MIELE CS 7102 User Manual [nl]

Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten
Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw toestel.
nl-BE M.-Nr. 10 757 360
Neem daarom contact op met de Miele-organisatie in het betreffende land als u het toestel in een land wilt gebruiken dat niet op het toestel vermeld staat.
2
Inhoud
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ...................................................................5
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................ 16
Overzicht .............................................................................................................. 17
Kookplaat .............................................................................................................. 17
Schakelaars........................................................................................................... 18
Brander.................................................................................................................. 19
Het toestel voor het eerst in gebruik nemen .................................................... 20
SmartLine-element voor het eerst reinigen ........................................................... 20
SmartLine-element voor het eerst in gebruik nemen ............................................ 20
De juiste pannen.................................................................................................. 21
Tips om energie te besparen ............................................................................. 22
Bediening .............................................................................................................23
Inschakelen ........................................................................................................... 23
Vlam instellen ........................................................................................................ 24
Uitschakelen.......................................................................................................... 24
Beveiligingen........................................................................................................ 25
Thermo-elektrische vlambeveiliging...................................................................... 25
Reiniging en onderhoud...................................................................................... 26
Keramische plaat................................................................................................... 27
Schakelaars........................................................................................................... 28
Pannendrager........................................................................................................ 28
Brander.................................................................................................................. 29
Nuttige tips........................................................................................................... 30
Bij te bestellen accessoires................................................................................ 32
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen ......................................................... 33
Veiligheidsafstanden........................................................................................... 34
Aanwijzingen voor het inbouwen.......................................................................37
Opliggende inbouw ............................................................................................... 37
Inbouw van meerdere SmartLine-elementen ........................................................ 39
Combinatie met werkbladafzuiging....................................................................... 39
Inbouwmaten ....................................................................................................... 40
Opliggende inbouw ............................................................................................... 40
Vlakke inbouw ....................................................................................................... 41
3
Inhoud
Uitsparing werkblad bij opliggende inbouw ..................................................... 42
Uitsparing werkblad bij vlakke inbouw ............................................................. 45
Verbindingsstrips................................................................................................. 48
Inbouwen.............................................................................................................. 49
Voorbereiding werkblad ........................................................................................ 49
Verbindingsstrips monteren................................................................................... 49
SmartLine-element inbouwen ............................................................................... 50
Elektrische aansluiting........................................................................................ 52
Gasaansluiting ..................................................................................................... 55
Brandervermogen................................................................................................ 57
Aanpassen aan een andere gassoort................................................................ 58
Tabel voor de inspuiters ........................................................................................ 58
Inspuiters vervangen ............................................................................................. 58
Grote inspuiters vervangen ..............................................................................58
De kleine inspuiters vervangen ........................................................................59
Functie controleren................................................................................................ 60
Klantendienst.......................................................................................................61
Contact bij storingen ............................................................................................. 61
Typeplaatje: ........................................................................................................... 61
Garantie................................................................................................................. 61
Productgegevensbladen..................................................................................... 62
4

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Deze kookplaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadiging van het toestel tot gevolg hebben.
Lees de gebruiks- en montagehandleiding daarom aandachtig door, voordat u het toestel in gebruik neemt. In de handleiding vindt u belangrijke instructies met betrekking tot inbouw, veilig­heid, gebruik en onderhoud. Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan doordat de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet in acht zijn genomen.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Juist gebruik

Deze kookplaat is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
gelijkaardige omgevingen.
Deze kookplaat mag niet buiten worden gebruikt.Gebruik deze kookplaat uitsluitend in huishoudelijke context voor
het bereiden en warmhouden van gerechten. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan.
Personen die op grond van hun fysieke, zintuiglijke of psychische
problemen, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van de kook­plaat niet in staat zijn om deze veilig te bedienen, moeten bij de be­diening onder toezicht staan. Deze personen mogen het toestel al­leen zonder toezicht bedienen als zij een eerst zijn geïnstrueerd. Zij dienen eventuele gevaren van een onjuiste bediening te herkennen en begrijpen.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Kinderen in het huishouden

Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu-
rend toezicht houdt.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de kookplaat alleen zonder toe-
zicht gebruiken als ze weten hoe ze het toestel veilig moeten bedie­nen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening.
Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht reinigen.Houd kinderen in de gaten wanneer deze zich in de buurt van de
kookplaat bevinden. Laat ze nooit met de kookplaat spelen.
De kookplaat wordt tijdens het gebruik heet en blijft dat ook nog
enige tijd nadat het is uitgeschakeld. Houd kinderen op een afstand, totdat de kookplaat voldoende is afgekoeld en er geen verbrandings­gevaar meer bestaat.
Verbrandingsgevaar!
Bewaar geen voorwerpen die voor kinderen interessant zijn, boven of achter de kookplaat. Dat kan kinderen ertoe brengen op het toe­stel te klimmen.
Verbrandingsgevaar!
Draai de grepen van de pannen zo dat ze zich boven het werkblad bevinden, zodat kinderen de pannen niet van de kookplaat kunnen trekken.
Verstikkingsgevaar! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in
verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en daardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten het bereik van kinderen.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Technische veiligheid

Door ondeskundig uitgevoerde installaties, onderhoudswerken of
herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's ontstaan voor de gebruiker. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zijn.
Beschadigingen aan de kookplaat kunnen uw veiligheid in gevaar
brengen. Controleer de kookplaat op zichtbare beschadigingen. Een beschadigde kookplaat mag niet in gebruik worden genomen.
De kookplaat kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als hij
op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
De elektrische veiligheid van de kookplaat is uitsluitend gegaran-
deerd, als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol­gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda­mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek­trische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
moeten beslist met de waarden van het elektriciteitsnet overeen­komen, om beschadiging van de kookplaat te voorkomen. Vergelijk deze gegevens voor de aansluiting. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Stekkerdozen of verlengsnoeren bieden niet voldoende veiligheid
(brandgevaar). Gebruik deze niet voor het aansluiten van de kook­plaat op het elektriciteitsnet.
Gebruik de kookplaat alleen als deze is ingebouwd, zodat de vei-
ligheid gewaarborgd is.
Deze kookplaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals een
boot) worden gebruikt.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wanneer u aansluitingen onder spanning aanraakt of de elek-
trische en mechanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van de kookplaat leiden. Open nooit de behuizing van de kookplaat.
Het recht op garantie vervalt wanneer de kookplaat door een
technicus wordt gerepareerd die niet door Miele is geautoriseerd.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze Miele onderdelen kunnen wij ga­randeren, dat zij volledig aan onze veiligheidseisen voldoen.
De kookplaat mag niet worden gebruikt met een externe schakel-
klok of een systeem voor besturing op afstand.
Alleen een erkend vakman mag het apparaat plaatsen en aanslui-
ten op het gas- en elektriciteitsnet. Als de stekker wordt verwijderd of als de aansluitkabel geen stekker heeft, mag het apparaat uitslui­tend door een vakman op het elektriciteitsnet worden aangesloten.
Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze door een elektri-
cien worden vervangen door een speciale aansluitkabel van het type H 05 VV-F (pvc-geïsoleerd). Zie hoofdstuk "Elektrische aansluiting".
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet de
kookplaat volledig van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Contro­leer dit als u
– de zekeringen in uw zekeringkast uitschakelt, of – de zekeringen van de huisinstallatie volledig worden losge-
schroefd, of
– als de stekker (indien aanwezig) uit de contactdoos is getrokken.
Trek daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
– de gastoevoer sluit.
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gevaar voor elektrische schok!
Neem de kookplaat niet in gebruik bij een defect of bij breuken, scheuren en barsten in de keramische plaat c.q. schakel het appa­raat meteen uit. Maak de kookplaat spanningsvrij en sluit de gastoe­voer af. Neem vervolgens contact op met Miele.
Als de kookplaat achter een meubelfront (bijv. een deur) is ge-
plaatst, sluit deze nooit terwijl de kookplaat in werking is. Achter een gesloten meubeldeur verzamelt zich warmte en vocht. Daardoor kun­nen kookplaat, inbouwnis en vloer worden beschadigd. Sluit een meubeldeur pas als de restwarmte-indicaties gedoofd zijn.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Efficiënt gebruik

