebruik van de dampkap en een verbrandingssys­teem in dezelfde ruimte is ongevaarlijk als de onderdruk niet groter is dan 4Pa (0,04mbar). In dat geval is er geen gevaar dat verbran­dingsgassen worden teruggezogen.
Er zullen geen onderdrukproblemen ontstaan als door niet-afsluit­bare openingen bijvoorbeeld in deuren of ramen voldoende lucht in de ruimte kan komen. De diameter van de opening waardoor de lucht naar binnen stroomt, moet dan wel groot genoeg zijn. Alleen een muurkast voor luchttoevoer/luchtafvoer is meestal niet toerei­kend.
Bij de beoordeling van een en ander dient men altijd rekening te houden met de totale ventilatie van de woning. Raadpleeg in ieder geval een vakman.
Wanneer de dampkap met luchtcirculatie wordt gebruikt en de lucht wordt teruggevoerd in de ruimte waar het toestel is geplaatst, is gelijktijdig gebruik van een dampkap en een verbrandingstoestel in dezelfde ruimte niet gevaarlijk.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Veilig gebruik

Door open vuur bestaat brandgevaar!
Werk met het oog op het risico op brand nooit met open vuur onder de dampkap: zo is flamberen en grilleren met open vuur verboden. Een dampkap die in gebruik is trekt de vlammen in het vetfilter/de vetfilters aan, waardoor het daarin verzamelde vet vlam kan vatten.
Sterke hitte-ontwikkeling op een gaskookplaat kan de dampkap
beschadigen.
– Let er bij gebruik van de dampkap boven een gaskookplaat of
gasfornuis op, dat er altijd een pan staat op de gaspit die in ge­bruik is. Draai de gaspit ook uit, wanneer u de pan even van het gas neemt.
– Kies pannen die niet groter of kleiner zijn dan de kookzone.
– Regel de stand van het gas zo dat er geen gas langs de pan om-
hoog komt.
– Zorg ervoor dat u een pan nooit overmatig verhit, zoals bij het
wokken snel gebeurt.
Condenswater kan zorgen voor corrosieschade aan de dampkap.
Schakel de dampkap altijd in als u een kookzone gebruikt om opho­ging van condenswater te voorkomen.
Olie en vet kunnen bij oververhitting vanzelf ontbranden en daarbij
de dampkap in brand zetten. Let op potten, pannen en friteuses wanneer u met olie en vet werkt. Ook het grillen op elektrische griltoestellen moet daarom onder con­tinu toezicht plaatsvinden.
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik de dampkap nooit zonder vetfilters om te voorkomen dat
zich vuil en vet in de dampkap afzetten, waardoor deze op den duur niet meer goed zal functioneren.
Hou ermee rekening dat de dampkap bij het koken door de opstij-
gende hitte erg warm kan worden. Raak de ommanteling en de vetfilters pas aan wanneer de dampkap is afgekoeld.

Deskundige montage

Controleer of het gebruik van een dampkap boven uw kooktoestel
volgens de fabrikant van deze apparatuur toegestaan is.
Het is niet toegestaan de dampkap boven stookplaatsen voor
vaste brandstoffen te monteren.
Als de afstand tussen kookplaat en dampkap te klein is, kan dit
schade aan de dampkap veroorzaken. Tussen de dampkap en de plek waar gekookt, gebakken, gebraden, gegrilld of gefrituurd wordt moeten de afstanden die in het hoofd­stuk: 'Montage' worden aangegeven, aangehouden worden, tenzij de fabrikant van de kookapparatuur een grotere afstand aangeeft. Worden er onder de dampkap verschillende kooktoestellen gebruikt waarvoor verschillende afstanden gelden, dan moet de grootste af­stand worden aangehouden.
Neem voor het monteren van de dampkap de aanwijzingen in het
hoofdstuk “Montage” in acht.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik voor de luchtafvoerleiding enkel buizen of slangen van
onbrandbaar materiaal. Die zijn bij uw Miele-handelaar of via de Technische Dienst van Miele verkrijgbaar.
De lucht mag niet worden afgevoerd via een afvoerschoorsteen
die wordt gebruikt voor de afvoer van rook of gas, noch via een schacht die wordt gebruikt voor de ontluchting van ruimten waarin wordt gestookt.
Wanneer de lucht moet worden afgevoerd via een schoorsteen die
niet meer in gebruik is, dan dient u eerst de officiële voorschriften te raadplegen.

