Gebruiks- en montagehandleiding
SmartLine-gaskookplaat
Lees altijd eerst de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw
toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor
uzelf en u voorkomt schade aan uw toestel.
nl-BEM.-Nr. 11 503 060
De kookplaat mag ook in andere dan op het toestel aangegeven landen worden
gebruikt. De landspecifieke uitvoering en de manier waarop de kookplaat wordt
aangesloten, hebben een grote invloed op de correcte en veilige werking van de
kookplaat.
Neem daarom contact op met de Miele Service in het betreffende land als u het
toestel in een land wilt gebruiken dat niet op het toestel vermeld staat.
2
Inhoud
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.....................................................5
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu ........................................... 16
Deze kookplaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften.
Onjuist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële schade
tot gevolg hebben.
Lees de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door voordat u de kookplaat in gebruik neemt. Daarin vindt u belangrijke
richtlijnen met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik
en het onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade
aan de kookplaat.
In overeenstemming met de norm IEC60335-1 adviseert Miele u
uitdrukkelijk om het hoofdstuk over de installatie van de kookplaat
en de veiligheidsinstructies en waarschuwingen te lezen en op te
volgen.
Wanneer de veiligheidsrichtlijnen en waarschuwingen niet worden
opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die hieruit voortvloeit.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef ze door aan
een eventuele volgende eigenaar.
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Verantwoord gebruik
Deze kookplaat is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
gelijkaardige omgevingen.
Deze kookplaat mag niet buiten worden gebruikt.
Gebruik deze kookplaat uitsluitend in huishoudelijke context voor
het bereiden en warmhouden van gerechten. Gebruik voor andere
doeleinden is niet toegestaan.
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid,
hun onervarenheid of gebrek aan kennis van de kookplaat niet in
staat zijn om deze veilig te bedienen, mogen deze alleen onder toezicht gebruiken. Deze personen mogen de kookplaat alleen zonder
toezicht gebruiken als ze weten hoe ze deze veilig moeten bedienen.
Ze moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen
inzien en begrijpen.
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Kinderen in het huishouden
Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu-
rend toezicht houdt.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de kookplaat alleen zonder toe-
zicht gebruiken als ze weten hoe ze deze veilig moeten bedienen.
Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening
kunnen inzien en begrijpen.
Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht reinigen.
Houd kinderen in de gaten wanneer deze zich in de buurt van de
kookplaat bevinden. Laat ze nooit met de kookplaat spelen.
De kookplaat wordt tijdens het gebruik heet en blijft dat ook nog
enige tijd nadat het is uitgeschakeld. Houd kinderen op een afstand,
totdat de kookplaat voldoende is afgekoeld en er geen verbrandingsgevaar meer bestaat.
Verbrandingsgevaar. Bewaar in de opbergruimte boven of onder
de kookplaat geen voorwerpen die voor kinderen interessant zijn.
Dat kan kinderen ertoe brengen op het toestel te klimmen.
Verbrandingsgevaar. Draai de grepen van de pannen zo dat ze
zich boven het werkblad bevinden, zodat kinderen de pannen niet
van het toestel kunnen trekken.
Verstikkingsgevaar. Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in
verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal
over hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen weg
van kinderen.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of repara-
tiewerkzaamheden kan de gebruiker aanzienlijke risico's lopen. Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen
door een door Miele geautoriseerde deskundige worden uitgevoerd.
Schade aan de kookplaat kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Controleer de kookplaat op zichtbare schade. Gebruik nooit een beschadigde kookplaat.
De kookplaat kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als
deze op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
De elektrische veiligheid van de kookplaat is uitsluitend gegaran-
deerd, als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elektrische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
moeten beslist met de waarden van het elektriciteitsnet overeenkomen, om beschadiging van de kookplaat te voorkomen.
Vergelijk deze gegevens voor de aansluiting. Raadpleeg bij twijfel
een elektricien.