De kookplaat wordt heet als deze in gebruik is en dat blijft hij ook
nog enige tijd na het uitschakelen. Pas zodra het lampje voor de res­terende warmte is uitgegaan, is het verbrandingsgevaar geweken.
Voorwerpen in de nabijheid van de ingeschakelde kookplaat kun-
nen door de hoge temperaturen beginnen te branden. Gebruik de kookplaat nooit om ruimten te verwarmen.
Olie en vet kunnen bij oververhitting gaan branden. Laat de kook-
plaat bij werkzaamheden met olie en vet niet zonder toezicht achter. Blus branden met olie en vet nooit met water. Schakel de kookplaat uit en verstik de vlammen voorzichtig met een deksel of een blusde­ken.
Vlammen kunnen de vetfilters van een dampkap in brand doen
vliegen. Flambeer nooit onder een dampkap.
Als spuitbussen, licht ontvlambare vloeistoffen of brandbaar mate-
riaal warm worden, kunnen ze gaan branden. Bewaar daarom mak­kelijk ontvlambare voorwerpen nooit in laden direct onder de kook­plaat. Eventueel aanwezige bestekbakken moeten van hittebestendig materiaal zijn.
Verwarm kookgerei nooit zonder inhoud.In gesloten conservenblikken ontstaat bij het inmaken en op-
warmen een overdruk, waardoor deze kunnen ontploffen. Gebruik de kookplaat niet voor het inmaken en verwarmen van conservenblik­ken.
Wanneer de kookplaat wordt afgedekt, bestaat het risico dat het
materiaal van de afdekking in brand vliegt, barst of smelt als u de kookplaat per ongeluk inschakelt of als deze nog warm is van een bereiding. Dek de kookplaat nooit af met bijv. afdekplaten, een doek of een beschermfolie.
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als u het apparaat per ongeluk inschakelt of als het nog heet is,
bestaat het risico dat metalen voorwerpen die op het apparaat liggen heet worden. Ander materiaal kan smelten of vlam vatten. Gebruik het apparaat daarom niet als werkblad.
U kunt zich aan het hete apparaat branden. Gebruik daarom altijd
ovenhandschoenen of pannenlappen als u met het hete toestel werkt. Gebruik alleen droge handschoenen of pannenlappen. Nat of vochtig textiel geleidt de warmte beter en kan door stoom verbran­dingen veroorzaken. Zorg dat het textiel niet te dicht bij de vlammen komt. Gebruik dan ook geen al te grote pannenlappen, theedoeken of iets dergelijks.
Als u een elektrisch toestel (bijvoorbeeld een mixer) in de buurt
van de kookplaat gebruikt, mag de aansluitkabel niet in contact ko­men met de hete kookplaat. De isolatie van de kabel zou beschadigd kunnen raken.
Laat geen voorwerpen op de keramische plaat vallen. Zelfs een
licht voorwerp zoals een zoutvaatje kan scheuren of barsten veroor­zaken.
Serviesgoed van kunststof of aluminiumfolie smelt bij hoge tem-
peraturen. Gebruik daarom geen serviesgoed van kunststof of alumi­niumfolie.
Zorg dat op een ontstoken brander altijd een pan staat. Een erbo-
ven geplaatste afzuigkap kan anders beschadigd raken of vuur vat­ten.
Zorg dat alle branderdelen op de juiste wijze zijn gemonteerd,
voordat u een brander ontsteekt.
12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik alleen pannen waarvan de bodemdiameter niet groter of
kleiner is dan in de gebruiksaanwijzing staat aangegeven (zie "De juiste pannen"). Als de diameter te klein is, staat de pan niet stevig genoeg. Is de diameter te groot, dan worden de hete verbrandings­gassen te ver naar de zijkant gevoerd en kunnen het werkblad, een niet hittebestendige wand of onderdelen van de kookplaat bescha­digd raken. Voor schade die op deze wijze is ontstaan, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld.
Zorg dat de vlammen van de brander niet onder het kookgerei
vandaan komen.
Gebruik geen pannen met een te dunne bodem. De kookplaat kan
anders beschadigd raken.
Gebruik daarvoor de meegeleverde pannendragers. Het kookgerei
mag niet rechtstreeks op een brander worden gezet.
Plaats pannendragers van boven op de kookplaat, zodat er geen
krassen kunnen ontstaan.
Bewaar geen licht ontvlambare voorwerpen in de buurt van het
apparaat.
Verwijder vetspatten en andere brandbare verontreinigingen zo
spoedig mogelijk van de kookplaat. Er ontstaat anders brandgevaar.
Bij gebruik van het apparaat ontstaan warmte, vocht en verbran-
dingsgassen. Zorg daarom voor voldoende ventilatie in de ruimte waar het apparaat zich bevindt. Open een buitenraam of zorg voor mechanische afzuiging (bijvoorbeeld via een afzuigkap).
Als u het apparaat lang en intensief gebruikt, is het aan te raden
de ruimte extra te ventileren, bijvoorbeeld door een buitenraam te openen of door de afzuigkap op een hoge stand in te schakelen.
Gebruik geen braadpannen, pannen of grillstenen die zo groot zijn
dat zij meerdere branders bedekken. Door warmteophoping kan het apparaat beschadigd raken.
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als het apparaat gedurende een ongebruikelijk lange tijd niet is
gebruikt, is het aan te bevelen het apparaat grondig te reinigen voor­dat u het weer in gebruik neemt. Laat de correcte werking van het apparaat zo nodig door een vakman controleren.
Als u het kookelement op gas direct naast een werkbladafzuiging
gebruikt, moet er tussen de werkbladafzuiging en het kookelement een FlameGuard worden geplaatst.
14
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Reiniging en onderhoud