Reiniging en onderhoud

Er kan brand ontstaan als het toestel niet volgens de aanwijzingen
in deze gebruiksaanwijzing wordt gereinigd.
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen van de dampkap nooit een stoomreiniger.

Accessoires

Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemon­teerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of pro­ductaansprakelijkheid.
11

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu

Recycleerbare verpakking

De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd milieuvriende­lijk en recycleerbaar verpakkingsmateri­aal gekozen.
Door hergebruik van verpakkingsmateri­aal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.

Uw toestel afdanken

Oude elektrische en elektronische toe­stellen bevatten meestal nog waarde­volle materialen. Ze bevatten echter ook stoffen, mengsels en onderdelen die nodig zijn geweest om de toestellen goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude toestel bij het ge­wone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de ge­zondheid en het milieu. Doe uw oude toestel daarom nooit bij het gewone huisafval.
Lever het in bij een gemeentelijk inza­meldepot voor elektrische en elektro­nische apparatuur, bij uw vakhandelaar of bij Miele. U bent wettelijk zelf verant­woordelijk voor het wissen van eventue­le persoonlijke gegevens op het af te danken toestel.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan contact op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
12
Zorg er ook voor dat het toestel intus­sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.

Hoe werkt uw toestel?

De dampkap kan op de volgende ma­nieren worden gebruikt:

Werking met luchtafvoer

De aangezogen lucht wordt door de vetfilters gereinigd en naar buiten afge­voerd.

Terugslagklep

Deze dampkap werkt met een terug­slagklep. Wanneer het toestel is uitgeschakeld, kan er lucht stromen tussen het vertrek en daarbuiten. Met een terugslagklep kan dat worden voorkomen. De klep gaat dicht, wanneer het toestel wordt uitgeschakeld. Nadat het toestel is ingeschakeld gaat de terugslagklep open, zodat de kook­luchtjes ongehinderd naar buiten kun­nen worden afgevoerd.

Luchtcirculatie

(alleen met anti-geurfilter als bij te be­stellen accessoire, zie “Technische ge­gevens”)
De aangezogen lucht wordt door de vetfilter en bovendien door de anti­geurfilter gereinigd en wordt daarna weer in de keuken geleid.
Bij uw dampkap is een terugslagklep gevoegd voor het geval uw luchtafvoer­systeem daar niet over beschikt. Deze klep wordt in de uitblaastuit van de mo­toreenheid geplaatst.
13

De dampkap in één oogopslag

14
De dampkap in één oogopslag
a
Luchtcirculatierooster
b
Luchtafvoertuit
c
Montagehaken
d
Opklapbare luifel voor montage van een meubeldeur
e
Anti-geurfilter Na te bestellen accessoire voor luchtcirculatie
f
Kookvlakverlichting
g
Vetfilter
h
Bedieningselementen
15

Bediening

Afzuiging inschakelen

Schakel de afzuiging in, zodra u begint met koken. Hierdoor worden kook­dampen vanaf het eerste moment afge­zogen.
De luifel inklappen.
De afzuiging start op stand 2.

Afzuigvermogen kiezen

Voor lichte tot zware kookdampen en geuren kunt u kiezen tussen de vermo­gensstanden 1 tot en met 3.
Wanneer u aanbraadt waarbij veel damp en geur vrijkomt, raden wij u aan om stand B, de “boosterstand”, te ge­bruiken.
Kies de gewenste vermogensstand
door op de overeenkomstige knop­pen te drukken.

Boosterstand terugschakelen

Druk opnieuw op de knop B om de
boosterstand uit te schakelen.

Naloop

Laat de afzuiging na het koken nog
enkele minuten werken.
De keukenlucht wordt gezuiverd van eventueel nog aanwezige dampen en geurtjes.
Resten in de dampkap en en de geur­tjes die hierdoor ontstaan worden voor­komen.