Stekkerdozen of verlengsnoeren bieden niet voldoende veiligheid
(brandgevaar). Gebruik deze niet voor het aansluiten van de kookplaat op het elektriciteitsnet.
Gebruik de kookplaat alleen als deze is ingebouwd, zodat de vei-
ligheid gewaarborgd is.
Deze kookplaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals een
boot) worden gebruikt.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wanneer u aansluitingen onder spanning aanraakt of de elek-
trische en mechanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar
opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van de kookplaat
leiden.
Open nooit de behuizing van de kookplaat.
Het recht op garantie vervalt wanneer de kookplaat door een
technicus wordt gerepareerd die niet door Miele is geautoriseerd.
Enkel bij gebruik van originele Miele-onderdelen garandeert Miele
dat aan de veiligheidseisen wordt voldaan. Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen worden vervangen.
De kookplaat mag niet worden gebruikt met een externe schakel-
klok of een systeem voor besturing op afstand.
Een gasspecialist moet de gasaansluiting uitvoeren (zie het hoofd-
stuk “Installatie”, paragraaf “Gasaansluiting”). Als de stekker van de
aansluitkabel wordt verwijderd of als de aansluitkabel geen stekker
heeft, dan moet de kookplaat door een elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten (zie het hoofdstuk “Installatie”, paragraaf “Elektrische aansluiting”).
Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze door een elektri-
cien worden vervangen door een speciale aansluitkabel (zie het
hoofdstuk “Installatie”, paragraaf “Elektrische aansluiting”).
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet de
kookplaat volledig van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Controleer dit als u
- de zekeringen in uw zekeringkast uitschakelt, of
- de zekeringen van de huisinstallatie volledig worden losgeschroefd, of
- als de stekker (indien aanwezig) uit het stopcontact is getrokken.
Trek daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
- de gastoevoer sluit.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gevaar voor elektrische schok. Neem de kookplaat niet in gebruik
bij een defect of bij breuken, scheuren en barsten in de keramische
plaat of schakel de kookplaat meteen uit. Maak de kookplaat spanningsvrij en sluit de gastoevoer af. Neem contact op met de Mieleklantendienst.
Als de kookplaat achter een meubelfront (bijv. een deur) is inge-
bouwd, sluit dit dan nooit wanneer u de kookplaat gebruikt. Achter
een gesloten meubelfront hopen warmte en vocht zich op. Daardoor
kunnen de kookplaat, de ombouwkast en de vloer beschadigd worden. Sluit het meubelfront pas als de kookplaat volledig is afgekoeld.
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Veilig gebruik
Het toestel wordt bij gebruik heet en blijft dat ook nog enige tijd
na het uitschakelen. Raak het toestel daarom niet aan, zolang het
nog heet is.
Voorwerpen in de nabijheid van de ingeschakelde kookplaat kun-
nen door de hoge temperaturen beginnen te branden.
Gebruik de kookplaat nooit om ruimten te verwarmen.
Olie en vet kunnen bij oververhitting gaan branden. Laat de kook-
plaat bij werkzaamheden met olie en vet niet zonder toezicht achter.
Blus branden met olie en vet nooit met water. Schakel de kookplaat
uit en verstik de vlammen voorzichtig met een deksel of een blusdeken.
Houd toezicht op het SmartLine-element tijdens het gebruik.
Houd voortdurend toezicht bij korte kook- en braadprocessen.
Vlammen kunnen de vetfilters van een dampkap in brand doen
vliegen. Flambeer nooit onder een dampkap.
Als spuitbussen, licht ontvlambare vloeistoffen of brandbaar mate-
riaal warm worden, kunnen ze gaan branden. Bewaar daarom makkelijk ontvlambare voorwerpen nooit in laden direct onder de kookplaat. Eventueel aanwezige bestekbakken moeten van hittebestendig
materiaal zijn.
Bewaar geen licht ontvlambare voorwerpen in de buurt van het
toestel.