De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen van de kookplaat nooit een stoomreiniger.
15

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu

Recycleerbare verpakking

De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd milieuvriende­lijk en recycleerbaar verpakkingsmateri­aal gekozen.
Door hergebruik van verpakkingsmateri­aal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.

Uw toestel afdanken

Oude elektrische en elektronische toe­stellen bevatten meestal nog waarde­volle materialen. Ze bevatten echter ook stoffen, mengsels en onderdelen die nodig zijn geweest om de toestellen goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude toestel bij het ge­wone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de ge­zondheid en het milieu. Doe uw oude toestel daarom nooit bij het gewone huisafval.
Lever het in bij een gemeentelijk inza­meldepot voor elektrische en elektro­nische apparatuur, bij uw vakhandelaar of bij Miele. U bent wettelijk zelf verant­woordelijk voor het wissen van eventue­le persoonlijke gegevens op het af te danken toestel.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan contact op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
16
Zorg er ook voor dat het toestel intus­sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.

Kookplaat

a
Brander
b
Brander
c
Pannendrager
d
Symbolen voor knoptoewijzing
e
Bedieningsknop achterste brander
f
Bedieningsknop voorste brander

Overzicht

17
Overzicht

Schakelaars

Symbool Beschrijving
Brander uit, gastoevoer afgesloten
Grootste vlam
Kleinste vlam
18

Brander

Overzicht
a
Branderdop
b
Branderkop
c
Brandervoet
d
Thermo-element
e
Ontstekingselektrode
19

Het toestel voor het eerst in gebruik nemen

Plak het typeplaatje dat bij de docu-
mentatie gevoegd is op de daarvoor bestemde plaats in het hoofdstuk "Service".
Verwijder eventueel aanwezige be-
schermfolies en stickers.

SmartLine-element voor het eerst reinigen

Reinig de afneembare delen van de
brander(s) met een sponsdoekje, af­wasmiddel en warm water. Droog de delen daarna weer af en zet de bran­der(s) vervolgens weer in elkaar (zie het hoofdstuk "Reiniging en onder­houd").
Reinig het keramische oppervlak met
een vochtige doek en wrijf het daarna weer droog.

SmartLine-element voor het eerst in gebruik nemen

De metalen onderdelen worden met een onderhoudsmiddel beschermd. Als het SmartLine-element voor het eerst in ge­bruik wordt genomen, kunnen daardoor geurtjes en eventueel dampen ontstaan.
De geur en de eventueel optredende damp wijzen niet op een verkeerde aan­sluiting of een defect en zijn ook niet schadelijk voor de gezondheid.
20
Loading...
+ 44 hidden pages