Afzuiging uitschakelen

Sluit de luifel om de afzuiging uit te
schakelen of druk de toets 0 langer in.
Om de ventilator opnieuw in te scha-
kelen als de luifel geopend is, drukt u op een van de knoppen 1 tot 3.
Kookplaatverlichting in- en uit­schakelen
De kookplaatverlichting in- en uit-
schakelen door de luifel te openen en te sluiten.
De ventilator keert dan terug naar de laatst gekozen stand.
Als u de boosterstand niet uitschakelt, keert de ventilator na 5 minuten auto­matisch terug naar de laatst gekozen stand.
16
Als de stroom uitvalt worden de venti­lator en de kookplaatverlichting auto­matisch uitgeschakeld. Als de luifel geopend is, dan schakelt na het opheffen van de storing de ven­tilator op stand 2 en gaat de kook­plaatverlichting weer aan.
Deze dampkap werkt zeer efficiënt en energiebesparend. Volgende maatre­gelen ondersteunen u bij het spaarzame gebruik:
– Zorg bij het koken voor een goede
ventilatie van de keuken. Stroomt bij luchtafvoer niet voldoende lucht, dan werkt de dampkap niet efficiënt en zijn er verhoogde werkingsgeluiden.
– Kook op een zo laag mogelijke kook-
stand. Weinig kookdampen beteke­nen een lage vermogensstand aan de dampkap en hierdoor ook minder stroomverbruik.
– Controleer de gekozen vermogens-
stand op de dampkap. Meestal is een lage vermogensstand voldoende. Ge­bruik de boosterstand alleen als dat nodig is.
– Schakel bij sterke kookdampen al
vroeg op een hoge stand. Dat is effi­ciënter dan de kookdampen nadien proberen op te vangen.

Tips om energie te besparen

– Let erop om de dampkap na het ko-
ken weer uit te schakelen.
– Maak de filters geregeld schoon of
vervang ze. Door erg vette filters wordt het vermogen verlaagd en de bestaat er brandgevaar. Voorts be­staat dan een risico voor het hygiëne.
17

Reiniging en onderhoud

Maak voorafgaand aan onder-
houd en reiniging de dampkap span­ningsvrij. Zie hoofdstuk: “Veiligheids­instructies en waarschuwingen”.

Behuizing

Verwijder de luifel

Voor een betere toegankelijkheid kan de luifel verwijderd worden.
De luifel openen.De ontgrendelingsschuiver voor de
luifel naar onder trekken, vervolgens de luifel langs voren uitkantelen.
Plaats de luifel bovenaan opnieuw in
de geleidingen en kantel deze naar onder om de luifel te monteren.

Algemeen

Het oppervlak en de bedienings-
elementen zijn krasgevoelig. Neem daarom de volgende reini-
gingstips in acht.
Reinig oppervlak en bedieningsele-
menten alleen met een doek, wat rei­nigingsmiddel en wat warm water.
Let erop dat er geen water in de
dampkap komt. Reinig vooral het gedeelte met de
bedieningselementen alleen met een iets vochtige doek.
Wrijf alles daarna met een zachte
doek droog.
Gebruik geen:
– zuur-, soda-, chloride- of oplosmid-
delhoudende reinigingsmiddelen,
– schurende reinigingsmiddelen zoals
schuurpoeder en ook geen schuur­sponsjes of sponsjes waar nog resten van schuurmiddelen in zitten.
18
Reiniging en onderhoud

Bedieningselementen

De bedieningselementen kunnen ver­kleuren
wanneer er vuil op blijft zitten. Verwijder vuil daarom direct.
Neem de algemene regels in acht.
Gebruik geen reinigingsmiddel voor roestvrij staal.

Vetfilters

De recycleerbare metalen vetfilters in de dampkap nemen de vaste deeltjes uit de keukendampen op (vet, stof, etc.) en zorgen er zo voor dat de dampkap niet vuil wordt.
De vetfilters moeten regelmatig worden gereinigd.
Sterk vervuilde vetfilters verminderen het afzuigvermogen en zorgen voor meer vervuiling van de dampkap en de keuken.
Brandgevaar!
Verzadigde vetfilters zijn brandbaar. Reinig de vetfilters regelmatig.

Reinigingsinterval

Aangekoekt vet wordt na verloop van tijd hard en het wordt dan steeds moei­lijker om de filters schoon te krijgen. U kunt daarom het beste de vetfilters om de 3–4weken schoonmaken.