Voorwerpen in de buurt van het ingeschakelde toestel kunnen
door de hoge temperaturen vuur vatten.
Gebruik het toestel nooit om er een ruimte mee te verwarmen.
Verwarm kookgerei nooit zonder inhoud.
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
In gesloten conservenblikken ontstaat bij het inmaken en op-
warmen een overdruk, waardoor deze kunnen ontploffen. Gebruik de
kookplaat niet voor het inmaken en verwarmen van conservenblikken.
Wanneer de kookplaat wordt afgedekt, bestaat het risico dat het
materiaal van de afdekking in brand vliegt, barst of smelt als u de
kookplaat per ongeluk inschakelt of als deze nog warm is van een
bereiding. Dek de kookplaat nooit af met bijv. afdekplaten, een doek
of een beschermfolie.
Als u het toestel per ongeluk inschakelt of als het nog warm is van
het koken, bestaat het risico dat metalen voorwerpen die op de
kookplaat liggen heet worden. Andere materialen kunnen smelten of
ontbranden. Gebruik de kookplaat nooit als werkblad.
U kunt zich aan het hete toestel branden. Gebruik daarom altijd
ovenhandschoenen of pannenlappen als u met het hete toestel
werkt. Gebruik alleen droge handschoenen of pannenlappen. Nat of
vochtig textiel geleidt de warmte beter en kan door stoom verbrandingen veroorzaken. Zorg dat het textiel niet te dicht bij de vlammen
komt. Gebruik dan ook geen al te grote pannenlappen, theedoeken
of iets dergelijks.
Als u een elektrisch toestel (bijvoorbeeld een mixer) in de buurt
van de kookplaat gebruikt, mag de aansluitkabel niet in contact komen met de hete kookplaat. De isolatie van de kabel zou beschadigd
kunnen raken.
Laat geen voorwerpen op de keramische plaat vallen. Zelfs een
licht voorwerp zoals een zoutvaatje kan scheuren of barsten veroorzaken.
Serviesgoed van kunststof of aluminiumfolie smelt bij hoge tem-
peraturen. Gebruik daarom geen serviesgoed van kunststof of aluminiumfolie.
12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als u de bedieningsknop indrukt, genereert de ontstekingselektro-
de een vonk. Druk de bedieningsknop niet in als u de kookplaat of
de brander rond de ontstekingselektrode reinigt of aanraakt.
Zorg dat op een ontstoken brander altijd een pan staat. Een erbo-
ven geplaatste afzuigkap kan anders beschadigd raken of vuur vatten.
Zorg dat alle branderdelen op de juiste wijze zijn gemonteerd,
voordat u een brander ontsteekt.
Gebruik alleen pannen waarvan de bodemdiameter niet groter of
kleiner is dan in de gebruiksaanwijzing staat aangegeven (zie “De
juiste pannen”). Als de diameter te klein is, staat de pan niet stevig
genoeg. Is de diameter te groot, dan worden de hete verbrandingsgassen te ver naar de zijkant gevoerd en kunnen het werkblad, een
niet hittebestendige wand of onderdelen van de kookplaat beschadigd raken. Voor schade die op deze wijze is ontstaan, kan Miele niet
aansprakelijk worden gesteld.
Zorg dat de vlammen van de brander niet onder het kookgerei
vandaan komen.
Gebruik geen pannen met een te dunne bodem. De kookplaat kan
anders beschadigd raken.
Gebruik daarvoor de meegeleverde pannendragers. Het kookgerei
mag niet rechtstreeks op een brander worden gezet.
Plaats pannendragers van boven op de kookplaat, zodat er geen
krassen kunnen ontstaan.
Bewaar geen licht ontvlambare voorwerpen in de buurt van het
toestel.
Verwijder vetspatten en andere brandbare verontreinigingen zo
spoedig mogelijk van de kookplaat. Er ontstaat anders brandgevaar.