De vetfilter uitnemen

Een vetfilter kan makkelijk uit uw
handen glippen. Daarbij kunnen de vetfilter en de
kookplaat beschadigd raken. Houd de vetfilter bij het verwijderen,
reinigen en terugplaatsen daarom goed vast.
19
Reiniging en onderhoud
Ontgrendel de vetfilter en neem hem
langs onder uit het toestel.

De vetfilters met de hand reinigen

Reinig de vetfilters in warm water met
een afwasborstel en een zacht hand­afwasmiddel. Gebruik het handaf­wasmiddel niet geconcentreerd.

Ongeschikte reinigingsmiddelen

Vetfilters kunnen beschadigd raken door reinigingsmiddelen die daarvoor niet geschikt zijn. De volgende reinigingsmiddelen mogen niet worden gebruikt:
Bij reiniging van de vetfilters in de af­wasautomaat kunnen sommige reini­gingsmiddelen blijvende verkleuringen veroorzaken op de filteroppervlakken. Deze verkleuringen hebben geen na­delig effect op de werking van de vet­filters.

Na het reinigen

Leg de vetfilters na het schoonmaken
nog op een vochtopnemend voor­werp te drogen.
Wanneer de vetfilters uitgenomen
zijn, kan u de bereikbare onderdelen van de behuizing van vet ontdoen. Op die manier voorkomt u brandge­vaar.
Plaats de vetfilters weer terug.
– kalkoplossende reinigingsmiddelen
– schuurpoeder of schuurcrème
– agressieve allesreinigers en vetoplos-
sprays
– ovenspray
Vetfilters reinigen in de afwasauto­maat
Plaats de vetfilters verticaal of schuin
in het onderrek. Let erop dat de sproeiarm vrij kan bewegen.
Gebruik een reinigingsmiddel dat ge-
schikt is voor huishoudelijk gebruik.
Kies een programma met een tempe-
ratuur tussen de 50°C en 65°C.
20

Actievekoolstoffilter

Bij luchtcirculatie dient u naast de vetfil­ters ook nog twee anti-geurfilters te ge­bruiken. De anti-geurfilters binden de kookgeurtjes.
De anti-geurfilters worden zijdelings aan de ventilator gemonteerd.
U kunt de anti-geurfilters in de webshop van Miele, bij Miele zelf (zie achter in deze gebruiksaanwijzing) of bij de Miele-vakhandelaar verkrijgen. De type­aanduiding vindt u in het hoofdstuk “Technische gegevens”.

Anti-geurfilter plaatsen/vervangen

Om de anti-geurfilters te monteren of
te vervangen moet de luifel geopend en de vetfilters zoals hierboven be­schreven verwijderd worden.
Reiniging en onderhoud
Bij de eerste keer plaatsen: plaats de
beide adapters zijdelings op de venti­lator en draai deze in de houders.
Schuif voor het vervangen de hendel
een stukje terug en verwijder het anti­geurfilter.
Schuif de anti-geurfilter in de adapter
tot deze vastklikt.
Plaats de vetfilters weer terug.

Vervangingsfrequentie

Vervang de anti-geurfilter altijd zodra
kookluchtjes niet meer voldoende worden opgenomen. In ieder geval om de 6 maanden ver­vangen.

Anti-geurfilters weggooien

Gooi de gebruikte anti-geurfilters bij
het huisvuil.
21

Montage

Voor de montage

Neem voordat u met monteren
begint de informatie in dit hoofdstuk en in het hoofdstuk “Opmerkingen omtrent uw veiligheid” in acht.

Montagetips

– Om alle kookdampen op te kunnen
vangen, moet de dampkap precies in het midden boven de kookplaat zijn gemonteerd.
– Zorg ervoor dat het kookvlak niet
groter is dan de dampkap, liefst klei­ner.
– De plaats waar de dampkap komt te
hangen moet makkelijk toegankelijk zijn. In geval van een storing moet een technicus makkelijk bij de damp­kap kunnen komen en deze ongehin­derd kunnen demonteren. Let bij het monteren van de dampkap dus ook op de plaatsing van kasten, planken, plafond- of decorelementen in de omgeving van de dampkap.

Afmetingen van het toestel

* Afmetingen van de meubeldeur Luchtafvoeraansluiting 150mm, met
reduceertuit 120mm.
22
Montage

Afstand tussen kookplaat en dampkap (S)

Tussen de onderkant van de dampkap en de plek waar gekookt, gebakken, ge­braden, gegrilleerd of gefrituurd wordt, moet een minimumafstand worden aan­gehouden. Deze kunt u hieronder vinden. Geeft de fabrikant echter een grotere afstand aan, houd dan deze aan.
Neem ook de veiligheidsinstructies en waarschuwingen in het gelijknamige hoofdstuk in acht.
Kooktoestel Minimumafstand S
Elektrische kookplaat 650mm
Grill en friteuse (elektrisch) 650mm
Een gaskookplaat met verschillende branders met een totale capaciteit van 12,6kW, waarbij geen brander een capaciteit van > 4,5kW heeft
Een gaskookplaat met verschillende branders met een totale capaciteit van > 12,6kW en 21,6kW, waarbij geen brander een capaciteit van > 4,8kW heeft.
Een gaskookplaat met verschillende branders met een totale capaciteit van > 21,6kW, of met bij één brander een capaciteit van > 4,8kW.
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van 6kW 650mm
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van > 6kW en 8,1kW
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van > 8,1kW
Als u een meubeldeur van hout of kunststof aan de dampkap monteert, neem dan de aanwijzingen van de fabrikant van de kooktoestellen in acht met betrek­king tot het gebruik van licht ontvlambaar materiaal boven kooktoestellen.
650mm
760mm
niet mogelijk
760mm
niet mogelijk
23
Montage

Montage van de meubeldeur

Er bevinden zich meerdere openingen in de luifel van het toestel om de meu­beldeur te bevestigen. De bijgevoegde boorsjabloon helpt u om op de juiste plaats te boren.

Dieptebijstelling

Om de kastdiepte T van 275mm tot 360mm in te stellen bevinden er zich aan de bovenzijde verstelbare haken en aan de onderzijde van het toestel een verstelbare afdekhoek.
De luifel openen.De ontgrendelschuiver van de luifel
naar voren trekken en de luifel langs boven uitklappen.
De boorsjabloon voor de frontdeur op
maat snijden, op de binnenkant van de deur leggen en de gaten overeen­komstig voorboren.
De meubeldeur met geschikte
schroeven verbinden met de luifel.
24
De schroeven van de verstelbare
haak losdraaien.
De haken tot de gewenste afmeting T
uittrekken.
De schroeven opnieuw vastdraaien.De schroeven van de afdekhoek los-
draaien.
De afdekhoek tot de gewenste afme-
ting verschuiven.
De schroeven opnieuw vastdraaien.
Als het verstelbereik niet volstaat,
schroef de afdehoek dan los en draai hem om de langere zijde te ge­bruiken.

Montage aan de muur

De dampap wordt aan de wand tussen de bovenkasten bevestigd. Gebruik daarvoor de bijgevoegde schroeven en pluggen.
Bevestig de daarvoor bestemde
boorsjabloon op de muur, de boven­kant van de sjabloon markeert de bo­venkant van de dampkap. Zorg voor een veilige afstand tussen dampkap en kookplaat (zie hoofdstuk: “Afme­tingen van het toestel”).
Markeer de vier boorgaten voor de
bevestigingshaken en boor de gaten in de muur ( 8mm).
De boorsjabloon verwijderen.
Montage
Demonteer het luchtcirculatierooster
voor de luchtafvoer.
Bevestig de bevestigingsbeugel met
de bijgevoegde pluggen en schroe­ven aan de muur.
De schroeven en pluggen zijn
geschikt voor een massieve muur­constructie.
Gebruik voor andere muurconstruc­ties bevestigingsmateriaal dat daarbij past.
Let er op dat de muur stevig genoeg is voor de dampkap.
De overeenkomstig boosjabloon aan
de zijkast of zijbekleding bevestigen.
Twee bevestigingsgaten in de zijkast
of de zijbekleding boren ( 2mm).
Hang de dampkappen op met de ver-
stelbare haken.
25
Montage
Plaats de luifel met de gemonteerde
meubeldeur en sluit deze.
De soepelheid van de luifel kan inge­steld worden. Dit kan nodig zijn als er bv. een zware deur gemonteerd wordt.