13
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Bij gebruik van het toestel ontstaan warmte, vocht en verbran-
dingsgassen. Zorg daarom voor voldoende ventilatie in de ruimte
waar het toestel zich bevindt. Open een buitenraam of zorg voor mechanische afzuiging (bijvoorbeeld via een afzuigkap).
Als u het toestel lang en intensief gebruikt, is het aan te raden de
ruimte extra te ventileren, bijvoorbeeld door een buitenraam te openen of door de afzuigkap op een hoge stand in te schakelen.
Gebruik geen braadpannen, pannen of grillstenen die zo groot zijn
dat zij meerdere branders bedekken. Door warmteophoping kan het
toestel beschadigd raken.
Als het toestel gedurende een ongebruikelijk lange tijd niet is ge-
bruikt, is het aan te bevelen het toestel grondig te reinigen voordat u
het weer in gebruik neemt. Laat de correcte werking van het toestel
zo nodig door een vakman controleren.
Als u het kookelement op gas direct naast een werkbladdampkap
gebruikt, moet er tussen de werkbladdampkap en het kookelement
een FlameGuard worden geplaatst.
14
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Reiniging en onderhoud
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen van de kookplaat nooit een stoomreiniger.
15
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd milieuvriendelijk en recycleerbaar verpakkingsmateriaal gekozen.
Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
Uw toestel afdanken
Oude elektrische en elektronische toestellen bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook
stoffen, mengsels en onderdelen die
nodig zijn geweest om de toestellen
goed en veilig te laten functioneren.
Wanneer u uw oude toestel bij het gewone afval doet of er op een andere
manier niet goed mee omgaat, kunnen
deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Doe uw oude
toestel daarom nooit bij het gewone
huisafval.
Lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur, bij uw vakhandelaar
of bij Miele. U bent wettelijk zelf verantwoordelijk voor het wissen van eventuele persoonlijke gegevens op het af te
danken toestel.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken
van uw oud toestel, neem dan contact
op met
- de handelaar bij wie u het kocht
of
- de firma Recupel,
telefoon 0800/15 880,
website: www.recupel.be
of
- uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
16
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
Kookplaat
a
Brander
b
Brander
c
Pannendrager
d
Symbolen voor knoptoewijzing
e
Bedieningsknop achterste brander
f
Bedieningsknop voorste brander
Overzicht
17
Overzicht
Schakelaars
SymboolBeschrijving
Brander uit, gastoevoer afgesloten
Grootste vlam
Kleinste vlam
18
Brander
a
Branderdop
b
Branderkop
c
Brandervoet
d
Thermo-element
e
Ontstekingselektrode
Overzicht
19
Overzicht
Bijgeleverde accessoires
U kunt de bijgeleverde accessoires (en
andere accessoires) desgewenst ook
nabestellen (zie “Bij te bestellen accessoires”).
FlameGuard
Voor plaatsing tussen de werkbladdampkap en het kookelement op gas
20
Eerste ingebruikneming
Plak het typeplaatje dat bij de docu-
mentatie gevoegd is op de daarvoor
bestemde plaats in het hoofdstuk
“Service”.
Verwijder eventueel aanwezige be-
schermfolies en stickers.
SmartLine-element voor het
eerst reinigen
Reinig de afneembare delen van de
brander(s) met een sponsdoekje, afwasmiddel en warm water. Droog de
delen daarna weer af en zet de brander(s) vervolgens weer in elkaar (zie
het hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”).
Reinig het keramische oppervlak met
een vochtige doek en wrijf het daarna
weer droog.
SmartLine-element voor het
eerst in gebruik nemen
De metalen onderdelen worden met een
onderhoudsmiddel beschermd. Als het
SmartLine-element voor het eerst in gebruik wordt genomen, kunnen daardoor
geurtjes en eventueel dampen ontstaan.
De geur en de eventueel optredende
damp wijzen niet op een verkeerde aansluiting of een defect en zijn ook niet
schadelijk voor de gezondheid.
21
Loading...
+ 47 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.