Hoogtebijstelling

Aan de bovenzijde van de bevestigings­beugel van het toestel bevinden zich bijstellingsschroeven waarmee u het hoogteniveau tegenover de zijkanten kunt instellen.
Het toestel stijgt als u de bijstellings-
schroeven naar links draait en zakt als u de bijstellingsschroeven naar rechts draait.
De beide afdekkappen rechts en links
vooraan aan de onderkant van het toestel van de openingen van de in­stelschroeven verwijderen.
Draai de instelschroeven met een
kruiskopschroevendraaier gelijkmatig aan beide zijden. Het klapmechani­sche loopt minder soepel als u naar rechts draait en soepeler als u naar links draait.
Steek de afdekkappen erop.
26
Eventueel moet u de diepte nogmaals
bijstellen.
Zijkasten verbinden/zijbekle­dingen monteren
De dampkap wordt met twee schroeven per zijde aan de zijkasten of zijbekledin­gen geschroefd.
Verwijder de luifel.Verwijder de vetfilters.Draai de bovenste schroeven in de
zijkasten of zijbekledingen.
Montage
Plaats de vetfilters weer terug.
Verwijder de afdekkappen van de on-
derste schroeven.
Draai de onderste schroeven in.Steek de afdekkappen erop.Monteer de luifel opnieuw.
27
Montage

Voorbereiding luchtafvoer

Als uw luchtafvoersysteem niet over een luchtafvoerklep beschikt, worden er twee luchtafvoerkleppen voor luchtaf­voerleidingen 150 en 120mm meegeleverd.
Plaats voor een luchtafvoerleiding
150mm de overeenkomstige luchtaf­voerklep op de uitblaastuit. Plaats voor een luchtafvoerleiding 120mm de reduceertuit op de uit­blaastuit en de overeenkomstige luchtafvoerklep op de reduceertuit.

Voorbereiding luchtcirculatie

Installeer de anti-geurfilter (zie hoofd-
stuk “Reinigen en onderhoud”).

Elektrische aansluiting

Neem voordat u de dampkap op de elektriciteit aansluit de hoofdstukken: “Elektrische aansluiting” en “Veilig­heidsinstructies en waarschuwingen” in acht.
Steek de stekker in het stopcontact.
Verwijder de vetfilters en trek de be-
schermfolie van het frame. Plaats de vetfilters terug.
Bevestig de luchtafvoerleiding aan de
uitblaastuit, bv. een flexibele luchtaf­voerslang met een slangklem (na te bestellen accessoires).
Hoe u voor de montage van het
luchtafvoersysteem verder te werk moet gaan, vindt u in het hoofdstuk: “Luchtafvoersysteem”.
28
De dampkap mag alleen aangesloten worden op een AC230V ~ 50Hz stop­contact dat volgens de voorschriften geaard en geïnstalleerd is. De elektrische installatie moet volgens VDE0100 uitgevoerd zijn!
Om de veiligheid te verhogen, is het raadzaam een verliesstroomschakelaar met een uitschakelstroom van 30mA (DINVDE0664) voor het toestel te schakelen (VDE in de richtlijn DINVDE0100 deel 739).
Voer de aansluiting bij voorkeur via een stopcontact uit. Dit vergemakkelijkt im­mers eventuele tussenkomsten van de Technische Dienst. Het stopcontact moet nog toegankelijk zijn als het toe­stel ingebouwd is.
Als het stopcontact na de inbouw niet meer toegankelijk is, moet in de instal­latie een scheidingsinrichting voor elke pool voorhanden zijn. Als stroomonder­brekers kunnen er schakelaars worden gebruikt met een contactopening van meer dan 3mm. Bijvoorbeeld automatische schakelaars, smeltstoppen en contactsluiters (EN60335).

Elektrische aansluiting

De vereiste aansluitgegevens vindt u op het typeplaatje (zie hoofdstuk “Tech­nische Dienst van Miele en garantie”). Ga na of deze gegevens overeenstem­men met de spanning en de frequentie van het net.
29

Luchtafvoerleiding

Gelijktijdig gebruik van de damp-
kap en een toestel dat lucht in die­zelfde ruimte verbruikt kan gevaarlijk zijn! Er kunnen giftige gassen vrijko­men.
Neem beslist de veiligheidsinstruc­ties en waarschuwingen in het gelijk­namige hoofdstuk in acht.
Laat in ieder geval door de plaatse­lijke schoorsteenveger controleren of een veilig gebruik van de luchtafvoer gewaarborgd is.
Voor de luchtafvoer mogen alleen gladde buizen of flexibele slangen van niet-brandbaar materiaal worden gebruikt.
Voor een zo groot mogelijk afzuigver­mogen en een zo laag mogelijk geluids­niveau moeten de volgende punten in acht worden genomen.
– De luchtafvoer moet een doorsnede
hebben die niet minder is dan 150 mm.
– Wanneer er platte luchtafvoerkanalen
worden gebruikt, mag de doorsnede niet kleiner zijn dan de doorsnede van de luchtafvoertuit.
– De luchtafvoer moet zo kort en recht
mogelijk zijn.
– Alleen bochten met een grote straal
zijn toegestaan.
Iedere barrière in de luchtstroming vermindert de afzuigcapaciteit en verhoogt het geluidsniveau.
Wordt de lucht gewoon naar buiten
afgevoerd, dan kan het beste een dakdoorvoering of een telescopische muurkast worden geïnstalleerd. Deze kunt u nabestellen.
Moet de lucht door een schoorsteen
worden afgevoerd, dan moet de in­voerbuis verticaal worden gebogen.
Wanneer de luchtafvoer horizontaal
wordt aangelegd, moet het verval minstens 1 cm per meter bedragen. Daarmee wordt voorkomen dat er condenswater in de dampkap loopt.
Wanneer de luchtafvoer door koele
ruimten, zolders e.d. wordt aange­legd, kan er binnen de afzonderlijke ruimten een groot temperatuurver­schil ontstaan. Er kan zich dan con­dens vormen. De luchtafvoer moet daarom worden geïsoleerd.
– Er mogen geen knikken in de luchtaf-
voer komen en de luchtafvoer mag niet in elkaar worden gedrukt.
– De verbindingspunten mogen niet
lekken.
30
Voor storingen die u niet zelf kunt ver­helpen, waarschuwt u uw Miele-vak­handelaar of Miele.
Het adres, het telefoonnummer en de website van Miele vindt u achter in deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling moet de afdeling Consumentenbelan­gen weten welk type toestel u heeft en welk serienummer het heeft. Beide gegevens vindt u op het typepla­tje.

Positie van het typeplaatje

Het typeplaatje is zichtbaar nadat u (af­hankelijk van het model) de vetfilter heeft verwijderd.

Duur en voorwaarden van de garantie

De duur van de garantie bedraagt 2jaar.

Service en garantie

Meer informatie vindt u in de meegele­verde garantievoorwaarden.
31

Technische gegevens

Ventilatormotor 250W
Kookplaatverlichting 2x1,1W
Totale aansluitwaarde 252,2W
Netspanning, frequentie AC 230V, 50Hz
Zekering 10A
Lengte van de aansluitkabel 1,2m
Gewicht 11,8kg

Na te bestellen accessoires voor luchtcirculatie

Anti-geurfilterset DKF14-1. De set bevat twee anti-geurfilters.
32
Technische gegevens

Productkaart voor huishoudelijke afzuigkappen

volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr. 66/2014
MIELE
Identificatie van het model DA 1867
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasse C
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) C
Verlichtingsefficiëntie (LE
afzuigkap
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Vetfilteringsefficiëntie 85,1%
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) B
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
max
)
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt 347 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid) 52 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid) 67 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus 69 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 210,0 W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po) W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps) 0,49 W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem 2,2 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookopper­vlak
Tijdstoenamefactor 1,3
) 101,3 kWh/jaar
afzuigkap
) 76,7
afzuigkap
) 18,3
afzuigkap
) 95,4 lx/W
398,0 m3/h
320 m3/h
610 m3/h
690 m3/h
690 m3/h
210 Ix
33
Herstellingen aan huis en andere inlichtingen: 02/451.16.16
nv Miele België
Z.5 Mollem 480 1730 Mollem (Asse)
E-mail: info@miele.be Internet: www.miele.be
Duitsland Miele & Cie. KG
Carl-Miele-Straße 29 33332 Gütersloh
DA 1867
M.-Nr. 10 973 450 / 00nl-BE
Loading...